Caüur
LVERL AGING
No. 20104.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 24 September Tweede Blad. Anno 1925.
GEMEENTEZAKEN.
BD11&
DAALDERS
0.75
0.427.
0.18
FEUILLETON.
De Reisgenoote
Benoemingen.
Curatoren van het Gymnasium bieden
den Raad voor de voorziening in de vaca
ture, die in hun college op 1 October a.s.
sal ontstaan door periodieke aftreding van
de heeren dr. W. P. Jorissen en prof. dr.
P. C. T. van der Hoeven, dubbeltallen aan,
waarop met de aftredenden als no. 1 nog de
heeren dr. C. A. 'Crommelin en prof. dr.
J. H. Zaayer voorkomen.
Voor tijdelijk leeraar in de wiskunde aan
het gymnasium, worden ter benoeming
voorgedragen: le. de heer F. A. Minalda,
phil. nat cand.; 2e. de heer W. K. Baard,
eveneens phil. nat. cand., beiden alhier.
Blijkens een schrijven van den Directeur
der Hoogere Burgerschool met 5-jarigen cur
sus is door toeneming van het aantal paral
lelklassen het aantal lesuren aan die school
dermate gestegen, dat aanstelling noodig is
van een drietal leerkrachten voor het on
derwijs in het Duitsch, in het Nederlandsch
en in het Engelsch. Naar het advies van
den directeur dragen B. en W. nu ter be
noeming resp. voor de heeren W. Ruys, be
zitter van de acten Duitsch M. O., A. J. van
Daalen, litt. doctorandus, beiden wonende
to 's-Gravenhage en mevr. G. W. Cannegie-
terKop, bezitster van-de acte M. O. A te
Haarlem.
Eindelijk stellen B. en W. voor mej. M. G.
J. de Meyere voor den cursus 1925-'26 te be
noemen als leerares in de wiskundige vak
ken aan de H. B. S. voor Meisjes.
Voor de benoeming van een drietal on
derwijzeressen bij het openbaar ónderwijs
'loen B. en W. de volgende voordrachten:
School Duivenbódestr. (vac. Meubelberg)
le. mej. J. P. Hemerik, tijd. onderwijzeres,
alhier; 2e. mej. G. v. Weizen, idem; 3e. mej.
M. J. Baart, onderwijzeres .te Scherpenisse.
School Havenstraat (vac. H. v. d. Werff)
le. mej. J. J. de Bruin, tijd. onderwijzeres
te Eindhoven; 2e. mej. C. G. W. Krop, idem,
alhier; 3e. mej. M. J. Scherpenhuizen, alhier.
0..L. school aan den Zuidsingel B (vac.
G. J. Wissenburgh). le. mej. P. G. Bergman,
onderwijzeres te Vijfhuizen; 2e. mej. J. C.
do Cler, onderwijzeres te Benthuizen; 3e.
mej. G. A. van der Noordaa, alhier.
Verhuring van wateroppervlak.
Door den heer K. J. v. d. Burg, wonende
le 's-Gravenhage, is verzocht om een opper
vlakte water, ter grootte van pl.m. 30 M2.,
aan de Sprietlaak te Warmond, van de ge
meente te mogen huren, ten behoeve van
een aanlegsteiger voor een zeiljacht.
Tegen inwilliging van dit verzoek bestaat
noch bij B. en W., noch bij de Commissie
van Fabricage bezwaar.
Voor het gebruik van gemeenlewater ten
behoeve van een schuitenhuis is f 20 per
jaar verschuldigd, weshalve B. en W. met
de Commissie van oordeel zijn, dat een
huurprijs van f 1.25 per M2.~, of wel van
30 X f 1.25 f37.50 per jaar, billijk is te
achten.
Overneming van een gedeelte sloot
In overeenstemming met het advies van
de Commissie van Fabricage geven B en
W. den Raad in overweging te besluiten tot
overneming in eigendom en onderhoud bij
de gemeente zonder betaling van koopsom,
het gedeelte sloot aan het terrein, beoosten
den Zijlsingel, toebehoorende aan de
woningbouwvereen. „Eensgezindheid".
Aanschaffing van schoolmenbelen voor
Schoolvereenigingen.
Door het College van B. en W. wordt na
eenige toelichting harerzijde den Raad in
overweging gegeven:
Medewerking te verleenen aan het be
stuur der Geref. Schoolvereeniging alhier,
voor de aanschaffing van schoolmeubelen
en van toestellen voor het onderwijs in
lichamelijke oefening-ten behoeve van de
onder zijn beheer staande school aan de
Lusthoflaan en aan het bestuur der R.K.
