De Hand met het Litteeken. No. 20016. LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 13 Juni Derde Blad. Anno 1925. FEUILLETON. Hoofdpijn LONDENSCHE BRIEVEN. Het ontleden der Gel. |3 BUiTF.NL. WEEKOVERZICHT. Ontwapening en veiligheid niet los van elkaar Frank rijk in de knel de Belgi sche crisis chemisch? Zeer begrijpelijk is DuilscMand nog aan let besludeeren van de jongste nota der ge- #Uicerden. de nota betreffende de ontwape ning. Het is nog totaal ondoenlijk te beoor- 'deelen, in welken geest bet antwoord zal uitvallen. Natuulijk roept uiterst rechts om Ihet hardst, dat de gestelde voorwaarden ge weigerd moeien worden, maar zoo'n vol slagen afwijzend antwoord mag men toch niet verwachten. Vermoedelijk zal het uit-, loopen op een soort marchardecden, waarbij iran Engelsche zijde alles gedaan zal wor den om de kwestie volledig te liquideeren. Of men in Frankrijk ook zoo zal denken? Twijfel is gerechtvaardigd. En Frankrijk heeft alle gelegenheid om tegenstand te bieden. Ook waar dezelfde controlecommis sie inzake de ontwapening, die de jongste ivoorwaarden als het ware formuleerde, op ■de uilvoering daarvan toezicht zal hebben. Hetgeen voor Duitschland de inwilliging,-, r»o liet daaraan zou denken, er niet gemak kelijker opmaakt. Voor de Franscihe houding lijkt ons van leer veel belang, lioe het zal loopen met bet veiligheidspact. waaromlrent le Genève tusschen Chamberlain en Briand werkelijk Overeenstemming is verkregen. Zoo zoo'n pact verzekerd was, zou Frankrijk wellicht pok nog wol wat door de vingers willen eien in de ontwapenings-affaire. Zoo niet Iloe slaat het nu met de kansen van zoo'n veiligheidspaotO. i. niet al te roos kleurig. Het officieelc Fransohe bureau Jteeft een uiteenzelling gegeven van het bereikte te Genève, waaraan men kon proe yen, dat het niei juist kon zijn, ook al nam men aan, dat de zeer Fransch gezinde Chamberlain mogelijkerwijs iels verder was gegaan dan de Engelsohe regeerimg wilde. Deed Havas het toch niet voorkomen, alsof Engeland wel de Fransch-Belgisohe grens in. het Westen garandeerde en niet de Duitsohe, terwijl Duilschlanid toch alleen iy\an een wederkeerige garantie gewag had gemaakt? Geen wonder, dat van Engelschen kant direct een rectificatie in dit opzicht üewam waarhij de wederieerigheid volledig Overeind werd gehouden. Dergelijke berichtgeving als van Havas h inmiddels zeer gevaarlijk in tweeërlei Optziokt. In de eerste plaats wordt zoo den Fransohen weer wat wijs gemaakt, terwijl de officieele publicatie, die toch eens ko men moet al kan dit soms maanden duren, want het Duilscke voorstel van Fobr. jJ. is nog niet ofticieel gepubliceerd, Jerwijl wij dit schrijven dan ontnuchte ring brengen moei. In de tweede plaats ivordt Duilsehland onnoodig al van te vo- fren ingenomen tegen bet Fransohe ant woord en daar te lande onnoodige omtevre- dern'ucids.reden gegeven aan die kringen; Idie heusch zoo'n aanwakkering niet noodig bobben. Ook eln aanzien van de grenzen in het Oosten lijkt het onmogelijk, dat Havas juist kan hebben gemeld, al is de Engelsche Vizing dienaangaande bok uiterst onvolledig zoodat da:i ruit mag worden geconcludeerd, dat Engeland hier toch wel eenige conces sies aan het Franse he standpunt zal heb ben gedaan. Een eindoordeel willen we ons daarom voorbehouden, tot lijd en wijle meer Ibekend is in deze materie, waaraan men werkelijk houvast heeft. Hetgeen we in ons vorig overzicht schre ven, n.l. dat het schijnt alsof wel wat te veel vergeten wordt, dat het veiligheids- pact een Duitsch voorstel is en dat er alle kans op üjkt, dat het aanbod zal worden overvraagd, dat meenen we echter voorals nog geheel overeind te moeten houden. Reeds nu kan worden vastgelegd, dat het Fransche antwoord, speciaal wat het Oos ten