I In de Nieuwe Zaak:
De Hand met het Litteeken,
No. 20002.
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 27 Mei
Derde Blad. Anno i9££ï.
EERSTE unm.
TWEEDE KAMER.
Zomerstoffen Kousen
Corseiten Badartskeien 2
BINNENLAND.
t UIT DE RAADZAAL.
FEUILLETON.
geheel U te ontkennen. Prikkels om tot
werk-zoeken te drijven kunnen daarnevens
zeer dienstig zijn. Na een zeer gerekt debat
in een geest, aU hij het vraagstuk blijkbaar
behoort, waarbij de politiek in allerlei
vorm naar voren komt, bleven B. cn W. op
't kantje af meester van het terrein. De
afvoering werd goedgekeurd, nadat een
poging om den maatregel als ongeldig te
qualificeerep, omdat de bevoegdheid daar
toe alleen aan den raad, niet bij.B. eq W.
zou liggen* door den raad zelf in voor B.
en W. gunshigert zin was opgelost.
De agenda, wij zeiden het reeds, bevatte
al zeèr weinig bijzonders. Gelukkig werd
de onverkwikkelijke historie, ontslaan om
de vacature van adjunct-directeur van den
markt- cn havendienst, in geheime zittmg
afgedaan. Bij de stemming haalde No. één
der aanbeveling het op het nippertje. De
andere stommen waren uitgebracht op No.
2. Conclusie TV en W. hadden de kwestie
vaa het passeeren van een Leidenaar, als
het heette, aannemelijk gemaakt.
Voorts kregen we een herhaling van het
debat uit een vorige zitting. Wederom/
hadden B. en W. ontdekt, dat hoofden van
dienst buiten hun boekje waren gegaan,
door aan los personeel periodieke verhoo
gingen toe te kennen eó zij stelden nu
voor daaraan een eind te maken, conform
het raadsbesluit van 1920. Van soc.-dem.
zijde weer verzet, gepraat van verkregen
rechten etc. Stoun ontving het verzet al
leen van den heer Knuttel, wat wonder.
Waar ging het heen. zoo raadsbesluiten in
zekere gevallen maar gesaboteerd kondon
worden? De kwestie van het los personeel
eisoht echter dringend voorziening, dat zij
erkend. De tiid van lossen dienst hier is
gewoon absurd.
Tot slot de verbreeding van de Ververs-
brug. Het wil ons voorkomen, dat de raad
de wijste partij koos door mee te gaan met
het voorstel Groene veld, om de brug van
dubbele breedte te maken, al werden dc
loosten daardoor v«m f 62000 op f 74.000 ge
bracht. Vermoedelijk is die meerdere uit
gave van f 12.000, die geheel voor rekening
komt der gemeente, op den duur bezuïni-
Overigens zien wij geen reden op cie
jonesfe zitting terug te komen, al willen wij
nog vermelden, dat het jongste lid zich
reeds seduohfc veerde in practische aange
legenheden.
(Zitting van gisteravond).
Is ingekomen beriohb van afwezigheid
heden en volgende dagen, wegens verblijf
in het buitenland, van den heer Dobbe!-
mann.
De vergadering begeeft zich in de afdec-
4ingen tot het onderzoek van verschillende
I wetsontwerpen. De vergadering wordt ver.
daagd tot morgenochtend ll uur. Overmor-
I gen om 11 uur zal weder afdeelingsoinder-
zoek plaats hebben, en des middags 2 uur
zal zoo noodfig de openbare vergadering,
welke morgen aanvangt, worden voortgezet.
(Zitting van gisteren).
Appel nominal
Te 1.20 uur opent de VOORZITTER de
bijeenkomst. Aangezien het vereischte aan
tal leden niet aanwezig is, verdaagt de
Voorzitter de vergadering tot 1.30 uur.
Op dat uur wordt de vergadering ge
opend.
Regeling van werkzaamheden.
De VOORZITTER stelt na heropening der
ontwerpen thans in de af deelingen te onder
zoeken.
Conform besloten.
De VOORZITTER st-lt na heropening der
vergadering voor verschillende ontwerpen
aan de agenda toe te voegen vóór de Bios
coopwet, w.o. de pensioenregeling voor het
spoorwegpersoneel en het voorstel-Dressel-
huys tot wijziging van het Reglement van
Orde der Kamer.
