Ne. 20120.
WOENSDAG 14 OCTOBER
Anno 1925.
BERICHT.
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van hecten.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN:
80 Cis. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindspleio Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 2500 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRUS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden ƒ2.35, per week ƒ0 18.
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week„0.18,
Franco per post 2.35 portokosten.
Bit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
acprn
Onze abonné's in de stad Lelden
ntvangen heden bij de bezorging
tan ons blad, GRATIS onze WINTER-
3IENSTREGELING voor Leiden, van
Ipoor-, Tramwegen, Autobussen~en
virvoer te water.
De abonné's buiten Leiden zullen
Chze Dienstregeling morgen ont.
&*gen.
DE DIRECTIE.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
jVischmarkt 18, tel. 1225 is DONDERDAG
verkrijgbaar: SCHELVISCH a f 0.18—f 0.27
3CHOL a f 0.18, GEH. KABELJAUW a
f 0.25 per pond, VOLLE- en INMAAKHA-
RING a f0.07 per stuk.
AUG. L. REIMERINGER,
Weth. loco-burgemeester.
Leiden, 14 October 1925. 4950
ONTEIGENING.
De Burgemeester der gemeente Leiden
"maakt bekend:
lo. dat ter voldoening aan arlikel 10 der
Onteigeningswet, eene commissie uit Ge
deputeerde Staten der provincie Zuid-Hol
land, bijgestaan door den daartoe door het
Algemeen Bestuur aangewezen ingenieur en
het hoofd van het bestuur der gemeente, in
het gemeentehuis aldaar zitting zal houden
op Zateidafl den 7den November a.s.,- des
namiddags te 4 nnr, teneinde de bezwaren
van belanghebbenden aan te hooren tegen
het plan van onteigening voor de veibree-
ding van den Lage Rijndijk in de gemeente
Leiden, en noodigt belanghebbenden uit om
hunne bezwaren, ter plaatse en ure ver
meld, mondeling of schriftelijk aan ge
noemde commissie mede te deelen;
2e. dat de stukken, bedoeld in het eerste
lid van artikel 12 der Onteigeningswet en
ier voldoening aan het tweede lid van dat
artikel, ter inzage van een ieder worden
nedergelegd ter Secretarie der gemeente,
yan 16 October a.s. tot dat de Commissie
hare werkzaamheden binnen de gemeente
heeft volbracht;
3e. dat het uitgewerkt plan van het ge-
heele werk, bedoeld in het laatste lid van
artikel 12 van meergenoemde wet, voor een
ioder ter inzage zal liggen ter Secretarie
der gemeente.
Bezwaarschriften zijn vrijgesteld van het
recht van zegel.
AUG. L. REIMERINGER,
Weth. loco-Burgemeester.
Leiden, 14 October 1925. 4952
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden
brengen ter algemeene kennis, dat door hen
Vergunning is verleend aan:
a. de N.V. Stucadoorsbedrijf, voorheen
De Best, en rechtverkrijgenden, tot het op
richten van een bewaarplaats voor onge-
bluscbte kalk en een kalkblusscherij in het
perceel Langegracht No. 31. kadastraal be
kend Gemeente Leiden, Sectie B. No. 2685;
b. Gebrs. F. J. en P. J. Schmitz, en recht
verkrijgenden, tot het oprichten van een
zouterij van vleeschwaren in het perceel
Bouwelouwensteeg No. 55, kadastraal be
kend gemeente Leiden, Sectie H. No. 3391;
c. Gebrs. P. J. en J. 1'. Stokkermans, en
rechtverkrijgenden, tot het oprichten van
een vernikkelinrichting in het perceel Kop-
penhinksteeg No. 7. kadastraal bekend Ge
meente Leiden, Sectie T. No. 2565.
AUG. L. REIMERINGER,
Weth. loco-Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
Leiden, 13 October 1925. 4951
Panl Krüger-herdenking.
