FIAT TYPE 501 -1015 P.K. 4Cyl. Torpedo 4 p)13600.- 1 Coodoite-iotérieore 4 pl.f 4600.- Spider13800.- 1 Oil Weather 4 pl. f 4700.- Importeur: J. LEONARD LANO, «69 BINNENLAND. opgave. Dc geregeld terugkcercnde werk loozen, die nu werk hebben, zou hij ook onder deze regeling willen zien gerangschikt om zoo ook voor hen de risico der werkloos heid te verkleinen. Een commissie naast den directeur acht hij niet noodig, wel overleg met de betrok ken vakcentrale vooraf. Dc heer WILBRINK ziet niet in, dat er ongeschoolde arbeiders moeten blijven, zulks in tegenstelling met den heer v. Stra len. Trouwens ongeschoolden hooren niet in ccn vakorganisatie. Hij juicht tenzeerste do plannen van B. en W. toe. Hij vraagt: zijn de vakcentrales genegen op niet willenden pressie to oefe nen en deze te verwijderen uit hun organi satie De heer BAART gaat de wording van dit voorstel aan om te doen uitkomen, dat de vakcentrales tegen dwang zijn en wenschen gehoord te worden naast den directeur van den dienst van sociale zaken. De vakcen trales zijn toch overtuigd, dat het beter is 45 vrijwilligers te hebben voor een cursus dan €0, w.o. 15 gedv/ongenen. In de metaalindustrie zal de ongeschoolde arbeider z.i. wel degelijk blijven. En ook bekwame vaklicdee zijn werkloos, zie de lijst aan de Arbeidsbeurs. De patroon zou anders ook wellicht een mooie gelegenheid krijgen om met de vaklieden te spelen. (Allerlei ontkenningen en afkeuring). Gaarne zegt hij, wanneer de dwang wordt teruggenomen, allen steun toe, dien hij an ders ontzegt. De VOORZITTER vraagt den heer Braat nog of de vakvereenigingen bereid zijn tot dwang voor hun leden- De heer BAART: overreden natuurlijk, anders niet. Hierna wordt gepauzeerd. Avondzltting. De heer YERWEIJ acht deze kwestie van bijzonder groot belang, te meer, daar z. J. de werkloozen zeil er veel beter op zullen worden. Met leerplicht heeft deze kwestie niets te maken. Die rust op de ouders. Hier hebben we te doen met volwassenen, die daar dus geheel buiten vallen. Funest oordeelt hij menschen een taak op te dragen onder we ten, dat bij mislukking, zij uilgesloten wor den van steun. Onderricht acht hij niet liggend op den weg der vakvereenigingen, al wordt er door hen reeds iets gedaan, het geen hij nader aangeeft. Wat betreft dwang door de vak-organi saties, de raad om deel te nemen zou zeker worden gegeven, maar met den dwang achter de kwestie zal dat niet kunnen. Door het opnemen van medezeggenschap en socialisatie in het program blijkt trou wens wel, dat de vakorganisaties meer willen dan hooger loon etc. alleen. Niet tegen de idee, maar tegen de manier waarop hier door B. en W. het voorstel is ingekleed, gaat het verzet. De heer WiLMER meent, dat er dne elementen in dit debat zich voordoen: le. elementen van waardcering; 2c. elementen van crilick 3e. elementen van obstructie. Waardcering beeft men voor het streven van B. en W., criliek hoeft men voor het onderdeel der uitwerking, n.l. de dwang, van welke dwang men zich z. i. een te somber beeld maakt, als de genoemde direc teur goed optreedt en de vak-organisties meewerken, meent hij. Bij de opvocdang van kinderen past men toch het systeem van mevr. Van Itallie ook niet toe, zonder straf. Dat dc heeren -niet willen medewerken met dwang (ziedaar de obstructie), acht hij al zeer onlogisch. Het gaat ook zonder die medewerking, maar zeker niet zoo goed. Waarom niet royaal over één punt heen gestapt, als men 'het eens is met hel doel, de opheffing van den arbeidersstand, en de toepassing afgewacht? De lieer W1TMANS sympathiseert met het idee van B. en W., doch het gaat om do uitwerking daarvan en er rijst verzet tegen den dwang van soc.