Ballontocht 3 Oct. a.s.
den bekenden Nederlandschen Luchtschipper den Heer POTTUM,
No. 20109.
WOENSDAG 30 SEPTEMBER
Anno 1925.
Officieele Kennisgevingen.
VÖOS& DEZEtf TOOMT VAN
die op 3 Oct. met zijn Ballon een vrije opstijging zal
maken voor ons Blad, zulk1- in overleg en samenwer-
king met het Bestuur der 3 October-Vereeniging, hebben
zich reeds veie liefhebbers aangegeven
Morgen 1 October des middags 12 uur, zal de loting
te onzen kantore plaats hebben, en zal de aanwezig
heid daarbij van de liefhebbers, die zich hebben opge
geven, door ons zeer op prijs worden gesteld.
Tot morgenochtend 11 uur kan men zich nog opgeven,
In ons Bjad van morgen zullen wij nadere mededee-
iingen doen omtrent de bijzondere reclame aan deze
opstijging verbonden.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieows
van heden.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTIEN
30 Gts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags eE
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Oirectie en Administratie 2500 Redactie 1507
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER CODRANT:
Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week ƒ0.18.
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week„0.18.
Franco per post 2.35 -f- portokosten.
Bit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHfERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinltel,
V)9chmarkt 18, tel. 1225, is DONDERDAG
verkrijgbaar: SCHELVISCH a 0.12
f 0.25, SCHOL a f 0.18, GEH. KABELJAUW
a f0.20 per pond, VOLLE- en INMAAK-
HARING a f 0.07 per stuk.
N. C. DE GTJSELAAR, Burgemeester.
Leiden, 30 September 1925. 4261
REGELING VAN HET VERKEER OP
3 OCTOBER A.S.
Burgemeester eif Wethouders van Leiden;
Overwegende, dat het, met het oog op de
feestelijkheden op 3 October a.s., noodza
kelijk is bijzondere maatregelen voor te
schrijven ten opzichte van het rijverkeer; i
Gelet op de Verordening op hot Rijden; 1
HEBBEN BESLOTEN:
den toegang tot de binnenstad voor Rij
paarden, door paarden getrokken Voertuigen
en Motorrijtuigen op meer dan 2 wielen,
op 3 OCTOBER a.s. van des voormiddags
7 nnr tot des nacht3 1 npr AF TE
SLUITEN.
Deze afsluiting zal geschieden door het
aanbrengen van afsluithoornen op de vol
gende plaatsen:
lo. den Morschweg bij de samenkomst
van Lage- en Hooge-Morschweg;
2o. den Rijnsbnrgerweg hoek Warmonder-
weg;
3o. den Haarlemmerweg bij de Warmon-
derbrug en Trekvaartbrug;
4o. de Verver3brug zijde Oude-Heeren-
eracht;
5o. de Groote Havenbrug zijde Haven;
6o. den Hooge-Rijndijk bij den ingang
Sportterrein-,
7o. den Zoaterwoudsche-Singel hoek Hee-
re nelraat;
8o. de Kospoortsbrng zijde Heerenstraat;
9o. de Wittepoortsbrng zijde Noordeinde
terwijl de tunnel aan den Maredijk, het
Paterstraatje, de Roomburgerweg aan den
Kanaalweg en de Vreewijkbrng aan de zijde
van den Wit te-Singel door palen zullen
worden afgesloten.
Zij brengen mede ter kennis van belang
hebbenden:
lo. dat in de nabijheid van elke afslui-
ting een gelegenheid bestaat tot plaatsing
van motorrijtuigen, welke gelegenheid door
borden zal worden aangeduid;
2o. dat rij- en voertuigen en motorrij
tuigen mogen worden geplaatst in de Zij
straten van den Maresingel, den Heeren
singel, den Witte-Singel en de Heeren
straat;
3o..dat het steeds geoorloofd zal zijn met
rij- en voertuigen en motorrijtuigen de 9tad
door de afsluitboomen te verlaten;
■lo. dat zij, die binnen de afsluiting met
hun rij- en voertuigen en motorrijtuigen
wenschen te worden toegelaten, voorzien
moeten zijn van een vergunning, afgegeven
door den Commissaris van Politie.
