De Hand met tiet Litteeken. No. 20023. LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 22 Juni Tweede Blad. Anno 1925, Johan de Meester Jr. over het A-Z-spel, BINNENLAND. De mensch met 365 ziekten FEUILLETON. I „Meneer de Meester, hebt U even tijd Stoor me?" Een ©ogenblik, nog een paar happen eten y dan ga lk naar het décor. Als U dan jfcee wandeltKomt U even binnen. Haastig nog wat eten, een korte bespre king met den componist, Leo Smit, over het Strompelen van de oudjes en danzul- |in we? „Mag ik eerst een paar vragen doen?" Praag. „Beantwoordt het spel aan Uw idealen, fan de verwachtingen die U zich stelde". Ik rekende er op, dat het nooit zoo kon «ds ik het in mijn hoofd had, maar verder ia, dan beantwoord het aan mijn verwach- «ngen. „Ik hoorde, dat Teirlinck de idee aange- ■even had en dat U alles uitgewerkt had. p dat waar en mag daarover iets gepubli ceerd worden." Heel graag, want er beslaan heel ver keerde voorstellingen op dit punt. Maar ge- Rkkig niet zoo erg, als ir.ct Delft, 3 jaar Beleden het geval was. „Wat werd daar dan van verteld?" Och. Teirlinck had een paar gedachten, op twee Tolletjes papier stond alies, aangegeven en Terder deed ik al het overige. Nou en dan h het niet pleizicrig om van Teirlinck's spel liiet alleen steeds te liooren praten, maar bovendien nog van zijn regie, die geheel fhijn werk was. „Hoe is het in Leiden gegaan?" Vorige fomer zijn ze me het komen vragen en in November ben ik eraan begonnen. In Mid delburg en Delft waren bepaalde personen .vertegenwoordigers van de hoofdgedachten en in Groningen ging het nogal diep. Dat ion niet zoo op het eerste gezicht begrepen worden. Toen kwam ik op het idee, dat al ies voor zichzelf spreken kon en moest. Aan Groningen ontleende ik toen om in groepen tegengestelde gedachten weer te teven. Daar waren het vreugde en smart. Sn hier werd het door Teirlinck's toedoen flprlog en rust, Spanje tegen de Geuzen. „Maar hoe ging dat bouwen van het spel hu precies?" Zal ik U vertellen. Ik begon eraan en toen zag ik ,dat Teirlinck's genie onont beerlijk was. Hij is een Vlaming, zooals U weet; de Vlamingen mogen hem niet. hier dwepen 2io met hem (met mij schijnt het omgekeerd. In Vlaanderen verwennen ze me tenminste erg; en ik leidde het Vlaamsche Volksloo- neel. (Ik gaf nog eens een avond voor het Dielsch Studenten-Verbond). Maar terzake: Ik werkte aan het spel en dan ging ik met Teirlinck praten. Hij kwam altijd in een kroegje in Brussel en ik wist dus waar ik hem vinden kon. En dan was het een feest yoor me. Dan vlogen de geniale ideeën er ■Boo bij hem uit. U begrijpt dus, wat ik hem je danken heb. Maar we maakten het «Amen. Be moet dus ernstig proteslceren tegen de Voorstelling, die in de dagbladen vaak, eigenlijk geregeld, gegeven wordt, dat het Jjjirlinek's wérk is. Dat is beslist onwaar. Het Handelsblad sprak zelfs al van Telr- finck'3 regie „Heeft hij het al gezien?" Ja, hij is één maal komen kijken. „Heeft van der Pauwert het décor ont worpen?" Neen, zoowel décor, dwz. de tooneel- bouw als de beelden zijn door mij ontwor pen, maar dat Is allemaal door van der Pauwert en Chris Aglerberg uitgewerkt en uitgevoerd. De costumes zijn geheel door mij ontwor pen en onder leiding van mevrouw Agler berg gemaakt. Ik ben over de uitvoering ?un décor en costumes zeer tevreden. „En de beelden?" Prachtig. „Vindt U niet. dat de Zwijger een beetje gedrongen is?" Misschien, maar ik vind) ze heel goed. „Neen, ik kan me er nog ï.iet mee ver- Benigen." Wacht U tot U ze belicht ziet, vanavond. Komt U vooral op de Generale kijken. „Graag". „We zijn er al bijna Ik zou graag nog .(Jw oordeel ovor de eind-repelitie hebben." 