No. 20022. ZATERDAG 20 JUNI Anno 1925 Dit nummer beslaat uit VktR Bladen EERSTE BLAD. Officieele Kennisgevingen. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS OER ADVERTENTIEN 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cts. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor Oirectie en Administratie 2500 Redactie 1507 Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 3 maanden 2.35 per week ƒ0.18. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week0.18. Franco per post 2.36 portokosten. STEMMING TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. De Burgemeester van Leiden brengt ter algemeene kennis, dat op Woensdag 1 Juli a.s., van des voormiddags 8 tot des namid dags 5 uren zal plaats hebben de stemming ter verkiezing van de leden van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. Hij wijst de kiezers daarbij met allen na druk op de verplichting, opgelegd bij art. 72, 2e lid der Kieswet, om zich binnen den voor de stemming bepaalden tijd ter uitoefe ning van hun kiesrecht aan te melden bij het stembureau in het voor hen op de kie zerslijst aangewezen stemdistrict, behalve bij het bestaan van een geldige reden van ver hindering. Niet voldoening aan deze verplichting wordt gestraft met berisping of geldboete van teil hoogste drie gulden;' bij herhaling tot ten hoogste tien gnlden. Hij herinnert voorts aan het bepaalde bij art. 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende Hij, die opzettelijk zich voor een ander Uitgevende, aan een krachtens wettelijk voorschrift uitgeschreven verkiezing deel neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar". N. C. DE GTJSELAAR, Burgem. Leiden. 6 Juni 1925. HINDERWET. Burgcmëësler en Wethouders van Leiden, Gezien het verzoek van: a. J. Rodenburg, om vergunning tot op richting van een zuivel-inrichting in 't per ceel Bronkhorststraat No. 1, kadastraal be kend Gemeente Leiden, "Sectie K No. 275 T .en Sectie N No. 52; b. de N.V. F. Pieck's Manufacturenhandel, om vergunning tot uitbreiding van de fabriek van gemaakte goederen in het perceel Leege Werfsteeg No. 8-10, kadastraal bekend Ge meente Leiden, Sectie H No. 3800; Gelet op de arlt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij dezen kennis aan het publiek, dat genoemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd zijn; alsmede, dat op Zaterdag, den 4 Juli e.k. des voormiddags te half elf uren op het Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren tegen deze verzoeken in te brengen, terwijl zij er de aandacht op vesti gen, dat niet lot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, teneinde hunne be zwaren mondeling toe te lichten. N. Q. DE GIJSET/AAR, Burgem. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 20 Juni 1925. Opehbare Vergadering van den Vrijheidsbond. Gisteravond hield de afdeeling Leiden van .Vrijheidsbond in de groote zaal van het Nutsgefcouw een openbare vergadering. Na een kort openingswoord van den Voorzitter, prol dr. B. D. Eerdmans, ving 'de eerste spreekster, het Twecde-Kamer-lid #mej. Joh. Westerman, haar rede aan iver hel onderwerp: „Wat hebben de vrouwen van een rechtsche Regeeriog te verwach ten?". Allereerst bood de Voorz. de spreek ster een bloemenhulde aan. Het onderwerp kon echter ook heel goed luiden, volgens spreekster: „Wat zal de Vrijheidsbond voor de Vrouwen doen Maar al te weinig beseffen de vrouwen het belang der politiek. Vele jaren be kleedde de vrouw in het maatschappelijk leven een belangrijke positie; in den tegen- woordigen tijd wordt dit reed reeds minder, waardoor de%vrouw zich ook minder gaat interesseeren voor de politiek. Doch ook de mannen zijn hieraan wel voor een gedeelte debet door het bezoek aan politieke vergaderingen ^e.d. niet vol doende te animeeren. Spr. bespreekt vervolgens de aanrauding van de vrijheid van den arbeid ook voor de gehuwde vrouw. Spr. noemt hier slechts de gehuwde telefonisten, die op 13 Maart 1924 ontslagen, doch