Bij het daartoe strekkend verzoek moet
worden opgegeven de reden, waarom men
wenscht te worden toegelaten, de plaats,
waar het vervoermiddel zal worden gestald.
Dames en Heeren geneeskundigen, die
zich voor de uitoefening van hun praktijk
met een rijtuig of automobiel naar de bui-
tenstad moeten begeven en vandaar weder
terugkeeren, gelieven hun aanvragen tijdig
in te zenden.
Het is ten STRENGSTE VERBODEN met
een Rij- oi Voertuig o! Automobiel in de
s binnenstad op den openbaren weg een plaats
hi te nemen.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
VAN STRIJEN Spcretaris.
Leiden, 30 September 1925. 4229
ONTHEFFING SLUITINGSUUR
VOOR WINKELS.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter openbare kennis, dat zij,
in verband met de feestelijkheden op Za
terdag, 3 October a.s., algeheele ontheffing
hebben verleend van het sluitingsuur voor
winkels tot des namiddags 11 uur, voor
Vrijdag 2 October a.s.
N. C. DE GIJSÉLAAR, Burgemeester.
VAN STRYEN, Secretaris.
Leidien, 30 September 1925. 4262
AANSCHAFFING VAN LEER- EN HULP
MIDDELEN EN TOESTELLEN VOOR HET
ONDERWIJS IN LICHAMELIJKE
OEFENING EN VAN SCHOOLMEUBELEN.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter openbare kennis:
I. dat de Raad dier gemeente in zijn
openbare vergadering van den 28sten Sep
tember j.l. besloten heeft:
a. medewerking te verleenen aan het be-
stuim der Gereformeerde Schoolvereeniging
alhier, voor de aanschaffing van school-
meubelen en van toestellen voor het onder-
wijs in lichamelijke oefening, ten behoeve
van de onder zijn belieer staande schooi
aan de Lusthoflaan en aan het bestuur der
Roomifch-Katholidke Parochiale Jongens
scholen onder R.-K. Par. Kerkbestuur voor
DE DIRECTIE
de aanschaffing van leer- en hulpmiddelen
ten behoeve van de inrichting van het
gymnastieklokaal der school aan het Ra
penburg 48;
b. vast te stellen een suppletoiren be-
grootingsstaat, groot f2900, ten einde on&
College in staat te stellen de benoodigde
gelden te zijner tijd ter beschikking van de
genoemde schoolbesturen te stellen.
II. dat binnen dertig vrije dagen, te reke
nen van heden af, ieder ingezetenen en elk
der voornoemde schoolbesturen, ieder voor
zooveel hem betreft, van het sub Ia. be
doeld besluit bij Gedeputeerde Stalen der
provincie Zuid-Holland in beroep kan
komen. 4263
N. G. DE GIJ SELA AJR, Burgemeester.
VAN STRYEN. Secretaris.
Leiden, den 30sten September 1925.
Hegei's leer der StraL
Dr. L. Polak, nieuwbenoemd bijzonder
hoogleeraar, vanwege het Universiteitsfonds,
om onderwijs te geven in de wijsbegeerte
van het recht, heeft heden zijn ambt aan
vaard met de volgende rede, uitgesproken
in het groot-auditorium van het Universi
teitsgebouw.
De wijsbegeerte van het Recht is onder
meer Wetenschap der Gerechtigheid, wel het
verantwoordelijkste deel van hare taak. Van
alle 't zij „verdcelende", 't zij „vereffenen
de" functies van de gerechtigheid is haar
functie als vergeldende, straffende gerech
tigheid de duisterste dus meest aangevoch-
tene gebleven. Het minst verantwoord en wel
het meest verantwoordelijk. Het geldt het
recht van het strafrecht. De leer daaromtrent
van een der grooten onder de rechtsphiloso-
phen, Hegel, koos spr. tot onderwerp, mede
uit overwegingen van gerechtigheid. In de
rechtsgeleerde wereld pleegt Hegel te worden
misvat als vertegenwoordiger van eene
dialectische of logische nood
zakelijkheid der vergelding, in tegenstelling
tot de e t i 8 c h e van Kant. Voor de logica
echter, die geen geweten heeft of een zoo
ruim geweten, dat alles er door kan, is het
leed der straf geen probleem wel voor ethica
en rechtsphilosophie. Ook Hegel heeft niet
een „logische" maar een ethische noodzake
lijkheid bedoeld. Spr. betoogt, hoe men hier
Hegel verkeerd heeft begrepen, doordien men
zijn taal niet heeft verstaan, die achter lo
gische en ontologische termen ethische en
axiologische waarden en oordeelen verbergt.