'Ja, waar zit ik morgen. Weet U wat, ik zal het U even schrijven. Per expresse. „Ik ben bang, dat het niet op tijd komt. Zal ik het tomen halen." Als LT het wilt'doen, heel graag. Om 9 uur Zondagavond op het H&ag- sehe Perron dan? „Afgesproken." Maar blijft U nog even. Hebt U nog wat te vragen?" „De muziek zou ik bijna vergelen." Uit stekend! „Ja, enis er nu eigenlijk nog-een verhaaltje?" Ja, de oorlog tusschen Spanje en de Ne derlanden. Eerst gaat het Leven gewoon zijn gang en dan wordt de wanorde van op stand en oorlog gedemonstreerd. Daarna herneemt het Leven weer zijn ouden loop. „Hoe passen de spelers zich aan? Het verwonderde mij, dat U bij deze dilettanten, die zich waarschijnlijk zeer sterk persoon lijkheden voelen, juist het persoonlijke ge heel uitschakelde en in massa liet actee- ren." Toch gaat het heel goed. Zij doen erg hun best. Schrijft U dat vooral. Want het is heel lastig voor deze spelers zichzelf weg te denken. „Ik hoorde, dat de zoeklichten niet goed bediend worden." Praatjes! De Padvinders doen uitstekend hun best, volgen de bevelen. Ik kon me geen betere bediening wenschcn. „Vindt U het niet een beetje treurig, dat het enthousiasme in het Corps zoo gering was, dat er geen studenten voor beschik baar Waren". Eigenlijk wel, men had al moeite de spelers te Inrijgen. Maar. enfin ze doen het goed. dat is hoofdzaak. Ik geloof, dat het me gelukt is door uit het samengestelde leven een eenvoudig sprekende symboliek naar voren te halen, deze massaal uitgebèeld aan de overzijde van den mooicn Singel, wat een ideaal, nergens heb ik dat zoo prachtig gevonden, te laten zien. Maar we moeten afwachten. „Tot morgenavond dus." Ja, tot ziens. 20 Juni 1925. N. VAN LITH. R.-K. Staatspartij. Te Utrecht i3 de algemeene vergadering van don Algemeenen Bond van R.-K. Rijks- kieskringorganisalies in Nederland gehou den. De vergadering was matig bezocht. Aan wezig waren, behalve het volledige Bonfls- bestuur, de Tweede-Kamer-leden mevrouw BronsveldVitringa en de heer J. G. Su- ring. Onder de afgevaardigden was prof. dr. Alphons Sleger. De voorzitter, mr. A. baron van Wijn- bengen, hield een openingsrede. Gewagende van hetgeen de laatste maan den op Katholiek-politiek teTrein ten onzent is voorgevallen, constateerde spr., dat thans aohleraf, zoo niet allen, dan toch de over- groote meerderheid van ons Katholieke volk openlijk blijdschap betoont over (het>erkre- gen resultaat. Mot {eedwezen constateerde spr., dat naast de Katholieke lijst, een lijst van Ka tholieke candidaten werd ingediend. Spr. verwacht niet, dat velen daarop hun'slem zullen uitbrengen. Pogingen, om alsnog hen, die zulks mochten willen doen, daarvan te rug te houden, zal spr. niet aanwenden.' Vergeten wij ndet, aldus spr., dat tegen j ieder onzer grieven bestaan, en dat, zelfs voor zooveel wij ze gegrond moeten erken nen, wij toch ndet gaarne zién, dat zij al te breed uitgemeten worden. Maar bovendien: Op 1 Juli gaat het vóór alles om de groote principieele vraag, in welke richting, naar welke beginselen de volgende vierjarige periode on3 land zal worden geregeerd en bestuurd. Samenwerking mei anderen is nooddg. Van de wijsheid, van het beleid, van den goeden wil, van het wederkeerig vertrou wen der afgevaardigden zal het straks af hangen, of, indien de drie rechlsclie par tijen de meerderheid behalen, weer zal kunnen optreden en zich* handhaven een rechlsch, een Christelijk kabinet. Aan het niet mogelijk blijken wenscht spr. zelfs niel te denken. Hij bepleitte voorts de voortzetting der Christelijke politiek, die in het verleden land en volk zoozeer ten zegen is geweest. De rode van