Ballontocht 3 Oct. a.s. den bekenden Nederlandschen Luchtschipper den Heer POTTUM, No. 20109. WOENSDAG 30 SEPTEMBER Anno 1925. Officieele Kennisgevingen. VÖOS& DEZEtf TOOMT VAN die op 3 Oct. met zijn Ballon een vrije opstijging zal maken voor ons Blad, zulk1- in overleg en samenwer- king met het Bestuur der 3 October-Vereeniging, hebben zich reeds veie liefhebbers aangegeven Morgen 1 October des middags 12 uur, zal de loting te onzen kantore plaats hebben, en zal de aanwezig heid daarbij van de liefhebbers, die zich hebben opge geven, door ons zeer op prijs worden gesteld. Tot morgenochtend 11 uur kan men zich nog opgeven, In ons Bjad van morgen zullen wij nadere mededee- iingen doen omtrent de bijzondere reclame aan deze opstijging verbonden. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieows van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER ADVERTENTIEN 30 Gts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags eE Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Oirectie en Administratie 2500 Redactie 1507 Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER CODRANT: Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week ƒ0.18. Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week„0.18. Franco per post 2.35 -f- portokosten. Bit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHfERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinltel, V)9chmarkt 18, tel. 1225, is DONDERDAG verkrijgbaar: SCHELVISCH a 0.12 f 0.25, SCHOL a f 0.18, GEH. KABELJAUW a f0.20 per pond, VOLLE- en INMAAK- HARING a f 0.07 per stuk. N. C. DE GTJSELAAR, Burgemeester. Leiden, 30 September 1925. 4261 REGELING VAN HET VERKEER OP 3 OCTOBER A.S. Burgemeester eif Wethouders van Leiden; Overwegende, dat het, met het oog op de feestelijkheden op 3 October a.s., noodza kelijk is bijzondere maatregelen voor te schrijven ten opzichte van het rijverkeer; i Gelet op de Verordening op hot Rijden; 1 HEBBEN BESLOTEN: den toegang tot de binnenstad voor Rij paarden, door paarden getrokken Voertuigen en Motorrijtuigen op meer dan 2 wielen, op 3 OCTOBER a.s. van des voormiddags 7 nnr tot des nacht3 1 npr AF TE SLUITEN. Deze afsluiting zal geschieden door het aanbrengen van afsluithoornen op de vol gende plaatsen: lo. den Morschweg bij de samenkomst van Lage- en Hooge-Morschweg; 2o. den Rijnsbnrgerweg hoek Warmonder- weg; 3o. den Haarlemmerweg bij de Warmon- derbrug en Trekvaartbrug; 4o. de Verver3brug zijde Oude-Heeren- eracht; 5o. de Groote Havenbrug zijde Haven; 6o. den Hooge-Rijndijk bij den ingang Sportterrein-, 7o. den Zoaterwoudsche-Singel hoek Hee- re nelraat; 8o. de Kospoortsbrng zijde Heerenstraat; 9o. de Wittepoortsbrng zijde Noordeinde terwijl de tunnel aan den Maredijk, het Paterstraatje, de Roomburgerweg aan den Kanaalweg en de Vreewijkbrng aan de zijde van den Wit te-Singel door palen zullen worden afgesloten. Zij brengen mede ter kennis van belang hebbenden: lo. dat in de nabijheid van elke afslui- ting een gelegenheid bestaat tot plaatsing van motorrijtuigen, welke gelegenheid door borden zal worden aangeduid; 2o. dat rij- en voertuigen en motorrij tuigen mogen worden geplaatst in de Zij straten van den Maresingel, den Heeren singel, den Witte-Singel en de Heeren straat; 3o..dat het steeds geoorloofd zal zijn met rij- en voertuigen en motorrijtuigen de 9tad door de afsluitboomen te verlaten; ■lo. dat zij, die binnen de afsluiting met hun rij- en voertuigen en motorrijtuigen wenschen te worden toegelaten, voorzien moeten zijn van een vergunning, afgegeven door den Commissaris van Politie. Bij het daartoe