-dem. zijd? walk bezwaar hij echter niet zoozeer inzien kan Hij acht de keuze moeilijk, doch het zal vermoedelijk het beste zijn, dat niet het vrijwillige systeem wordt gevolgd, maar een zachte dwang wordt toegepast. Hij durft de aanwijzing door den directeur, alhier, wel aan, v/at betreft de werkloozen. Zij, die thans werk hebben, zou spr. niet willen dwingen. Spr. voelt het moest voor h^t adres der Chr. organisaties, omdat dan de orga nisaties naast den directeur nog zeggen schap verkrijgen. De lieer KNUTTEL, hoewel voor het adres op zich zelf, waarschuwt tegen de verv/ach- ting der gevolgen Directe opheffing der werkloosheid mag men toch niet verwach ten. De werkgevers krijgen bovendien groo- tere keuze ,doch voor Leiden aüeen acht hij dit nog zoo erg niet. Dwang acht hij echter uit den booze. De gedwongene zou al heel weinig opsteken. Het dwangmiddel, zou echter worden aangegrepen om vaten uit de steunregeling te wippen. Daarop wijst het geen de heeren Oostdam en Wilbrink zei den, die uit de vakvereenigingen de niet- geschoolden willen weren. tn iedere groot-industrie zijn echter on geschoolden, die met de geschoolden een zelfde belang hebben en dus in de vakver- ccniging thuis hooren. En menschen als deze heeren Oostdam en Wilbrink over wegen in de oommissie voor sociale zaken. Huiselijke omstandigheden en afwijkin gen, geestelijk of lichamelijk, beletten soms deelneming. Doch hoe het zij, het rocht up uitkcering aan werkloozcn, willen wij on veranderd handhaven en daartegen zou dwang zondigen. De heer ZUIDEMA sluit zich aan bij den heer Y/ilmer. Hij betreurt de critiek op dit belangrijke punt. De gemeente staat voor gTOütc uitgaven. Niemand wil daaraan tor nen, n.emand wil de werkloozen terugdrin gen naar het B. A. Daarom moet iedere po ging om de werkloozen te verheffen, wor den toegejuicht. En ook voor hen zelf, daar zij aldus beter worden toegerust voor den strijd om het bestaan. Spv. citeert den heer Stenhuis in dezen. (Geroep: Daar zijn we het mee eens). Zeker, maar nu verzet men zich toch tegen de uitvoering. Mag cr een zekere pressie worden geoefend! Onder „men schrijft ons", zegt ,,Het Volk" zelf van wel, spr. citeert betreffend artikel. De kwestie van dwang is niet voor de eerste maal aan de orde. Spr. citeert alsnog den heer Stenhuis. Men moet over kleine bezwaren heenstappen. Gaat het echter aan, dat de directeur al leen de dwang uitoefent? Is dat zoo of staat het anders? De heer DEUMER meent, dat de oppo sitie minder fel zou zijn geweest, zoo de woorden pressie en dwang waren verme den. Wordt den directeur niet te veel macht gegeven, zonder beroep? Wethouder SANDERS meent, dat naast verzekering tegen de werkloosheid vakop leiding een groot bestrijdingsmiddel tegen de werkloosheid is. Aan vakopleiding wordt hier veel gedaan, zie Mathesis en een goede ambachtsschool. Dat er niets wordt gedaan, is dus onjuist. Inderdaad kunnen ook ae werknemers hun arbeiders bekwamen, doch dit stuit op bezwaren in die steden, waar geen bepaald centrum van industrie is. Waar het vakonderwijs het hoogst staat, is de minste werkloosheid. Zie b.v. En schedé. De vraag of hier ook iets moest worden gedaan, is door B. en W. direct met ja be antwoord. Naast de werkloosheidverzekering is er hier een steunverleening. Heel logisch, dat daaraan cenige voorwaarden worden ver bonden, w.o. dan deelnemen aan opleidings cursussen. Er is dus minder sprake van dwang dan wel van een voorwaarde. Het komt voor, dat ingeschrevenen bij de Arbeidsbeurs ledig blijven loopen, doordat hun vakkennis te gering is. Daarom mee- nen B. on W. dat voor vakopleiding alles moet worden gedaan. Tegen