Conform besloten
Militaire pensioenwet.
Voortgegaan word! roet de behandeling
der wetsontwerpen wijziging en aanvulling
van de militaire weduwenwel 1922.
Art. 1.
De heer K. TER L.UX (S.D.) verdedigt
het amendement om te behouden de bepa
ling dat de pensioenwet oqk blijft gelden
voor de op wachtgeld gestelde militairen
van de landmacht,, ook waiyieer zij als zoo
danig behooren lot bedoeld reserve-perso
neel.
Het wachtgeld voor deze personen had het
karakter van pensioen en het was de al-
gemeene opvatting dat dit gehandhaafd zou
blijven. Spr. wil dat niet getornd zal worden
aan dit bestaande recht.
De heer TILANUS (C.H.) heeft er geen
bezwaar tegen dal het direct ingaand pen
sioen voor wachtgelders wordt opgeheven,
vooral niet nu uitgesteld pensioen wordt in
gevoerd. Spr. vraagt nu echter eenigc in
lichtingen ten aanzien van de wachtgelders
die een verbintenis bij het reserve-personeel
aangingen. Hij wi! dat voor hen de aan
spraken niet verloren gaan.
De Minister van Oorlog, de heer VAN
DIJK, zegt dat in de Burgerlijke Pensioen
wet de strijd van de wachtgelders is uitge
streden. liet is dus niet billijk voor de mili
taire wachtgelders een andere bepaling te
maken.
Het wachtgeld is voor beide categorieën
volkomen hetzelfde en dus kan geen onder
scheid worden gemaakt. Bij de burgerlijken
heeft ook een deel don dienst vrijwillig ver
laten evenals bij de militairen. Het vrijwil
lig verlaten geschiedde uit eigen belang en
dus is het slceds precies hetzelfde.
Spr. kan der. heer Tilanus geruststellen.
In één der andere artikelen is deze aange
legenheid afdoende geregeld.
De heer DRESSELHUYS (V. B.) acht de
bel-ofte die in 1922 is gegeven, wel van be-
leekenis, maar hij wil ze beperken lot hen
die tot op heden daardoor gebaat waren.
Hij acht daarom een overgangsbepaling
noodig waarbij deze aangelegenheid wordt
g-aregeld alleen voor hen die reeds op
wachtgeld zijn gesteld.
Het regeoringsvcorslel wordt goedgekeurd
roet 45 tegen 14 stemmen.
Art. 2
De heer K. TER LAAN (S. D.) vraagt den
Minister aan het personeel bij den vlieg-
dienst de gelegenheid te geven hun 10
dienstjaren te blijven.
De MINISTER zegt dat dit punt mien-
schelijk zal worden behandeld, al is het
I moeilijk te zeggen waar de grens zal liggen
Bij oen volgend punt vraagt de lieer K.
I TER LAAN (S. D.) dat gc-meentelijke dienst-
tijd zal meetellen bij de pensioenbereke-
ning.
De MINISTER wijst er op, dat deze wet
reeds in dit geval voorziet.
Bij art. 4 betoogt de heer K. TER LAAN
(S. D.) dat strafbepalingen niet moeten in
houden ontneming van pensioen. In de
Burgerlijke Pensioenwet komt dait ook niet
voor. Hij verdedigt oen amendement om
deze ongunstige bepaling voor d<e militai
ren te schrappen
De heor TILANUS (C .H.) verdedigt een
amendement om de gelegenheid te schep
pen dat aan hen niet het pensioen is ont
nomen als gevolg van niet-eervol ontslag
of andere sbraf tot een bedrag uit te kee
pen. Voor bijzondere gevallen is een derge
lijke gelegenheid gewenscht. Wanneer
iemand gestraft wordt, kan dit te ver gaan
om hen ook nog het pensioen te ontnemen.
De Kroon krijg© daarom de bevoegdheid een
toelage toe te kennen, oiiet liooger natuur
lijk dan het pensioen zou zijn geweest.
De heer DRESSELHUYS (V. B.) ziet in
het amendement-Ter Laan reactie op het
beebaande en is daar niet voor.
