Augustus Blad. Anno 1925. No. 20076. FEUILLET0S1 De Reisgenosfe LEIDSCH Indrukken uit de Poolsche Republiek, DAGBLAD, Zaterdag 22 gedeelten van de stad een Grieksch-Ortho- doxe kerk, waar geregeld dienst gehouden wordtwio in de omgeving van Wilna komt, vindt meer dergelijke kerken, waar van het merkwaardige veelal is, dat zij van hout zijn opgebouwd. Maar er is een groot verschil tusschen het toestaan van een der gelijke kerk of haar een overheerschende plaats in de eigen hoofdstad geven. Geen Regeering van Polen, zoo werd ons meer dan eens verzekerd, had kunnen nalaten om tot de afbraak van deze kerk over te gaan. Men heeft het dan ook inderdaad gedaan; het kostbare inwendige werd opgeborgen; steen voor steen valt het minder fraaie uit wendige. Alleen, waar men eenmaal tot af braak besloten had, zou het geen aanbeve ling verdienen om het sneller te doen dan nu geschiedt, teneinde do operatie zoo min mogelijk pijnlijk te doen verloopen 1 Dan zou ook het fraaie ruiterstandbeeld van Josef Poniatowski, den aanvoerder der Poolsche legioenen onder Napoleon I, dat daarachter is opgericht beter zichtbaar wordqp. Dat mooie ruiterstandbeeld is nog door Thor- waldsen omstreeks de dertiger jaren ge maakt, maar eerst in 1923 daar ter plaatse neergezet en onthuld, omdat de Russen dit monument zoo min als andere, die aan Po- len's roemrijke geschiedenis herinnerd, toe stonden. Het heeft al dien tijd op het land goed van een der groote Poolsche edelen doorgebracht. Ja, inderdaad alles wat de Russen kon den doen om den Polen hun geschiedenis te leeren vergeten, hebben zij gedaan. Vandaar dan ook, dat men in Warschau, overigens een mooie stad met een verleden, dat er zijn mag, zoo goed als geen musea aantreft. De Russen hebben een dergelijk museum nooit toegestaan. Zij deden anders dan de Duitschers, die er in elk geval in Posen, thans Poznan, een bouwden, die wel alle Poolsch karakter miste, maar er uit artistiek en wetenschappelijk oogpunt zijn mocht en mag. Polen heeft echter musea in zijn bouw werken. Allereerst in Krakau, wel eens de stad der kerken genoemd, met veronacht zaming echter van Wilna, dat er zeker, rela tief gesproken, evenveel, zoo niet meer en minstens even mooie telt. Maar Krakau is vooral de stad van den Poolschen konings burcht den Wawel, en van de Kroningskerk, die in den Wawel is gelegen. Hier zijn in den loop der eeuwen de Poolsche koningen gekroond; hier hebben zij zich verootmoe digd voordat zij de Kroon aanvaarddenhier zijn zij langs de graven van Polen's groot ste koningen hem getrokken alvorens met de teekenen hunner waardigheid te worden behangen. De Kroningskerk is het dient den Oostenrijkers ter eere te worden nage geven gespaard; zelfs is den Polen de gelegenheid niet onthouden om er Kosziusko zoowel als Poniatowski, maar later ook"den nationalen dichter Miekiewicz bij te zetten. Den Wawel echter heeft men niet ontzien; Oostenrijksche soldaten hebben er een ka zerne gevonden cn wat er in die omstandig heden van de kunstschatten, die er waren, is overgebleven; wat er van schilderingen is terecht gekomen, behoeft nauwelijks te wor den gezegd. Trouwens dergelijk vandalisme treft men ook aan in Elseneur, waar het oude kasteel van Hamlet eveneens tot ka zerne is ingericht. De nieuwe Poolsche Republiek heeft de hand geslagen aan het herstel van den Wa wel, een burcht, waarvan men den kolossa len omvang eerst goed ondervindt, wanneer men dien geheel rondloopt. Al het mogelijke wordt gedaan cm tot restauratie te komen, en zoover bleek men reeds gevorderd, dat wij een plechtigheid, waarbij de tegenwoor dige President te^ enwoordig was, in den Wawel konden tij wonen. Krakau heeft, ongerekend zijn vele mooie kerken, zijn historische herinneringen, die in de straten en de huizen liggen opgesloten, zijn prachtige Lakenhal in het midden van de groote markt waarboven het Natio naal Museum zich uitstrekt twee bekende merkwaardigheden. Eenerzijds de tegen het Tatragebergte aan gelegen badplaats Za kopane, anderzijds de beroemde zoutmijnen van Wielicza, de grootste van do wereld. Het eigenaardige van deze laatste is onge twijfeld, dat deze reeds een drietal eeuwen, zoo niet langer :n werking zijn. Men kan ze eens per dag ziendaalt een 60 meters af, en daalt op de wandeling steeds dieper tenein de groote zalen, geheel van het hard gewor den zout opgebouwd; ekrken en herinne ringsmonumenten door en langs te wande len. De wandeling duurt lang, bijkans twee uur, zoo lang, dat men op het laatst, hoe interessant de wandeling ook moge zijn, naar het einde verlangt. Geen wender, dat deze wandeling lang duurt, wanneer men bedenkt, dat de zoutmijnen een totaal op pervlakte beslaan van 2350 M. lengte bij 950 M. breedte, en dat het labyrinth van ga lerijen meer dan 600 K.M. lang is. De op* brengst bedraagt dan ook eon 50 mill. KG. per jaar, en gezien de rol die het zout in het dagelijksch leven speelt, is het bezit dezer mijnen niet van belang ontbloot Zakopane heeft geen, althans geen groote economische betcekcnis. Het is, nevens Gdy nia, de nieuwe badplaats, die Polen in het eigen Oostzeegebied heeft doen-ontstaan, de Poolsche balplaats bij uitnemendheid. Het Tatragebergte, onderdeel van de Karpathcn rijst stijl omhoog, on dalen zijn er, zoo smal en zoo hoog begrensd, dat men nauwelijks een stukje blauwe lucht nog boven zich ziet. Vanuit Zakopane is liet aantal berg tochten, dat men kan maken, niet gering. De andere zijde van het Tatragebergte, op Tjecho-Slowaaksoh grondgebied gelegen, is wilder woester, en toch, wat de geheele bad plaats-uitrusting betreft, mondainer. Zako pane is tenslotte eenvoudig, maar juist daarom aantrekkelijk. Toch is voor liefheb bers van groote bergtochten het oostelijk gebiod van den Karpathenketen nog meer aan te bevelen. Men kan geheel den Karpa thenketen langs gaan; men kan dit meer wilde oostelijk gedeelte ook bereiken vanuit Lwow. Men komt dan vanzelf in het land der zgn. HouzouJen, die nationale tradities wellicht nog het best hebben gewaard. Polen moge een vrij grooten omvang heb ben, on deelen. die slechts gedeeltelijk bij het spoorwegnet zijn aangesloten dat neomt niets weg van het feit, dat het spoor wegwezen in het algemeen niet slecht is verzorgd. Men zou soms willen, dat er meer treinen reden, maar dit treinen zijn goed onderhouden en rij rijden altijd op tijd. Het landtschap, dat Polen biedt, toont in menig opzicht het klink wellicht onver wacht overeenstemming met het Neder- landsche landschap Bloeiende velden zijn overal te bespeuren; slechts op de reis lange de zuidgrens, die gedeeltelijk langs Tsje- cho-Slowakije, gedeeltelijk langs Roemenië loopt, treft men het hooge Karpathenge- bergte aan. Dat deel, waar in 1915 en vol gende jaren de oorlog liccft gewoed, toen de Russen, die over de Karpathen in de Hongaarsche vlakten waren afgedaald, door Mackenscn en de zijnen werden terugge dreven. "Bij die gelegenheid is er heel wat van wat in Polen nog overeind stond, zoo wel op landbouw- als industrieel gebied, verwoest. De suikerindustrie, niet een der onbelangrijkste van Polen, kan er van mc- despreken. Zij heeft zich dan ook in het voormalig Pruisisch Polen, dat destijds met den naam van Posen werd aangeduid, het eerst van de slagen kunnen herstellen* Maar toch zijn er, ook in het meer oostelijk gelegen gedeelte van Polen, groote en goed ingerichte suikenfabneken te zien. Dat is op de lijn tusschen Krakau en Lwow, dio een rit van een zestal uren met sneltrein vordert, het geval in het kleine plaatsje Przeworsk, op het groot-grondbezit van Prins Lubomirski, een der groot-grondbe zitters van Polen. Het agrarisch vraagstuk, gelijk het door een dergelijk domein zicht baar ook voor de oogen van den vreemde ling wordt gesteld, is een dergenen, die de meeste moeilijkheden baren. Niemand, die tegenspreekt, dat het groot-grondbezit op zichzelf niet gewenscht is, maar ook niet ve|pn, die niet erkennen, dat juist in die gedeelten van het land, waar mszi het groot-grondbezit hoeft gohandhaafd, de welvaart is toegenomen en ontwikkeld, ter wijl daar, waar men tot splitsing is overge gaan,die welvaart veel trager en veel meer gedeeltelijk is gekomen. Zie een domein als dat van Prins Lubomirski; zie het ontwik-" kelt, gelijk h- het heeft gedaan. Het omvat een 2500 H.A. bebouwden grond, een 250 H.A. weide en een 1700 H.A. woud. Niet minder dan 18 geheel onafhankelijke boer derijen, die ieder op zichzelf een grooto gj) BUITF.NL. WEEKOVERZICHT. Veiligheidspal:! en schulden, kwestie Het kabinet-Pain- levé in groot geyaai Het ofiensiei in Maiokko inge zet Engeland in Chi- neesche moeilijkheden. tVaniieer dit onder de oogen onzer lezers komt, zal in het waagstuk van het yeilig- licidspact een nieuwe mijlpaal zijn ge haald: het te Londen opgestelde antwoord van Frankrijk aan Dr.ilschland zal te Ber lijn overhandigd zijn. België en Italië heb ben er hun goedkeuring aan gehecht, behou dens op een paar detailpunten, hetgeen ech ter daarom niets uitmaakt, omdat men aan details in dit vraagstuk nog niet toe is Het gaat immers nog maar om de groote lijnen cn voor en aleer men het daarover eens zal zijnl Toch brengt het officieel af komen van dit antwoord de kwestie weer een stap verder, al kan zelfs, helaas, niet geconstateerd worden, dat uiteindelijk suc ces verzekerd is; een stap verder naar een beslissing, in welken zin dan ook. Wij heb ben gegist, dat Briand, d.w.z. Frankrijk, de grootste offers te Londen heeft gebracht en dezs meening vindt o. i. reeds bevestiging in de toenemende onrust in Polen en Tsje- cho-Slowakije, waar men bevreesd wordt, dat de afzonderlijke verdragen, met Frank rijk gesloten, geducht aan waarde zullen verliezen, doordat zij mede onder toezicht van den Volkenbond zullen moeten komen Verder is men ook een slap nader geko men inzake het schuldenvraagstuk België is er in geslaagd het met Amerika eens te worden over een fundeering der Belgische schuld aan Amerika, die in 62 jaar zal wor den afgelost ondeT voor België bijzonder gunstige voorwaarden, die het kleine landje dankt aan het nakomen door Uncle Sam van beloften, indertijd door president Wii- son gedaan, wiens woorden in Amerika na zijn dood meer invloed schijnen te oefenen dan tijdens zijn leven. Op zichzelf moet men niet te licht den ken over hetgeen België te presteeren heeft. Men oordeele: De Belgische thesorie heeft een lijst van de annuïteiten opgesteld, die aan de Ver- Staten in de 10 eerste jaren moeten worden betaald: 1925 - 3,810,000, 1926 - -1,100.000. 1927 - 4,700,000, 1923 - 5.450,000, 1929 - 6,200,000 1930 - 7,300 000, 1931 - 7,950,00G 1932 - 8,459,000, 1933 - 9,500,0(!U. 1931 - 9,550,000, - 1935 - 12,872,000 dollar en daarna gedurende, 52 jaar 'en vaste annuïteit vaa 12,072,500 dollar, 'tls nog geen kleinigheidl Na Engeland bereikt dus Be'fiö e'-n ac- cooTd nvt Amerika. Frankrijk en Italië zul len moeten volgen, met Engeland op de loer om ook 'r-t een regeling te komen voor de kern v.rrcfculdigde millioenen En geen van beide heel! eenige kans om ia het uitzon deringsgeval van België te dn-.len, het is vanuil Amerika officieel duidelijk genoeg gezegd en men meent het daar ook, waar boven alles daar worden gesteld de beian- gen der belastingbetalers. Enkele kringen over den grooten haringvijver zouden wel toeschietelijker willen zijn, zelfs willen den ken aan annuleering, maar zoo iels zou gaan ten koste van den Amerikaanschen be lastingbetaler, daaraan is geen twijfel. Zoowel Frankrijk als Italië worden intus- sclien lot spoed aangezet door het Belgisch- Amerikaansch accoord. Of daarom Caillaux in alle haast nog een laatste poging wil wagen om Engeland tot concessies te over reden. gezien hoe de Fransche minis ter van financiën tegen verwachting in Maandag te Londefi Churchill zal ontmoeten, alhoewel door de deskundigen geen compromis kon worden bereikt, zoodat slechts in groote lijnen ook in deze materie tusschen beide beheerders van den nervus rerum kan worden geconfereerd Veel kans van slagen wordt Caillaux niet gegeven, in ieder geval, ook al veronderstelt men, dat Caillaux' reis naar Londen is opgedrongen door het optreden der Fransche socialisten, die aan de regeering Painlevé alle vertrou wen hebben opgezegd. Kon Caillaux eens een groot succes behalen op financieel ter rein, Briand op het buitenlandsch, wie weet, hoe Painlevé dan nog zou kunnen manocu- (Uit 'I Fransth van GUY CHANTEPLEURE). Geautoriseerde vertaling van W. H. C, 15) Verscheidene dagen geleden had hij mijn- heor Baudin ontmoet, den notaris van me vrouw Davrar.ijay, en deze had, evenals hij, met anders kunnen doen dan liet gebrek •an voorzorg of kleinmoedigheid van de •raie vrouw betreuren, die zoo innig ge hecht was aan Phyliis en toch niet de noo- dige geestkracht bezat om haar pleegdoch ter het fortuin en de toekomst, die zij voor haar bestemd had, te verzekeren. Mijnheer Baudin, wien mevrouw Davran- tay herhaalde malen haar teslamenlaire bedoelingen had medegedeeld, had juffrouw Arguin er aan herinnerd, dal de overledene, door Phyllis tot zich le nemen, gemeend bad, bij het stertbed van Marcel Boisjoli ëen schuld in le lossen. Hij had gelracht de nieuwe erfgename le verleederen, door haar fs wijzen op den werkelijk treurigen en moeilijken toestand, waarin het plotseling heengaan van .mevrouw Davranpay de wees had gebracht, en had haar de mogelijkheid •an de hand gedaan van een maatregel, die, in verband met den loop der omstan digheden, tamelijk billijk was. Hij had haar geadviseerd aan hét jonge meisje de kleine lijfrente af te staan, die zij zelve in on gunstige financieele omstandigheden ver se erende gedurende dertig jaar van haar tante had ontvangen. Maar juffrouw Arguin had zich onhandelbaar geloond. vreeren. Vooral ook, wanneer als derde factor daarbij dan nog kwam wapen-succes in Marokko. Wellicht zouden de radicalen in dit geval een lichte buiging der regeering naar rechts willen slikken, waaraan zij an ders niet zullen kunnen denken. Heeft Caillaux weinig kans op voorspoed, gelijk gezegd, hetzelfde geldt voor Briand en Marokko? Daar is juist los gekomen het groote offensief van Franschen en Span jaarden samen; naar het schijnt onder hoofdleiding van maarschalk Petain. Dat de Spanjaarden zich nogmaals in het veld wa gen, is een heel ding en de Franschen zul len er heel wat overredingstalent aan moe ten hebben verspillen, om het zoover te krijgen I Zal dit offensief het doel echter be reiken? Ziedaar een vraag, waarop de toe komst alleen het antwoord geven kan. Wei nig lijd hebben de Fransche en Spaansche troepen, een week of zes ongeveer. Na dien lijd is het oorlogvoeren daar vrijwel onmo gelijk. Is die tijd voldoende, niet alleen voor een terugdringen van Abdel Krim's leger scharen, maar voor een vernietiging daar van..,. Alleen het laatste kan immers werkelijk een succes worden genoemd. Het eerste zal zonder twijfel geschieden, het begin is er trouwens al, doch geeft practisch bitter weinig. Twijfel aan een beslist resul taat is alleszins gerechtvaardigd en dus, summa summarum, evenzeer of Painlevé en zijn kabinet nog wel lang in Frankrijk aan het roer zullen staan. Het eenige directe lichtpunt voor de Fransche regeering is, dal in Syrië ont spanning merkbaar wordt, al zijn berich ten over een vrede nog niet geheel beves tigd. Hel schijnt daar eohler de goede rich ting op te gaan. En het indirecte lichtpunt is, dat Engeland de handen vol krijg! in China en blijkbaar zelf nog niet weet,, hoe het daar handelen moet. De situatie is, dat dient erkend, ook wel eigenaardig, In Kan ton heeft zich een revolutionair bewind ge vormd, dat naar Peking heelemaal niet meer luistert. Deze revolutionairen verbieden te gen alle regelen van beschaafd recht in Britsche en Japansche kustvaart, waardoor Hongkong economisch niet fe schallen na deel lijdt. Zou zoo'n besluit vanuit Peking zijn afgevaardigd, dan was voor Engeland de casus belli daar en een oorlog zeker, 't Komt echter van opstandelingen tegen het Chineesche gezag, voor zoover daarvan nog sprake kan zijn. Een beroep op Peking baat niemendal. Al zou Peking willen wat inlusschen nog zoo zeker niet is dan zou hel niet kunnen. Moet hel gebeur de nu worden opgevat als een daad van zeeroof of iels van dien aard, gelijk enkele Engelsche bladen hel pogen voor te stel len? 'I Is wellicht het verstandigste, doch kan Engeland dan met Japan samen optre den? Het zou het uiterste middel zijn, wanneer niet op een of andere wijze op dracht zou worden verkregen van de negen mogendheden, die het verdrag van Was hington hebben ondersteund of van de zes tien landen, die traclaatsrechten in China bezitten Voor zoo'n opdracht is tijd, veel tijd noodig en middelerwijl wordt de schade al grooler. En een optreden op eigen houtje kan strubbelingen geven met Amerika T Is een puzzle en daarom kan direct be grepen worden, dat de Engelsche minister van builenl. zaken zijn vacaniie heeft on derbroken om zelf deze netelige affaire le regelen. IV. Als men, na ongeveer drie weken reizen en trekken, met eigenlijk geen ander doel dan veel te liooren en te zien, zijn indruk ken over Polen en het Poolsche -volk in gedachten samenbrengt, komt men tot deze slotsom, dat men met geheel andere indruk ken vertrekt als men is gekomen. Niet waar, wij allen meenen het Poolsche volk zoo'n beet je te kennenwij hebben er van gehoord uit de geschiedenis, uit de boeken, ja wellicht uit operette of tooneelstuk, en wij hebben daaruit voor onszelf de conclu sie getrokken, dat het Poolsche volk een romantisch en avontuurlijk, in sommige op zichten wellicht een ietwat strijdlustig volk i3 Als wij dan Sienchiewick hebben gele zen met West-Europeesche oogen en go- dachten, dan verandert dit beeld voor ons Ik heb alle hoop verloren, mijn waar de mijn'heer Kerjean, besloot de notaris. Juffrouw Arguin heeft mij tot vervelens herhaald, dat juffrouw Boisjoli niels voor haar was.,., wat ongelukkigerwijze maar al te waar is. „Mijn vader." zei ze, „heeft zich ge ruïneerd en'mij arm achtergelaten; mijn tante wilde mij ontervenGod heeft niet toegelaten, dat die laatste onbillijkheid ge schiedde God is met mij!Als het hier slechts ging om de geldkwestie, zouden wij, trots alles, misschien nog wel tot een aannemelijke oplossing^ komen; maar de waarheid is ,dat juffrouw Arguin Phyllis Boisjoli verfoeit; zij ziet, wat men haar ook moge zeggen, in haar een indringster, iemand, die haar macht misbruikte en die thans door het gebeurde aan haaf lot is overgelaten.... liet is, laten wij dit goed voor oogen houden, een wraakneming, waarvan juffrouw Arguin nu geniet, een onverwachte wraakneming, die volledig moet zijnEen vrouw met zoo'n karak ter ten prooi aan zulk een hartstocht, is wreedaardigZelfs uit dgn godsdienst, die haar vergevensgezind moest doen zijn, weet zij beweegredenen te pulten om mee- doogenloos te zijn. Toch kent zij de pleeg dochter van mevrouw Davrangay en, wer kelijk, als er ooit een schepsel vreemd was aan eenige intrige of zelfs aan handelingen, die haar eigen belangen tot einddoel heb ben, dan is het wel dit arme meisje.dat met een enkel woord of liefkoozing haar aanneming als dochter, of elk testament, dat zij maar wenschte, had kunnen verkrij gen. Kerjean, bedroefd als hij was, had zich op zijn beurt veroorloofd, op grond van zijn laatste gesprek met mevrouw Davran- niet. Nu is de werkelijkheid eenigszins an ders. Wie denkt in Polen, gelijk dat in de 17e en de 18e eeuw het geval zal zijn ge weest, veel fraaie kleederdrachten te zien, komt bedrogen uit. Niet alleen in Warschau maar ook in Lublin in het hart van Polen, en in Wilna in het uiterste Oosten, roed« tegen de Russische grenzen aan. vindt men de Polen en hun vrouwen gekleed gelijk bij ons gebruikelijk is. Alleen in die plaatsen, welke min of meer centra eener omgeving zijn, kan het, vooral op marktdagen gebeuren, dat het oog ge troffen wordt door eenig bont tafereel, dat nationale kleederdrachten, al zijn ze ook niet meer volledig in stijl, altijd bieden. Trouwens, men heeft in de verschillende plaatsen in Polen bijna eiken dag markt, want een toestand als bij ons, dat groen teman, boterboer, slager, bakker, kruide nier en wat al niet meer aan huis komt hoo- ren en leveren, bestaat in Polen niet. Do vrouwen gaan naar de markt, al dan niet vergezeld van een gedienstige, en ze koo- pon zelf in. Dat brengt reeds dadelijk te weeg, dat geheel het leven in Polen, ais trouwens ook in andere landen, vroeger be gint dan bij ons in Nederland het geval is. Trouwens, wie den Pool werklust zou willen ontzeggen, faalt. De Poolsche industrie zou nooit reeds op zoo hoogen trap zijn geko men zonder dezen werklust, die ook in den landbouw tot uiting komt. De Pool is bo vendien iemand van oen opgewekt karak ter, die de zorgen des levens gelukkig voor hem ook in de tegenwoordige om standigheden niet te zwaar neemt; die aan vaardt wat de dag van heden brengt en de dag van morgen brengen zal. Niettegen staande Polen gebukt is gegaan onder tien tallen jaren van ovcrheersching, die wel heel duidelijk merkbaar zijn, beeft dit geen verbittering gebracht in zijn gemoed. Zeer zeker, niet vriendelijk wordt in Polen over de Duitschers. in het z.g.n. Congres-Polen over de Russen geoordeeld; de Oostenrij kers, die slechts min of meer gedwongen aan de deelingen der achttiende eeuw deelna men, hebben aan het hun toebehoorend Ga- licië grooter onafhankelijkheid gegeven dan in deze beide andere deelen het geval was Trouwens, is het niet eigenaardig, dat ter wijl wij allen in gemoede hebben kunnen meenen, dat toen de Russen Lemberg inna men, de Tzaar terecht kon proclameeren, dat nu aan het verlangen der stad was voldaan en Lemberg tot het Slavisch ge bied behoorde, het in waarheid juist an dersom was, en Lemberg, of in het Poolsch Lwow geheeten, het betreurde eigenlijk voor het eerst in zijn geschiedenis Russi sche bezetting te krijgen. Men denke intusschen niet. dat die sporen van onderdrukking gedurende meer dan honderd jaren niet terug te vinden zijn. Integendeel, zij zijn eigenlijk overal, en tel kenmale is het in den mond van Uwen Pool- 6chen geleider een enkele, in den regel korte zinsnede, die er u opmerkzaam op maakt-. Soms hebt ge den indruk, dat gij daaraan met meer verbittering denkt dan hijhet tegenwoordige Poolsche geslacht heeft bij zijn geboorte de overheersching gevonden en deze niet als iets natuurlijks, maar wel als iets, dat nu eenmaal vaststond, moetèn aanvaarden. In Warschau zijn de Russen in dit land, waar de Roomsch-Katholieke godsdienst in sterke mate overheerschend iswaar weinig Protestanten en ook heel weinig Grieksch-Orthodoxen worden gevon den, er toe overgegaan om een geweldig groote Grieksch-Orthodoxe kapel te bou wen, van buiten niet al te fraai, yan bin nen een kostbaar museum gelijk. Nog niet tevreden, dat voor dit bouwwerk het oude paleis der Saksische koningen op de Plao Saksi moest verdwijnen, bouwden zij er een hoogen toren naast, dio de neiging of de opdracht had door geheel Warschau zicht baar te zijn. Dit zichtbaar monument van Russische overheersching heeft men niet willen laten voortbestaan. Men zou den Polen onrecht aandoen, wanneer men hen onverdraagzaam rekende. De vrijheid, waar in reeds eeuwen geleden de D-uitsche kolo nisten zich in Polen mochten verheugen de vrijheid, die vroeger en nu de talrijke Joden er genieten, bewijzen min of meer het tegendeel. Wie dan ook naar Lemberg gaat, vindt er op een der hoogst gelegen gay, de noodige slappen te wagen. Hij had met warmte gesproken en dacht, dat hij overtuigend was. Zijn argumenten waren te pletter geloopen tegen dien killen en on- buigzamen afkeer, die den notaris hadden ontmoedigd. Kalm, in haar onbeweeglijken weerstand, had juffrouw Arguin zich niet eens beleedigd getoond door het tusschen- beide komen van den jongen man. Phyllis Bojsjoli moet arbeiden, had zij verklaard. Evenals zoo vele jonge meisjes, zal zij haar brood moeten verdienen en dat zal heel heilzaam voor haar zijn. Willem had de oude jongejuffrouw vast aangezien: Arbeid is de beste en gezondste leer school, juffrouw Arguin, maar moeilijk voor vrouwen, die er niet toe werden voorbe reid..,. enongelukkigerwijs kan niet iedereen werken, die maar will Hebt u wel eens gedacht aan de gevaren, die op een jong meisje loeren, dat in den strijd om te leven aan zichzelve is overgelaten, zonder geld, zonder broodwinning, mooi.... en onschuldig als een klein kind? De vrome sidderde. Kerjean hoopte, dat zij getroffen was, bewogen, misschien wel door haar heilige vrees voor het kwade. Maar bijna dadelijk zei ze ijskoud: Een fatsoenlijk meisje, een goed Christin, heeft niels le vreezen van 's we relds valstrikken, mijnheer.Evenmin schijnt het me toe, dat Phyllis Boisjoli het recht heeft te zeggen, dat zij alleen slaat, zoolang zij vrienden heelt, die haar zoo vu rig verdedigenals u doet. Willem zou er heelwat voor hebben ge geven, om juffrouw Arguin eens duidelijk te zeggen hoe hij over haar en haar Ohriste-. lijke deugdopvaltingen dacht, maar niet wetende, hoe lang Phyllis nog in dit voorlaan vijandige huis moest blijven, had hij zijn diepe verontwaardiging ingehou den. Een gordijn werd opgelicht en het jonge meisje trad binnen. Zij stak haar beide handen aan Kerjean toe, die ze drukte en een oogenblik in de zijne hield. O, Kerjean, mijn beste vriend! Wat ben je loch goed! Zij was mager geworden. Meer aangrij pend dan ooit, werden door de pikzwarte japon en den breeden kraag van krip haar broze verschijning, haar bleekheid, waarin zich het netwerk van lichtpaarse aderen af- teekende, de koortsachtige gloed van haar oogen, die grooter schenen, doordat haar gezicht smaller was geworden en ook de lichtende schoonheid van haar blond haar, dat eenigszins glad op haar slapen liggen de, achter in den nek in een dichten wrong was samengenomen, en dat een kroon scheen der ellende van het door het leven te spoedig gekwetste schepseltje. Phyllis bracht Kerjean nasr den fauteuil, waarin mevrouw Davrangay zoo graag zat. Ga daar zitten, zei ze. Ik heb be hoefte, om er het gezicht van een -vriend in te zienAls juffrouw Arguin plaats neemt düLütr, waar mijn pleegmoeder.dan kan ik dat niet verdragen. en ik loop weg.... Zij ging op een laag stoeltje zitten, met de ellebogen op haar knieën en haar spitse kin in de als een schaal geopende handen. Zij zag Kerjean aan en haar oogen vulden zich ploseling met tranen. Mijn arm PhyllekeIk ben zoo be droefd, en zoo ongelukkig om jou, dat ik niet weet wat ik zeggen zalIk voel me als een onhandige, een domoorI.JEn toch, Phyllis, geloof ik niet, dat er op dit oogen blik een hart is. dal je beter begrijpt, dat oprechter met het jouwe medelijdt, dan dat van je ouden Kerjean. Phyllis bewoog even haar hoofd. Dat weet ikzei ze met een vreem de vastheid en loch met een stem, die dreig de te zullen slokken, terwijl steeds de tranen onbeweeglijk en blinkend, op den rand van haar oogleden bleven. Ja, tegenover dit diep bedroefde gezicht vond Kerjean, dat hij geen troostwoorden moest spreken. En hij sprak die, welke hem naar de lippen stegen, dan ook niet; deed geen dwaze vragen, betrekking hebbende od den nieuwen toestand van dit ontwrichte leven, zooals: „Heb je al iets beslist? Wat zijn je plannen?.Hij durfde niet. Hij wilde nietNooit te voren had hij beter de diepe onmacht gevoeld van zijn vriendschap van man. Loodzwaar lag de stille op hen. Wegens de zon waren de blinden gesl»« ten. Het scheen Willem toe, d dat halfi duister hem benauwde; het was hem een oogenblik of hij aan licht behoefte had.... Toen hernam de broze stem: Er i3 mij een betrekking aangebo den.... Een familie, die twee maanden te Houlgate gaat doorbrengen, wil een jonge huisonderwijzeres meenemen, om op het dochtertje te passen en het le laten wer kenAls mijnheer en mevrouw tevreden zijn, dan wordt het iels voor vast en dan blijf ik te Parijs onderwijzeres bij hen. Ik heb aangenomen. Kerjean vatte een van haar bleeke handen èn bracht die zwijgend aan zijn lippen. f (Wordt vervolgd)-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9