de pressie gaat het bezwaar. Mevr. v. Itallie wil werken langs lijnen van gelei delijkheid. Best, maar volgt men dan vrij willig do cursussen aan de Avondschool voor volwassenen, ingericht voor hen, die iets van een vak kennen? Onder de wera- loozen zijn de mecsten, die te weinig ken nen. B. en W. kunnen toch zeker niet min der doen dan verlangen dat zij een voor hen geschapen cursus volgen. De besturen der organisaties krijgen de gel den ter steunuitkeering aan werkloozen, om uit te betalen. Zij houden echter daarvan af contributie en werkloosheidsverzekering. Is dat geen dwang? Waarom mag die nu door B. en W. niet toegepast? Er is ook dwang bij werkverschaffing. De heer Zuidema haalde zeer terecht aan genoemd artikel in „Het Volk". Spr. komt nu tot de ingekomen requeslen. Wat noemt men zachte drang, gelijk in dat van den Bestuurdersbond wordt' gebezigd? Zoo'n zachte drang als blijkbaar bedoeld acht hij nutteloos. Wat betreft het verplichten van te werk-gekomenen, inderdaad daaraan zijn bezwaren en in dit opzicht* zal men conces sies moeten doen, gelooft hij. Dat de directeur alleen baas zou zijn, is onjuist. Hij wijst de deelnemers aan, zeker trouwens logisch, hij kent de werkloosheids risico, doch bij weigering zal voordracht lot uitsluiting volgen. Hij zelf sluit dus niet uit De sub-commissie van de steunverlee ning moet toestemming geven, de gewone gang van zaken dus. Er is dus niet de minste reden voor nog een aparte commissie uit de vakcentrales aan te wijzen, te meer niet, waar dan de vakcentrales zouden beschik ken over gemeente-gelden. De heer EIKERBOUT blijft er bij, dat beter is zedelijke dwang uit te oefenen en daarom betreurt hij dat de wethouder het request der Chr. organisaties afwijst, die reeds lang meewerken om dc leden naar vak cursussen te doen gaan. Spr. ontkent dat deze organisaties contri buties en werkloosheidverzekering afhouden; dat is maar voor een heel klein deel waar. Spr. dient een motie in, volgens welke een commissie zal moeten worden gevormd, be slaande uit den directeur en leden der Vak centrales, die de arbeiders zutten aanwijzen. Helpt de zedelijke dwang niet, dan kan de dwang van B. en W. in toepassing worden gebracht. Dc heer KNUTTEL toeent, dat niet het werkloosheidsrisico doch dc geschiktheid van den betrokkene moet beslissen over aan wijzing voor den cursus. Dc lieer v. STRALEN meent, dat de heer Eikerbout zijn motie best achterwege had kunnen laten, daar deze de zijne vrijwel dekt. Dc wethouder liceft opgeöischt het recht aan steunverleening-cischen te verbinden. Zoo is het •hier cehler niet. Hier is iets nieuws, waartoe men de menschen wil dwin gen, die al steun genieten. Trouwens, B. en W. hebben al eischen genoeg voor steunver leening ter hunner beschikking. De dwang der vakorganisaties en de dwang van B. en W. zijn heelemaal niet ge lijk. Natuurlijk moet dc vakorganisatie con tributie heffen. Dat is heel iets anders dan menschen te dwingen voor een cursus, die 's avonds zal worden gegeven, terwijl over dag toch veel geschikter voor de werkloozen is, w.o. er bezwaar tegen hebben drie volle avonden uit hun gezin te worden gerukt. Thans zijn bij de Arbeidsbeurs toch genoeg vaklieden ingeschreven, al heet het bij som mige werknemers anders, omdat zij „lastige broeders" niet wenschen. In „Het Volk" hebben meerdere stukken gestaan. Waarom citeert men ook nnet de tegenovergestelde uiting- (De heer Zuid«- ma: dat was van den gewonen correspon dent). Zonder de modewerking der vakcentra les zal de uitvoering heel wat stroever gaan, dat is toch zeker en men zal met zaehten drang dezer centrales meer bereiken dan met de knallende