CENTS
5 VRAAGT STEEDS
DE
No. 20114.
LEIOSCH DAGBLAD, Woensdag 7 October
Tweède Blad. Anno 1925,
BINNENLAND.
DE
^ZWITSER
KWALITEITSreep
FEUILLETON.
De ü©IssgeBi©©fe
Opleiding voor verlofsofficieren en
-onderofficieren.
(Verschenen is het verslag van de com
missie, in zake de regeling der opleiding,
©nz. voor vorlofsofficieren en verlofsonder
officieren van alle wapens en dienstvakken.
Hoofdstuk I van het rapport houdt zich
bezig met de becijfering van het benoodig-
de aantal reserve-officieren. Jaarlijks zou
den minstens de volgendeaantallen reser
ve-officieren moeten worden gevormd: in
fanterie 430, wielrijders 17, cavalerie 27, be
reden artillerie 72, onbereden artillerie 56,
genie 32, motordienst 12, luchtvaart 16, ad
ministratie 30, geneeskundige dienst 86
totaal 780. Rekenende op 40 reserve-officie-
„ren, overgaand als beroeps-officier, zouden
dan jaarlijks 820 reserve-officieren moeten
Korden aangesteld.
Hoofdstuk II behandelt de vraag, aan
welke eischen de reserve-officieren zullen
moeten voldoen, en hoe hun aantal ware
te verkrijgen.
De commissie meent, dat de kaderciwang,
dat is de aanwijzing, niet kan worden ge
mist, doch zij wil daarnaast de gelegenheid
tot vrijwillige aanmelding geopend houden,"
m. deze zelfs met alle ten dienste staande
middelen aanmoedigen.
De wetenschappelijke eischen.
Wat de wetenschappelijke eischen aan
gaat stelt de commissie drie mogelijkheden
a. Handhaving van den eisch, dat de
hdspirant het einddiploma H.B.S. 5 J. C,
bezit.
In dit geval is noodig, dat, hetzij de vrij
willige aan> elaing (tot een aantal van on
geveer 550) bevorderd wordt, dan wel, dat
bij onvoldoende vrijwillige aanmelding het
nog vereischte aantal officieren verkregen
wordt door een loting, met een voor de
diplomahouderB verminderde kans op vrij
stelling.
b. Wetenschappelijke ontwikkeling ge
lijkstaande mot het bezit van de bekwaam
heid, welke vereischt wordt voor den over
gang van de 4de naar do 5de kl. der H.B.
S. met 5-jarigen cursus
In dit geval kan het vereischte aantal
reserve-officieren grootendeels komen uit
de gewone dienstplichtigen en zal, wanneer
ecnigo voordeelen worden verleend, de rest
vrel door vrijwillige aanmelding kunnen wor
den verkregen.
c. Een terugbrengen van de eischen van
wetenschappelijke ontwikkeling tot een zoo-
danigen graad, dat het vereischte aantal
reserve-officieren met zekerheid uit de
jaarklassen gewone dienstplichtigen zal
worden verkregen. Vrijwillige aanmelding
is dan feitelijk overbodig.
De commissie behandelt daarna de ver
plichte officiers-opleiding. Uit practische
overwegingen acht zij hot niet ongewenscht,
om aan het verlangen tot vermindering der
persoonlijke lasten tegemoet te komen.
Naar haar meening is het gewenscht, dat
voor de reserve-officieren een opkomst van
drie weken om het andere jaar, als mini
mum wordt voorgeschreven. In het jaar,
waarin niet wordt opgekomen, zou dan
's winters een theoretische cursus moeten
worden meegemaakt.
De commissie doet verder uitvoerige voor
stellen, ten aanzien van de regeling van de
verplichte officiersopleiding.
Op financieel gebied stelt zij o m. voor,
het tractement van een reserve-officier te
berekenen naar den maatstaf geldende voor
de beroepsofficieren met eenzelfde aantal
dienstjaren.
De vrijwillige verbintenis.
Vervolgens behandelt de commissie de
vrijwillige verbintenis tot reserve-officier.
