No. 20106.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 26 September
Derde Blad. Anno 1925.
0 B9UOL WEtXOYERZMHIT.
FEUILLETON.
Oe Reisgenoote
BRIEVEN UIT BERLIJN.
Dnitschland naar de veilig-
heidspact-conierentie De
Mosoel-affaiie vastgeloopen
Baldwin's positie ver-
Ewakt Caillaux in Ame
rika Geen snc'ces in
Marokko.
Het is in Dnitschland gegaan als te voor
alen was. De regeering heeft de uitnoodi-
ging voor de veiligheidspact-conferentie
aangenomen en rijkskanselier Luther en
minister van buitenl. zaken Stresemann aan
gewezen tot vertegenwoordigers. Of Lu-
zern, Lausanne dan wel Locarno de con
ferentie gastvrijheid zal bieden, dient nog
te worden vastgesteld. De Duitsch-natio-
nalen hebben, trots wat kabaal, niet dur
ven tegenstemmen, bevreesd voor het
odium, dat dan op hen zou zijn geworpen.
Niettemin hebben zij ook geen volledige
goedkeuring kunnen en durven uitspreken.
Zij hielden eens weer een slag cm den arm,
n.L door het voor te stellen alsof de nu
komende conferentie geen beslissing zou
beduiden, alleen nog maar informatorisch
zou zijn. Men mag wel bijkans als zeker
aannemen, d5at dit is geschied om inmid
dels tijd te winnen, om fatsoenlijk de draai
te kunnen aannemelijk maken voor hui
aanhang.
In ieder geval de conferentie is dan in 't
zicht en wanneer men leest, hoe Briand
bijkans hartstochtelijk waarschuwde: de
vrede moet verzekerd, anders hebben we
met een paar jaar weer oorlog, zou men
licht geneigd zijn tot optimisme, waartegen
een zachte waarschuwing o.i. niet achter
wege kan blijven. Zoo van een leien dakje
zal het heusch niet loopen, daarvoor zijn
nog te veel moeilijke factoren in 't geding
doch de weg voor een oplossing is althans
gebaand en men kan er komen Wil men
in zooverre optimistisch zijn, het zij. Men
komt verder met een gezond optimisme dan
met neerdrukkend pessimisme.
De dringende waarschuwing van Briand
lijkt overigens volledig juist. Slaagt men er
niet in, om in de groote Europeesche vraag
stukken het met elkaar eens te worden,
dan glijdt Europa vanzelf den oorlogsaf
grond tegemoet. Wat een nieuwe wereld
oorlog zou beteekenen...... Men spare ons
voor een beeld van de ellende, die dan zou
losbarsten. Europa zou zich zelf in het ver
derf hebben gestort
Ook in Genève zijn de vredesklanken aan
de orde van den dag gebleven en in enkele
kleine aangelegenheden nok in daden om
gezet Des te betreurenswaardiger is het
daarom, dat te Genève één schrille oorlogs
klank heeft weerklonken en nog wel in de
gevaarlijkste materie, (iïe daar momenteel
in behandeling was, n.l. Mosoel. Polen
moge zijn zin hebben gekregen in het ge
schil met Dantzig, waardoor in deze „vrij
stad" groote verontwaardiging, zich uitend
in demonstraties etc. is gewekt, och, het is
kinderspel vergelijken bij het Engelsch-
Turksch conflict, zooals zich dat heeft toe
gespitst. Feitelijk is de heele Mosoel-affaire
hopeloos vastgeloopen. Dc Volkenbonds
raad durfde geen uitspraak aan, zocht en
vond als te doen gebruikelijk is in zulke
gevallen een uitstel-methode (hier het voor
leggen van een juridische vraag aan het
Hof te Den Haag) en stelde zich zelf aldus
voor eenigep tijd veilig, al valt op de wijze
waarop, zoo heb een en ander af te din
gen. Maar de Turken maakte dit uitstel
geheel van de kook. Zij zagen er de beves
tiging in van hun idee, dat de Volkenbonds
raad alles deed, om slechts een uitspraak
tegen hen te kunnen geven en zij verklaar
den eenvoudig, zich bij geen uitspraak te
zullen neerleggen, tenzij die luiddeMo
soel behoort aan Turkije. Later werd dit
door een der Turksche gedelegeerden nog
eens aangedikt in de verklaring: Mosoel is
Turksch, Mosoel blijft Turksch. Daartegen
over stelde dc Engelsche minister Amery
direct, dat Engeland zich dan aan alle ver
plichtingen onttrok. Waarmee in strijd is,
dat Engeland niettemin den Raad later
verzocht een onderzoek in loco te doen in
stellen naar de z.g. Christen-deportaties,
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
G-eauloriseerde vertaling van W. H. G.