betreft, verder gaat dan het Duitsche aanbod. Maar ook daarover is te marchan- deeren, dit moet worden erkend. Bepaald warm zal Duitschland voor zoo'n pact ech ter niet meer loopen, zoo in 't Oosten in wezen betzelfde tot -stand komt als in 't iWesten. En danin Engeland is men niet Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY. CGeauloriseerde vertaling van A. T. 22) De wegen cn velden waren met mannen, vrouwen en zelfs kinderen, die liepen, te paard reden of in koetsen zalen, volgers Van het leger, vagebonden, dames, hecrcn officieren met hun vrouwen, soldalen .met* hun beminden en landloopers bij masa's. Het leger bewoog zich zuidwaarts en al de nasleep er van deed hetzelfde. Men zeide, dat het Parlemenlsleger zóó nabij was, dat een slag niet vermeden kon wor den, cn dat het dwaasheid van den Koning zou geweest zijn, als Jiij zijn tocht naar het •Koorden had voortgezet. Zijne Majesteit was vroeg in den ochtend gewekt, en had van dien tijd af beraadslaagd in Harborough, waarna hel leger in slagorde was opgesteld ■op den heuvel, die zich van Farnd'on naar Oxsnden uitstrekt, gereed voor een aanval van den vijand. Baifoara sprak met enkelen der voorbij gangers, van wie sommigen vrienden wa ren; iedereen was in de opgewekte stem ming. De overwinning was zeker, de voor uitzichten van den Koning waren nooit zoo schitterend geweest, en de beslissende slag van-heden zou hem zeker voorgoed van zijn vijanden bevrijden; en ofschoon het 'Rarlomentsleger bijna tweemaal zoo talrijk was. zon de Bekwaamheid van Prins Ru- algemeen ingenomen met zoo'n pact. Do Labour-party is er volledig tegen, van oor deel en niet ten onrechte, dat al dergelijke partieele verdragen terugvoeren in plaats van té brengen naar nieuwe idealen. Ook in het liberale kamp is weinig geestdrift en in de Dominions is de stemming b.v. in Canada en Australië volslagen afwijzend, zoodat ook bij de conservatieven wel eeni ge aarzeling zal komen. Summa summarum: al komt het veilig heidspact er, doordat men bet eenS zou worden met Duitschland, dan is dc groote garant Engeland, waarmee bet pact staat of valt, een te onbetrouwbare factor, oui op te bouwen. Frankrijk heeft niet op zijn slag gepast. Eerder aanvatten zou misschien baat heb ben gegeven, liet lijkt nu te laat. Althans voor werkelijke veiligheid, en daarom is het Frankrijk toch te doen. Elke Amerikaanschc garantie is vooi goed van de baan, dat is wel zeker. Ame rika wil zich niet verstrikken in dc Euro- peesche verwikkelingen. Integendeel ^wordt in het land van den dollar de jvensch om de schuldenkwesties geregeld te zien, al sterker en de" tijd lijkt niet ver meer, dat de pressie van Amerika een dwingend ka rakter zal gaan aannemen. Men begrijpt al minder en voelt het steeds krachtiger afs onbillijk, dat rente cn aflossing van ge leend kapitaal verloren gaan, die dan wor den besteed voot wapenen etc. Want wat fceteekent in Europa de ontwapening nog, zondert men de oorlogs-overwonnenen uit? Yoor Frankrijk wordt de situatie in dit opzicht wel bijzonder dreigend. Caillaux wroet blijkbaar rond in hetzelfde moeras als zijn voorgangers zonder er uit te kun nen komen en de actio tegen hem wint aan kracht, ook in het kartel zelf, waar de socialisten vasthouden aan de idee van een heffing in eens, waarvan Caillaux, bang voor de oppositie, niet weten wil. 