Naar het oordeel der commissie zou de-
geen, die zich vrijwillig voor het bekleedeD
van de officiersfunctie aanmeldt, wel dienst
plichtig moeten blijven tot denzelfden leef-
tijd nl. tot het 45ste levensjaar als de
aangewezene, doch na het 37ste levensjaar
van hft deelnemen aan herhalingsoefenin
gen moeten worden vrijgesteld. Deze vrij- I
willigers zouden dus niet 24. doch 16 jaar
oefenplichtig blijven.
Tot het 37ste levensjaar zouden op üe
vrijwilligers dezelfde verplichtingen moeten
ruston als op de aangewezenen.
Een verdere tegemoetkoming zou daarin
kunnen bestaan, dat aan de vrijwilligers
vergund werd, hun eerste opleiding zooda
nig te splitsen, dat deze beter met hun stu-
diebelangen overeenkomt.
Behalve bij de school voor verlofsofficie-
ren zou een opleiding bij den kaderland-
6torm voor sommige categorieën van dienst,
plichtigen kunnen worden mogelijk go-
maakt.
Hoofdstuk III behandelt de eerst© op
leiding. Er zal een intermitteerende en een
onafgebroken opleiding zijn. Het is wen-
schelijk, dat het aantal leerlingen, hetwelk
aan de intermitteerende opleiding deel
neemt, niet meer bedraagt, dan een vijfde
van het totaal bij ieder wapen of dienst
vak. Bij de cavalerie, de wielrijders, den
motordienst, den luchtvaartdienst en de
administratie moet echter de voorkeur ge
geven worden aan de onafgebroken oplei
ding, zoodat de commissie voor deze wa
pens uitsluitend een onafgebroken oplei
ding voorstelt.
Daarentegen geeft men bij de genie de
uoorkeur aan de intermitteerende opleiding.
Hoofdstuk IY behandelt de voortgezette
opleiding. Van de 24 dienstjaren, als offi
cier zullen er vier in den rang van tweede,
tien a twaalf in dien van eersten luite
nant en acht a tién in den kapiteinsrang
moeten worden doorgebracht.
Reserve-kapiteins, in aanmerking komen
de voor den majoors-rang, zullen een vrij
willige verbintenis voor zes jaar moeten
sluiten, en niet eenmaal in de twee, doch
6lechts eenmaal in de drie jaren voor prac-
tischen troependienst moeten opkomen. De
commissie acht het gewenscht, dat wordt
voorgesteld, dat ieder beroeps-luitenant,
mit« de geschiktheid bezittende, na 15
jaar dienst als officier tot kapitein zal
worden bevorderd. In dat geval bestaat er
alleszins reden toe, om deze bepaling ook
voor de reserve-officieren te doen gelden.
De onderofficiers-encadreering.
Het verslag komt daarna tot de onderof
ficiers-encadreering. De laatste jaren is,
naar wordt opgemerkt, meer en meer geble
ken, dat het wetenschappelijk peil van den
onderofficier dringend verbetering behoeft.
Het is gebiedend noodzakelijk, dat bij den
aanvang der opleiding een vrij hooge graad
van algemeene ontwikkeling aanwezig
blijkt. Hiervoor zou kunnen galden het eind
examen H.B.S. driejarige cursus of M.U.
L.O., dan wel een daarmede gelijkgesteld
diploma.
Meer dan thans het geval is, moet de op
leiding van a.s. onderofficieren in handen
gelegd worden van officieren. Wat da voort
gezette opleiding betreft, acht dc commis
sie het noodig, dat de onderofficieren niet
twee, doch vier herhalingsoefeningen me
demaken, welke tot vier weken zouden kun
nen worden uitgebreid.
Ia een bijlage tot het verslag, wordt de
financieele zijde van het stelsel behandeld.
De commissie berekent het totaal der trao-
tementen, toelagen enz. op f 3.063.775.
Ten slotte wijdt dc commissie eenige be
schouwingen aan de z.g. W e c r b e 1 a s-
t i n g, zooals deze o.m. in Zwitserland,
reeds sinds 1878 bestaat, Zou men eenzelf
de soort Weerbelasting ook invoeren in Ne
derland, een land, dat zooveel rijker is dan
Zwitserland, dan zouden daardoor ruim
f 11.000.000 in de schatkist vloeien. Er wor
den n.mr jaarlijks in Nederland ingeschre
ven plus minus 71.000 man daarvan wor
den ongeveer 21.000 ingelijfd, zoodat rond
50.000 man Weerbelastingplichtig zouden
rijn.
