No. 20108.
LEIDSCH
DAGBLAD, Dinsdag 29 September
Tweede Blad. Anno 1925.
Gemeenteraad van letëen.
FEUILLETON.
De Reisgeaioote
(Vervolg van gisteren.)
ISo. Praeadvies op het verzoek van de
afd. Leiden van de Nederlandsche Vereeni-
ging tot Bescherming van Dieren, om de
verplichte muilkorf voor trekhonden uit de
Verordeningen te schrappen. (2188
Mevr. VAN ITALLIE wil een goed woord
voor de honden doe»n. Losloopende honden
kunnen toch nog veel gevaarlijker zijn,
In bijzondere gevallen voorziet de wet h.i.
reeds.
De heer S1JTSMA steunt mevr. Van Ital-
lie. Ook voor dieren moeten we gevoel heb
ben. Vooral 's zomers hebben dc beesten
yeel last van muilkorven.
De heer HEEMSKERK is niet ongevoe
lig voor dieren, maar in de eerste plaats
moet men naar de menschcn zien en daar
om stemt hij in met het praeadvies. Door
het geregeld vasthouden zijn deze dieren
heftiger dan andere.
De heer EERDMANS erkent hetgeen de
heer Heemskerk opmerkte, maar. juist is
toch ook, dat de honden zich alleen kun
nen verfrisschen met open bek, daar alleen
hun tong transpireert.
De VOORZITTER voelt zeer veel voor
dierenbescherming, niet alleen voor het dier
maar ook voor de menschen, doen men
gaat als zoo vaak weer eenzijdig te werk.
De dieren kunnen de bek wel degelijk ope
nen, trots de muilkorf en door 't vasthou
den worden deze trekhonden inderdaad ge
vaarlijk. De menschen mogen toch niet ach
tergesteld worden.
De alleen-tong-transpiratie der honden be
hoort z.i. tot de overlevering.
In het request wordt heel weinig zakelijks
ppgemerkt B. en W. hebben bovendien
'naast zich den keurmeester de Sperna Wei
land, die hun zienswijze geheel deelt.
De heer EERDMANS acht aanneming van
het praeadvies dan het beste, maar vraagt
nader onderzoek naar de leeren muilkorven,
W.o. zeer hinderlrjlke voor de dieren, meent
tij-
Tegen het laatste heelt de VOORZITTER
geen bezwaar. Er zal advies worden ge
vraagd.
De heer SYTSMA is niet overtuigd en
zal tegen stemmen.
Do heer KNUTTEL verklaart zich voor
het praeadvies, al is hij tevens dierenvriend.
IHet praeadvies wordt aangenomen
met 29 tegen 4 stemmen.
Tegen de hoeren Sytsma, Groeneveld,
(Coster en mevr. Van Itallie.
19o. Verordening, houdende wijziging van
de verordening van 27 Augustus 1923
(Gem.blad No 31), regelende de heffing van
een belasting onder den naam van Lig
geld" in de gemeente Leiden. (235 en 237)
Vastgesteld.
2 O O. Voorstel:
a. om afwijzend te beschikken op het
adres der Schippersverecniging
„Schuttevaêr", inzake wijziging van
de verordening regelende de heffing
1 van Havengeld
b. tot vaststelling van de verordening,
houdende wijziging van de verorde
ning van 27 Augustus 1923 (Gem.
blad No. 30), regelende de heffing
van een belasting onder den naam
van „Havengeld" in de gemeente
Leiden. (236 en 237)
Sub b wordt het eerst in behandeling ge
bracht.
Z. h. s. aangenomen.
Den hoer WILBRINK spijt het, dat B.
en W. geen termen hebben gevonden om
sub a in te willigen, want het gaat niet al
leen om belangen van passeerende schip
pers, doch ook om de belangen van gemeen
tenaren. Vroeger werd hier graag door
schippers, die een paar uur bleven, gekocht.