Parochiale Jongensscholen onder R.-K. Par.
Kerkbestuur voor de aanschaffing van loer
en hulpmiddelen ten behoeve van de in
richting van het gymnastieklokaal der
school aan het Rapenburg -48; de kosten
zijn geraamd op f 2900.
Kasgeldleeningen.
B. en W. deelen mede, dat het hun wen-
schelijk voorkomt ook gedurende het 4de
kwartaal 1925 tot opneming van kasgelden
te kunnen overgaan.
Ofschoon toch, behalve de tijdelijke kas-
geldleening van f200.000, die de gemeente
ingevolge besluit van 16 Juni 1924, bij de
Koninklijke Nederlandsche Grofsmederij
heeft aangegaan, tot dusver niet tot opne
ming van kasgelden behoefde te worden be
sloten, komt het hun gewenscht voor, dat
hun College eenige ruimte behoude om, zoo
noodig, in nieuwe kasbehoeften te kunnen
voorzien.
Evenals over het 3de kwartaal zouden zij
het maximaal bedrag, dat in het 4de kwar
taal 1925, de kasschuld zal mogen beloopen,
bepaald wenschen te zien op f 500.000.
Zij merken hierbij op, dat bij de bepaling
van het bedrag van f 500.000 buiten be
schouwing is gelaten de 9om van f70.000,
tot welk bedrag, ingevolge, de krachtens
Raadsbesluit van 29 Juni ji, met de N.V.
Bank voor Nederlandsche Gemeenten aan
gegane rekening-courant-overeenkomsf, het
debetsaldo der gemeente bij die Bank kan
stijgen, zonder dat vooraf de goedkeuring
van Gedeputeerde Stalen noodig is.
Treffen van een dading.
In de Raadsvergadering van 24 April
1922 werd besloten:
a. tot het tezamen met anderen legen de
N.V. Centraal Verrek enkantoor voor Brand
stoffen voeren van een rechtsgeding .tot in
vordering van het bedrag, dat de gemeente
te goed heeft als aandeed in het bedrag, dat
door het Centraal Verrekenkantoor voor
Brandstoffen op grond van zijn indertijd
vastgestelde verkoop©voorwaarden aan groot
verbruikers verschuldigd is;
b. tot het beëindigen van het geschil.be
treffende de verschuldigdheid van voormeld
bedrag door een dading van deze strekking,,
dat de beslissing over deze verschuldigd
heid zal worden afhankelijk gemaakt van
den uitslag eener procedure, door een der
gerechtigden tot een deel van voormeld be
drag te voeren tegen hel Centraal Verreken
kantoor voor Brandstoffen, wanneer bij de
einduitspraak in die procedure over de ver
schuldigdheid van het gevorderde wordt be
slist
c. tot het dragen van een deel vam de kos
ten der sub b bedoelde procedure in ver
band met het beloop van de vordering van
de gemeente Leiden.
De verschillende belanghebbenden heb
ben zich vereonigd in een „Comité tot be
hartiging van de belangen der deelgerech-
tigden in het restitutiefonds van het Cen
traal Verrekenkantoor voor Brandstoffen
(C. V. B.)", welk comité de actie heeft ge
leid.
Het rechtsgeding is door de deelgerech-
tigden in eerste instantie gewonnen; de re-
geering heeft aanvankelijk tegen deze be
slissing appèl aangeleekond, doch beeft zich
thans- bereid verklaard een accoord aan te
gaan, waarbij de deelnemers volledige uit
betaling zouden verkrijgen van de hun
toekomende hoofdsommen doch zouden af
zien van de hun krachtens het vonnis van
de Haagsche - rechtbank toekomende rente
bedragende 6 pet. Het comité raadt de aan
neming van dit accoord aan. Met de Cora-,
missarissen der Stedelijke Fabrieken van*
Gas en Electa* geven B. en W. den Raad in
overweging daartoe te besluiten evenals als
Amsterdam, Rotterdam en 's-Gravenhage
reeds hebben gedaan.
Bactereologische en Serologische
onderzoekingen.