45)
Ik zal het nooit missen, want doe je
niet het onmogelijke voor me, opdat ik het
niet zou missen?Hoor eens, ik heb
nog altijd een venmoeden, een verdenking,
die ik met van me kan afzettendie
twee duizend francs van den man, die on
bekend wenschte te blijven," en die zoo te
goeder ure uit den hemel me in den schoot
zijn komen vallen en die je me zoo zonder
eenig bezwaar hebt aangeraden aan te ne
men. dat was een attentie van jou.
een vriendelijkheid, die je liefderijke zorg
je ingaf.Ik weet het zeker, o ja, nu weet
ik liet zeker!
Hij protesteerde met kracht, maar.hij
kreeg een kleur. Mijn brave Kerjean. kreeg
een kleur! Daar had ik pret in, maar het
ontroerde me levens.
O, KerjeanI riep ik uit, zondier de dis
cussie langer te rekken, wat ben je toch
goed! Ik geloof niet, dat er op de heele we
reld twee menschen zijn, zóó goed en zóó
fijn-gevoelig als jij!
Hij glimlachte.
Je ziet hoe verrukt ik ben, zoo'n vol
maakt wonder te zijn.Dus, houd je nu
bp met huilen?
Ja, ik zal ophouden, mijn lieve, goede
Triend.
Nu moet je vr ooi ijk, rustig en vol ver
trouwen zijn, ter wille vam je vrienden
j& geen zorgen meer over geldzaken maken!
waarop de Raad is ingegaan. Vast zit men,
hopeloos vast Er komen reeds zeer alar-
meerende geruchten over Turksche troepen
verplaatsingen etc., geruchten, die niet te
controleeren zijn, al wil men ze uit enkele
kleine gebeurlijkheden als het weigeren van
pas-visa, het onthouden van toestemming
aan vliegers over Klein-Azië te vliegen, be
wijzen. In ieder geval doen deze geruchten
al zien, hoezeer de kwestie Mosoel het ge
vaarlijke kookpunt is genaderd.
De Turken staan overigens sterk, doordafe
in Engeland absoluut geen lust bestaat in
een oorlog met Turkije over wat enkele
bladen al gramstorig- noemen een stuk
woestijn. De regeenng krijgt dan ook reeds
harde noten te kraken en ontegenzegge
lijk is, trots de overgroote meerderheid,
waarover het beschikt, het kabinet-Baldwin
org verzwakt. Behalve juist een te strakke
houding tegenover Turkije verwijt men het
besluiteloosheid en halfheid. Zoo te Ge-
ncve, waar de Engelsche delegatie dit jaar
inderdaad geen fraai figuur heeft gemaakt,
zoo in de fundeering der Fransche schuld
en zoo in de binnenlandsche politiek.
De overwinning van Labour bij een tuB-
echcntijdsche verkiezing spreekt daarom.