Van de z.g.n. moeilijkheden, waarop word:
gewezen, wordt er geen enkel door B. en
'W. gemotiveerd. Fraude is toch uilgesloten
bij den opzet, gezien de onderteekening van
!het request door het Eerste-Kamerlid, den
beer Smeenge.
Ook wordt gevraagd, overblijvingsrecht
van Zalerdagav. tot des Maandagsmorgens,
Ketgeen hij alleszins billijk vindt, gelet op
den last om dan in de stad te kunnen ko
men van buiten het havengebied af, om te.
"loen, wat des Zondags is.
De heer WILMER vraagt, hoe elders de
regeling is. Is Leiden dan zoo buitengewoon
streng?
De heer EERDMANS herinnert zich nog
den lijd voor 1894, toen de schippers hier
nog konden inkoopon doen. Spr. voelt daar
om veel voor het betoog van den heer W. in
't belang der winkeliers.
Wethouder SANDERS wijst er op, dat ge
volg van heigeen de heer W. verlangt, vroe
ger een zeer hevige fraude is geweest Moet
die nu terugkeeren, of de kosten van con-
Irole belangrijk worden verhoogd?
Spr. gelooft niet, dat een schipper niet
voldoende proviand meeneemt en onderweg
moet koopen. Ook de bezwaren tegen den
Zondag acht hij overdreven. Builen het
havengebied wonen toch ook genoeg andere
menschen. Hoe doen die dan?
I}e heer WILBRINK heeft nooit van
fraude gehoord en begrijpt ook niet goed,
hoe dit zou kunnen, gezien de omstandig
heden. Tegen Zondag-overblijving ziet spr.
evenmin bezwaren, daar z. i. fraude ook
hier uilgesloten is.
De VOORZITTER zegt, dat de hoer W.
de zaak veel te gemakkelijk ziet Bij den
dommen bouw van het station van de Haar
lemmermeer heeft heizelfde motief gegolden
van inkoopjes-doen. En wat is er van te
recht gekomen? Het is een kruimelpolilieK.
Wat den Zondag betreft, dat hoort bij het
liggeld thuis.
De^ raad doel z. i. zeer verstandig het
praeadvies aan te nemen. Het zou de ge
meente anders op hooger kosten jagen.
Het praeadvies van -B. enW.
wordt aangenomen met 219 stem
men.
Tegen de hoeren Dubbeldeman, v. Ros
malen, Eerdmans, Wilrrier, Knuttel, Spen-
del, Wilbrink, Deumer en Coster.
21o. Voorstel tot beschikbaarstelling van
een bijdrage in de kosten van her
stelling van het Leidsche glasraam
in de St. .Janskerk te Gouda. (231)
De heer v. ECK zal voorstemmen, doch
hij wil iets zeggen over de motiveering van
B. en B. Zij zeggen o.a. het voorstel te doen
„om de eer van de stad te handhaven". Die
uitdrukking acht hij hier misplaatst. Die is
beter op zijn plaats voor onderwijs, goede
ondersteuning der werkloozen etc.
De heer KNUTTEL vindt het eenigszins
twijfelachtig, of Leiden te zorgen heeft voor
dit raam, gezien de verandering der tijden.
Waar het echter zoo'n luttel bedrag betreft
heeft hij niet zoo'n overwegend bezwaar, B.
en W. zijn hier royaal tegenover zeer zuinig
op ander gebied, als onderwijs etc., dat
maakt op hem een eigenaardige indruk.
De VOORZITTER acht het een nationale
eer zoo iets als dit raam te handhaven en
daarom dit voorstel van B. en W. waarin
ze ook eer voor de stad is gelegen, gelijk
in zooveel andere. Men moet bij één ding
niet van alles en nog wat bijsleepen.
Het verzet van den heer Knuttel begrijpt
hij niet, gezien diens mcening over de bou-
vereiniteit van een stad.
De geheele kosten zou hij niet willen ge
ven, heeft hij ook geweigerd, wel deze klei
ne subsidie, dfie hij warm aanbeveelt.
Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen.
