No. 20108. LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 29 September Tweede Blad. Anno 1925. Gemeenteraad van letëen. FEUILLETON. De Reisgeaioote (Vervolg van gisteren.) ISo. Praeadvies op het verzoek van de afd. Leiden van de Nederlandsche Vereeni- ging tot Bescherming van Dieren, om de verplichte muilkorf voor trekhonden uit de Verordeningen te schrappen. (2188 Mevr. VAN ITALLIE wil een goed woord voor de honden doe»n. Losloopende honden kunnen toch nog veel gevaarlijker zijn, In bijzondere gevallen voorziet de wet h.i. reeds. De heer S1JTSMA steunt mevr. Van Ital- lie. Ook voor dieren moeten we gevoel heb ben. Vooral 's zomers hebben dc beesten yeel last van muilkorven. De heer HEEMSKERK is niet ongevoe lig voor dieren, maar in de eerste plaats moet men naar de menschcn zien en daar om stemt hij in met het praeadvies. Door het geregeld vasthouden zijn deze dieren heftiger dan andere. De heer EERDMANS erkent hetgeen de heer Heemskerk opmerkte, maar. juist is toch ook, dat de honden zich alleen kun nen verfrisschen met open bek, daar alleen hun tong transpireert. De VOORZITTER voelt zeer veel voor dierenbescherming, niet alleen voor het dier maar ook voor de menschen, doen men gaat als zoo vaak weer eenzijdig te werk. De dieren kunnen de bek wel degelijk ope nen, trots de muilkorf en door 't vasthou den worden deze trekhonden inderdaad ge vaarlijk. De menschen mogen toch niet ach tergesteld worden. De alleen-tong-transpiratie der honden be hoort z.i. tot de overlevering. In het request wordt heel weinig zakelijks ppgemerkt B. en W. hebben bovendien 'naast zich den keurmeester de Sperna Wei land, die hun zienswijze geheel deelt. De heer EERDMANS acht aanneming van het praeadvies dan het beste, maar vraagt nader onderzoek naar de leeren muilkorven, W.o. zeer hinderlrjlke voor de dieren, meent tij- Tegen het laatste heelt de VOORZITTER geen bezwaar. Er zal advies worden ge vraagd. De heer SYTSMA is niet overtuigd en zal tegen stemmen. Do heer KNUTTEL verklaart zich voor het praeadvies, al is hij tevens dierenvriend. IHet praeadvies wordt aangenomen met 29 tegen 4 stemmen. Tegen de hoeren Sytsma, Groeneveld, (Coster en mevr. Van Itallie. 19o. Verordening, houdende wijziging van de verordening van 27 Augustus 1923 (Gem.blad No 31), regelende de heffing van een belasting onder den naam van Lig geld" in de gemeente Leiden. (235 en 237) Vastgesteld. 2 O O. Voorstel: a. om afwijzend te beschikken op het adres der Schippersverecniging „Schuttevaêr", inzake wijziging van de verordening regelende de heffing 1 van Havengeld b. tot vaststelling van de verordening, houdende wijziging van de verorde ning van 27 Augustus 1923 (Gem. blad No. 30), regelende de heffing van een belasting onder den naam van „Havengeld" in de gemeente Leiden. (236 en 237) Sub b wordt het eerst in behandeling ge bracht. Z. h. s. aangenomen. Den hoer WILBRINK spijt het, dat B. en W. geen termen hebben gevonden om sub a in te willigen, want het gaat niet al leen om belangen van passeerende schip pers, doch ook om de belangen van gemeen tenaren. Vroeger werd hier graag door schippers, die een paar uur bleven, gekocht. Van de z.g.n. moeilijkheden, waarop word: gewezen, wordt er geen enkel door B. en 'W. gemotiveerd. Fraude is toch uilgesloten bij den opzet, gezien de onderteekening van !het request door het Eerste-Kamerlid, den beer Smeenge. Ook wordt gevraagd, overblijvingsrecht van Zalerdagav. tot des Maandagsmorgens, Ketgeen hij alleszins billijk vindt, gelet op den last om dan in de stad te kunnen ko men van buiten het havengebied af, om te. "loen, wat des Zondags is. De heer WILMER vraagt, hoe elders de regeling