I In de Nieuwe Zaak: De Hand met het Litteeken, No. 20002. LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Mei Derde Blad. Anno i9££ï. EERSTE unm. TWEEDE KAMER. Zomerstoffen Kousen Corseiten Badartskeien 2 BINNENLAND. t UIT DE RAADZAAL. FEUILLETON. geheel U te ontkennen. Prikkels om tot werk-zoeken te drijven kunnen daarnevens zeer dienstig zijn. Na een zeer gerekt debat in een geest, aU hij het vraagstuk blijkbaar behoort, waarbij de politiek in allerlei vorm naar voren komt, bleven B. cn W. op 't kantje af meester van het terrein. De afvoering werd goedgekeurd, nadat een poging om den maatregel als ongeldig te qualificeerep, omdat de bevoegdheid daar toe alleen aan den raad, niet bij.B. eq W. zou liggen* door den raad zelf in voor B. en W. gunshigert zin was opgelost. De agenda, wij zeiden het reeds, bevatte al zeèr weinig bijzonders. Gelukkig werd de onverkwikkelijke historie, ontslaan om de vacature van adjunct-directeur van den markt- cn havendienst, in geheime zittmg afgedaan. Bij de stemming haalde No. één der aanbeveling het op het nippertje. De andere stommen waren uitgebracht op No. 2. Conclusie TV en W. hadden de kwestie vaa het passeeren van een Leidenaar, als het heette, aannemelijk gemaakt. Voorts kregen we een herhaling van het debat uit een vorige zitting. Wederom/ hadden B. en W. ontdekt, dat hoofden van dienst buiten hun boekje waren gegaan, door aan los personeel periodieke verhoo gingen toe te kennen eó zij stelden nu voor daaraan een eind te maken, conform het raadsbesluit van 1920. Van soc.-dem. zijde weer verzet, gepraat van verkregen rechten etc. Stoun ontving het verzet al leen van den heer Knuttel, wat wonder. Waar ging het heen. zoo raadsbesluiten in zekere gevallen maar gesaboteerd kondon worden? De kwestie van het los personeel eisoht echter dringend voorziening, dat zij erkend. De tiid van lossen dienst hier is gewoon absurd. Tot slot de verbreeding van de Ververs- brug. Het wil ons voorkomen, dat de raad de wijste partij koos door mee te gaan met het voorstel Groene veld, om de brug van dubbele breedte te maken, al werden dc loosten daardoor v«m f 62000 op f 74.000 ge bracht. Vermoedelijk is die meerdere uit gave van f 12.000, die geheel voor rekening komt der gemeente, op den duur bezuïni- Overigens zien wij geen reden op cie jonesfe zitting terug te komen, al willen wij nog vermelden, dat het jongste lid zich reeds seduohfc veerde in practische aange legenheden. (Zitting van gisteravond). Is ingekomen beriohb van afwezigheid heden en volgende dagen, wegens verblijf in het buitenland, van den heer Dobbe!- mann. De vergadering begeeft zich in de afdec- 4ingen tot het onderzoek van verschillende I wetsontwerpen. De vergadering wordt ver. daagd tot morgenochtend ll uur. Overmor- I gen om 11 uur zal weder afdeelingsoinder- zoek plaats hebben, en des middags 2 uur zal zoo noodfig de openbare vergadering, welke morgen aanvangt, worden voortgezet. (Zitting van gisteren). Appel nominal Te 1.20 uur opent de VOORZITTER de bijeenkomst. Aangezien het vereischte aan tal leden niet aanwezig is, verdaagt de Voorzitter de vergadering tot 1.30 uur. Op dat uur wordt de vergadering ge opend. Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt na heropening der ontwerpen thans in de af deelingen te onder zoeken. Conform besloten. De VOORZITTER st-lt na heropening der vergadering voor verschillende ontwerpen aan de agenda toe te voegen vóór de Bios coopwet, w.o. de pensioenregeling voor het spoorwegpersoneel en het voorstel-Dressel- huys tot wijziging van het Reglement van Orde der Kamer. Conform besloten Militaire pensioenwet. Voortgegaan word! roet de behandeling der wetsontwerpen wijziging en aanvulling van de militaire weduwenwel 1922. Art. 1. De heer K. TER L.UX (S.D.) verdedigt het amendement om te behouden de bepa ling dat de pensioenwet oqk blijft gelden voor de op wachtgeld gestelde militairen van de landmacht,, ook waiyieer zij als zoo danig behooren lot bedoeld reserve-perso neel. Het wachtgeld voor deze personen had het karakter van pensioen en het was de al- gemeene opvatting dat dit gehandhaafd zou blijven. Spr. wil dat niet getornd zal worden aan dit bestaande recht. De heer TILANUS (C.H.) heeft er geen bezwaar tegen dal het direct ingaand pen sioen voor wachtgelders wordt opgeheven, vooral niet nu uitgesteld pensioen wordt in gevoerd. Spr. vraagt nu echter eenigc in lichtingen ten aanzien van de wachtgelders die een verbintenis bij het reserve-personeel aangingen. Hij wi! dat voor hen de aan spraken niet verloren gaan. De Minister van Oorlog, de heer VAN DIJK, zegt dat in de Burgerlijke Pensioen wet de strijd van de wachtgelders is uitge streden. liet is dus niet billijk voor de mili taire wachtgelders een andere bepaling te maken. Het wachtgeld is voor beide categorieën volkomen hetzelfde en dus kan geen onder scheid worden gemaakt. Bij de burgerlijken heeft ook een deel don dienst vrijwillig ver laten evenals bij de militairen. Het vrijwil lig verlaten geschiedde uit eigen belang en dus is het slceds precies hetzelfde. Spr. kan der. heer Tilanus geruststellen. In één der andere artikelen is deze aange legenheid afdoende geregeld. De heer DRESSELHUYS (V. B.) acht de bel-ofte die in 1922 is gegeven, wel van be- leekenis, maar hij wil ze beperken lot hen die tot op heden daardoor gebaat waren. Hij acht daarom een overgangsbepaling noodig waarbij deze aangelegenheid wordt g-aregeld alleen voor hen die reeds op wachtgeld zijn gesteld. Het regeoringsvcorslel wordt goedgekeurd roet 45 tegen 14 stemmen. Art. 2 De heer K. TER LAAN (S. D.) vraagt den Minister aan het personeel bij den vlieg- dienst de gelegenheid te geven hun 10 dienstjaren te blijven. De MINISTER zegt dat dit punt mien- schelijk zal worden behandeld, al is het I moeilijk te zeggen waar de grens zal liggen Bij oen volgend punt vraagt de lieer K. I TER LAAN (S. D.) dat gc-meentelijke dienst- tijd zal meetellen bij de pensioenbereke- ning. De MINISTER wijst er op, dat deze wet reeds in dit geval voorziet. Bij art. 4 betoogt de heer K. TER LAAN (S. D.) dat strafbepalingen niet moeten in houden ontneming van pensioen. In de Burgerlijke Pensioenwet komt dait ook niet voor. Hij verdedigt oen amendement om deze ongunstige bepaling voor d<e militai ren te schrappen De heor TILANUS (C .H.) verdedigt een amendement om de gelegenheid te schep pen dat aan hen niet het pensioen is ont nomen als gevolg van niet-eervol ontslag of andere sbraf tot een bedrag uit te kee pen. Voor bijzondere gevallen is een derge lijke gelegenheid gewenscht. Wanneer iemand gestraft wordt, kan dit te ver gaan om hen ook nog het pensioen te ontnemen. De Kroon krijg© daarom de bevoegdheid een toelage toe te kennen, oiiet liooger natuur lijk dan het pensioen zou zijn geweest. De heer DRESSELHUYS (V. B.) ziet in het amendement-Ter Laan reactie op het beebaande en is daar niet voor. De MINISTER heeft ook bezwaar tegen het amendement-Ter Laan dait die basis van het artikel ondermijnt. Wanneer een militair de grondlagen van het leger on dermijnt, is het toch billijk dat de verzor- gingsplicht van den Staat voor hem ein digt. Een Raad van Beroep om uilspraak RECLAME. 