De MINISTER heeft ook bezwaar tegen
het amendement-Ter Laan dait die basis
van het artikel ondermijnt. Wanneer een
militair de grondlagen van het leger on
dermijnt, is het toch billijk dat de verzor-
gingsplicht van den Staat voor hem ein
digt. Een Raad van Beroep om uilspraak
RECLAME.
6S2S
IQEBBinsaiBSq
S
IBIIBHIIIRlfllifiiaiaBrilIIBSBllBSISZIfll3L IIBBaSSHDIBB
ie doen kan spr. niet aanvaarden. Het
amendement-Tilanus is ook niet afdoende,
omdat het ook het reserve-personeel om
vat. Anderzijds is liet te beperkt hetgeen
reeds in de praktijk is gebleken.
Ook in geval van rechterlijk vonnis kan
de billijkheid van toekenning van ten toe
lage vragen. Alleen als dit punt ook onder
het amecdement-Tilanus valt kan spr. zich
er mee vereenagen. In dien geest geeft spr.
een wijziging in overweging en li ij is bereid
een wijziging in te dienen als de amende
menten worden ingetrokken.
De heer TILANUS (C.-IL) trekt zijn
amendement in.
De heer K. TER LAAN (S.-D.) wyzigt
zg<n amendement betreffende den Raad van
Beroep. In art, 54a zal het beroep nader
worden geregeld.
Het eerste amendement-K. ter La:n (ver
vallen der strafbepalingen) wordt bij zitten
en opstaan verworpen.
Het tweede amendement-K. ter Laan (re
geling van het beroep) wordt aang nomen
met 29 tegen 27 stemmen.
Bij art 11 verded'gt de h:er K. TER
LAAN (S.-D.) een r.m:ndcm:nt om te be
palen, dat bet militaire p?rs!o:n wordt be
rekend naai* een drinstrijd, die begint op
het zestiende jaar en niet op het acht
tiende jaar. Hersteld wordt wat er in de
bestaande wet is opgenomen.
Do MINISTER ontraadt dit. omdat het
alleen geldt voor de menschen, die nog
in dienst komen, niet voor heu, die in
dienst zijn.
De heer K. TER LAAN trekt zijn amen
dement in.
Vervolgens verdedigt.de heer TER LAAN
een amendement om den tijl bi;, den vlieg-
dienst doorgebracht, dubbel te t:Ilen, even
als dit geschiedt bij den onderzeedienst.
Do MINISTER zegt. dat dit punt z.e:
ernstig is onderzocht, miar dat tot. afwij
zing is beslist. Er wordt een toelage gegeven
voor het aantal vlieguren, waardoor al vol
doende is toegestaan. Het amendement is
onnoodig en niet blliijk.
De MINISTER VAN MARINE, de heer
W e s t er v 1 d steunt het betoog van den
Minister van Oorlog.
De heer K. TER LAAN trekt het amen
dement in.
De heer TILANUS (C.-H.) betreurt het,
dat zij, die in Indië gedetacheerd zijn ge
weest in ongunstiger conditie komen, o.a.
omdat het aantal diers1 jaren vzo 35 op 4.0
Wi>rdt gebracht.
Do MINISTER zet uiteen, dat deze ver
andering geen verbetering is, hetgeen spr.
met voorbeelden aantoont.
Bij art 9 verdedigt de heer TILANUS
het amendement, waarvan de strekk ng is,
dat niet getornd zal worden aan de be
staande reeds toegekende pen 'o:n:n. I'jj da
algemeene beschouwingen is dit punt reeds
besproken.
De lieer DUYMAER VAN TWIST (A.-R.)
steunt het amendement-Til:nus en dringt er
bij den Minister op aan, dat hg het amen
dement zal overnemen.
De heer K. TER LAAN is voor dit amen
dement ,maar betoogt, dat dit maar één
onrecht uit de vele in dit ontwerp goed
maakt. Nu het om een paar officieren
gaat, komen de hoeren Tilanus eo Duymaer
van Twist wel voor dezen op, maar bjj
andere verbeteringen stemra n zij tsgriL
De heer DRESSELH UIJS (V.-B.) steunt
den gedachtegang vac het amendeineot-
Tilanus. Hij acht het billfyk, omdat velen
vóór 1 Jnli 1923 zijn aangelokt om pen
sioen te nemen, aangezien zij dan van de
voordeelige voorwaarden konden prof i tee ren.
