Nieuw Feuilleton
No. 19966.
DINSDAG 14 APRIL
Anno 1925
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van herten.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER AD VERTE NTIEN:
SO Cis. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertentiën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 50 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
}0 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 5 Cis.
Bureau Noordelndspleln Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT:
Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week'
Franco per post 2.35 -f portokosten.
Zo.ia
„0.18.
Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Morsen zullen wij een aanvang
maken met een nieuw Feuilleton,
getiteld: HET NOODLOTTIGE
GAS, oorspronkelijke roman van
R. T. BRANDENBURG, van wiens
hand wij reeds eerder een Feuilleton
plaatsten. DE DIRECTIE.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
(Vischmarkfc 18, tel. 1225' is WOENSDAG
verkrijgbaarSCHELVISCH h f 0.11f 0.20
èOHOL h f 0.11—f 0.28 per pond en IJBOR-
KING.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgein.
Leiden, 14 April 1925.
Ned. Bond van Jongelings-vereenigingen
op Gereformeerden grondslag,
aid. Zuid-Holland.
Ochtendvergadering.
Gisteren hield de_ aldeeling Zuid-Holland
van den Ned. Bond van Jongelingsvereeni-
gingen de 32ste jaarlijksche algemeene ver
gadering in de Stadszaal alhie. Te ruim
iialftien werden de deuren geopend en vulde
zich de zaal. Bij drommen stormden de
jongelieden binnen, voor het meerendeel
jongemannen, hoewel cr ook een aantal
jongedames aanwezig waren.
Nauwelijks waren allen gezeten of het
Bondslied werd gezongen, aanvangende:
„Op, broeders op! Gezongen, van jeugd en
Inoed en kracht!" gevolgd door het „Wilhel
mus van Nassouwen" dat staande uit volle
borst werd aangeheven en niet naliet in
druk te maken.
Vervolgens beklom de voorzitter, de heer
A. van Riju Jr., te Ylaardingen, het spreek
gestoelte, dat op het podium was geplaatst,
om, nadat gemeenschappelijk van Psalm 66
de verzen 2 en 3 waren gezongen, in gebed
voor te gaan, en daarna te lezen Joh. 21
1—19a.
Hierna riep hij de aanwezigen een harte
lijk welkom toe. Wat nog nooit gebeurd is
ten opzichte van een Provinciale vergade
ring, is thans gebeurd, zeide hij; er is een
©xlra-trein voor gereserveerd, wat aan het
initiatief van de Delftsche afdeeling is te
danken (applaus). Met blijdschap constateer
de hij onder enthousiast applaus, dat nie
mand minder dan Zijne Excellentie Minister
Colijn straks zal optreden.
Dan deelde hij mede, dat hel ledental
sterk is toegenomen, wat hem zeer verheugt,
maar er schuilt ook een gevaar in, het ge
vaar, dat wat de Bond aan breedte wint, in
diepte verliest. Het Gereformeerd beginsel
heeft overal veld gewonnen; onze mannen
zitten mede op het gestoelte der eere, maar
nu dreigt het gevaar, dat dit beginsel niet
racer zoo trouw bewaard blijft als in de da
gen van strijd. Met aanhalingen uit redevoe
ringen van wijlen dr. lvuyper toonde hij aan,
dat deze groole voorganger dit verschijnsel
in 1898 reeds speurde, welk verschijnsel in
Onze dagen zoo sterk in het licht treedt, wat
de voorzitter met voorbeelden verduidelijkte.
Zuiverheid van beginsel predikte spr.,
maar naast die zuiverheid moet zich blijven
voegen trouw aan dit beginsel. Onze tijd
heeft geen behoefte aan praat-Christenen,
maar aan daad-Christenen. De Yereeniging
zal dan eerst aan haar doel beantwoorden,
wanneer zij mannen en vrouwen van de
daad kweekt, die het Geref. beginsel kun
nen uitdragen in de wereld, niet enkel door
het woord, doch ook in hun leven Het de
gelijk Gereformeerd gezinsleven lijdt onder
de zucht naar het uiterlijk.
Hoe zwaar is de roeping van het opko
mend Gereformeerd geslacht in dezen tijd
vaa verslapping en .zucht naar uiterlijkhe
den.
