Nieuw Feuilleton No. 19966. DINSDAG 14 APRIL Anno 1925 Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van herten. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DER AD VERTE NTIEN: SO Cis. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven }0 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cis. Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT: Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week' Franco per post 2.35 -f portokosten. Zo.ia „0.18. Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen EERSTE BLAD. Morsen zullen wij een aanvang maken met een nieuw Feuilleton, getiteld: HET NOODLOTTIGE GAS, oorspronkelijke roman van R. T. BRANDENBURG, van wiens hand wij reeds eerder een Feuilleton plaatsten. DE DIRECTIE. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken vischwinkel, (Vischmarkfc 18, tel. 1225' is WOENSDAG verkrijgbaarSCHELVISCH h f 0.11f 0.20 èOHOL h f 0.11—f 0.28 per pond en IJBOR- KING. N. C. DE GIJSELAAR, Burgein. Leiden, 14 April 1925. Ned. Bond van Jongelings-vereenigingen op Gereformeerden grondslag, aid. Zuid-Holland. Ochtendvergadering. Gisteren hield de_ aldeeling Zuid-Holland van den Ned. Bond van Jongelingsvereeni- gingen de 32ste jaarlijksche algemeene ver gadering in de Stadszaal alhie. Te ruim iialftien werden de deuren geopend en vulde zich de zaal. Bij drommen stormden de jongelieden binnen, voor het meerendeel jongemannen, hoewel cr ook een aantal jongedames aanwezig waren. Nauwelijks waren allen gezeten of het Bondslied werd gezongen, aanvangende: „Op, broeders op! Gezongen, van jeugd en Inoed en kracht!" gevolgd door het „Wilhel mus van Nassouwen" dat staande uit volle borst werd aangeheven en niet naliet in druk te maken. Vervolgens beklom de voorzitter, de heer A. van Riju Jr., te Ylaardingen, het spreek gestoelte, dat op het podium was geplaatst, om, nadat gemeenschappelijk van Psalm 66 de verzen 2 en 3 waren gezongen, in gebed voor te gaan, en daarna te lezen Joh. 21 1—19a. Hierna riep hij de aanwezigen een harte lijk welkom toe. Wat nog nooit gebeurd is ten opzichte van een Provinciale vergade ring, is thans gebeurd, zeide hij; er is een ©xlra-trein voor gereserveerd, wat aan het initiatief van de Delftsche afdeeling is te danken (applaus). Met blijdschap constateer de hij onder enthousiast applaus, dat nie mand minder dan Zijne Excellentie Minister Colijn straks zal optreden. Dan deelde hij mede, dat hel ledental sterk is toegenomen, wat hem zeer verheugt, maar er schuilt ook een gevaar in, het ge vaar, dat wat de Bond aan breedte wint, in diepte verliest. Het Gereformeerd beginsel heeft overal veld gewonnen; onze mannen zitten mede op het gestoelte der eere, maar nu dreigt het gevaar, dat dit beginsel niet racer zoo trouw bewaard blijft als in de da gen van strijd. Met aanhalingen uit redevoe ringen van wijlen dr. lvuyper toonde hij aan, dat deze groole voorganger dit verschijnsel in 1898 reeds speurde, welk verschijnsel in Onze dagen zoo sterk in het licht treedt, wat de voorzitter met voorbeelden verduidelijkte. Zuiverheid van beginsel predikte spr., maar naast die zuiverheid moet zich blijven voegen trouw aan dit beginsel. Onze tijd heeft geen behoefte aan praat-Christenen, maar aan daad-Christenen. De Yereeniging zal dan eerst aan haar doel beantwoorden, wanneer zij mannen en vrouwen van de daad kweekt, die het Geref. beginsel kun nen uitdragen in de wereld, niet enkel door het woord, doch ook in hun leven Het de gelijk Gereformeerd gezinsleven lijdt onder de zucht naar het uiterlijk. Hoe zwaar is de roeping van het opko mend Gereformeerd geslacht in dezen tijd vaa verslapping en .zucht naar uiterlijkhe den. Ja, als er stoffelijke belangen in bet spel zijn, de salarissen verlaagd, de belastingen verhoogd worden, dan worden moties aan genomen en men maakt zich warm, maar hoe staat bet er mee, als liet beginselkwesties geldt? Blijft