den voorzitter werd toege juicht. Vervolgens werden telegrammen gezon den aan de Koningin en den Aartsbisschop. De penningmeester, mr. J. N. E. Heer- kens Thyssen, bracht het financieels ver slag uit. De folaal cijfers luiden: ontvangsten: f 2t.G89.79, uitgaven: 17,213.20'/», batig saldo: f 14,476.69'/». Hierop volgde de rondvraag. Uit Genève wordt d.d. 21 Juni aan „De Crt." gemeld: De Koninklijke familie heeft het voorne men gehad hedenmorgen per auto van Cha- raonix naar Geqève te komen, om de gods dienstoefening in Victoria-Hall, waar de ge vierde predikant Frank Thofnas sprak, bij te wonen. In de Victoria-Hall waren dezelf de plaatsen gereserveerd, als die, waar de Koninklijke gq^ten zaten tijdens het laatste verblijf van H. M. en den Prins te Genéve, en een in het oranje gekleed meisje zorgde er voor, dat de plaatsen niet door anderen bezet werden. Toen de godsdienstoefening reeds begon nen was, ontving de predikant een mede- deeling, dat de auto, waarin de Koningin en de Prins gezeten waren, een panne had ge had en waar zij daardoor niet meer tijdig te Genéve konden zijn, werd van de reis verder afgezien. Prinses Juliana, die reeds even acht uur hier was aangekomen, heeft waarschijnlijk de godsdienstoefening in de Victoria-Hall bijgewoond. Zij heeft echter niet op de voor de Koninklijke gasten gere serveerde plaatsen gezeten en is daardoor geheel onopgemerkt gebleven. In het slot gebed zinspeelde de predikant op de aan wezigheid van vertegenwoordigers van vreemde naties. De Prinse3 en de beide hof dames, die haar vergezelden, keerden heden avond per auto naar Chamonix terug. De hoeren W. Dyserinck en M. C. van Zanten hebben besloten aan te blijven tesp. als voorzitter en secretaris der Ilaarlemsche Orkcstvcrceniging. Zij hadden bedankt naar aanleiding van een conflict met het ge meentebestuur over het geven van een con cert op de Groote Markt. Prof. dr. Winkler, hoogleeraar aan de Universiteit te Utrecht, heeft wegens het be reiken van den 70-jarigen leeftijd zijn af scheidscollege gegeven over: „De toekomst der psychiatrie". Na de rede voerden alleen academische autoriteiten het woord. In de Senaatskamer werd vervolgens een receptie gehouden, waar honderden van de gelegenheid om prof. Winkler de hand te drukken gebruik maakten. Prof. mr .Van Meur heeft Zaterdag zijn ambt van hoogleeraar in de rechtsweten schap aan de universiteit te Groningen aanvaard met het uitspreken van een rede over: „De verhouding van Romeinseh en hedendaagsch recht in het licht der verge lijkende rechtsgeschiedenis". Onder leiding van jhr. mr. J. A. de Jonge heeft in Den Haag de jaarlijksche vergadering plaats gehad dc-r Vereeniging tot Christelijke Heiliging van den Zondag. Üit Ji'et verslag van. den secretaris bleek, dat wekelijks ongeveer 4600 zg. groene preeken verspreid worden in ziekenhuizen, gevan genissen on onder personen, die geen gele genheid hebben naar dé kerk te gaan. De rekening sloot met een tekort van ruim f400. Dr. W. J. Aalders, hoogleeraar te Groningen, en ds. C. Hattink, predikant te 'Apeldoorn, werden tot leden van het hoofd bestuur gekozen. Naar 'hel orgaan van den C. B. P. T. T. meldt, zullen binnenkort leerling-tele fonisten in dienst genomen worden ter voorziening in het tekort aan personeel, dat in den rang van telefoniste thans reeds be staat en hetwelk door werktijdenverlenging en hel terug in-dienst-nemen van afge vloeide gehuwde telefonisten, niet kon wor den weggenomen. Zaterdag zijn de leden van den Haag- sahèn Politiekring, die Ier gelegenheid van het derde congres van het Belgisch Poljtic- verbond en het 25-jarig beslaan van de Ant- kerpsche