6S2S IQEBBinsaiBSq S IBIIBHIIIRlfllifiiaiaBrilIIBSBllBSISZIfll3L IIBBaSSHDIBB ie doen kan spr. niet aanvaarden. Het amendement-Tilanus is ook niet afdoende, omdat het ook het reserve-personeel om vat. Anderzijds is liet te beperkt hetgeen reeds in de praktijk is gebleken. Ook in geval van rechterlijk vonnis kan de billijkheid van toekenning van ten toe lage vragen. Alleen als dit punt ook onder het amecdement-Tilanus valt kan spr. zich er mee vereenagen. In dien geest geeft spr. een wijziging in overweging en li ij is bereid een wijziging in te dienen als de amende menten worden ingetrokken. De heer TILANUS (C.-IL) trekt zijn amendement in. De heer K. TER LAAN (S.-D.) wyzigt zg<n amendement betreffende den Raad van Beroep. In art, 54a zal het beroep nader worden geregeld. Het eerste amendement-K. ter La:n (ver vallen der strafbepalingen) wordt bij zitten en opstaan verworpen. Het tweede amendement-K. ter Laan (re geling van het beroep) wordt aang nomen met 29 tegen 27 stemmen. Bij art 11 verded'gt de h:er K. TER LAAN (S.-D.) een r.m:ndcm:nt om te be palen, dat bet militaire p?rs!o:n wordt be rekend naai* een drinstrijd, die begint op het zestiende jaar en niet op het acht tiende jaar. Hersteld wordt wat er in de bestaande wet is opgenomen. Do MINISTER ontraadt dit. omdat het alleen geldt voor de menschen, die nog in dienst komen, niet voor heu, die in dienst zijn. De heer K. TER LAAN trekt zijn amen dement in. Vervolgens verdedigt.de heer TER LAAN een amendement om den tijl bi;, den vlieg- dienst doorgebracht, dubbel te t:Ilen, even als dit geschiedt bij den onderzeedienst. Do MINISTER zegt. dat dit punt z.e: ernstig is onderzocht, miar dat tot. afwij zing is beslist. Er wordt een toelage gegeven voor het aantal vlieguren, waardoor al vol doende is toegestaan. Het amendement is onnoodig en niet blliijk. De MINISTER VAN MARINE, de heer W e s t er v 1 d steunt het betoog van den Minister van Oorlog. De heer K. TER LAAN trekt het amen dement in. De heer TILANUS (C.-H.) betreurt het, dat zij, die in Indië gedetacheerd zijn ge weest in ongunstiger conditie komen, o.a. omdat het aantal diers1 jaren vzo 35 op 4.0 Wi>rdt gebracht. Do MINISTER zet uiteen, dat deze ver andering geen verbetering is, hetgeen spr. met voorbeelden aantoont. Bij art 9 verdedigt de heer TILANUS het amendement, waarvan de strekk ng is, dat niet getornd zal worden aan de be staande reeds toegekende pen 'o:n:n. I'jj da algemeene beschouwingen is dit punt reeds besproken. De lieer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.) steunt het amendement-Til:nus en dringt er bij den Minister op aan, dat hg het amen dement zal overnemen. De heer K. TER LAAN is voor dit amen dement ,maar betoogt, dat dit maar één onrecht uit de vele in dit ontwerp goed maakt. Nu het om een paar officieren gaat, komen de hoeren Tilanus eo Duymaer van Twist wel voor dezen op, maar bjj andere verbeteringen stemra n zij tsgriL De heer DRESSELH UIJS (V.-B.) steunt den gedachtegang vac het amendeineot- Tilanus. Hij acht het billfyk, omdat velen vóór 1 Jnli 1923 zijn aangelokt om pen sioen te nemen, aangezien zij dan van de voordeelige voorwaarden konden prof i tee ren. Heeft de Minister in dien zin indertijd toe- zeggingen gedaan? Zoo ja, dan acht spr. het billijk dit amendementaan te nemen. De heer BEUMER (A.