En in het mijnconflict, dat negen maanden
van de baan heette, is plotseling weer een
crisis ingetreden. Het is alsof de regeering,
die zooveel te hooren kreeg over een slappe
houding tegenover de mijnwerkerseischen,
nu opeens in een betrekkelijke kleinigheid
den voet dwars heeft willen houden. De
vraag was dezemag tijdens de negen
maanden-uitstel-periode voor een volledig
onderzoek naar de mijn-omstandigheden
het grondtarief der loonen gewijzigd alias
verlaagd worden, waartoe een paar mijnen
waren overgegaan. Ja, zei Baldwin met de
mijneigenaren, neen zeiden de mijnwerkers,
die daarbij achter zich hebben de publieke
opinie, die ook in de vaste overtuiging is,
dat aan de loonen gedurende de onderzoek-
periode niet zou worden geraakt. Gezien
het weinige, wat hiermee gemoeid is, schijiit
Baldwin's houding zeer geschikt, om dc
heele mijnkweetie op haren en snaren te
zetten, hetgeen thans dubbel gevaarlijk is
géwordén, daar de z.g. triple-alliantie in
de arbeiderswereld immers hersteld is. Dat
men de situatie ernstig inziet, bewijst ook
de inrichting van wat men in Duitschland
noemt Nothilfe.
Nogmaals, Baldwin's positie is ernstig ge
schokt en de voorspelling van McDonald,
dat uiterlijk volgend voorjaar nieuwe ver
kiezingen noodig zouden zijn, kon wel eeni
niet ver mis zijn. Of daarom Lloyd George
ook zoo ijverig een nieuw liberaal program
op landbouwgebied afschaffing van het
groot-grondbezit verdedigt?
Maar keeren we nog even terug tot ons
punt van uitgang: den vrede en het werk,
dat in zijn dienst wordt verricht. Daartoe
behoort ook de Fransche overwinning te
Genève inzake de voorbereiding van een
algemeene economische conferentie. Het
voorstel daartoe is aangenomen.
Wanneer Uaillaux in Amerika nu eerst
maar eens de kwestie der Fransohe schul
den tot een goed einde brengen kon
Allerlei proefballonnetjes worden reeds op
gelaten ten aanzien van zijn voorstellen en
de houding der Amerikanen daartegenover,
't Is allemaal gissen, dat op een goeden
uitslag hoopt. Maar zoover is het nog niet
en Oaillaux is het er niet gemakkelijker ge
maakt, doordat inderdaad de vrijwillige
binnenlandsche leening mislukt moet hee-
ten en men nu tot een gedwongen leening
zal moeten, overgaan, hetgeen het Fransche
crediet niet zal versterken.
Welk crediet er ook niet beter op wordt,
doordat de strijd in Marokko geenszins
brengt, hetgeen er van verwacht werd. De
pan jaarden schieten nog altijd niets op en
ook de Franschen zijn zoodoende gedeelte
lijk tot stilstand gedoemd, Zelfs praat men
al over een winter-campagne als die al
thans tot de mogelijkheden behoort
Een zeldzaam staaltje van „beschaving"
is ongetwijfeld de premie, gesteld op het
hoofd van Abdel Krim. Een stap terug naar
den betaalden sluipmoord
g
Dat beloof ik je; je zult zien, dat ik
heel verstandig zal worden en de meest on
waarschijnlijke zuinigheid zal in acht ne
men. Ik zal zulk een merkwaardig Mi
nister van Financiën zijn, als de wereld er
nog nooit een aanschouwd heeftJe zult
verbaasd over me staan!
Tk heb aJ over je verbaasd gestaan,
Phylleke.
Wanneer dan?
O, meermalenNog niet heel lang
geleden ,moet ik je eerlijk bekennen, zag
ik ryet meer in je dan een aantrekke
lijk kind, waarvan ik veel hield,, een
kostbaar, levend poppetje, mijn prinsesje
van vroegeren nu heeft zich een nieuw
wezen voor me geopenbaardIn enkele
uren verloor je alles Phylleke, bescherming,
fortuin, liefde In je eraart en toen je
daar zwak en weerloos stond, ben je zeer
dapper geweest.ik heb je zien lijden,
ik heb gezien hoe je met berusting een
zware taak op je hebt genomen.Ik heb
bemerkt, dat je een fatsoenlijk, zelfs schit
terend huwelijk niet hebt willen aangaan,
om trouw te blijven aan je ideaalen
dat alles zoo heel gewoon, zonder je zelf
heldhaftig te vinden, zonder in opstand te
komen, zonder bitterheid en zonder op te
houden, je zelf te blijven; je was zoo'n
arm, klein ding, dat niet in de wieg was
gelegd voor zooveel ruw9 en smartelijks en
voor wie de levenslast te zwaar werd....