De herziening
van het Bezoldigingsbesluit 1925.
In het schreven aan de Centrale Com
missie voor Georganiseerd Overleg, waarin
wordt meegedeeld, dat de Regeering niet
kan overgaan tot het geven van een bgslag
van een week salaris, zegt de Minister van
Financiën, naar „De Tel." meldt, het vol
gende:
De Regeringsdelegatie heeft mij kennis
gegeven van de inaichten uwer commissie
met betrekking tot de vraag hoe hot best
ware te gemoet te komen aan de bezwaren,
die ook voor het jaar 1925 gevoeld werden
tegen de bestaande 6alarisregelingen.
Het denkbeeld, om die bezwaren opj te
heffen door het geven van een bijslag, <lie
ongeveer overeen zal komen met eaa week
salaris, kan de Regcer.'ng, na ampele over
weging, tot haar leedwezen niet aanvaarden.
Zft wenscht verbeterd te zien datgene, wat
het bezoldigingsbesluit 1925 te wenschen
overlaat, en dit doel zal allerminst zelfs
maar benaderd worden door een zoo ruwe
verdeeling als oen bjjfclag van een week
salaris. Daarom geeft de Regeering er de
voorkeur aan, dat uw Commissie met den
meeslen spoed ter hand neme een herziening
van het besluip bij welke is oa te gaan
1 of er in de algemeen© bepalingen en nor
men onjuistheden voorkomen, en zoo ja,
i hoe deze hersteld kunnen worden. Met ter-
j zijdeslelling van de ambtenaren, behoorde
tot het Staatsbedrjji der Posterijen en To-
legrafie, en van degenen, wier bezoldiging
meer dan f6000 bedraagt, kan tot dit doel
over een bedrag van omstreeks drie millioen
worden beschikt, terwijl de Regeering alsdan
bereid is de verbeterde regeling practisch
ook voor 1925 t9 doen werken.
Dit laatste zou in den volgenden vorm
kunnen geschieden.
Zij', wier salarissen met ingang van 1
Januari 1926 krachtens de van onjuistheden
gezuiverde regeling hooger zouden zijn dan
in 1925 onder de bestaande regeling ge
noten is, zullen over 1925 een toelage
ontvangen, overeenkomende met het gecon
stateerde verschil.
Die uitkeering zal echter beperkt moeien
worden tot hen, die op 1 October 1925
nog in dienst waren, terwijl mede uitge
sloten behooren te worden zij, die tusscheo
1 Januari 1925 en 1 October 1925 in
dienst zijn genomen.
Ik vertrouw, aldus do Minister van Fi
nanciën, dat uw Commissie bereid zal wor
den gevonden tot ©en snelle oplossing van
het moeilijke vraagstuk in de-zao geest mede
te werken.
Het Comité van Neutraal Overheidsper
soneel meldt, dat het alle Centrales, ver-
j tegenwoordigd in de Centrale Commissie voor
Georganiseerd Overleg in Ambtenarenzaken,
i tot een bespreking heeft uitgenoodigd op
j Vrydag 9 dezer in Den Haag, om te oveo-
I wegen, welke stappen door de gezamenlijke
I Centrales zouden kunnen worden gedaan in
zak© de door de Regeering toegezegde uit
keering ineens over 1925.
Het C.N.O.P. acht deze vergadering nood
zakelijk in verband met de tegenstelling,
die bestaat tusschen het standpunt door de
Regeering nu ingenomen in 'haar schrijven
van 5 October j.l. aan genoemde Commissie
gedaan.
Reeds nu kan werden vastgesteld, dat
dc houding der Regéering onder het Rijks
personeel bittere teleursteH'ng zal opwekken.
„Bloembollencultuur".
Uit bet kort verslag van de vergadering
van 'het hoofdbestuur van de Alg. Ycr. voor
Bloembollencultuur, gehouden op 2 October,
in het „Wkbld. voor Bloembollencultuur"
blijkt het volgende:
Afwezig zijn de leden Schoneveld en
Van der Deure.