Zoo heeft ook Leiden haar Paul Krüger-
herdenking gehad en. evenals in andere
plaatsen was ook hier de belongs teil mg
groot. De afdeeMngen Leiden van het Alge
meen Nederl. Verbond en van het Dietsch
Studenten verbond hadden de vergadering
belegd in het Klein Auditorium der Acade
mie, doch het bleek al spoedig dat déze lo-
calibeit niet alle belangstellenden zou kun
nen bergen. Gelukkig had men het Groot-
Auditorium tot zijn beschikking waar heen
men nu verhuisde en ook nog zoo vol Mep
Öat hier cn daar «loeien moesten worden
bijgezet. Het gehoor was zeer gemengd. Er
waren hoogleeraren, doctoren en studenten
iaanwezig, maar ook waren burgermen-
echen en zelfs arbeiders opgekomen. Ook
hetr vrouwelijk element was er vrij sterk
Vertegenwoordigd,
Opening door prol. dr. Blok.
De voorzitter, prof. dir. P. J. Blok opende
de bijeenkomst met een kort welkom en
sprak zijn voldoening uit over de opkomst.
Hel verwondert spr. niet dat de opkomst zoo
bevredigend is. Wij vereeren in de nage
dachtenis vaai Krüger een held. Niet een
gewone held, maar een held zooals Carlyle
die heeft geteekend als de verpersoonlijking
van een gansch volk, in wien een volk
leeft en wiens licht over de wereld schijnt.
Aan herinneringen aan dezen held heeft
het ook in Leiden niet ontbroken. En het
Algemeen Nederlandsch Verbond en het
Dietsch Studenten. Verbond voelden, waar
er sprake was Krügers' honderdsten geboor
tedag te herdenken, ook Leiden niet mocht
achterblijven. Leiden is meer dan eens en
in sterkere mate dan vele andere plaatsen
het middelpunt geweest van een sympathie
beweging voor Paul Krüger en het Zuid-
Afrikaansche volk. Hij zoude daarover niet
meer zoggen, waar mannen als Z.Ex. Leyds
j die lust en leed met Krüger hebben gedeclt,
Botha die zqo nauw aan Zuid-Afrika is ver-
i want en een historicus als prof. Colenbran-
der de figuur van verschillende kanten zul
len belichten.
Alleen deelde hij met betrekking tol den
avond mede, dat er na de rede van prof. Co-
lenbrander een korte pauze zou worden ge
houden, welke zou worden benut voor den
i verkoop van een kleine brochure.
Rede prof. Colenbrander.
Hierna gaf de voorzitter het woord aan
prof. Golonbrander die aanving met de op
merking dat ons volk in breeden kring nog
altijd belang stelt in de figuur van Krüger,
evenals in het Zuid-Afrikaansohe Volk in
zijn geheel. Men is bewust geworden van
de historische beleekenis van mannen als
Krüger en die hem hebben bijgestaan voor
het Hollandsche element in Zuid-Afrika en
daarbuiten. Er zijn in dat land nog groote
reserves van volkskracht, die het Holland
sche element vertegenwoordigen en ook hier
loeft het gevoel van verwantschap nog sterk
in beide volksdeelen wat leiden moest tol
deze Krüger-herdenking. Na aldus de aan
leiding tot deze viering te hebben ge
schetst, hield spr. een uitvoerige beschou
wing over Zuid-Afrika, de eerste voortrek
kers af tot aan den huiddgen dag toe, waar
bij hij de verhouding meedeelde, die er in
de verschillende periode's bestond tusschen
het boerenelement, de inboorlingen en de
buitenlanders, met name de Emgel9chen,
daarbij zijn gehoor terugvoerend in de tij
den die ouderen van het tegenwoordig ge
slacht zich nog levendig zullen herinneren,
in welk milieu langen tijd Krüger een der
voornaamste persoonlijkheden was, zoodat
hij op dezen avond terecht door den spre
ker in het middelpunt van hun betoog werd
geplaatst.
