THE AMERICAN LUNCHROOM Heden en Zondag Avondconcert ELITE-AVOND Steenstraat 55 Telef. 2509 Kfaandag S4 September VIOOL- EN PIANO-RECITAL De Fteisgenoote No. 20094. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 12 September Derde Blad. Anno 1925. MET RESTAURANT Alsdan zullen de Heer en Mevrouw ROTOWSKY als gasten den avond vullen met hun BRIEVEN UIT BERLIJN, FEUILLETON. g) BUITENL. WEEKOVERZICHT. Het werk te Genève Over eenstemming over de veilig- heidspact-confeientiè Oos- tenrijk's financieele voogdij Mosoel en Marokko. Wederom worden tc Genève vele schoone woorden gesproken over don eeuwigen vrede. Daar is toch bijeen de 13e Volken- bondsvergadering. Over het getal behoeft men zich niet ongerust meer te maken, dat heeft de kwade beteekenis al wel verloren. Twee „groote" redevoeringen zijn er gehou den, n.l. door -Painlevé, den Franschen mi nister-president, die thans reeds weer in Elzas-Lotharingen al speechende rondtrekt en door Chamberlain. Beider speechen heb ben teleurgesteld. Zij hielden zich toch al zeer op ruim baan bij het pleclilig vast leggen van hun liefde voor de vredesideaal. Painlevé's speech schijnt zelfs door de En- gelschen van te voren te zijn gecorrigeerd, wat een aanduiding mag hecten van goede harmonie, hetgeen wel eens anders is ge weest. Dat het protocol van Genève dood is en voorloopig dood blijft, daaraan kan geen twijfel meer bestaan. Painlevé roerde het angstvallig totaal niet aan, Chamberlain verdedigde nog eens het afwijzende Engel- sche standpunt. Men weet, hoe John Buil propageert de volgwijze van aparte verdra gen, waaruit op den duur dan -een alles omvattenr geheel zou kunnen worden ge vormd. Belangrijker dan deze twee toon- aangevers in het Europeesch concert spra- 3:en Zahle en Unden, resp. minister van buiten 1. zaken van Denemarken en Zweden, die het vurig opnamen voor de ontwapening en een arbitrage, gelijk het protocol feitelijk beoogde, doch hun woorden blijven voor loopig verre toekomstmuziek. In het aller gunstigste geval zal op een volgende verga dering advies worden uitgebracht. Verder brengen zij het ongetwijfeld zeker niet. Of het met het nog komende Fransche voorstel over een algemeene economische conferen tie die, dat zij erkend, ook broodnoodig is anders zal gaan? Veel grooter belangstelling dan voor het directe Volkenbondswerk, bestaat echter voor wat daar zoo tusschen de bedrijven door onder de „grooten" is afgehandeld. De aanwezigheid van Briand, Chamberlain. Vandervelde en ook van Mussolini's ver tegenwoordiger Scialoja was een bijzonder welkome gelegenheid om de kwestie van hot veiligheidspact te behandelen. Zelfs een klein auto-uitstapje naar Aix-les-Bains, waar de Engelsche premier Baldwin een kuur doet, werd daarvoor gemaakt. En men is het eens geworden. Het moeilijke vraag stuk is nu in een stadium getreden, dat een regelrechte gedachtenwisseling tusschen par tijen alleen verder kan voeren. Een soort j uitnoodiging voor een bijeenkomst is daar- j Om tot Stresemaim, den Duitschen minister van builenl. zaken gericht of slaat op het i punt tot hem gericht le worden. j Hoewel geheel en al gaande builen den Volkenbond om, zou het slagen van de vei- 1 ligheidspact-bemoeiingon wel eens het be- langrijkste succes kunnen zijn, dat de Vol kenbond trdens zijn kortstondig bestaan wist te verwerven 1 Hopen we daarom het beste Polen en Tsjecho-Slowakije hebben te j Genève hemel en aarde bewogen, om mee le mogen doen aan de komende conferentie, doch -dit is geketst. Begrepen werd, dat al dus het vraagstuk der grenzen in het Oosten te veel naar voren werd geschoven. Niette min hebben zij een klein succes te boeken. Zij zullen althans in de nabijheid mogen fcijn om advies te geven, zoo dit wensche- lijk wordt geoordeeld. Van Frankrijk's steun kunnen zij zich verzekerd houden. Gelijk ook Oostenrijk heeft genoten bij zijn pogen reeds direct ontslagen te worden uit de financieele