No. 20086.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 3 September
Tweede Blad. Anno 1925.
U!T DE RAADZAAL.
BINNENLAND.
WHES SLI M
GEBRUIK GLIM
FEUILLETON.
De Deisgenoote
Commissie-benoemingen
Verhuurrecht en het
Woningvraagstuk.
De verplichte zitting in September is
door de vele commissie benoemingen altijd
een zeer vervelende, 't Is voor alle aanwezi
gen zonder onderscheid dan een heel kar
wei om zich eenigszins „bezig te houden".
Een uitzondering zij alleen gemaakt voor
het stembureau, dat juist die zitting heel
wat heeft te doen. Maar overigensGe
lukkig hebben B. en W. een versnel'd tempo
weten te vinden, door op één briefje to
doen stemmen voor alle zetels in een com
missie en de raad vereenigdc zich met dit
systeem, hoewel tusschen den voorzitter en
den heer Van Eek nog eenige gedachten-
wisseling plaats had. Met dit versneld tem
po duurde het niettemin nog bijkans twee
volle uren voor men door de benoemingen
heen was. Hoe taai en eentonig. En wc
kunnen ons begrijpen, dat de burgemeester
,van Wernigerode, in de Harz, die de zit
ting uit belangstelling bijwoonde, vrij spoe
dig heenging, 't Was wel een zeer slechte
gelegenheid om de raad in „gang" te zien
Gehuldigd is weer eens het systeem van:
laat zitten, wat zit. Slechts tweemaal werd
afgeweken, doch alleen doordat de aftre-
'denden zelf bedankten. In enkele gevallen
was er nog oppositie tegen een „zittend
lid'- vooral de heer Oostdam was een
zeer aangevochten candidaat maar suc
ces had deze oppositie niet.
B. en W. zullen de nieuwe methode blij
ven toepassen tot na de eerstvolgende
raadsverkiezing en het gewenscht is, de
jtommissies geheel opnieuw te bezetten,
naar gelang van de uitspraak der stembus.
Na de benoemingen hadden we verwacht,
gezien de agenda, dat de zitting al heel
Spoedig zou geëindigd zijn geweest, doch
voor de zooveelste maal bleek de raad on
berekenbaar. De heer y. Eek wilde alle ver
huringen door de gemeente aan den raad
brengen, terwijl B. en W. tot dusver dit
altijd hebben verzorgd en wel zonder klach
ten, zondert men de geschiedenis der vei-
lingloods uit. Den hoer v. Eek was het blijk
baar geheel te doen om bescherming van
wie eenmaal gemeente-eigendom had ge
huurd, waartegenover evenwel staat, dat
de gemeenschap recht heeft op een huur,
als overeenkomt met de werkelijke waarde
De waarheid zal bij deze op zichzelf tegen
strijdige belangen in 't midden liegen.