Nadat de aanwezigen zic-h ingespannen
hadden om het vrij lang en uitteraard wat
dor betoog te volgen, verkreeg, na een korte
pauze dr. Leyds het woord.
Rede dr. Leyds.
Nu zooveel aandacht wordt besteed aan
de historische figuur van President Krüger,
wil spreker gaarne gehoor geven aan het
verzoek om iets te vertellen van den mensoh
Krüger, dden hij in lange jaren van intie-
men 'omgang beter dan iemand anders
onder de nog levenden heeft leeren ken-/
nen. Hij was anders dan men gewoonlijk
denkt. Zou men zich hem kunnen voorstel
len, staande op rijn hoofd? Toch heeft hij
dat gedaan, uit vreugde, op den bovensten
balk van het dak zijner kerk te Rusten
burg, die hij met eigen handen had helpen
aJbouwen. Naar dergelijke acrobaten-toeren
deed hij niet meer toeq| spr. hem leerde ken
nen. Zelfs paard-rijden deed hij alleen nog
uit noodzaak, b. v. b. toen hij 's nachts
kwam aankloppen, naar men weet, om on
gelijk te bekennen. Zonder keurig te rijn op
kleeding of tollet, en zonder voornaamheid,
was zijn houding altijd waardig, maar dat
was bij de ouderen onder die Boeren geen
zeldzaamheid. Overigens stak Krüger in
alle opzichten boven zijn omgeving uit. Ver
der wees spr. speciaal op rijn gaafheid van
karakter dat dikwijls, vooral van Britsche
zijde, is aangetast.
Men heeft gesproken^ van familie-rogee-
ring, maar die is niet te rijmen met het
feit dat hij nooit een zijner vele zoons tot
eenige betrekking heeft benoemd, behalve
den jongste, die zijn particuliere secretaris
was. en dus eigenlijk geen staats-ambt ver
vulde. Ook wee9 spr. den Leugen af, dat
Krüger zich door de kapitalisten de handen
liet vullen, een valsche beschuldiging waar
tegen men zich niet genoeg weren kan. Hij
was een dankbaar man, en had een buiten
gewoon vermogen om vergiffenis te schen
ken aan wie hem kwaad hadden gedaan.
Van vriendschap had hij een hooger begrip
dan het overgroole deel der menscfoheid, ge
lijk werd aangetoond. Ook vertrouwen was
hem iets heiligs; hij schonk dat niet licht,
maar dan was het ook niet te schokken,
naar spr. heeft mogen ondervinden. Men
kon hem ook Liefhebben om rijn bijna vrou
welijke fijngevoeligheid. En tegelijkertijd
moest men hem bewonderen om rijn groote
gaven. Hij was een geboren jurist, en een
scherpzinnig diplomaat van groot doorzicht,
waarbij hij echter de zwakheid had te veel
vertrouwen te stellen in het.gegeven woofli
van den tegenstander.
Hij was voorts een vrijzinnig en veridett
man, naar met voorbeelden werd in het
licht gesteld. Spreker eindigde met die
schoone woorden van Prof. Colenbrander
over Jan Veth: „Er zijn er, dóe door ver
stand imponecren; er zijn er, die winnen
door hart. Gezegend is de omgang met wie
zonder ophouden beide doet". De herinne
ring aan dien omgaing met Krüger zal spre
ker als een zegen bijblijven tot rijn laat-
sten dag.
Rede van Botha.
De laatste spreker rar. Ph. R. Botha,
schetste Paul Krüger als „Grool-Ncder-
landsch Staatsman".
Paul Krüger was een vroom man, maar
hi* was lang niet die onverzoenlijke en on
verdraagzame godsdienstige dweper, waar
voor zoovele raenschen hem hielden, aldus
ving spr. aan. In zijn ambtelijk optreden
heeft hij rich nooit schuldig gemaakt aam
vijandelijk gedrag tegenover menschen van
andere overtuiging als hij. Toen hij in 1884.
de betrekking van staaisprocureur aan dr.