is. Is Leiden dan zoo buitengewoon streng? De heer EERDMANS herinnert zich nog den lijd voor 1894, toen de schippers hier nog konden inkoopon doen. Spr. voelt daar om veel voor het betoog van den heer W. in 't belang der winkeliers. Wethouder SANDERS wijst er op, dat ge volg van heigeen de heer W. verlangt, vroe ger een zeer hevige fraude is geweest Moet die nu terugkeeren, of de kosten van con- Irole belangrijk worden verhoogd? Spr. gelooft niet, dat een schipper niet voldoende proviand meeneemt en onderweg moet koopen. Ook de bezwaren tegen den Zondag acht hij overdreven. Builen het havengebied wonen toch ook genoeg andere menschen. Hoe doen die dan? I}e heer WILBRINK heeft nooit van fraude gehoord en begrijpt ook niet goed, hoe dit zou kunnen, gezien de omstandig heden. Tegen Zondag-overblijving ziet spr. evenmin bezwaren, daar z. i. fraude ook hier uilgesloten is. De VOORZITTER zegt, dat de hoer W. de zaak veel te gemakkelijk ziet Bij den dommen bouw van het station van de Haar lemmermeer heeft heizelfde motief gegolden van inkoopjes-doen. En wat is er van te recht gekomen? Het is een kruimelpolilieK. Wat den Zondag betreft, dat hoort bij het liggeld thuis. De^ raad doel z. i. zeer verstandig het praeadvies aan te nemen. Het zou de ge meente anders op hooger kosten jagen. Het praeadvies van -B. enW. wordt aangenomen met 219 stem men. Tegen de hoeren Dubbeldeman, v. Ros malen, Eerdmans, Wilrrier, Knuttel, Spen- del, Wilbrink, Deumer en Coster. 21o. Voorstel tot beschikbaarstelling van een bijdrage in de kosten van her stelling van het Leidsche glasraam in de St. .Janskerk te Gouda. (231) De heer v. ECK zal voorstemmen, doch hij wil iets zeggen over de motiveering van B. en B. Zij zeggen o.a. het voorstel te doen „om de eer van de stad te handhaven". Die uitdrukking acht hij hier misplaatst. Die is beter op zijn plaats voor onderwijs, goede ondersteuning der werkloozen etc. De heer KNUTTEL vindt het eenigszins twijfelachtig, of Leiden te zorgen heeft voor dit raam, gezien de verandering der tijden. Waar het echter zoo'n luttel bedrag betreft heeft hij niet zoo'n overwegend bezwaar, B. en W. zijn hier royaal tegenover zeer zuinig op ander gebied, als onderwijs etc., dat maakt op hem een eigenaardige indruk. De VOORZITTER acht het een nationale eer zoo iets als dit raam te handhaven en daarom dit voorstel van B. en W. waarin ze ook eer voor de stad is gelegen, gelijk in zooveel andere. Men moet bij één ding niet van alles en nog wat bijsleepen. Het verzet van den heer Knuttel begrijpt hij niet, gezien diens mcening over de bou- vereiniteit van een stad. De geheele kosten zou hij niet willen ge ven, heeft hij ook geweigerd, wel deze klei ne subsidie, dfie hij warm aanbeveelt. Het voorstel wordt z. h. st. aangenomen. 22o. Praeadvies op de motie van den heer Schüller, inzake de reiniging door afspui- ting van alle stralen, waar vee gelost en gekeurd wordt, na afloop van de Vee markt. (222) Conform besloten. 23o. Voorstel in zake de beschikbaarstel ling van een 2-tal vertrekken van het ge bouw „Gravenstein" als ontspanningslokaal voor werkloozen. (232) Conform besloten. 