Caüur LVERL AGING No. 20104. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 September Tweede Blad. Anno 1925. GEMEENTEZAKEN. BD11& DAALDERS 0.75 0.427. 0.18 FEUILLETON. De Reisgenoote Benoemingen. Curatoren van het Gymnasium bieden den Raad voor de voorziening in de vaca ture, die in hun college op 1 October a.s. sal ontstaan door periodieke aftreding van de heeren dr. W. P. Jorissen en prof. dr. P. C. T. van der Hoeven, dubbeltallen aan, waarop met de aftredenden als no. 1 nog de heeren dr. C. A. 'Crommelin en prof. dr. J. H. Zaayer voorkomen. Voor tijdelijk leeraar in de wiskunde aan het gymnasium, worden ter benoeming voorgedragen: le. de heer F. A. Minalda, phil. nat cand.; 2e. de heer W. K. Baard, eveneens phil. nat. cand., beiden alhier. Blijkens een schrijven van den Directeur der Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur sus is door toeneming van het aantal paral lelklassen het aantal lesuren aan die school dermate gestegen, dat aanstelling noodig is van een drietal leerkrachten voor het on derwijs in het Duitsch, in het Nederlandsch en in het Engelsch. Naar het advies van den directeur dragen B. en W. nu ter be noeming resp. voor de heeren W. Ruys, be zitter van de acten Duitsch M. O., A. J. van Daalen, litt. doctorandus, beiden wonende to 's-Gravenhage en mevr. G. W. Cannegie- terKop, bezitster van-de acte M. O. A te Haarlem. Eindelijk stellen B. en W. voor mej. M. G. J. de Meyere voor den cursus 1925-'26 te be noemen als leerares in de wiskundige vak ken aan de H. B. S. voor Meisjes. Voor de benoeming van een drietal on derwijzeressen bij het openbaar ónderwijs 'loen B. en W. de volgende voordrachten: School Duivenbódestr. (vac. Meubelberg) le. mej. J. P. Hemerik, tijd. onderwijzeres, alhier; 2e. mej. G. v. Weizen, idem; 3e. mej. M. J. Baart, onderwijzeres .te Scherpenisse. School Havenstraat (vac. H. v. d. Werff) le. mej. J. J. de Bruin, tijd. onderwijzeres te Eindhoven; 2e. mej. C. G. W. Krop, idem, alhier; 3e. mej. M. J. Scherpenhuizen, alhier. 0..L. school aan den Zuidsingel B (vac. G. J. Wissenburgh). le. mej. P. G. Bergman, onderwijzeres te Vijfhuizen; 2e. mej. J. C. do Cler, onderwijzeres te Benthuizen; 3e. mej. G. A. van der Noordaa, alhier. Verhuring van wateroppervlak. Door den heer K. J. v. d. Burg, wonende le 's-Gravenhage, is verzocht om een opper vlakte water, ter grootte van pl.m. 30 M2., aan de Sprietlaak te Warmond, van de ge meente te mogen huren, ten behoeve van een aanlegsteiger voor een zeiljacht. Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat noch bij B. en W., noch bij de Commissie van Fabricage bezwaar. Voor het gebruik van gemeenlewater ten behoeve van een schuitenhuis is f 20 per jaar verschuldigd, weshalve B. en W. met de Commissie van oordeel zijn, dat een huurprijs van f 1.25 per M2.~, of wel van 30 X f 1.25 f37.50 per jaar, billijk is te achten. Overneming van een gedeelte sloot In overeenstemming met het advies van de Commissie van Fabricage geven B en W. den Raad in overweging te besluiten tot overneming in eigendom en onderhoud bij de gemeente zonder betaling van koopsom, het gedeelte sloot aan het terrein, beoosten den Zijlsingel, toebehoorende aan de woningbouwvereen. „Eensgezindheid". Aanschaffing van schoolmenbelen voor Schoolvereenigingen. Door het College van B. en W. wordt na eenige toelichting harerzijde den Raad in overweging gegeven: Medewerking te verleenen aan het be stuur der Geref. Schoolvereeniging alhier, voor de aanschaffing van schoolmeubelen en van toestellen voor het onderwijs in lichamelijke oefening-ten behoeve van de onder zijn beheer staande school aan de Lusthoflaan en aan het bestuur der R.K. Parochiale Jongensscholen onder R.