No. 20052. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 25 Juli Tweede Blad. Anno 1925. De Hitte BINNENLAND. èUITENLANDSCH WEEKOVERZICHT. Het lamp verbeide Duitsche r antwoord. Schijnbare een- stemmigheid. De Fransche 8' bezwaren. Dnitsche con- cessies noodzakelijk. Het dreigende conflict in Engeland. Geringe kans op een compromis Na een vrij langdurige periode van stil stand, althans stilstand naar den schijn, in de groote politiek, gedurende welke alleen achter de schermen werd gewerkt, begint er thans weer eenig leven te komen in de brou werij van het wereldgebeuren. Aanleiding daartoe is het Duitsche antwoord op de Fransche nota, betreffende het veiligheids pact. hetwelk Zaterdagavond der vorige Week te Parijs en Londen is overhand^ en .Woensdagmorgen in alle betrokken landen gelijktijdig i* gepubliceerd. Dit, met zooveel spanning verwacl te. antwoord, waarvan de tekft door den Rijksdag bereids is goedge keurd, en dat van zoo buitengewoon groot belang was met het oog op een spoedigen terugkeer tot een normalen toestand van vrede en rust is aanvankelijk in de geal lieerde landen met voldoening ontvangen. Men roemde den verzoeningsgezinden toon yan het Duitsche antwoord en wees op de punten van overeenstemming met de nota yan Briand. Al spoedig echter zijn, gelijk wij yoorzien hebben, de bezwaren gekomen. £en nauwkeurige beschouwing tóch van,het Duitsche antwoord toont maar al te duide lijk, dat er van die schijnbare gelijkgezind heid tenslotte zeer weinig overblijft, i Dr. Stresemann, de geroutineerde politi cus bij uitstek, die bij het vaststellen van het ontwerp al z'n stuurmanskunsten heeft noodig gehad om tusschen de gevaarlijke klippen der vele tegenstrijdige Duitsche meeningen door te zeilen zonder al te zeer in het gedrang te komen, heeft met onmis kenbaar talent het antwoord zoodanig weten op te stellen, dat men bij eerste lezing den indruk krijgt dat hi: 't op vrijwel allo unien met de tegenstanders eens is. Spoedig be- jnerkt men echter dat die eenstemmigheid •lechts schijn is en dat er achter die vele verzoeningsgezinde woorden een stroom van bezwaren volgt, welke veetal van een dus danig overwegenden aard zijn dat de waarde der eerste verklaringen er volkomen door weggecijferd wordt. En wanneer wij nu zien dat Briand niet minder dan op zes punten belangrijke reserves heeft, dan valt het moeilijk de toekomstige onderhandelingen, indien het tenminste zoover zal komen met optimisme tegemoet te zien. De verschillen zijn waarlijk nog al fce groot, vooral op het punt der Volkenbonds- jkwestie, welke door Stresemann op handige Wijze met het vraagstuk der veiligheid is verbonden. Het is waar: Duitschland ie in principe geneigd om lid te worden van den Volkenbond, maar de gestelde eisch om Vrijgesteld to worden van de verplichtingen, welke voortvloeien uit artikel 16, betref- fende het doorlaten van vreemde troepen en het verkenen van steun in geval van een actie, zal ongetwijfeld blijken voor Frankrijk onaanvaardbaar te zijn, en voor den bond zelf waarschijnlijk eveneens. Deze laatste toch kan moeilijk ten behoeve van een of ander lid eenvoudigweg de be palingen van het ccnvenant buitan werking stellen. En wat Frankrijk betreft: dit voelt zeer wel dat bij Duitschland de bedoeling voorzit ontslagen te worden uit z'n positie van eenzijdig ontwapende en als gelijk gerechtigde in den Volkenbond te treden, en daarin men weet het zal het nooit toestemmen omdat zulks een herziening zou beteekenen van het Verdrag van Ver sailles, waarop ook in menige andere kwes tie, door Duitschland in hetzelfde antwoord wordt gezinspeeld. De Duitschers, hoa gaarne waarschijnlijk Ook genegen om tot overeenstemming te komen, en hoezeer zij op verschillende pun ten ook gelijk mogen hebben (zooals bij voorbeeld in de kwestie hunner eenzijdige ontwapening) hebben Volkenbond en veilig heid willen aanwenden als middelen, niet alleen om een basis vooi onderhandelingen te vinden, maar ook en wellicht in de eerste plaats om zelf voordeel te beha len zonder daar concessies van eenig be lang tegenover te stellen. Het is duidelijk dat dit plan moest worden doorzien en het gevolg is nu dat het Duitsche antwoord per saldo bitter weinig vooruitgang heeft ge bracht. Fransche bladen dringen er reeds op aan hot antwoord van Stresemann dat intussohen niet geheel diens eigen in lichten weergeeft maar door de actie der Duitsch-nationalen in slechten zin is gewij zigd als onvoldoende van de hand te wijzen, en nu moge het waar zijn dat, het daartoe toch wel niet zal komen en dat er wederzijdsche besprekingen zuilen worden gevoerd, zeker is het ongetwijfeld ook dat de opvattingen bijkans lijnrecht tegenover elkaar staan en dat het een ontzettend zware taak zal zijn de partijen tot een com promis te brengen in de onderhavige kwes ties. Voordat het zoover zal zijn zal er nog heel wat water door den Rijn vloeien en zal Europa weinig anders kunnen doen dan afwachten. Tenzij Engeland zou gaan be middelen, waarop intussohen nog zeer wei nig kans bestaat. Zonder vergaande con cessies komt men er stellig niet, en die con cessies zullen het is, gezien de posities der partijen, duidelijk in hoofdzaak van Duitsche zijde moeten komen. Met een wat minder elastisch, maar ook minder vaag en daarentegen van meer opofferingsgezind heid blijk gevend antwoord van onze Ooste lijke naburen zouden wij heel wat verder zijn geweest, dan thans het geval isl China en Marokko brachten deze week weinig nieuws. De toestand schijnt er tot op heden zoo goed al3 niete te zrjo ver- ar.Gera. Een verbiedend bericht daarentegen was dat betreffende de voortzetting der ontruiming van het Roergebied, welke ge heel zonder incidenten heeft plaats gehad. En ook uit Engeland kwam nieuws van beteekenis, zij het dan ook van uiterst on- £in^en aard. Het betrof het conflict in Öe mijnindustrie, waarover wjj reeds in- ons Ifcng weekoverzicht een beschouwing ga- -*en> w eeo meeningsversqhil in het Kabinet, inzake de vaststelling van het vlootbouw- program. Het laatste, waarbij de ministers van marine en financiën tegenover elkaar stonden, nam een oogenblik zulke afmetin gen aan, dat minister Bridgemann en eenige anderen dreigden heen te gaan, in dien de bouw van het door hen geëischte minimum aantal schepen niet weid toege staan, maar werd tenslotte tengevolge van een bemiddelingsvoorstel van den premier bijgelegd. Het mijnwerkersconflict evenwel stond geruimen tijd op het doode punt om zich daarna plotseling op gevaarlijke wijze toe te spitsen. Toen de mijneigenaars wei gerden hun nieuwe voorstellen in te trek ken en ex dus van onderhandelen niete kon komen, ingevolge een besluit van het mijn werkerscongres, heeft het hoofdbestuur der nationale federatie der arbeiders, bevreesd als het schijnbaar was door een uitsluiting in een defensieve positie te worden ga- drongen, besloten zelf tot den aanval over te gaan en de arbeiders opdracht gegeven aan het einde van den werkdag van 31 Juli den arbeid te staken. Alleen de ma chinisten der pompinstallatie3 mogen op hun post blijven. Over zes dagen zal de mijnindustrie in Engeland dus lot stilstand ziju gebracht, terwijl daarbij i3 te vreezen dat de transportarbeiders en de spoorweg mannen den noodigen. steun zullen verleenen, zoodat hot openbare leven volkomen in de war dreigt te worden gestuurd. Zeker, de kans op overeenstemming blijft tot het laatste oogenblik bestaan, maar het is nog slechte kort dag en de houding der ar beiders is in dat opzicht weinig bemoef- djgend. Hun verzet) is trouwens nog gesterkt door het verhoor der patroons voor het hof van onderzoek, dat ïta werk al heeft beëindigd. Daarbij t°oh hoedt Williams, de president van den bond van mijneigenaren, tenslotte moeten erkennen, dat de nieuwe voorstellen een zeer beduidende loonsver mindering' beteekenen. In Zuid-Wales bij voorbeeld zal het dagloon dalen van f 6.70 tot f 492»/2, hetgeen aanvankelijk van patroans- zË*fo bij herhaling onjuist is genoemd. Deze verlaging echter werd door .Williams nood zakelijk genoömJ, omdat het kolenverbruik Bteeds moer afneemt en do productiekosten voortdurend grooter worden. Verlaging dei laatste ia dus een onverbiddelijke etech, en ZC sluit ook daling der loonen in. In net andere geval zal alleen sluiting der mijnen groetere verliezen kunnen voorkomen. Al dus staan de beide opvattingen ook hier lijnrecht tegenover elkaar. Eb wie tenslotte den strijd ook winnen zaT, economisch ver lies zal er ongetwijfeld zijn te betreuren. Eer, staking of uitsluiting kan nimmer anders leiden dan tot nadeeL En boe groot zal dit wel znln in een conflict als net Engelsche, waarbij drie en een half tnillioen arbeiders zijn betrokken RECLAME. veroorzaakt vaak Hevige Hoofdpijn; een paar Mijnhardfs Hoofdpijntabletten doen deze spoedig bedaren. Glazen buisje 60 et Bij Apoth. en Drogisten. 1833 De Kabinetscrisis. De Kabinetsformateur is met het eerste deel van "de taak, welke tij ach gesteld had, gereed gekomen, meldt het „Hbld.". Het overleg met de rechtsche fracties over het ontworpen Eegeering3program kan als goed geëindigd beschouwd worden. De Boomsch efractie der Tweede Kamer heeft in haar vergadering van gistermiddag met algemeene stemmen besloten aan bet nieuw op te treden Kabinet op den grondslag van het overgelegdeRe- geeringsprogram steun te verleenen. De Christeigk-Historische fractie had schrifte lijk reeds gindag doen weten, tot welke opmerkingen het Kegeeringsprogram haar aanleiding had gegeven. Zoo kan de formateur thans aanvangen (iet het tweede deel van zrjn taak, da uitnoodiging der personen voor de porte feuilles. Ofschoon de besprekingen met de personen over de bezetting der Departemen ten uit den aard dor zaak tot wijzigingen aanleiding kunnen geven, meenen wjj, op grond onzer inlichtingen in politieke krin gen, de volgende beereo te mogen noemen voor de achter hun namen geplaatste De partementen; Col gin, minister-president, defensie (met een directeur-generaal voor de landmacht en een directeur-generaal voor de marine); jhr. De Geer, financiën; Kooien, justitie; Rutgers, Binnenlandiscbe Zaken (vereenigd met het Departement van Onderwijs); Lo- vink, Landbouw; Van Ljjlndeu van Sande- burg (de oud-Oommiasaris der Koningin in Utrecht), Buitenlandsche Zaken; Bong.aerts, .Waterstaat. Wij herhalen, dat wijzigingen intusschen zeer wel mogelijk sjjn. Nu de Kabinets formateur eenmaal zoo ver is, dat omtrent zijn program eensgezindheid bestaat tus schen de partijen, mag zgo Kabinet niet afspringen op ambities van personen. Wfj bedoelen daarmede, dat de formateur zelf zeer wel een' ander Departeineot zon kunnen aanvaarden, indien de verdesling van werk- zaamheden tusschen de nitgeooodigde per sonen dit wenschelijk zou maken. Bedrijfsregeling voor het gedistilleerd. Verschenen is het rapport van de K. B. van 6 Maart 1919 ingestelde Staats commissie (de z.g. Commissie-Van der Zande) in zake Gedistilleerd productie^ welke com missie ton onrechte wel eens als „droog- leggingscommisBie" werd aangeduid. Deze commissie heeft er naar gestreefd een bedrijfsregeling te ontwerpen, die de mogelijkheid zou scheppen, dat industrie en handel automatisch compensatie zoud e ver kregen voor vermindering^ van binnenïandsoh debiet feu de betrokken arbeiders eventueel schadeloosstelling voor vermindering van werkgelden held, voortvloeiend uit een w«t- tel$k te regelen vermindering dec consump tie van gedistilleerd en isetrgedistüleenl bereide dranken. In groote lgneo komt de ontwerp-be- drg&regeling hierop neer, dat de totale ooLsumptïe van in het binnenland geprodu ceerd of ingevoerd gedistilleerd binnen be paalde grenzen wordt gehouden telken jare voor een tijdvak van vgf jaar vast te ètelleo waarbjj zoo mogelgk elke volgende grens -nauwer wordt getrokken dan de voor tgaande. Het geheele bedrijf, zoo wordt gezegd^ niet alleen zooals tot dusver de kleinhandel in sterken drank, moet kunnen worden gecontroleerd. Voor ieder der be- dr^fsgenooten wordt het kwantum bepaald, dat door hem mag worden gefabriceerd, resp. ingekocht en verkocht. De vaststel ling hiervan geschiedt door een commissie van Toezicht op voorstel van een Centrale» Raad, waarin de Kroon is vertegenwoordigd door een buiten belanghebbenden staanden voorzitter. In den Ccctralen Raad zijn de verschillende bedrgfetakken vertegenwoor digd. Een prijsregeling miakt het mogelgk, dat een bedrgffsgenoot compensatie kan vinden voor de waarde-vermindering van hun be drijf, als gevolg van de inperking der consumptie, terwijl de kosten dezer regeling kunnen worden afgewenteld op het bedrtff zelL Productie en verkoop voor export val len niet onder de regeling. De verhouding tusschen drankhandel en drankbestrijding zal door de voorgestelde regeling haar persoonlijk agressief karak ter kunnen verliezen. Daar de rantsoeneeriog zich ook tot de vergunninghouders zal uit strekken, moet het persoonlek karakter van de vergunning worden prijsgegeven. Alleen dan zou er, volgens het rapport, rantsoenee ring zijn door te voeren. De vergunning zal Öan niet met een daad van de houders verloren gaan en een 'duurzaam karakter verkrijgen, onafhankelijk dus ook van het uitoefenen van het bedrijf door den ver gunninghouder, althans in het algemeen. Aan de verdergaande beperkingen van het aantal vergunningen' moet dan niet meer die invloed worden toegekend, welke er bg de invoering der Drankwet in 1881 aan werd toegeschreven. Om zekerheid te heb ben, dat iedere vergurninghouder niet m.er verkoopt dan agn wottelyk rantsoen, moet worden vastgelegd, zoowel de hoeveelheid» die door hem mag worden ingekocht, als de bron, waaruit hH mag betrekken. Ook voor iedere distillateur of grossiet worden vastgesteld de hoeveelheden, welke hij als maximum voor blnnenlandsche con sumptie mag bereiden, resp. in- en ver- koonen. Naar de jueening der Staatscommissie kan een en ander het best worden bepaald door het orgaan, waarin het geheele bedrijf is vertegenwoordigd, n.I. door den Oentralen De vaststelling van de individueels rant soenen en voorraden dienen te worden op gedragen aan de Commissie van Toezicht. Het wordt niet noodig geacht voor elke gemeente oen verbruiksmaxïmum vast te stellen. Overdraging der rantsoenen, behoeft volgens het rapport voor het sociale effect der regeling geen bezwaar op te leveren. De Centrale Raad aldus wordt voor gesteld bestaat uit twee leden, aan te wgzen door den Bedrijfsgroep der branders, vier door die der 1 distillateurs, twee dooi die der grossiers en zes door die der vergunninghouders. De benoeming' geschiedt voor vijtf jaar. De Commissie van Toezicht bestaat uit drie leden, te benoemen door de Kroon. Hot lid der commissie^ de heer P. H» van Groningen, le Deventer, heeft in ten afzonderlijke nota zgn bezwaren tegen het rapport uiteengezet en wel te» eerste tegen het ODtbreken vsd een motiveerIng op grond i van noodzakelpkheil der voorgestelde maat regelen; ten tweede tegen hot voorgestelde I distributiestelsel en ten slotte tegen de gesloten bedrg&organiflatie tot ten uitvoer legging van dit distributiestelsel. De w ijzig in o van de Drankwet. In ,,Stsbl." 280 ia opgenomen de wet van den 29aten Juni 1926, houdende wijziging der Drankwet, waaruit het volgende wordt vermeld Aan arfcv 6, waarbij vastgesteld is, welke maatregelen van bestuur en verordeningen ten aanzien der localiteiten kunnen worden afgekondigd, waarvoor vergunningen wor den gevraagd, wordt een 4de lid toegevoegd, luidende: Bij algemeenen maatregel van bestuur worden eischen gesteld, waaraaa logemen ten moeten voldoen, om voor een vergun ning voor den verkoop alleen aan logeer gasten in aanmerking te komen. Deze eischen kunnen verschillend zi,o voor ver schillende soorten van gemeenten. De gevallen, in welke, volgens art. 8 een vergunning door B. en W. wordt geweigerd, worden met één vermeerderd, n.I. wan neer de verzoeker niet de beschikking beeft over de localiteit, waarvoor hij de vergun ning vraagt. Aan art, 9, hetwelk de gevallen opsomt, waarin de vergunning door Qed. Staten wordt geweigerd, wordt een nieuw derde lid toegevoegdf luidende als volgt: ,,De vergunning voor den verkoop in een j logement, alleen aan logeergasten, worat bovendien geweigerd: lo. wanneer het logement, waarvoor zij gevraagd wordt, niet voldoet aan de eischen gesteld bij algemeenen maatregel van be stuur. 2o. wanneer gegrond vermoeden bestaat voor misbruik der vergunning; 3o. wanneer de looaHteit, waarvoor sii wordt gevraagd, niet kennelijk uitsluitend of In hoofdzaak strekt ten dienste der lo geergasten. De wijziging, aan te brengen in oen acte eener vergunning, wordt door Ged. gewei gerd, wanneer tij strekt tot vermelding van een vergunning voor den verkoop alleen aan logeergasten, van een localiteit, die niet kennelijk uitsluitend of m hoofdzaak strekt ten dienste der logeergasten. Voor het overschrijven eener aote yan vergunning ten name van oen persoon, die het bedrijf cal uitoefenen in een localitoit, welke deel uitmaakt van een inrichting voor maatschappelijk verkeer, of ten name van oen sooiëteit, ten behoeve van den ver koop in de localiteit van die sociëteit, is niet meer zooals tot nu toe toestemming Van de Kroon benoodigd, doch is goedkeu ring van den Minister, belast met de uitvoe ring dezer wet, voldoende. De door B. en W. der verschillende ge meenten jaarlijks aan Ged. te zenden op gaven betreffende het aantal inrichtingen waarvoor gedurende het vorige jaar ver gunning of verlof werd verleend, en waar van gedurende dat jaar de vergunning ot het verlof is vervallen of ingetrokkenhet gedurende dat jaar betaaldo vergunnings recht en van alle in de gemeente bestaande inrichtingen, waar krachtens vergunning of verlof, dranken verkocht -./Orden, werden tot nu toe opgenomen in het provinciaal verslag en in de „NederL Staatscourant". Voortaan tal echter de betrokken Minister voorschriften geven betreffende de wijze, waarop vorenbedoelde opgaven bekend zul len worden gemaakt. Met hechtenis van ten hoogste drie weken of geldboete van ten hoogste honderd gul den wordt gestraft hii, die in een logement, waarvoor geen andere vergunning is ver leend dan een voor den verkoop alleen aan logeergasten, sterken drank in het klem verkoopt, in het klein te koop aanbiedt, verstrekt of toedient, aan ande ren dan hen, die naar redelijk inzicht als logeergasten in dat logement zijn te be% schouwen. (In vorenstaande bepaling zijn de gespa tieerde woorden bij deze wetswijziging in- gelascht. Het zoogenaamd „trakteeren der bezoekers", door den vergunninghouder wordt hiermede óók strafbaar gesteld.) De bepaling betreffonde het intrekken eener vergunning door Ged. Staten, vermeld In art. 28, sub lo. dor Drankwet, is gedu rende n jaar na den dag, waarop de, in den aanhef dezes bedoelde algemeene maat regel van bestuur in werking treedt, voof zoover betreft de bepalingen van dien be stuursmaatregel, niet van toepassing op lo gementen, waarvoor op genpemd tijdstip een vergunning voor de* verkoop, alleen aan logeergasten, was verleend Deze wet is in werking getreden den 21en Juli j.L, behoudens de bepalingen, verband houdende met den voronbedoelden maat regel van bestuur, welke van kracht wor den met ingang van den dag, waarop did maatregel in werking treedt. De industrie-tarieven voor electriciteit, gas en water. Het HoodJdbc tuur dér Nederlaadsch# Maatschappij voor Nijverheid en Handel heeft een ondoraoek doen instellen naar de tarieven, welke hier te lande aan handel en nijverheid worden berekend voor eleo- 1 triciteit, gas en water. De aanleiding lot deze oplracht was het .vermoeden, dat deae tarieven groote var- 1 schillen zouden vertoonen en dat vele ge meenten bij de exploitatie harer bedrgven meer letten op groote winsten voor de ge meentekas, dan op redelijke tarieven voor de gebruikers. Gisteren ia hét rapport verschenen, waar in achtereenvolgens en afzonderlijk de on derwerpen electriciteit, gas en water zijn behandeld. In het rapport omtrent de electriciteits- prftzen wordt o.m. het volgende gezegd: De leicfc'ng van het electriciteitsbedrftf is niet gemakkelijk, vaak werkelijk buiten gewoon moeilijk. Gemeentelijke of provin ciale politiek staat ook vaak een gezonde commercieele opvatting in duo weg. Even als in alle bedrijven i? ook hier een zeker vertrouwen tusschen leverancier en afhe- mor voor de goede ontwikkeling van 'den afzet zeer gewacht'en het komt ons voor, dlat er op dit gebied hier en daar nog veel te verbeteren valt. Met betrekking tot de vraag of de elec triciteit goodkoopar kan worden geleverd, worden in het rapport opnieuw de volgende vragen gesteld: le. Wordt de electriciteit zoo econo misch mogelijk geproduceerd? 