W. J. Leyds aanbood en deze wees op het
bezwaar dat gelegen modh't rijn in zijn vrij
zinnige of moderne godsdienstige opvatting;,
antwoordde Krüger dat hij daarom geen be
zwaar tegen de aanstelling gevoelde. En
nooit heeft dr. Leyds van den kant van den
President of van het volk eenigen last ge
had over zijn Jenbwijize.
Die onbekrompenheid van opvatting bij
deze gelegenheid door den President be
toond, is niet bij toeval of uit afwachtings-
politiek geschied. Het was een vast levens
beginsel dat hem tot zijn ouden dag is bij
gebleven. Dit bewees, volgens spr., zijn op
treden nog in 1899 naar aanleiding van een
ontwerp grondwet, die in den Volksraad in
behandeling was. Onder de hoedanigheden
voor het lidmaatschap van de Volksraden
kwam voor het vereischte van. tot een Pro-
leslantsch Kerkgenootschap te behooren.
Dit slond Krüger niet aan, daar hij van ge
voelen was dat bijv. ook R.-Katholiek en en
Joden die burgers waren van don Staal
recht hadden op zitting iit de Wetgevende
vergaderingen. Hij stelde derhalve in een
brief aan den voorzitter van dien Volksraad
voor het woord „Protestantsoh" te schrap
pen opgrond dat dit in strijd zou zijn met
de Christelijke liefde in het beginsel des
Heiland®.
Paull Krüger had een onwrikbaar geloof
in de toekomst van zijn volk. En zijn geloof
was niet enkel dólt van eenvoudig berusten,
maar een geloof dat noopte tot inspanning
om te verwezenlijken een groot' schoon
ideaal. In tijden van slapheid en verdeeld
heid heeft hij zijn volk door rijn geestkracht
opgebeurd en omgord met de kracht vam
zelfeerbiediging, nationale trots en be
staanswil.
Spr. noemde Krüger een Staatsman van
Groot-Nedertandsche Ziening. Hij liet Hol
lander en Afrikaner, ieder op het terrein
voor hem het meest geschikt samenwerken,
tot opbouw en instandhouding van een volk
en een Staat van Dietsche taal en bescha
ving. Eerbied voor godsdienst, taal en be
schaving was de hoeksteen van rijn staat
kunde. Zelfs in zijn ambtelijke briefwisse
ling met Engeland heeft hij aan Neder
landsch vastgehouden, al moesten de stuk
ben gewoonlijk vergezeld gaan van een En
gels che vertaling.
Hij was ook een ziener, zeide mr. Botho.
Als bij instinct voelde hij vooruit welke go-
varen het volksbestaan bedreigden en wfci
voor goeds er in het vdlksgemoed sluimer
de. Hij kende zijn volk en verslond de
kunst om het volksgeweten wakker te
schudden en in de goede richting te leiden.
Gelukkig had hij daarbij ook de persoonlijk
heid en de -overredingskracht om het volk te
kunnen dwingen tot zelfbeheersching, zoo
als is geschied in verband met de begeerte
van duizenden burgers om begin 1895 de
verraderlijke stad Johannesburg uit te
roeien en de ter dood veroordeelde Refor
mers te zien hang een. Krüger kon hen over
tuigen van het verkeerde en dwaze van zulk
een handelwijze.
Voor hem had rijn volk het eerstgeboor
terecht op den bodem van Zuid-Afrika, en
had het niet noodig voor anderen de rol
van waterdragers en houthakkers te spe
len .Zij moesten die plaats in het land blij
ven behouden, welke hun toekwam als de
oudste beschaafde inwoners, als de tem
mers van de woestenijen van donker
'Afrika.
Paul Krüger heeft ontvangen weldaden
nooit vei^eten .vOorail wanneer die aan rijn
volk bewezen waren. Daarvan getuigd rijn
politiek van voortdurende vriendschap te
genover de Portugeezen omdat zij in vroe
ger jaren aan den voortrekker Louis Tri-
Chardt hulp en gastvrijheid hadden ver
leend.