Men moet Hegel terugvertalen uit het „me
thodisch" dialect der dialectische methode",
dan blijkt eerst het ware en ethische gehalte
van zijn leer en de beteekenis van termen
als werkelijkheid en nietigheid. Als voor
beeld neemt spr. het befaamde „was ver-
nünftig ist, das ist wirklich und was wirk-
lich ist, das ist vernünftig", dat te begrijpen
viel als uiting van Hegel's rede-realisme,
doch voor de menigte werd lot die paro-
doxale sanctie van al het zijnde die door
niemand zoo nadrukkelijk is gewraakt als
door Hegel. Er waart door Hegels werk trots
alles een grootsche geest van universeele
gezindheid gericht op het algemeen-geldige
tegenover al wat slechts van subjectief-gel-
dig, individueel belang is. „Waarheid, „Wer
kelijkheid", „Substantie", heeft alleen het
eerste, het laatste in „schijn", „onwaar,"
„nietig" en „ijdel". Het zedelijk kwaad is
„nietig" zegt Hegel in de Encyclopaedic, en
verdient' dus niet de bevrediging van zijnen
wensch of wil, dus leed en wie goed is ver
dient geluk door wenschbevrediging. In het
licht van dit beginsel moeten wij Hegel's
strafleer zien, hetzelfde principe, dat Heij-
mans tot grondslag van de vergeldende ge
rechtigheid heeft gesteld. Iiegel heeft zuivere
en diepe vergeldingswaarheid aangaande de
straffende gerechtigheid gesteld, doch die
niet volledig met begrip bereikt. Vooral door
de noodlottige afdwaling tot de talio (weder
vergelding) heeft Hegel zoowel als Kant,
trots het rein en streng zedelijk gehalte van
hun leer, op de praclijk van het strafrecht
eer schadelijk dan gunstig werkt. De lalio,
het „leven om leven", het verzaken van den
dader voor de daad, dient overwonnen, door
haar te begrijpen in de wijsheid van haar
dwaasheid. In Hegel's vergeldingsduiding
vinden wij twee grondelementen, dat der
handhaving van de rechtsorde, die den mis-
dadigen wil „negeert" of te niet doet en het
talio-motief van Kant, dat den misdadiger,
als redelijk wezen eert, door hem te doen
vallen onder zijn eigene wet. Hegel's straf
is dus een echt Hegeliaansche eenheid van
tegendeelen, negatie en affirmatie, zonder
logische tegenstrijdigheid, die schijn is, om
dat de affirmatie schijn is, ironie, de felste
negatie in den vorm der affirmatie zelf.
Bij de rechtshandhaving worden onrecht
en straf gezien als een strijd tusschen de
objectieven of „algemeenen" rechtswil en
den subjectieven misdadigen wil, die met
den triumph van het recht' behoort te eindi
gen. Volgt nu uit deze juiste grondgedachte
het verdiende leed en het recht der straf?
Dat wordt vervolgens in bijzonderheden na
gegaan. De wederrechtelijke wil moet „nie
tig" blijken, mag niet „gelden". Men heeft
dit in verschillenden zin geduid (reprobatie-
theorie, theorieën van handhaving der
macht). Hegel zelf heeft niet enkel blaam of
dwang, doch strafleed uit de nietigheid wil
len afleiden en is daarbij door de veelzinnig
heid van zijne termen op een dwaalspoor
geleid. Leed doen is niet te niet doen en om
gekeerd, in hoeverre strafleed den weder-
rechtelijken wil te niet doet is de vraag, die
Hegel niet voldoende beantwoord Tal van
bij Hegel aansluitende theorieën zochten het
te niet doen in dooden of verbeteren, als
functie der rechtsstraf. Hegel echter bedoel
de het wijzer: het recht i s niet, maar geldt
kan dus niet worden geschonden en het
eenige schendbare, nietige bij misdrijf moet
dus de feitelijke wil des dadere blijken. Spr.