-R.) herinnert er aan, dat men voortdurend herig 'is verkregen! rechten aan te tasten door ze ongunstiger te maken. Hij ziet dus niet in, dat dit op het ééne oogenblik wel, op het andere'niet fnag. Spr. bewondert dit alles niet. maar nu er eenmaal noodzaak voor bestaat, meent bij, dat men niet willekeurig punt.o mag uitschakelen. Hy wijst op de Beroepswet, waarbij ook verkregen rechten zijn aangetast, maar toen gold het raaar enkele menschen. Toen ech ter sprak niemand er over. Nu het om meer menschen ga3t, komt men wel voor het recht op. Spr. zal tegen het amende- ment-Tilanus stemmen. De heer SNOECK IIENKE.MANS (C.-H.) betoogt, dat bij de Burgerlijke Pensioen wet een fout is begaan on dat dit geen reden is om diezelfde fout by de militaire wetten te begaan. De MINISTER zegt, dat door de Re- gec-ring indertijd geen toezegging is ge daan. De regeling voor diegenen, d e af gevloeid zijn. is ongewljz'gd gebleven. By de burgerlijke wet is de hoofdstrgd uit gestreden en wie thans daarop terugkomt bij de militaire wet. begaat onrecht tegenover de burgerl^ke ambtenaren. De Kamer heeft heel gooi geweten wat ze deed en daarop kan zij thans niet terugkom n Da mll.t .iren zijki hier niet achtergesteld; zelfs zijn er gevallen, waarin zj er beter aan toe zullen zijn. Er is dus geen reien, om daarin wij ziging aan te brengen. De MINISTER VAN MARINE, de heer ,W e 8 t e r v e Ld, verdedigt ook do regee- ringsbepaling. Het amendement gaat te ver, want het zal ook gelden voor beu, d e nog inkomsten zullen verkrijgen na 1 Juli 1925. Dat gaat niet. aan en spr. ontraadt ten stelligste de aanneming van het amende ment, De &uer TILANUS handhaaft zijn amen dement, dat hij -billijk vindt. Hy is niet door de verdediging van beide ministers overtuigd, dat de billijkheid eischt. thans dezelfde fout te begaan als bij de Burger lijke Pensioenwet is begaan. De stemming over dit amendement heeft heden plaats. De vergadering wordt verdaagd tot heden één uur. Het centra al-stembureau heeft in zijn zitting van gisteren ter voorziening in die vacature, ontstaan door het ontslag-nemen als lid van de Tweede Kamer door den hoer B. J. Gerretson, lot Tweede-Kamer-ldd benoemd verklaard jhr. mr. D. J. de Geer, oudlid dier Kamer en oud-Minister van Financiën By Kon. besluit is benoemt tot ridder in do orde van den Nederlandschen Leeuw jhr. mr. R. O. van Holthe tot Ech ten, vice-president van het gerechtshof te 's-Gravenhage; is aan dez.n, op zijn ver zoek, met ingang van 26 dszer, eervol ont slag verleend onder dankbetuiging, en is benoemd tot vice-president van dat gerechts hof mr. K. W. Brevet, thans raadsheer; zijn benoemd tot notaris binnen he'. arron dissement Utrecht, ter standplaats Loenen: J. M. C. van Kempen, candidaat-notam te Amsterdam, wonende te Abcoude; Arnhem, ter standplaats Wijchen: P. N. 'Werdm.')!- dor, candidaat-notaris te Wjfchen, woper.de te Nijmegen. Beroepen is bij de Geref. Kerk te St-Laurens ds. J. II. Kroese, te Leidschen- daiu. Een raadszitting met voor- en naspel. Hobzolfde beeld van altijd bood de jongste raadszitting. Een agendo van niets toch een avondwtting. 