-K. Par. Kerkbestuur voor de aanschaffing van loer en hulpmiddelen ten behoeve van de in richting van het gymnastieklokaal der school aan het Rapenburg -48; de kosten zijn geraamd op f 2900. Kasgeldleeningen. B. en W. deelen mede, dat het hun wen- schelijk voorkomt ook gedurende het 4de kwartaal 1925 tot opneming van kasgelden te kunnen overgaan. Ofschoon toch, behalve de tijdelijke kas- geldleening van f200.000, die de gemeente ingevolge besluit van 16 Juni 1924, bij de Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij heeft aangegaan, tot dusver niet tot opne ming van kasgelden behoefde te worden be sloten, komt het hun gewenscht voor, dat hun College eenige ruimte behoude om, zoo noodig, in nieuwe kasbehoeften te kunnen voorzien. Evenals over het 3de kwartaal zouden zij het maximaal bedrag, dat in het 4de kwar taal 1925, de kasschuld zal mogen beloopen, bepaald wenschen te zien op f 500.000. Zij merken hierbij op, dat bij de bepaling van het bedrag van f 500.000 buiten be schouwing is gelaten de 9om van f70.000, tot welk bedrag, ingevolge, de krachtens Raadsbesluit van 29 Juni ji, met de N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten aan gegane rekening-courant-overeenkomsf, het debetsaldo der gemeente bij die Bank kan stijgen, zonder dat vooraf de goedkeuring van Gedeputeerde Stalen noodig is. Treffen van een dading. In de Raadsvergadering van 24 April 1922 werd besloten: a. tot het tezamen met anderen legen de N.V. Centraal Verrek enkantoor voor Brand stoffen voeren van een rechtsgeding .tot in vordering van het bedrag, dat de gemeente te goed heeft als aandeed in het bedrag, dat door het Centraal Verrekenkantoor voor Brandstoffen op grond van zijn indertijd vastgestelde verkoop©voorwaarden aan groot verbruikers verschuldigd is; b. tot het beëindigen van het geschil.be treffende de verschuldigdheid van voormeld bedrag door een dading van deze strekking,, dat de beslissing over deze verschuldigd heid zal worden afhankelijk gemaakt van den uitslag eener procedure, door een der gerechtigden tot een deel van voormeld be drag te voeren tegen hel Centraal Verreken kantoor voor Brandstoffen, wanneer bij de einduitspraak in die procedure over de ver schuldigdheid van het gevorderde wordt be slist c. tot het dragen van een deel vam de kos ten der sub b bedoelde procedure in ver band met het beloop van de vordering van de gemeente Leiden. De verschillende belanghebbenden heb ben zich vereonigd in een „Comité tot be hartiging van de belangen der deelgerech- tigden in het restitutiefonds van het Cen traal Verrekenkantoor voor Brandstoffen (C. V. B.)", welk comité de actie heeft ge leid. Het rechtsgeding is door de deelgerech- tigden in eerste instantie gewonnen; de re- geering heeft aanvankelijk tegen deze be slissing appèl aangeleekond, doch beeft zich thans- bereid verklaard een accoord aan te gaan, waarbij de deelnemers volledige uit betaling zouden verkrijgen van de hun toekomende hoofdsommen doch zouden af zien van de hun krachtens het vonnis van de Haagsche - rechtbank toekomende rente bedragende 6 pet. Het comité raadt de aan neming van dit accoord aan. Met de Cora-, missarissen der Stedelijke Fabrieken van* Gas en Electa* geven B. en W. den Raad in overweging daartoe te besluiten evenals als Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage reeds hebben gedaan. Bactereologische en Serologische onderzoekingen. Indertijd werd' door de gemeente een overeenkomst aangegaan met wijlen prof. dr% D. A. de Jong betreffende het verrich ten vain bovengenoemde onderzoekingen voor de gemeente. Door het overlijden van prof. De Jong heeft