Een bespreking had plaats met de verte
genwoordigers der verschillende onderlinge
ongevallen-verzokeringsorganen, die in de
bloembollenstreek werkzaam zijn. Aanlei
ding lot deze bespreking was een voorstel
der Ongevallen-Verzekeringsmaatschappij
„Fatum", om, op Initiatief der Vereeniging,
pogingen te doen om in het leven te roepen
een afzonderlijke bedrijfsvereniging voor
bloombollenkweekers en handelaren.
Aan de bespreking met het Hoofdbestuur
namen deel vertegenwoordigers dezer
Maatschappij en van de Boeren- en Tuin-
dersonderlinge, den Centralen Bond „Hel
Platteland" en de Tuinbouw-Onderlinge.
Naar aanleiding van deze besprekingen
werd door het Hoofdbestuur in voortgezette
vergadering besloten, dat aan de Maatschap
pij „Fatum" zal worden bericht, dat er geen
aanleiding beslaat om het initiatief te ne
men tot hel vormen van een afzonderlijke
bedrijfsvereniging voor ongevallenverzeke
ring.
Aan de leden zal geen advies worden ge
geven over de aansluiting; een ieder wordt
RECLAME.
4549
P-F* N.V.hallanW
CHOCOLADE- FA£
aangeraden zelf te beoordeelen wat hem in
deze het verstandigste toeschijnt.
In verband met de gevallen beslissing ten
opziohte van het Eigen-Gebouw, wordt het
besluit genomen alle materialen die voor
hel hoofdgebouw der tentoonstelling hebben
gediend, van de hand te doen.
De voorzitter wordt aangewezen, om na
mens de Vereeniging, die als Groep Bloem
bollenteelt bij den Ned, Tuinbouwraad is
aangesloten, met den door den Minister van
Buitenlandschs Zaken benoemden vertegen
woordiger van den Tuinbouw in de com
missie voor de herziening van handelsver
dragen, overleg ter zake le plegen.
In verband met de door de 151sle Alg.
Vergadering met algemeene stemmen aan
genomen motie ter zake van de normen
voor opplanl van Hyacinten te velde, wordt
benoemd een commissie van voorbereiding
van een eventueel© aanvulling van het
Ilandolsreglement met bepalingen omtrent
den ondferhandschen verkoop van le veld
slaande bloembollen, om met drie leden,
aangewezen door den Bond van Blocmbol-
lenhandelaren uit de Commissie, die terzake
zich heeft gevormd, in overleg te treden.
Door het Hoofdbestuur worden hiervoor
•aangewezen de heeren J M. van TH, H. M.
Ruyscnaars Hz. cn Th Jonkheer.
In den loop der vergadering spreekt het
Hoofdbestuur zijn groole voldoening uil over
de benoeming van prof.. Van Sloglercn lol
buitengewoon hoogleeraar en wordt met
blijdschap geconstateerd dat hierdoor de
zekerheid is ontstaan, dat prof. Van Slog-
teren voor de streek is behouden.
Nog worden verschillende aangelegenhe
den, grootendeels van meer huishoudeliiken
aard, besproken.
Uit de Metaalindustrie.
Hol hoofdbestuur van den Melaalbewer-
kersbond ontving, naar „Het Volk" mede
deelt, d.d. 1 October van den heer Zaalberg,
den directeur-generaal van den arbeid, het
hieronder volgende schrijven als antwoord
op zijn brief van 30 September inzake de
overwerkvergunningen
„U nevenvermelde brief vindt voor een
deel reeds beantwoording in mijn schrijven
aan de redactie van uw Bondsorgaan. Voor
het geval u hiervan nog geen kennis heeft
genomen, deel ik u mede, dat mijn besluit
op geen enkele wijze is beïnvloed door den
Minister, noch direct noch indirect. De on
gekende slapte, welke door mij als motief is
aangevoerd, betrof niet den toestand op dit
oogenblik in den scheepsbouw, die mij zeer
goed bekend is, doch ik kijk iels verder en
wel naar de schcepvaartbeweging en die om
standigheden die hierop van invloed zijn.