men dan niet lauw cn werk- 1 oos Van het Gereformeerd beginsel moet ook de financieele redding van het schier ont redderd land komen. Want het is niet toe vallig, dat minister Colijn. do financiën des lands belieerl. Met een herinnering aan de p -schgedachte opende de Voorzitter ten slolle de vergadering. Zijn rede werd luide toog. juicht. - Hierna werden de notulen der vorige ver gadering door den secretaris, den. heer Kooy- iï::mv die met luid applaus werd begroet, voorgelezen en daarna goedgekeurd. Hierop las dc secretaris het jaarverslag roor. De Gereformeerde jeugd- en jongelings beweging is, volgens dezen verslaggever, een middel in Gods hand om groote dingen te doen, niet alleen in ons land, maar ook in andere landen, wat hij, dit werk nagaan de, in zijn verdere beschouwingen trachtte aan te toonen. Het aantal leden van den Bond steeg uit boven de 20,000; de Geref. jeugdbeweging cn de meisjes-vereenigingen ging ook vooruit. De bestuursvergaderingen werden over 't algemeen slecht bezocht en sommigen namen er de Tweede-Kamer-allures bij aan, teekenden de presentielijst enverdwe nen (gelach). Zestien nieuwe vereenigingen traden lot de afdeeling toe: in het geheel met 200 le den. De afdeeling Zuid-Holland telt nu 158 vereenigingen met 4400. leden, verdeeld in 36 ringen. Zuid-Holland blijft nog altijd de grootste afdeeling in ons land (applaus). Het dikwijls zeer geestig, somtijds in ietwat iro- nischen toon gesteld verslag werd aan het eind daverend toegejuicht. Tot bestuurslid werd herkozen met bijna algemeene stemmen de voorzitter, de heer Yan Rijn, terwijl in de vacalure-Goeden- j brug, die niet voor een herkiezing in aan merking wenschte te komen, werd benoemd 1 de heer P. de Ruygh, te Rotterdam. Nadat de heer Goedenburg zijn heengaan I uit het bestuur had gerechtvaardigd, bracht de secretaris verslag uit over het Bondsbe- zoek. De verslagen werden na enkele opmerkin gen van eenige afgevaardigden, die door den secretaris werden beantwoord, goedgekeurd. De rekening en verantwoording, bene- vffns de begrooting- van den penningmees ter, den heer A. Boekkooi, werden hierna goedgekeurd. Als plaats der volgende jaarvergadering werd Rotterdam aangewezen. De afgevaardigde uit Den Haag wilde daarvoor deze plaats aanwijzen. De Voorzitter bleef Rotterdam preferee- ren, doch stelde voor ernstig te overwegen om in 1927, in plaats van Dordt, dat dan weer aan de beurt zal zijn, Den Haag te kiezen. Besloten werd de Leidersvergaderingen te Rotterdam, Leiden en Gorinchem te houden. Xa een korte rondvraag werd daarop de morgenvergadering gesloten. Bij de sluiting merkte de voorzitter op, dat de koffietafel in het café-restaurant ,,Den Burcht" ge reed stond. Hij verzocht den leden om daarvan allen gebruik te maken. De pach ter van ,,Den Burcht" had „De Graan- beur" gratis afgestaan, die te»n slotte te klein bleek. Men mocht hem nu niet met de koffietafel laten zitten. Middagvergadering. In de middagvergadering, die met gezang werd geopend, verkreeg, na een openings woord van den Voorzitter, dr. J. Waterink, Geref. predikant te Amsterdam, het woord voor het aangekondigd referaat „Ortze Werkmethode. Spr. ving aan met er aan te herinneren, dat elke cultuurleeftijd zijn eigen type heeft. Onze cultuur dreigt oud te worden. Zij wordt loquax, d.i. praatziek. En in zuTk een praatzieken tijd dreigt dan het gevaar, dat er veel worde gesproken, maar min der wordt beleefddat men teert op her inneringen en het eigenlijk leven niet krachtig weet. Een van de gevaren, die in een tijd als de onze dreigen, is dat van liet eenzijdig intellectualisme, terwijl, urt reactie daar tegen, ook dreigt een eveneens eenzijdig mysticisme. Beide moeten worden vermeden. En hoerrd èn hart mogen eischen stellen eischen, waaraan moet worden voldaan. Wanneer spr. nu handelde over „Onze Werkmethode", zooals aangekondigd, dan zal hij af en toe een woord van