deze overeenkomst een einde genomen en heeft de Directeur van den Geneeskundigen Dienst uitgezien naar een andere gelegenheid voor het verrichten van de bedoelde onderzoekingen. Prof. dr. P. C. Flu, hoogleeraar in tropi sche hygiëne en bacteriologie, heeft zich nu bereid verklaard de bedoelde overeenkomst over te nemen. En aangezien het aantal on derzoekingen, in de laatste jaren eenigszins is verminderd, is de heer Flu bereid alle on derzoekingen te verrichten tegen betaling van een tegemoetkoming van f 1000. B. en W. stellen nu den Raad voor in dien geest te besluiten. Geen snbsidie aan „De Post". In een adres verzoekt het Leidsche Har monie-Gezelschap „De Post" om in het ge not le worden gesteld van een subsidie uit de gemeentekas. Hoe groot deze subsidie zou moéten zijn wordt niet medegedeeld. Reeds eerder bereikten den Raad verzoe ken van ongeveer dezelfde strekking, doch met het oog op den toestand van de ge- meenlefinanciën werd daarop steeds afwij zend beschikt. Ook thans geldt dit motief zoo zeer, dat alleen reeds op grond hiervan het verzoek niet voor inwilliging vatbaar is. Doch bo vendien ligt het naar het oordeel van B. en W. niet op den weg van de gemeente om voor doeleinden, als de vereeniging „De Post" nastreeft, subsidies te geven. Dit'doel is toch niet zoodanig, dat daarmede een aan wijsbaar gemeentebelang wordt gediend. Dergelijke vereenigingen, waarvan er ver scheidene in deze gemeente zijn gevestigd, dienen door het particulier initiatief in stand te worden gehouden. De muilkorven voor trekhonden behouden. De afdeeling Leiden van de Nederlandsche Vereeniging tot Bescherming van Dieren verzocht den Raad „het daarheen te willen leiden, dat de verplichte muilkorf voor trek honden uit de verordeningen worde ge schrapt". Adressante'doelt blijkbaar op arti kel 34 van de verordening op de Straatpoli- tie, volgens hetwelk het verboden is op den openbaren weg zich van een aangespannen hond te bedienen, zonder dezen vooraf te hebben voorzien^ van een lederen muilkorf, welke het bijten verhindert. Het komt B. en W. voor, dat het niet wen- schelijk is, de aangehaalde bepaling te schrappen, aangezien zij noodig is, om het publiek tegen de honden te beschermen. Het is toch bekend, dat juist honden, die voor of onder een kar gespannen zijn, dikwijls niet ongevaarlijke neigingen van waakschheid verloonen, en, blijkbaar niet kunnende ver dragen dat men dicht langs de kar loopt, uit schieten en min of meer geslaagde pogingen doen om de voorbijgangers in de beenen te bijten. Nu wijst adressante er wel op, dat ten op zichte van bepaalde bijtzuchtige honden aan de eigenaren de muilkorvin£ kan worden ge last, maar daar staat tegenover, dat die bijt zucht meestal alleen zd* blijken, wanneer de menschen eenmaal gebeten zijn. En nu moge een muilkorf voor. een hond, en speciaal voor een trekhond, onaangenaam zijn, het gaat toch niet aan, menschen aan gevaar of groo- len hinder bloot te stellen, om een hond iets minder aangenaams te besparen. De bepa ling van art. 34 is dan ook terecht in de ver ordening opgenomen en dient te worden ge handhaafd. Slootdemping gelasten. De sloot, gelegen langs de Os- en Paar- denlaan benoorden den Heerensingel is in hooge mate verontreinigd. Niot alleen dient deze sloot tot vergaarplaats van allerlei af valstoffen. afkomstig uit de huizen aan de Os- en Paardenlaan, doch bovendien loozen daarin de afvoeren van de scholen, welke tusschen de Lusthoflaan en de Os- en Paar denlaan zijn gebouwd, t.w. de R.-K. Jongens school, de R.-K. Meisjesschool en de R.