No. 20086. LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 3 September Tweede Blad. Anno 1925. U!T DE RAADZAAL. BINNENLAND. WHES SLI M GEBRUIK GLIM FEUILLETON. De Deisgenoote Commissie-benoemingen Verhuurrecht en het Woningvraagstuk. De verplichte zitting in September is door de vele commissie benoemingen altijd een zeer vervelende, 't Is voor alle aanwezi gen zonder onderscheid dan een heel kar wei om zich eenigszins „bezig te houden". Een uitzondering zij alleen gemaakt voor het stembureau, dat juist die zitting heel wat heeft te doen. Maar overigensGe lukkig hebben B. en W. een versnel'd tempo weten te vinden, door op één briefje to doen stemmen voor alle zetels in een com missie en de raad vereenigdc zich met dit systeem, hoewel tusschen den voorzitter en den heer Van Eek nog eenige gedachten- wisseling plaats had. Met dit versneld tem po duurde het niettemin nog bijkans twee volle uren voor men door de benoemingen heen was. Hoe taai en eentonig. En wc kunnen ons begrijpen, dat de burgemeester ,van Wernigerode, in de Harz, die de zit ting uit belangstelling bijwoonde, vrij spoe dig heenging, 't Was wel een zeer slechte gelegenheid om de raad in „gang" te zien Gehuldigd is weer eens het systeem van: laat zitten, wat zit. Slechts tweemaal werd afgeweken, doch alleen doordat de aftre- 'denden zelf bedankten. In enkele gevallen was er nog oppositie tegen een „zittend lid'- vooral de heer Oostdam was een zeer aangevochten candidaat maar suc ces had deze oppositie niet. B. en W. zullen de nieuwe methode blij ven toepassen tot na de eerstvolgende raadsverkiezing en het gewenscht is, de jtommissies geheel opnieuw te bezetten, naar gelang van de uitspraak der stembus. Na de benoemingen hadden we verwacht, gezien de agenda, dat de zitting al heel Spoedig zou geëindigd zijn geweest, doch voor de zooveelste maal bleek de raad on berekenbaar. De heer y. Eek wilde alle ver huringen door de gemeente aan den raad brengen, terwijl B. en W. tot dusver dit altijd hebben verzorgd en wel zonder klach ten, zondert men de geschiedenis der vei- lingloods uit. Den hoer v. Eek was het blijk baar geheel te doen om bescherming van wie eenmaal gemeente-eigendom had ge huurd, waartegenover evenwel staat, dat de gemeenschap recht heeft op een huur, als overeenkomt met de werkelijke waarde De waarheid zal bij deze op zichzelf tegen strijdige belangen in 't midden liegen. Op zich zelf heeft de heele kwestie bitter weiaig om het lijf en we zouden met den heer v. Eek mee kunnen gaan, te meer, waar deze zelf sprak, dat het niet ging om alleilci kleinigheden, ware het niet, dat wij op de wijze van den heer v. Eek, hoe goed bedoeld ook, tal van chicanes vrees den. Wat hamerpuntcn zijn zouden, werden spoedig praatpunten. Een ontevreden bie der behoefde maar aan te kloppen. En daarnevens moet met vergeten worden, dat B. en \V. in uezen beter tot oordeelen \evoegd zijn dooi betere voorlichting als tnderszins B. en W. zagen hun bevoegdheid verlengd. En bij het verlengen van den termijn van bewoning van onbewoonbaar verklaar de woningen, waarover de heer Dubbelde- man geheime zitting vroeg en verkreeg, mede in verband met den bouw door „Ons Belang", had wederom een compleet bouw- debat plaatB. Goed beschouwd, geheel bui ten de agenda om grootendeels. Nieuwe geluiden werden daarbij niet gehoord, be halve voor zoover B. en W., die onder lei ding van den burgemeester het woning- yraagstuk steeds warm hebben behartigd, bouw van gemeentewege hebben aange kondigd om althans de ergste krotten te kunnen opruimen. .Dat men gaarne direct alle onbewoonbaar verklaarde huizen zag verdwijnen, zonder moeite te doen om er nog