't Wordt te vervelend, om er verder nog een verklaring voor te geven. Het was ditmaal trouwens niet de agen da, die de avondotting noodig maakte, maar een voor- en een naspel. Vooral dat voorspel was de moeite waard, om er ruim •en half uur aan to verdoen I En vreemd, dat b.v. de heer Wilbrink, die zelf de kwes tie feitelijk van geen beteekenis noemde er een groote rede bij houden moest. Woor den en daden zijn niet altijd precies ge lijk Wat waa de zaak? Vorig jaar was de wenscbelijkhoid gebleken, om op Hemel vaartsdag do Schrijversbrug een paaï uren te openen. De brug waa in 192-4 n.l. geslo ten gebleven, waar B. on W., die de rege ling aan zich hebben, aan een votum! van 'den raad gevolg wilden geven. Gezien het voorgevallene, hebben B. en W. nu dit jam 'de brug 31 uur open doen zijn en den brug wachter "daarvoor extra betaald. Direct •fcond dc organisatie op haar achterste bee- nen; een adres aan den raad, er was toch getornd aan verkregen rechten, en dan weet men het wel, tegenwoordig. Dan moet zoo hard mogelijk van stapel woiden gc- loopen, etc Was het niet voldoende ge- Weert. om B cn W. te vragen, waar blijk baar de opening van de brug dit jaar over bodig is geweest, den getroffen maatregel weer in tp trekken? Zonder motie of wat ook? Temeer, waar B. cn W. zelf zich zoo soepel mogelijk toonden en intrekken van 'den maatregel al toezegden, zoo hun bleek, dat het overbodig was Dat gaat echter niet, want waar blijft dan het succes" Zegge 3U uur was één bruggewachter aan zijn gezin onttrokken tegen extra-beloo ning. Tjon«?e. tjonge. Was hij langer van huis geweest zonder belooning voor een of andere politieke actie of voor een vergade ring van ziir ©rDT.misatie, ooih dan was het heel gewoon Op het door den voorzitter te berde ge braakte, dat B. cn W.. als de brugwachters bezwaar hadden, genegen waren, een ar beider daarvoor in lossen dienst te nemen, werd totaal niet gereageerd. Barbertje moest hangen en hij werd gehangen, daar de uitersten elkaar troffen. Een motie van den heer Baart werd aangenomen. Het „succes" was er. Al is het per slot van rekening slechts schijn, daar de regeling is aan B en W niet aan den raad en dc Voorzitter ronduit verklaarde, de motie fcalm naast zich neer te leggen, zoo de nood- fcakelijyh"^ van de operïng der brug bleek We zeiden, dat de uitersten elkaar trof fen. Dit daarom, omdat ook degenen, die voor een Zondagsrust zijn tort et Y tra vers, om heel andere dan maatschappelijke redenen, voor de motie stemden. De heer Wkforink schoof B. en W. trots de perti nente ontkenning in het desbetreffende slok, tooh nog in de schoenen, de nport t-*r wille to willen zijn en op den Hemel vaartsdag zouden andere Zondagen wel vol gen. Van in eigen nicn^hen gesproken Dat er overigens werkelijk sport belan gen bij betrokken zijn, zullen we maar Ia- ten rusten-; daarvoor is toch geen gehoor. Het naspel betrof een oude bekende: de werkeloosheid Daarover is de ganschc 'avond vol gepraat. B. en W. wilden eenige categorieën wertloozen geheel of gedeelte lijk uit de steunregeling doen vallen, van oordeel, dat voor dezen niet langer geldt 'de crisis-toestand. Nu is het zeer moeilijk om te beoordeel en of die crisistoestand er hog is of niet, in 't algemeen, en verschil van inzicht daaromtrent is zeer zeker be staanbaar. zoodat we zouden willen her inneren aan het gezegde in dubüs abstme (onthoud u bii f.wnfel). In geen geval gaat- ocliter aan. om dc uitkeering te handha ven, zoolang er nog e enige werkloosheid Is. Dat zou beroeps-werkeloosheid in de band werken, waarvan het bestaan niet Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY. -(Geaulofi?Porde verlating van A. 