24o. Voorstel om aan daarvoor in aan merking komende werklooze hoofden van gezinnen en kostwinners een reductie op den prijs der brandstoffen te verleenen. (233) De heer v. STRALEN acht de hoeveelheid die B. en W. willen geven, gelijk aan vorig jaar, te zuinig. De werkloozen kunnen daar. mee niet uit. Gelet op de verlaging van den steun acht hij daarom hier uitbreiding van steun in dit opzicht zeer gewenscht. De cokesprijs is daarbij gedaald en de werk loosheid afgenomen, dus grooter kosten zal het niet meebrengen of niet van beteekenis als hij voorstelt 1 H.L. per week to geven. loozc gezinnen om aan tc toonen, dat aan schaffen van brandstoffen gaat (en koste van wat anders, meestal voedsel. Let ook op de van de steunregeling uitgestotenen. Gezien de mindere uitgaven van de ge meente acht hij zijn voorstel niet' overdreven voor de gemecnte-financiën. Zulke opmerkingen als van den heer Zui- dema over een spel spelen, komen altijd van die zijde, die z.g. de christelijke beginselen voorstaan. Het argument, dat de lagere cokesprijzcn tegen zijn voorstel pleiten, heeft men zien aankomen, maar men moet niet vergeten, dat de gemeente anders voor heel wal minder uitkomt. Zoo is het bedoeld. De heer ZU1DEMA zegt gegeven te hebben zijn indruk van dit geadresseer, meer niet, doch bij de bestrijding daarvan gebruikt men veel ergere beschuldigingen. (Geroep: wie begint er mee?) Nader gaat spr. daarop in. Feit is, dat hier heel wat voor de werkloozen wordt gedaan. (Geroep: is het voldoende?) Daarover gaat het nu niet. Vorig jaar vroegen de hecren der overzij wat B. en W. nu voorstellen. Toen was het dus wel genoeg. (Geroep: je begrijpt er niets van, toen kon den we niet meer vragen). Van den heer Sytsma heeft spr. vorig jaar evenmin gehoord dat 1/2 H.L. niet genoeg was. Het gaat hier slechts om een tegemoet koming, vroeger gevraagd, nu aangeboden. De heer DUBBELDEMAN: Hebben jullie vroeger de vette kluiven in een keer opgege ten? Houd toch je snuit. De VOORZITTER hamert. De heer ZUIDEMA zegt, dat de heer v. Eek erkende, dat de S.D.A.P. de gewone tactiek volgt van overvragen, die ook op het congres der S.D.A.P. is afgekeurd door Schaper. Men wil er eenvoudig groot bij worden. Dc onrust bij de overzijde zegt z. i. wel iets. De lieer BAART zegt, dat de uitkeeringen ook verlaagd zijn. Met welke gevolgen, ga men maar eens zien. De heer Zuidema is al tijd de eerste, die tegen elke verbetering op poneert en daarom gelooft spr., dat die heer zich van de werkloozen geen snars aantrekt. Hij ziet geen enkel bezwaar tegen het voor stel v. Stralen. De heer KNUTTEL komt op legen de drog- rede, dat de lagere cokesprijs tegen het voor stel van Stralen pleit. Dat zou juist zijn, wanneer anders alles gelijk was gebleven, doch men vergeet daarbij dat de gemeente ook verder kan gaan, zonder meer uit te ge ven. De uitkeering gaal geheel buiten de prijzen om. Zie b.v. andere stijgingen, als van brood en melkprijzen. Hoe weinig gegeven wordt, blijkt bij vergelijking van wat noodig is ter verwarming der twee lokalen voor de werk loozen. Wethouder SANDERS wijst er nog op, dat de van de steunregeling uitgeslotenen over gebracht zijn naar-het' B. A., dat dezelfde uit keeringen geeft, in 't algemeen. Het voorstel-v. Stralen wordt verworpen met 1914 stemmen. Voor de S.D.A.P. cn dc hecren Sytsma, v. Rosmalen, Wilmans, Knuttel en beide da mes-leden van den raad. Het voorstel van B. en W. wordt daarop z. h. st. aangenomen. 25o. Voorstel in zake het geven van een 3-tal wintercursus9en in elementair vak onderwijs aan gering geschoolde werklooze arbeiders. (234) De heer v. STRALEN zegt, dat zijn frac tie geheel accoord gaat met dit voorstel als gehoel. Alleen tegen dwang heeft zijn partij bezwaar. Met dwang wordt toch niets be reikt. Nu de werkloosheid afneemt, komen B. er W. hals over kop met dit voorstel. Rau welings is dit voorstel gebracht in dc com missie voor sociale zaken, hetgeen hij nader uiteenzet, terwijl het hier tooh een zaak betreft, bij uitstek geëigend om met de vakcentrales te bespreken, die meer con necties hebben met de betrokkenen etc. Bij zulk een nieuwe zaak is cenige voor zichtigheid wel geboden. Uitsluiting van