weer bewoonbaar van te maken, we kunnen het begrijpen, doch zoo hard van Btapel ioopen zal wel niet mogelijk zijn, ook al decreteert de heer Kooistra heel eenvoudig, dat het rijk bijspringen moet. Het rijk luistert natuurlijk direct en zegt: uw bevel is mij een gebod Wat daarvan komt, blijkt wel uit den bouw van „Ons Belang". Men zou die wo ningen gaarne wat grooter willen, wij ook, maar het rijk wil niet meer voorschot geven. Uit is 't Verzending van ongeschikte kaas naar Amerika. Het bestuur van den Alg. NecL Zuivel- bond ontving het volgende schrijven van den w.n. directeur-generaal van den land bouw, dat. in het officieel orgaan wordt gepubliceerd: „Ik heb de eer u te berichten, dat we derom van uit Las Palmas geklaagd is over den slechten toestand van aldaar aange voerde Edammerkaas. Het Nederlandsche Consulaat schrijft aL» volgt „Er zijn weder gevallen voorgekomen van levering van slechte kaas uit Nederland, welke tot ernstige klachten en tot niet ac cepteeren van zendingen kaas aanleiding hebben gegeven." Deze herhaling van de practyken, waarop de aandacht gevestigd is in het Officieel Orgaan van den F.N.Z. (no. 945 van 7 Mei 1924) levert het bewijs, dat de waarschu wingen van den Inspectiedienst niet door alle fabrikanten zijn ter harte genomen. Destijds werd er dezerzijds reeds op ge wezen, dat dergelijke practijken veel af breuk doen aan de goede reputatie van de Nederlandsche kaas in den vreemde; de verschepers moeten zich dan ook niet ver wonderen, indien de afzet vaD hun artikel vermindert. Dit Consulaat werd aangezocht op te treden in een paar gevallen, waarin kaas zendingen door de koopers bij aankomst alhier geweigerd waren wegens slechte kwa liteit, en ongelukkigerwijze moest gecon- steteerd worden, dat de afnemers volko men gelijk haddende kaas was blijkbaar werder te versch verscheept, terwijl het watergehalte ook weder te groot was. De ronde vaste vorm van deze Edammerkaas jes was verloren gegaan; zij hadden nu het voorkomen van beschimmelde, vuil rood ge verfde klompen stopverf. Verkoop van een dergerlijk artikel kan slechts ten gevolge hebben, het totaal in discrediet geraken van de Nederlandschs kaas: ongetwijfeld zou de aandacht der Overheden er op gevestigd worden; ook zou vermoedelijk de Voedingscontrole tusschen beide komen, met het niet onwaarschijnlijke gevolg, dat de Nederlandsche kaas gerang schikt wordt onder de artikelen, die slechts na voorafgaande keuring bij aankomst en na goedbevinding toegelaten worden voor de consumptie. Het gevolg van een en ander zoude zijn, dat de invoer van dit bij uitstek Nederlandsche product geheel ophield". Een tweetal kaasjes, waarover het hier gaat, werden hier ontvangen en direct ter onderzoek naar het Rijkszuivelstation op gezonden. De kaasjes bleken bedorven te zijn, ter wijl zij hun oorspronkelijken bolvorm totaal verloren hadden. Volgens het onderzoek te Leiden bevatten deze kaasjes 23,4 pCt., resp. 19,7 pCt. vet in de droge stof, terwijl het gewicht was teruggeloopen tot 1235 resp. 1500 gram, waarin nog 37,8 pCt., resp. 48,1 pCt. vocht Aannemende, dat deze kaasjes oorspron kelijk elk pl.m. 2 K.G. hebben gewogen, heeft oorspronkelijk het vochtgehalte daar van bedragen 61,6 pCt. resp. 61 pCt. Uit de op de kaasjes nog ten deele zicht bare Rijksmerken is het gelukt hun her komst op te sporen; volgens de verklaring van den directeur van het betrokken kaa®- controlestation moeten deze kaasjes zijn ge maakt tusschen 3 September en uiterlijk einde November j.l. Aangezien de merken ten deele verteerd waen en dientengevolge de doorloopende nummers niet meer waarneembaar was, kon de juiste datum van bereiding niet worden