Op zich zelf heeft de heele kwestie bitter
weiaig om het lijf en we zouden met den
heer v. Eek mee kunnen gaan, te meer,
waar deze zelf sprak, dat het niet ging
om alleilci kleinigheden, ware het niet, dat
wij op de wijze van den heer v. Eek, hoe
goed bedoeld ook, tal van chicanes vrees
den. Wat hamerpuntcn zijn zouden, werden
spoedig praatpunten. Een ontevreden bie
der behoefde maar aan te kloppen. En
daarnevens moet met vergeten worden,
dat B. en \V. in uezen beter tot oordeelen
\evoegd zijn dooi betere voorlichting als
tnderszins
B. en W. zagen hun bevoegdheid verlengd.
En bij het verlengen van den termijn
van bewoning van onbewoonbaar verklaar
de woningen, waarover de heer Dubbelde-
man geheime zitting vroeg en verkreeg,
mede in verband met den bouw door „Ons
Belang", had wederom een compleet bouw-
debat plaatB. Goed beschouwd, geheel bui
ten de agenda om grootendeels. Nieuwe
geluiden werden daarbij niet gehoord, be
halve voor zoover B. en W., die onder lei
ding van den burgemeester het woning-
yraagstuk steeds warm hebben behartigd,
bouw van gemeentewege hebben aange
kondigd om althans de ergste krotten te
kunnen opruimen. .Dat men gaarne direct
alle onbewoonbaar verklaarde huizen zag
verdwijnen, zonder moeite te doen om er
nog weer bewoonbaar van te maken, we
kunnen het begrijpen, doch zoo hard van
Btapel ioopen zal wel niet mogelijk zijn,
ook al decreteert de heer Kooistra heel
eenvoudig, dat het rijk bijspringen moet.
Het rijk luistert natuurlijk direct en zegt:
uw bevel is mij een gebod
Wat daarvan komt, blijkt wel uit den
bouw van „Ons Belang". Men zou die wo
ningen gaarne wat grooter willen, wij ook,
maar het rijk wil niet meer voorschot
geven. Uit is 't
Verzending van ongeschikte kaas naar
Amerika.
Het bestuur van den Alg. NecL Zuivel-
bond ontving het volgende schrijven van
den w.n. directeur-generaal van den land
bouw, dat. in het officieel orgaan wordt
gepubliceerd:
„Ik heb de eer u te berichten, dat we
derom van uit Las Palmas geklaagd is over
den slechten toestand van aldaar aange
voerde Edammerkaas.
Het Nederlandsche Consulaat schrijft aL»
volgt
„Er zijn weder gevallen voorgekomen van
levering van slechte kaas uit Nederland,
welke tot ernstige klachten en tot niet ac
cepteeren van zendingen kaas aanleiding
hebben gegeven."
Deze herhaling van de practyken, waarop
de aandacht gevestigd is in het Officieel
Orgaan van den F.N.Z. (no. 945 van 7 Mei
1924) levert het bewijs, dat de waarschu
wingen van den Inspectiedienst niet door
alle fabrikanten zijn ter harte genomen.
Destijds werd er dezerzijds reeds op ge
wezen, dat dergelijke practijken veel af
breuk doen aan de goede reputatie van de
Nederlandsche kaas in den vreemde; de
verschepers moeten zich dan ook niet ver
wonderen, indien de afzet vaD hun artikel
vermindert.
Dit Consulaat werd aangezocht op te
treden in een paar gevallen, waarin kaas
zendingen door de koopers bij aankomst
alhier geweigerd waren wegens slechte kwa
liteit, en ongelukkigerwijze moest gecon-
steteerd worden, dat de afnemers volko
men gelijk haddende kaas was blijkbaar
werder te versch verscheept, terwijl het
watergehalte ook weder te groot was. De
ronde vaste vorm van deze Edammerkaas
jes was verloren gegaan; zij hadden nu het
voorkomen van beschimmelde, vuil rood ge
verfde klompen stopverf.
Verkoop van een dergerlijk artikel kan
slechts ten gevolge hebben, het totaal in
discrediet geraken van de Nederlandschs
kaas: ongetwijfeld zou de aandacht der
Overheden er op gevestigd worden; ook zou
vermoedelijk de Voedingscontrole tusschen
beide komen, met het niet onwaarschijnlijke
gevolg, dat de Nederlandsche kaas gerang
schikt wordt onder de artikelen, die slechts
na voorafgaande keuring bij aankomst en
na goedbevinding toegelaten worden voor
de consumptie. Het gevolg van een en ander
zoude zijn, dat de invoer van dit bij uitstek
Nederlandsche product geheel ophield".
Een tweetal kaasjes, waarover het hier
gaat, werden hier ontvangen en direct ter
onderzoek naar het Rijkszuivelstation op
gezonden.
De kaasjes bleken bedorven te zijn, ter
wijl zij hun oorspronkelijken bolvorm totaal
verloren hadden.