strekkend verzoek moet worden opgegeven de reden, waarom men wenscht te worden toegelaten, de plaats, waar het vervoermiddel zal worden gestald. Dames en Heeren geneeskundigen, die zich voor de uitoefening van hun praktijk met een rijtuig of automobiel naar de bui- tenstad moeten begeven en vandaar weder terugkeeren, gelieven hun aanvragen tijdig in te zenden. Het is ten STRENGSTE VERBODEN met een Rij- oi Voertuig o! Automobiel in de s binnenstad op den openbaren weg een plaats hi te nemen. N. C. DE GIJSELAAR, Burgem. VAN STRIJEN Spcretaris. Leiden, 30 September 1925. 4229 ONTHEFFING SLUITINGSUUR VOOR WINKELS. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter openbare kennis, dat zij, in verband met de feestelijkheden op Za terdag, 3 October a.s., algeheele ontheffing hebben verleend van het sluitingsuur voor winkels tot des namiddags 11 uur, voor Vrijdag 2 October a.s. N. C. DE GIJSÉLAAR, Burgemeester. VAN STRYEN, Secretaris. Leidien, 30 September 1925. 4262 AANSCHAFFING VAN LEER- EN HULP MIDDELEN EN TOESTELLEN VOOR HET ONDERWIJS IN LICHAMELIJKE OEFENING EN VAN SCHOOLMEUBELEN. Burgemeester en Wethouders van Lei den brengen ter openbare kennis: I. dat de Raad dier gemeente in zijn openbare vergadering van den 28sten Sep tember j.l. besloten heeft: a. medewerking te verleenen aan het be- stuim der Gereformeerde Schoolvereeniging alhier, voor de aanschaffing van school- meubelen en van toestellen voor het onder- wijs in lichamelijke oefening, ten behoeve van de onder zijn belieer staande schooi aan de Lusthoflaan en aan het bestuur der Roomifch-Katholidke Parochiale Jongens scholen onder R.-K. Par. Kerkbestuur voor DE DIRECTIE de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen ten behoeve van de inrichting van het gymnastieklokaal der school aan het Ra penburg 48; b. vast te stellen een suppletoiren be- grootingsstaat, groot f2900, ten einde on& College in staat te stellen de benoodigde gelden te zijner tijd ter beschikking van de genoemde schoolbesturen te stellen. II. dat binnen dertig vrije dagen, te reke nen van heden af, ieder ingezetenen en elk der voornoemde schoolbesturen, ieder voor zooveel hem betreft, van het sub Ia. be doeld besluit bij Gedeputeerde Stalen der provincie Zuid-Holland in beroep kan komen. 4263 N. G. DE GIJ SELA AJR, Burgemeester. VAN STRYEN. Secretaris. Leiden, den 30sten September 1925. Hegei's leer der StraL Dr. L. Polak, nieuwbenoemd bijzonder hoogleeraar, vanwege het Universiteitsfonds, om onderwijs te geven in de wijsbegeerte van het recht, heeft heden zijn ambt aan vaard met de volgende rede, uitgesproken in het groot-auditorium van het Universi teitsgebouw. De wijsbegeerte van het Recht is onder meer Wetenschap der Gerechtigheid, wel het verantwoordelijkste deel van hare taak. Van alle 't zij „verdcelende", 't zij „vereffenen de" functies van de gerechtigheid is haar functie als vergeldende, straffende gerech tigheid de duisterste dus meest aangevoch- tene gebleven. Het minst verantwoord en wel het meest verantwoordelijk. Het geldt het recht van het strafrecht. De leer daaromtrent van een der grooten onder de rechtsphiloso- phen, Hegel, koos spr. tot onderwerp, mede uit overwegingen van gerechtigheid. In de rechtsgeleerde wereld pleegt Hegel te worden misvat als vertegenwoordiger van eene dialectische of logische nood zakelijkheid der vergelding, in tegenstelling tot de e t i 8 c h e van Kant. Voor de logica echter, die geen geweten heeft of een zoo ruim geweten, dat alles er door kan, is het leed der straf geen probleem wel voor ethica en rechtsphilosophie. Ook Hegel