opgegev^i. Volgens de verklaring van den kaasex- porteur in diens brief van 4 Juni j.l. aan den Directeur van het Rijkszuivelstation is de bewuste partij kaas door hem verscheept November/December 1924, zoodat de kaas hoogstens 4 maanden oud zoude kunnen zijn geweest, doch vermoedelijk véél jonger. Aangenomen moet worden, dat in casu jonge kaas met een te hoog watergehalte is geëxporteerd naar een sub-tropisch gewest, zonder dat vóóraf de noodige zorg aan die kaas haren oorspronkelijken vorm verloren en is tot bederf overgegaan, waartoe als bijkomende omstandigheid is mede in aan merking te nemen de onoordeelkundige wijze, waarop blijkbaar de bewuste kaas te Laö Palmas werd behandeld en bewaard. Het vorenstaande geeft mij aanleiding Uwe aandacht te vestigen op de noodzake lijkheid, dat met bestemming voor een 6ub* tropisch gewest alleen daarvoor geschikte kaas wordt verzonden, met andere woorden, hetzij belegen, hetzij jonge kaas, die vooraf behoorlijk is verzorgd en gedroogd (ge stookt). Met het oog op het belang van den Neder- landschen kaasexport moge ik U verzoeken, voor zooveel mogelijk Uwe medewerking te verleenen opdat herhaling van gevallen als het onderhavige worde voorkomen". De Jurgenskwestie. Naar aanleiding van de Open Brieven in zake het Jurgens-concern van de beide hee- ren Van Oss publiceert „Humfelds Finan cier" in het nummer van 2 September een artikel over deze kwestie, waaraan het vol gende ontleend: De hoofdzaak is en blijft of er „gejong leerd" is met de balanscijfers in 1921. Maar dat feit de wijziging der boekwaarde- cijfers is iets nieuws. Dat kon ieder weten. Reeds vier heele jaren lang. Want dat geschiedde niet gisteren, maar vond plaat9 in 1921. Na de betreffende citaten uit de jaarver slagen en verklaringen van de commissaris een, komt de schrijver ten slotte tot de vraag, wat de aanleiding voor beide heeren is geweest tot het schrijven der open brie ven. De heeren zeggen, zy doen het voor het publieke belang. De heer S. F. v. Oss „Haagsche Post" zegt, en dat zelfs ge heel ongevraagd, „dat hij zijn broer, den heer A. M. van Oss „door en door kent" 11) en „voor hem durft instaan", dat hij, „al leen optreedt in het openbaar belang". Het zal dus wel zoo zijn, als de heer S. F. van O86 dit zegt, nietwaar 1 Aandeelhouders van Jurgens mogen dit eigenlijk wel op prijs stellen. Hier treffen zij aan twee gebroeders, die ongevraagd „voor elkaar instaan" die bovendien de zeer aanzienlijke advertentiekosten (eenL ge duizenden guldens) willen dragen, plus het drukken van brochures etc., alles alleen om aandeelhouders van Jurgens te redden van een bestuur dat die aandeelhouders eventjes voor 50 millioen bij den neus neemt Dit optreden is inderdaad in deze tijden, waarin altruïsme nu juist niet meer hoogtij viert, toch iets, dat gewaardeerd moet wor den door de aandeelhouders van Jurgens. Dat de heeren zich in him bewering en in hun conclusies vergist hebben cn dat reeds 4 jaar geleden het bestuur zelf alles heeft medegedeeld, hetgeen de heeren nu met zooveel aplomb ale een ontdekking aan kondigen, moet men hun maar niet al te zeer ten kwade duiden. Bovendien de beid© brieven zelf vloeien over van voorzichtigheden, blijkbaar om toch maar niet concreet te zijn. Om den haverklap leest men daarin „ik meen ernstige gronden te hebben te betwij felen". Met dergelijke uitdrukkingen zijn de brie ven doorspekt. Het beroep op den rechter verliest daar door zoowat alle kracht. Immers, nu heeft niemand aan de brieven eenig houvast. Men kan er geen aanklacht op formuleeren. Als de heer A. M. van Oss eindigt met de woor den „Of prefereert Gij den Rechter, mij is 't wel", dan klinkt