Deze nu zijn uiterst ongunstig. Zij zijn on
gunstiger dan een half jaar geleden en de
gevolgen er van zijn reeds zeer goed le be
speuren in het aan de markt komen van
nieuwe aanvragen voor scheepsbouw en
van de daarbij te bedingen prijzen. Ik ver-
waoht van iederen maalTegel, die op dit
oogenblik zou leiden lot duurdere productie,
een vermindering van de nieuwe le ver-
wervon opdrachten. Daarvan wensdh ik dyj
verantwoordelijkheid niet te dragen, mode,
omdat de gevolgen er van voor de metaal
arbeiders ook in de toekomst nadeelig zul
len zijn. Wensciien dezen hel advies te vol
gen dat u van plan schijnt le geven, dan
zullen zij daar, naar ik vrees, de gevolgen
van le dragen hebben, doch de verantwoor
delijkheid daarvoor zal voor hol grootste
deel op u rusten."
Practisch werkende studenten.
De commissie voor practisch werken op
het gebied van werktuigbouwkunde, sohcepe
bouwkunde en electrotechniek aan de Tech
nische Hoogeschool te Delft schrijft:
De commissie, enz., gezien eenige klach
ten van de industrie betreffende gedrag
en ijver van studenten, die bij haar in de
zomervacantie te werk waren gesteld,
brengt ter algemeene kennis, in het bijzon
der aan hen, die doo tusschenkomst 'van
de commissie een plaats in de industrie zul
len erlangen, dat de commissie van oordeel
is, dat voor zoover de studenten niet dooi
een tijdelijk dienstverband wettelijk daar
toe verplicht zijn, zij door de commissie
verplicht worden geacht dien tijd aan de
betreffende bedrijven door tc brengen, waar
voor zij hebben aangevraagd, en (of) die
hen met hun voorkennis is toegewezen.
Aangezien het is voorgekomen, dat een in
dustrieel bedrijf zich genoodzaakt ziet, ia
den vervolge af tc zien van plaatsing van
Btudenten der T. H. op grond van gebrek
aan ijver en wangedrag van de te werk ge
stelden, herinnert de commissie cr aan, dat
indien bij haar gegronde klachten mochten
binnenkomen betreffende een door haar tua-
8chenkomst geplaatsten student, aan dezen
in de toekomst haar bemiddeling bij het
verkrijgen van een plaats zal worden ge
weigerd.
Postchèqne- en Giro-dienst
De directeur vam d!en postchöque- en
giro-dienst vestigt cr dc aandacht op, dat
door rekeninghouders in den laatsten tijd
veelvuldig chèque-adivrezen worden inge
zonden, die een dagleekening dragen, ge-
ruimen tijd na dien datum van inzending.
Bij het groot aantal bodkingen, dat dage
lijks is te verrichten, is het niet doenlijk
bedoelde adviezen steeds tot den daarop-
gestelden datum te bewaren. De dienst
wordt daardoor le veel belemmerd, terwijl
het voorls, om administratieve redenen,
bezwaar ontmoet om de chèque-advieaaen
meerdere dagen vóór de daigteekening,
waarop de betaling mag geschieden, aan d©
kantoren der Posterijen toe te zenden. Er Is
daarom bepaald moeten worden, dat advie
zen, die meer dan vijf dagen vooruit zijn
ge dag teek end, aan de betrokken rekening
houders worden teruggezonden.
De dienst wordt nog in sterker mate be
lemmerd, doordat door rekeninghouders
giro-biljetten en chèquc-adwiezen wordeai
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H C.
63)
Zij had te Fougères, waar zij nu vandaan
komt, twee brieven van Wil-lem gevonden,
één, waarin hij schreef over mijn ellendi-
gen toestand en den anderen, waarin hij
haar kennis gaf van ons huwelijk.
Toen ik haar vroeg of zij niet zeer ver
baasd was geweest, toen zij vernam, dat
Willem ging trouwen, antwoordde zij,
glimlachend: „Neen; de eerste brief, dien ik
ook 't eerst las, was voldoende om me op
den inhoud van den Iwoeden voor te be
reiden."