Volgens het onderzoek te Leiden bevatten
deze kaasjes 23,4 pCt., resp. 19,7 pCt. vet
in de droge stof, terwijl het gewicht was
teruggeloopen tot 1235 resp. 1500 gram,
waarin nog 37,8 pCt., resp. 48,1 pCt. vocht
Aannemende, dat deze kaasjes oorspron
kelijk elk pl.m. 2 K.G. hebben gewogen,
heeft oorspronkelijk het vochtgehalte daar
van bedragen 61,6 pCt. resp. 61 pCt.
Uit de op de kaasjes nog ten deele zicht
bare Rijksmerken is het gelukt hun her
komst op te sporen; volgens de verklaring
van den directeur van het betrokken kaa®-
controlestation moeten deze kaasjes zijn ge
maakt tusschen 3 September en uiterlijk
einde November j.l.
Aangezien de merken ten deele verteerd
waen en dientengevolge de doorloopende
nummers niet meer waarneembaar was, kon
de juiste datum van bereiding niet worden
opgegev^i.
Volgens de verklaring van den kaasex-
porteur in diens brief van 4 Juni j.l. aan den
Directeur van het Rijkszuivelstation is de
bewuste partij kaas door hem verscheept
November/December 1924, zoodat de kaas
hoogstens 4 maanden oud zoude kunnen zijn
geweest, doch vermoedelijk véél jonger.
Aangenomen moet worden, dat in casu
jonge kaas met een te hoog watergehalte is
geëxporteerd naar een sub-tropisch gewest,
zonder dat vóóraf de noodige zorg aan die
kaas haren oorspronkelijken vorm verloren
en is tot bederf overgegaan, waartoe als
bijkomende omstandigheid is mede in aan
merking te nemen de onoordeelkundige
wijze, waarop blijkbaar de bewuste kaas te
Laö Palmas werd behandeld en bewaard.
Het vorenstaande geeft mij aanleiding
Uwe aandacht te vestigen op de noodzake
lijkheid, dat met bestemming voor een 6ub*
tropisch gewest alleen daarvoor geschikte
kaas wordt verzonden, met andere woorden,
hetzij belegen, hetzij jonge kaas, die vooraf
behoorlijk is verzorgd en gedroogd (ge
stookt).
Met het oog op het belang van den Neder-
landschen kaasexport moge ik U verzoeken,
voor zooveel mogelijk Uwe medewerking te
verleenen opdat herhaling van gevallen als
het onderhavige worde voorkomen".
De Jurgenskwestie.
Naar aanleiding van de Open Brieven in
zake het Jurgens-concern van de beide hee-
ren Van Oss publiceert „Humfelds Finan
cier" in het nummer van 2 September een
artikel over deze kwestie, waaraan het vol
gende ontleend:
De hoofdzaak is en blijft of er „gejong
leerd" is met de balanscijfers in 1921. Maar
dat feit de wijziging der boekwaarde-
cijfers is iets nieuws. Dat kon ieder
weten. Reeds vier heele jaren lang. Want
dat geschiedde niet gisteren, maar vond
plaat9 in 1921.
Na de betreffende citaten uit de jaarver
slagen en verklaringen van de commissaris
een, komt de schrijver ten slotte tot de
vraag, wat de aanleiding voor beide heeren
is geweest tot het schrijven der open brie
ven.
De heeren zeggen, zy doen het voor het
publieke belang. De heer S. F. v. Oss
„Haagsche Post" zegt, en dat zelfs ge
heel ongevraagd, „dat hij zijn broer, den
heer A. M. van Oss „door en door kent" 11)
en „voor hem durft instaan", dat hij, „al
leen optreedt in het openbaar belang".
