Komt de Lente in je tuintje. Hij wist zich te redden. CORRESPONDENTIE. der Kukel gehoord en begrijpt, dat er ieta aan de hand moet zijn. Zoo vlug als hij dit met zijn waardigheid kan overeenbrengen, rent hij dus naderbij. ,,Kukleku, wat hebben we nu?" kraan hij luid en als bij de wanhopige Moeder Kukel en het kleine gele bolletje in het wa ter ziet, begint hij den toestand te begrij pen. „Kukleklu, kukleku! 't Is een eendje!" zegt hij dan. Maar nu kan Moeder Kukel haar eigen ooren ook al niet meer gelooven. Wat. zegt Vader Haan toch? Een eeiul- je?? Dat kind van haar een eendje? On mogelijk „Ja, ja, 't is toch waar", houdt Vader Haan vol. „Een ccndenkuikentje is het, dat daar zwemt en geen kippenkuikentje. Er re natuurlijk een cendenei tusschen de eieren gekomen. Die domme boer heeft dat ex' zeker tusschen gelegd en nu heb jij een klein eendje uitgebroed. Ja, kijk maar niet 'zoo ongcloovig. 't Is werkelijk waar, hoor!" Moeder Kukel begint langzamerhand te begrijpen, dat Vader Haan gelijk heeft. ,.A!s dc anderen het eendje maar njet nadoen!'- kakelt ze dan met een zucht. „Daar hoef je niet bang voor le zijn," kraait Vader Haan weer. „Onze kinderen houden er zulke rare kuren niet op na. Dat is in onze familie nog nooit voorgekomen, al heeft mijn Grootmoeder mij, toen ik zelf nog heel klein en pas uit den dop was. wel eens verteld, dat het meer gebeurde." „Daar kan ik met mijn kippenveratand niet bij", antwoord Moeder Kukel, terwijl zij weer tcrugwaggclt naar haar kuikentjes, die Moeder wel achterna liepen, maar haar toch niet konden bijhouden. Als zij eindelijk haar breed© vleugels weer over haar kiekens uitgespreid beeft, kakelt zij Kindertjes, tok-tok, tok-tok Ga toch nooit te ver van 't hok Plas niet als een eend in 't water, Want dat past bij dom gesnater. Denk er aaneen kip of haan Zal nooit in het water gaan. Kakel jullie du6Tok-tok, Altijd blijk ik bij het hok! Komt de LcDte in je tuintje Op haar vleugels gazig fijn. Dan kan 't dorre, bruine takje, 't Kleinste knopje rustig zijn. Komt de Lente in je tuintje, Wees dan in je hartje blij, Want dc blaadjes kust ze wakker, En de knopjes maakt ze vrij. Kopt de Lento in, je tuintje, En is 't eerste werk<*gedaa/n, Zie. dan kijken alle bloempje», Ieder kindje vragend aan. En ze fluist'ren „zul je zorgen, Voor het moois, dat Lente bracht; Zul je maken dat elk knopje. En elk bloempje blijvend lacht? Geef ons drinken, na een dagje, Vol van warmen zonneschijn, Maak je. dat er in je tuintje Geen verdorde planten zijn?" Komt dan Lente nog eens weder. Voor een laatsten afscheidsgroet, Omdat zij op al haar wegen, Blijden zomer al ontmoet, Zie, dah vindt zij al haar bloempjes, Al haar knopjes, eens zoo teer, Krachtig nu, als flinke planten, In je frissche tuintje weer. TRUUS DENIJS. Op zekeren dag was dc opperbewaarder van een kabinet van zeldzaamheden af wezig. De onderopziener moest nu in zijn plaats aan de bezoekers de verklaring van sommi ge voorwerken geven. Hij had er niet veel verstand van» doch wilde dit niet weten on deed alle mogelijke moeite om zoo geleerd mogelijk te schijnen. Een der bezoekers naderde een glazen kast, waarin twee doodshoofden stonden, één groot en een klein. Hij vroeg „Van wien is de grootste schedel? „Van Hannibal", antwoordde de onder- opziener deftig. „En de kleinste?" vroeg de vreemdeling weer. „Die is ook van Hannibal, toen hij nog een kleine jongen was," verklaarde do snuggere man. Voor 't eerst van zijn leven- gaat Jan op bezoek zijn vrindje ie jarig daar juist op den hoek-; nu is er vanmiddag een groote partij ons Jantje natuurlijk, behoort daar óók bijl Zijn Zondagsche pakje staat Jantje piekfijn: wie zou er dat aardige jongetje zijn? vraagt straks een ieder, die T kereltje ziet hij is om te stolen, zeg, vindt je 't ook niet? HERMANNA. Eerst bad ik er over gedacht om deze weck prijsraadsels te geven, want dat wordt weer tijd, maar toen bedacht ik, dat het de volgende week Donderdag Hemel vaartsdag is, cn dat zou dan lastig voor mij zijn, met extra veel brieven en nog eens brieven, die later inkomen, dat het dan Donderdags ook Zondag is voor de post. Dus ik zal Zaterdags 23 Mei er voor zorgen. Grctha van der Zwart en Trijntje Voorma wie heeft dat versje zoo grappig gemaakt «n mij