Ja, als er stoffelijke belangen in bet spel
zijn, de salarissen verlaagd, de belastingen
verhoogd worden, dan worden moties aan
genomen en men maakt zich warm, maar
hoe staat bet er mee, als liet beginselkwesties
geldt? Blijft men dan niet lauw cn werk-
1 oos
Van het Gereformeerd beginsel moet ook
de financieele redding van het schier ont
redderd land komen. Want het is niet toe
vallig, dat minister Colijn. do financiën des
lands belieerl. Met een herinnering aan de
p -schgedachte opende de Voorzitter ten
slolle de vergadering.
Zijn rede werd luide toog. juicht.
- Hierna werden de notulen der vorige ver
gadering door den secretaris, den. heer Kooy-
iï::mv die met luid applaus werd begroet,
voorgelezen en daarna goedgekeurd.
Hierop las dc secretaris het jaarverslag
roor. De Gereformeerde jeugd- en jongelings
beweging is, volgens dezen verslaggever,
een middel in Gods hand om groote dingen
te doen, niet alleen in ons land, maar ook
in andere landen, wat hij, dit werk nagaan
de, in zijn verdere beschouwingen trachtte
aan te toonen. Het aantal leden van den
Bond steeg uit boven de 20,000; de Geref.
jeugdbeweging cn de meisjes-vereenigingen
ging ook vooruit.
De bestuursvergaderingen werden over
't algemeen slecht bezocht en sommigen
namen er de Tweede-Kamer-allures bij aan,
teekenden de presentielijst enverdwe
nen (gelach).
Zestien nieuwe vereenigingen traden lot
de afdeeling toe: in het geheel met 200 le
den. De afdeeling Zuid-Holland telt nu 158
vereenigingen met 4400. leden, verdeeld in
36 ringen. Zuid-Holland blijft nog altijd de
grootste afdeeling in ons land (applaus). Het
dikwijls zeer geestig, somtijds in ietwat iro-
nischen toon gesteld verslag werd aan het
eind daverend toegejuicht.
Tot bestuurslid werd herkozen met bijna
algemeene stemmen de voorzitter, de heer
Yan Rijn, terwijl in de vacalure-Goeden- j
brug, die niet voor een herkiezing in aan
merking wenschte te komen, werd benoemd 1
de heer P. de Ruygh, te Rotterdam.
Nadat de heer Goedenburg zijn heengaan I
uit het bestuur had gerechtvaardigd, bracht
de secretaris verslag uit over het Bondsbe-
zoek.
De verslagen werden na enkele opmerkin
gen van eenige afgevaardigden, die door den
secretaris werden beantwoord, goedgekeurd.
De rekening en verantwoording, bene-
vffns de begrooting- van den penningmees
ter, den heer A. Boekkooi, werden hierna
goedgekeurd.
Als plaats der volgende jaarvergadering
werd Rotterdam aangewezen.
De afgevaardigde uit Den Haag wilde
daarvoor deze plaats aanwijzen.
De Voorzitter bleef Rotterdam preferee-
ren, doch stelde voor ernstig te overwegen
om in 1927, in plaats van Dordt, dat dan
weer aan de beurt zal zijn, Den Haag te
kiezen.
Besloten werd de Leidersvergaderingen
te Rotterdam, Leiden en Gorinchem te
houden.
Xa een korte rondvraag werd daarop de
morgenvergadering gesloten. Bij de sluiting
merkte de voorzitter op, dat de koffietafel
in het café-restaurant ,,Den Burcht" ge
reed stond. Hij verzocht den leden om
daarvan allen gebruik te maken. De pach
ter van ,,Den Burcht" had „De Graan-
beur" gratis afgestaan, die te»n slotte te
klein bleek. Men mocht hem nu niet met
de koffietafel laten zitten.
Middagvergadering.
In de middagvergadering, die met gezang
werd geopend, verkreeg, na een openings
woord van den Voorzitter, dr. J. Waterink,
Geref. predikant te Amsterdam, het woord
voor het aangekondigd referaat „Ortze
Werkmethode.
Spr. ving aan met er aan te herinneren,
dat elke cultuurleeftijd zijn eigen type
heeft. Onze cultuur dreigt oud te worden.