Het zal dus wel zoo zijn, als de heer S. F.
van O86 dit zegt, nietwaar 1
Aandeelhouders van Jurgens mogen dit
eigenlijk wel op prijs stellen. Hier treffen
zij aan twee gebroeders, die ongevraagd
„voor elkaar instaan" die bovendien
de zeer aanzienlijke advertentiekosten (eenL
ge duizenden guldens) willen dragen, plus
het drukken van brochures etc., alles alleen
om aandeelhouders van Jurgens te redden
van een bestuur dat die aandeelhouders
eventjes voor 50 millioen bij den neus neemt
Dit optreden is inderdaad in deze tijden,
waarin altruïsme nu juist niet meer hoogtij
viert, toch iets, dat gewaardeerd moet wor
den door de aandeelhouders van Jurgens.
Dat de heeren zich in him bewering en
in hun conclusies vergist hebben cn dat
reeds 4 jaar geleden het bestuur zelf alles
heeft medegedeeld, hetgeen de heeren nu
met zooveel aplomb ale een ontdekking aan
kondigen, moet men hun maar niet al te
zeer ten kwade duiden.
Bovendien de beid© brieven zelf vloeien
over van voorzichtigheden, blijkbaar om
toch maar niet concreet te zijn.
Om den haverklap leest men daarin „ik
meen ernstige gronden te hebben te betwij
felen".
Met dergelijke uitdrukkingen zijn de brie
ven doorspekt.
Het beroep op den rechter verliest daar
door zoowat alle kracht. Immers, nu heeft
niemand aan de brieven eenig houvast. Men
kan er geen aanklacht op formuleeren. Als
de heer A. M. van Oss eindigt met de woor
den „Of prefereert Gij den Rechter, mij is
't wel", dan klinkt dat geweldig, maar onze
opinie is, dat er geen serieuze advocaat te
vinden zal zijn, die op dergelijke halve be
schuldigingen van „Ik twijfel" en „Naar
mijne informaties" enz. een ernstige reohts-
acte zal durven instellen.
Nogmaalsde aanleiding
Ja, geachte lezer, die kunnen wij niet vin
den. De heeren hebben gezegd, dat zij dit
alles ondernemen in het publieke belang.
Men moet dit dus maar aannemen, al kun
nen wij er niet bij.
Weliswaar zegt de heer A. M. van Oss, dat
de aanleiding van zijn actie is gelegen in
het niet uitkeeren van dividend op de ge
wone aandeelen. Maar het verband van dat
argument met zijn actie is ons en zal wel
iedereen ontgaan.
Echter dit blijkt wel, dat die Open Brie
ven geen feitelijke beteekenis voor de aan
deelhouders van Jurgens hebben.
Willen de heeren iete nieuws mededeelen,
dat inderdaad waard is verontrusting te
wekken, dan zullen zij met andere dingen
moeten komen.
Christelijke Werkgeversvereniging.
Gisteren heeft de Ohristelijko Werkge-
versvereeniging te Hilversum haar jaarlijk-
sche vergadering gehouden.
In de ochtendvergadering, welke een huis
houdelijk karakter droeg, is het jaarverslag
goedgekeurd. De aftredende bestuursleden,
de heeren A. Borst Pzn., te Rotterdam, M.
J. van Oordt, te Werkendam, en J. F. H
Spier, te Amsterdam, te Amsterdam, wer
den herkozen.
Ingesteld werd een commissie, die aan
het bestuur zal rapporteeren over het ver
drag Holland-België:
In de middagzitting heeft de heer H
Diemer gesproken overDe positie van den
patroon in het bedrijfsleven.
Daarna sprak ds. Q. W. C. Vunderink
Spr. schetste uitvoerig de moeilijkheden van
dezen tijd en gaf aan welke houding dezo
Vereeniging daartegenover moet aannemen:
zich niet laten leiden door conservatisme,
t© leeren de teekenen der tijden te verstaan
cn zich door studio en besprekingen te be
kwamen voor de uitoefening der sociale taak
De vergadering werd met dankzegging
door ds. Vunderink gesloten, waarna men
een bezoek bracht aan de Nederl. Seintoe-
8tellenfabriek.