Heeft de Minister in dien zin indertijd toe-
zeggingen gedaan? Zoo ja, dan acht spr.
het billijk dit amendementaan te nemen.
De heer BEUMER (A.-R.) herinnert er
aan, dat men voortdurend herig 'is verkregen!
rechten aan te tasten door ze ongunstiger
te maken. Hij ziet dus niet in, dat dit op
het ééne oogenblik wel, op het andere'niet
fnag. Spr. bewondert dit alles niet. maar
nu er eenmaal noodzaak voor bestaat, meent
bij, dat men niet willekeurig punt.o mag
uitschakelen.
Hy wijst op de Beroepswet, waarbij ook
verkregen rechten zijn aangetast, maar toen
gold het raaar enkele menschen. Toen ech
ter sprak niemand er over. Nu het om
meer menschen ga3t, komt men wel voor
het recht op. Spr. zal tegen het amende-
ment-Tilanus stemmen.
De heer SNOECK IIENKE.MANS (C.-H.)
betoogt, dat bij de Burgerlijke Pensioen
wet een fout is begaan on dat dit geen
reden is om diezelfde fout by de militaire
wetten te begaan.
De MINISTER zegt, dat door de Re-
gec-ring indertijd geen toezegging is ge
daan. De regeling voor diegenen, d e af
gevloeid zijn. is ongewljz'gd gebleven. By
de burgerlijke wet is de hoofdstrgd uit
gestreden en wie thans daarop terugkomt
bij de militaire wet. begaat onrecht tegenover
de burgerl^ke ambtenaren. De Kamer heeft
heel gooi geweten wat ze deed en daarop
kan zij thans niet terugkom n Da mll.t .iren
zijki hier niet achtergesteld; zelfs zijn er
gevallen, waarin zj er beter aan toe zullen
zijn. Er is dus geen reien, om daarin wij
ziging aan te brengen.
De MINISTER VAN MARINE, de heer
,W e 8 t e r v e Ld, verdedigt ook do regee-
ringsbepaling. Het amendement gaat te ver,
want het zal ook gelden voor beu, d e nog
inkomsten zullen verkrijgen na 1 Juli 1925.
Dat gaat niet. aan en spr. ontraadt ten
stelligste de aanneming van het amende
ment,
De &uer TILANUS handhaaft zijn amen
dement, dat hij -billijk vindt. Hy is niet
door de verdediging van beide ministers
overtuigd, dat de billijkheid eischt. thans
dezelfde fout te begaan als bij de Burger
lijke Pensioenwet is begaan.
De stemming over dit amendement heeft
heden plaats.
De vergadering wordt verdaagd tot heden
één uur.
Het centra al-stembureau heeft in zijn
zitting van gisteren ter voorziening in die
vacature, ontstaan door het ontslag-nemen
als lid van de Tweede Kamer door den
hoer B. J. Gerretson, lot Tweede-Kamer-ldd
benoemd verklaard jhr. mr. D. J. de Geer,
oudlid dier Kamer en oud-Minister van
Financiën
By Kon. besluit is benoemt tot
ridder in do orde van den Nederlandschen
Leeuw jhr. mr. R. O. van Holthe tot Ech
ten, vice-president van het gerechtshof te
's-Gravenhage; is aan dez.n, op zijn ver
zoek, met ingang van 26 dszer, eervol ont
slag verleend onder dankbetuiging, en is
benoemd tot vice-president van dat gerechts
hof mr. K. W. Brevet, thans raadsheer;
zijn benoemd tot notaris binnen he'. arron
dissement Utrecht, ter standplaats Loenen:
J. M. C. van Kempen, candidaat-notam te
Amsterdam, wonende te Abcoude; Arnhem,
ter standplaats Wijchen: P. N. 'Werdm.')!-
dor, candidaat-notaris te Wjfchen, woper.de
te Nijmegen.
Beroepen is bij de Geref. Kerk te
St-Laurens ds. J. II. Kroese, te Leidschen-
daiu.
Een raadszitting met
voor- en naspel.
Hobzolfde beeld van altijd bood de jongste
raadszitting. Een agendo van niets toch
een avondwtting. 't Wordt te vervelend,
om er verder nog een verklaring voor te
geven.