-K. Bewaarschool, alsmede de Gereformeerde School. Door een en ander wordt de sloot ten zeerste vervuild, terwijl ook elke gele genheid tot waterverversching ontbreekt. In Zuidelijke richting toch loopt de sloot dood tegen, den singelweg; in Noordelijke rich ting staat zij op oen afstand van pl.m. 250 M. in verbinding met de Ringsloot van den Sladspolder, welk water als open riool dient voor den afvoer der stoffen uit de Noordelijke stadswijken en daaTom even RECLAME. 3964 I.25 PER BUS VAN 1 KILO 51 It ii •r II II M •i ii II II •I •i ii li DEZELFDE ONGEËVENAARDE KWALITEIT, DOCH GOEDKOOPER DAN VÓÓR OEN OORLOG. eens steeds in vervuilden toestand verkeert. Niettegenstaande de sloot herhaaldelijk werd gereinigd en uitgebaggerd, ontstond daardoor geen noèmenswaardige verbete ring, omdat de oorzaak van de verontreini ging niet kon worden weggenomen, en de vervuiling dus spoedig opnieuw intrad. Tot demping behoort derhalve te worden over gegaan. Voorloopig kan worden volstaan met demping van het Zuidelijke gedeelte over een lengte van ongeveer 90 M., welk ge deelte zich laags genoemde schoolgebou wen uitstrekt. Demping van het Noordelijke gedeelte;, hetwelk gelegen is langs het met een ijzeren hek afgesloten gedeelte- ran de Os- en Paardenlaan, is minder urgent. Ook een1 Commissie, bestaande uit den directeur van gemeentewerken en de stads- geneesheeren drs. W. Th. M. Weebers en J. C. M. Timmermans, door B. en W. aan gewezen om hen overeenkomstig het be paalde in artikel 12 van de verordening op wegen, lanen, straten enz. en wateringen en slooten omtrent den toestand der sloot uit een oogpunt van openbare gezondheid van advies te dienen, is eveneens van oordeel dat het Zuidelijke slootgedeelte schadelijk is voor de openbare gezondheid en derhalve dient te worden gedempt. Liggeld-verordening. Ingevolge het bepaalde bij art. 6 der ver-, ordening, regelende de heffing van een be lasting onder den naam van „Liggeld" in de gemeente Leiden, zijn schippers, die met hun vaartuig geladen met brandstoffen, lig plaats hebben aan de markt, vrijgesteld van betaling van liggeld, indien zij bij besloten water tengevolge van vorst, na zes dagen niet kunnen vertrekken. Voor andere schippers geldt deze gunstige bepaling niet, hoewel het blijkens de oor spronkelijke verordening op het heffen van liggeld wel de bedoeling schijnt te zijn ge weest, om alle schippers bij besloten watec wegens vorst, van het betalen van liggeld te ontheffen. In de praktijk werd dan oor meestal dienovereenkomstig gehandeld. B. en W. achten het echter gewenscht om den twijfel, die hieromtrent bestaat, weg te nemen en voortaan het heffen van liggeld achterwege te laten, indien het vertrek van een vaartuig, naar het oordeel van den Di recteur van don havendienst, ingevolge van de vorenbedoelde omstandigheid, wordt ver hinderd. Het bepaalde bij artikel 6 van vo- renvermelde verordening behoort alsdan In dien zin te worden gewijzigd. Vermits echter ook in het 2e lid van art. 8 der verordening reeds een tweetal vrijstel- (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C, 43) In den trein. Ik moet nog eèn paar notaties neerkrab belen, om dit dagboek te eindigen en vaar wel te zegigen aan „Brugge de Misleidister", „Brugge onder de Parapluie"Maar ik mag niet onbillijk zijnwant vandaag, o wonder 1 zag ik, toen ik wakker werd, dio zon. We hebben er met een ietwat koorts achtige haast van genoten, zooals dat altijd gaat, als je voelt, dat je vertrekt. Ochtendwandeling in de nu heldere en verjongde stad. 