voogdijschap. Gelukt is het Oos tenrijk nog niet, daar Engeland in het be lang van de Engelschen, die deel hebben in de restauralie-leeningen, zich daartegen verzette, maar lang zal de voogdij, als alles goed gaat, dan toch niet meer duren. Ver moedelijk zal deze volgend voorjaar defini tief worden opgeheven en wordt Oostenrijk yrij ook van mr. Zimraermann. De Fransche bereidwilligheid moet natuurlijk grootendeels worden teruggeb?acht op den wensch Oostenrijk aangenaam ie stemmen en zoo te ageeren tegen de aansluitings plannen bij Duitschland, waarvan Ma rianne, gelijk bekend, een verwoed tegen standster is. Vrede en veiligheid en ontwapening, deze drie heerlijke dingen in deze drie woorden belichaamd, zijn weer eens binnen het streven der leiders in Europa en die leiders spannen zich in om die mooie woorden om te zetten in daden Tenminste, dat zou men toch mogen verwachten. Stel daar tegenover nu eens direct Mosoel en Marokko. Do tegenstelling is dan wel ietwat grof. Om Mosoel vechten pelroleumbelangen, om Ma rokko koloniale in algemeenen zin. Nog is de strijd om Mosoel er een aan de groene tafel, doch zal dit zoo blijven? is geen gunstig teek en, dat Mosoel al weer in een aparte commissie is gestopt om er wanneer weer uit te komen.Men weet er blijk baar geen raad mee. En Marokko! Daar is eindelijk losgekomen de z.g. beslissende actie tegen Abdel Krim. Dc Spanjaarden hebben de reeds zoo lang aangekondigde landing bij Alhucemas met behulp der Fransche vloot volbracht en staan daarmee onder de rook van de resi dentie van den leider der Riffs, die zelf een hevigen aanval inzette op Tetouan en daar de Spanjaarden blijkbaar in gevaar brengt. Maar Petain komt nu te hulp. Het groote Fransche offensief is mede ingezet. En*nu is het maar afwachten, wat deze aanval oplevert. Een terugdeinzen der Kabylen in de bergen geeft geen oplossing. Zij, met hun leider, moeten vernietigd worden, anders hebben Franschen en Spanjaarden slechts uiterlijk succes, geen daadwerkelijk. Zeer eigenaardig is, dat Abdel Krim be weert tijdens Poincaré's bewind te Parijs te zijn geweest om over eept vrede te onder handelen, maar niet door deze voor de Europeesche politiek zoo sombere figuur werd ontvangen. Poincaré durft dit niet ontkennen Een vrede door een vergelijk was dus wellicht mogelijk geweest, deze is geweigerd. In de plaats daarvan een bloe dige en zeer kostbare oorlog. Woorden en daden zijn er wel twee. Of geldt ie Genève het vredesgepraat alleen de z.g. „beschaafde" wereld? Met den vrede in economischen zin blijft het overigens in menig land mis. In Duitsch land en Engeland vooral dreigen aan den arbeidershemel donkere wolken, die niet gemakkelijk zijn le verdrijven. Het Engel sche vakvereenigingscongres, dat langzaam maar zeker afzakt in syndicalistischen j geest, doet daaraan ook geen goed." Tusschen de mazen en de knoopen van het spoorwegnet. (Van onzen Porrenen Correspondent) (Nadruk verboden.) Parijs, 1 September. Eergisteren, een treinbotsing b(j Basel. Geen doodeo, alleen gewonden. En een trein botsing bij Lisieux; alleen beschadiging vam van materiaal. Gisteren een trein-botsing bij Sarregnemines, dén spoorweg-beambte gedood. Na de ernstige spoorweg-ongeluk ken te Amiens, te SainGDenis, te Sens, .komen deze tijdingen als het laatste ge rommel van een zich verwijderende onweers bui. Hopen wij, dat het 't einde is van de „zwarte serie". Zooals de rivier iiaar overstroomingen heeft, zouden de rails op dezelfde wijze haar periodieke rampen-reeks hebben? Ik heb eens van nabg den spoorweg wil len zien en zjjn automatisme, de meest moderne uitdrukking der fataliteit. Men ziet den spoorweg! niet wanneer men reist. Om j hem te zien moet ge te voet over den ballast loopen, in de omgeving van een groot station. De Plaine St-Dcnis. Acht hoofdlijnen naast elkaar, vier naar het Noorden, uit gaande van Parijs, vier in tegenovergestelde richting, naar het garde du