Het was ditmaal trouwens niet de agen
da, die de avondotting noodig maakte,
maar een voor- en een naspel. Vooral dat
voorspel was de moeite waard, om er ruim
•en half uur aan to verdoen I En vreemd,
dat b.v. de heer Wilbrink, die zelf de kwes
tie feitelijk van geen beteekenis noemde
er een groote rede bij houden moest. Woor
den en daden zijn niet altijd precies ge
lijk Wat waa de zaak? Vorig jaar was
de wenscbelijkhoid gebleken, om op Hemel
vaartsdag do Schrijversbrug een paaï uren
te openen. De brug waa in 192-4 n.l. geslo
ten gebleven, waar B. on W., die de rege
ling aan zich hebben, aan een votum! van
'den raad gevolg wilden geven. Gezien het
voorgevallene, hebben B. en W. nu dit jam
'de brug 31 uur open doen zijn en den brug
wachter "daarvoor extra betaald. Direct
•fcond dc organisatie op haar achterste bee-
nen; een adres aan den raad, er was toch
getornd aan verkregen rechten, en dan
weet men het wel, tegenwoordig. Dan moet
zoo hard mogelijk van stapel woiden gc-
loopen, etc Was het niet voldoende ge-
Weert. om B cn W. te vragen, waar blijk
baar de opening van de brug dit jaar over
bodig is geweest, den getroffen maatregel
weer in tp trekken? Zonder motie of wat
ook? Temeer, waar B. cn W. zelf zich zoo
soepel mogelijk toonden en intrekken van
'den maatregel al toezegden, zoo hun bleek,
dat het overbodig was Dat gaat echter
niet, want waar blijft dan het succes"
Zegge 3U uur was één bruggewachter aan
zijn gezin onttrokken tegen extra-beloo
ning. Tjon«?e. tjonge. Was hij langer van
huis geweest zonder belooning voor een of
andere politieke actie of voor een vergade
ring van ziir ©rDT.misatie, ooih dan was het
heel gewoon
Op het door den voorzitter te berde ge
braakte, dat B. cn W.. als de brugwachters
bezwaar hadden, genegen waren, een ar
beider daarvoor in lossen dienst te nemen,
werd totaal niet gereageerd. Barbertje
moest hangen en hij werd gehangen, daar
de uitersten elkaar troffen. Een motie van
den heer Baart werd aangenomen. Het
„succes" was er. Al is het per slot van
rekening slechts schijn, daar de regeling
is aan B en W niet aan den raad en dc
Voorzitter ronduit verklaarde, de motie
fcalm naast zich neer te leggen, zoo de nood-
fcakelijyh"^ van de operïng der brug
bleek
We zeiden, dat de uitersten elkaar trof
fen. Dit daarom, omdat ook degenen, die
voor een Zondagsrust zijn tort et Y tra
vers, om heel andere dan maatschappelijke
redenen, voor de motie stemden. De heer
Wkforink schoof B. en W. trots de perti
nente ontkenning in het desbetreffende
slok, tooh nog in de schoenen, de nport
t-*r wille to willen zijn en op den Hemel
vaartsdag zouden andere Zondagen wel vol
gen. Van in eigen nicn^hen
gesproken
Dat er overigens werkelijk sport belan
gen bij betrokken zijn, zullen we maar Ia-
ten rusten-; daarvoor is toch geen gehoor.
Het naspel betrof een oude bekende: de
werkeloosheid Daarover is de ganschc
'avond vol gepraat. B. en W. wilden eenige
categorieën wertloozen geheel of gedeelte
lijk uit de steunregeling doen vallen, van
oordeel, dat voor dezen niet langer geldt
'de crisis-toestand. Nu is het zeer moeilijk
om te beoordeel en of die crisistoestand er
hog is of niet, in 't algemeen, en verschil
van inzicht daaromtrent is zeer zeker be
staanbaar. zoodat we zouden willen her
inneren aan het gezegde in dubüs abstme
(onthoud u bii f.wnfel). In geen geval gaat-
ocliter aan. om dc uitkeering te handha
ven, zoolang er nog e enige werkloosheid
Is. Dat zou beroeps-werkeloosheid in de
band werken, waarvan het bestaan niet
Uit het Engelsch van Baronesse ORCZY.