Uit "het jaarverslag blijkt, dat het leden
tal op 1 Januari j.l. 225 bedroeg. Vergeleken
bij het vorige jaarverslag beteekent dit ©en
teruggang van 14 leden.
Het blad „De Christen Patroon" is in
1924 voor het laatst verschenen. In de eer
ste plaats kon het blad zich financieel niet
bedruipen en anderzijds meende het bestuur,
dat het contract met de leden beter zou
kunnen worden onderhouden door het toe
zenden van „mededeelingen."
H. M. de Koningin-Moeder, vergezeld
van baronesse Van Ittersum, eerste hof
dame, en graaf Van Limburg Stirum, ka
merheer, heeft hedenmiddag een bezoek ge
bracht aan de historische tentoonstelling,
gehouden in het Rijksmuseum, naar aan
leiding van het 650-jarig bestaan van Am
sterdam.
Bij Kon. besluit is aan J. Beeckman, op
diens verzoek, met ingang van 15 October,
eervol ontslag verleend als burgemeester van
Zandvoort; is aan mr. V. H. Rutgers, Minister
van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen,
op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
lid van de centrale commissie voor de sta
tistiek, onder dankbetuiging voor de als zoo
danig bewezen diensten.
In een 1 September gehouden verga
dering van de afdeeling Den Haag van den
Ned. Bond van Christ. Prol. Post-, Tele
graaf- en Telefoonpersoneel „Door Plicht
lot Recht", is onderstaande motie aange
nomen:
Afd. den Haag, enz., in vergadering bijeen
op 1 Sept.; gezien den noodtoestand, waarin
than9 de gezinnen der ambtenaren verkee-
ren; verzoekt het Bondsbestuur bij den mi
nister-president met klem aan te dringen op
een spoedige uitkeering ineens, voor allen
met een voldoend minimum, en levens met
kracht le ijveren voor een algeheele herzie
ning van het Bezoldigingsbesluit; om te
kunnen voorzien in den steeds grooter wor
denden achterstand hunner gezinnen; en
besluit deze motie te publiceeren in haar
orgaan en de pers.
De kerkeraad, kerkvoogden en notabe
len der Ned.-Herv. Gemeente te Haarlem
wijzen er in een door hen verspreide circu
laire op, dat er in het kwartier van Haar
lem, buiten de Amsterdamsche Poort gele
gen, dringend behoefte bestaal aan een
buurtkerk met wijkgebouw voor bovenge
noemde gemeente. De plannen daarvoor zijn
gereed, de grond is gekocht en betaald en
behalve den grond kan op f 90.000 worden
gerekend, (f 12 000 hiervan zijn toegezegd
op voorwaarde dat nog in 1925 met den
bouw wordt begonnen). Er is nu nog een
tekort van f60.000. In de circulaire wordt
nu een beroep gedaan op de geheele Ge
meente voor aanvulling van dit tekort, het
zij door giften of door een renteloos voor
schot of door deelneming in een leening.
RECLAME.
7269
Het eere-voorzitterschap der Eerst©
International© Textiel-Beurs welke van 7 tot
16 November a.s. in het „Paleis voor Volks
vlijt' te Amsterdam gehouden wordt, is
aanvaard door mr. A. E. Baron van Voorst
tot Voorst, Commissaris der Koningin in
de provincie Overysel. Het bestuur ontvangt
bovendien medewerking van den Nederland-
schen R.-K. Middenstands-Bond, waarin
eonige Vak-vereenigingen uit de Manufac
ture n-branche zjj!n opgenomen, en waarvan
de voorzitter van dezen Bond, de heer CL
J. G. Struycken, ttaegeireden is tot bet Comité
van Advies.
De Raad van Amsterdam heeft het
voorstel van de communisten, om f 500,000
uit de gemeentekas beschikbaar te stellen
tot leniging van den door de stormramp ver
oorzaakten nood, met 30 tegen 2 stemmen
verworpen.