't Blijft allemaal. lapwerk on tot overmaat van ramp neemt de Marokko-affaire vor men aan die men niet gedacht heeft. De tegenslagen zijn vele en Abdel Krim doet zich meer en meer kennen als een niet te onderschatten tegenstander. Hopen geld gaan er zitten in het Marókko-avontuur, dat in vele Franschc kringen bovendien niet sympathiek is. Pamlevé heeft het dan ook, gezien dit laatste, noodig geoordeeld, zelf per vliegtuig efcn .snoepreisje" naar Marokko te maken om zich te sterken tegen dat verzet, dat hem wacht in de Kamer. En van dc samenwerking met Spanje blijkt trots vele groote woorden van overeenstem ming enz., al bitter weinig 'Vooreerst is Marokko niet van (Te baan evenmin als de Chineesclie geschiedenis, omtrent het verloop waarvan nog weinig is te zeggen. Blijkbaar verkeeren we daar op dit oogenblik in een soort periode van voorbereiding voor alle partijen. De eenige troost, die er voor het blanke ras in is, is deze, dat de Cbineesche actie ook gaat tegen Japan, zoodat van em samengaan van het Mongools'che ras vooreerst geen sprake is. Niet eindigen willen we voor heden, zon der nog even den blik te hebben gericht naar België, waar het kabinet Pouliet juist in elkaar was gezet of twee titularissen van R.-K. bloede trokken zich terug wegens de voortdurende oppositie van den rechter vleugel dezer partij tegen een samengaan van socialisten en katholieken- Het is nog niet zeker, dat Pouliet nu slaagt. ffc Zou wel fraai zjjn, Zoo'n zeldzaam beeld van politieke inertie^ wanneer Pouliet er ten slotte toch nog de brui aan gaf Er is tenslotte toch nog een kans, dat Pouliet doorzet en slaagt, maar dan met splitsing in de R.-K;> partij volgens een democratischen grenslijn. Of dat echter niet tot bezinning zal brengen? RECLAME. bedaart spoedig door gebruik van een- paar Miinhardt's Hoofdpijntabletten. 60 ct. 944S pert en zijn schitterende ruiterij spoedig korte metten maken met die ruwe rccruten, die door Psalmgezang niet in goede solda ten zouden veranderen: Dal was de geest, die allen bezielde, die op dien gedenkwaardigen morgen van 14 Juni op weg waren. Tegen den middag vluahlle die geheele stroom, om het leven te redden. Een door schrik bevangen menigte stortte zich als een stroom over velden en wegen, over heggen en slooten, dn dalen en op hellin gen; paarden hoeven dreunden; mcnschen schreeuwden; wapenen, uitrustingen wer den weggeworpen; mannen en vrouwen, vervolgers en vervolgden in een vreeselijke, gruwelijke mengeling. Krelen van wan hoop, van schrik, van doodsangst, vulden de lucht met hun afsohuwelijke klanken.. Lippen, die dezen morgen in domme zelf genoegzaamheid glimlachten, waren sa mengetrokken in angst; kelen, waaruit slechts een paar uren geleden gelach klonk, deden heesche krelen van waanzin, uit doodsangst geboren, hooren. De Koning? Aihl De Koning zou die krankzinnige vlucht gestuit hebben, als hij gekund had. Het ontbrak hem niet aan moed. Toen de stroom van vluchtende rui terij hem bijna neerwierp, deed hij wan hopige pogingen, om de regimenten te ver eenigen, die nog intact gebleven waren; hij was bereid zich aan het hoofd te stel len, met hen den vijand aan te vallen en een heldhaftige poging te doen, om de for tuin een keer te doen nemen. Maar oen vriend het was Lord CarwaUi greep zijn teugel vast, en riep hem toe; „Will ge uw dood te gemoet gaan?" En Karei, dra lend als altijd, flink van voornemen, maar Van onzen Londeosehcn Correspondent. Tocneel te Londen. Verval of niet? Het Tooneel al3 handelsonderneming. Fatsoenlijke, onfatsoenlijke en „letterkundige" stukken. Het Tooneel hier gaat den iaatsten tijd weer zeer over de tong. Ei- wordt weer eens gezegd, dat het in verval is. Tal van verontruste burgers en burgeressen storten hun harten uit in de dagbladen en schreien over de decadentie van de Loadensche en in het algemeen de Engelsche ..planken". Maar de meeningen zijn natuurlijk verdeeld en er zijn mtnschen, die als groote kenners van do tooneelkunst bektnl staan, die met klem van redenen betoogen, dat er niets mee aan de hand is. Ik ben geneigd net met de Iaatsten oens te zijn. lóelfs indien men allerlei gewichtige beschouwingen en ontledingen, met haar conclusies, achterwege