-(Geaulofi?Porde verlating van A. 'L
7)
Babs, die gewoonlijk zoo vroolijk als eeii
krekel, zoo opgewekt en dwaas als een
jonge vogel was, nam in de tegenwoor
digheid van haar officieeden heer en mees
ter het voorkomen en de manieren van
oen coquette nuf aan, die zijn goedhartige
scherfs beantwoordde niet een kort -„ja" of
„neen en haar kennis der wetenschappen
luchtte en haar minachting voor de klas
sieken en dic-htars tot zichtbare ergernis
von. Jim en verbazing van haar pleegva
der, die dikwijls zei de, dal er twee Barba
ra's bestonden, één, die zijn eigen aange
nomen dochter en een vroolijk ding was
en de andere, de vrouw van James
'Fiennes, een stijve blauwkous, die hom
hoofdpijn bezorgde
Hot is dus geen wonder, dat d? bezoeken
van den jongen man aan het huis van zijn
schoonvader maar weinig en kort waren.
•Hij voelde natuurlijk, dat hij nie'. welkom
was. De strijd lusschen den Koning en het
Parlement werd heviger en bitterder. Lord-
Saye and Se!e koos openlijk de zijde van
het Parlement, en ijn twee oons, .Nathaniel
en John, haddc-n meer dan eens verklaard^
'dat, liet leger hetzelfde zou doen, als het by.
oen openlijken strijd kwam. V»r Squire
Brent was de gedachte alleen van een
twist met de goddelijke majesteit van den
Koning niets minder dan godslastering, en
in zijn hart had hij het gevoel, dat al de
weerspannige leden van het Lagerhuis, zij,
die do autoriteit van den Koning weer
staan. zijn maxaht bekort, zijn vrienden be
schuldigd. liem gedwongen en bedreigd
hadden, vervloekte Belialskinderen waren.
Hij wilde niet meer luisteren naar zijn
ouden vriend Saye and SeLe. „Als ik het
deed," zei hij eens fn zijn toom, „zou ik u
mijn huis verbieden."
Hierop gingen veel- maanden voorbij,
voordat Jim weer kwam. Toe>n hij dit deed,
waa zijn gedrag veranderd. Zijn vroegere
ruwheid was verdwenen, en had plaats ge
maakt voor een zekere soort onverschillig
heid. alsof de groole worsteling lusschen
Koning en Parlement, die zijn geboorteland
op zijn grondvesten dreigdle le doen sidde
ren, een zaak was, die hem in hot minst
niet aanging. Hij sprak geen meening uit,
welke dan ook, hoewel daartoe aangezet
door den ouden Squire Brent, die, zedf een
hoefthoofdig partijganger, niet begrijpen
kon, hoe eenig Engelschman onverschillig
kon blijvpn. als de storm van den burger
oorlog ieder oogenblik kon losbarsten. Ik
geloof inderdaad, dal bij deze gelegenheid
Squire Brent liever een scherpen woorden
twist met Jim had gehad (een woorden
twist, waarin natuurlijk zijn eigen inzich
ten de bovenhand hielden) dian deze on
verschilligheid, die volstrek* niet paste
voor een gezond jong Bngelsoh edelman.
Mevrouw Barbara toonde openlijk ha«r
minachting voor haar onverschilligen
meester.
„Terwijl al de mannen van Engeland,"
zei zij mei een schamperen blik op haar
jongen echtgenoot, „de wapenen zulten op-
nomen ter verdediging van idealen en het
recht van een zaak, zult gij, denk ik, een
reis naar hot vasteland gaan maken of son
netten schrijven tot lof van het maanlicht
op de slotgracht van Bropgtoton."
Jim glimlachte opgeruimd. „Nu ge er
over spreekt, lieve," zei hij luchtig, „ik heb
oens een heel aardig sonnet geschreven tot
lof van het maanlicht over de gracht. Als
ge me toestaat, zou ik een paar der mooiste
regels voor u kunnen opzeggen, een, bij
vooibeeld. dat zoo begint..." Een toornige
uitroep van Barbara echter deed den vloed
van welsprekendheid van den jongen man
ophouden. Met opgeheven hoofd en de
schouders opgetrokken, in grenzenlooz>e
woede, was zijn kind-vrouwtje de kamer uit
geloopen. Hij wendde zldli met een droo-
merige, verbaasd: uitdrukking om, om een
verklaring van den Squire te vragen
„Op mijn woord, mijnheer," riep de oude
man met een minachtenden lach uit. „Mijn
dochter is meer een man dan gij zijt. Zij
is een trouw onderdaan van den Koning,
diat ie waar, maar ik geloof, dat zij u liever
vod geestdrift aan de zijde van uw vader
zag dan als een slap 3tuk stopverf zonder
eigen overtuiging. Daarop glimlachte Jim
goedmoedig en knikt© met het hoofd; toen,
ziende, dat zijn tegenwoordigheid iedereen
in huls ergernis gai, ging hij kalm heen.