zweep van B. en W. Wat gebeurt met het gezin van een uitgestoo- tene? (Geroep: daarvoor moet de man zelf toch zorgen). Laat men toch eerst eens een proef ne men met vrijwillige aangifte waarvoor de vakcentrales allen steun hebben toegezegd. Wat verwacht men bovendien van dwang? Zoo'n gedwongene steekt toch niets op van zoO'n cursus. De heer KNUTTEL: de tegenzin wordt al gewq^it door dezen dwang. De heer HUURMAN: natuurlijk' door dat debat. De heer v. STRALEN noemt de houding van den wethouder dootrdrijverij. Met dwang is van hun zijde absoluut geen medewer king te verwachten. De heer OOSTDAM acht de motie Eiker bout geheel overbodig, gezien hoe de sub commissie beslist, niet de directeur. En bij vergissing, is er toch nog beroep qp de vol ledige commissie, die men toch maar niet zoo kan döequaliMceerem. Bij de Aibeidsbeurs zijn vakmenschen ingeschreven, die dat udet zijn. Weigeren zulke, zijn dat dan nog bona-fide arbeiders? Zij moeten uit hun gezm, zeker, maar ter wille van dat gezin. Het voorstel van B. en W, verdient slechts ailbe aanbeveling. De heer BAART heeft bij ervaring onder vonden dat in de subcommissie altijd wordt goedgekeurd hetgeen de voorzitter voor stelt. Zoo gaat het ook in de volledige ver gadering, waar de vakcentrales ook in de minderheid zijn. Daarvoor is wel gezorgd. Spr. geeft voorbeelden. Door ons is alle medewerking toegezegd zonder dwang, waarom die dan doorgedre ven? Laat men het probeer en met vrijla ting. De heer WITMANS meent dat de raad niet aansprakelijk ie voor de ellende in een gezin, door het hoofd van dat gezin moed willig aangericht. De S. D. A. P. wal nu eens haar zin doordrijven. De heer HUURMAN meent, dat ieder na 3 uur praten toch wet zijn standpunt zat hebben ingenomen en hij stelt voor sluiting der debatten. De VOORZITTER stelt onder goedkeuring van den raad vast de heeren Eikerbout, v. Straten en den wethouder nog aan het woord te laten en dan het debat te sluiten. De heer ELKERBOUT acht alle reden voor zijn motie, die b.v. niet rept van een vrijwillige aanmelding Z.i. beeft de heer Oosl'cbaim zich opgeblazen, niet hij in zijn motie. De heer v. STRALEN had gaarne gezien, dat de commissie "zich (had uitgesproken, hetgeen niet is geschied wat z. i. een omissie is. Wethouder SANDERS kan zich geheel vereenigen met hetgeen de heer Oostdam in tweede instantie opmerkte. Ernstig pro testeert spr. tegen den heer Baart, dat in subcommissie of volledige commissie de voorstellen niet met ernst en objectiviteit worden behandeld. Trouwens, er zijn voor- stollen van den heer Baart aangenomen. Uitvoerig is deze aangelegenheid in de commissie behandeld, al is er inderdaad niet gestemd. Waar het een wintercursut is, was cr haq^t bij. Een dagcursus kon niet, waar de ambachtsschool dan geen ge legenheid biedt. Is dit mogelijk, dan zal hij gaarne daartoe meewerken. De heer BAART vraagt nog het woord, hetgeen de VOORZITTER niet kan toe staan, gezien het besluit de debatten te sluiten. De heer v. ECK vindt dat schandalig, waar de heer B. is getart door den wet houder. Do heer B. kan het woord vragen voor een persoonlijk feit. De VOORZITTER: Zeker, na de stem ming. Dan kunt u den wethouder een standje maken. Bij nieuw verzet wil hij er in toestemmen den raad hij uitzondering te doen beslissen of dé heer Baart direct het woord mag. De heer BAART wil geen gunsten. Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen. Voor de heeren Verwey, v. d. Reydcn, Sijtsma, v. Rosmalen, v. Eek, Heemskerk, Oostdam, Wilbrink, Witmans, Bergers, Ei kerbout, Reimeringer, Sanders, v. Hamel en beide damesledien. De niet genoemde soc.