Nord toe. De meesten zich splitsend met zjjirjnen naar loodsen of emplacement. Als ge zoo over de rails stapt, is het of het geometrisch doolhof ingewikkelder wordt, naarmate ge verder er in doordringt. De driehoeken der wissels en kruisingen brengen verwarring in de evenwijdigheid der staven; een merkwaardig optisch be drog doet u duizelen tot er niets meer even wijdig lijkt. Het draait u voor de oogen. Daarbij is de bodem kunstmatig een fa- brieks-vloer van verscheidene hektaren. Zelfs de ballast is van metaal. Het is een slakken- residu uit den boogoveo, beter bestand dan grint tegen de voortdurende trillingen. Hier en daar bromt een stalen mijlpaal aan onze voeten; er zit een motor in, die een wissel verzet. Iets verder worden twee vergalde ko geltjes langzaam op een rail geschoven aan net uiteinde van een stalen pen. Het zijn als sinaasappeltjes op de punt van een vork, opgediend door een onzientharen, onderaard- scnen maitre d'hötel. Het zijn knalpotten, voetzoekers, die met nevig lawaai zullen springen, wanneer straks een trein er over rijdt, en zij doen dienst, wanneer het mist en, gelijk nu het geval is, de semaphoor, de misthoorn, niet werkt Nog weer elders ligt midden tusschen een paar rails een breed stuk veterband, overdekt met ronde knopjes. Dat is, wat de ingewijden hier noemen ,,(e crocodile", de krokodil. De knapjes zjjn electrische contactjes, welke met stroom geladen zjjn zoolang de weg niet vrij is. Als een loco motief trachtte hier overheen te rijden, niettegenstaande het onveilig zjjn, zou de metalen buit, die hij onder op zjjn buik beeft over de electrische knopjes schui ven en contact maktn, en do stroom zou de stoomfluit op de machine in werking stellen en hem een alarmkreet ontlokken. Op de locomotief zouden de signalen van onveilig hun weerklank vinden. Nog weer elders zien we weer iets anders; ezo paal met een doos er op. Uit de doos steekt een soort gramofoonhoorn, dik onder de roet. Hot is een luidspreker, die den machinist zal toeschreeuwen te stoppen, als hjj hier voorbij mocht rijden, terwijl de weg niet veilig is. Achter ons hooren wij plotseling een luid gillend gefluit. Een rookpluim snelt nader... De inspecteur, die mijt rondleidt, neemt mjj bij den arm. Vrees niets.... Ziet u niet dat sein? de weg waar wjj loopen is afgesloten. Er is moed toe noodig, het te geiooven, doch enkele seconden fater davert de mo talen wervelhoos aan ons voorbij, twee meter van ons vandaan, een lange, blauwe slang achter zich aanslepend van luxueuse carros serieën cn ruiten. Het is de sneltrein van Calais. Zifn vaart begint te verminderen, daar hij het eindpunt: Parjjs nadert. Hjj loopt nog maar 90 K.M. per unr. En bjjna op hetzelfde oogenblik komen van den tegenovergestelden kant twee snel treinen aandaveren, naast elkaar voorwach tend, gelik op, als racewagens op het auto renbaan. Honderd meter verder wjjken zjj ui (een, in tweo harmonieuse bochten, de een zich richtend naar Pontoise, do ander naar Chantilly. Tusschen de vjieen splits aide lijnen staal een vreemd gebouwtje, een hooge glazen kooi op een voestuk van cement Door een groen grasveldje omgeven, is het als een eilandje van rust en natuurlijkheid in deze ijzeren razernij. Dat is de „cabine no. 2". Heel het noordemet van Frankrijk hangt af van dit glazen huis. Viel het in elkaar, dan zou er in enkele uren tjjjds niets meer over zijn van het intense verkeer op de lijnen der Compagnie du Nord. Op de lijnen rondom deze cabine zijn zegt mij de inspecteur 400 verschillende richtingen mogelijk. De chef-wissel wachter daar-boven moet steeds gereed zijn ze te gebruiken op elk oogenblik, volgens de be hoefte van het verkeer. Heeft hij veel helpers, die wiaselwach- ter? Nooit meer dan twee. De uren, dat het kalm is, is hjj alleen. Dat is het geval op dit oogenblik. W0 gaan naar bionan. De parterre-ver dieping, als ik bet voetstok van dit padden- stoel-vormig gebouwtje