critiek moe ten laten hooren. Maar dat bcteekent niet, dat hij niet alle mogelijke respect- heeft voor hen, die tot dusverre hebben geleid. Daar gaat liet niet om. Maar al meer drin- 1 gen wij in in het verstaan van het karakter van onzen tijd en daarmede zullen wij te vens do taak hebben ons omtrent onze werkmethode te bezinnen. Xa deze algemeene inleiding ontwikkelde spr. aan de hand van een aantal stellingen zijn opvatting omtrent de werkmethode. In den loop der jaren aldus de eerste these is te workmethode van de bij den Bond aangesloten vereenigingen bijna ge heel geworden die van de Leidraden. Hoe wel spr. geen kwaad wil spreken van deze Leidraden en gaarne erkent, dat zij vele deugden hebben en dat deze methode haar deugdelijkheid heeft getoond, moet hij toch -/eggen, dat zij, onmiskenbaar eenzijdig in tellectualistisch, zich eenzijdig richt op hetgeen gekend en geweten, kan worden, j Daardoor is haar invloed op de vorming j van de persoonlijkheid te gering óf te een- j zijdig. I Zullen onze Vereenigingen aldus spr. zich ook stellen in dienst van de gemoedsvór ming, dan is het noodig, dat geleidelijk een andere l ichting gegeven worde aan de werk methode. Met- behoud van den thans aanwe zigen grondvorm, die van de Leidraden. Is heb naar den referent, mogelijk een metho de te volgen, waarbij in de eerste plaats dc historischo stof meer psychologisch worde benaderd en daardoor ook de historische fi guren meer als karakters naar voren treden, terwijl hun persoonlijkheid juist worde ge waardeerd. Verder moet ook de thetische stof (geloofsleer, zedenleer) gezien worden als inhoud van beleving, waarbij nadruk wordo gelegd op' de bij de onderseheideu stukken meest aanwezige psychische con stellatie en in het licht worden gesteld do reacties van het geestelijk leven in cngcren zin met name op de waarheden, die als eon objectief geloofstak voor ons liggen. De zuivere principieele onderwerpen (bijv de antirevolutionnaire beginselen) betoogde spr. verder moeten gezien worden in ver band met den strijd, die in ons eigen hart en in ons eigen leven steeds zijn parallellen heeft. Hetzelfde geldt volgens hem, ook voor de onderwerpen, die verband houden met aesthetica, (z.a. literatuur en kunst), die zó.ó behande'd dient te worden, dat alleen critiek in liet algemeen worde gege ven, terwijl de nadruk valle op het sclioone, dat wordt geboden. De werkmethode alleen echter aldus besloot spr. zijn dikwijls zeer toegejuicht betoog kan nimmer tegen het kwaad van eenzijdigheid voldoende behoeden; van buitengewoon belang is hier de persoon van den inleider cener vergadering en het op treden der oudere leden. De beteekenis van de persoonlijkheid moe ten we, volgens hem, meer den nadruk ge ven. Onze tijd vraagt krachten, aldus ein digde spr. zijn betoog die geheiligd zijn door'den adel des geloofs. En ook deze ont wikkeling der persoonlijkheid mogen onze Vereenigingen door haar werkmethode die nen en wij moeten onzen Heere God leidden dat Hij onze zulke persoonlijkheden schenkt Nadat daarna de eerste drie versen van het Bondslied staande waren aangeschreven volgde op dit referaat een levendige ge dachtewisseling, waarvoor zich 14 personen hadden opgegeven, die echter niet allen aan het woord kwamen. 't Eerst verkreeg het woord ds. Broekstra uit Rijnsburg, die onder luid applaus op een aantal persoonlijkheden van Gerefor meerden huize wees- die onder de bccrite- seerde leidraden groot zijn geworden. Dc grootste fout is niet volgens opponent, het eenzijdig .kennen en weten", maar 't niet of Oppervlakkig weten, cn nu merkte hij er nog bij op, dat over 't algemeen de jon ge vrouwen zich meer inspannen dan de jonge mannen. De overige opponenten wa ren jongelui, behalve de heer Zuidema, van hier. die erkende, dat het mefchodisme is verlaten, waarvoor in de plaats is gekomen de Bondsgedachte, het doorleven van het Calvinisme. Daarop