Zij wordt loquax, d.i. praatziek. En in zuTk
een praatzieken tijd dreigt dan het gevaar,
dat er veel worde gesproken, maar min
der wordt beleefddat men teert op her
inneringen en het eigenlijk leven niet
krachtig weet.
Een van de gevaren, die in een tijd als
de onze dreigen, is dat van liet eenzijdig
intellectualisme, terwijl, urt reactie daar
tegen, ook dreigt een eveneens eenzijdig
mysticisme.
Beide moeten worden vermeden. En
hoerrd èn hart mogen eischen stellen
eischen, waaraan moet worden voldaan.
Wanneer spr. nu handelde over „Onze
Werkmethode", zooals aangekondigd, dan
zal hij af en toe een woord van critiek moe
ten laten hooren. Maar dat bcteekent niet,
dat hij niet alle mogelijke respect- heeft
voor hen, die tot dusverre hebben geleid.
Daar gaat liet niet om. Maar al meer drin- 1
gen wij in in het verstaan van het karakter
van onzen tijd en daarmede zullen wij te
vens do taak hebben ons omtrent onze
werkmethode te bezinnen.
Xa deze algemeene inleiding ontwikkelde
spr. aan de hand van een aantal stellingen
zijn opvatting omtrent de werkmethode.
In den loop der jaren aldus de eerste
these is te workmethode van de bij den
Bond aangesloten vereenigingen bijna ge
heel geworden die van de Leidraden. Hoe
wel spr. geen kwaad wil spreken van deze
Leidraden en gaarne erkent, dat zij vele
deugden hebben en dat deze methode haar
deugdelijkheid heeft getoond, moet hij toch
-/eggen, dat zij, onmiskenbaar eenzijdig in
tellectualistisch, zich eenzijdig richt op
hetgeen gekend en geweten, kan worden, j
Daardoor is haar invloed op de vorming j
van de persoonlijkheid te gering óf te een- j
zijdig. I
Zullen onze Vereenigingen aldus spr. zich
ook stellen in dienst van de gemoedsvór
ming, dan is het noodig, dat geleidelijk een
andere l ichting gegeven worde aan de werk
methode. Met- behoud van den thans aanwe
zigen grondvorm, die van de Leidraden. Is
heb naar den referent, mogelijk een metho
de te volgen, waarbij in de eerste plaats dc
historischo stof meer psychologisch worde
benaderd en daardoor ook de historische fi
guren meer als karakters naar voren treden,
terwijl hun persoonlijkheid juist worde ge
waardeerd. Verder moet ook de thetische
stof (geloofsleer, zedenleer) gezien worden
als inhoud van beleving, waarbij nadruk
wordo gelegd op' de bij de onderseheideu
stukken meest aanwezige psychische con
stellatie en in het licht worden gesteld do
reacties van het geestelijk leven in cngcren
zin met name op de waarheden, die als eon
objectief geloofstak voor ons liggen.
De zuivere principieele onderwerpen (bijv
de antirevolutionnaire beginselen) betoogde
spr. verder moeten gezien worden in ver
band met den strijd, die in ons eigen hart
en in ons eigen leven steeds zijn parallellen
heeft. Hetzelfde geldt volgens hem, ook
voor de onderwerpen, die verband houden
met aesthetica, (z.a. literatuur en kunst),
die zó.ó behande'd dient te worden, dat
alleen critiek in liet algemeen worde gege
ven, terwijl de nadruk valle op het sclioone,
dat wordt geboden.
De werkmethode alleen echter aldus
besloot spr. zijn dikwijls zeer toegejuicht
betoog kan nimmer tegen het kwaad van
eenzijdigheid voldoende behoeden; van
buitengewoon belang is hier de persoon van
den inleider cener vergadering en het op
treden der oudere leden.
De beteekenis van de persoonlijkheid moe
ten we, volgens hem, meer den nadruk ge
ven. Onze tijd vraagt krachten, aldus ein
digde spr. zijn betoog die geheiligd zijn
door'den adel des geloofs. En ook deze ont
wikkeling der persoonlijkheid mogen onze
Vereenigingen door haar werkmethode die
nen en wij moeten onzen Heere God leidden
dat Hij onze zulke persoonlijkheden schenkt
Nadat daarna de eerste drie versen van
het Bondslied staande waren aangeschreven
volgde op dit referaat een levendige ge
dachtewisseling, waarvoor zich 14 personen
hadden opgegeven, die echter niet allen aan
het woord kwamen.