zoo noemen mag, wordt ingenomen door een lavabo, drie kas ten voor de hoeden en jassen van de manneD, de electrische batterijen en een vulkachel. Op de eerste verdieping, in een groote zaal, onder een laag plafond als geheel bekleed met electrische geleidingen, toont oen veldbed ons, dat iemand daar den nacht heeft doorgebracht. Als een kamerscherm dragen groote ijzeren ramen evenzooveel elee tro-magmeten als er wissels of signalen te bedienen zijn. Een bundel kabels naar de verdieping daarboven om er de bevelen te ontvangen. Want het is in- die bovenste 3298 RECLAME. verdieping, glazen uitkijkpost, vanwaar men haast zonder ze te hooren de trein» riet, die beneden voorbjj glijden als speel goed, dat de hersens zetelen van bet ge bouw. Een meubel van gewast notenhout, tien meter lang, staat midden in het vertrek. Negentig hefboompjes vertegenwoordigen elk een van de gebruikelijke routes. Maar, nog maals, bet aantal kan worden verviervou digd, dank zij enkele supplementaire hef boompjes. Boven het meubel hangt een mat- glaze'n bord waarop in lichtlijnen het par cours, dat ingeschakeld is, zich afteckent. En natuurljjk geven de treinen ook aan wanneer zjj passeeren. Vol aandacht loopt een man heel dit klavier van hefboompjes af, slaat het oene naar beneden, trekt hel andere op, en verliest het geheel slechts om naar de tele foon te gaan uit het oog, of om een eleo- trisch contact in te stellen, dat een sein op veilig stelt, wanneer hjj weet, dat de weg vrjj is. Bij alles wat deze man doet, verandert het plattegrondje in lichtlijnen op liet mat glas. De richting der rails wijzigt rich er op in minuscule signaaltjeö getrouwe af spiegeling van de echte signalen op den weg verschjjnto getrouw of verdwijnen. En de man heeft slechts een blik naar buiten te werpen, als het helder weer is, om te zien of de seinen wel gewerkt hebben zooals op het bord staat aangegeven. Trouwens, allee is zóódanig berekend, dat, mocht het toestel eens verkeerd werken, de seinen automatisch op „stoppen" worden gezet. Maar hoe kan dan nog eau ongeluk ge beuren? hoor ik u vragen. En is het niet juist daar bij St. Denis, dat de trein uit Amsterdam op dien uit Rjjhsel liep, veerti:n dagen geleden? .Vanuit de cabine van St. Denis kan men den seinpaal zien, welke den machinist had moeten tegenhouden. Heeft het sein niet ge werkt, dien 14dec Augustus? Heeft de m.> chinist het niet gezien? Het ongeluk bewjjst in elk geval, dat, niettegenstaande het uiterst nauwkeurige mechaniek, dat de reizigers als automatisch schijnt te beschermen, toch nog het menscheljjk initiatief niet geheel heeft uitgeschakeld bij het besturen der treinen. Het signalen-systeem der spoorwegen in een oud land als Frankrijk ondergaat op het oogenblik een transformatie-crisis, waar aan geen ontkomen mogelijk was. De::e crisis is Amerika bjjv. al lang te boven, dank zij het feit, dat de meeste groote lijnen aldaar jong z(ju. In de meeste landen, welke eerst onlangs met een spoorwegnet werden be giftigd, werd de volmaaktheid natuurlijk dadeljjk bereikt doordat men elders geleerd bad en bovendien do techniek over de nieuwste middelen beschikte reeds tijdens den aanleg. Zoo bezit Zuid-Mandsjoerije eetx spoorwegnet, dat op het gebied van signa lisatie alles wat er in Europa bestaat ver de baas is. Het zou schatten geld, energie en ar beid kosten om in een land als Frankrijk dit belangrijke onderdeel van het spoorwezen te brengen op het peil van dezen tijd. Ja, eigenlijk zou hot niet eens mogelijk zqii als men niet het gansche verkeer een paar jaar zou kunnen stilleggen. En dit ge zult het toegeven zon toch lastig 8aan—LEO FAUST. Berlijn, eind Augustus. De dnurte-crisis Alles wankelt. ..Dynastie Stin* nes". De nienwe revue. De geestige bankdirecteur We maken in Berlijn, of liever in geheel Duitschland, weer eens een crisis door. De hoeveelste crisis het sinds het eind van den oorlog is, zal moeilijk te