Tramontsporing* op de Blauwpoortsbrng* op den Sersten Pinksterdag*. Foto W. Blcuzit, Leiden, Ncvcasiaande foto's gsven een duidelijk beeld van den sfand van de bam na het Ongeluk, De eerste ia een goedgeslaagde overzichtsfoto, dadelijk na het ongeluk ge nomen, terwijl de twee daaronder respec tievelijk den stand van den motorwagen op de brug en de onderzijde boven het water hangende toonen. Bovenstaande foto, vanaf het water genomen, laat zien hoever de wagen al door de brnglennino heenslak. Zondag, vrijwel op den druksfcn tjjd van dien dag, had een ontsporing van de eierbiacho tram plaats op de Blanwpoorts- brug, welke wonder Loven wonder nog goed is afgeloopen en zich enkel tot mater.eele schade hoeft bepaald, maar korten ljjl groo- te vertraging in hot tramverkeer veroor zaakte. Om de tram uit Scheveningan, die circa kwart over vijven mot veel passag.ers over de Blauwpoortsbrug zou rijden, liep de wotorwagen in den oprit van de brug uit de rails en reed, opgeduwd door de twee volgwagens, dwars over de brug, over het frottoir, door het hek van de brug, waar ook, dank zjj bet krachtig remmen van den bestuurder, het gevaarte tol stilstand kwam. Het ongeval verwekte natuniljjk groate ontsteltenis, vooral onder de passagiers van het ontspoorde rijtu g, en wagenbestuurder en conducteur waren begrijpelijker wjjs ook var. streek, al gaf de verzekering, dat er in het geheel geen perscon rjke ongelukken plaats hadden, dadelijk zeker groote gerust stelling. Wanneer do ontspoorde tram wagen oven varder ware doorgeloopen en indien de koppelstingcn, waarmede hi; aan den anderen wag o was verbond:», het net gehouden had, ware het rjjtuig in het diepe water dor Turfmarkt gestort en de ge volgen zouden niet te overzie» zijn ge weest En hoe licht had het kunnen gebeuren, dat bij zoo'n druk verkeer édn of meer personen juist naast de tram op de brug) Waren geweest die dan onvermijdelijk zoude» siju overreden, althans voor 't most aan gereden. Het geval bracht groote opschudding teweeg en in minder dan geen tijd zag het er zwart van de menscheD. Het tramverkeer kreeg dadelijk groote vertraging. De trams van de richt.ng Hooge Rijndijk konden yoorloopig oiot verder en de passagiers moesten overstappen op de (tan den overkant staande trams. Er werd echter het eerst gewerkt om tip do brug een lijn vrjj te krjjgen, wat betrekkelijk nog al vlug ging. Over de ééne lijn werd nu het tramverkeer geleid. De directeur van den markt- en haven dienst en eenige inspecteurs van politie met een aantal agenten, waren spoedig aanwe zig en zorgden voor de regeling van het verkeer. Het technisch psrsoneel van de N.Z.H. T.M ging met bekwamen spoed aan het werk om het tramrijtuig weder in hetspo.r te brengen, wat echter niet gemakkelijk Sing 's Avonds om twaalf nor was de Daan weer vrij en kon ook over de brug weder cp dubbel spoor gereden worden. D, ontsporing heeft plaats gehad bjj de Jcrnising der lijnen, waar de rails geheel plat zijn. Men deelde ons made, dat eeo wielband van het motorrijtuig een gszins los Was gegaan, hetwelk als naaste oorzaak van de ontsporing zou moeten worde» beschouwd. Do tram werd bestuurd dcor J. van dar Star en de dienstdoende conducteurs er op waren J. G. Weides en L. Sjardijn, welkt drietal in de gegeven omstandigheden zeer tectvol ia opgetreden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 10