Politieverbroedering een bezoek aan Antwerpen brengen, daar aangekomen en op het perron welkom gehceten door den heer Van Nenten, voorzitter van de Anlwerpsche Politieverbroedering, en Smeth namens ds Brusselsche Politie. De heer De Roos, voorzitter van den Haagschen Politiekring, dankte voor de har telijke ontvangst. Op het Stationsplein was, naar „De Msb." meldt, het muziekkorps der Aniwcip- sche Politie opgesteld, hetwelk bij het ver schijnen der Hollandsche collega's het Ne- derlandsche Volkslied aanhief, dat door honderden aanwezigen blootshoofds en eer biedig werd aangehoord. Daarop speelde het Haagschc muziekkorps, onder leiding van den heer Buckerth, het Belgische Volks lied. Onder groote belangstelling doorkruis ten de muziekkorpsen de voornaamste stra ten der binnenstad, waarna in het lokaal der Anlwerpsche Politic een verbroederings feest plaats greep. Gisteren had een groote feestvergadering plaats en een ontvangst ten sladhuize door burgemeester Frans van Cauwelaert. Dan waren er sporifecsten met een voetbalwed strijd lussohen de elftallen van den Haag- sche en Anlwerpsche Politic. Heden vangen de werkzaamheden van het congres aan. Ondanks het slechte weder hebben naar schatting een tienduizend pereonen deelgenomen aan de protestmeeting, uitge schreven door den R.-K. WerMiedenbond, welke gisteren te Heerlen werd gehouden. Deze meeting was in hoofdzaak belegd als protest tegen de Vrijdenkersvereeniging „De Dageraad", welke in de mijnstreek pamfletten had verspreid met een voot de katholieken zeer kwelsenden inhoud. Extra-treinen en autobussen brachten de meclinggangers uit Zuid-LimbuTg naar Heerlen, waar op het Temsplein een plech tig Lof werd opgedragen. Voor het sleenen H. Hart-monument had 1 men een noodaltaar gebouwd en onder den ncerstroomenden regen woonde een onaf zienbare menigte de plechtigheid bij. De deken van Heerlen, Mgr. Nicol&i, las j de protestacte voor. Vervolgens trok men in i optocht, vergezeld van een tiental muziek korpsen en onder het zingen van liederen, door de straten van Hcerien. Tal van banie ren met verschillende opschriften, vooral tegen „De Dageraad" gericht, werden mee gedragen. I Hoewel de regen bleef slroomen, had een groote opcnluclvtmeetdng plaats en hielden verschillende sprekers toespraken. Uit de toespraken bleek, dat men deze meeting moest beschouwen als de inzet vah een nieuwe aclie tegen het communisme, socialisme en de bestrijders van het kalho- Jicisme. Over hel al of niet opdragen van het Lof in het openbaar op het Temsplein, heeft gis- i teren een ernstige gedaehlenwisseling plaats gehad fusschen de betrokken autoriteiten, daar men het niet eens was over de vraag, of zulks niet in strijd was met art. 170 tweede lid der Grondwet. Inlichtingen werden hierover ingewon nen bij den officier van justitie te Maas tricht, doch ook daar bleek men de kwestie niet te kunnen oplossen. Daar echter bij een arrest van den IIoo- gen Raad van November 1918 een nieuwe opvatting van dit artikel werd gehuldigd, werd goedgekeurd, dat de plechtigheid zou plaals hebben, doch voor alle zekerheid zal aan den procureur-generaal te 's-Hertogen- hosch een rapport ter zake worden uitge bracht. Het Comité tot instandhouding van de Ruïnen van het Slot ta Dillenburg heelt, gelijk destijds is gemeld, in Februari 1924 een circulaire verspreid, waarin het mededeelde, dat tot iu-stand-houding van de ruïnen van het Slot ta Dillenburg aller eerst zou banoodigd zjjn een zeker bedrag om den „Historischen Verein" aldaar in staat te stellen tot den aankoop van het gehecjla terrein van dat Slot, dat tot dus verre nog pan den Pruisische® Staat behoor de, en oat daarna een fonds zou kunnen worden gevormd, uit welke renten voor de toekomst het richtige onderhoud zoowol van de ruïnen als van den Willemstoren zou z'rjn verzekerd. Thans bericht het Comité, dat, dank zjj de van vele zijden betoonde offervaardigheid, RECLAME. Hoeveel mensolien zijn er niel, die jaar in, jaar uit, ziekelijk zijn en iederen dag een andere ziekte hebben. Vandaag hebben zij hoofdpijn, morgen geen eetlust, over morgen klagen zij over slapeloosheid enz., kortom een dergelijk mensch weet niet pre cies, wal hem scheelt. Deze toestand is niela anders als een gevolg van zenuwachtig heid. die tegenwoordig nog veel te veefl ver waarloosd wordt en die ernstige en onge- neelijke zenuwziekten kan veroorzaken. Hoofdpijn, pijn in de ledematen, stuip trekkingen, pijn in den rug, aangeziehte- pijn, pijnen in den hals, armen cn gewrioh- tcn, schemeren voor de oogen, congestie, hartkloppen, slapeloosheid, zeer drukke of zware droomen, benauwdheid, duizeligheid, angstgevoel, overmatige gevoeligheid voor geruisch, prikkelbaarheid, onrusligheid, nukkigheid, zwakheid van geheugen, sto ring in de bloedsomloop, kramp (ook lach-, ween- en geeuwkramp), een doof gevoel in de ledematen, beven der handen cn knieën bij opwinding, blauwe randen om de oogen, oorsuizen .impotentie, vreesachtigheid, nei ging tot drankzucht, en andere buitenspo righeden komen alleen of tezamen voor en zijn zekere voorteekenen, dat de zenuwen aangetast zijn. Zenuwziekten zijn hersens- en ruggemerg- kwalen. En zeer ernstige zenuwziekten veroorzaken, wanneer zij de hersenen aan tasten, krankzinnigheid, ongeneeslijke waanzinnigheid ot wanneer zij jn 't rugge- merg voorkomen, ernstige verlammings verschijnselen en binnen niet al 1e langen tijd den dood. Het is nu gelukt, de edelste en zeer kostbare zenuwvoc- dingsstoffen absoluut zuiver samen te stellen en Dr. med. Robert Ilahn Co., Groningen Iln. 80, brengt zoo'n zenuw- voeden d-p repar aal onder de naam „Nor vo sin" in den handel. Dit preparaat is niet gelijk anderen, door grool- sclie reclame aangeprezene, die één of ander product van twijfelachtige samen stelling bevatten en buitendien meestal veel duurder zijn. 9824 Men verzoekt slechts om toezending van een kosteloozc proef, deze ont vangt men direct e n g c Ih e e 1 gratis, te ven eenzeer interes sant boek over het zenuw stelsel en zijn zie"kien, dat ook anders nog talrijke, voor elke zenuwzieke belangr ij ke verklaringen bevat. Dit menschlievende systeem heeft reeds veel nut gedaan en er kwamen reeds ontel bare attesten ongevraagd bij Dr. mod. Ro bert Ilahn Co., Groningen, binnen. Schrijft beslist nog vandaag, voordat U het vergeet en de monsters niet meer in voorraad zijnl het benoodigde bedrag bijeen is, eu dat daardoor het eerste doel: de aankoop van het terrein van net Slot ten volle is kunnen worden bereikk zoodat da „Hialorischer Verein" te Dillenburg thans in het volledige bezit van dat terrein is. Ten einde nu ook het tweede doel: het onderhond der verschillende gebouwen, naar wensch te bereiken, heeft het Comité eerst een verzoek gericht tot de Rijks commissie voor de Monumentenzorg hier te lande om deskundig advies. Nadat de Minister van Onderwijs zijn goedkeuring had verleend, mits het buiten bezwaar van 's lands schatkist zou kun nen geschieden, hebben de voorzitter en de secretaris van afdeeling B., prof. ir. J. A. G. van der Steur en dr. J. Kalf Dillenburg bezocht; en alles ter plaatse nauwkeurig opgenomen. Uit hun rapport blijkt, dat nog een zeker bedrag zal benoodigd zijn om de mèest voor de band liggende restauratie werken aan de Ruïnen te doen verrichten, en in de toekomst het geregelde- onderhoud daarvan te verzekeren. Het Comité verzoekt daarom nog een geldelijken steun (penningmeester Ï3 de heer J. Mees P. Riün., te Rotterdam). De gewone audiëntie van den Minister van Arbeid, Handel cn Nijverheid zal Don derdag a s. niet plaats hebben. Pit het Engelsch van Baronesse ORCZY. (Geautoriseerde vertaling van A. T. 89) 1 „Jim!" riep hij uit, en een diepe blos Spreidde over zijn gelaat. „Ja, Jim. Men heeft mij gezegd, dat hij ziek is. Ik heb hem niet gezien. Maar men heelt mij ook gezegd, dat gij. Tubal, hebt Aangebedenzijn verblijfplaats te verraden Aan kolonel Scrape op het kasteel ginds." „En al was dat zoo?" vroeg Tubal ruw. „Alleen dil, dat als kolonel Scrape Jim Ïlïijgt, hij hem zal laten ophangen." „Of laten geeselen. hè? Zooals uw Squire mi] gegeesetd heelt?" „Tubal!" „Nu, wat? De schouders van Jim Fiennes zijn niet ongevoeliger dan de mijne voor-de breedheden van uw vrienden." „Er zijn aan beide zijden goede en slechte mensdien, Tubal; maar wij beleven, belaas! bén lijd in ons dierbaar, ongelukkig land. ifot alle redelijkheid ,alle menschelijkheid tüt de harten verdwenen is. Wij bevechten Slkander reed3 zoo lang en zoo hardnekkig, flat het schijnt, alsof de meesten van ons de R'êr vaai God geheel veTgelen hebben." „Squire Brent heeft er voor gezorgd, dat Bi ten minste niets vergelen zal." i „lk pleit niet voor Squire Brent, Tubal, 10 ook niet voor vergetelheid. Ik ben hier PVoTnen, om la te smeeken, in naam der mensc'helijkheid, in naam van onzen kin dertijd, Jim Fiennes met rust te laten." „Ik wil Jim Fiennes wel met rust laten," antwoordde Tubal met een wreeden lach, „maar kolonel Scrape wil het niet, als hij heen krijgt." „Tubal 1" „Nu, wat is het? Jim Fiennes is niets voor mij; en veronderstel eens, dat ik wensch de zaak van den Koning uw zaak, mijne sdhoone een dienst te bewij zen, door een verrader aan hel gerecht over te geven?" „Geen zaak kan door zulk verraad ge diend worden," antwoordde zij; „en gij weet wel, Tubal, dat wat gij zoekt, geld is, en geen gerechtigheid. Geld," ging zij minach tend voort. „Ba! Een man, die zijn vriend verkocht, hing zichzelf uit schaamte op." „Ik zal mijzelf niet ophangen, dat beloof ik u," antwoordde Tubal met een vroo- lijken lach. „Wat Jim betreft, hij is mijn vriend niet." „Hij is oen man, ziek en in nood. Hij was eens nw speelmakker." „En gij waart ook mijn speelmakker! Gij, de geliefde dofhler van Squire Brent, en toch liet hij mij geeselen. erger dan een knecht, erger dan een hónd. Neen, mijn meisje I Vriendschap beteeken-t niet veel in deze dagen. Laat iedere man voor zijn eigen zaak zorgen, zeg ik, en den duivel voor al het andere." „Maar het is niet Squire Brent, die u smeekt. Tubal", hield zij aan, en zij werd wanhopiger, naarmate hij somberder en elijfhoofdiger werd. „lk ben hel." „Gij, dat weet ik," zei hij met een grijns, ..gij komt hier om voor Jim ie nimfen en iV zeg u: „Als ik Jim met rust laat, wat wilt gij jlan voor mij doen?" Zij fronste de wenkbrauwen en was een oogenblik in de war. „Ik, Tubal, wat kan ik doen?" „Ja, gij! Wilt ge Squire Brent hier bren gen, om mij vergiffenis af te smecken voor de geeseling, die hij mij toediende? Zeg me, wilt ge dat doen? Want dan zou ik er over kunnen denken en Jim Fiennes met rust laten, als dat u genoegen doet." „Ge weet wel, Tubal, dat dit onmoge lijk is." „Dat i9 het juist", antwoordde hij toor nig. „Het is, zooals gij zegl, voor een groot heer onmogelijk vergeving voor een beleedi- ging aan een weerloos man te vragen, en toch komt gij hier en stelt voor, dat ik mij een voordeelige zaak zal laten ontgaan be treffende een mani die mij niets is. Wat dui vel, waarom zou ik dat doen?" „Waarom gij dat doen zoudt?" vroeg zij met toenemende heiligheid. „Waarom gij dat doen goudt? Och, denk toch eens, Tu bal, denk toch eens! Jim Fiennes was eens uw speelmakker, uw vriend; hij is nu ziek en in nood, en gij spreekt er van hem voor eenige ponden te verkoopen, zooals Judas Ib- cariot onzen Heer verkocht."' „Jim Fiennes was nooit mijn vriend," ant woordde Tubal synisch. „Hij was mijn ge lukkige mededinger in uw liefde." -„Dat is dwaasheid, Tubal, en dat weet ge. Onze ouders verloofden ons met elkander, en ik hield vroeger werkelijk veel van u.' „Vroeger! Nu niet meer?" vroeg hij met een duivelsehen grijns Barbara deed of zij de vraag niet hoorde en herhaalde steeds dringender mei een droeviger klank van wanhopigen angsl in haar stem: „Jim Fiennes heeft u nooit kwaad ge daan, Tubal, waarom zoudt ge hem dood willen hebben?" „Komt Ge praat mooi, Mevrouw. Jim Fiennes is niets voor mij." „En ge wilt hem verkoopen? Ilij is ziek, weerloos en ge wilt hem verkoopen?" „Ik was gisteren ook weerloos!" zei Tubal onverschillig schouderophalend. „Oorlogs kansen, Mevrouw!" „Tubal I" riep zij, vol verontwaardiging. „Nu wal is het?" ging hij voort, en hij stond op en begon de kamer op en neer te loopen. „Wat is Jim Fiennes voor u, dat zou ik wel willen weten. Als de menschen waarheid spreken, wacht gij slechts op het einde van den strijd, om hem weg te zen den. Waarom zoudt ge opeens zooveel be langstelling in hem koesteren, dat gij hier komt hier naar het huis van een mail, dien gij minder dan een hond acht, want ge zoudt nooit een hond een pak slaag geven om, zooals gij zegl, uw laatsten ademtocht te gebruiken met voor hem te pleiten? Waarom? vraag ik." „Omdat ik niet geheel vergeten kan, Tu bal, dat gij en ik en Jim eenmaal speelmak kers waren; dat wij met elkaar gingen vis- eahen, vogelnéstjes uithaalden, door de bos- schen dwaalden, en «net elkander in het kasteel Broughton verstoppertje speelden; omdat wij met" elkander gelukkig waren, met elkander beknord werden, met elkander schreiden en lachten. Omdat een misdaad, als die gij vooriiebt, mij voor altijd den grond zou doen verafschuwen, waarop gij gaat. de lucht, die gij inademt', en omdat ik nooit weer een .gc'uki z n»r zo" kennen." Terwijl zij aldus sprak, onbewust de haar zichzelven opgelegde terughoudendheid ver loor en met steeds meer vuur pleitte, was Tubal naast haar stoel komen slaan. Zijn oogen rustten mot cynisch welbehagen op het prachtige beeld, dat zij bood in baar af gedragen, maar nog elegant rijkleed van donkergroen lluwéel, met den neteldoek- sclien kraag om haar prachtigen hals; zij zal met een knie over den ander geslagen en onder haar kleed kwam haar kleine voelje te voorschijn; haar handen, in rijk geborduurde lederen handschoenen, hielden haar rijzweep over haar knie gebogen. Haar klein hoofd scheen bijna stralend van jeugd cn schillerende kleur tegen den donkeren achtergrond van den sloe!en hel morgen zonlicht, dal door hel venster kwam. lag over het zaohle goud van haar en omlijnde het edele proliel, den slanken, rechten nek en het begin der gevulde schouders meteen gouden licht. En nu zij uitgesproken baden haar grijze, diepe oogen, die vol van on- vergoten tranen waren, naar hem toekeerde, ontsnapte een kreet van bewondering aap zijn volle, zinlijke lippen. „Op mijn woord," riep hij uit, terwijl hij voor haar stond met zijn handen in zijn zaïkken, zijn hoofd op zijde en haar met cy nisch welbehagen aankeek, „op mijn woord, ge zijt mooi geworden. Mevrouw, en ik hab we! zin JWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5