werkloosheiduitkeering is de straf voor weigering deel te nemen aan de vakopleiding. Dat gaat hem veel te ver. Men pakt de zaak precies bij het verkeer de eind aan. Ook in andere kringen dan de zijne was men in de commissie voor vrijwillige aangifte tot deelneming. Vanzelf komt daardoor de vraag welk doel heeft man 1 Wil men de menschen opj voeden tot een vak, of wil men zoo van de uitkeeringen afkomen! (Geroep: Dat mag niet warden veronder steld). Spr. geeft toe, dat er veel ongeschoolde werkloozen zijn als gevolg van don oorlog on do langdurige mobilisatie. Nu komen B. en W. eindelijk met dit voorstel. De VOORZITTER: Wanrom hebt u het dan nooit gedaan? De heer v. STRALEN: Moeten wij dan altijd den toon aangeven? Voor iemand, die de opleiding volgt, verandert er direct bovendien nietshij zal werkloos eerst blijven. Een zekere behoefte aan ongeschoolden zal er daarnevens blijven en moeten blij ven. Wie dus niet wil, is daarom niet di rect werkloos. Om iets van de zaak terecht te brengen, dient hij een motie in, om alsnog de dwang uit het voorstel te lichten en de vakcentra les in ieder geval te hooren. De heer ÖOSTDAM zegt, dat de Com missie voor Sociale Zaken altijd contact heeft met de vakcentrales door hun zitting licbben in deze commissie. Waarom dus gezocht naar nieuw contact? Do heeren schijnen alleen dan tevreden, wanneer de vakcentrales geslissen. Waarom B. en W. nu eerst met dit voor stel komen? Uit ondervinding is het gebo ren, ziedaar alles. Er blijken onder z.g. ge schoolde werkloozen te veel ongeschoolden te zijn, die daarbij feitelijk ook niet thuis* hooren en dus geen bona fide arbeiders zijn. B .en W. zouden deze dan ook naar het B. A. kunnen verwijzen, doch zij doen dit niet, komen met dit voorstel. Waarom geen dwang? Alle vakorganisaties stellen allerlei eischen, moreel en finanoicel. Wie 'daaraan niet voldoet, wordt uitgestooten. Nu gaat ook de overheid eischen stellen en dat is haar recht en haar plicht met het oog op het beheer der financiën. Volgens de vakcentrales mag echter de overheid geen eischen stellen. Spr. gaat geheel ac coord met het voorstel van B. en W. Wie de gelegenheid om een bona-fide arbeider te worden verzuimt door onwil, moet maar voelen en dan is de overheid nog niet zoo erg als de vakcentrale, daar het B. A. nog altijd achter haar staat. De heer ELKERBOUT protesteert er te gen dat iedere werklooze die zijn vak niet kent, geen bona-fide arbeider is; het is on gehoord deze disqualificatic. (Geroephet geldt alleen voor aangeslotenen). Spr. meent, dat de patroons feitelijk ge roepen zijn hun arbeiders to bekwamen, ge lijk in Rotterdam in het metaalbedrijf, doch! het voorgaan der overheid hier wil spr. gaarne steunen. De noodzaak van strafbe paling ziet spr. echter niet. Overreding helpt weer den dwang. Hij verwijst naar het adres der Christ, organisaties. De direc teur van den dienst van sociale zaken is z.i. alleen niet bevoegd voor aanwijzing met dwang. Een commissie uit de vakcentrales lijkt hem naast den directeur gewensoht. Mevr. v. ITALLIE erkent de gewenscht- heid van het bijbrengen van vajekennis, zoo wel voor de ongeschoolde als voor de ge meenschap. Alleen de dwang bevalt haar niet, gelijk ook de opvoeder in het gezin geen dwang mag toepassen, uitgezonderd de leerplichtwet, die echter voor de oudera geldt, niet voor de kinderen. Dwang lijkt haar heelemaal niet goed voor een Nederlander die een groote behoef te heeft aan vrijheid. Daarom zou zij een proef van eenige jaren met vrijheid willen zien. Lukt deze niet, dan kan men nog altijd tot dwang overgaan. De vakcentrales etc. zullen toch ook wel aanzetten tot het volgen der cur sussen. De