In verband met den uitslag van het
referendum in den Bond van Ned. Onder
wijzers, waarbij beslist is, dat schoolhoof
den geen lid van den Bond kunnen zijn,
hebben te Amsterdam twintig hoofden van
scholen besloten, aan de leiders van den
eenige maanden geleden ontboden Bond van
Nederlandsche schoolhoofden de vraag voor
te loggen of het thans^ fiiet gewenscht i9,
stappen te doen om te komen tot de stich
ting van een nieuwen Bond van school
hoofden. Deze vraag zou van een eerlang te
houden vergadering van schoolhoofden, die
op het standpunt staan van den Bond van
Nederl. Onderwijzers, aan de orde worden
gesteld.
Na de weigering van minister Rutgers,
om het H.B.S.-terrein beschikbaar te stel-
voor de sportdemonstratie te Purmerend op
Zondagmiddag 6 September, heeft het comi
té zich in verbinding gesteld met de voet
bal vereeniging „Purmersteyn". Deze heeft
thans zoodanige schikkingen getroffen, dat
haar terrein voor de sportdemonstraties be
schikbaar kan worden gesteld.
De avond van den eersten dag van hel
tweede Groene-Kruis-Jubileum-Congres was
bestemd voor een intiem gezellig samenzijn
in de Groote Congreszaal te Utrcclït. Deze
feestavond is bijzonder goed geslaagd. Het
gebodene viel in den smaak. Allereerst werd
de Groene-Kruis-film vertoond, door Willy
Mullen's geënsceneerd, waarin de ontwikke
ling van de Groene Kruis-beweging in beeld
gebracht is; verder werden leerzame levende
beelden over de eerste hulp bij ongevallen
voor en thans ten platlenlande op het doek
gebracht. Het geheel was, afgezien van en
kele overdrijvingen, zeer suggestief. Het
Schouwtooneel onder regie van Ko van Dijk
vertoonde vervolgens een klucht in één be
drijf „Het Kamerschut", van Samuel Falk
land. De overige punten van het programma
waren lichtbeelden over de ramp van Bor-
culo, de Wonderdokter, een spel van heden
en toekomst, in twee bedrijven, en tableaux^
vivants, opgevoerd door den heer en mevr.
Krijnen, enkele leden van de rederijkerska
mer Nicolaas Beets en eenige dilettanten, en
ten slotte de Groene-JCruis-Wajang.
De tweede cn de derde zitting waren ge
wijd aan verschillende maalschappelijk-ge-
neeskundige onderwerpen in verband met
den Groene-Kruis-arbeid.
Na afloop werd een uitstapje naar Billho-;
ven gemaakt. Een feestmaal heeft het con
gres besloten.
Gisteren heeft de vereeniging lot be
vordering van christelijke opvoeding en
onderwijs aan blinde kinderen en jongelie
den „Barliméus", te Zeist, haar nieuwe
school en internaat „Beeklust" in gebruik
genomen, 's Morgens had een samenkomst
plaats in de Ned. Herv. Kerk, waar de Mi
nister van Onderwijs, mr. Rutgers, de ope
ningsrede uitsprak, en voorts o.a. de bur-,
gemeester van Zei9t het woord voerde.
(Uit 't Fransch van GUY CHANTEPLEURE).
Geautoriseerde vertaling van W. H. G.