De president van de Kleine Zuid-Afin
kaansóhe Republiek neemt volgens spr.
met eere de plaats in onder de grootste
staatslieden van zijn tijd. De eenvoudige,
haast ongeletterde Boer van het Afrikaan
se he veld heeft zich de evenknie betoond
van de scherpzinnigste en meest ervaren di
plomaten van Europa. Phul Krüger was on
getwijfeld de grootste man die Zuid-Afrika
nog heeft voortgebracht. Hij had rijn volk
in het middelpunt van de wereld belang
stelling geplaatst. Hij had het Afrikaansche
Kolk aangespoord en in staat gesteld om
aan de verbaasde wereld te bewijzen walt
een klein aantal menschen van Dietsch en
étam kan opofferen en verrichten voor het
behoud van hun najtionale riei en voor de
verzekering van hun voortbestaan als volk-
Het is, naar spr. meent, de dure placht
van zijn stamgenoolen om Krüger te blijven
gedenken als een groot staatsman, groot
Afrikaner, groot mensch, groot voorvechter
voor volk en taal en als een van do stoere
planters van een natie in Afrika lot ver
eeuwiging van het Dietsche geslacht.
Spr. eindigde rijn warm toegejuichte rede
met een kort woord gewijd aan het werk
van dr. W. J. Leyds, den raadgever van
Krüger en aan hel feit dat dr. Leyds geen
schuld had aan het ontstaan van den
oorlog.
Hierna werd de zeer geslaagde Krüger-
avond door prof. Blok gesloten.
Indische Economie.
Gisternamiddag heeft mr. J. Gerrilzen,
oud-lid der Tweede Kamer, in het klein
auditorium der Universiteit alhier de eerste
van zijn reeks lezingen over Indische Eco
nomie gehouden, waartoe hij door de com
missie van uitvoering van het Leidsch Uni
versiteitsfonds was uitgenoodigd.
Spr. ving aan met te zeggen, dat hij gaarne
aan deze uilnoodiging gevolg heeft gegeven,
omdat een goede economische politiek voor
Ned.-Indië van zoo uitermate groot belang
is en omdat hij het een voorrecht achtte er
toe te mogen medewerken, dat belang aan
te toonen en uiteen te zetten, op welke
wijze z. i. Indië tot verdere ontwikkeling en
verderen bloei gebracht kon worden. Een
goede economische politiek is in de eerste
plaats van belang voor de Indische bevol-
king, maar niet minder voor ons land. Spre-
I ker gaf hiervan een korte uiteenzetting.
Hij becijferde o.a., dat ruim 25 pCt. van
j de opbrengst van de directe belasting in Ne-
derland een gevolg is van de opbrengst der
i Indische ondernemingen. Daarnaast trekt
Nederland groote voordeelen van Indië, om-
dat het gebiedsdeel een goed afzetgebied is
voor Nederlandsche producten. Ook onze
scheepvaart en industrieën, die daarmede
verband houden, drijven voor een groot deel
op Indië. Eindelijk is Indië een groot afzet
gebied voor onze jaarlijksche productie. Ook
is naar sprekers meening het feit, dat het
gevaar voor de depreciatie van den Neder-
landschen gulden voorshands geweken is,
voor een groot deel te danken aan de betere
prijzen van Indië's producten, waardoor
Nederland groote vorderingen kreeg op het
buitenland, speciaal Engeland en Amerika.
De belangen van Nederland en Indië gaan
hand aan hand, wat betreft de verdere ont
wikkeling van laatstgenoemd gebiedsdeel.
Spreker vraagt dan hoe Indië verder tot ont
wikkeling en tot grooteren bloei is te bren
gen. De basis der Indische huishouding vor
men de exportbedrijven. Gaan die bedrijven
goed, dan ondervinden, direct en indirect,
de overige bedrijfstakken, de bevolking en
de overheidsfinanciën de gunstige gevolgen
daarvan. De bloei en de verdere ontwikke
ling van het land zijn afhankelijk van de
uitbreiding der exportbedrijven.
Toen spr. in het begin der 90er jaren in
Indië kwam, zag het daar niet florissant
uit. Zoo slecht was de toestand, dat in de
troonrede van September 1901 een onder
zoek naar de mindere welvaart op Java
werd toegezegd. Later kwam de toen aldus
genoemde mindere-welvaart-commissie.
Na 1908 verbeterde de toestand geleidelijk.
Na 1906 begon een enorme opbloei. Van
waar kwam deze verandering?
lo. Doordat na 1903 de suikercultuur ten
lange leste den strijd tegen den ondergang,
die haar na den crisis van 1884, bedreigde,
gewonnen had, en 2o. door den opkomst der
rubbercultuur, de uitbreiding der theecul
tuur en den petroleum-industrie.
Spreker ging vervolgens na hoe deze ex
portbedrijven en speciaal de groot-landbouw
bedrijven uit het cultuurstelsel zijn voorge
komen. Na eenige woorden hieraan te heb
ben gewijd, zeide spr., dht eindelijk in Ne
derland de oogen open gingen voor den
enormen druk, dien dit stelsel aan de be
volking oplegde.
Hoewel het cultuurstelsel zeer groote na
deden heeft gehad, zijn er toch ook eenige
lichtzijden aan verbonden. Het heeft de
productiviteit van het land enorm vooruit-
gebracht en, hoewel het zeer hard voor de
bevolking was, in het algemeen meer op
bouwend dan vernietigend gewerkt. Ook
heeft het de mogelijkheid getoond van de
resultaten, die verkregen konden worden
door omzetting der gedwongen arbeid in
vrijen arbeid.
In 1870 sloeg men een geheel nieuwen
koers in, die ruim baan gaf aan het parti
culier initiatief, dat voor dien tijd zooveel
mogelijk werd geweerd. Bij de wet van 1870
werd art. 62 van het Regl. als volgt aan
gevuld: „Volgens regels, bij algemeene ver
ordening te stellen worden gronden afge
staan in erfpacht voor niet langer dan 75
jaar". Den G.-G. werd de plicht opgelegd
lo zorgen, dat geenerlei afstand van grond
inbreuk kon maken op de rechten der In-
landsche bevolking, enz.
Door deze en andere maatregelen werd
den Europeeschen ^werkgever ruim baan ge
geven. Hem kon een recht op den grond,
namelijk een erfpachlrecht, worden toege
kend. Daarbij echter werd de Inlander in
zijn "grondbezit beschermd, daar zijn be
schikkingsrecht over den grond in zijn eigen
belang werd beperkt, voorzoover betreft de
Serkoop en verhuur aan niet-inlanders.
oor deze voorschriften werd voorkomen,
dat de Inlander door verhuring zijner gron
den onder den druk geraakte van den ka-
BINNENLAND.
Panl-Krnger-herdenking te Leiden.
De Bioscoopwet in de Tweede Kamer.
Overeenstemming in de mijn-indnstrie»
Verhooging der internationale telegram
tarieven; voor Nederland zoo weinin mo»
gelijk.
BUITENLAND.
Te Locarno wordt thans gesproken ovèl
de veiligheid in het Oosten.
Hevige incidenten in den Oosteniijkschev
Nationalen Raad.
Ook de Dnitsche Volkspartij tegen des
Praisischen minister Severing.
Caillanx in de financieele Kamer-com
missie.
pitaalkracliligen en meer ontwikkelden Euro
peaan. De grondslagen ïn 1870 gelegd, zijn
deugdelijk geweest, zooals spreker met cij
fers aantoonde.