§2.
En een paar weken later brak de storm
over het Hand hos. Koning en Parlement
waren in openlijken strijd geraakt, en de
eerste bladzijde wa»3 geschreven van die
bloedige kroniek, die voor eeuwig de ana
len der Engelsche geschiedenis bevlekt
heeft. Breeder tegen broeder, vader tegen
zoon bloedverwant tegen bloedverwant,
burger tegen burger, tientallen jaren na
dezen vreeselijken dag, regeerde een geest
van haat, achterdocht en wreedheid in de
harten van een vredelievend, volkomen be
schaafd volk. Mannen namen de wapenen
op, die te voren nooit aan vechten gedacht
hadden, soms ter wille van het ideaal, dat
hun aanvoerders bezieldemaar meer om-
de winst, diie met het vechten aan de eene
of andere zijde ie behalen viel. „Voor den
Koning," „voor loet volk," waren de strijd
kreten, die broeders elkander deden haten,
of eon zoon de hand tegen zijn eigen vader
deed opheffen.
In het begin werden slechts enkelen
door bittere hartstochten beheerscht, hin
gen slechts enkelen de eene zaak of de an
dere uit vurige onzelfzuchtigheid of harts
tochtelijke trouw aan; voor de meerderheid
beteekende die 9trijd een abstract denk
beeld, een stijfhoofdige*! wil, soms slechts
een kwestie van stand of zelfs van plaate.
Later werd hij bitterder, heviger; toen
-iedereen begon te lijden van ontberingen,
verbeurdverklaringen, verbanning van huis,
scheiding van kinder?n en familiebanden
Na Naseby werd koppig© volharding vurige
haat, na het drama van '49 werden heviger
en wraakzuchtiger hartstochten losgelaten
dan dit vreedzame eiland ooit gekend had,
zelfe in de donkerste uren van zijn eerste
geschiedenis." Maar zoo was het niet in hot
begin.
Squire Brent beliooixte tot hen, wier
haristoohtelijke aanhankelijkheid aan den
Koning hem blind maakte voor ieder moge
lijken uitslag, behalve de eindelijk© zege
praal van de koninklijke zaak
„God i3 aan de zijde van Zijn gezalfde,"
zei hij met dweepzieke warmte, op dien ge-
denkwaardigen 22sten Augustus, toen Ko
ning Karei I zijn standaard oprichtte te
Nottingham en daarmede zijn Parlement
den oorlog verklaarde.
„Al die ongeioovigen zullen van den.
aardbodem weggevaagd worden-, zij, die
hun goddelooze handen togen hun opper-
machtigen heer en Koning hebben durven
opheffen, zullen eeuwig verdoemd zijn."
Hij verkeerde in zeer opgewonden toe
stand, en liep de lange smalle eetzaal van
Stoke Lark op en .neer, waar een bood
schapper te paard hem juist de lijding ge
bracht had. Hij was een maand geleden
naar Slok© gekomen, met het doel geest-
draftigen voor des Konings zaak te werven
onder de jongelieden van het dorp. Baibara
was bij hem; zij was nu niet langer Baba,
behAlve voor haar oude kindermeid en haar
pleegvader, voor iedereen andere Mevrouw
Barbara Fiennes, de vrouw van den oud
sten zoon van Lord Saye and Sele. Zij had
de school verlaten en was den Squir? me',
blijdschap gevolgd naar do eenzaamheid
van Warwickshire, bereid om haar doe-1 te
hebben in het helpen van dien Koning, om
zijn vijanden te bestrijden. Het ontbrak
Barbara Fiennes niet aan geestdrift. Want
dos Koninga zaak was een heilige zaak,
haar even heilig als haar godsdienst, cn de
persoon van don Koning volgdte in heilig
heid op God Zelf.
(Wordt vervolgd^