heeft niet een „logische" maar een ethische noodzake lijkheid bedoeld. Spr. betoogt, hoe men hier Hegel verkeerd heeft begrepen, doordien men zijn taal niet heeft verstaan, die achter lo gische en ontologische termen ethische en axiologische waarden en oordeelen verbergt. Men moet Hegel terugvertalen uit het „me thodisch" dialect der dialectische methode", dan blijkt eerst het ware en ethische gehalte van zijn leer en de beteekenis van termen als werkelijkheid en nietigheid. Als voor beeld neemt spr. het befaamde „was ver- nünftig ist, das ist wirklich und was wirk- lich ist, das ist vernünftig", dat te begrijpen viel als uiting van Hegel's rede-realisme, doch voor de menigte werd lot die paro- doxale sanctie van al het zijnde die door niemand zoo nadrukkelijk is gewraakt als door Hegel. Er waart door Hegels werk trots alles een grootsche geest van universeele gezindheid gericht op het algemeen-geldige tegenover al wat slechts van subjectief-gel- dig, individueel belang is. „Waarheid, „Wer kelijkheid", „Substantie", heeft alleen het eerste, het laatste in „schijn", „onwaar," „nietig" en „ijdel". Het zedelijk kwaad is „nietig" zegt Hegel in de Encyclopaedic, en verdient' dus niet de bevrediging van zijnen wensch of wil, dus leed en wie goed is ver dient geluk door wenschbevrediging. In het licht van dit beginsel moeten wij Hegel's strafleer zien, hetzelfde principe, dat Heij- mans tot grondslag van de vergeldende ge rechtigheid heeft gesteld. Iiegel heeft zuivere en diepe vergeldingswaarheid aangaande de straffende gerechtigheid gesteld, doch die niet volledig met begrip bereikt. Vooral door de noodlottige afdwaling tot de talio (weder vergelding) heeft Hegel zoowel als Kant, trots het rein en streng zedelijk gehalte van hun leer, op de praclijk van het strafrecht eer schadelijk dan gunstig werkt. De lalio, het „leven om leven", het verzaken van den dader voor de daad, dient overwonnen, door haar te begrijpen in de wijsheid van haar dwaasheid. In Hegel's vergeldingsduiding vinden wij twee grondelementen, dat der handhaving van de rechtsorde, die den mis- dadigen wil „negeert" of te niet doet en het talio-motief van Kant, dat den misdadiger, als redelijk wezen eert, door hem te doen vallen onder zijn eigene wet. Hegel's straf is dus een echt Hegeliaansche eenheid van tegendeelen, negatie en affirmatie, zonder logische tegenstrijdigheid, die schijn is, om dat de affirmatie schijn is, ironie, de felste negatie in den vorm der affirmatie zelf. Bij de rechtshandhaving worden onrecht en straf gezien als een strijd tusschen de objectieven of „algemeenen" rechtswil en den subjectieven misdadigen wil, die met den triumph van het recht' behoort te eindi gen. Volgt nu uit deze juiste grondgedachte het verdiende leed en het recht der straf? Dat wordt vervolgens in bijzonderheden na gegaan. De wederrechtelijke wil moet „nie tig" blijken, mag niet „gelden". Men heeft dit in verschillenden zin geduid (reprobatie- theorie, theorieën van handhaving der macht). Hegel zelf heeft niet enkel blaam of dwang, doch strafleed uit de nietigheid wil len afleiden en is daarbij door de veelzinnig heid van zijne termen op een dwaalspoor geleid. Leed doen is niet te niet doen en om gekeerd, in hoeverre strafleed den weder- rechtelijken wil te niet doet is de vraag, die Hegel niet voldoende beantwoord Tal van bij Hegel aansluitende theorieën zochten het te niet doen in dooden of verbeteren, als functie der rechtsstraf. Hegel echter bedoel de het wijzer: het recht i s niet, maar geldt kan dus niet worden geschonden en het eenige schendbare, nietige