dat geweldig, maar onze opinie is, dat er geen serieuze advocaat te vinden zal zijn, die op dergelijke halve be schuldigingen van „Ik twijfel" en „Naar mijne informaties" enz. een ernstige reohts- acte zal durven instellen. Nogmaalsde aanleiding Ja, geachte lezer, die kunnen wij niet vin den. De heeren hebben gezegd, dat zij dit alles ondernemen in het publieke belang. Men moet dit dus maar aannemen, al kun nen wij er niet bij. Weliswaar zegt de heer A. M. van Oss, dat de aanleiding van zijn actie is gelegen in het niet uitkeeren van dividend op de ge wone aandeelen. Maar het verband van dat argument met zijn actie is ons en zal wel iedereen ontgaan. Echter dit blijkt wel, dat die Open Brie ven geen feitelijke beteekenis voor de aan deelhouders van Jurgens hebben. Willen de heeren iete nieuws mededeelen, dat inderdaad waard is verontrusting te wekken, dan zullen zij met andere dingen moeten komen. Christelijke Werkgeversvereniging. Gisteren heeft de Ohristelijko Werkge- versvereeniging te Hilversum haar jaarlijk- sche vergadering gehouden. In de ochtendvergadering, welke een huis houdelijk karakter droeg, is het jaarverslag goedgekeurd. De aftredende bestuursleden, de heeren A. Borst Pzn., te Rotterdam, M. J. van Oordt, te Werkendam, en J. F. H Spier, te Amsterdam, te Amsterdam, wer den herkozen. Ingesteld werd een commissie, die aan het bestuur zal rapporteeren over het ver drag Holland-België: In de middagzitting heeft de heer H Diemer gesproken overDe positie van den patroon in het bedrijfsleven. Daarna sprak ds. Q. W. C. Vunderink Spr. schetste uitvoerig de moeilijkheden van dezen tijd en gaf aan welke houding dezo Vereeniging daartegenover moet aannemen: zich niet laten leiden door conservatisme, t© leeren de teekenen der tijden te verstaan cn zich door studio en besprekingen te be kwamen voor de uitoefening der sociale taak De vergadering werd met dankzegging door ds. Vunderink gesloten, waarna men een bezoek bracht aan de Nederl. Seintoe- 8tellenfabriek. Uit "het jaarverslag blijkt, dat het leden tal op 1 Januari j.l. 225 bedroeg. Vergeleken bij het vorige jaarverslag beteekent dit ©en teruggang van 14 leden. Het blad „De Christen Patroon" is in 1924 voor het laatst verschenen. In de eer ste plaats kon het blad zich financieel niet bedruipen en anderzijds meende het bestuur, dat het contract met de leden beter zou kunnen worden onderhouden door het toe zenden van „mededeelingen." H. M. de Koningin-Moeder, vergezeld van baronesse Van Ittersum, eerste hof dame, en graaf Van Limburg Stirum, ka merheer, heeft hedenmiddag een bezoek ge bracht aan de historische tentoonstelling, gehouden in het Rijksmuseum, naar aan leiding van het 650-jarig bestaan van Am sterdam. Bij Kon. besluit is aan J. Beeckman, op diens verzoek, met ingang van 15 October, eervol ontslag verleend als burgemeester van Zandvoort; is aan mr. V. H. Rutgers, Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als lid van de centrale commissie voor de sta tistiek, onder dankbetuiging voor de als zoo danig bewezen diensten. In een 1 September gehouden verga dering van de afdeeling Den Haag van den Ned. Bond van Christ. Prol. Post-, Tele graaf- en Telefoonpersoneel „Door Plicht lot Recht", is onderstaande motie aange nomen: Afd. den Haag, enz., in vergadering bijeen op 1 Sept.; gezien den noodtoestand, waarin than9 de gezinnen der ambtenaren verkee- ren; verzoekt het Bondsbestuur bij den mi nister-president met klem aan te dringen op een spoedige uitkeering ineens, voor allen met een voldoend minimum, en levens met kracht le ijveren voor een algeheele herzie ning van het Bezoldigingsbesluit; om te kunnen voorzien in den steeds grooter wor denden achterstand hunner gezinnen; en besluit deze motie te publiceeren in haar orgaan en de pers. De kerkeraad, kerkvoogden en notabe len der Ned.