betoogt, waarom ook hier niet het recht tot
straffen wordt bereikt; wel echter blijkt als
Hegel's juiste bedoeling, dat de wil, die zich
tegen waarheid of recht keert, niet mag sla
gen, geen gewin mag bereiken. Zoo belandt
men bij de oude Aristoteliaansche compen
seering van alle wederrechtelijk voordeel,
gepaard aan schadeloosstelling. De recht
vaardige straf echter stelt zich daar niet mee
tevreden, maar vergt een positief leed of na
deelssaldo, dat „aequivalent" met het mis
drijf moet zijn.
Ook ddt volgt uit de negeering, de frus
treering van het onrecht, maar de daartoe
vereischte begripsontwikkeling heeft Hegel
niet geleverd, wel ligt zij voorbereid in een
diepzinnige paragraaf, waarin gegevens
schuilen, die de talio te boven komen.
Hegel zelf echter verviel tot het Kanti-
aarische talio-motief, poogde nochtans tot
„gelijkwaardigheid" tusschen misdrijf en
straf, in plaats van „gelijkheid" te komen.
Spr. betoogt dan, welke zedelijke vereem-
zeivigingseisch in de talio tot uiting komt,
en welke gronden haar voor het recht
als beginsel onmogelijk maken. De talio is
eenerzijds te goed voor deze wereld, van
geen „braaf bu/rger" eischt men die vereen
zelviging met anderen, men mag ze dus ook
niet van den misdadiger in de straf vergen.
Anderzijds is de tailio te slecht voor het
recht, met subjectieve toevalligheid behebt,
terwijl men het misdrijf objectief, van het
standpunt der rechtsorde dient te waardee-
ren in de straf»
Ook de ironie der talio Wijkt onhoudbaar,
zij keert zich tegen zichzelve bij de reci
dive; een „recht" matigt zich de misdaad
zelden aan en onrecht is niet een „voor
recht" dat men geeft, door het te nemen.
In de talio ontbreekt een abstractie-maat
staf voor het „gelijk orti gelijk" en met de
subjectieve zijde der schuld houdt zij geene
rekening. Hel een en het ander doet zich
ook bij Hegels uilwerking gelden. Waar hij
poogt, aard en maat der verdiende straf uit
het misdrijf zelf le ontwikkelen blijft het
bij de letfer zonder den geest. De rede
draagt de taak der strafbepaling dan over I
aan het versland, dat vergeefs eerst om
eenen grond vraagt, waar het staan en gaan
kan. Dat noemt spr. de tragiek van Hegels
strafleer: een groolsche, levenwekkende
geóst, geremd en verlamd door de letter, die
doodt.
Spr. val dan samen wal hein voorkomt
als Hegels redelijke vergeldiivgswaariicid.
De „Wïderspruch", <üe in geslaagd misdrijf
ligt, is een ethische wanverhouding, die op
geheven, hersteld behoort te worden,
eene tegenstelling tusschen den objectieven
rechtswil, die gelden moet en waarmee de
dader één behoorde te zijn, en den weder-
reohtelijken wil, die niet mag gelden. De
vereffening dier wanverhouding js het doei
der straf dat ook haar maat bepaalt.
Spr. beziet dan de grondgedachte van
Hegels leer, de door objectiviteit geboden
frustreering van subjectief onrecht als func
tie der straffen der gerechtigheid, in rui
mer wijsgeerig verhand, met de vraag n.l.,
of het oordeelen en veroordeelen met wijs
begeerte of wijsgeerige levenshouding niet
in strijd is. Spinoza wilde begrijpen, ni3t
veroordeelen; het fatalisfcisch-pantheïslisch
„tuot comprendre e'est tout pardonner" legt
men ook in Hegels panlogisme en in zijn
„alle werkelijkheid is redelijk" Zeker, be
grijpen is de laak der wijsbegeerte, ook en
juist het begrijpen van het oordeelen Dit
begrijpen is niet oordeelen, dus ook niet
oordeelen of veroordeelen van het oordee
len. Het begrijpen van het oordeelen is het
kennen van zijnen maatstaf. Het begrijpen
is de taak van het intellekt. Maar de gees
telijke mensch is meer, heeft een rijk niet-
intelleclueel leven, dank zij wil en gemoed,
zedelijk besef, schoonheidszin. ITet intellekt
mag noch inoet trachten dat alles te ver
dringen of te verloochenen; maar het mag
en moet trachten het te stellen in het licht
van redelijke bezinning Wijs' is niet, wie
niet oordeelt, maar wie juist oordeelt, dus
zoo noodig veroordeelt Zonder blaam, ver
achting, haat, geen lof, vereering. liefde. Het
een kan evenzeer plicht zijn, van dezelfde
wijze, edele gezindheid getuigen als het
ander. Het „alles begrijpen is alles ver
geven" zou stellig opgaan, wanneer er geen
slechtheid van karakter bestond, alb n „van
nature" even goed waren, en de verschillen
uitsluitend aan maatschappelijk mi ieu en
dc-rg. omstandigheden te wijten. Ook oor
zakelijke verklaring heft de afkeuring even
min op als de goedkeuring, de zedelijke be
oordeeling evenmin als de logische of aeslhe-
tische. Het „critisch" en het „genetisch"
oordeel mag men ook hier niet verhaspelen.
Misvat men nu de spreuk van het Hego-
lisme: „al wat-redelijk is, is werkelijk enz."
tot alles is zooals 't behoort, dan heeft men
de door Hegel gemaakte stelling van het
behoud die zichzelf in hare toepasselijK-
heid op elk verzet weerlegt. Doch waar het
door spr. betoogd ethisch gehalte van He
gels begrip „werkelijkheid" krijgt men: al
wat redelijk i9 mag gelden wat
gelden mag, werkelijkheid ver-
diend moet redelijk zijn; dat is de
spreuk der redelijke opstandigheid,
en naar Hegel en in waarheid de ethisch-
revolutionnaire strekking der ver
gelding: het recht, zoover het r e d e-
1 ij k is, moet worden gehandhaafd het
oprecht moet worden gefnuikt en „te niet
gedaan".
Vereeniging van den Chr. Handeldrijvenden
en Industrieelen Middenstand.
Gisteravond werd in het Nutsgebouw een
zeer belangrijke vergadering gehouden van
de Vereeniging van den Chr. Handeldriji-
venden en Industrieelen Middenstand, afd.
Leiden.
De vergadering werd door den voorzitter
op do gebruikelijke wijze geopend, waarna
hij de leden welkom heette en voorstelde
maar dadelijk over te gaan tot de afhande
ling van het vele werk, dat wachtte.
De notulen werden gelezen en onveranderd
vastgesteld, waarna verschillende ingekomen
stukken werden besproken en mededeelingen
I gedaan. Onder andere werd bekend gemaakt
j dat in 1926 de Bondsvergadering in Leiden
j zal worden gehouden, hetgeen met vreugde
j door de leden werd vernomen. Ook werd
i een te houden openbare propaganda
vergadering in uitzicht gesteld, waarin een
bekend spreker zal optreden.
Hierna kwam in bespreking het wetsont
werp tot bindendverkiaring van het collectief
arbeidscontract. Het hoofdbestuur vroeg het
oordeel van de Leidsche afdeeling te mogen
vernemen. Een commissie van twee personen
had aeze zaak in studie genomen, en het
bleek uit de conclusie van genoemde com
missie, dat één der heeren sterk vóór het
wetsontwerp was, en de ander zich er even
sterk tegen verklaarde. Het gaat hier om
een wetsontwerp, waarbij de Minister een
coll. arbeidscontract in sommige gevallen
bindend kan verklaren. Bij/ de bespreking,
die volgde, waaraan zeer veel der aan-
BINNENLAND.
Ambtsaanvaarding van dr. L. Polak als
bijzonder hocglecraar aan de Rijksniversi-
|eit te Leiden.
Blcembollendiefstal te Voorhoud
Vergadering van den Birad van Melkvee-
honders in Znid-Holland over den melkprijs.
Loonsverlaging in de mijn-industrie.
Stranding van de „IJsel stroom".
BUITENLAND. r 1
De Duitsche antwoord-nota inzake het
veiligheidspact en de Britsche en Fransche
antwoorden op de mondelinge toelichting.