bij misdrijf moet dus de feitelijke wil des dadere blijken. Spr. betoogt, waarom ook hier niet het recht tot straffen wordt bereikt; wel echter blijkt als Hegel's juiste bedoeling, dat de wil, die zich tegen waarheid of recht keert, niet mag sla gen, geen gewin mag bereiken. Zoo belandt men bij de oude Aristoteliaansche compen seering van alle wederrechtelijk voordeel, gepaard aan schadeloosstelling. De recht vaardige straf echter stelt zich daar niet mee tevreden, maar vergt een positief leed of na deelssaldo, dat „aequivalent" met het mis drijf moet zijn. Ook ddt volgt uit de negeering, de frus treering van het onrecht, maar de daartoe vereischte begripsontwikkeling heeft Hegel niet geleverd, wel ligt zij voorbereid in een diepzinnige paragraaf, waarin gegevens schuilen, die de talio te boven komen. Hegel zelf echter verviel tot het Kanti- aarische talio-motief, poogde nochtans tot „gelijkwaardigheid" tusschen misdrijf en straf, in plaats van „gelijkheid" te komen. Spr. betoogt dan, welke zedelijke vereem- zeivigingseisch in de talio tot uiting komt, en welke gronden haar voor het recht als beginsel onmogelijk maken. De talio is eenerzijds te goed voor deze wereld, van geen „braaf bu/rger" eischt men die vereen zelviging met anderen, men mag ze dus ook niet van den misdadiger in de straf vergen. Anderzijds is de tailio te slecht voor het recht, met subjectieve toevalligheid behebt, terwijl men het misdrijf objectief, van het standpunt der rechtsorde dient te waardee- ren in de straf» Ook de ironie der talio Wijkt onhoudbaar, zij keert zich tegen zichzelve bij de reci dive; een „recht" matigt zich de misdaad zelden aan en onrecht is niet een „voor recht" dat men geeft, door het te nemen. In de talio ontbreekt een abstractie-maat staf voor het „gelijk orti gelijk" en met de subjectieve zijde der schuld houdt zij geene rekening. Hel een en het ander doet zich ook bij Hegels uilwerking gelden. Waar hij poogt, aard en maat der verdiende straf uit het misdrijf zelf le ontwikkelen blijft het bij de letfer zonder den geest. De rede draagt de taak der strafbepaling dan over I aan het versland, dat vergeefs eerst om eenen grond vraagt, waar het staan en gaan kan. Dat noemt spr. de tragiek van Hegels strafleer: een groolsche, levenwekkende geóst, geremd en verlamd door de letter, die doodt. Spr. val dan samen wal hein voorkomt als Hegels redelijke vergeldiivgswaariicid. De „Wïderspruch", <üe in geslaagd misdrijf ligt, is een ethische wanverhouding, die op geheven, hersteld behoort te worden, eene tegenstelling tusschen den objectieven rechtswil, die gelden moet en waarmee de dader één behoorde te zijn, en den weder- reohtelijken wil, die niet mag gelden. De vereffening dier wanverhouding js het doei der straf dat ook haar maat bepaalt. Spr. beziet dan de grondgedachte van Hegels leer, de door objectiviteit geboden frustreering van subjectief onrecht als func tie der straffen der gerechtigheid, in rui mer wijsgeerig verhand, met de vraag n.l., of het oordeelen en veroordeelen met wijs begeerte of wijsgeerige levenshouding niet in strijd is. Spinoza wilde begrijpen, ni3t veroordeelen; het fatalisfcisch-pantheïslisch „tuot comprendre e'est tout pardonner" legt men ook in Hegels panlogisme en in zijn „alle werkelijkheid is redelijk" Zeker, be grijpen is de laak der wijsbegeerte, ook en juist het begrijpen van het oordeelen Dit begrijpen is niet oordeelen, dus ook niet oordeelen of veroordeelen van het oordee len. Het begrijpen van het oordeelen is het kennen van zijnen maatstaf. Het begrijpen is de taak van het intellekt. Maar de gees telijke mensch is meer, heeft een rijk niet- intelleclueel leven, dank zij wil en gemoed, zedelijk besef, schoonheidszin. ITet intellekt mag noch inoet trachten dat alles te ver dringen of te verloochenen; maar het mag en moet trachten het te stellen in het licht van redelijke bezinning Wijs' is niet, wie niet oordeelt, maar wie juist oordeelt, dus zoo noodig veroordeelt Zonder blaam, ver achting, haat, geen lof, vereering. liefde. Het een kan evenzeer plicht zijn, van dezelfde wijze, edele gezindheid getuigen als het ander. Het „alles begrijpen is alles ver geven" zou stellig opgaan, wanneer er geen slechtheid van karakter bestond, alb n „van nature" even goed waren, en de verschillen uitsluitend aan maatschappelijk mi ieu en dc-rg. omstandigheden te wijten. Ook oor zakelijke verklaring heft de afkeuring even min op als de goedkeuring, de zedelijke be oordeeling evenmin als de logische of aeslhe- tische. Het „critisch" en het „genetisch" oordeel mag men ook hier niet verhaspelen. Misvat men nu de spreuk van het Hego- lisme: „al wat-redelijk is, is werkelijk enz." tot alles is zooals 't behoort, dan heeft men de door Hegel gemaakte stelling van het behoud die zichzelf in hare toepasselijK- heid op elk verzet weerlegt. Doch waar het door spr. betoogd ethisch gehalte van He gels begrip „werkelijkheid" krijgt men: al wat redelijk i9 mag gelden wat gelden mag, werkelijkheid ver- diend moet redelijk zijn; dat is de spreuk der redelijke opstandigheid, en naar Hegel en in waarheid de ethisch- revolutionnaire strekking der ver gelding: het recht, zoover het r e d e- 1 ij k is, moet worden gehandhaafd het oprecht moet worden gefnuikt en „te niet gedaan". Vereeniging van den Chr. Handeldrijvenden en Industrieelen Middenstand. Gisteravond werd in het Nutsgebouw een zeer belangrijke vergadering gehouden van de Vereeniging van den Chr. Handeldriji- venden en Industrieelen Middenstand, afd. Leiden. De vergadering werd door den voorzitter op do gebruikelijke wijze geopend, waarna hij de leden welkom heette en voorstelde maar dadelijk over te gaan tot de afhande ling van het vele werk, dat wachtte. De notulen werden gelezen en onveranderd vastgesteld, waarna verschillende ingekomen stukken werden besproken en mededeelingen I gedaan. Onder andere werd bekend gemaakt j dat in 1926 de Bondsvergadering in Leiden j zal worden gehouden, hetgeen met vreugde j door de leden werd vernomen. Ook werd i een te houden openbare propaganda vergadering in uitzicht gesteld, waarin een bekend spreker zal optreden. Hierna kwam in bespreking het wetsont werp tot bindendverkiaring van het collectief arbeidscontract. Het hoofdbestuur vroeg het oordeel van de Leidsche afdeeling te mogen vernemen. Een commissie van twee personen had aeze zaak in studie genomen, en het bleek uit de conclusie van genoemde com missie, dat één der heeren sterk vóór het wetsontwerp was, en de ander zich er even sterk tegen verklaarde. Het gaat hier om een wetsontwerp, waarbij de Minister een coll. arbeidscontract in sommige gevallen bindend kan verklaren. Bij/ de bespreking, die volgde, waaraan zeer veel der aan- BINNENLAND. Ambtsaanvaarding van dr. L. Polak als bijzonder hocglecraar aan de Rijksniversi- |eit te Leiden. Blcembollendiefstal te Voorhoud Vergadering van den Birad van Melkvee- honders in Znid-Holland over den melkprijs. Loonsverlaging in de mijn-industrie. Stranding van de „IJsel stroom". BUITENLAND. r 1 De Duitsche antwoord-nota inzake het veiligheidspact en de Britsche en Fransche antwoorden op de mondelinge toelichting. De Fransche