Ik heb je dikwijls bewonderd.
Toch zeker niet te Brugge! merkte ik
onwillekeurig op.
Zeker wel, te Brugge ook.
Maar, Reuzen-Bizuth, dat kon ik toch
niet aan je zien!
Waarom niet?....
Wel, omdat je, soms....
Do brandstichting-epidemie. -
l>e wachters op de torens. De
wolf is los! De strjjd om de
Grieksche godin. De bokspartj).
Berlijn, midden September.
De Duitsche hoofdstad wordt einds eenige
weken door een kwaadaardige en gevaar-
l[ke epidemie bezocht: door de pest van
de kwaadwillige brandstichtingen, die met
een geheimzinnige snelheid zich uitbreidt
en in alle hoeken van de stad verwoestingen
aanricht Het begon in een stadswijk, in
het Zuidoosten van Berlin, waar eerst
met tusschenpoozeti, die steeds korter wer
den, en dan iederen dag, of liever iederen
nacht, in het eeu of andere gebouw (bgna
altgd een hoekhuis) brand uitbrak. Nu echter
beperkt de epidemie zich niet meer tot dit
kwartier, ze is ook naar de andere rtads-
deelen overgeslagen. Iederen morgen brengt
een nieuwe jobstijding, na eens in liet
Zuiden, dan in het Noorden of Westen eeu
zolder uitgebrand, waarbij beaittmgen ver-
nietigd, woningen beschadigd, menschenle-
vens bedreigd werden.
Van het begin af was het duidelijk, dat
men hier niet met een ongelukkig toeval
te doen had, maar dat meoschelgke laag
heid schuld aan den verse hrikkelgkon toe
stand was. De brandweer, die niet meer
tot rust komt, stelt met haar oude ervaring
en kennis telkens weer rast, dat geen
schoorsteenbranden, geen onvoorzichtighe
den, van welken aard tok, de oorzaak kuoneii
zgn. Duidelijke sporen wijzen op misdadi-
gerswerk, dat volgens etn bepaald plan is
uitgevoerd, b.v. in spiritus gedrenkte mar
trassen of houten deeïen van de zolders, die
met licht ontvlambare vloeistoffen bespren
keld zijn. Mto kan niet zeggen, dat de
brandstichtingen van dievenbenden uitgaan,
die van de algemeene verwarring gebruik
willen maken om zich vreemde goedgren
toe te eigenen. Neen, het schjjnt een zuiver
duivelsche lust tot vernielen te zgm, die
hier aan het werk is. Men zou het niet
mogelgk achten, dat zoo iets bestaat, maar
de men.seliplijke slechtheid is ondoorgron
delijk. Dat bij al deze euveldaden steeds
dezelfde boeven aan het werk zijn, is nau
welijks aan te nemen. Misschien in het
begin, toen altijd dezelfde straten door de
vuurplaag getroffen werden. Zooals do
zaken nu staan, moet men echter aannemen,
dat de prikkel tot zulke afechuweljjke han
delingen evenals een ziekte aanstekelijk werkt
en nu hier, dan daar een paar booswichten
tot dit satanswerk aanzet.
De overheid staat tot nu toe machteloos
tegenover dit schandelijk optreden. Op ver
schillende plaatsen heeft weliswaar de
politie verdachte individuen gearresteerd,
jnaar het is nog niet bewezen, dat ze
brandstichtingen op hun geweten hebben.
Slechts de waakzaamheid is met succes
verscherpt: sinds ecnigo nachten zijn op
alle torens van Berlijn, in raadhuizen en
kerken extra-wachten gestationeerd, die
uitkyken of zich niet ergens een vuurschijn
of een verraderlijke rookwolk toont: Men
denkt aan middeleeuwsche tijden terug, (oen
de brandwachters op de torens zaten. Men
zou misschien meeuen, dat de ontwikkeling
van de menschelijke beschaving en van de
voorzorgsmaatregelen zoo ver gevorderd was,
dat men tot zulk een primitieve controle
zijn toevlucht niet meer behoefde te nemen,
liet blijkt, dat dit een vergissing was. De
vooruitgang beteekent niets. Slechts één
onderscheid bestaat tusschen de wachters
der middeleeuwen en die van den tegen-
woordigen tijd: die van nu hebben geen
hoorn meer, waarop ze blazen, ze luiden
ook de klok niet meer, maar ze zijn
met telefoontoestellen toegerust, waarvan
men de leidingen tot in bet uiterste puntje
van den toren gelegd beeft. Daardoor heeft
men ten minste de laatste nachten den uit-
brekonden brand eerder dan anders ontdekt
en daardoor verhoedt, dat de schade al
te groot wordt Vernield wordt er toch
nog genoeg. Want de branden worden overal
met zooveel raffinement gesticht, dat, Wan
neer de brandweer aanrukt, de geheele
dakstoelen in lichterlaaie staan. Aan den
wantoestand zal niet eerder een eind komen,
voordat men een paar schuldigen heeft
gepakt en voorbeeldig gestraft
Omdat ik soms erg norsch was?
Neen. dat nietl
Jawel, dat was heil Dc ben een
sleurmensch en kan de fabriek, mijn vlieg
tuigen, mijn studie, die me zoo na aan het
harte liggen, niet verlaten, zonder me een
beetje ontredderd te gevoelen.mijn ge
moed ondervindt er de nawerking van.
Daarbij kwam nog, dat ik te Brugge oogen-
bükken had, dat ik geprikkeld was, uit
mijn evenwicht gebracht door ik weet niet
welk gevoel van gekwetsten mannentrots,
dat jij niet kunt begrijpenJe was zelf
tamelijk nerveus, PhyllekeIk raadde
je gedachteje gevoel van spijt, dat me
een beetje hinderde, en waarvan ik je
zeer onbillijk in mijn binnenste een
verwijt maaJrte. En toch vond ik je zoo lief
wegens den fijngevoeligen kijk, dien je op
alles hadtBijna in weerwil van jezelf
stelde je juist in die dingen belang, die mij
zelf interesseerdenen ik zag je in
verrukking staan, terwijl je den regen en
je slechte humeurtje van verwend kind
vergat, tegenover de meesterwerken, die ik
je toonde. Je hebt me eens gezegd, al lang
geleden, in Vichy wellicht herinnere je
je het nog wel: „Misschien is er nog een
andere Phyllis, die je niet kent, Kerjeanl.
Je hadt gelijk.... Die Phyllis, die ik nog
niet kende, hèb ik nu leeren kennen....
Ongetwijfeld zal er nog wel een andeie zijn,
een, die zichzelf nog niet kenten die
misschien nooit iemand zal leeren kennen.
In een opwelling van mijn hart reikte ik
hem zijn bedde bandon.
Indien het de liefste en de beste is,
die, welke hel meest geschikt ist jou geluk
kig te maken, dan hoop ik, dat 3 die zult
leeren kennen, zei ik.
Toen glimlachte hij en zei, heel zachtjes:
Een andere bezoeking, die den armen
Berljjnera beschoren werd, wa3 van ooschul-
digen aard. Het was eigenlijk meer een
straf voor het leedvermaak, waarmede men
gelezen had, dat in Par (ja uit een circus
een jonge luipaard losgebroken was, die
eerst na oen opwindende jacht neergescho
ten kon worden. Deze opzienbare gebeurtenis
ben(jddo Berlijn de Fransche hoofdstad. lil
dus ontsnapte onlangs uit den Zoölogischen
Garten een wolf, weliswaar een minder ge
vaarlijk dier dan een luipaard, maar niette
min voor de straten en tuinen van een stad
een ongewone en niet onbedenkelijke ver
schijning. Den Berlijnschen wolf ging bet
beter dan zijn wilde Parjjscho collega.