later weer werden aangenomen, daar er niet voldoende reserves -waren. Daarom verdient het aanbeveling bij aanstellingen niet te letten op het af dan niet gehuwd zijn van de vrouw, doch meer aandacht te schenken aan haar prestaties. De Vrijheidsbond wil dus niet „coüte que coiite" de gehuwde vrouw handhaven; doch wel haar handhaven, zoolang zjj haar functie volmaakt vervuld en werkelijk een roeping Igeyoelt om naast haar werkkring in het huiselijk gezin ook een maatschappelijke positie te bekleeden. Bii het bezoldigingsbesluit zijn de ge huwde vrouwen ook in sterke mate achter uitgezet. Spr .noemt in dit verhand slechts den aftrek op de salarissen van jeugdige onderwijzeressen. Dit leidt tot verkeerde ge volgen en dit kan de Vrijheidsbond niet gedoogen. Daarbij komt nog, uat door dezö regeling een schsrpe grens getrokken wordt tutschen ambtenaren en niet-ambtenaren. De huidige regeering doet wel veef voor de gehuwde ambtenaressen, maar niets voor de ongehuwde. Daarom kan de Vrijheidsbond niet met dit bezoldigingsbesluit meegaan. Men bezuinigt aan alle kanten, maar niet op het geheele instituut. De wijze, waarop o.a. op de pensionneering en ongevallenver zekering wordt bezuinigd, verdient sterke afkeuring. Het moge noodig z£n, dat er bezuinigd wordt; het systeem, waarop zulks geschiedt, is ten eenenmale uit deu booze. Een belangrijk punt voor de Nederland- sche vrouw is ook de huwelijkswetgeving, welke wet reeds meer dan een eeuw be staat en geheel verouderd is. Minister Heemskerk maakt hierover wel altoos grapjes, maar herziening blijft uit, schoon zij1 dringend noodig is. Wanneer nu zelhs van R.-K. zijde ge ageerd wordt tegen de clausule: „De Vrouw is 'gehoorzaamheid verschuldigd aan den (man", dan blijkt hieruit toch zeker wel voldoend^ dat m6n ook in deze kringen doordrongen is van het belachelijke en onbillijke van deze zinsnede. Ten slotte behandelde spreekster de ver houding van den Vrijheidsbond tot de open bare school. Sinds de financieele gelijkstel ling in 1920 is. een doorloopende achter uitgang van het openbaar onderwijs te con- stateeren. De voornaamste oorzaak hiervan is wel de splitsingszucht, waaraan net Ne- derlandsche volk in hevige mate laboreert; speciaal voor het platteland geldt deze uit spraak. Hiertegen lean zeer zeker wat gedaan worden door de Vereenigingen, die zijn opgericht in de $orp9n, welke het herstel van het openbaar onderwijs willen bewerk stelligen. Verder noemde spr. nog als redenen van verval: de afschaffing van het onderwijs in een vreemde taal, de afechaff.ng van de ambulante hoofden, en het evenredige school geld. De Vrijheidsbond wil de openbare school weer verheffen tot op het oude peil en vertrouwt daarbij op den sreun en de mede* werking der ouders. (Applaus). Hierna verkreeg het woord mr. H. *C. Diesselhuys tot het houden van zijn ver kiezingsrede over: Neerlands welvaart be dreigd. Reeds meermalen werd door de Pers het feit naar voren gebracht, dat de ver kiezingen van 1925 staan in het teeken van matheid en lusteloosheid. Dit is toe te schrijven aan .het feit, dat het tegenwoordige kiesstelsel teleurstelling baart. Reeds stelae de fractie van den Vrij heidsbond in de Tweede Kamer een wijiziging van de Kieswet voor, waarbij dan niet weer op lijsten zou worden gestemd. Voor een groot gedeelte is deze lauwheid te danken aan het 'groot aantal partijen. Meer dan ooit staat deze verkiezing in het teeken der belangrijkheid, weshalve spr. zich dan ook een lauwheid b\j deze ver kiezingen moeilijk kan indenken. De positie van de Europeescha landen wordt - na den oorlog steeds beter.. Door den Vrede van Versailles zijn evenwel ver houdingen geschapen, die licht tot wan toestanden aanleiding geven. De angst van de overwinnaars in den wereldoorlog is gericht op de mogelijkheid, dat Duitschland zich zal oprichten uit haar tijdelijk lamgeslagen productievermogen. Hiervan zal Nederland in de eerstkomende jaren de gevolgen endervinden. Een