-Herv. Gemeente te Haarlem wijzen er in een door hen verspreide circu laire op, dat er in het kwartier van Haar lem, buiten de Amsterdamsche Poort gele gen, dringend behoefte bestaal aan een buurtkerk met wijkgebouw voor bovenge noemde gemeente. De plannen daarvoor zijn gereed, de grond is gekocht en betaald en behalve den grond kan op f 90.000 worden gerekend, (f 12 000 hiervan zijn toegezegd op voorwaarde dat nog in 1925 met den bouw wordt begonnen). Er is nu nog een tekort van f60.000. In de circulaire wordt nu een beroep gedaan op de geheele Ge meente voor aanvulling van dit tekort, het zij door giften of door een renteloos voor schot of door deelneming in een leening. RECLAME. 7269 Het eere-voorzitterschap der Eerst© International© Textiel-Beurs welke van 7 tot 16 November a.s. in het „Paleis voor Volks vlijt' te Amsterdam gehouden wordt, is aanvaard door mr. A. E. Baron van Voorst tot Voorst, Commissaris der Koningin in de provincie Overysel. Het bestuur ontvangt bovendien medewerking van den Nederland- schen R.-K. Middenstands-Bond, waarin eonige Vak-vereenigingen uit de Manufac ture n-branche zjj!n opgenomen, en waarvan de voorzitter van dezen Bond, de heer CL J. G. Struycken, ttaegeireden is tot bet Comité van Advies. De Raad van Amsterdam heeft het voorstel van de communisten, om f 500,000 uit de gemeentekas beschikbaar te stellen tot leniging van den door de stormramp ver oorzaakten nood, met 30 tegen 2 stemmen verworpen. In verband met den uitslag van het referendum in den Bond van Ned. Onder wijzers, waarbij beslist is, dat schoolhoof den geen lid van den Bond kunnen zijn, hebben te Amsterdam twintig hoofden van scholen besloten, aan de leiders van den eenige maanden geleden ontboden Bond van Nederlandsche schoolhoofden de vraag voor te loggen of het thans^ fiiet gewenscht i9, stappen te doen om te komen tot de stich ting van een nieuwen Bond van school hoofden. Deze vraag zou van een eerlang te houden vergadering van schoolhoofden, die op het standpunt staan van den Bond van Nederl. Onderwijzers, aan de orde worden gesteld. Na de weigering van minister Rutgers, om het H.B.S.-terrein beschikbaar te stel- voor de sportdemonstratie te Purmerend op Zondagmiddag 6 September, heeft het comi té zich in verbinding gesteld met de voet bal vereeniging „Purmersteyn". Deze heeft thans zoodanige schikkingen getroffen, dat haar terrein voor de sportdemonstraties be schikbaar kan worden gesteld. De avond van den eersten dag van hel tweede Groene-Kruis-Jubileum-Congres was bestemd voor een intiem gezellig samenzijn in de Groote Congreszaal te Utrcclït. Deze feestavond is bijzonder goed geslaagd. Het gebodene viel in den smaak. Allereerst werd de Groene-Kruis-film vertoond, door Willy Mullen's geënsceneerd, waarin de ontwikke ling van de Groene Kruis-beweging in beeld gebracht is; verder werden leerzame levende beelden over de eerste hulp bij ongevallen voor en thans ten platlenlande op het doek gebracht. Het geheel was, afgezien van en kele overdrijvingen, zeer suggestief. Het Schouwtooneel onder regie van Ko van Dijk vertoonde vervolgens een klucht in één be drijf „Het Kamerschut", van Samuel Falk land. De overige punten van het programma waren lichtbeelden over de ramp van Bor- culo, de Wonderdokter, een spel van heden en toekomst, in twee bedrijven, en tableaux^ vivants, opgevoerd door den heer en mevr. Krijnen, enkele leden van de rederijkerska mer Nicolaas Beets en eenige dilettanten, en ten slotte de