't Is tamelijk koud, maar het vriest niet en het lioht heeft iets goud kleurigs. We loopen door de straten, welker namen aan allerlei doen denken, rue des Ronccs, rue du Fil, rue des Ohevaliers, rue Pré-au- Moulin..en we belanden op de Quai Sainte-Anne. De gracht, met mooie trap gevels aan weerszijden, is breed en haar water glad en groenachtig.zwanen blij den voorbij. We gaan over oecn brug en met den hoogen, ©1 anken, van boven open Ton- lieu-toren vóór ons, die, naarmate wij door- ■loopen, ons langzaam schijnt te naderen, •velgen we de stille Quad du Miroir, tot de Place Van Eyck, waar, op een der .hoeken, een oud huis staat Ik bewonder de fijne ornamenleering van de oude „Loge des Bourgeois" en breng mijn groet aan de Yreemde, populaire figuur in een nds boven de groote deur, die men gekscherend „den •oudsten burger van Brugge" noemt, een keertje, dat daar sinds vijf eeüwen aller- Yermakelijkst „opzit" Wij komen in de rue Cour-de-Gand, op zoek naar interessante oude huizen, die hier talrijk zijn en daar staan We plotseling voor het huis, dat blijkbaar ten onrechte deze naam draagt van „Maison de Mem- ling".Het dateert uit de XVIde eeuw en is een van de weinige houten huizen, die nog te Brugge staan. 't Ziet er somher en zeer schilderachtig uit met zijn punti- gen trapgevel en zijn venster met kleine ruitjes.Er wordt nu kant in verkocht. O, riep ik uit, hoe mooi oud! 't Zou me gespeten hebben, aJls ik dfrt huis niet had gezien En hierop kreeg ik vlug, heel vlug, ten antwoord, alsof het iets was, dat ont snapte: 't Is historischFabrice de Mauve heeft er inkoopen gedaan Hoe weet jij dat? Je hebt hét me zelf verteld, in Wichy, toen je me zei, dat De Mauve je zoo veel van Brugge had vertelden dat het een harlewensch van je'Was ér ook eens heen te gaan Je hebt een goed geheugenfluis terde ik. Ik had een kleur gekregen en tranen in mijn oogon en ik verborg kleur en tranen zoo goed ik kon; terwijl ik naar het kant werk in de étalage keek. 't Was heel onaardig, me over Fabricede Mauve te spreken. Kerjean begreep het en hij kwam vriendelijk naar me toe en vroeg, terwijl hij zijn arm door den mijne stak: Is er iets in diion winkel, dat je graag zoudt willen-hebben, Phylleke? Ik antwoordde kortaf: Neen.... Maar ik jokte. Een zakdoekje van Vlaam- sche kant om voor te knielen, leidde me vreeselijk in verzoeking. Zou ik, hoewel ik er eigenlijk geen lust in had, maar weer goed op hem zijn Misschien. Hoe ook, Ker- iean eing zonder een woord te zeggen, het oude, donkere huis binnen en kwam er een oogenblik later weer uit met een pakje in zijn handIk wilde hem volstrekt niet vragen wat hij er gedaan had maar het mooie zakdoekje lag niet meer in de vitrine. We vervolgdep. zonder een woord te spre ken, onze wandeling door de wijk Saint- Jacques. Wat zijn er im dat gedeelte van de stad mooie pun ten 1 Toen we vrij laat klaar waren met dejeu- neeren in een restauramt, zei ik: Voordat we vertrekken, zou ik wel het Bagijnenhof willen zien; zou het nog kan nen? Jawel, maar met een rijtuig en als we geen tijd verliezen. We kwamen er over de Place de la Vigne cn de Bagijnenhofbrug en eindelijk zie ik de binnenplaats met hooge boomen, waarom heen kalm en vredig de huisjes der bagijnen sthan. Hier rust men van het leven uit en bidt men. Het gedruisch der wereld is ér onbe kend en de stille, zuivere lucht houdt slechts de geparelde echo der klokken vast De hemel is opaalkleurig en tegen dat goudachtig blauw teekenen de bladerlooze boomen evenals bij vergezichten op som mige schilderijen zich met een aetherische fijnheid af. Tusschen die slanke, houten zui len en door het fijne network van takken heen, ziet men, vrij wel op een rij, 'trap gevels en geheel witte gevels met groen om lijste vensters, waarachter hier en daar het voorovergebogen 9ilhouet van een kant werkster zichtbaar is. Links staat de kerk. recht vóór me de woning van de „Grande Dame" en de