't Eerst verkreeg het woord ds. Broekstra
uit Rijnsburg, die onder luid applaus op
een aantal persoonlijkheden van Gerefor
meerden huize wees- die onder de bccrite-
seerde leidraden groot zijn geworden. Dc
grootste fout is niet volgens opponent, het
eenzijdig .kennen en weten", maar 't niet
of Oppervlakkig weten, cn nu merkte hij
er nog bij op, dat over 't algemeen de jon
ge vrouwen zich meer inspannen dan de
jonge mannen. De overige opponenten wa
ren jongelui, behalve de heer Zuidema, van
hier. die erkende, dat het mefchodisme is
verlaten, waarvoor in de plaats is gekomen
de Bondsgedachte, het doorleven van het
Calvinisme. Daarop komt thans eenige re
actie en nu vraagt spr.Is 't nu wel op zijn
plaats, dat dc jongelieden hier de leiding
geven 1
De heer Offringa, uit Leiden, sprak ten
slotte den wcnsch uit, dat de zich langza
merhand voltrekkende scheiding tosschen in-
tellectueelen cn meer eenvoudigen ook in
het Calvinistische kamp worde tegen ge
houden en bestreden.
Hierna werden de gemaakte opmerkingen
en bedenkingen door den referent beant
woord, waarvoor hij nogmaals de toejuichin
gen der vergadering in ontvangst had te no_
men
Rede van minister Colijn.
Juist toen men nog debatteerde over het
referaat van dr. Waterink, kwam Zijne
Excellentie Colijn binnen ea werd onder
daverend applaus ontvangen.
De voorzitter riep den Minister eer har
telijk welkom toe, als ziende in hem de
vertegenwoordiger van het Calvinistische
Nederland.
Terwijl de Minister zich naar het spreek
gestoelte begaf, rezen alle aanwezigen op
en zongen den leider toe: ,,Dat 's Heeren
zegen op u daal'enz.
De spreker dankte voor de hartelijke
ontvangst, hem bereid, door deze groep
jongelingen van Geref. huize, en hij achtte
zich gelukkig, dat hij in het midden dezer
jongelingen eenigen tyd mocht vertoeven.
&pr. nadert de zestig, maar wat levens
moed en levensdurf betreft, gevoelt hij zich
nog jong en men mag in dat opzicht zijn
leeftijd dcor twee deelen, dan staat hy met
vele der jongeren weer gelijk. (Applaus).
Komende tot zijn onderwerp, vreesde de
Minister zijn gehoor, dat wellicht een rede
in grooten stijl van hem verwachtte, te
mueteu teleurstellen. Wat hij z'ch voorstelde
was eenige gedachten in verband met het
Faaschfeest in deze jongelieden-vergadering
neer te leggen.
In den vreemde reizende, waar de
Grieksch-Katholieke kerk overkeersellende
is, werd hem door ieder ondergeschikte op
den Paaschmorgen toegeroepen: „De Heer
is waarlyk opgestaan!" Dat groote woord
werd daar een gemeenplaats, zooals ook
bij ons wel groote gedachten en treffende
leuzen dit geworden zijn. Zoo wees hij op
het gevleugeld woord van Groen: Tegenover
de revolutie het Evangelie, en op de leuze
van dr. Kuyper, betreffende de souvereim-
teit in eigen kring. De jongeren doorvoelen
deze leuzen niet meer zoo als de ouderen.
Eindelijk kwam hij op een woord van
onzen tijd, door spr.'s partij naar voren
gebracht, luidende: „Ook in Mo politiek het
het geestelijke voorop", welk woord «Xik,
met of zonder opzet dikwijls misverstaan
is. Zulke kernachtige gezegden, die een
wereld va a gedachten in zich dragen, wor
den dikwijls verkeerd verstaaft Wat spr.
met nog enkele voorbeelden illustreerde. Hy
haalde deze voorbeelden aan, omdat hij meer
in liet bijzonder over zulk een woord wilde
spreken, dat ook aanleiding heeft gegeven
tót misverstand. