Humor uif hot Buitenland. Schittert Overal VERKEER (D) Het onverbiddelijke oogenbiik. Wim Is een optimist. Waar maak je dat ait op? f Hij zei me dat hij zich altijd scheert voor hty ine een bezoek brengt, (London Mail) De jeugdige Smits, die Juist een blauwtje geloopen heeft, is verrukt, kamers te hebben genomen, waar hjj herhaaldelijk gewekt wordt dcor het gekrijsch van. 'de baby van de buren, geaccompagneerd door de luide verwenschingen van den vader. (Judge) Je hebt je niet zoo erg geamuseerd op je' ïeisje naar Parijs? Had je moeite met je Fransch?. Nee, natuurlijk niet, maar die stommelingen daar wel. (London Mail) *- Kijk' eens boe Ma rietje met haar speelgoed smijt Ik wed, dat er een prachtige, temperament volle film ster nit haar groeit (London Opinion) Heb ik je Zondag niet gezegd, altijd tot honderd te tellen voor je een anderen jongen sloeg? -j I Ja meneer, en daar hen ik ook mee bezig. Maai^ .ik wil hem bij de hand houden tot ik met tellen! klaar ben. (Humorist) Vrouw: En nu wil ik niet langer met je discus-» sleeren. Ik heb Je al wel een uur geleden verteld .dat ik niets meer over de zaak te zeggen had. (London Mail) 'Alleen vraag je je af, hoe die menschen 's morgens om tien uur al zin hebben in mosselen en gebakken aardappelen en bier. Enfin, dkt ze er aan smullen is een feit en al heb je zelf geen zin er bij te gaan zitten en mee te eten, het doet werkelijk plezier ze daar zoo genoegelijjc aan het bik ken te zienl En dan alle tenten met gramofonenl Worden er heusch zóóveel gramofonen ge- kooht door de Parqsche proletariërs 1 Want het is een proletariërs-markt, die ,,Marché aux Puces" dat zult u al wel begrepen hebben trouwens. Ja, ze moeten wel goede zaken maken, die lui, anders zouden er niet zóóveel gramofoons worden te koop aange boden. Die kooplieden staan daar toch niet enkel om de boel wat op te vroolijken met hun muziek 1 Dèfc ze het doen, is heusch niet uit liefdadigheid, maar enkel om de aandacht te trekken. En daarin Blagen ze. Altijd staat ei een heel kringetje luiste raars om iedere gramofoon-tent. Op een wandeling over de „Vlooienmarkt" krijg je het meest gevarieerde programma te hoo- ren. Bij de een hoor je de nieuwste mode- wijzen, gelanceerd in de „Folies-Bergère" of in het „Casino de Paris"; „Mavquita" bijvoorbeeld en nog steeds „La Belote" van Mistinguett. Een ander speelt je operar aria's voor; weer een ander laat een be kend Parijsch conferencier optreden en een moppen-verteller. Bij een vierde hoor je de „Marseillaise" blazen, „La Madeion" zin gen en het goede oude „Tipperary" och ja, wat zijn de dingen gauw oud! En de menschen dan 1 Natuurlijk heeft de „Vlooienmarkt" ook zijn kokadorussen, kleine en groote. Met een overvloed van woorden trachten ze hun specialiteiten aan den man te brengen de een verkoopt lijm, die alles heel maakt, tot gebroken harten toe, zoo zegt hijeen ander verkoopt een vernikkelipgspreparaat, waarmee hij kosteloos alle verroeste voor werpen der omstanders wil blinkend ma ten „Geef maar hier je verroeste siga rettenpijpjes, tondeldoozen, brillenhuizen, tabaksdoozen, geef maar hier, 't kost je niets, ik doe het voor reclame 1"-Eerst aar zelend nog, vraagt een omstander er een verroest brillenhuis aan, dat hij Averkelijk als zilver terugkrijgt en zonder dat hij er een sou voor hoeft te betalen! Dan vol gen er meer liefhebbers waar halen al die menschen zoo gauw