22o. Praeadvies op de motie van den heer
Schüller, inzake de reiniging door afspui-
ting van alle stralen, waar vee gelost en
gekeurd wordt, na afloop van de Vee
markt. (222)
Conform besloten.
23o. Voorstel in zake de beschikbaarstel
ling van een 2-tal vertrekken van het ge
bouw „Gravenstein" als ontspanningslokaal
voor werkloozen. (232)
Conform besloten.
24o. Voorstel om aan daarvoor in aan
merking komende werklooze hoofden van
gezinnen en kostwinners een reductie op
den prijs der brandstoffen te verleenen.
(233)
De heer v. STRALEN acht de hoeveelheid
die B. en W. willen geven, gelijk aan vorig
jaar, te zuinig. De werkloozen kunnen daar.
mee niet uit. Gelet op de verlaging van den
steun acht hij daarom hier uitbreiding van
steun in dit opzicht zeer gewenscht. De
cokesprijs is daarbij gedaald en de werk
loosheid afgenomen, dus grooter kosten zal
het niet meebrengen of niet van beteekenis
als hij voorstelt 1 H.L. per week to geven.
loozc gezinnen om aan tc toonen, dat aan
schaffen van brandstoffen gaat (en koste van
wat anders, meestal voedsel. Let ook op de
van de steunregeling uitgestotenen.
Gezien de mindere uitgaven van de ge
meente acht hij zijn voorstel niet' overdreven
voor de gemecnte-financiën.
Zulke opmerkingen als van den heer Zui-
dema over een spel spelen, komen altijd van
die zijde, die z.g. de christelijke beginselen
voorstaan.
Het argument, dat de lagere cokesprijzcn
tegen zijn voorstel pleiten, heeft men zien
aankomen, maar men moet niet vergeten,
dat de gemeente anders voor heel wal minder
uitkomt. Zoo is het bedoeld.
De heer ZU1DEMA zegt gegeven te hebben
zijn indruk van dit geadresseer, meer niet,
doch bij de bestrijding daarvan gebruikt men
veel ergere beschuldigingen.
(Geroep: wie begint er mee?)
Nader gaat spr. daarop in. Feit is, dat hier
heel wat voor de werkloozen wordt gedaan.
(Geroep: is het voldoende?) Daarover gaat
het nu niet. Vorig jaar vroegen de hecren der
overzij wat B. en W. nu voorstellen. Toen
was het dus wel genoeg.
(Geroep: je begrijpt er niets van, toen kon
den we niet meer vragen).
Van den heer Sytsma heeft spr. vorig jaar
evenmin gehoord dat 1/2 H.L. niet genoeg
was. Het gaat hier slechts om een tegemoet
koming, vroeger gevraagd, nu aangeboden.
De heer DUBBELDEMAN: Hebben jullie
vroeger de vette kluiven in een keer opgege
ten? Houd toch je snuit.
De VOORZITTER hamert.
De heer ZUIDEMA zegt, dat de heer v. Eek
erkende, dat de S.D.A.P. de gewone tactiek
volgt van overvragen, die ook op het congres
der S.D.A.P. is afgekeurd door Schaper. Men
wil er eenvoudig groot bij worden. Dc onrust
bij de overzijde zegt z. i. wel iets.
De lieer BAART zegt, dat de uitkeeringen
ook verlaagd zijn. Met welke gevolgen, ga
men maar eens zien. De heer Zuidema is al
tijd de eerste, die tegen elke verbetering op
poneert en daarom gelooft spr., dat die heer
zich van de werkloozen geen snars aantrekt.
Hij ziet geen enkel bezwaar tegen het voor
stel v. Stralen.
De heer KNUTTEL komt op legen de drog-
rede, dat de lagere cokesprijs tegen het voor
stel van Stralen pleit. Dat zou juist zijn,
wanneer anders alles gelijk was gebleven,
doch men vergeet daarbij dat de gemeente
ook verder kan gaan, zonder meer uit te ge
ven.