heer HEEMSKERK juicht dit voor stel toe. De ongeschoolden blijken thans voor de gemeente de groote risico's, van daar het nu komen met dit voorstel door B, en W. Daarom meent hij ook dat dwang als uiterste middel beschikbaar moet zijn, ook in het belang der betrokkenen zelf, af gezien van het tegengaan van de z.g. bo- roepewerkloozcn, die er zijn. Dwang mag eerst worden uitgeoefend wanneer alle andere gelegenheden zijn uit gebuit, en daarom wil hij eerst vrijwillige (Uit 't Frausch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. G, 47) 't Was juist, omdat mijn gedenkpen ning mooi is cn ik er zoo aan gehecht wan, dat hij me waardig schoen voortaan van jou te zijnen dan heb ik ook nog deze "violetkleurige das voor je bestemdeen kleur, waarvan ik houd en die je goed zai staan. Ik spoor Willem lot geduld aan. 11e wil de das zelf strikken.ik doe het echter niet, omdat ik hem op dit gebied niet erg vertrouw, want, al is Willem niet behaag ziek. hij is buitengewoon handig en ik zag nooit netter gestrikte dassen dan de zijne. Dat zei ik hemcn hij lachte. 't Is een compliment, dat ik heusch niet verwachtte, Phyllcke.... en van jou Maar door dat onverwachte, en werkelijk .volkomen verdiende, compliment, was hij zichtbaar gevleid. Waarom zeg je van jou? Sla toch sfil, Willem.cn buig je hoofd niet zoo voor-; ©ver. Van jou.... wel, omdat je je leven lang elegante menschen van de wereld hebt ontmoetdie wel kolossale artisten op het gebied van dassen-strikken zullen zijn geweest. Sommigen.ja.misschien. Laat il^ dan zeggen, dat ik soms wel eens - ©vengoed gestrikte dassen heb gezien. «enar beter, nooitJe moet niet denken. dat ik dat vandaag voor het eerst heb op gemerktNu is het klaarKijk eens in den spiegel! Hij gehoorzaamde en had er schik in; toen kwam hij weer bij me. 't Is de reine pracht, hoor kleine fee, die je bentl En nu, riep ik uit, mijn beide handen op zijn schouders leggende, nu moet je iets goed maken, wat je nog altijd hebt vergeten, en zeg me dat je mijdat je ons beiden een heel gelukkig nieuwjaar toewenscht. Er kwam iets weemoedigs in don blik, waarmee hij me aankeek. 't Is ongetwijfeld instinctmatig, Piliyl- leke, cla/t ik ailtijd woonden en gedachten vermijd, die venband houden met de toe komst met onize toekomst. Waarom? Omdat men alleen dam over de toe komst kan spreken of er aain denken, wan neer men cr naar verlangt of wanneer men, tem minste, zich dde op een bepaalde wijze kan voorstellenen omdatik onze toekomst, lieve Phyl, volstrekt niet 2de. en omdat ik van ons gelukkige, nieuwe jaar 'odk niet heel veel méér zie. Maar waarom? Waarom tecfli niet?" 't Zou veel te lapg duren ja daJt uit te leggenEn vooral te moeilijk zijn.... Denk je, dat ik je rnaet zon begrijpen.?. Misschien. Zijn handen hielden de mijne va8t, ctfe nOg steeds op zijn schouders lagen* Ik wedt zeker, dat ik (het niet zou Be grijpen, bevestigde ikDusLWÏilem, zeg dam tooh maar, dat je me een gelukkig nieuw jaar toewenscht. Ik wensdh je eem gelukkig, oen Eed gelukkig nieuw jaar, Phylletoe Dank je welEn jou wenecfi fik ©o|IÈ Een dergelijk voorstel wordt door hem in gediend. De heer ZUIDEMA is ietwat eigenaardig getroffen door dit voorstel. In 1923 werd gevraagd wat B. cn W. nu voorstelle"n en in plaats van toejuiching nu een hooger bodl Daaruit blijkt, dat er een spel wordt ge speeld met de menschen, die het noodig hebben. Door de daling van den cokesprijs kan het beter worden betaald. De zaak is te doorzichtig, het is alleen om B. en W. te overtroeven (Allerlei interrupties van do eoc.