25)
„In het Louvre zagen wij de Ilaüaansche
primitieven, daarna de lange galerij
Toen ik bleef slaan voor Johannes den
Dooper van Leonardo da Vinei, trok
Marcelle me heimelijk aan mijn mouwl
Kom mee, mama heeft ons op het
hart gedrukt niet lang bij „naaktfiguren"
te blijven staan; zij zegt, dat dat onbehoor
lijk is
.Ik kon het niet helpen, maar ik proestte
het uit van het lachen. Heb je ooit zoo iets
ODzinnigs hooren zeggen, Kerjean? En
trouwens, is Johannes de Dooper wel
naakt? Men ziet. alleen maar zijn oogen
en mond neen, niet eens alleen
maar zijn glimlach.... den lieflijken, my-
sterieuzen, ontróerenden glimlach van dien
mond en die pogen!.... Maar ik geloof,
dat de dames Chardon-Pluche dien juist
niet hebben gezien
„Zij schenen mij in de Nolre-Dame wat
minder onmogelijk toe en de mystieke
pracht heeft haar daar toch aangegrepen,
maar zij vinden, dat de roep, die er uitgaat
van de Sainte-Chapelle, overdreven is....
dat er te veel raampjes(l) in zijn en dat de
Sainte-Suairekerk te Saint-Placide-en-
Bray veel indrukwekkender; iel....
„Denk niet, Kerjean, dat ik je die dingen
vertel om me te beklagen; het is meer om
me te amuseeren.
„Er zijn oogenblikken, dat verzeker ik je,
dat ik naar niets anders meer verlang dan
naar blijven, waar ik ben, en naar rust.
Ik geloof, dat ik die in deze ietwat bekrom
pen en nogal vervelende, maar volmaakt
fatsoenlijke omgeving, waarvan de eischen
mijn geringe kundigheden niet te boven
gaan, heb gevonden.... Dus ik ben tevre
den. Misschien zal ik niet altijd een arm,
alleen op de wereld slaand meisje blijven,
Kerjean. Gelk valt soms hun te beurt, die
er het minst op hebben gerekend.Wat
moet het heerlijk zijn een eigen huis, een
eigen haard te hebbenen vooral een
hart. dat je gansch en toebehoort 1
Als mijn lieve pleegmoeder mij uit den
hemel ziet. wat zal zij dan verdrietig zijn!
„Hartelijk de hand gedrukt door ie toe
genegen
PHYLLIS.
Parijs, 10 October.
„Beste Kerjean.
„Ik geloof, dat een brief van mij je van
stad tot stad nareist, aangezien je je in
je korte briefje van vanmorgen beklaagt,
niets van me te ontvangen.
„Dank voor je prentbriefkaarten, die
me zooveel vertellen van je reis. In ge
dachte zweef ik met jè mee, als mijn goede
reisgezel. Marcelle en Edmée vragen mij
verbaasd: „Wie zendt toch altijd de prent
kaarten? En dan antwoord ik: „Een oude
vriend, van wien ik heel veel houd. Hoe
heerlijk 1 Legt u er een verzameling van
aan?.... Neen, ik doe net of ik mee
reis; dat is veel prettiger.
„Die meisjes Chardon-Pluche hebben
meer kuren dan gebreken; ik geloof niet,
dat zij slecht zijn, zij kunnen vroolijk wezen
en omdat ik uit mijn aard vroolijk ben,
Kerjean, omdat, trots regen en storm, in
mijn ziel toch altijd nog wat zonneschijn is
overgebleven, hebben wij uurtjes van vroo-
lijke onbezorgdheid en laohen wij alle drie,
omdat wij jong zijnVind je niet, Ker
jean, dat, als je jong bent, je behoefte hebt
aan slapen of eten?
„De goede Marcelle is altijd stom verbaasd
over alles, wat ik zeg: Wat bent u toch
amusant juffrouw Boissoli! U hebt altijd
van die ideeën, die mij nooit zouden in
vallen." En zelfs de trotsche Edmée vroolijkt
well eens op en dan ia zij in een goed hu
meur en gewoon. Als wij aj le luidruchtig
lachen, wordt mevrouw Ohardon-Pluche
boos en zegt, dat het niet „behoorlijk" ie;
maar Edmée haar lieveling weet haar
met een enkel woord weer goed te krij
gen en dan beginnen wij van voren
aanIs 't niet vreemd, Kerjean, dat ik
nog zóó kan lachen?