zou laten en eenvoudig zou oordeelen naar do uiterlijke verschijnselen de durende populariteit van de schouwburgen, blijkend uit de lange rijen manschcn, die eiken avond bij de ingangen van „pit" en engelen bak wachten op het openen der deuren; den oogst van nieuwe stukken, zelfs in het korte tijdsverloop van een enkele maand; de levendige gedachtenwisseling, die het Tooneel altijd weer in het publiek weet te wekken dan kan mai slechts oordeelen, dat een jpweging waar zooveel leven in zit, in werkelijkheid niet in verval kan zijn. De pessimisten zjjn voor het meerendeel menschcn, die de fout begaan geen ver schil to maken tusschen „het spel en de knikkers", die het spel naar do knikkers beoordeelen en die liet spel verafschuwen, wanneer de knikkers ieeljjk of naar hun opvatting leeljjk zijn. De knikkers late ik nu verder maar rollen. De zaak is, dat er op de Londensche planken den Iaatsten tijd veel wordt opgevoerd, dat onvervaard, soms wat cynisch, vaak satirisch de ver houdingen tusschen de seksen behandelt. Puriteinsche geesten, ruim in de Britsciie gemeenschap vertegenwoordigd, vinden dat dit niet mag, zjjn van meaning, dat in het openbare leven niet vrjj-uit mag worden gedelibereerd over bedenkelijke verhoudin gen tusschen mannen ai vrouwen en Hat ze niet zoo onbeschaamd blootgelegd mo gen avorden op het tooneel. Dat is onfat soenlijk. En de tooneel9chrijVers, die geen blad voor den mond nemen,- worden door de ijverige moralisten uitgekreten voor volks bedervers en zielverwoesters. Ik zou niet willen beweren, dat voor dit geschreeuw in eenige gevallen geen aan leiding is, maar het is onredelijk er het Engelsch tooneel in al zijn openbaringen meo tegemoet le treden. Niemand zal wil len ontkennen, dat de verhouding tusschen de seksen een van de voornaamste facto ren, voor goed cn voor kwaad, in onzo samenleving is, hoezeer men haar ook in het duister placht te houden. Het laatste is tegenwoordig veel minder het geval. De verhouding tusschen mannen en vrouwen is ook anders, vrijer geworden dan ze vroe ger was. De vrijheid is hier in Engeland nog ad een buitensporigheid geworden; wantoestanden in het sekse-leven zijn er het gevolg van geweest. Het tooneel weer spiegelt het verschijnsel, chargeert het, overdrijft het (dat is zijn recht), maakt het belachelijk en stelt het aan de kaak. De samenleving krijgt aldus het tooneel, dat ze verdient. Het gehuil der moralis ten zou gerechtvaardigd zijn, indien het tooneel werd geschreven met het voorop gezette doel onbeschaamd en schokkend en immoreel te zijn. Maar juist die slukken die de zedemeesters het hardst hebben aangevallen, stellen fouten van de maat schappij in het licht. Doe het 'onbarmhar tig, vrij en onomwonden cn met over drijving cn satire geschiedt, is logisch; goed tooneel behoeft die eigenschappen voor het effect. In plaats van de onwezen lijke, liefelijke „society"-stukken, die tot voor kort het voornaamste voedsel waren voor töoncclhongerigen cn die het leven uitbeelden, zooals men het zou willen heb ben, laat Engeland tegenwoordig ook too neel zien, dat het leven uitbeeldt zooals zwak van wil, hield een oogenblik stil, vóór hij bevel tot den aanval gaf. Op dat oogen blik riep een zijner officieren luide: „Mar- oheert rechts!" En de laatslen der ruiterij- reserve namen hun Koning met zich mede en voegden zich hij de overhaaste vluchte lingen Zij hielden geen van allen stil, voordat zij vlak bij Leicester waren; de Koning en Prins Rupert, Dijby en LangdaJc, de onte vreden mannen van Yorkshire en de bloem van Ruperts ruiterij. Van alle zijden kwa- men drommen vijanderen om -hen te ver volgen. Cromwell van de linkerzijde, WiiaJ- ley van rechts, Oaiey's dragonders op zijde, zij overvielen hen als een stortvloed, solda ten en burgers, vagebonden en edelen, vrouwen en landloopers; zij versloegen hen, doodden hen met de sabol, onder kreten van; „Denk aan Cornwall!" „Denk aan Lei- cester!" En in naam van deze afschuwe lijke herinneringen werd de WTaalk mis schien nog afschuwelijker. 