-dem. leden weige- len tc stemme». De heer BAART wil van geen gunst ge bruik maken en ziet van het woord af. De m o t i e-v. Stralen wordt ver worpen met 2Q.11 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Knuttel, éijtsma en mevT. v. Itallie. De moti e-E lkerbout wordt ver worpen met 1815 stemmen. Voor de 8.D.A.P. en do heeren Sijtsma, v. Rosmalen, Knuttel, Eikerbout, Witmans en beide damesleden. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met 23—9 Btemmen. Te gen de S.D.A.P. en de heer Knuttel. 26o. Voorstel: a. tot vaststelling van de verordening, regelende den rechtstoestand van de brandwachts in dienst van de go- meen te Leiden; b. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verorde ning van 31 Januari 1918 (Gem.- blad No. 3), betreffende de wedden van ambtenaren, in dienst der ge meente Leiden; C. tot toepasselijkverklaring van art. 23, 2de lid, van het Algemeen Werklie denreglement, op de brandwachts; d. tot toepasselijkverklaring van d<^ verordening van 29 December 1919 Gem.blad No. 55), betreffende bet v toezicht op den gezondheidstoestand van de ambtenaren en werklieden in dienst bij de gemeente Leiden, op de brandwacht». (238) Eerst komfc in behandeling sub a. De heer BAART veronderstelt, dat be kend is wat gesproken is in het Georg. Overleg. Z.i. moeten alle gemeente-werk- lieden ondor één reglement worden samen gevat en moeten de brandwachts niet wor den uitgeschakeld. Waaro mnu dit? Is er zooveel haast bij? Er wordt toch gewerkt aan een nieuw re glement. De heer KNUTTEL kan zich aansluiten bij den heer Baart. Na een paar jaar voelt men behoefte aan deze uitschakeling, zon der dat er rede tot klachten was. Voor iedere arbeidsverlenging kan gelden nood zaak in het bedrijf; die reden kan spr. daarom niet aanvaarden. Zoo zou de 8- Uren-dag verloren gaan'., RECLAME. LEVERInlG UIT VOORRAAD Stadhouderskade 114, Amsterdam Telefoon 27100. De heer ELKERBOUT wijst er op, dat na een lange proef van 3 jaren men komt tot deze regeling. Als compensatie voor langer werktijd, hooger loon. Waarom, is geheel buiten beschouwing gelaten, het geen in het Georg. Overleg is behandeld. Er is al veel overgewerkt, waarbij gedeel telijk is uitbetaald. Waarom niet aan allen En de herkeuring lijkt hem ook bezwaar lijk, waartegen hij zich verzet. De heer HEEMSKERK kan in 't geheel ge nomen niet met B. en W. meegaan, a} zag hij ook liever alle werklieden onder één reglement. Spr. zal op de artikelen niet ingaan, waar toch een nieuw reglement op komst is. Bij afkeuring zou hij de afgekeurden in tij- delijken dienst willen houden. Geheele gelijkheid zou beter zijn, doch hij ziet daartoe in een verordening als deze geen kans. De heer WITMANS gaat met den gedach- tengang van den heer Eikerbout mee. De heer WILBRINK valt ook over de on gelijkheid en hij stelt voor den brandwachts, die geruimen tijd overwerk hebben gedaan, f 100 gratificatie te geven. De VOORZITTER wijst er op, dat de alge- meene herziening van het werkliedenregle ment een heel gewichtig iets is, waarop niet kan worden gewacht Dat voorslel is den brandwachts, die al in een dienstcommissie behandeld zijn, volledig bekend. Zij zijn ge heel gehoord en gingen accoord met dit voor stel evenals het G. O. Moet nu alles nog eens behandeld? Waarom dan al die voorberei ding? Dan kan men het G. O. etc. wel af schaffen. Gaarne wil hij aannemen dat er eenige bevoordeeld zijn, maar gaat bet nu aan menschen vooruit te doen gaan om een voordeeltje van een paar anderen? Terug werkende kracht tot 1 Jan. 1925 lijkt hem billijk, al worden er dan 2 bevoordeeld. Laat men stemmen. Wil men volledige be handeling alsof er geen G. O. was, dan stelt hij schorsing voor. Wethouder MULDER sluit zich geheel aan Dij den voorzitter. Behandeling is geheel overbodig. De algemeen® beschouwingen worden ge sloten. Bij art. 16 stelt de heer BAART voor altijd opneming in een ziekenhuis voor rekening der gemeopte. De VOORZITTER herhaalt dat bet G. O. is gekend en zijn goedkeuring gaf. Het voorstel wordt verworpen met 17—12 stemmen. Voor de S.D.A.P. en de heeren Sytsma, Knuttel, Witmans, Eikerbout en mevr. Die trich. Bij art. 19 stelt de heer BAART voor een werkweek van 48 uur met niet meer dan 81/« nur per etmaal. De VOORZITTER noemt dit strijdig met iedere behandeling in het G. O. Bij aanne men zouden B. en W. hun voorstel moeten terugnemen. Het amendement wordt verworpen met IJ tegen II stemmen. Voor de S.D.A.P., de democraten en de ^Bij^art. 21 al. 2 stelt de heer ELKERBOUT voor te betalen voor de eerste 2 overuren 25 pet. voor de volgende 50 pet. Dit amendement wordt verworpen met 17 tegen 12 stemmen. Voor de S.D.A.P., de democraten en de hee ren Eikerbout en Knuttel. Sub a wordt z. h. sl. aangenomen, evenals sub b, sub c en sub d. De heer WILBRINK trekt zijn motie m. Bij de rondvraag vroeg de heer COSTEB nog ol er niets kan gedaan worden aan het Schuttersveld. De VOORZITTER verwees hem naar de 3 October-vereeniging. Hierna, ruim elf uur, sluiting. BUITENGEWONE VERGADERING VAN DE ALGEMEENE VEREENIGING VOOR BLOEMBOLLENCULTUUR. (Vervolg). iHiet fonds voor wetenschappe lijk onderzoek en onpersoonlijke reclame Wijziging handels- reglement voor den bloembollen- handel De Beurs blijft te Haarlem Stemming tegen het hoofdbestuur gemaakt. Bij de gisterenmiddag tc Haarlem voort gezette vergadering van „Bloembollencul tuur" deelde de voorzitter mede dat de be- beslissing omtrent het vormen van een bouwfonds los van „Spaar en Hout" en eenig ander plan voor een tc stichten Beursgebouw, zal worden aangehouden tot de volgende vergadering. Hierop was aan de orde het voorstel van het hoofdbestuur, om, ter uitvoering van het besluit der 150ete algemeene vergade ring, van de leden, die bloembollen en aan verwante artikelen kweeken, een jaarlijk- Bche contributie van twee cent per Rijnland- sche roede te heffen van den door hen be- teelden grond en deze contributie af te dra. gen aan het Centraal-Bloembollen-Comité, ten behoeve van het wetenschappelijk on derzoek en de onpersoonlijke Teclame. Hier bij wordt onder meer bepaald, dat iemand die van meer dan één Vereeniging lid is^ deze bijdrage naar eigen keuze kan afdra gen aan een der Vereenigingen, waarvan hij lid is; terwijl tevens, ingeval meerdere deelgenooten van een firma lid van de Ver* eeniging zijn, wordt bepaald, dat dan slechte van één hunner de bijdrage zal wor den geheven. Laat deze echter na, de bij' drage tijdig te voldoen, dan houden deze persoon en de andere deelgenooten dei firma op, lid te zijn der vereeniging. Op deze wijze is het mogelijk gemaakt, dat niemand zich aan de opgelegde verplich ting kan onttrekken. Bij amendement stelt het hoofdbestuur voor, de woorden „bloembollen en aanven wante artikelen" te vervangen door „tul pen, hyacinten, narcissen en gladiolus." De heer Guillemans wil aan deze viei woorden nog toevoegen „en aanverwant* artikelen". Immers, er worden nog veel an dere bolgewassen geteeld, welke eveneens gebaat zijn bij. tot-stand-koming van zoo'n fonds. Ook van andere zijde wordt op deze wijziging aangedrongen. De Voorzitter merkt op, dat het Centraal. Comité uitmaakt, voor welke artikelen moet worden bijgedragen. Dit kan de algemeene vergadering niet uitmaken. Over uitbrei ding moet het Centraal Comité beslissen.! Het voorstel wordt met algemeene stem* men aangenomen, onder