Nadat de bewoners van de wijken in de
nabijheid van den Zoölogischen Garten een
dag lang gegriezeld hadden, werd het
roofdier, dat overigens een tamelijk vrien
delijk vertegenwoordiger van zijn soort bleek
te zrjh, door zijn bewakers in den dierentuin
gevonden, waarop het zich goedig naar Zrjh
kooi terugleiden liet.
In een groote stad wordt er altjjd voor
gezorgd, dat er iets gebeurt,waardoor de
gemoederen in beweging komen. Een heftige
strijd is ontbrand over een voorwerp, dat
inderdaad waard is, dat er om getwist
wordt Bet gaat om niets meer of niets
minder dan om een Grieksche godin.
Niet om een levende, zooals men wel zal
begrijpen, die uit den hemel neergedaald
is, maar om een van marmer, die uit den
grond is opgestegen. Een merkwaardige
geschiedenis. In den vorigen winter dook
in den kunsthandel plotseling een lot nu
toe geheel onbekend werk van antieke
plastiek op. Een standbeeld van een ver
rassende, serene schoonheid en verheven
heid van uitdrukking, een voortbrengsel van
de vroeg-Grieksche kunst waarvan we nog
betrekkelijk weinig weten. In alle stilte «1
heimelijkheid maakte de directeur van de
afdeelingai antieken van de Berljjtnsche
musea, Theodor Wiegand, zich op om de
verbazingwekkende vondst te bekijken, en
er de hand op te leggen. Want afgezien
van haar andere voortreffelijke eigenschap
pen, is bet beeld, doordat de détails zoo bij
zonder goed bewaard zgn gebleven, oen
unicum. Men kan duidelijk de kleuren her
kennen, waarmee de Grieksche meester eens
het marmer beschilderd heeft men kan zelfs
de verbleekte sporen van het Maeander-
patroon oog herkennen, waarmee het gewaad
van de vrouwelijke figuur versierd was.
Is hier sprake van oen vervalsching? Maar
Wiegand haalde alle archaeologische auto
riteiten er bg, die hjj vinden kan en allen
verklaarden, na een nauwkeurig onderzoek,
eenstemmig: Dit werk is echt en oud.
Hoe nu te komen aan de middelen om
net marmer aan te koopen? De prijs, me
gevraagd werd, was hoog en de post
die de Pruisische Staat tegenwoordig voor
artistieke doeleinden uittrekt is vanzelf
sprekend zeer beperkt Daarom ging Wiegand
naar de rijke kunstvrienden, en het gelukte
hem werkelijk door zijn overredingskracht,
op die manier meer dan een half milliocn
goudmark bijeen te brengen. Maar dit was
nog niet voldoende. Meerdere honderddui
zenden marken ontbraken nog aan de koop
som. Toen trad het stadsbestuur van Berlijn
ten tooneele en verklaarde: „Wij stellen
belang in dit cultuurwerk en willen het
geld, dat nog ontbreekt ter beschikking
stellen."
Tot nu toe was alias prachtig gegaan.
De verschillende onderhandelingen waren
met groote omzichtigheid gevoerd, zoodat
het publiek geen woord daarvan te weten
kwam. Maar niets bljjift geheim. Ook deze
zaak lekte ten slotte uit nog voor dat het
gemeentebestuur formeel c-o officieel zjjn
goede plannen in een besluit had omgszet
En toen brak ar een storm los. Wat, riepen
verontwaardigde stemmen, voor den „ouden
steen", voor een stuk marmer, dat in den
grond lag, zullen we zooveel geld uitgeven
in een "trjd, dat ontelbare menschen honger
lijden, ontelbare firma's bankroet gaan? Wat
riepen de jonge kunstenaars, voor een
beeldhouwwerk, dat een paar duizend jaar
oud is, zullen honderdduizenden op tafel
gelegd worden, terwijl de thans levende
Duitsche schilders en beeldhouwers niet
weten, waarvan ze hun verven, hun linnen,
hun modelleermateriaal betalen zullen! Zoo
is plotseling eeu vraag acuut geworden,
Mijn lief kind
En hij kuste mijn handen.
Ik geloof werkelijk, dat, als hij een zusje
had gehad, hij er niet inniger van zou heb
ben gehouden dan van mij.