De Fransche pacifist Leon Bourgeois is
overleden.
Het Lahonr-congres te Liverpool.
Caillanx bereikt nog geen resultaat te
Washington.
wezigen deelnamen, bleek, dat allen het
belang der zaak inzagen en voor en tegen
iverd dan ook zeer breedvoerig besproken-
Ten slotte werd gestemd en verklaarde
ongeveer 80 pet der aanwezigen zich tegen
het wetsontwerp, zoodat hot hoofdbestuur
zal worden geadviseerd bet wetsontwerp
te ontraden.
Vervolgens kwam in bespreking de Ziekte
en Ongevallenwet, welke reeds meer een
punt van bespreking had uitgemaakt. Ei
werd besloten het hoofdbestuur te verzoeken,
wanneer het zoo ver is, te zorgen gereed
te zijn met een voor den Middenstand die
nende organisatie, waarbij de Middenstan
ders hun ziekte- en ongevallenverzekeringen
zullen kunnen afsluiteu.
Hierop werd verslag uitgebracht over
j het Middenstands-bureaü. De resultaten van
I dit eerste jaar zijn bovta verwachting. Het
j bureau behandelde het incasseeren van
posten op slechte betalers en verstrekte in
formaties, terwijl ook adviezen werden ge-
j geven. Van de oprichtingskosten werd twee
derde terug verdiend, terwijl natuurlijk eerst
alle gewone onkosten waren afgeschreven
Enkele leden gaven nog een voorbeeld van
resultaten, die het bureau htn gebracht had
en toonden zich zeer tevreden over de b&
handeling van zaken. Besloten werd de
leden, die van het bureau nog geen gebruik
maken, nog eens ernstig te wijizeu op de
voordeelen, die het bureau hun bieden kan.
Hierna werd er bij de rondvraag nog
enkele vragen naar voren gebracht, waarna
de vergadering met dankzegging werd ge»
sloten.
Uitbetaling Pensioenen.
Uit een Circulaire van den Pensioenraad
gericht aan de gemeentebesturen nemen wij
het volgende over:
Aanvangende met de pensioenbetaling
over het 4e kwartaal 1925 zullen de pen -
sioenen van oud-gemeenteambtenaren -en
die van weduwen en weezen van gemeente
ambtenaren niet meer op den voet van de
Koninklijke Besluiten d.d. 1 en 15 Decem
ber 1913 (Staatsbladen nos. 420 en 442) door
tusschenkomst van de gemeentebesturen
Worden uitbetaald. Ook zal de tot dusverre
gevolgde wijze van betaalbaarstelling ten
kantore van de betaalmeesters voor de ove
rige ten laste van het Algemeen Burgerlijk
Pensioenfonds komende pensioenen niet
meer worden toegepast.
Voor zoover de pensioenen niet op de giro
rekening van belanghebbenden worden bij
geschreven, zal voor het eerst in de tweede
helft van November 1925 en vervolgens tel
kenmale om de 3 maanden aan belangheb-
benden worden gezonden een postchèque op
naam tot het bedrag van het verschuldigd
pensioen, waarop dit ten kantore, op het
stuk aangegeven, kan worden geïnd.
Altestatiën de vila met quitantiën zullen
door de hier te lande woonachtige gepension-
neerden niet meer behoeven te worden over
gelegd.
De coupons over het 3e kwartaal 1925,
die van September 1925, en die betreffende
vroegere termijnen, welke nog niet verjaard
zijn, kunnen lot 1 December 1925 nog op den
ouden voet ter betaling worden aangeboden.
Een gepensionneerde kan, onder overlegging
van zijn pensioenboekje, schriftelijk verzoe
ken een termijn dien hij niet voor laatstge
noemden datum heeft geïnd opnieuw betaal
baar te stellen. De betaling geschiedt dan
per giro.
Chr. Gemengde Zangvereenigingen.
Reeds geruimen tijd had het Ringbestuui
voor Leiden en Omstreken van Chr. Gem.
Zangvereenigingen het plan opgevat, om een
concours le houden, uitsluitend voor Chr.
Zangvereenigingen. Enkele weken geleden
werd daarvoor een Uitvoerend Comité be
noemd, om met plannen naar voren te ko»