te vertellen hoe of jullie precies heetcn dat was een heel aardig antwoord op mijn vraag, om dat op rijm te doen. Annic en Ncelfcjc van Leeuwen,-ach An nie hoe vrceselijk dat dc ratten zijn ge komen bij die renc broedende kip. Zitten die 14 kuikentjes, die je nu hebt veilig? kunnen db ratten daar niet bij komen Ncelfcje prettig dat je met zooveel genoe gen naar school gaat. Grietje Segaar dat briefje waarover j*e nu schrijft, heb ik nooit ontvangen. Het verwonderde mij al, dat ik heelemaal niet van je hoorde hoe of je prijs heette, of je het'Sjoek al had gelezen. Ik hoorde ook niets over je verjaardag, die brief is dus zoek geraakt. Brengen jullie wel bij tijetë weg? Deze brief was ook weer van een vorige week, dus ook een week te laat. Maartje en Ariena Col jee jullie anecdote vind ik heel grappig, ik moest er wel om lachen en geloof ook best dat het echt ge beurd zal zijn, maar ik zal er toch een kleinigheid aan veranderen als ik die later plaats, dat moet heusch dat zullen jullie dan later wel merken. Nclic Oost veen ik begrijp het best hoor dat je de vorige week er niet toe kon ko-# men om een brief tc schrijven, zooals je het mij had uitgelegd, was het mij het bewijs dat je o zóóveel van je moeder houdt en dus voortdurend aan haar dacht. Dat was later een vroolijker dagje, toen je met j« vader Daar dc bloemententoonstelling mocht gaan. Jozef Hanno ja nu wordt het uitstekend weer voor jullie tuintjes, nu zal je eens zien hoe goed alles gaat groeien. ZooaJs ik verleden week al aan een kind, dat mij over schooltuintjes schreef, antwoordde, zijn er hier in Den Haag ook schooltuintjes. Mientje Hanno dat mag wel hoor dat je moeder jo wat op weg helpt met de raad sels als het nu nog wat te moeilijk is, later, valt het jc gemakkelijker en dan zal je steeds meer alleen kunnen doen. Aafje en Willem Krassenburg en Annie Ba vel aar, in dit pak vond ik jullie brieven der vorige week, toe bezorgt zo tooh wat vroeger. Leen Oudshoorn cn Gerbrand zijn de eieren nog niet uitgekomen, juffie bent er zeker erg benieuwd naar. Nellie Broers het heeft hier in Den Haag ook nog wel geregend, maar daarom merkte ik toch wel dat het lente werd, en nu zeker, nu wordt het heusch zachter, de zon krijgt sooveel kracht en het bHjft óm avonds zooveel langer licht, ik merkte het vandaag ook aan mijn ra&dseljeugd dat ze meer buiten zijn en dus natuurlijk mmder schrijven groot gelijk hoor. Lientje van Schaik ik kreeg in dit pal ook jou brief van verleden week. Heb je dit postpapier van je tante uit Rij souburg gekregen is dat die tante die verleden jaar toen wist dat mijn broer dear voor rijn gezondheid buiten was. Corrie van Leeuwen heb je soms letter® gezaaid van tuinkers, dat deden wij vroeger ook wel, dat staat zoo aardig. Wat komt er nu nog in de drie vakjes die nog open zijn? Annie Huisman leuk postpapier hoor en ik heb ook binnenin de enveloppe gekeken en gezien hoe aardig het was. Johanna van Nierop als het gowone raad sels zijn, dan vermeld ik de namen der kinderen, die goede oplossingen hebben in gezonden en dan zijn er natuurlijk geen prijzen. Eens -in dc 5 of 6 weken geef ik prijsraadsels, dat staat er dan boven, esn dan verloot ik eenige boeken onder do kinderen, die goede antwoorden hebben en dan staat er in de kindercourant wie een boek heeft geloot. Begrijp je het nu goed? W. Eradus, toe zet nu voortaan je naam voluit. Wat wou je graag weten? wanneer of je zelf nieuwe raadsels mag inzenden, die ik dan plaats als ik ze goed vind. Wou je dat graag weten? Barrie Kenbeek vandaag (Woensdag) is het mooi zonnig weer, dus zal je wel met veel plezier in je tuintje werken en denk ik zeker dat je zult vinden dat er al wat meer is opgekomen. Bernard Esdcrts ik zal je raadsel bewa ren het zal wel eens een beurt krijgen. Cornelia ten Haken en Jankc Kosto zoo zijn jullie neefje en nichtje? jc mag gerust in dezelfde enveloppe inzenden. Eramy Molt heb je zooveel lappen gekre gen om poppekleeren te naaien? nu ja poppekihderen moeten togen den zomer toch ook eens wat nieuws en anders hebben om mee uit te gaan, of neom je ze nooit mee als je gaat wandelen. iElze Bpilkcr dit is antwoord op jc brief van de vorige week, dio ik nu pas krcêg,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 19