Indertijd werd' door de gemeente een
overeenkomst aangegaan met wijlen prof.
dr% D. A. de Jong betreffende het verrich
ten vain bovengenoemde onderzoekingen
voor de gemeente. Door het overlijden van
prof. De Jong heeft deze overeenkomst een
einde genomen en heeft de Directeur van
den Geneeskundigen Dienst uitgezien naar
een andere gelegenheid voor het verrichten
van de bedoelde onderzoekingen.
Prof. dr. P. C. Flu, hoogleeraar in tropi
sche hygiëne en bacteriologie, heeft zich nu
bereid verklaard de bedoelde overeenkomst
over te nemen. En aangezien het aantal on
derzoekingen, in de laatste jaren eenigszins
is verminderd, is de heer Flu bereid alle on
derzoekingen te verrichten tegen betaling
van een tegemoetkoming van f 1000. B. en
W. stellen nu den Raad voor in dien geest
te besluiten.
Geen snbsidie aan „De Post".
In een adres verzoekt het Leidsche Har
monie-Gezelschap „De Post" om in het ge
not le worden gesteld van een subsidie uit
de gemeentekas. Hoe groot deze subsidie zou
moéten zijn wordt niet medegedeeld.
Reeds eerder bereikten den Raad verzoe
ken van ongeveer dezelfde strekking, doch
met het oog op den toestand van de ge-
meenlefinanciën werd daarop steeds afwij
zend beschikt.
Ook thans geldt dit motief zoo zeer, dat
alleen reeds op grond hiervan het verzoek
niet voor inwilliging vatbaar is. Doch bo
vendien ligt het naar het oordeel van B. en
W. niet op den weg van de gemeente om
voor doeleinden, als de vereeniging „De
Post" nastreeft, subsidies te geven. Dit'doel
is toch niet zoodanig, dat daarmede een aan
wijsbaar gemeentebelang wordt gediend.
Dergelijke vereenigingen, waarvan er ver
scheidene in deze gemeente zijn gevestigd,
dienen door het particulier initiatief in stand
te worden gehouden.
De muilkorven voor trekhonden behouden.
De afdeeling Leiden van de Nederlandsche
Vereeniging tot Bescherming van Dieren
verzocht den Raad „het daarheen te willen
leiden, dat de verplichte muilkorf voor trek
honden uit de verordeningen worde ge
schrapt". Adressante'doelt blijkbaar op arti
kel 34 van de verordening op de Straatpoli-
tie, volgens hetwelk het verboden is op den
openbaren weg zich van een aangespannen
hond te bedienen, zonder dezen vooraf te
hebben voorzien^ van een lederen muilkorf,
welke het bijten verhindert.
Het komt B. en W. voor, dat het niet wen-
schelijk is, de aangehaalde bepaling te
schrappen, aangezien zij noodig is, om het
publiek tegen de honden te beschermen. Het
is toch bekend, dat juist honden, die voor of
onder een kar gespannen zijn, dikwijls niet
ongevaarlijke neigingen van waakschheid
verloonen, en, blijkbaar niet kunnende ver
dragen dat men dicht langs de kar loopt, uit
schieten en min of meer geslaagde pogingen
doen om de voorbijgangers in de beenen te
bijten.
Nu wijst adressante er wel op, dat ten op
zichte van bepaalde bijtzuchtige honden aan
de eigenaren de muilkorvin£ kan worden ge
last, maar daar staat tegenover, dat die bijt
zucht meestal alleen zd* blijken, wanneer de
menschen eenmaal gebeten zijn. En nu moge
een muilkorf voor. een hond, en speciaal voor
een trekhond, onaangenaam zijn, het gaat
toch niet aan, menschen aan gevaar of groo-
len hinder bloot te stellen, om een hond iets
minder aangenaams te besparen. De bepa
ling van art. 34 is dan ook terecht in de ver
ordening opgenomen en dient te worden ge
handhaafd.
Slootdemping gelasten.
De sloot, gelegen langs de Os- en Paar-
denlaan benoorden den Heerensingel is in
hooge mate verontreinigd. Niot alleen dient
deze sloot tot vergaarplaats van allerlei af
valstoffen. afkomstig uit de huizen aan de
Os- en Paardenlaan, doch bovendien loozen
daarin de afvoeren van de scholen, welke
tusschen de Lusthoflaan en de Os- en Paar
denlaan zijn gebouwd, t.w. de R.-K. Jongens
school, de R.-K. Meisjesschool en de R.-K.
Bewaarschool, alsmede de Gereformeerde
School. Door een en ander wordt de sloot
ten zeerste vervuild, terwijl ook elke gele
genheid tot waterverversching ontbreekt. In
Zuidelijke richting toch loopt de sloot dood
tegen, den singelweg; in Noordelijke rich
ting staat zij op oen afstand van pl.m.
250 M. in verbinding met de Ringsloot van
den Sladspolder, welk water als open riool
dient voor den afvoer der stoffen uit de
Noordelijke stadswijken en daaTom even
RECLAME.
3964
I.25
PER
BUS
VAN
1
KILO
51
It
ii
•r
II
II
M
•i
ii
II
II
•I
•i
ii
li
DEZELFDE ONGEËVENAARDE KWALITEIT,
DOCH GOEDKOOPER DAN VÓÓR OEN
OORLOG.
eens steeds in vervuilden toestand verkeert.
Niettegenstaande de sloot herhaaldelijk
werd gereinigd en uitgebaggerd, ontstond
daardoor geen noèmenswaardige verbete
ring, omdat de oorzaak van de verontreini
ging niet kon worden weggenomen, en de
vervuiling dus spoedig opnieuw intrad. Tot
demping behoort derhalve te worden over
gegaan.
Voorloopig kan worden volstaan met
demping van het Zuidelijke gedeelte over
een lengte van ongeveer 90 M., welk ge
deelte zich laags genoemde schoolgebou
wen uitstrekt. Demping van het Noordelijke
gedeelte;, hetwelk gelegen is langs het met
een ijzeren hek afgesloten gedeelte- ran de
Os- en Paardenlaan, is minder urgent.
Ook een1 Commissie, bestaande uit den
directeur van gemeentewerken en de stads-
geneesheeren drs. W. Th. M. Weebers en
J. C. M. Timmermans, door B. en W. aan
gewezen om hen overeenkomstig het be
paalde in artikel 12 van de verordening op
wegen, lanen, straten enz. en wateringen en
slooten omtrent den toestand der sloot uit
een oogpunt van openbare gezondheid van
advies te dienen, is eveneens van oordeel
dat het Zuidelijke slootgedeelte schadelijk is
voor de openbare gezondheid en derhalve
dient te worden gedempt.
Liggeld-verordening.
Ingevolge het bepaalde bij art. 6 der ver-,
ordening, regelende de heffing van een be
lasting onder den naam van „Liggeld" in de
gemeente Leiden, zijn schippers, die met
hun vaartuig geladen met brandstoffen, lig
plaats hebben aan de markt, vrijgesteld van
betaling van liggeld, indien zij bij besloten
water tengevolge van vorst, na zes dagen
niet kunnen vertrekken.
Voor andere schippers geldt deze gunstige
bepaling niet, hoewel het blijkens de oor
spronkelijke verordening op het heffen van
liggeld wel de bedoeling schijnt te zijn ge
weest, om alle schippers bij besloten watec
wegens vorst, van het betalen van liggeld
te ontheffen. In de praktijk werd dan oor
meestal dienovereenkomstig gehandeld.
B. en W. achten het echter gewenscht om
den twijfel, die hieromtrent bestaat, weg te
nemen en voortaan het heffen van liggeld
achterwege te laten, indien het vertrek van
een vaartuig, naar het oordeel van den Di
recteur van don havendienst, ingevolge van
de vorenbedoelde omstandigheid, wordt ver
hinderd. Het bepaalde bij artikel 6 van vo-
renvermelde verordening behoort alsdan In
dien zin te worden gewijzigd.
Vermits echter ook in het 2e lid van art. 8
der verordening reeds een tweetal vrijstel-
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. C,
43)
In den trein.
Ik moet nog eèn paar notaties neerkrab
belen, om dit dagboek te eindigen en vaar
wel te zegigen aan „Brugge de Misleidister",
„Brugge onder de Parapluie"Maar ik
mag niet onbillijk zijnwant vandaag,
o wonder 1 zag ik, toen ik wakker werd, dio
zon. We hebben er met een ietwat koorts
achtige haast van genoten, zooals dat altijd
gaat, als je voelt, dat je vertrekt.
Ochtendwandeling in de nu heldere en
verjongde stad. 't Is tamelijk koud, maar het
vriest niet en het lioht heeft iets goud
kleurigs.