pacifist Leon Bourgeois is overleden. Het Lahonr-congres te Liverpool. Caillanx bereikt nog geen resultaat te Washington. wezigen deelnamen, bleek, dat allen het belang der zaak inzagen en voor en tegen iverd dan ook zeer breedvoerig besproken- Ten slotte werd gestemd en verklaarde ongeveer 80 pet der aanwezigen zich tegen het wetsontwerp, zoodat hot hoofdbestuur zal worden geadviseerd bet wetsontwerp te ontraden. Vervolgens kwam in bespreking de Ziekte en Ongevallenwet, welke reeds meer een punt van bespreking had uitgemaakt. Ei werd besloten het hoofdbestuur te verzoeken, wanneer het zoo ver is, te zorgen gereed te zijn met een voor den Middenstand die nende organisatie, waarbij de Middenstan ders hun ziekte- en ongevallenverzekeringen zullen kunnen afsluiteu. Hierop werd verslag uitgebracht over j het Middenstands-bureaü. De resultaten van I dit eerste jaar zijn bovta verwachting. Het j bureau behandelde het incasseeren van posten op slechte betalers en verstrekte in formaties, terwijl ook adviezen werden ge- j geven. Van de oprichtingskosten werd twee derde terug verdiend, terwijl natuurlijk eerst alle gewone onkosten waren afgeschreven Enkele leden gaven nog een voorbeeld van resultaten, die het bureau htn gebracht had en toonden zich zeer tevreden over de b& handeling van zaken. Besloten werd de leden, die van het bureau nog geen gebruik maken, nog eens ernstig te wijizeu op de voordeelen, die het bureau hun bieden kan. Hierna werd er bij de rondvraag nog enkele vragen naar voren gebracht, waarna de vergadering met dankzegging werd ge» sloten. Uitbetaling Pensioenen. Uit een Circulaire van den Pensioenraad gericht aan de gemeentebesturen nemen wij het volgende over: Aanvangende met de pensioenbetaling over het 4e kwartaal 1925 zullen de pen - sioenen van oud-gemeenteambtenaren -en die van weduwen en weezen van gemeente ambtenaren niet meer op den voet van de Koninklijke Besluiten d.d. 1 en 15 Decem ber 1913 (Staatsbladen nos. 420 en 442) door tusschenkomst van de gemeentebesturen Worden uitbetaald. Ook zal de tot dusverre gevolgde wijze van betaalbaarstelling ten kantore van de betaalmeesters voor de ove rige ten laste van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds komende pensioenen niet meer worden toegepast. Voor zoover de pensioenen niet op de giro rekening van belanghebbenden worden bij geschreven, zal voor het eerst in de tweede helft van November 1925 en vervolgens tel kenmale om de 3 maanden aan belangheb- benden worden gezonden een postchèque op naam tot het bedrag van het verschuldigd pensioen, waarop dit ten kantore, op het stuk aangegeven, kan worden geïnd. Altestatiën de vila met quitantiën zullen door de hier te lande woonachtige gepension- neerden niet meer behoeven te worden over gelegd. De coupons over het 3e kwartaal 1925, die van September 1925, en die betreffende vroegere termijnen, welke nog niet verjaard zijn, kunnen lot 1 December 1925 nog op den ouden voet ter betaling worden aangeboden. Een gepensionneerde kan, onder overlegging van zijn pensioenboekje, schriftelijk verzoe ken een termijn dien hij niet voor laatstge noemden datum heeft geïnd opnieuw betaal baar te stellen. De betaling geschiedt dan per giro. Chr. Gemengde Zangvereenigingen. Reeds geruimen tijd had het Ringbestuui voor Leiden en Omstreken van Chr. Gem. Zangvereenigingen het plan opgevat, om een concours le houden, uitsluitend voor Chr. Zangvereenigingen. Enkele weken geleden werd daarvoor een Uitvoerend Comité be noemd, om met plannen naar voren te ko»

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1