„Marcelle is altijd vriendelijker en spraak
zamer dan Edmée. Zij heeft mij in ver
trouwen verteld, dat haar moeder zich te
Parijs had gevestigd in de hoop, dat haar
dochters een goed huwelijk zouden doen,
omdat er in Saint-Placide-en-Bray geen ge
schikte partij te vinden wa/9, die het dootr
den vader nagelaten fortuin waardig werd
gekeurd.
„Zij voegde er met baar gewone ongekun
steldheid aan, toe:
Edmée is mooier dan ikMaar
omdat ik geld heb, nietwaar, zal er toch
wel iemand om mij komenO, als ik
eens een gouverneur van een departement
(III) kon krijgen I
„Ik helb er drie uitroepteekens bij ge
plaatst, maar ik zou er een dozijn noodig
hebben gehad, als ik den toon had willen
weergeven, waarmede Marcelle die woorden
uitsprak, die voor haar den schoonsten
droom van haar hart behelzen.
„In het gansche hui9 is zij, geloof ik, de
eenige, die van roe houdt.
„Mevrouw Qbardon-Pluche hindert me.
Het koet me moeite om niet brutaal tegen
haar te worden. Eergisteren verklaarde zij
me, dat mijn hoed te groot en mijn haar te
blond was, en dat het niet „netjes" was om
zóó met jonge meisjes uit le gaan. Met niet
meer dan zeer matigen eerbied deed ik haar
opmerken, dat het mijn eigen haar was en
dat ik dus de kleur er van niet kon ver
anderen en dat mijn andere hoed nog groo
ter was danj deze. Toen knoop zij haar lip
pen op elkaar en raadde me aan mijn haai
te oiién met brillantine om het donker
der te maken'en o, schrik 1 zij deed
me een kleinen hoed van krip van haar
zelf cadeau, dien zij voor zich als weduw
vrouw niet streng genoeg vond, en zij ver
zocht me „dien, ten minste al® ik met haar
dochters uitging, te dragen"
„Met evenveel bescheidenheid als be
slistheid heb ik geweigerd mijn haar met
brillantine te oliën, maar met een niet on
verdienstelijke onderworpenheid heb ik het
hoedje aanvaard.
„Ik wil je wel bekennen, dat ik me da
delijk liad voorgenomen om dien hoed, door
er handig eon deukje aan te geven, presen
tabel te maken Zoodra ik alleen was,
heb ik er de gesp, de gedraaide franje en de
rozetjes afgetrokken, aan den eenen kant
het ijzordraad er uit gehaald en dat ex aan
de andere zijde weer in gezet, het krip hier.
wat opgenomen en daar wat platter ge
legd. en weldra was ik in 't bezit van
een aardigen tulband, die nu wel niet van
een eerste modiste afkomstig was,, maar,
die en daar was het me om te doen
er niet uitzag of hij van mevrouw Char
don-Pluche was geweest en die mij heusch'
heel goed stond.
„Toen zij me, met dien hoed op, zag,
kreeg zij weer haar fijnen glimlach op haar
gezicht:
't Spijt me, juffrouw, zei ze, dal u
het niet noodig hebt geacht, den hoed te
dragen, dien ik u heb gegeven
„Vol onschuld keek ik haar aan.
Maak, mevrouw, dien draag ik wel.
*t is deze.
„Mevrouw Ohardon-Pluches blik was vol
verbazing en ze zei met haar scherpe stem:
Ik herken hem niet meer.Hij
ziet er op uw hoofd heel anders uit dan op
heit mijne
„Gelukkig well
„Goeden nacht, Kerjean't Slaat
twaalf uuren mijn brief wordt dwaas.
't Ia tijd, dat ik afscheid van je neem,
vindt je niet?
„Ale altijd k
PHYIi j
(Wordt mrvolgd).;