komt thans eenige re actie en nu vraagt spr.Is 't nu wel op zijn plaats, dat dc jongelieden hier de leiding geven 1 De heer Offringa, uit Leiden, sprak ten slotte den wcnsch uit, dat de zich langza merhand voltrekkende scheiding tosschen in- tellectueelen cn meer eenvoudigen ook in het Calvinistische kamp worde tegen ge houden en bestreden. Hierna werden de gemaakte opmerkingen en bedenkingen door den referent beant woord, waarvoor hij nogmaals de toejuichin gen der vergadering in ontvangst had te no_ men Rede van minister Colijn. Juist toen men nog debatteerde over het referaat van dr. Waterink, kwam Zijne Excellentie Colijn binnen ea werd onder daverend applaus ontvangen. De voorzitter riep den Minister eer har telijk welkom toe, als ziende in hem de vertegenwoordiger van het Calvinistische Nederland. Terwijl de Minister zich naar het spreek gestoelte begaf, rezen alle aanwezigen op en zongen den leider toe: ,,Dat 's Heeren zegen op u daal'enz. De spreker dankte voor de hartelijke ontvangst, hem bereid, door deze groep jongelingen van Geref. huize, en hij achtte zich gelukkig, dat hij in het midden dezer jongelingen eenigen tyd mocht vertoeven. &pr. nadert de zestig, maar wat levens moed en levensdurf betreft, gevoelt hij zich nog jong en men mag in dat opzicht zijn leeftijd dcor twee deelen, dan staat hy met vele der jongeren weer gelijk. (Applaus). Komende tot zijn onderwerp, vreesde de Minister zijn gehoor, dat wellicht een rede in grooten stijl van hem verwachtte, te mueteu teleurstellen. Wat hij z'ch voorstelde was eenige gedachten in verband met het Faaschfeest in deze jongelieden-vergadering neer te leggen. In den vreemde reizende, waar de Grieksch-Katholieke kerk overkeersellende is, werd hem door ieder ondergeschikte op den Paaschmorgen toegeroepen: „De Heer is waarlyk opgestaan!" Dat groote woord werd daar een gemeenplaats, zooals ook bij ons wel groote gedachten en treffende leuzen dit geworden zijn. Zoo wees hij op het gevleugeld woord van Groen: Tegenover de revolutie het Evangelie, en op de leuze van dr. Kuyper, betreffende de souvereim- teit in eigen kring. De jongeren doorvoelen deze leuzen niet meer zoo als de ouderen. Eindelijk kwam hij op een woord van onzen tijd, door spr.'s partij naar voren gebracht, luidende: „Ook in Mo politiek het het geestelijke voorop", welk woord «Xik, met of zonder opzet dikwijls misverstaan is. Zulke kernachtige gezegden, die een wereld va a gedachten in zich dragen, wor den dikwijls verkeerd verstaaft Wat spr. met nog enkele voorbeelden illustreerde. Hy haalde deze voorbeelden aan, omdat hij meer in liet bijzonder over zulk een woord wilde spreken, dat ook aanleiding heeft gegeven tót misverstand. Hy wilde spreken over: „Gereformeerde zede". Men achtte dit be-grip zoo eenvoudig. Het beteekent immer: liet samenstellen van Ie- vensgebruiken en levensgedragingen, onder de Gereformeerden overheerschend. Maar zoo eenvoudig is het begrip niet. Het geldt hier de vraag: Wat eischt de Gereformeerde zede en wat voorwaarden stelt zij aan mijn levensgedragingen? Het geldt hier een levensprincipe. Spr., het zoo op vattende, vreest, dat er ook kleine vossen in den Gereformeerden wijngaard zijn %bin- nengeslopen óf althans aan den ingang staan om binnen te dringen. Aan de eene zijde van de Calvinisten vindt hy het Katholicisme, dat alles ver wacht van de kerk, aan den anderen kant do leer van Lutliar, die angstig zich af vroeg: hoe wordt ik zalig? terwijl Calvijn vroeg: hoe komt God tot de Ileni toekomende eere? j Daaruit volgt, dat het Calvinisme ook I rekening heeft te houden met de natuurlijke dingen des levens en dat ook doet. Er is in dit opzicht ovenwei verschil in tyd en in plaats. De Gereformeerde zede was in den lijd toen de martelaren op de brandstapel wer den gebracht in een andere, dan die in onzen tijd. In een groole stad beeft men de dingen uit het Qogpunt van