-dem. als: schande ctc.) Spr. zal aan dit spel met meedoen. De heer KNUTTEL onderschrijft den heer v. Stralen. Een 1/2 II.L. cokes per weck is inderdaad onvoldoende. En let dam op de verlagingen der uitkeeringen, waar door vele gevallen van werkloosheid mede chronisch zijn geworden! Ilct is wel zeer gemakkelijk geleidelijke verbetering vam onhoudbare toestamden een spel le noemen, voor hem is het hooge ernst. Dc heer HEEMSKERK onderschrijft zeer veel vam het gezegde door den heer Zui dema. De daling der brandstoffenprijzen is z.i. zelfs eer een verzwakking van het standpunt van den heer v. Stralen. Do co kes is nu toch beter le betalen. De heer v. EGK moet opkomen tegen het betoog van den lieer Zuidema van hel spe len van een spel. Zonder bewijs mag dat z.i. niet gezegd. Wanneer destijds gevraagd werd om 1/2 H.L., dam was het, omdat er anders niets vam kwam; anders zou het voorstel uit kapitalistische overwegingen zijn verworpen. Nu is het kleine voorstel aamvaard, en dat is reden om daarop voort te bouwen. Een 1/2 H.L. is onvoldoende, mu is het zeer billijk om te probeeren en een mud vam te maken. Het is volkomen in overeenstemming met onze tactiek en ge heel eerlijk. U. mijnheer Zuidiema, z.g. als demo craat ingetreden, behoort tot de ergste reac tionairen. De heer OOSTDAiM: nog erger dam ik dus. De heer VAN EOK: meen mijnheer Oost- dam dat kam niet. Een spel wordt niet door ons gespeeld, wij pogen te krijgen wat kan, andere niet. Wij zouden gaarne 2 mud vragen doch dat Wordt toch verworpen en daarom dit voor stel. De heer WITMANS heeft met zeer veel imstcmmimg gezien, dal B. en W. uiit eigen initiatief met dit voorstel kwamen. Doch 1/2 H.L. is wel wat schriel. Hij staat op 't standpunt, dat de oveilheid volledig moet steunen en daarom zal hij stemmen voor hd voorstel v. Stralen. De heer WILBRINK wijsteer op, dat aan genomen is destijds een voorstel om een 1/2 H.L. per week te geven voor den halven prij3. Dit is geworden gratis. Stelt men zich op het gratis standpunt, dam is het voorstel v. Straten juist, doet men dat niet, gelijk Bspr., dan moet men daartegen opponceren en met B. en W. meegaan. Het voorstel Van Straten ligt geheel in de lijn dier partij doch zijn standpunt is an ders on daarom zal hij voor B. en W. stem men, die z. i. ver genoeg gaan. De heer SIJTSMA stelt zich met dem heer Witmoms op het standpunt, dat een 1/2 H.L. onvoldoende is, wanneer men afdoen de wil steunen. Daarom zal hij meegaan raot het voorstel v. Stralen. Wethouder SANDERS zegt, dat men (ten oorsprong vam deze steimverleening uit het oog verliest. Hij releveert deze nog eens om te doen zien, dat aanvankelijk heel wat minder werd gegeven, terwijl vorig jaar eerst werd gegeven, wat B. en W. nu voor stellen. Nu voorstellen uit eigen initiatief 1 Deze huipvcrleening draagt geheel het ka rakter vam een kleine tegemoetkoming,- an dere niet. De daling der cokesprijzen is juist een ar gument tegen verdoren steun. Alleen om practische gronden is destijds de cokes gratis gegeven in plaats van tegen don halven prijs, verzekert hij dem heer Wilbrink. De heer v. STRALEN komt op legen het z.g. overvragen en overtroeven. Ook hij gaat op de geschiedenis in. Destijds trok hij zijn eigen voorstel in ten gunste van een voorstel Wilbrink, alleen om voor de werkloozen maar wat gedaan te krijgen. Spr. schetst nu de situatie in vele werk- een dn alle opzichten gelukkig jaar toe, Wil lem. Heel lief van je. Toen zweeg hij. Er was iets, waarover ik met mezelf niet eens was of dik het hem zou zeggen of niet. En nu zei ik het in weerwil vam mezelf tooh: Willem, waarom krijg ik nooit eem zoen van je? Een broer mag zijn zuster toch wel kussen? Hij glimlachteik geloof ietwat ver legen. O ja, maar het gebeurt niet altijd. Men kam vam elkaiar houden, heel veel zelfs, en toch elkaar niet kussen. 