De uitkeering gaal geheel buiten de prijzen
om. Zie b.v. andere stijgingen, als van brood
en melkprijzen. Hoe weinig gegeven wordt,
blijkt bij vergelijking van wat noodig is ter
verwarming der twee lokalen voor de werk
loozen.
Wethouder SANDERS wijst er nog op, dat
de van de steunregeling uitgeslotenen over
gebracht zijn naar-het' B. A., dat dezelfde uit
keeringen geeft, in 't algemeen.
Het voorstel-v. Stralen wordt verworpen
met 1914 stemmen.
Voor de S.D.A.P. cn dc hecren Sytsma, v.
Rosmalen, Wilmans, Knuttel en beide da
mes-leden van den raad.
Het voorstel van B. en W. wordt daarop
z. h. st. aangenomen.
25o. Voorstel in zake het geven van een
3-tal wintercursus9en in elementair vak
onderwijs aan gering geschoolde werklooze
arbeiders. (234)
De heer v. STRALEN zegt, dat zijn frac
tie geheel accoord gaat met dit voorstel als
gehoel. Alleen tegen dwang heeft zijn partij
bezwaar. Met dwang wordt toch niets be
reikt.
Nu de werkloosheid afneemt, komen B.
er W. hals over kop met dit voorstel. Rau
welings is dit voorstel gebracht in dc com
missie voor sociale zaken, hetgeen hij nader
uiteenzet, terwijl het hier tooh een zaak
betreft, bij uitstek geëigend om met de
vakcentrales te bespreken, die meer con
necties hebben met de betrokkenen etc.
Bij zulk een nieuwe zaak is cenige voor
zichtigheid wel geboden.
Uitsluiting van werkloosheiduitkeering is
de straf voor weigering deel te nemen aan
de vakopleiding. Dat gaat hem veel te ver.
Men pakt de zaak precies bij het verkeer
de eind aan. Ook in andere kringen dan
de zijne was men in de commissie voor
vrijwillige aangifte tot deelneming.
Vanzelf komt daardoor de vraag welk
doel heeft man 1 Wil men de menschen opj
voeden tot een vak, of wil men zoo van
de uitkeeringen afkomen!
(Geroep: Dat mag niet warden veronder
steld).
Spr. geeft toe, dat er veel ongeschoolde
werkloozen zijn als gevolg van don oorlog
on do langdurige mobilisatie. Nu komen B.
en W. eindelijk met dit voorstel.
De VOORZITTER: Wanrom hebt u het
dan nooit gedaan?
De heer v. STRALEN: Moeten wij dan
altijd den toon aangeven?
Voor iemand, die de opleiding volgt,
verandert er direct bovendien nietshij zal
werkloos eerst blijven.
Een zekere behoefte aan ongeschoolden
zal er daarnevens blijven en moeten blij
ven. Wie dus niet wil, is daarom niet di
rect werkloos.
Om iets van de zaak terecht te brengen,
dient hij een motie in, om alsnog de dwang
uit het voorstel te lichten en de vakcentra
les in ieder geval te hooren.
De heer ÖOSTDAM zegt, dat de Com
missie voor Sociale Zaken altijd contact
heeft met de vakcentrales door hun zitting
licbben in deze commissie. Waarom dus
gezocht naar nieuw contact? Do heeren
schijnen alleen dan tevreden, wanneer de
vakcentrales geslissen.
Waarom B. en W. nu eerst met dit voor
stel komen? Uit ondervinding is het gebo
ren, ziedaar alles. Er blijken onder z.g. ge
schoolde werkloozen te veel ongeschoolden
te zijn, die daarbij feitelijk ook niet thuis*
hooren en dus geen bona fide arbeiders
zijn. B .en W. zouden deze dan ook naar
het B. A. kunnen verwijzen, doch zij doen
dit niet, komen met dit voorstel. Waarom
geen dwang? Alle vakorganisaties stellen
allerlei eischen, moreel en finanoicel. Wie
'daaraan niet voldoet, wordt uitgestooten.