tweede buitenlandse he kwestie is die van de veiligheid. Ook in het binnenland zijn de huidige toestanden allesbehalve rooskleurig. Noemen wij hier slechts de hooge belastingen, de werkloosheid en het verkeersvraagstuk, die alleen door een Minister met breeden kijk op de dingen kunnen worden opgelost Opmerkelijk is nu,* dat de groote par tijen zich van deze voorname vraagstukken bij de verkiezingen niets aantrekken. Van de komende Regeering zal het af hangen of Nederland zich tegenover het buitenland zal kunnen handhaven. Neder land is door zijn gunstige ligging bij uit-stek geschikt om een groote rol te speren in de wereldhandel en wereldindustrie. Spr. kan zich voorstellen, dat het volk niet warmloopt voor een verkiezingsleuze: voortzetting der coalitie, zooafs de rechtsche partijen dit wenschen. Sommige partijen werken met negatieve aanbevelingen. Zoo de Roomschen, die den Vrijheidsbond den vrjuid van den godsdienst en van de pociale wetgeving, benevens den vertegenwoordiger van het kapitalisme noe men. Er wordt steun gevraagd voor de coalitie om zoo dicht mogelgk het ideaaf van den chris tel ijk en staat te benaderen, zooals bijv. de heer Van Wijnbergen doet Nu leert de ervaring, dat de coalitie niet in staat is gebleken ons dichter bjj dit ideaal te brengen; ja, dat zg zelfs niet weet watLof dat ideaal is. Spr. gelooft niet in het bestaansreent van een nationale ontwapening, daar deze lijnrecht ingaat tegen netgeen Europa eQ du3 ook Nederland het hardst noodig heeft: den Vrede. De Vrijheidsbond wil in pfaats van een par trjregeering, het vertrouwen van de kie zers'om te komen tot de handhaving en doorvoering in de practische politiek van de oude liberale gedachte. Wg willen dus niet zoeken naar party belangen, doch wij willen slechts het beste voor Nederland, zoowel op nationaal als op internat.onaal gebied. Een van de uit gangspunten vormt daarbij de geJaqhto der verdraagzaamheid, die helaas maar af te weinig wordt gepropageerd door de drie grootste kerkgenootsch-ppelijke richtingen. Een tweede punt is al weer de Vrijheid, speciaal de vrijheid van handel, industrie, arbeid en geest, terwijl spr. als derde punt den Vrede schetst. Ten slotte behandelde spr. net vraag stuk der nationale ontwapening. Van nature is spr. een pacifist; zelfs is spr. in de eerste oorlogsjaren voorzitter geweest van den Ned. Anti-Oorlograad. Volgens het reglement van dien Raad was reeds in het leven geroep:n net Inter nationaal Hof van Justitie, door welk Hof alle geschillen tusschen- twee mogendheden zou worden beslecht. Een tweede punt, dat deze Raad veorop stelde, was, dat alle landen haar gewapende macht tot een minimum zou beperken, waar bij evenwel nog een derde bepaling kwam, die voorschreef, dat een sterKe macht er zoor zou zorgen, dat deze bepalingen werden nageleefd. Dezelfde gedachte werd ook uitgesproken door het stichten van den Volkenbond. He laas, deze bleek niet aan de gekoesterde verwachtingen te voldoen. Nederland, in den Volkenbond deed niet het zijne om dezen Bond te maken lot hetgeen de pacifisten er van verwachtten, n.l. een duurzamen vrede. Totdat eindelijk het jaar 1924 aanbrak, toen door alle landen in een vlaag van enthu- siasme werd vastgesteld het Protocol van Genèvo. Spr. weet wel, dat het nog eenige jaren duren zal, eer dit tractaat in zijn vollen omvang wordt aanvaard. Artikel 2 van dit protocol zegt, dat oor log gelijk staat met misdaad éïi dit artikel is vooral voor de diplomatie een gevoelige klap. Door dit éénc artikel: Oorlog is mis daad. is de geheele strutluur van de sou- vereiniteit van aard veranderd. Daarom is het protocol van Génève van zulk- een ont zettend groot belang en staat het zulk een verheven en bijna heilige zaak voor. Spr. betreurt hel daarom, dat deze zaak in de politiek betrokken is geworden en wel door de zgn. gedachte der nationale ontwape ning. Men verschuilt zich achter de op merking: ,,Ja, die laatste oorlog was zoo wreed", alsof