zeggen zijn. Ditmaal is het niet een van politieken, maar van economischen aard: ze is toe te schrijven aan de beangstigende algemeene prijs verhooging, die reeds in het begin van het jaar is ingezet, die echter nu, aan het eind van den zomer, tot een bijna ondra gelijke hoogte is gestegen. Ieder klaagt en jammert. Iodcre koop man, iedere groothandelaar en iedere huis vrouw. Alles kost meer dan vroeger en het bare geld is krap Dus wederom vorkeeren we in ccn zeer onaangename situatie. Waar komt deze prijsstijging vandaan? De verklaring is niet moeilijk. In een land, dat voortdurend reusachtige geldsom men te betalen heeft, moet noodzakelijk gebrek aan kapitaal ontstaan. Wie crediet noodig heeft, moet rente betalen, dat het hom groen en blauw voor de oogen wordt. Dat tracht hij weer binnen te halen door de waren, die hij produceert, in prijs te verhoogen on zoo rolt de golf verder. Tot overmaat van ramp komen daar nog do tarieven bij, die de Rijksdag onlangs beslo- (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C, 33) 0, zij is het beste schepsel, dat je je kunt voorstellenReeds de eerste maal, dat je kwam, heb je haar al ingepaJmd. Ze zei me toen: „Wat treurig, dat zoo'n lief, klein koninginnetje, als zij is, moet werken bij menschen die niet waard zouden zijn haar dienstboden te zijn".... En zij was er bijzonder trot9ch op, dat je haar koekjes zoo lekker vondt.... Ik zal haar even zeggen, dat je vannacht bij ons blijft. Ga nu daar eens ziten, bij het vuur.... Toen zij aan zijn verzoek voldeed en in den grooten fauteuil bij den haard was gaan zitten, sprong Jap op haar schoot en ging liggen, alsof dat zoo maar mocht. O, dit is Jap, je kleine vondelingetje. Zij wilde niet hebben, dat Willem Jap van haar schoot nam, en kuste haar zwarte kopje. Arme, kleine Jap, ze was toen nel als ik nu.... zoo alleen en zoo verlaten. Je hebt haar, evenals mij, tot je genomen, Kerjean.... maar haar mag je bij je hou dengelukkig diertje. In haar stem lag zoo'n diep bedroefde be rusting, dat Kerjean zijn oogen voelde voch tig worden. In de mooie, Brelonsche kamer was Phyl lis één en al verbazing. 0! wat is het hier beeldigdat tyoote bed met süilen. dal als een huis kan j worden gesloten.en al die oude, eenvou dige meubelen, wat zijn die mooiO, wat bevalt me dat alles 1 Zou je 't niet koud hebben? vroeg Kerjean zorgzaam. Het vuur wordt dadelijk aangemaakt Ik zal geen kou voelenwamt het is me zoo heerlijk warmvan binnen. Wat zal ik lekker slapen't Zal me zijn of je moeder over me waakt, Kerjean.... En misschien, misschien geeft zij me wel goeden raadin mijn droomOch, Kerjean. als je lieve moeder er nog was dan had ik mogen blijven, nietwaar? Ja, Phylleke. Er werd weer gebeldnu was 't het briefje van Colette. Kerjean nam het aan, herkende de hand en deed de enveloppe in zijn zak. Goeden nacht, Phylleke 1 Goeden nacht, oude, trouwe vriendI Phyllis hield even zijn hand in de hare en zei, hem glimlachende goed in zijn oogen ziende:: t— Al weer heeft de Reuzen-Bizuth de prinses gered! XI. Willem sliep slechts gedurende een deel ven den nacht en werd bezorgd wakker. Het lot van Phylleke en de oplossing van liet vraagstuk, die hij haar beloofd had, hielden hem meer bezig dan hij wel dien stig achtte haar te bekennen. Toen hij om half acht in gezelschap van Jap in de eetkamer zat te ontbijten, kwam Phyllis binnen, helder als een zonnestraal. Anaïk volgde haar met een presenteerblad, waarop een kop chocolade tusschen twee bordjes met beschuitjes stond te dampen. Goeden morgen, Kerjean. Anaïk had me mijn chocolade in mijn kamer tfehracbi maar ik vond het prettiger met jou tc ont bijten. Een witte japon, ruim en soepel als het gewaad, waarin op prenten engelen worden afgebeeld, omhulde haar in lange, ruiine plooien. Zij had ziah nog niet gekapt en droeg heur haar in twee vlechten. Een strik van wit satijn lint, waarmee zij boven haar linker-oor een lok had