Nu gaat ook de overheid eischen stellen en
dat is haar recht en haar plicht met het
oog op het beheer der financiën. Volgens
de vakcentrales mag echter de overheid
geen eischen stellen. Spr. gaat geheel ac
coord met het voorstel van B. en W. Wie
de gelegenheid om een bona-fide arbeider
te worden verzuimt door onwil, moet maar
voelen en dan is de overheid nog niet zoo
erg als de vakcentrale, daar het B. A. nog
altijd achter haar staat.
De heer ELKERBOUT protesteert er te
gen dat iedere werklooze die zijn vak niet
kent, geen bona-fide arbeider is; het is on
gehoord deze disqualificatic. (Geroephet
geldt alleen voor aangeslotenen).
Spr. meent, dat de patroons feitelijk ge
roepen zijn hun arbeiders to bekwamen, ge
lijk in Rotterdam in het metaalbedrijf, doch!
het voorgaan der overheid hier wil spr.
gaarne steunen. De noodzaak van strafbe
paling ziet spr. echter niet. Overreding
helpt weer den dwang. Hij verwijst naar
het adres der Christ, organisaties. De direc
teur van den dienst van sociale zaken is z.i.
alleen niet bevoegd voor aanwijzing met
dwang. Een commissie uit de vakcentrales
lijkt hem naast den directeur gewensoht.
Mevr. v. ITALLIE erkent de gewenscht-
heid van het bijbrengen van vajekennis, zoo
wel voor de ongeschoolde als voor de ge
meenschap. Alleen de dwang bevalt haar
niet, gelijk ook de opvoeder in het gezin
geen dwang mag toepassen, uitgezonderd de
leerplichtwet, die echter voor de oudera
geldt, niet voor de kinderen.
Dwang lijkt haar heelemaal niet goed
voor een Nederlander die een groote behoef
te heeft aan vrijheid.
Daarom zou zij een proef van eenige
jaren met vrijheid willen zien. Lukt deze
niet, dan kan men nog altijd tot dwang
overgaan. De vakcentrales etc. zullen toch
ook wel aanzetten tot het volgen der cur
sussen.
De heer HEEMSKERK juicht dit voor
stel toe. De ongeschoolden blijken thans
voor de gemeente de groote risico's, van
daar het nu komen met dit voorstel door
B, en W. Daarom meent hij ook dat dwang
als uiterste middel beschikbaar moet zijn,
ook in het belang der betrokkenen zelf, af
gezien van het tegengaan van de z.g. bo-
roepewerkloozcn, die er zijn.
Dwang mag eerst worden uitgeoefend
wanneer alle andere gelegenheden zijn uit
gebuit, en daarom wil hij eerst vrijwillige
(Uit 't Frausch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. G,
47)
't Was juist, omdat mijn gedenkpen
ning mooi is cn ik er zoo aan gehecht wan,
dat hij me waardig schoen voortaan van
jou te zijnen dan heb ik ook nog deze
"violetkleurige das voor je bestemdeen
kleur, waarvan ik houd en die je goed zai
staan.
Ik spoor Willem lot geduld aan. 11e wil
de das zelf strikken.ik doe het echter
niet, omdat ik hem op dit gebied niet erg
vertrouw, want, al is Willem niet behaag
ziek. hij is buitengewoon handig en ik zag
nooit netter gestrikte dassen dan de zijne.
Dat zei ik hemcn hij lachte.
't Is een compliment, dat ik heusch
niet verwachtte, Phyllcke.... en van
jou
Maar door dat onverwachte, en werkelijk
.volkomen verdiende, compliment, was hij
zichtbaar gevleid.
Waarom zeg je van jou? Sla toch sfil,
Willem.cn buig je hoofd niet zoo voor-;
©ver.
Van jou.... wel, omdat je je leven
lang elegante menschen van de wereld hebt
ontmoetdie wel kolossale artisten op
het gebied van dassen-strikken zullen zijn
geweest.
Sommigen.ja.misschien.