ooit een oorlog# niet wreed geweest is! In sprekers oog is de gedachte van de nationale ontwapening niets verhevens; in tegendeel, zij gaat lijnrecht legen den Vol kenbond en het algemeen belang in. Men zet zijn huis niet open, om den inbrekers vrij spel te geven. Er is slechts één middel, om den oorlog uit de wereld te helpen, en dat is: het recht gewapend en verdedigd door degenen, die het recht dienen. Spr. wekte ten slotte allen in een krach tige peroratie op te strijden voor het we- reldrecht, den wereldvrede. Een langdurig applaus volgde op deze rede. Van de gelegenheid tot gedachten wisse ling. werd gebruik gemaakt door de heeren De Jonge en Planjer, welke heeren door mr. Dresselhuijs werden beantwoord, waar mede tevens het einde kwam van deze goed bezochte vergadering. Propaganda-avond van de Vrijz.-Democraten Gisteravond had de afd. Leiden van den V. D. B. in de groote zaal van het Leidsche l Volkshuis een verkiezingsvergadering be- legd, die vrij goed bezocht was, al was de zaal niet geheel bezet. Prof. mr. F. G. Scheltema opende als voorzitter de vergadering met een korte in leiding om daarna het woord'te geven aan mevr. W. van ItallieVan Embden, die aanving met op te merken dat haar rede was aangekondigd als: „De vrouw en de verkiezingen". Deze titel is ook juist, maar spr. zou haar ook kunnen noemen: de iro- nie van het leven. Immers de vrouwen heb- ben in deze vierjarige periode het slechter gehad dan ooit en loch hadden de vrouwen I het kiesrecht verkregen. Dit is niet iets vreemds, want de regeering, die deze laat- ste zeven jaren aan het bewind is geweest, j voelt niels voor het vrouwenkiesrecht." Zij I heeft medegewerkt om het haar te geven uit angst. Maar toen ze weer gerust was, heeft zij haar best gedaan om de vrouw achteruit te stellen. Men wist ook wel dat dit zou geschieden. In de vorige verkie zingscampagnes hadden ze dit trouwens ge noeg te kennen gegeven. Zoo is het geko men, dat de vrouw de kroon van het kies recht op het hoofd heeft gekregen' en toch daarmede in de kou heeft gestaan. Alles omdat de rechterzijde de vrouw in econo- mischen zin niet waardeert en achterstelt bij den man. De vrijzinnig-democraten denken daar over anders. Zij willen alle wettelijke be palingen wegnemen, waardoor de vrouw achteruitgesteld is bij den man. Spr. toont met tal van voorbeelden uit het leven aan, dat de gelijkstelling van de vrouw met den man niet nadeelig is voor de maatschappij noch voor den man zelf, als deel der sa menleving. De natuur heeft een band ge legd en de maatschappij mag daarin geen verschil maken. Er is een tijd geweest dat zelfs vakvereenigingen er voor waren dat de vrouw voor gelijkwaardigen arbeid min der loon verdiende dan de man. Dat is ge lukkig veranderd en spr. toonde weder aan, dat dit ook in het belang van het algemeen en dus ook van den man is. Vroeger was de vrouw de onderkruipsler van den man. De ironie van liet leven spreekt ook hier uit dat, terwijl de vrouw het kiesrecht heeft verkregen, er door de vrouwen een regee ring aan het bewind is geholpen, die haar achteruitzelte en nog meer achteruit zetten wil. De vrijzinnig-democraten hebben het" vrouwenkiesrecht niet voorgestaan uit te verwachten politiek voordeel. Zij wisten wel, dat de groote meerderheid der vrou- j wen nog conservatief is en achterlijk. Deze partij leeft en strijdt voor beginse- I len. Dat heeft zij ook gedaan in den strijd 1 voor het vrouwenkiesrecht en dat doet zij thans weer, nu zij voor de nationale ont- wapening opkomt. Het is immers volstrekt niet zeker dat dit programpunt voor haar I voordeelig zal zijn, maar zij. strijdt er alleen voor, omdat zij meent dat zij hiermede het algemeen belang dienen zal. Spr. kwam hierna weder terug op de houding van de regeering tegenover de vrouw en behandelde in dit verband de wijze waarop zij met de gehuwde ambte nares heeft omgesprongen, waar het ver schil in schijn en wezen dezer regecring zoo duidelijk in het