Groene-JCruis-Wajang. De tweede cn de derde zitting waren ge wijd aan verschillende maalschappelijk-ge- neeskundige onderwerpen in verband met den Groene-Kruis-arbeid. Na afloop werd een uitstapje naar Billho-; ven gemaakt. Een feestmaal heeft het con gres besloten. Gisteren heeft de vereeniging lot be vordering van christelijke opvoeding en onderwijs aan blinde kinderen en jongelie den „Barliméus", te Zeist, haar nieuwe school en internaat „Beeklust" in gebruik genomen, 's Morgens had een samenkomst plaats in de Ned. Herv. Kerk, waar de Mi nister van Onderwijs, mr. Rutgers, de ope ningsrede uitsprak, en voorts o.a. de bur-, gemeester van Zei9t het woord voerde. (Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. G. 25) „In het Louvre zagen wij de Ilaüaansche primitieven, daarna de lange galerij Toen ik bleef slaan voor Johannes den Dooper van Leonardo da Vinei, trok Marcelle me heimelijk aan mijn mouwl Kom mee, mama heeft ons op het hart gedrukt niet lang bij „naaktfiguren" te blijven staan; zij zegt, dat dat onbehoor lijk is .Ik kon het niet helpen, maar ik proestte het uit van het lachen. Heb je ooit zoo iets ODzinnigs hooren zeggen, Kerjean? En trouwens, is Johannes de Dooper wel naakt? Men ziet. alleen maar zijn oogen en mond neen, niet eens alleen maar zijn glimlach.... den lieflijken, my- sterieuzen, ontróerenden glimlach van dien mond en die pogen!.... Maar ik geloof, dat de dames Chardon-Pluche dien juist niet hebben gezien „Zij schenen mij in de Nolre-Dame wat minder onmogelijk toe en de mystieke pracht heeft haar daar toch aangegrepen, maar zij vinden, dat de roep, die er uitgaat van de Sainte-Chapelle, overdreven is.... dat er te veel raampjes(l) in zijn en dat de Sainte-Suairekerk te Saint-Placide-en- Bray veel indrukwekkender; iel.... „Denk niet, Kerjean, dat ik je die dingen vertel om me te beklagen; het is meer om me te amuseeren. „Er zijn oogenblikken, dat verzeker ik je, dat ik naar niets anders meer verlang dan naar blijven, waar ik ben, en naar rust. Ik geloof, dat ik die in deze ietwat bekrom pen en nogal vervelende, maar volmaakt fatsoenlijke omgeving, waarvan de eischen mijn geringe kundigheden niet te boven gaan, heb gevonden.... Dus ik ben tevre den. Misschien zal ik niet altijd een arm, alleen op de wereld slaand meisje blijven, Kerjean. Gelk valt soms hun te beurt, die er het minst op hebben gerekend.Wat moet het heerlijk zijn een eigen huis, een eigen haard te hebbenen vooral een hart. dat je gansch en toebehoort 1 Als mijn lieve pleegmoeder mij uit den hemel ziet. wat zal zij dan verdrietig zijn! „Hartelijk de hand gedrukt door ie toe genegen PHYLLIS. Parijs, 10 October. „Beste Kerjean. „Ik geloof, dat een brief van mij je van stad tot stad nareist, aangezien je je in je korte briefje van vanmorgen beklaagt, niets van me te ontvangen. „Dank voor je prentbriefkaarten, die me zooveel vertellen van je reis. In ge dachte zweef ik met jè mee, als mijn goede reisgezel. Marcelle en Edmée vragen mij verbaasd: „Wie zendt toch altijd de prent kaarten? En dan antwoord ik: „Een oude vriend, van wien ik heel veel houd. Hoe heerlijk 1 Legt u er een verzameling van aan?.... Neen, ik doe net of ik mee reis; dat is veel prettiger. „Die meisjes Chardon-Pluche hebben meer kuren dan gebreken; ik geloof niet, dat zij slecht zijn, zij kunnen vroolijk wezen en omdat ik uit mijn aard vroolijk ben, Kerjean, omdat, trots regen en storm, in mijn ziel toch altijd nog wat zonneschijn is overgebleven, hebben wij uurtjes van vroo- lijke onbezorgdheid en laohen wij alle drie, omdat wij jong zijnVind je niet, Ker jean, dat, als je jong bent, je behoefte hebt aan slapen of eten? „De