Laat il^ dan zeggen, dat ik soms wel eens -
©vengoed gestrikte dassen heb gezien.
«enar beter, nooitJe moet niet denken.
dat ik dat vandaag voor het eerst heb op
gemerktNu is het klaarKijk eens
in den spiegel!
Hij gehoorzaamde en had er schik in;
toen kwam hij weer bij me.
't Is de reine pracht, hoor kleine fee,
die je bentl
En nu, riep ik uit, mijn beide handen
op zijn schouders leggende, nu moet je iets
goed maken, wat je nog altijd hebt vergeten,
en zeg me dat je mijdat je ons beiden
een heel gelukkig nieuwjaar toewenscht.
Er kwam iets weemoedigs in don blik,
waarmee hij me aankeek.
't Is ongetwijfeld instinctmatig, Piliyl-
leke, cla/t ik ailtijd woonden en gedachten
vermijd, die venband houden met de toe
komst met onize toekomst.
Waarom?
Omdat men alleen dam over de toe
komst kan spreken of er aain denken, wan
neer men cr naar verlangt of wanneer men,
tem minste, zich dde op een bepaalde wijze
kan voorstellenen omdatik onze
toekomst, lieve Phyl, volstrekt niet 2de.
en omdat ik van ons gelukkige, nieuwe jaar
'odk niet heel veel méér zie.
Maar waarom? Waarom tecfli niet?"
't Zou veel te lapg duren ja daJt uit te
leggenEn vooral te moeilijk zijn....
Denk je, dat ik je rnaet zon begrijpen.?.
Misschien.
Zijn handen hielden de mijne va8t, ctfe
nOg steeds op zijn schouders lagen*
Ik wedt zeker, dat ik (het niet zou Be
grijpen, bevestigde ikDusLWÏilem,
zeg dam tooh maar, dat je me een gelukkig
nieuw jaar toewenscht.
Ik wensdh je eem gelukkig, oen Eed
gelukkig nieuw jaar, Phylletoe
Dank je welEn jou wenecfi fik ©o|IÈ
Een dergelijk voorstel wordt door hem in
gediend.
De heer ZUIDEMA is ietwat eigenaardig
getroffen door dit voorstel. In 1923 werd
gevraagd wat B. cn W. nu voorstelle"n en in
plaats van toejuiching nu een hooger bodl
Daaruit blijkt, dat er een spel wordt ge
speeld met de menschen, die het noodig
hebben. Door de daling van den cokesprijs
kan het beter worden betaald. De zaak is te
doorzichtig, het is alleen om B. en W. te
overtroeven (Allerlei interrupties van do
eoc.-dem. als: schande ctc.)
Spr. zal aan dit spel met meedoen.
De heer KNUTTEL onderschrijft den
heer v. Stralen. Een 1/2 II.L. cokes per
weck is inderdaad onvoldoende. En let dam
op de verlagingen der uitkeeringen, waar
door vele gevallen van werkloosheid mede
chronisch zijn geworden!
Ilct is wel zeer gemakkelijk geleidelijke
verbetering vam onhoudbare toestamden een
spel le noemen, voor hem is het hooge
ernst.
Dc heer HEEMSKERK onderschrijft zeer
veel vam het gezegde door den heer Zui
dema. De daling der brandstoffenprijzen is
z.i. zelfs eer een verzwakking van het
standpunt van den heer v. Stralen. Do co
kes is nu toch beter le betalen.
De heer v. EGK moet opkomen tegen het
betoog van den lieer Zuidema van hel spe
len van een spel. Zonder bewijs mag dat z.i.
niet gezegd. Wanneer destijds gevraagd
werd om 1/2 H.L., dam was het, omdat er
anders niets vam kwam; anders zou het
voorstel uit kapitalistische overwegingen
zijn verworpen. Nu is het kleine voorstel
aamvaard, en dat is reden om daarop voort
te bouwen. Een 1/2 H.L. is onvoldoende,
mu is het zeer billijk om te probeeren en
een mud vam te maken. Het is volkomen in
overeenstemming met onze tactiek en ge
heel eerlijk.
U. mijnheer Zuidiema, z.g. als demo
craat ingetreden, behoort tot de ergste reac
tionairen.
De heer OOSTDAiM: nog erger dam ik dus.
De heer VAN EOK: meen mijnheer Oost-
dam dat kam niet.
Een spel wordt niet door ons gespeeld,
wij pogen te krijgen wat kan, andere niet.
Wij zouden gaarne 2 mud vragen doch dat
Wordt toch verworpen en daarom dit voor
stel.
De heer WITMANS heeft met zeer veel
imstcmmimg gezien, dal B. en W. uiit eigen
initiatief met dit voorstel kwamen. Doch
1/2 H.L. is wel wat schriel. Hij staat op 't
standpunt, dat de oveilheid volledig moet
steunen en daarom zal hij stemmen voor
hd voorstel v. Stralen.
De heer WILBRINK wijsteer op, dat aan
genomen is destijds een voorstel om een
1/2 H.L. per week te geven voor den halven
prij3. Dit is geworden gratis. Stelt men zich
op het gratis standpunt, dam is het voorstel
v. Straten juist, doet men dat niet, gelijk
Bspr., dan moet men daartegen opponceren
en met B. en W. meegaan.
Het voorstel Van Straten ligt geheel in de
lijn dier partij doch zijn standpunt is an
ders on daarom zal hij voor B. en W. stem
men, die z. i. ver genoeg gaan.
De heer SIJTSMA stelt zich met dem heer
Witmoms op het standpunt, dat een 1/2
H.L. onvoldoende is, wanneer men afdoen
de wil steunen. Daarom zal hij meegaan
raot het voorstel v. Stralen.
Wethouder SANDERS zegt, dat men (ten
oorsprong vam deze steimverleening uit het
oog verliest. Hij releveert deze nog eens om
te doen zien, dat aanvankelijk heel wat
minder werd gegeven, terwijl vorig jaar
eerst werd gegeven, wat B. en W. nu voor
stellen. Nu voorstellen uit eigen initiatief 1
Deze huipvcrleening draagt geheel het ka
rakter vam een kleine tegemoetkoming,- an
dere niet.
De daling der cokesprijzen is juist een ar
gument tegen verdoren steun.
Alleen om practische gronden is destijds
de cokes gratis gegeven in plaats van tegen
don halven prijs, verzekert hij dem heer
Wilbrink.
De heer v. STRALEN komt op legen het
z.g. overvragen en overtroeven. Ook hij gaat
op de geschiedenis in. Destijds trok hij zijn
eigen voorstel in ten gunste van een voorstel
Wilbrink, alleen om voor de werkloozen
maar wat gedaan te krijgen.
Spr. schetst nu de situatie in vele werk-
een dn alle opzichten gelukkig jaar toe, Wil
lem.
Heel lief van je.
Toen zweeg hij.
Er was iets, waarover ik met mezelf niet
eens was of dik het hem zou zeggen of niet.
En nu zei ik het in weerwil vam mezelf
tooh:
Willem, waarom krijg ik nooit eem
zoen van je? Een broer mag zijn zuster
toch wel kussen?
Hij glimlachteik geloof ietwat ver
legen.
O ja, maar het gebeurt niet altijd.
Men kam vam elkaiar houden, heel veel
zelfs, en toch elkaar niet kussen.
'Neem, dat is niet waarMenschen,
van wie men veel houdt, "wil men kussen
Sinds mijn pleegmoeder van me is (heenge
gaan, kust nooit iemand me meer.en
vandaag is 't nieuwjaarsdag.
Plotseling, zonder dat ik er aan dacht,
kreeg ik tranen in mijn oogem.
Maar mijn lieve Phylleke!