Zoo eindigde ons eerste gesprek, dat wij
over zaken hadden.
Van toen af deed ik mijn best zuinig te
wordenen ik werd het ook. Wat het
huishouden betreft, is het gemakkelijk ge
noeg. want Analk, die bij de pinken en ver
standig is, weet precies wat alles kost en of
het geld waard is; niemand weet beter dan
zij wat, in verband met het jaargetijde, het
voordeeligsle is om le worden genomen; ik
heb haar uitdrukkelijk bevolen mijn onbe
wuste pogingen tot geldverspilling tegen te
gaan. Toen ik onlangs vroeg naar doperwtjes
asperges of aardbeien, deed ze me opmer
ken, dat we in de maand December zijn, en
dat het eten van aardbeien, doperwtjes en
asperges in December dwaasheid zou we
zen. Ik had daaraan nooit gedacht. Op die
manier leer ik.... en sindsdien gelukt hot
me om lekkere en toch goedkoope inkoopen
te doen.
Analk is een juweel I
Wat de uitgaven voor mezelf betreft, is
de zaak minder eenvoudig.Maar ik ben
onverbiddellijkl
Het ingewikkelde net van lijnen van den
métrovan de trams en de autobussen zal
weldra geen geheimen meer voor me heb
ben, zóó door en door heb ik het gidsje,
met bijbehoorend kaartje, dat ik me heb
aangeschaft, bestudeerd.
Leerling Kerjean, welke lijnen zou je
nemen, om van deze of gene straat naar dit
Populaire naam van den ondergrond-
schen spoorweg te Parijs (nool v. d. vort.).
dia verre van gemakkelijk te beantwoorden
is. Het is ongetwijleld een getonde opvatting,
zich togen een uitgavej die men een luxe noe
men kan, te verzegen op een oogenbliii; dal
het gebrek en de geldschaarscbte door het
land sluipen. Maar aan den anderen kant La
het ook een ernstige kortzichtigheid, een
aankoop van dien aard slechts als lux*
to beschonwen, de groote beteekenis van
eeu dergelijk bezit voor een stad te loo
chenen; de bljjlvende waarde te miskennen,
die Berlijn door het verwerven van een
meesterwerk, dat eenig in zjjn soort ia,
aan zijn schat van beschavingsmiddelen en
bezienswaardigheden zou toevoegen. Het
ontbreekt hier niot aan stemmen, die be
weren, dat het buitenland het eig naavdig
zal vinden, als Duitschland, dat tot over
de ooren in de schulden zit, zich een derge
lijke uitbreiding van het kunstbezit per
mitteert.
Maar men kan tegen deze bedenking
inbrengen, dat in de geheele cultuufwereM
deze vrijwillige gave voor aankoop van Zulk
eeu boteekenis beschouwd zal worden als
een teekeo van Duitsche levonenergie, wolke
niet vergeet, dat zells in de slechte jaren
de zorg voor de hoogere 'belangen voor
het welzijn en het aanzien van een groot
volk onontbeerlijk is.
Een andere strjjd weliswaar, die dezer
dagen te Berl'gn uitgevochten werd, heeft
onder de bevolking, onder de massa een
geheel andoren weerklank gevonden. Dat
was de groots beslissende wedstrijd tus
schen.... twos boksers! Het ging om de
levensvraag; wie de sterkste vuisten en de
grootste behendigheid bezat: Breit.nstraker
of Samson want deze beide meesters
in bun vak wilden zich met elkaar meten.