Bij het beschouwen van deze cijfers dient
echter in het oog te worden gehouden, dat
de resultaten niet verkregen zijn door Ne-
derlands.ch kapitaal en Nederlandsche werk-
krachten alleen. Terecht is in Indië de open-
i deur-politiek gevoerd en is daar de deui
wagenwijd opengezet voor ieder, die er wil
i komen werken of er beleggingsveld wil vin-
den voor zijn kapitaal. Spreker behandelde
de voordcelen, welke die open-deur-politiek
met zich medebrengt en somde daarnaast
de verplichtingen op, welke zij oplegt.
Herhaaldelijk is door buitcnlandsche be
langhebbenden geklaagd over den te zwaren
belastingdruk in Indië, doch voor deze klacht
is de rpgeering tot dusver doof gebleven
Wel degelijk hebben den laatsten tijd ver
schillende buitenlandsche belanghebbenden,
voornamelijk Amerikanen en Engelschen,
groot bezwaar gemaakt tegen den zwaren
in Indië op de bedrijven gelegden belasting
druk. En het is van onze regeering niet ver
standig om, waar wij door onze open-deur-
politiek een internationale taak op ons
genomen hebben, klachten die van buiten
landsche zijden geuit worden, eenvoudig te
negeeren.
In de tweede plaats moet Nederland er op
bedacht zijn, de overwegende positie, die het
in Indië tot dusver gehad heeft, en gelukkig
nog heeft, niet te verliezen. Daartoe is noo
dig, dat zijn invlced in het Indische be
drijfsleven overwegend moet blijven. Want
ons gezag in Ned.-Indië steunt niet op de
kracht onzer wapenen, maar op het goede
werk, dat wij daar verrichten, door het tot
ontwikkeling brengen van het aan onze zor
gen toevertrpuwde gebied. Spr. meent niet,
dat er in dat opzicht reeds thans gevaar
dreigt, maar toch mag het feit niet onder
schat blijven, dat de invesleering van het
buitenlandsche kapitaal in Ned.-Indië zich
in de laatste reeks van jaren heeft bewogen
in de richting van het vreemde, niet-Hol-
landsche kapitaal. Daarom hoopt spreker,
dat de Nederlandsche overheid zal begrijpen,
dat het van zoo uitermate groot belang is,
de kapitaalvorming hier te lande zooveel
mogelijk te bevorderen, opdat, het Neder
landsche kapitaal met kracht en energie san
medewerken aan de verdere ofltwikkeling
van Indië.
Spreker zal zijn tweede lezing houden
Woensdag 3 November.
De Bazaar van Dierenbescherming.
Zooals wij gisteren mededeelden is de
Bazaar van de Leidsche Vereeniging tot be
scherming van Dieren geopend.
Was het bezoek in den middag steeds
matig, des avonds was het overstelpend
druk. Wij vermoeden dat het bestuur wel
eens in stilte den wensch zal hebben geuat:
„hadden wij maar een grootere zaal". En
gezellig als het was. Het aardig strijkje in de
zaal weende zich dapper en de firma Van
Nel le zorgde voor een geurig kop thee of
koffie, terwijl in de eveneens vers ierdie
6erre de heer J. J. C. Oostdam uit Den Haag
de aanwezigen vergastte op een aantal aar
dige liedjes (levensliedjes) bij den luit ge
zongen.
Het slotnummer van den dag was de ver-
tooning van de fiLm „Caesar" of dé geschie
denis, beter de tragedie van een hond, die
eerst verwend, steeds degradeerde eerst tot
kettinghond, toen verhuisde naar een koop
man, die hem als trekhond bezigde en het
dier veel leed bezorgde. Was het wonder
dat er een zucht van verlichting onder de
aanwezigen opging toen „Oaesar" ten slotte
hoe ellendig ook woder, weder bij zajn
ouden meester terugkeerde en met open
armen werd ontvangen. De heer Karree
lichtte de mooie duidelijke lülm op pakken
de wijze toe.
Hedenavond zang bij luit en mandoJune
door de dames Amtzeniua, Uflt Den Haag.
morgenavond voordrachten door leden van
„Nut en Vermaak", -