Hij mam mijn hoofd tuösohen zijn beide
groote ihandem en kustje me heel teeder op
mijn oogen em toen ikeelk hij, zooader iets te
zeggen, me even aam, Ik bad zoo graag ge
wild dat hij iets zei.... en toen heb ik
maar gezegd, wat me ivoor mijn mond
kwam:
Je kuat me beelenvaxul niet), zodals mijn
pleegmoeder het deed
Toen begon hij vam ganscber harte te
lachen en ik lachte ook en toen gingen we
ontbijten. De chocolade was wel wat koud
geworden, maar ik voelde me opgewekt en
.Willem keek weer vriendelijk.
Als je het prettig vindt, dan zal ik
voortaan eiken morgen met je samen ont
bijten, Willem.
Maar, kindlief, ik ontbijt om lialf-
achtop z'n laatst
Wat doet dat er toe?.... Natuurlijk
ben ik dan nog niet klaar met mijn toilet.
maar ik verschijn dan, zooals ik nu ben
en zooals toen.Nu zou juffrouw Arguin
niet meer het recht liehhen zich le ergeren
Zou je het prettig vinden, ais ik altijd
samen met. je ontbeet?
Natuurlijk wel.maar ik zou het
niet prettig vinden verandering in je ge
woonten te brengen
- Ik moest lachen.
Ik geloof eer, dat ik jouw gewoonten
wat verstoor.
In den loop van den dag zijn we bij me
vrouw Palain geweest een verplichte
nieuwjaarevisile. Toen we binnenkwamen,
riep mijnheer Patain uit:
Daar is het verliefde paartje 1
Kerjean trok hetzelfde koddige gezicht,
dat hij, onbewust, in dergelijke gevallen
altijd trekt. Ik geloof, dat ik de eenige ben,
die dat gezicht opmerkt; het is niet te
beschrijven en het drukt niets iets bepaalds
uit, zelfs niet voor mijWat ik wel
kan constabeeren, is de overeenstemming,
die er bestaat tusschen gevolg en oorzaak.
Bovendien geloof ik, dat, al waren we
werkelijk een veriiefd paartje geweest, Wil
lem het toch erg vervelend zou hebben ge
vonden, dit zoo te hooren verkondigen.
De Pafanrs waren ad'leriiefst en hielden
óns bij zich te dineerenik geloof, dat
mijnheer George Patain veel van Willem
houdt en hem naar waarde weet te schat
ten. Hij heeft hem tegenover mij dermate
geroemd en terecht wat betreft zijn
intellegentie en zijn karakter, dat ik er zeer
trotsch op was en dat het me zelfs wat ont
roerde. s'
Aan het eind van het diner zei hif,
lachende
U hebt hem me ontstolen, mevrouw
tje! Ik had hem in petto willen houden
voor mijn dochter. (Zijn dochter is negen
jaar). Maar omdat mijn vriend Kerjean op
deze manier tien jaar eer een zeer gelukkig
man ic. geworden, en ook omdat er van u
zoo heel veel bekoring uitgaat, vergeef ik u.
Wat zou ik graag willen, dat Kerjean een.
heel gelukkig man was.
V.
17 Januari.
Vanmorgen zei Willem, toen ihij weg
ging:
Ik kom tegen vier uur thuis om ie
werken; je bent dan natuurlijk uit, maar
wil je zoo vriendelijk zijn er voor te zorgen,
dat er in mijn wcitkkamer vuur word' aan
gelegd?
Hij weet best, dat Amaïk liet vuur wel zal
aanleggen, ook zonder dat ik er voor zorg,
dat hel gebeurt; maar hij weet ook, dot ik
(bet prettig vind me een air le geven van
gewichtigheid en dat ik dergelijke opdrach
ten zeer vleiend vind.
Ik ben niet uitgegaan. Ik heb voor het
eerst mijn mooie japon voor in-huis aange
trokken, die mijn nieuwe naaister ik sta
meer en meer verstomd over haar lage prij
zen kort geleden voor me gemaakt heeft,
een lieel eenvoudige japon van wit laken,
alleen met wat zwanendons en Ven et iaan-
9dhe kant opgemaakt
(Wordt vervolgd),