'Neem, dat is niet waarMenschen, van wie men veel houdt, "wil men kussen Sinds mijn pleegmoeder van me is (heenge gaan, kust nooit iemand me meer.en vandaag is 't nieuwjaarsdag. Plotseling, zonder dat ik er aan dacht, kreeg ik tranen in mijn oogem. Maar mijn lieve Phylleke! Hij mam mijn hoofd tuösohen zijn beide groote ihandem en kustje me heel teeder op mijn oogen em toen ikeelk hij, zooader iets te zeggen, me even aam, Ik bad zoo graag ge wild dat hij iets zei.... en toen heb ik maar gezegd, wat me ivoor mijn mond kwam: Je kuat me beelenvaxul niet), zodals mijn pleegmoeder het deed Toen begon hij vam ganscber harte te lachen en ik lachte ook en toen gingen we ontbijten. De chocolade was wel wat koud geworden, maar ik voelde me opgewekt en .Willem keek weer vriendelijk. Als je het prettig vindt, dan zal ik voortaan eiken morgen met je samen ont bijten, Willem. Maar, kindlief, ik ontbijt om lialf- achtop z'n laatst Wat doet dat er toe?.... Natuurlijk ben ik dan nog niet klaar met mijn toilet. maar ik verschijn dan, zooals ik nu ben en zooals toen.Nu zou juffrouw Arguin niet meer het recht liehhen zich le ergeren Zou je het prettig vinden, ais ik altijd samen met. je ontbeet? Natuurlijk wel.maar ik zou het niet prettig vinden verandering in je ge woonten te brengen - Ik moest lachen. Ik geloof eer, dat ik jouw gewoonten wat verstoor. In den loop van den dag zijn we bij me vrouw Palain geweest een verplichte nieuwjaarevisile. Toen we binnenkwamen, riep mijnheer Patain uit: Daar is het verliefde paartje 1 Kerjean trok hetzelfde koddige gezicht, dat hij, onbewust, in dergelijke gevallen altijd trekt. Ik geloof, dat ik de eenige ben, die dat gezicht opmerkt; het is niet te beschrijven en het drukt niets iets bepaalds uit, zelfs niet voor mijWat ik wel kan constabeeren, is de overeenstemming, die er bestaat tusschen gevolg en oorzaak. Bovendien geloof ik, dat, al waren we werkelijk een veriiefd paartje geweest, Wil lem het toch erg vervelend zou hebben ge vonden, dit zoo te hooren verkondigen. De Pafanrs waren ad'leriiefst en hielden óns bij zich te dineerenik geloof, dat mijnheer George Patain veel van Willem houdt en hem naar waarde weet te schat ten. Hij heeft hem tegenover mij dermate geroemd en terecht wat betreft zijn intellegentie en zijn karakter, dat ik er zeer trotsch op was en dat het me zelfs wat ont roerde. s' Aan het eind van het diner zei hif, lachende U hebt hem me ontstolen, mevrouw tje! Ik had hem in petto willen houden voor mijn dochter. (Zijn dochter is negen jaar). Maar omdat mijn vriend Kerjean op deze manier tien jaar eer een zeer gelukkig man ic. geworden, en ook omdat er van u zoo heel veel bekoring uitgaat, vergeef ik u. Wat zou ik graag willen, dat Kerjean een. heel gelukkig man was. V. 17 Januari. Vanmorgen zei Willem, toen ihij weg ging: Ik kom tegen vier uur thuis om ie werken; je bent dan natuurlijk uit, maar wil je zoo vriendelijk zijn er voor te zorgen, dat er in mijn wcitkkamer vuur word' aan gelegd? Hij weet best, dat Amaïk liet vuur wel zal aanleggen, ook zonder dat ik er voor zorg, dat hel gebeurt; maar hij weet ook, dot ik (bet prettig vind me een air le geven van gewichtigheid en dat ik dergelijke opdrach ten zeer vleiend vind. Ik ben niet uitgegaan. Ik heb voor het eerst mijn mooie japon voor in-huis aange trokken, die mijn nieuwe naaister ik sta meer en meer verstomd over haar lage prij zen kort geleden voor me gemaakt heeft, een lieel eenvoudige japon van wit laken, alleen met wat zwanendons en Ven et iaan- 9dhe kant opgemaakt (Wordt vervolgd),

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5