Het was een tooneel, dat best met alle
Romoinsche gladiatorcngevechlen een ver-
gelgking bad km. .oa doorstaan. De belang
stelling, waarmede de Berlijners den afloop
van dozen in koortsachtige spanning alge-
wachten strijd tegemoet zagen, nam kolossale
en groteske vormen aan. Of een wedstrijd
van zangers of dichters in staat geweest
zou zgn, zoovele duizenden op dc been te
brengen, zulk oen hartstochtelijk partjj
kiezen uit te lokkon? Nu, de spanning
waai' tegenover de belangstelling voor de
Volkenbondsbespreking niet in aanmerking
kwam is ten einde: Breitenstrater hoeft
gewonnen. Na een zwaren strijd, waarbjj
uit neuzen en oorett een aardig quantum
bloea vloeide. De zaak had echter een
eigenaardige bijsmaak. Want Breitenstrater
staat bekend als een man der „Reichsban-
ner", als eon massieve republikein en de
mocraat, terwijl Samson juist in het bij
zonder door do rechtsgezinde sportvrienden
gevierd wordt Het was dus als het ware
een bokspartjj tusachen zwart-rood-goud cn
zwart-wit-rood; zwart-rood-goud heeft ge
triomfeerd laten we hopen, dat dat niet
alleen in het Sportpnlast te Berlijn het
geval zén zal....
Dr. MAX OSBORN.
RECLAME.
SPREKENDE FEITEN.
De feilen bewijzen hoe langer hoe meer,
dat het beroemde G. A.-systeem inderdaad
lol dusver ongekende voordeden schenkt en
een algeheele omwenteling op het gebied
van Ileerenkleeding teweeggebracht heeft
De naam van G. 4 A. weerklinkt thans
door het geheele land en gedurende het
laatste jaar heeft C. A. niet minder dan
zes nieuwe Heerenzaken geopend, namelijk
te Leiden, Utrecht, Arnhem, Enschede,
Zwolle en Groningen, om niet te spreken
van de kolossale zaak te Rotterdam, die
nu ongeveer anderhalf jaar geleden aldaar
gevestigd werd. Dat dit allee zoo ongeloote-
lijk snel in zijn werk gaat, is toch een over
weldigend bewijs, van de enorme besparing,
die C. A.'s Heorenkleeding biedt Daarom
kan het ook geen verwondering baren, dat
het aantal tevreden cliënten van C. 4 A.
met den dag groeit, en voor C. 4 A. een
aansporing is op den ingeslagen weg voort
te gaan on moderne, solide IIoerenk 1 ceding
voor de bekende C. 4 A.-prijzen binnen
ieders bereik te brengen, waardoor de tpreujc
der firma „C. 4 A. is toch voordeeliger, ook
voor Ileerenkleeding", nog meer in popu
lariteit zal winnen I
Advertentie No. 4033
of dat plein te gaan?.... Dit is een spel
letje, dat me amuseertIk win het altijd
van Kerjean; hij doet het nooit goeden
we lachen als kleine kinderen.
Gisteren was het afgrijselijk weer en ik
had overal in de stad boodschappen te doen.
Ik raadpleegde mijn onbetaalbare gidsje,
maar Willem nam het me af.
Phylleke, zei hij, het weer is le on
gunstig en legen het eind van het jaar is het
in de straten veel te druk, om je toe te staan
proeven te nemen met alle middelen van
vervoer van de hoofdstad,... Je moet een
auto nemen't Is je heer en meester, die
dit eischtl Je moet je neiging tot gierigheid
bestrijden.
Het compliment scheen me allerliefst cn
de verplichting een auto te nemen, verruk-
kelijkl 't Is de eerde in veertien dagenl
Beste Kerjeanl Ik vind het zoo prettig,
als hij mijn besparingen constateert; hij
kijkt dan zoo goed en zoo vriendelijk, dat
ik hem wel zou willen kussen.'Maar al
mijn besparingen kan hij niet constateèren.
Als het alleen maar ging om overbodige
dingen, waar ik vroeger niet aan gedacht
zou hebben er afstand van le doen. omdat
zij me zoo onontbeerlijk toeschenen, maar
er zijn andere, die ik vroeger noodig had en
waarvan Willem onmogelijk kan zien, dat
ik er nu afstand van gedaan* heb, omdat
zij hem zoo overbodig schenen.
Nog iets. Ik heb geen kamenier willen
hebben, ten minste nu nog niet; een huis
naaister is voor het naaiwerk voldoende
We zien geen menschen en toen ik onder
wijzeres was, heb ik geleerd mezelf aan
te kleedenDat kan ik besten ft
vindt het amusant I
I
(Wordt vervolgd).