We loopen door de straten, welker namen
aan allerlei doen denken, rue des Ronccs,
rue du Fil, rue des Ohevaliers, rue Pré-au-
Moulin..en we belanden op de Quai
Sainte-Anne. De gracht, met mooie trap
gevels aan weerszijden, is breed en haar
water glad en groenachtig.zwanen blij
den voorbij. We gaan over oecn brug en met
den hoogen, ©1 anken, van boven open Ton-
lieu-toren vóór ons, die, naarmate wij door-
■loopen, ons langzaam schijnt te naderen,
•velgen we de stille Quad du Miroir, tot de
Place Van Eyck, waar, op een der .hoeken,
een oud huis staat Ik bewonder de
fijne ornamenleering van de oude „Loge des
Bourgeois" en breng mijn groet aan de
Yreemde, populaire figuur in een nds boven
de groote deur, die men gekscherend „den
•oudsten burger van Brugge" noemt, een
keertje, dat daar sinds vijf eeüwen aller-
Yermakelijkst „opzit"
Wij komen in de rue Cour-de-Gand, op
zoek naar interessante oude huizen, die hier
talrijk zijn en daar staan We plotseling
voor het huis, dat blijkbaar ten onrechte
deze naam draagt van „Maison de Mem-
ling".Het dateert uit de XVIde eeuw en
is een van de weinige houten huizen, die
nog te Brugge staan. 't Ziet er somher
en zeer schilderachtig uit met zijn punti-
gen trapgevel en zijn venster met kleine
ruitjes.Er wordt nu kant in verkocht.
O, riep ik uit, hoe mooi oud! 't Zou me
gespeten hebben, aJls ik dfrt huis niet had
gezien
En hierop kreeg ik vlug, heel vlug, ten
antwoord, alsof het iets was, dat ont
snapte:
't Is historischFabrice de Mauve
heeft er inkoopen gedaan
Hoe weet jij dat?
Je hebt hét me zelf verteld, in Wichy,
toen je me zei, dat De Mauve je zoo veel
van Brugge had vertelden dat het een
harlewensch van je'Was ér ook eens heen
te gaan
Je hebt een goed geheugenfluis
terde ik.
Ik had een kleur gekregen en tranen in
mijn oogon en ik verborg kleur en tranen
zoo goed ik kon; terwijl ik naar het kant
werk in de étalage keek.
't Was heel onaardig, me over Fabricede
Mauve te spreken. Kerjean begreep het
en hij kwam vriendelijk naar me toe en
vroeg, terwijl hij zijn arm door den mijne
stak:
Is er iets in diion winkel, dat je graag
zoudt willen-hebben, Phylleke?
Ik antwoordde kortaf: Neen....
Maar ik jokte. Een zakdoekje van Vlaam-
sche kant om voor te knielen, leidde me
vreeselijk in verzoeking. Zou ik, hoewel ik
er eigenlijk geen lust in had, maar weer
goed op hem zijn Misschien. Hoe ook, Ker-
iean eing zonder een woord te zeggen, het
oude, donkere huis binnen en kwam er een
oogenblik later weer uit met een pakje in
zijn handIk wilde hem volstrekt niet
vragen wat hij er gedaan had maar het
mooie zakdoekje lag niet meer in de vitrine.
We vervolgdep. zonder een woord te spre
ken, onze wandeling door de wijk Saint-
Jacques. Wat zijn er im dat gedeelte van de
stad mooie pun ten 1
Toen we vrij laat klaar waren met dejeu-
neeren in een restauramt, zei ik:
Voordat we vertrekken, zou ik wel het
Bagijnenhof willen zien; zou het nog kan
nen?
Jawel, maar met een rijtuig en als we
geen tijd verliezen.
We kwamen er over de Place de la Vigne
cn de Bagijnenhofbrug en eindelijk zie ik de
binnenplaats met hooge boomen, waarom
heen kalm en vredig de huisjes der bagijnen
sthan.
Hier rust men van het leven uit en bidt
men. Het gedruisch der wereld is ér onbe
kend en de stille, zuivere lucht houdt
slechts de geparelde echo der klokken
vast
De hemel is opaalkleurig en tegen dat
goudachtig blauw teekenen de bladerlooze
boomen evenals bij vergezichten op som
mige schilderijen zich met een aetherische
fijnheid af. Tusschen die slanke, houten zui
len en door het fijne network van takken
heen, ziet men, vrij wel op een rij, 'trap
gevels en geheel witte gevels met groen om
lijste vensters, waarachter hier en daar het
voorovergebogen 9ilhouet van een kant
werkster zichtbaar is. Links staat de kerk.
recht vóór me de woning van de „Grande
Dame" en de kleine kapel, die men onder
kent door haar spitsbogen en klein klokke-
torentje. Hier en daar kan men zioh tuintjes
voorstellen, die nu slapen, omdat het winter
isIn de verte, heel ver weg, verrijst de
hooge spits van die Notxe-Dame met haar
vier kleine torentjes
O, wat een zalige rust! Soms is de lust
in het religieuze leven wel eens in me opge
komen.. en daoht ik, dat ik wel graag
een nonnetje zou willen zijn.Lijkt het
jou* ook niet troostrijk en. heerlijk om je hier
uit het leven terug le trekken??