2e. Wordt zjj op de Wesst rationeele wjjze gedistribueerd? Se. Wordt er te veel winst gemaakt bjji productie en/of distributie? De beantwoording van de vragen 1 en 2 meenen de sam«L?teIler3 ais buiten hun opdracht liggende hier achterwege te kun nen laten. Alleen merken 2Jij( op, dat het tegenwoordige monopolie van sommige pro vincies weleona met de eischen eener ra tioneels distributie in conflict komt, zooals onlangö bijv. gebleken is te Goirle, waar de inaustrie, die tot dusverre stroom van de Tilburgsche centrale betrok, thans ge noodzaakt is dezen tegen een aanmerkelijk hoogeren prgs van de Provincie te koopen. Dergelijke gevallen van „gedwongen win kelnering" hebben zich ook elders in het land bij polders voorgedaan. Wat vraag 3 betreft, het is algemeen bekend, dat sommige provinciale electrici- teitsbodrgven ondanks hun hooge tarieven weinig rendabel zijn. Tenslotte komt het den samenstellers voor, dat, vooral na den oorlog, toen in vele bedrijven de liquide tniddolen schaarsch waren, of men om ver schillende redenen huiverig was voor het doen van groote uitgaven, somö te veel uit bet oog is verloren, dat eigen kracht-io- Btaüatiea vaak voordeeliger zijn dan aan sluiting bjj de centrales en dit al heel spoedig het geval is wanneer de "bedrijven behalve kracht ook stoom in ednigszina belangrijk© hoeveelheden noodig hebben. Voor de groot-industrie zal het geraden zijn de kosten van eigen krachtopwekking te laten berekenen, het best door bemid deling van een ingenieur, die deze materie geheel beheerscht, om met deze berekening gewapend met de centrale te gaan onder handelen. Er bestaat dan alle kans, dat de I centrale een weg vindt om van het officieel® teriet als dit t» hoog mocht zgo, al te wijken De klem-industrie zal weinig kans bob- beu bjj individueel optreden, omdat voor haar wel zelden van de officieele tarieven zal worden afgewekeu. Ook wat gas betreft, wordt de opme> king gemaakt, dat men dit in vele geval len op zeer economische wyze zelf kan produceeran, zg het ook, dat het generator* gas uit magere kolen oen veel lagere ca lorische waarde heeft dan lichtgas. Het wil den samenstellers voorkomen, dat dit punt btf het voeren van actie voor ver laging van gasprgzeo» met succes naar voren zou kunnen worden gebracht Industrieelen, die nietf meer dan 20.000 M. 3 per jaar gebruiken, zullen natuurlijk niet licht tot eigen gasfabricage overgaan. Zg verkeeren in dezelfde positie als dec- triciteitsverbruikera, die niet meer dan eenige tienduizenden K.W. uren per jaar noodig hebben, en zullen door gezamenlijke actie moeten trachten lagere tarieven te ver kregen. Wat de levering van water voor indus trieels doeleinden aangaat, moet ia het bge zonder de klacht uit somm ge gemeenten vermeld worden, dat voor grootverbruik in het gelieel geen rabat wordt toegestaan, of eerst bg gebruik van een hoeveelheid, die de jaarlgksche behoefte verre te boven gaat. Deze klacht werd in het bijzonder verni pten uit Haarlem, waar bovendien het tarief zeer hoog is (40 ct. per M. 3; reductie eerst boven 10 M.3 por otmaal). Hierbij dient men echter niet uit het oog te verliezen, dat bij de wateronttrekking aan den bodem in sommige 6treken ma tiging geboden is, en dat het in oen der gelijk geval te billijken is, wanneer de gemeente een groöt verbruik niet in de uand werkt Een andere vraa^ is echter, oc er geen andere middelen bestaan dan een buitensporige opdrijving van hot tarief, om een ongewensent groot waterverbruik togen te gaan (bijv. algemeene toepassing van watermeters). De commissie bee tend uit de hoeren li H. N. Dufoury K. O. Honig Mzn. co Cfir.. Muller (rapporteur). Uitvoerige bijlagen, waarin de mogeLyk- beden van eigen krachtopwekking woraen