01 De afschuw, de jammer, cto ellende van dit alles! De ontzettende, ontzettende tragedie I Barbara, die vroeger in den mor gen tot Farndon Fields gegaan was, zag het heele verschrikkelijke beeld als een pano rama', evenals Jim Fiennes 'het zag, roaaar van een geheel ander punt. Zij had gejuicht, toen Rupert in 't eerst een vluchtige over winning behaalde, toen Ireton zijn zwaard overgaf en toen Skippon viel; zij had gesid derd, toen Cromwells ruiterij de rechterzijde van het leger aanviel, die ie kampen had met de konijnenholen, die den grond ge vaarlijk voor de paarden maakten; zij was er nu getuige van, verstijfd van schrik, leen zij ver weg op Dust Hiil het leger van den Koning zich zag omwenden om te vluchten, het is. De zoogenaamde „onzedelijkheid'1 van het tooneel hier is begonnen met „White Cargo", een stuk, dat den strijd cn den ondergang geeft van een frisschen jongen Engclschman, die kolonistisch werk is gaan ondernemen in de Afrikaansche wildernis cn die al6 allen, generaliseert de schrijver tenslotte prooi wordt van de verleidingskunsten van een inlandsch meisje. Het is een sterk stuk, dat in zijn strekking waarschuwend en nobel is, maar dat niettefnin door hen, die zoo spoedig dc moraliteit van de samenleving vreezen, wordt afgekeurd door dc zeer realistische voorstelling van de natuurlijke feit-en. „Fallen Angels", van den jongen, begaaf den schrijver Noel Coward, is, ook om dc vermeende onbeschaamdheid ervan hevig aangevallenmaar even goed door an dere tooneelkenners en -liefhebbers gepre zen. De „fallen angels" zijn twee jong getrouwde vrouwen van het hyper-moderno type, die voor haar huwelijk avonturen hebben gehad cn die een dier objecten van haar avonturen, een Frnnschman, in haar getrouwden staat weer zullen ont moeten. De „angels" zijn opgewonden vrouwen, dol op verzeljes en verandering, op cock tails, champagne en cigatelten. Zij wachlen haar oud-geliefde met wie zij beiden cn toe vallig onafhankelijk van elkaar voor haar. huwelijk een dolle week in Italië hebben doorgemaakt; en het vooruitzicht hem op nieuw le zien, doet haar alle decorum en zelfbehccrschiug verliezen. Wanneer hij niet gauw komt opdagen, zetten zij zich aan het voor liet drietal gereed gezolle souper, met cocktails, champagne en likeur bij de kol- fie. De vrouwen worden dronken en maken elkaar in dien toestand deelgenoot van haar onderdrukte verlangens en ondeugende nei gingen. De eehlgenooten van deze geëxal teerde heldinnen zijn dat is tegenwoor dig altijd hel geval bij de moderne, Engel sche looneelslnkken onwaardige indivi duen, die haar vrouwen aan haar lot overla ten en al hun liefde en energie hebben ver pand aan golfknuppel en -bal en die in hun verwaarioozing van hun wederhelften eigen lijk om haar onlromv vragen. Als de Eranschman ten slotte komt, komen ook dc echtgenooten opdagen, in hun wijde golf- broeken en karaklerlooze gezichten. En het is voor de in haar karakter cn geestkracht superieure óga's heel gemakkelijk de echt genooten te overtuigen, dat er niels kwaads steekt achter dit bezoek van den Fransch- man en dat zij hel geval slechts in scène hebben gezet om haar mannen le leeren meer aandacht aan haar te schenken. Het stuk is veel te luchtig en te geestig om het voor onzedelijk uit te krij'tcn, al is het schouwspel van de fwee dronken jonge vrouwen niet verheffend. Maar een maat schappij, die in zekere van haar kringen vol is met deze sigarelten-rookcnde, opwinding- zoekende, mondaine vrouwen en met man nelijke golf-maniakken, moet verwachten dat zij op het tooneel worden gechargeerd. En in al zijn luchtigheid en wat cynische speelsehheid legt dit stuk „Fallen Angels" den vinger op een zeere plek in dc Brilsche samenleving. De Franse hen zeggen dal elk. genre goed is behalve net vervelende. Indien de Engel schen dit op hun tooneel toepassen, dan is het zeker goed; want vervelend is liet zel den. Maar men bchoeit het Fransche gezeg de nog niet toe le passen om toch het be slaande, zoo gezegd gewaagde genre van het Engelsche tooneel te rechtvaardigen. Uit de korte kenschetsing van een paar tooneel- stukken hierboven zou men toch kunnen af leiden dat er van uitgesproken, meer dan normale immoraliteit geen sprake is, dat er eerder verheffende leering uit is le trekken, al hebben de schrijvers ook en zeer te recht er zicli wel voor gewacht in hun methoden den zedeprediker uit te hangen. Men hoort hier nog wel dd verzuchting uiten, dat de schouwburgen meer en meer in de handen vallen van tinanciecle specu lanten, die ze eenvoudig als beleggingen ex- ploitecren, zonder eenige aandacht le schen ken of zorg over te hebben voor de zuivere, dramatische kunst. De redeneering is, dat de schouwburgen voor die beleggers goede winst moeten opbrengen en dat men daar om bij het kiezen van tooneelstukken te rade gaat met den smaak van het groote pu bliek, die niet steeds verheffend is maar door dc voldoening waaraan men de recet- door scihrik bevangen en verspreid als sneeuwvlokken door een stormwind. Een paar oogenblikken later werd zij zich bewust zoowel van gevaar, onmiddellijk ge vaar voor zichzelve en haar gezellen als van den afschuw ran 'hegeen zij zag. Zij greep juffrouw Leake bij den pols en trok haar, die, versuft als zij was, geen weer stand bood, binnen de bescherming van dc haag, die het veld aan de oostelijke zijde begrensde. Hier was een aantal munitie- 'wagens aohlerg'elaten en daarachter vond Barbara een schuilplaats, zelfs toen de door schrik bevangen horde als een donder bui langs de helling vloog. Als een ware nachtmerrie aanschouwde zij de vreeselijke oplossing cn ontbinding van wat een aaneengesloten lichaam van dappere strijders geweest was, in eenheden, van ellendige mensoholijke wrakken, die, beangst voor hun leven, vluchtten; van achter de beschermende barricade van wa gens zag zij vervolgden en vervolgers langs zich stuiven als een woeste stroom, wan neer de wateren door zwaren regenval ge zwollen en de sluisdeuren doorgebroken zijn. Zij wachtte een geheel uur of langer, terwijl deze krankzinnige ril voortduurde, en zij wist, dat zij nooit de afschuwelijk heden vergeten zou, die zij toen zag. Tegen haar rokken aan gedrukt zat haar kinder meid, juffrouw Leake, niet veel anders dan een pakje zenuwen. De ongelukkige vrouw was ternauwernood bij kennis; zij lag on beweeglijk met baar kap stijf over het hoofd getrokken, haar handen voor haar ooren, om de vreeselijke geluiden buiten ie sluiten. Gedurende ;een uur of langer ver borgen die twee vrouwen zich daar, terwijl ruiters en woeste, onbereden naardeu lang» RECLAME. ALLEN ZiJN HET EENS 9459 fes spekt. Maar indien men dan ziet hoe aanzienlijk de oogst van werkelijk goed too neel is. dien een jaar brengt, dan zou men de heugelijke gevolgtrekking willen maken, dat die openbare en populaire smaak nog niet zoo slecht is. Gezonde populaire come- die kan even goed kunst zijn als het zoo genaamde literaire drama, dal voor d« wei nige fijnproevers kan zijn geschreven. En het jaar heeft voortreffelijke populaire co- medic gebracht. En voor hooger drama be hoef ik slechts le wijzen op Bernard Shaws „Saint Joan", dat liet groiste s]>eklakelsluk in populariteit naar de kroon steekt. Ook de zoo gelioeten hooge slukken, van letterkundige