licht treedt. Zij heeft door haar optreden tegen de gehuwde amb tenares schijnscheidingen tusschen man en vrouw, ambtenaar en ambtenares uitgelokt. Zoo ondergraaft de rechlschc regeering de beteekenis van het huwelijk. Hier ziet men ook weer de ironie van het leven. Want het zijn weder de rechtsche partijen die ons verwijten dat wij de heiligheid van het hu welijk ondermijnen. Spr. behandelde als voortzetting van deze "beschouwing de be staande huwelijkswetgeving als immoreel. Deze ironie van het leven is ook weder merkbaar in de opvatting der regecring en de partijen die haar steunen ten opzichte van de veiligheid van den gulden. De ware veiligheid van den gulden wordt .verkregen door de volkskracht te versterken en de volkswelvaart daardoor te verhoogen. En wat de regcering heeft gedaan en nog doet ten opzichte van het onderwijs, om i zich daarbij te bepalen, gaat zeker niet in de lijn van de volksontwikkeling en is daardoor niet bevorderlijk voor de volks kracht die tenslotte de welvaart jnoet brengen. Had de regeering geluisterd naar de pro fetische stem van dr. Bos, die in 1914 reeds voorzag, dat het met onze financiën zou gaan als het gegaan is en de heffing ineens door hem verdedigd, zij zou thans niet haar toevlucht lol allerlei de volkskracht ver lammende maatregelen van socialen en financieelen aard, behoeven te nemen. Spr. wees er ten slotte op hoe de grond legger van onze arbeidswetgeving is ge weest de vrijzinnig-democraat Drucker, de man van de onderwijspacificatie, in begin sel mooi en rechtvaardig, onze partijgenoot dr. Bos, terwijl mevrouw BakkerNort en mr. Marchant voor de rechten van de vrouw zijn opgekomen en het vrouwenkies recht hebben doen aannemen. En in die richting werken de vrijz.-democraten voort. Met een opsomming van hetgeen de vrijz. democraten willen en niet willen, besloot deze spreekster haar mfet aandacht gevolgde rede, die aan het eind werd toegejuicht. Onmiddellijk daarop werd het woord ver leend aan den tweeden spreker, mr P. J. Oud. lid der Tweede Kamer, door vele aan wezigen mot applaus begroet. De heer Oud ving aan met te memoree- ren de algemeene klacht over de weinige belangstelling in de huidige verkiezings actie, al heeft de partij van spr. er zeker niet het meest over te klagen. Het is vooral de heer Colijn die telkens met deze klacht naar voren komt. En de reden die hij daar voor opgeeft acht spr. ook juist. De kiezers zijn teleurgesteld omdat deze regeering niet verwezenlijkt heeft wat men de kiezer9 Reeft voorgespiegeld. Dit is niet onze schuld zeide spr. Wat wij voor drie jaar in ons pro gramma schreven, hebben wij in de Kamer verdedigd. Maar dat is niet het geval bij mannen als Colijn en wie hen volgen. Wat is er terecht gekomen van de heiliging van den Zondag, van de afschaffing van den vaccinedwang en de Staatsloterij? Doch niet alleen de antirevolutionaire kiezers hebben reden om moedeloos te zijn. De Christelijk- HistoriscEén en de Katholieken slaan er ou- geveer gelijk voor. En dit geldt niet alleen wat betreft de z.g. principieefle vraagstuk ken, ook voor andere vraagpunten geldt het zelfde. En hoe komt dat? Dat komt, omdat con servatieven en democraten moeten samen gaan in de verschillende partijen. En het gaat dan bij het regeeren als bij een wandeling. De meest jonge moet zijn pas regelen naar den oudere. Maar het zijn niet alleen de rechtsche partijen die het conservatisme op den spits drijven. Spr. kwam nu tot den Vrijheids bond. Toen in 1918 een oogenblik een revo lutie dreigde, was de heer Dresselhuis, eerst vrij-liberaal, thans leider van den Vrijheids bond, b-y. voor onmiddellijke invoering van den 8-urigen werkdag en andere groote her- vormingen. En nu komen ze met een vrij- heidsfilm. waarin, de 8-urige werkdag bespot- J lelijk worflt gemaakt. Hadden de liberalen i in den tijd ,toen zij iels te zeggen hadden, I geluisterd naar den vrijz.