opgenomen, vormde een dikke toffe. Kerjean glimlachte. Goeden morgen, Phylleke.... Is dat nu het lint, waaraan mevrouw Chardon- Pluche zich zoo ergerde? Juist 1 Erger jij je er ook aan? Nu, ik moet bekennen, dat ik beter legen een „stootje"- kan dan mevrouw Chardon-Pluche. Maar ik vind, als je zóó je haar draagt, dat je er nog veel meer als een klein meisje uitziet dan gewoonlijk.... Je ziet er schrikbarend jong uit! Heb je lekker geslapen? Verrukkelijk! Je lijkt me opgewekter en flinker dan gisteren en toch ben je je zenuwen nog niet meester. Ik heb goed geslapen, maar ik geloof, dat mijn hersens gedurende den ganschen nacht aan het werk zijn geweestToen ik wakker werd, had ik mijn hoofd vol plan nen; maar ik kon er geen één meer terug vinden, want zij waren te vaagEn jij, Kerjean, heb jij iets gevonden? Hij weifelde, toen hij haar glimlach vol vertrouwen zag. Nu, eerlijk gezegd, neen, nog niet. Wij moeten blijven bedenken en inlichtin gen trachten te krijgen. In de eerste plaats zal ik aan mevrouw Saugeret, de vrouw van een ingenieur, een van mijn collega's, vra gen of zij niet een goed familiepension of een klooster weet, waar je eenigen tijd kunt doorbrengen.... Want je moet geen dag langer hier blijven.... Zelfs, als men nu wist Phyllis viel hem in de rede met een ge zicht van: „Ik heb het gevonden!" en toch met iets daarin, dat duidde op onzekenheid Kerjean, ik heb een idee.een idee, dat me schitterend lijktAlleenje zult het moeten goedkeuren en er op in gaan En ik geloof, dat we de zaken niet altijd-op dezelfde manier inzien Welzeker, waarom niet? Laat me je idee maar eens hooren, Phylleke! v 't Zou alles in orde brengen, Reuzen- Bizuth, en het zou me zoo rustig en tevre den stemmen! Hij had juist, heel precies, zijn servet op gevouwen, het in een zilveren ring gedaan en met een verstrooide beweging zijn bord en kopje wat teruggeschoven. Nu, laat dan hooren? Zal je niet dadelijk opspringen, zonder verder naar me le luisteren, Kerjean? Natuurlijk nietl 't Is eigenlijk iets heel gewoons maar je moet het van een bepaalden kant beschouwen.zonder vooroordeel. Ik voel, dal er een nieuwe geest over me vaardig wordt, om je aan te hooren, hoewel je me wel wat ongerust maakt. O, je bent al gewaarschuwd.... Je gaat je schrap zetten Volstrekt nietintegendeelNu ik een ongewone mededeeling verwacht, ben ik juist in de vereischte stemming om me over niets meer te verbazen.... Vooruit maar! Ik luister! Wacht even lot ik mijn chocolade heb opgedronken Eet je de koekjes van Anaïk niet qd? Neen, ik heb geen eetlust. Toen zij haar ledige kopje een eindje van zich af had geschoven, stond zij op en ging aan denzelfden kant zitten al9 Kerjean. Laten wij vóór alles de zaak zuiver stellen, begon zij. Gisteravond, Kerjean, ln-b je rm gezt-gd, dat ik niet bij je kon blijven zonder mijn medemenschen de gel gen'r.id te bieden tot kletsen en wel omdat ik noch je zuster, noch je vrouw ben Zeker, dat heb ik gezegd, en ik kan niet anders doen dan het herhalen. Indien ik je zuster was. Kerj-an, b. dien ik het geluk had een grooten broer I j hebben als jij, die van me zou houden, me zou beschermen zonder dat dit aanleiding zou geven tot idiote praatjes, dan zou je me wel hier houden, nietwaar? Ik zcu je niet vervelen Natuurlijk niet, Phylleke... Ik zou je aanwezigheid heel prettig vinden Maar ik begrijp niet Is dat waar, wat je daar zegt, Ker jean? Phyllis' stem klonk onroerd. Verbaasd keek Willem aandachtig naar het gezicht, dat dichter bij hem kwam. Volkomen waarl bevestigde hij Al leen, ik bogrijp nog altijd niet. Geduld watl Ik heb je nog iets anders hooren zeggen.... En meermalen, Kerjian, namelijk dat je besloten hadt niet te trou wen. Zijn je plannen niet veranderd? Neen, berlist nietMaar. Desllsl niet? Neen, werkelijk nietl En ik ben zekerf dat ze nooit zullen veranderen. yhyllis' gezicht verhelderde. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9