Maar hij gaf mei erg vriendelijk ten ant
woord:
Daar kan ik je niet goed op antwoor
den.... aangezien ik nooit last had van
zelfs de geringste aanvechting om monnik
te worden.
We gingen heen. Aan gene zijde van de
gecremeleerde poort, staat het „SaChuis",de
kleine sluiswachterswoning van het Minne
water.. en d£ór was hel Minnewater
zelf, een onvergelijkelijk' rustige waterplas,
waarin de helaas bladerlooze boomen aan
de oevers, hier en daar hel silhouet van een
oud huis, een brug met vele bogen, een heel
oud toren-overblijf van de wallen zicli
weerspiegelen.
Men heeft lang gezocht naar den uitleg
of de afleiding van den naam van dit groote
waterbassin, dat vroeger gegraven werd
om er een haven van te maken, en dat,
dank zij der natuur en den mensch, thans
iets poëtisch heeft, hetwelk niet eigen is
aan de werken der menschen. Ik maak me
zelf maar wijs, dat naar deze lieflijke plek,
naar die melancholieke en toch zoo mooie
oevers steeds veel verliefde paartjes gingen,
nog gaan en altijd zullen gaan, en dat door
die aanwezigheid van jeugd, welke zich
evenals de lente steeds verjongt, de mooie,
van kleur wisselende waterplas, in welks
diepten, voor wie weet te zien, mysterieuze
beelden zichtbaar zijn, den Heven, veelzeg-
genden naam „Minnewater" ontvangen
heeft.
Terwijl het rijtuig ons naar de stad terug
bracht, zag ik de. jonggetrouwden uit het
hotel, die langzaam langs het water kuier
den. En ik dacht aan een andere reis, die ik
eenmaal droomde te zullen maken, terwijl
een stem waarvan ik de herinnering nu
moet bannen me over Brugge sprak.
't Weer was mooi en de lucht zuiver en
helder, terwijl de hemel een rose lint kreeg.
Ik zei:
Indien we, nu het niet meer regent,
nog wat bleven, WillemIVier dagen is
voor een huwelijksreis toch wel wat erg
weinig.
Maar Kerjean antwoordde:
Voor een huwelijksreis als de onze,
verzeker ik je, dat het ruim voldoende is.
Morgen kan het weer gaan regenen en wat
me zelf betreft, heb ik te Parijs veel gewich
tiger dingen onafgedaan laten liggen.
Ik heb niet verder aangedrongen. Kerjean
heeft gelijk. Vier dagen I O ja, voor een reis
als de onze was het ruim genoeg!.Ik
houd ndet meer van Brugge.O, Fabrice,
waarom heb je het me leeren liefhebben!
In den nachttrein reden we door het don
kere en verlaten landschap.
Willem is net als ik; hij heeft gauw be
rouw over zijn uitingen van slecht humeur.
Zoodra wij samen m den goed verwarm
den wagon zaten, waar wij door de betaal
de welwillendheid van den hoofdconduc
teur gevrijwaard waren tegen indringers en
terwijl de trein ons naar Parijs terugbracht,
vond ik mijn grooten vriend Kerjean terug.
Kijk eens, Phylleke, ik vond dit zak
doekje zoo mooi; 't is, geloof ik, Vlaamsche
kant.Wil je 't hebben?
En hij had weer zijn goede, glimlachende
gezicht van vroeger toen hij nog niet
Willem heette.
Vaarwel, Brugge I Ik heb er geen spijt
van* je te verlatenl Vaarwel, Bruggel
Ik vroeg me af zouden die gelukkige
jonggetrouwden, dae zoo mal deden, nog
lang te Brugge blijven?
Voor een huwelijksreis als die van hen,
zouden vier dagen wel niet genoeg zijn ge
weest....
Vaarwel Brugge' (Wordt vervolgd.)