voorbehoud, dat de volgende algemeene vergadering de betref fende statutenwijziging aanneemt. Vervolgens kwam in behandeling de vol gende motie van het hoofdbestuur: De algemeene vergadering noodigt het hoofdbestuur uit, zoo mogelijk een wijziging van het Handelsreglement voor den bloem- bollenhandel voor te bereiden, waardoor ook een regeling van koop en verkoop van te veld staande gewassen, hetzij uit de hand of in publieke veiling, daarin zal worden opgenomen, en met name, ten aanzien van den opplant van hyacinthen, daarin de vol gende normen zullen worden vermeld: Voor de handclssoorten wit, blauw eui rood voor 7 bollen per regel 15 c.M. en op, 8 bollen per regel 13 c.M tot 15 c.M.; 9 bollen per regel 12 c.M. tot 13 c.M. met uitzondering van Moreno, welke van; alle maten 1 c.M. grooter moet worden op geplant en de soorten City of Haarlem en Yellow Hammer, welke voor alle maten 1 c.M. kleiner moge nzijn. Tot toelidhting zegt het hoofdbestuur, dat" bij hem een verzoek is ingekomen van het Centraal-Bloembollen-Comité, om zoo moge lijk in het Handelsreglement voor den' Bloembollenhandel normen voor den op* plant van hyacinten op te nemen. Dit ver zoek was een gevolg van een schrijven vad den Bond van Bloembollenhandelaren waar- in werd medegedeeld, dat ingevolge een bé- I sluit van de ledenvergadering van den Bond een commissie, bestaande uit eenige expor- teurs en eenige kweekers, n.l. de heeren C. M. Grullemans, W. Jonkheer, G. Nieuwen* huis, A. S. Rijnierse, G. Segers, mr. M. M^ van Toulon van der Koog, J. A. van der Voort, R. V. van Zanten, Jos. Braam, W* van der Laan, Th. Lefeber, J. Pijnacker, 9.. Schoneveld en Wiedemeijer, een regeling hiervoor had ontworpen. Daar de contrólé; over de grootte der bollen, die to velde woi1-» den gekocht, dikwijls bezwaarlijk is en hier* over meermalen tusschen kooper en verkoo- per moeilijkheden zijn gerezen, achtte meDi het gewenscht hiervoor bepaalde regel6 te stellen. Het hoofdbestuur, ofschoon gaarne zich' vereeniging met dezen gedachtengang, ziet tot zijn leedwezen geen kans om reeds nvX een voorstel te doen tot opneming dezer normen in het handelsreglement. Dit regle ment toch heeft op het oogenblik uitslui tend betrekking op den koop en verkoop van droge bloembollen en bevat geen enkele bepaling omtrent koop of verkoop van té veld staande gewassen. Indien thans de al gemeene vergadering de wenschelijkheid zou uitspreken om normen voor den opplant van hyacinten in het Handelsreglement op. to nemen, zou daartoe een volledige uit* breiding van dat reglement voor te veld staande gewassen noodjg zijn, waarvoor uit den aard der zaak een gansche reeks van bepalingen ontworpen zou moeten worden, evenals het Handelsreglement die thans bevat voor den drogen bloembollenhandel. Daar een dergelijke uitbreiding van het Eandelsreglement, wil zij doel treffen, ern stige voorbereiding eischt en overleg met het scheidsgerecht noodzakelijk maakt, zal men inzien, dat het ondoenlijk is, de ge- wenschte regeling van de normen voor deni opplant van hyacinten reeds nu op een eenigszins behoorlijke wijze in het Handels- reglemerft op te nemen. •Het hoofdbestuur heeft daarom getracht op andere wijze aan het verzoek van het Centraal-Bloembollen-Comité te voldoen en wel door voor te stellen zijn ingediende motie aan te némen. Worden deze normen aangenomen, dan kan hierin voor het scheidsgerecht een aanwijzing liggen, om deze normen als juist te erkennen. Uit de vergadering gaan stemmen op, om de onmogelijkheid aan te toonen aan deze bepalingen de hand te houden. De Voorzitter merkt op, dat men zeef

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 6