goede Marcelle is altijd stom verbaasd over alles, wat ik zeg: Wat bent u toch amusant juffrouw Boissoli! U hebt altijd van die ideeën, die mij nooit zouden in vallen." En zelfs de trotsche Edmée vroolijkt well eens op en dan ia zij in een goed hu meur en gewoon. Als wij aj le luidruchtig lachen, wordt mevrouw Ohardon-Pluche boos en zegt, dat het niet „behoorlijk" ie; maar Edmée haar lieveling weet haar met een enkel woord weer goed te krij gen en dan beginnen wij van voren aanIs 't niet vreemd, Kerjean, dat ik nog zóó kan lachen? „Marcelle is altijd vriendelijker en spraak zamer dan Edmée. Zij heeft mij in ver trouwen verteld, dat haar moeder zich te Parijs had gevestigd in de hoop, dat haar dochters een goed huwelijk zouden doen, omdat er in Saint-Placide-en-Bray geen ge schikte partij te vinden wa/9, die het dootr den vader nagelaten fortuin waardig werd gekeurd. „Zij voegde er met baar gewone ongekun steldheid aan, toe: Edmée is mooier dan ikMaar omdat ik geld heb, nietwaar, zal er toch wel iemand om mij komenO, als ik eens een gouverneur van een departement (III) kon krijgen I „Ik helb er drie uitroepteekens bij ge plaatst, maar ik zou er een dozijn noodig hebben gehad, als ik den toon had willen weergeven, waarmede Marcelle die woorden uitsprak, die voor haar den schoonsten droom van haar hart behelzen. „In het gansche hui9 is zij, geloof ik, de eenige, die van roe houdt. „Mevrouw Qbardon-Pluche hindert me. Het koet me moeite om niet brutaal tegen haar te worden. Eergisteren verklaarde zij me, dat mijn hoed te groot en mijn haar te blond was, en dat het niet „netjes" was om zóó met jonge meisjes uit le gaan. Met niet meer dan zeer matigen eerbied deed ik haar opmerken, dat het mijn eigen haar was en dat ik dus de kleur er van niet kon ver anderen en dat mijn andere hoed nog groo ter was danj deze. Toen knoop zij haar lip pen op elkaar en raadde me aan mijn haai te oiién met brillantine om het donker der te maken'en o, schrik 1 zij deed me een kleinen hoed van krip van haar zelf cadeau, dien zij voor zich als weduw vrouw niet streng genoeg vond, en zij ver zocht me „dien, ten minste al® ik met haar dochters uitging, te dragen" „Met evenveel bescheidenheid als be slistheid heb ik geweigerd mijn haar met brillantine te oliën, maar met een niet on verdienstelijke onderworpenheid heb ik het hoedje aanvaard. „Ik wil je wel bekennen, dat ik me da delijk liad voorgenomen om dien hoed, door er handig eon deukje aan te geven, presen tabel te maken Zoodra ik alleen was, heb ik er de gesp, de gedraaide franje en de rozetjes afgetrokken, aan den eenen kant het ijzordraad er uit gehaald en dat ex aan de andere zijde weer in gezet, het krip hier. wat opgenomen en daar wat platter ge legd. en weldra was ik in 't bezit van een aardigen tulband, die nu wel niet van een eerste modiste afkomstig was,, maar, die en daar was het me om te doen er niet uitzag of hij van mevrouw Char don-Pluche was geweest en die mij heusch' heel goed stond. „Toen zij me, met dien hoed op, zag, kreeg zij weer haar fijnen glimlach op haar gezicht: 't Spijt me, juffrouw, zei ze, dal u het niet noodig hebt geacht, den hoed te dragen, dien ik u heb gegeven „Vol onschuld keek ik haar aan. Maak, mevrouw, dien draag ik wel. *t is deze. „Mevrouw Ohardon-Pluches blik was vol verbazing en ze zei met haar scherpe stem: Ik herken hem niet meer.Hij ziet er op uw hoofd heel anders uit dan op heit mijne „Gelukkig well „Goeden nacht, Kerjean't Slaat twaalf uuren mijn brief wordt dwaas. 't Ia tijd, dat ik afscheid van je neem, vindt je niet? „Ale altijd k PHYIi j (Wordt mrvolgd).;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5