verroeste voorwer pen vandaan 1 En de mcesten zijn zoo ver rukt, dat ze gauw een fleschje van dat wondergoed koopen want thuis is eT nog zóóveel verroeste rommel, en een heele kachel kun je er zelfs opnieuw mee vernik kelen! zegt de koopman. En dan is er de koopman, die niet an ders verkoopt dan ronde schijfjes blik, vol- geprikt met gaatjes, ronde schijfjes in al lerlei grootte, een heele tafel vol. Waar dienen die dingen voor 1 Luister maar. „Wat zal je je een nieuwe koffie-filtcr aanschaffen, als de oude versleten is! zegt de koopman. ^„Zou je in dezen duren tijd een heele nieuwe koffie filter koopen 1 Een nieuwe bodem alleen is toch voldoende, dunkt me. Kóópt dan zoo'n nieuwen bodem ik heb ze in alle moge lijke groottes zoek maar uit! En als je thuis mocht merken, dat je toch nog een te groot bodempje gekocht hebt, wel dan knip je er eenvoudig maar een randje ai kijk, het knipt zoo gemakkelijk als papier, dat goedl Voor 50 centimes kun je toch niet den last van een kapotten filter hebben en daarvoor kun je toch ook geen nieuwen koopen I" Inderdaad neen! En het regent vergulde tienstuiverstukjes op des koop- mans tafeltje en zoekende vingers grab belen druk in de blikken schijfjes rond, om de juiste maat te vinden. Zijn er zóóveel kapotte koffie-filters hier in de buurt denk je verbaasd 1 En dan staat er cje man met de dekens, de lachende verbruinde kerel voor zijn hocge tent, tot op het dak volgestapeld met bonte kleurige satijnen dekens en fel-schit- terende doeken. Hij is een van de bekend ste typen van de „Marché aux Puces", hij praat maar, praat, en lacht en zegt grap pen, en onderdehand vliegen zijn kleurige lappen weg, de menigte in, naar uitgesto ken handen, uitgestrekte armen. Maar over hem, en over een anderen ko- kadorus nog van de „Marchó aux Puces", een heel ander type die, nijdig en scheldend, maar minstens evenveel publiek trekkend toch als de van lach en geest sprankelen den deken-verkooper vertel ik u in een volgenden brief. M .DE ROVANNO. Parijs, 5 October 1925. RECLAME. 4046 Door HEVANOS. II. Aan hel slot van mijn vorigën blief heb 'ik er op gewezen dat he^ noodzakelijk moet worden geacht, dat de overheid zich met hart en ziel aan de verkeersproblemen wijdt. Nu weet ik reeds vanouds., dat hiertegen van verschillende zijden bezwaren zullen worden gehoord. In de eerste plaats zal men er zich van trachten af te maken, met den tegenwoordig alles dekkenden uitroep: Wij moeten bezuinigen! Doch hier gaat dit antwoord niet op, want bezuiniging zou in dit geval slechts schro melijke verwaarloozing beleekenen, het zou een voorbeeld zijn van economie du bout de chandelle. En daarvoor wachte men zich, zeker als het gaat om een volksbelang al9 de regeling van het Moderne verkeer. Ik geef terstond toe dat om der wille van een veilig verkeer, misschien door sommi gen, vooral grondbezitters, vrij aanzienlijke offers zullen worden geëischt, maar er moet iu den zuren appel worden gebefen, want het gevaar, de nood neemt met den dag toe. Wanneer wij bijvoorbeeld oppervlakkig de toestanden te Leiden beschouwer. Daar is de situatie aan het Station. Werkelijk, zóó heb ik het in weinig steden ontmoet. En het treurigste is dat men hier zelfs geen hand uitsteekt om kleine verbeteringen, die zon der eenige noemenswaardige opoffering, van welke zijde ook, kunnen worden tot stand gebracht, in te voeren. Als ge het station -langs den gebruikelij- ken uitgang verlaat, stuit ge op een aantal huurautomobielen, die met de radiateurs (het vooraanzicht) naar dien uitgang staan ge keerd. Zóó al9 zij uit dé stad aankomen, rijden zij naar de standplaats. Indien nu zulk een taxi een vrachtje krijgt, moet de chauffeur, achterwaarts rijdende, trachten zich een weg te banen door het gewirwar van komende en gaande voertuigen en voetgangers. Dat ia ongehoord jen moet veranderd worden. Een tweede grove fout aan het Leidsche station is het verleenen yan vergunning aan S3 autobus-exploitanten om met hun bussen lot op hel Stationsplein te mogen rijden. Er is niets tegen, hun in de gelegenheid te stel len hun passagiers tot het Station te ver voeren, doch men behoort er de bepaling aan te verbinden dat de bussen slechts vóór het bordes van het Stationsgebouw mogen sloppen tot het uitlaten en opnemen van reizigers, maar dat zij daarna onverwijld moeten oprijden naar een door de politie aan te wijzen standplaats, op een rustig plekje naast den verkeersweg. Hetgeen thans geschiedt, n.l. dat de bus sen zich op een rij opstellen jui9t tegenover den ingang van het stationsgebouw, is toch wel een allerongelukkigste,manier. Gij kent allen de situatie en zult wellicht beter dan ik hebben gezien tot welke verwikkelingen dit aanleiding kan zijn. Het is volkomen waar dat het voor de autoriteiten niet heel eenvoudig is aan den toestand bij het station, dien men beter doet wantoestand te noemen, een einde te maken. Daartoe is de medewerking noodig van eige naren van den niet aan de gemeente behoo renden grond, en we welen nu eenmaal dat het particuliere grondbezit niet gaarne con cessies doet. Maar dat alles neemt niet weg, dat hier meer leiding aan de zaak kan wor den gegeven. Men verge te niet dat op bet Stationsplein, vooral in de zomermaanden, een. voortdurend gaan en komen ia van trams, treinen, bussen, auto's, rijtuigen, en. van fietsen en wandelaars. Voor den voetganger wordt het steeds be nauwder zich op het Stationsplein te wagen; vooral wanneer de spoorboomen een poosje gesloten zijn geweest kan het hier vaak een ware chaos zijn. Men mag van een wonder spreken dat er niet veel meer ongelukken met ernstige gevolgen gebeuren. Maar ook in de stad is het vrijwel overal mis. Als men bijvoorbeeld ziet hoe de meeste automobilisten hun wagens op de meest nonchalante manier, juist tegen de verkeer9richting in zelfs, neerzetten, en men let er op hoe de bestuurders van hand karren niet zelden hun vierwielers bijna raidden op de straat laten staan, dan kan men niet anders dan er zijn verwondering over uitspreken dat alles nog zoo goed afloopt. Maar hoe zou het anders kunnen 1 Er wordt immers nooit iets van gezegd en we weten nu eenmaal dat wij Nederlanders, die van nature weinig gevoel van tucht en orde bezitten, een aansporing, zich volgens een bepaalden regel te gedragen, maar al te zeer behoeven. Indien er gedurende één half jaar met kracht en energie gewerkt wordt, zal men zonder eenigen twijfel de vruchten van „systeem" reeds dadelijk kunnen waar nemen. Dan zal de burgerij, tevreden zijn, de ouden van dagen zullen een wandelingetje door de stad niet meer als een penetentie beschouwen, de moeders kunnen weer met een gerust hart hun kinderen het huis zien verlaten, kortom de geheele gemeenschap zal dankbaar zijn en zich met genoegen aanpassen aan de nieuw in te voeren maat regelen. Waarom stelt men te Leiden geen Com missie ter Regeling van het Verkeer in, zoo als die reeds in verschillende sleden be staat. Wij verstaan onder zulk een commis sie, een vergadering van vertegenwoordigers der bij het verkeer betrokken lichamen. Te Leiden zal men goed doen in zulk een com missie behalve den Commissaris van Politie en het hoofd der brandweer, ook vertegen woordigers der te Leiden concessie genie tende tramondernemingen alsmede den sta tionschef, het hoofd van Gemeentewerken en enkele vertegenwoordigers van handel en industrie te benoemen. Deze commissie zou zich in hoofdzaak hebben bezig te houden met de vragen: Wat moet te Leiden ten dienste yan een goed, veilig en snel verkeer gedaan worden en hoe doen wij dal? Het is te verwonderen dat niet reeds eer der uit den Raad het verlangen naar een commissie als biervoren bedoeld werd ken baar gemaakt. De burgerij zou het stellig zeer toejuichen indien iemand het juist be gonnen zittingjaar met een overeenkomstig voorstel ter vergadering kwam. Als de com missie dan spoedig want het kan spoe dig gaan met een zakelijk rapport komt, dan kan er vóór de zomerdrukte van 1926 begint, nog veel worden verbeterd. Dan kan Leiden met een gerust geweten den stroom van vreemdelingen en landge- nooten ontvangen. (Wordt vervolgd). Door AMY VORSTMAN—TEN IIAVE. Neen je doei nooit iets over. Wat gedaan is. is gedaan. Niets komt terug, geen oogenbiik. Het is v later altijd wat anders. LOUIS COUPERUS (Majesteit). Je doet nooit iets over. Is dat heusch waar? Doen wij nooit iets over? Jawel, zult gij zeggen we doem beel dikwijls iets over. Wanneer wij eens ge poogd hebben iets te bereiken en het is ons niet gelukt.dan probeeren wij het nog eens. Wanneer wij gevoelen, dat wij tekort geschoten zijn in lietde. in achting, iu verdraagzaamheid, dan Ja, wat doen we in zoo'n geval? Er zijn drie manieren om tot deze er kenning te geraken. De eerste zegt: gebeurd is gebeurd en ik kan er verder niets aan doen. De tweede zegt: Een volgend maal zal mij dat niet weer gebeuren. En de derde eindelijk zegt: Hoe kan ik dat nu nog goed maken? Nu nog.... dus niet bij een volgende gelegenheidof zoomaar nu meteen Dat zijn de 'beste menschen, die een door hen begaan onrecht dadelijk willen goed maken. De poging is te waardeerendat spreekt vanzelf, maarer is geen spraie van over doen. De pijnlijke indruk, dien gij maaktet met uw haastig woord, met uw onbescheiden blik of uw achteloos gebaarhet leed, dat gij veroorzaaktet. met uw onverschillig heidzie.dat kunt gij nooit weer goed maken. Die indruk kunt gij r.iet weer uitwisschen. Dat blijft.I Gij kunt een pleister op de wonde leg gen Gij kunt op allerlei wijzen loonen, dat het u spijt en dat gij het maar al te gaarne wilt goedmaken.. Maar dat eene oogenbiik.dat oogen biik, waarop gij dat onvriendelijke woord spraakt, waarop gij dat onbelieerschte ge baar maaktetdat oogenbiikdat komt nooit terug Niets komt terug. Het is maar zeer zelden, dat wij sterk hetzelfde boleven, zóó, zooals het nu is op dit eigenste oogenbiikzoo wordt het nooit weer.Het kan beter wor denhet kan mooier wordenmaar precies als ditdat beleef ik nooit weer. Wanneer wij ons meer en beter bewust waren van de ontzettende beteekenis, die hierin schuilt, dandan zouden wij one ongetwijfeld meer rekenschap geven van onze dadenvan onze woorden en van onze gedachten. De onverbiddelijke vluchtigheid