besproken, zgn aan het rapport toegevoegd. Departement van Onderwijs. Hot dagelijksoh bestuur van den Bond ter behartiging van de belangen van hot Kina heeft gisteren hot volgende telegram aan minister ^olijn gezonden: „Dagelijksch bestuur Bond ter beharti ging van de belangen van het Kind, zijnde een federatie van 34 Vereenigingen, werk &aam op gebied van onderwijs en opvoeding, kennis genomen hebbende van uw voorne men, het Departemont van Onderwlj», Ktin- sten en Wetenschappen als zelfstandig Mi nisterie op te heffen, verzoekt Uwe Excel lentie dringend, daaraan ia het belang van het Nederlandsche volk geen uitvoering te geven. J. D. Ros, voorzitter; A. G. Dyserinck, ao< cretarcsse. Departement van Landbouw. Aan H.M. de Koningin is het volgende adres gericht Het hoofdbestuur der Kon. Noderlaudsche Maatschappij voor Tuinbouw en Plantkunde heeft indertijd reeds met leedwezen gozion, dat tot opheffing is overgegaan van het Departement van Landbouw, Nijverheid en Handel, en dat beeloten is, da directie vaQ den landbouw onder te brengen bij het De partement van Binnenlandsche Zaken Met groote erkentelijkheid werd door den Nederlandschen Tuinbouw in den jare 1906 vernomen, dat de belangen van landbouw, nijveilieid en handel, deze bronnen van Ne- dorlandscBe welvaart, samen werden ge bracht. Toen de beteekenis van land- en tuinbouw steeds grooter werd, werd door de betrok ken belanghebbenden zelfs meermalen de behoefte gevoeld aan een afzonderlijk, Mi nisterie van Landbouw. Een gevolg van de tcgcir.voordige( tijdsom standigheden is ongetwijfeld, dat aan dit verlangen niet kan worden tegemoet geko men. Het hoofdbestuur der Kon. Maatschappij, hierboven genoemd, verzoekt Uwe Majesteit evenwel eerbiedig, het daarheen te leiden, dat de directie van den landbouw niet meer zal worden ondergebracht bij een departe ment van administratieven aard, doch dat wederom een ministerie van landbouw wordt ingesteld, tezamen met andere takken var volkswelvaart als nijverheid en handc! Voorkoming van dubbele belasting. De Minister van Financiën, gezien de wet van 16 April 1920 (Stbl. No. 192), houdende bepalingen ter voorkoming van dubbele be lasting, gelet op zijn boschikkingen van 7 Juli 1920, No. 85 (Stscrt. No. 131), 21 Sep tember 1922, No. 61 (Stscrt. No. 184en 12 October 1923. No. 107( Stscrt. No. 199), heeft bepaald A. par. 1 der bovengenoemde baschikkiun van 7 Juli 1920, No. 86 (Stscrt. No. 131), wordt gelezen als volgt: „Indien een binnen het Rijk wonend Ne derlander ter zake van een in het buiten land gelegen onroerend goed ot van een bedrijf of beroep, dat in het buitenland wordt uitgeoefend, of ter zake van het recht op periodieke uitkeeringen ten laste van een vreemden staat wegens het beklecdcn of bekleed hebben van een uit de schatkist var dien staat bezoldigd ambt, onderworpen ia aan een belasting, die, ten behoeve van der vreemden staat, naar het inkomen of het vermogen wordt geheven, wordt: a. zijn volgens artikelen 37 en 36 der W et op de inkomstenbelasting 1914 berekend# belasting verminderd met xle belasting, eveneens volgens die artikelen berekend, voor een inkomen gelijk aan het gedeelte van zijn inkomen, dat uit opbreng van hel onroerend goed of van het bedrijf of b# roep of uit opbrengst van zijn recht on peri odieke uitkeeringen bestaat; b. zijn volgens art. 10 dei Wet op le Vermogensbelasting berekende belast ia© verminderd met de eveneens volgeos da*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5