Juffrouw Jacqueline deed ons het genoe
gen, den dag na haar aankomst bij ons te
komen dejeuneeren. Willem heeft gelijk; zij
is zeer intelligent en zeer ontwikkeld. Aan
tafel sprak zij met Willem over li-aar reizen.
n 'heelt van alles gezien en Willem weet
a.les; hij deed haar vragen, die nooit in me
zouden zijn opgekomen en waarop hij dade
lijk antwoord kreeg. Toen was hel haar
beurt, hem vragen te stellen, en ik heb ge
constateerd, dat zij veel beter dan ik be
greep, wat V illem haar mededeelde van
zijn onderzoekingen op vlieggebied en van
zijn reeds verkregen resultaten.
't Was prettig hun gesprek te volgen. Toch
mengde zich eenig verdriet in mijn genoe
gen, want ik begreep duidelijk, terwijl ik
naar hen luisterde,'welk een afstand er ge-
cgen is tussohen een man als Willem, en
een luchthartig, goedlachsch en onbeteeke-
nend meisje ais ik.
Het dejeuner was goed toebereid en wird
goed opgediend. De tafel, hier en daar met
een bloem versierd, zag er keurig uit. Juf
frouw AMiin maakte mij over allerlei dingen
haar compliment. Zij hield niet op, hel sa
lon le bewonderen. Zij sloeg een boek
open, nam mijn borduurwerk in haar han
den, rook aain de viooltjes, en zei: „In dit
salon is het prettig om te lezen en tc hand
werken. Men leeft erl"
Toen kwam zij bij het venster, keek een
oogenblik naar den tuin en ging toen weer
naar Willem.
- Al zou je nel zoo lang en net zoo ver
geroisd hebben als ik, Willem, geen plekje
ter wereld zou je kunnen vinden, waarvan
je, met meer recht zou kunnen zeggen, dat
het gemaakt is voor het geluk
Nietwaar? Dat kleine meisje heeft hier in
huis den heel en boel door elkaar gegooid,
mijn meubelen en mijn gewoonten, en
thans zou ik me dit „plekje ter wereld", zoo
als je hel noemt, Jacqueline, niet meer kun
nen voorstellen zonder de fantasie, de graci©
en de vroolijkheid, die dat kleine meisje er
heeft gebracht
Waarom heeft Willem ook niet gezegd:
het geluk?
Een paar minuten was ik, terwijl er
iemand kwam, <Ji« Willem moest spreken,
met Jacqueline alleen. Zij keek me weer
aan met dien diepen blik, die tot die ziel
doordringt, en zei:
Heb hem lief, kleine Phyllis.... De
liefde van een hart als het zijne is een
schat, waarvan je de gansche waarde nog
niet ként, omdat je nog zoo jong bent
en omdat men zich op jouw leeftijd laat
aanbidden, misschien terecht!En je
bent zoo lieftallig mooi! Toen ik je zag,
daohi ik. ik weet niet waarom, aan een
rose lotus.... en toen aan een klein, Ja-
pansch danseresje met Engelsch bloed in
haar aderen, waaraan men een naam had
gegeven, die beteekent: „glimlach van de
lente".... Er gaat een zeldzame bekoring
van je uit, kleine Phyllis.een bekoring,
die op zichzelf reeds genoeg is.... die
alles isl
Ik zei niet andiers dan:
Ik zqu heel blij zijn, als ik zoo mooi
was, ais u zegt.maar ik zou het heel
akelig vinden, als ik niet meer was dan
dat
Zij lachte.
Zeker zal ik niet zeggen, dat je niet
meer bent dan dat.... maar, geloof me,
minacht niet hetgeen de goede feeën je heb
ben meegegeven.
Toen sloot zij mijn beide handen in de
hare en zei heel zaoht:
Ik hoop, dat je zult leeren van me te
houden.
Willem heeft me dat al geleerd, ant
woordde ik. Later zei ik tot Willem, dat ik
nu niet meer verbaasd was over zijn be
wondering voor juffrouw Aibdn.
Ik houd me overtuigd, zed hij, dat mijn
genegenheid voor haar je weldra nog meer
rechtmatig zal schijnen dan mijn bewondte-
ring.