Gereformeerde zeden anders te bezien dan in een klein dorp. Een en ander werd door spr. met voorbeelden gestaafd. Spr. heeft in dit verband en dat was al vast een der kleine vossen wel eens ge merkt, dat men dat verschil meermalen al te ruim opvat. De jongeren mogen dit wel eens ernstig overdenken. Doch ook, behoudens dezp verschillen van tijd en plaats, is er nog genoeg gemeen schappelijks, cn is er voor de Gereformeer den in het algemeen wel een vaste lijn te amlgen. Het leven moet dan beheerscht wor den door strengen eenvoud en soberheid in kleeding en gewoonten, in strengheid van levensgedrag, en in liet voorkomen en be strijden van lage begeerten en van bet on rustig jagen naar vermaken en genietingen van deze wereld. Daarop richtte hij vooral de aandacht van het jonger geslacht en niet het minst op die van de jonge vrouwen, wier klcedij niet altijd in overeenstemming is met de Gereformeerde zede. Met deze opwekking had spr. kunnen vol staan, zeide hij, ware liet niet dat hij nog iels over onzen bijzonderen tijd te dezen opzichten moest zeggen. Er hebben zich ook in den Gereformeerden kring vreemde be ginselen welen in te dringen. Spr. noemde speciaal de losheid van zeden dio er bestaat tem opzichte van het echtelijk leven. .Men neemt ook^onder de Gereformeerden hier wat van en daar wat weg en meent zich daarmede te kunnen rechtvaardigen bij hel ontbinden van het huwolijk. Ju een gewel dige peroratie, die diepen indruk maakte waarschuwde spr. zijn gehoor tegen deze cn legen andere, zonden van onzen tijd. Christus te belijden, Ilem te volgen ook te Volgen in hel dragen van het Kruis dat is de Gereformeerde zede. En die zede getrouw te blijven is in het belang van het Gerefor meerden volk en hel land niet alleen, maar zal ook als een zuurdeescm ons maatschap pelijk leven doordringen en tot een zegen kunnen zijn voor land en volk. Met een krachtige opwekking tot de Gere formeerde jongeren om in ons land de dra gers te zijn van de Gereformeerde zede en hun eigen leden rein te houden, lesloot spr. zijn met ademlooze stilte aangehoorde rede, waarop .een geweldig applaus volgde dat in een ovatie eindigde. Nadat de Voorzitter den spreker dank had gebracht en enkele nicdedeeling had gedaan werd nadat ds. Walerink had ge dankt. de zeer goedgeslaagde bijeenkomst gesloten. Aan den uitgang werd gecollecteerd. Zondag was het, zooals wij reeds mededeelden, juist een halve eeuw geleden dat de in Leiden en daarbuiten welbekende boekbinderij van den heer J. van Welzen Jzn. werd opgericht. De eigenaar van deze oude beklante zaak, die nog van het ouder- wetsche systeem uitgaat, dal goede wijn geen krans behoeft en liefst ongemerkt zijn weg gaat. had wellicht het jubileum liever stil laten voorbij gaan. Goede vrienden dach ten er echter anders over en hebben aan het heuglijke feit publiciteit gegeven. Van open bare feestelijkheden wilde de firma echter niet weten. Aan gelukwenschen en blijkeil van belangstelling in den vorm van bloemen brieven, kaartjes enz. heeft het haar echter niet ontbroken, evenmin als aan persoon - lijke gelukwenschen. Wij voegen er gaarne onze felicitaties aan toe. Een 50-jarig jubi leum van c-en zaak als deze is geen aile- daagsch verschijnsel. Daarop mag wel eens een helder licht vallen. En wij guloovcn dal achteraf bezien, de firma Van Wel sen ei thans ook wel vrede mede zal bobben dat zoovele sUdgenooten eens hebben mogen toonen, dat zij het veeljarig werken van de firma waarde.eren. w BINNENLAND. De jaarlijksche vergadering te Leiden van de afd. Zuid-Holland van den Ned. Bond van Jongelingsveieenigingen op Gereform. grondslag. De brief van den Minister van Onderwijs over de beperking van het aantal stndenten. Broekhuys is te Antwerpen gearresteerd. BUITENLAND. Aan de oplossing der Fransche regeerings- crisis is men drnk doende. Kans op een soc.