van het oogenbiik behoorde ons tot nadenken te stemme». Zijn wij heden niet bezig aan de hem ir.neringen van morgen? Is het uilgesproken woord niet reeds hem innering bij zijn geboorte....? In het onverbiddelijke van het oogenbiik ligt iets van het ontzagwekkende van do Eeuwigheid De eeuwigheid is voor de meeslen onzer een begrip, dat óf ver vóór ons, óf ver nA ons- ligt. Zelden zien wij ons zelf als levende in de Eeuwigheid, omdat wij het oogenbiik, dat wij beleven, niet in verband plegen te brengen met het Eeuwigheidsbegrip. En toch maakt ieder bestaansoogenblik, ook het huidige, het n u, deel uit van de onafzienbare kelen, die Eeuwigheid heet. Wij zijn vertrouwd met het idee. dat wj? deel uitmaken van het heden. Maar dat wij met het heden tevens en tegelijkertijd deel uitmaken van de Eeuwig, heidziedat staat ons niet klaar voor den geest, omdat onze kleinheid en de engheid van ons voorstellingsvermogen zich nauwelijks vermag aan te passen aan het tijdsbegrip, dat heden heet doch geen spankracht bezit om de Eeuwigheidsidee ts omvatten omdat Eeuwigheid met geen enkele maat gemeten kan worden en syno niem is met het tijdelooze niet-zijn. Onze geest is als een knotwilg, die ge stuit is in zijn groei, zich ontwikkelt in een veelzijdige breedte. Geknot in onzen opwaartscben groei door de engte van onze armelijke ziel vervallen wij lot een uilgesproken en veelzijdige ont wikkeling van het materialistische in ons.Wij hebben niet geleerd on-stoffi- lijk te denken Daardoor komt het, dat wij niet vertrouwd geraken met het Eeuwigheidsbegrip, dat wij als iets buiten-ons-dagelijksche-leven be schouwen. Slechts hij, die de Eeuwigheid in bei dagelijksch leven bespeurt,zal boven het bekrompen tijds-begrip weten uit Si groeien Hij zal het oogenbiikals deel van de Eeuwigheid leeren achten en waarden- ren en gebruiken. En wie eenmaal zoo ver is - die zai zich van binnen uit voelen veranderen' want alle groei komt immers van binne® uit Dan zal ook het besef, dat niets meer terug komtdat het later altijd wat andeiw isons geen oogenbiik verlaten. Het zal een wachter voor onze lippen. een hoeder voor onze daden.een vingegz wijzing voor onze gedachten zijn. s RECLAME. S SLACHTOFFERS YAN RUGPIJN! Duizenden voelen zich rampzalig doof rugpijn. Kruipen de dagen voor u zonder dl* uw rugpijn ooit ophoudt? Wordt gij gekweld door ontstoken ol rheumatische ledematen, pijn in het hoold en de schouders, water zuchtige zwellingen en urinesloomissenï, Geen wonder, dat ge u overdag zenuwacK- tig, zwak en ziek voelt en 's nachts te naar om te slapen of zelfs te rusten. 413» Waarom zoudt gij het slachtoffer blovefl van dergelpo ongemakken en pijn? Dfa afmattende rugpijn, weet gijl, is dikwijls dd eerste waarschuwing van verzwakkende nie ren. Andere zullen spoedig volgen: hoofdpijn, duizeligheid, zenuwachtigheid, graveel, blaas- zwakte en waterzuchtige zwellingen. Wacht niet, tot het te Iaat is! Iedere minuut uitstel kan gevaar voor ontwikkeling tot ernstige nierkwalen beteekenen. Herstel uw gezondheid tijdig en gebruik Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Foster's Pillen hebben duizenden geholpen en kunnen ook n heipon- Let op de verpakking in glazen flacons met geef etiket (alem verkrijgbaar), waardoor gij zeker ajjt geen verlegen buitenlanascb goed to ontvangen. Prijs fl'.76 per flacon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10