-democraat Druc- BINNENLAND. Voor-ontwerp van wet, regelende de ven bindend-verklaring van collectieve contra^ ten. Opgericht is een bond van verkeers-in< spectenrs. De directie der Ned. Spoorwegen zal hel op de personeelsuitgaven bezuinigd bedrag niet terugbetalen. De Minister van Financiën en de wonin. gen van Rijksambtenaren. De roeiwedstrijden van de Koninklijke. BUITENLAND. De ontvangst van de doenmenten over hel veiligheidspact. In 't algemeen bevredigende indruk. Frankrijk en, de strijd in Marokko. De Chineesche regeering kiest partij vooi de anti-vreemdelingen-beweging. ker, die toen reeds voor een geleidelijke ver- korlinge van arbeidstijd pleitte met den 8- urendag als ideaal eindpunt, dan had hel economisch leven zich aan deze hervorming aangepast. Ditzelfde geldt ook van de financiën. Had men geluislerd naar het woord van dl'. Bos, die in 19Ü er al op wees dat de groote schulden, die ook Nederland in erband met den oorlog moest maken, belv. Jen te wor den gedekt, dan hadden wij thans niet deze groote moeilijkheden gehad. En dat had ge kund, door eon hefting in eens. De vrijz.- dem. hebben dit voorgesteld, maar minister Dc Vries wilde er niets van weten. Bij zwom in het geld. Het verschil tusschen minister De Vries en dr. Bos was dit: De eerste was geen staatsman, de laatste wel. De eerste leefde alleen in het tegenwoordige, de twee de zag do toekomst, zooals een Staatsman behoort te doen. Maar het is niet alleen minister De Vries die een avontuurlijke politiek dreef, de heer Colijn doet het niet minder. Het grootste bezwaar dat spr. logen den heer Colijn heeft, is, dat hij te kort van memorie i>. Spr. toonde uit het beleid van minister Co lijn aan hoe hij ten opzichte van zijn finan cieele politiek steeds is veranderd. Bij dit gedeelte wist hij vooral de aandacht der aanwezigen te trekken die herhaaldelijk blijken van instemming gaven. Evenals op het gebied der financiën crl- tisperde spr. de onderwijspolitiek van deze regeering die hij met mevrouw Van ItalUe voor land en volk verderfelijk acht. De heer Oud kwam nu tot het sluitend maken der Staalshegrootingdoor minister Colijn en WTaakte het, dat de antirevolu tionaire partij die onder dr. Kuyp.er vooral voor de geestelijke gocdeTen opkwam, thans speculeert op groote en kleine kapitalisten. In dat verband hekelde hij het laatste recla- mcbiljet van de partij, dat gelijkt op een beursnoleering. En nu schijnt de leider der Katholieke Staatspartij daarop nog jaloersch te zijn geworden. De spr. benijdt er dr. No- lens niet om. Wat de regeering ten opzichte van do ambtenaren heeft gedaan wordt door 9pr ook sterk gelaakt. De intrekking van art. fP van het .Bezoldigingsbesluit noemde spr. een groot onrecht. Tegen dit onrecht moeji r:n man als Marchant de christelijke reg ring wijzen. Zij schijnt het zelf niet te voelen. Eindelijk kwam spr. tot de belaslingpoli- tiek van min. Colijn, die de kleine luyden" een beetje ontlasicn wil op de directe belas ting, maar hen tegelijk de rijksdaald' r« uit den zak wil halen door de tariefwei en an dere indirecte belastingen. Alles samenvattende concludeerde spr dat Colijn niet weder op den Kneuterdijk :nag terugkeeren. (Applaus). Ten slotte behandelde spr. het brandrnas* vraagstuk van de nationale ontwapening, waartegen groote liberale en ook kerkelijks bladen dag en dag ageeren. Togen al die bestrijders links en rechts nam spr. scherp positie. Hij. schetste de ellende die er over het land zou komen, als wij, zooals de hee ren het noemen, den eersten sloot zouden moeten opvangen. Men zegt dat- wij dé weerloosheid predi ken, maar roept spr. uit, met onze tegen woordige weermacht zijn wij weerloos. En er is gelukkig nog iets and rs dan al leen de brute macht. Daar is ook nog recht, internationaal recht. In de gewone maat schappij predomineert het rechtsbewustzijn immers ook al zijn we. zooals de antirevo lutionairen zeggen, ook dan zondige rn^n- schen: Aan de hand der geschiedenis toonde ;pr.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1