cn voor letterkundige fijn proevers, hebben het in dezen lijd goed. Er zijn hier wel een dozijn tooneclclubs (geen dilettanten), beslaande uit vooruitstrevende tooncelliefhelhers en intellectueelen, die (ge woonlijk op Zondagavonden) door de meest begaafde tooneelisten werken laten beproe ven, waarvan men niet kan verwachten dat ze ooit populaire belangstelling zullen krij gen maar die niettemin als verschijnsels in de dramatische kunst van hoog belang zijn; aldus krijgen de „high brow"-schrijvers de voldoening hun geesteskinderen in do wer kelijkheid van de planken (e zien. Daarbij komt nog, dat de beroemde spelen der klas sieken vaak in liet openbaar worden ver toond door amhilieuse tooneclgezelschappon, die zooiets ondernemen zuiver als artistieke daad. Bij dit alles is cr geen reden om bij hot Engelsch tooneellcven van verval of de» cadenlie te spreken. Londen, 9 Juni 1925. (Van onzen Pavijschen Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs, 2 Juni. Het toeval mijner zwerftochten door Pa rijs bracht mij dezer dagen in hefc College de France, in het laboratorium voor na tuurlijke historie. En daar heb ik een won der gezien op de grenzen van het onzicht bare: hefc ontleden van een cel. Ge weet wat een cel is: het kleinste be-* werktuigde element dat het leven ons biedt. Elk levend weefsel, het zij dierlijk o£ plantaardig, zenuw dan wel spier, is opge-» bouwd uit een cindelooze hoeveelheid li chaampjes, waarvan dc afmetingen nooifi verschillen voor een zelfde weefsel. Zoo^ is dc cel der spieren van een olifant niet* grooter dan die van een mensch de olifant heeft er alleen méér, dat is alles. Elke cel bestaat uit een membraan, een huid, die haar omgeeft, cn een kern, welke is het' proto-plasme, dat het geheele inwendige van de cel vult. Professor André Maycr stond nnj eeff oogenblik de plaats af, welke hij innam bij het kijkgaatje van een mislfroskoop. In de- witte vlek van bet gezichtsveld schitterde" een druppel water, hangend aan den on derkant van een glazen plaatje als een zeep bel. Binnenin dien druppel dreef een grija» achtigc pastille: een plantaardige cel, do cel van eèn mos. Er zouden cr 4000 noodig zijn, naast elkander gelegd, om een vier kanten millimeter te bedekken. Een holle maal boorde in do druppel wa ter als 'n rietje in een glas kwast, en haai? punt was viermaal kleiner dan de ecl. Met deze naald, zei de professor mij, "analyseeren we deze cel. "We spuiten haaf vlogen 'en mannen en vrouwen gillende langs liepen, terwijl aan alle kanten rondom haar uitrustingen, gordels, wapenen, hel men, roekeloos weggeworpen werden door dien wilden troep van een. beangste massa, die er slechts op bedacht was, alles weg te werpen, wat deze overhaaste vlucht kon in den Weg slaan. Op een oogenblik voelde Barbara een zwaren slag op haar schouder;' "de pijn was ondraaglijk; een doodelijke wal ging beving haar, deze somhere wereld scheen plotseling van haar weg le wijken, zich in een donkeren mist le hullen gd daarna geheel te verdwijnen. HOOFDSTUK VI. 1. Gij zult niet dooden. Toen Barbara weer tol voile bewustzijn terugkeerde, was "het ergste der paniek en der vreeselijke dingen, die zij met zich' bracht, voorbij. Fardon Fields lag rustig onder de warme middagzon; het scheen verlaten, behalve misschien door dc doo den. Barbara gevoelde zich nog heel ziek en' duizelig; haar hoofd deed vreeselijk pijn, en zij voelde een doffe pijn aan haar schou der en linker-arm. Zij had het gevoel, alsof zij uit een droom ontwaakte. Verscheidene, minuten gingen voorbij, voordal zij in slaat' was, zich te bewegen, maar na een poosf deed zij een krachtige poging, om haar ver' warde gedachten te verzamelen; toen keel? zij om zich heen. £Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9