'L 7) Babs, die gewoonlijk zoo vroolijk als eeii krekel, zoo opgewekt en dwaas als een jonge vogel was, nam in de tegenwoor digheid van haar officieeden heer en mees ter het voorkomen en de manieren van oen coquette nuf aan, die zijn goedhartige scherfs beantwoordde niet een kort -„ja" of „neen en haar kennis der wetenschappen luchtte en haar minachting voor de klas sieken en dic-htars tot zichtbare ergernis von. Jim en verbazing van haar pleegva der, die dikwijls zei de, dal er twee Barba ra's bestonden, één, die zijn eigen aange nomen dochter en een vroolijk ding was en de andere, de vrouw van James 'Fiennes, een stijve blauwkous, die hom hoofdpijn bezorgde Hot is dus geen wonder, dat d? bezoeken van den jongen man aan het huis van zijn schoonvader maar weinig en kort waren. •Hij voelde natuurlijk, dat hij nie'. welkom was. De strijd lusschen den Koning en het Parlement werd heviger en bitterder. Lord- Saye and Se!e koos openlijk de zijde van het Parlement, en ijn twee oons, .Nathaniel en John, haddc-n meer dan eens verklaard^ 'dat, liet leger hetzelfde zou doen, als het by. oen openlijken strijd kwam. V»r Squire Brent was de gedachte alleen van een twist met de goddelijke majesteit van den Koning niets minder dan godslastering, en in zijn hart had hij het gevoel, dat al de weerspannige leden van het Lagerhuis, zij, die do autoriteit van den Koning weer staan. zijn maxaht bekort, zijn vrienden be schuldigd. liem gedwongen en bedreigd hadden, vervloekte Belialskinderen waren. Hij wilde niet meer luisteren naar zijn ouden vriend Saye and SeLe. „Als ik het deed," zei hij eens fn zijn toom, „zou ik u mijn huis verbieden." Hierop gingen veel- maanden voorbij, voordat Jim weer kwam. Toe>n hij dit deed, waa zijn gedrag veranderd. Zijn vroegere ruwheid was verdwenen, en had plaats ge maakt voor een zekere soort onverschillig heid. alsof de groole worsteling lusschen Koning en Parlement, die zijn geboorteland op zijn grondvesten dreigdle le doen sidde ren, een zaak was, die hem in hot minst niet aanging. Hij sprak geen meening uit, welke dan ook, hoewel daartoe aangezet door den ouden Squire Brent, die, zedf een hoefthoofdig partijganger, niet begrijpen kon, hoe eenig Engelschman onverschillig kon blijvpn. als de storm van den burger oorlog ieder oogenblik kon losbarsten. Ik geloof inderdaad, dal bij deze gelegenheid Squire Brent liever een scherpen woorden twist met Jim had gehad (een woorden twist, waarin natuurlijk zijn eigen inzich ten de bovenhand hielden) dian deze on verschilligheid, die volstrek* niet paste voor een gezond jong Bngelsoh edelman. Mevrouw Barbara toonde openlijk ha«r minachting voor haar onverschilligen meester. „Terwijl al de mannen van Engeland," zei zij mei een schamperen blik op haar jongen echtgenoot, „de wapenen zulten op- nomen ter verdediging van idealen en het recht van een zaak, zult gij, denk ik, een reis naar hot vasteland gaan maken of son netten schrijven tot lof van het maanlicht op de slotgracht van Bropgtoton." Jim glimlachte opgeruimd. „Nu ge er over spreekt, lieve," zei hij luchtig, „ik heb oens een heel aardig sonnet geschreven tot lof van het maanlicht over de gracht. Als ge me toestaat, zou ik een paar der mooiste regels voor u kunnen opzeggen, een, bij vooibeeld. dat zoo begint..." Een toornige uitroep van Barbara echter deed den vloed van welsprekendheid van den jongen man ophouden. Met opgeheven hoofd en de schouders opgetrokken, in grenzenlooz>e woede, was zijn kind-vrouwtje de kamer uit geloopen. Hij wendde zldli met een droo- merige, verbaasd: uitdrukking om, om een verklaring van den Squire te vragen „Op mijn woord, mijnheer," riep de oude man met een minachtenden lach uit. „Mijn dochter is meer een man dan gij zijt. Zij is een trouw onderdaan van den Koning, diat ie waar, maar ik geloof, dat zij