kleine kapel, die men onder kent door haar spitsbogen en klein klokke- torentje. Hier en daar kan men zioh tuintjes voorstellen, die nu slapen, omdat het winter isIn de verte, heel ver weg, verrijst de hooge spits van die Notxe-Dame met haar vier kleine torentjes O, wat een zalige rust! Soms is de lust in het religieuze leven wel eens in me opge komen.. en daoht ik, dat ik wel graag een nonnetje zou willen zijn.Lijkt het jou* ook niet troostrijk en. heerlijk om je hier uit het leven terug le trekken?? Maar hij gaf mei erg vriendelijk ten ant woord: Daar kan ik je niet goed op antwoor den.... aangezien ik nooit last had van zelfs de geringste aanvechting om monnik te worden. We gingen heen. Aan gene zijde van de gecremeleerde poort, staat het „SaChuis",de kleine sluiswachterswoning van het Minne water.. en d£ór was hel Minnewater zelf, een onvergelijkelijk' rustige waterplas, waarin de helaas bladerlooze boomen aan de oevers, hier en daar hel silhouet van een oud huis, een brug met vele bogen, een heel oud toren-overblijf van de wallen zicli weerspiegelen. Men heeft lang gezocht naar den uitleg of de afleiding van den naam van dit groote waterbassin, dat vroeger gegraven werd om er een haven van te maken, en dat, dank zij der natuur en den mensch, thans iets poëtisch heeft, hetwelk niet eigen is aan de werken der menschen. Ik maak me zelf maar wijs, dat naar deze lieflijke plek, naar die melancholieke en toch zoo mooie oevers steeds veel verliefde paartjes gingen, nog gaan en altijd zullen gaan, en dat door die aanwezigheid van jeugd, welke zich evenals de lente steeds verjongt, de mooie, van kleur wisselende waterplas, in welks diepten, voor wie weet te zien, mysterieuze beelden zichtbaar zijn, den Heven, veelzeg- genden naam „Minnewater" ontvangen heeft. Terwijl het rijtuig ons naar de stad terug bracht, zag ik de. jonggetrouwden uit het hotel, die langzaam langs het water kuier den. En ik dacht aan een andere reis, die ik eenmaal droomde te zullen maken, terwijl een stem waarvan ik de herinnering nu moet bannen me over Brugge sprak. 't Weer was mooi en de lucht zuiver en helder, terwijl de hemel een rose lint kreeg. Ik zei: Indien we, nu het niet meer regent, nog wat bleven, WillemIVier dagen is voor een huwelijksreis toch wel wat erg weinig. Maar Kerjean antwoordde: Voor een huwelijksreis als de onze, verzeker ik je, dat het ruim voldoende is. Morgen kan het weer gaan regenen en wat me zelf betreft, heb ik te Parijs veel gewich tiger dingen onafgedaan laten liggen. Ik heb niet verder aangedrongen. Kerjean heeft gelijk. Vier dagen I O ja, voor een reis als de onze was het ruim genoeg!.Ik houd ndet meer van Brugge.O, Fabrice, waarom heb je het me leeren liefhebben! In den nachttrein reden we door het don kere en verlaten landschap. Willem is net als ik; hij heeft gauw be rouw over zijn uitingen van slecht humeur. Zoodra wij samen m den goed verwarm den wagon zaten, waar wij door de betaal de welwillendheid van den hoofdconduc teur gevrijwaard waren tegen indringers en terwijl de trein ons naar Parijs terugbracht, vond ik mijn grooten vriend Kerjean terug. Kijk eens, Phylleke, ik vond dit zak doekje zoo mooi; 't is, geloof ik, Vlaamsche kant.Wil je 't hebben? En hij had weer zijn goede, glimlachende gezicht van vroeger toen hij nog niet Willem heette. Vaarwel, Brugge I Ik heb er geen spijt van* je te verlatenl Vaarwel, Bruggel Ik vroeg me af zouden die gelukkige jonggetrouwden, dae zoo mal deden, nog lang te Brugge blijven? Voor een huwelijksreis als die van hen, zouden vier dagen wel niet genoeg zijn ge weest.... Vaarwel Brugge' (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5