Ik dacht een oogenblik na en zei:
Juffrouw AUbin is veel jonger dan ik
dacht.... en heel mooien zoo intelli
gentIk vroeg me ai hoe het mogelijk is
geweest, dat..,.
Ik weifelde, alvorens mijn zan te volein
digen:
je niet me* haar tent getrouwd,
Willem.
Hij lachte met een verwonderd gezicht.
Maar zij is ouder dan ik.[Voorts
zijn we samen opgegroeidcn dan
ja, ik weet zelf niet. Laat me je zeggen,
dat het een gedachte is, die nooit bij ons zou
zijn opgekomen, noch bij haar, noch bij mij.
Jacqueline is voor mij een vriend.... geen
vrouw
En ik, Willem, wat ben ik voor je?
Een vriend, zooals Jacqueline?
Onnadenkend had ik die woorden er uit
geflapt en had er al spijt van, maar Wil
lem antwoordde:
Jij? Jij bent mijn kleine prinsesje.
VII.
27 Februari
Vanmorgen is er met de eerste post een
brief gekomen van mevrouw Mauriceau, om
ons uit te nooddgen a.s. Donderdag „heel
eenvoudig" te komen dineeren met de De
Mauves en nog eenige vrienden. Zij wenscht
„de beide jonggetrouwde paren van dezen
winter" samen bij haar le zien.
Wait een prachtidee!.... Ik voelde, dat
ik een kleur kreeg, en gaf den brief aan
Willem, terwijl ik, zonder eenige verdere
opheldering, zei:
Neen, neen, neen.dat niet! Ik zal
schrijven, dal ik niet uitga, dat ik in den
rouw ben.Maar ik ga niet.voor
geen geld ter wereld 1!
Willem las rustig den brief en gaf me'
dien daarna terug.
Op je rouw kan je je niet beroepen om
te weigeren; het gaat hier om een intiem
diner.... Je höbt de uilnoodiging van de
Patains aangenomen; dat was precies het
zelfde.
Volstrekt niet..,. Bovendien heb" ik
ben veel betere redenwant jij ver
trekt vanavond naar Douai en dan naar
Engeland. Laten we dus schrijven, dat jij
uit de stad gaat, J
Maar ik hóóp juist Dondeidagmidag
weer thuds te zijn en niets zou me dus be
letten, 's avonds bij de Mauriceaus te gaan
diineeren. Ook zouden de Mauriceaus, als je
deze reden van mijn vertrek opgaf, zeer
waarschijnlijk een anderen datum voor hun
diner bepalen.
Goed, hot kan me allemaal niels sche
lenIk zal wel een ander voorwendsel
vinden.... Naar dal diner ga ik niet....
Ik wil niet 't Is iets, dat ik niet zou
kunnen verdragen.
Ja, maar er is iets, dat i k niet zou
kunnen verdragen.en wel, dat men zou
kunnen zeggen, of zelfs denken, dat je bang
bent.ja, zeker, bang, om Fabrice de
Mauve te ontmoeten.
Willem was bleek en zijn trekken waren
plotseling hard geworden.
Heel zachtjes zei ik:
't Is afschuwelijk slecht van je om dat
tc zeggem. 't Is toch zoo gemakkelijk te be
grijpen, dat het terugzien van mijnheer De
Mauve niet andeTS dan pijnlijk voor mo
kan zijn.
Ik begrijp hel des le beter, beste Pliyl,
omdat hel ook voor mij in de hoogste mate
onaangenaam zal zijn om in een 'salon,
waar ik verplicht bén de vereischte hoffe
lijkheid in acht te nemen, van aangezicht
tot aangezicht te slaan tegenover dien co
medoant op het gebied van de kunst en vaL
de liefde, dien ik altijd geminacht heb.
en dien ik thans, erger dan jij je zoudt kun
nen voorstellen, verfoei!.... Maar aan je
waardigheid en aan de mijne ben ik ver
schuldigd, dat ik met je meega naar dat
dinerEn jij bent aan mij verschuldigd
er heen te gaan, Phyllis.hoe „ondraag
lijk" je de ontmoeting ook moge schijnen.
(Wordt yervolgdh