-dem. kabinet in België. De strijd tusschen Marx en Hindenbnrg om het Dnitsche presidentschap. Gisteren was het 25 jaar geleden ,dat de heer M. van Nieuwkerk, Slationsambte^ naar aan het Station alhier bjj de H.IJ.S.M. in dienst trad, en hoewel morgen pas de heer W. J. Metselaar, hoofdconducleur, zijn jubi leum herdenkt, werden deze jubileums te samen herdacht. Nadat do jubilarissen met hun familie per auto van huis waren gehaald, werden zij gistermiddag 4 uur op het Stationsbureau van den Stationschef ontvangen, en aldaar te midden van het personeel door den in specteur der Nederlandsehe Spoorwegen den heer Canters toegesproken, die het een voor recht noemde, de jubilarissen namens de directie der N. S. geluk (e wenschen, waarbij hij gaarne zijn persoonlijke wenschen veegde, hopende, dat het de jubilarissen ge geven mocht worden nog meerdere jaren in goede gezondheid bij de N. S. werkzaam te mogen zijn. Na de toespraak overhandigde hij de jubilarissen het gebruikelijke geschenk onder couvert, met een oorkonde. Daarna nam de heer v. d. Born (Stations chef) het woord die de jubilarissen namens het Stationspersoneel met dezen dag geluk- wenschte, en aan den heer Nieuwkerk na mens het personeel een fraaie ruststoel aan bood, met een mooi geleekend album met de namen der gevers, en aan den heer Metse laar twee mooie crapauds, eveneens met een mooi geleekend album, met den wensch dat het de jubilarissen nog lang gegeven mocht worden, van deze stoelen gebruik te maken. Namens de dames van het plaatskaartenbu reau, ontving mevr. MelselAar nog een fraai bloemstuk. Getroffen door zooveel blijken van belangstelling, dankten de jubilarissen den Inspecteur voor zijn gelukwenschen en verzochten hun dank aan de Directie over te brengen; ook bedankten zij het verdere personeel voor hun belangstelling. Yandaag herdenkt de heer M. Zuylhof, werfbaas bij de N.V. Scheepsbouw- en Re- paratiewerf „De Hoop", v.h. Gebrs. Boot, den dag waarop hij 40 jaar geleden in dienst dezer firma kwam. Al die jaren bleef Z. er tot wederzijds genoegen werkzaam. Z. waar deerde den patroon en deze erkende gaarne de goede diensten door Z. aan de zaak be wezen, niet het minst na de benoeming in de niet gemakkelijke betrekking van werf baas. De waardeering kwam echter niet al leen van de zijde der directie, ook het perso neel, en speciaal liet gedeelte, dat met den werfbaas veel heeft uit te slaan, houdt van den baas. Toen het dan ook bekend werd, dat den baas weldra zou jubileercn, werden de hoofden bijeen gestoken om den jubilaris te huldigen. Zoo werden hem hedenvoormiddag op de werf door het om hem heen verzamelde per soneel een paar mooie schilderijen cn eenige meubelen voor de huiskamer aangeboden. Een der oudsten van liet personeel voerde daarbij hel woord, terwijl de jubilaris harte lijk dankte voor deze spontane huldiging. Reeds voofaf was de heer Z. door de Di rectie op het kantoor van de firma geroepen, waar hem bij monde van den oudsten direc teur, den lieer P .Boot Sr. onder hartelijke gelukwenschen een enveloppe met inhoud aangeboden. De dag mocht hij verder in den huist 1 ij ken kring doorbrengen. Men schrijft ons: Weinigen zullen zich den stillen, een voudigen man herinneren, die met deze en kele woorden wordt herdacht; wiens leven, zij het ook in bescheiden vorm, aan do kunst was gewijd, die hij steeds oprecht liefhad. Jan Elias Kikkert, door cn oefening teekenaar geworden en als litograaf \ele jaren werkzaam bij wijlen onzen sladgc- nool G. J. IJos. was indertijd niel on?, w-i.tr- deer.1 als teekenaar van karaklerisVke kijkjes, oude gevels, liuizrn onzer slid. Do gemeentelijke topografische albs in het ar, chief bevat bladen uil zijn schetsboeken, die getuigen van den gorden kijk, dien hij op dergelijke dingen had. Indertijd lid van het Toeken- en Schil dergenootschap ,,.\os Aemula Naturae", werd hij al spoedig tot voorzitter van d_e

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1