u liever vod geestdrift aan de zijde van uw vader zag dan als een slap 3tuk stopverf zonder eigen overtuiging. Daarop glimlachte Jim goedmoedig en knikt© met het hoofd; toen, ziende, dat zijn tegenwoordigheid iedereen in huls ergernis gai, ging hij kalm heen. §2. En een paar weken later brak de storm over het Hand hos. Koning en Parlement waren in openlijken strijd geraakt, en de eerste bladzijde wa»3 geschreven van die bloedige kroniek, die voor eeuwig de ana len der Engelsche geschiedenis bevlekt heeft. Breeder tegen broeder, vader tegen zoon bloedverwant tegen bloedverwant, burger tegen burger, tientallen jaren na dezen vreeselijken dag, regeerde een geest van haat, achterdocht en wreedheid in de harten van een vredelievend, volkomen be schaafd volk. Mannen namen de wapenen op, die te voren nooit aan vechten gedacht hadden, soms ter wille van het ideaal, dat hun aanvoerders bezieldemaar meer om- de winst, diie met het vechten aan de eene of andere zijde ie behalen viel. „Voor den Koning," „voor loet volk," waren de strijd kreten, die broeders elkander deden haten, of eon zoon de hand tegen zijn eigen vader deed opheffen. In het begin werden slechts enkelen door bittere hartstochten beheerscht, hin gen slechts enkelen de eene zaak of de an dere uit vurige onzelfzuchtigheid of harts tochtelijke trouw aan; voor de meerderheid beteekende die 9trijd een abstract denk beeld, een stijfhoofdige*! wil, soms slechts een kwestie van stand of zelfs van plaate. Later werd hij bitterder, heviger; toen -iedereen begon te lijden van ontberingen, verbeurdverklaringen, verbanning van huis, scheiding van kinder?n en familiebanden Na Naseby werd koppig© volharding vurige haat, na het drama van '49 werden heviger en wraakzuchtiger hartstochten losgelaten dan dit vreedzame eiland ooit gekend had, zelfe in de donkerste uren van zijn eerste geschiedenis." Maar zoo was het niet in hot begin. Squire Brent beliooixte tot hen, wier haristoohtelijke aanhankelijkheid aan den Koning hem blind maakte voor ieder moge lijken uitslag, behalve de eindelijk© zege praal van de koninklijke zaak „God i3 aan de zijde van Zijn gezalfde," zei hij met dweepzieke warmte, op dien ge- denkwaardigen 22sten Augustus, toen Ko ning Karei I zijn standaard oprichtte te Nottingham en daarmede zijn Parlement den oorlog verklaarde. „Al die ongeioovigen zullen van den. aardbodem weggevaagd worden-, zij, die hun goddelooze handen togen hun opper- machtigen heer en Koning hebben durven opheffen, zullen eeuwig verdoemd zijn." Hij verkeerde in zeer opgewonden toe stand, en liep de lange smalle eetzaal van Stoke Lark op en .neer, waar een bood schapper te paard hem juist de lijding ge bracht had. Hij was een maand geleden naar Slok© gekomen, met het doel geest- draftigen voor des Konings zaak te werven onder de jongelieden van het dorp. Baibara was bij hem; zij was nu niet langer Baba, behAlve voor haar oude kindermeid en haar pleegvader, voor iedereen andere Mevrouw Barbara Fiennes, de vrouw van den oud sten zoon van Lord Saye and Sele. Zij had de school verlaten en was den Squir? me', blijdschap gevolgd naar do eenzaamheid van Warwickshire, bereid om haar doe-1 te hebben in het helpen van dien Koning, om zijn vijanden te bestrijden. Het ontbrak Barbara Fiennes niet aan geestdrift. Want dos Koninga zaak was een heilige zaak, haar even heilig als haar godsdienst, cn de persoon van don Koning volgdte in heilig heid op God Zelf. (Wordt vervolgd^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 9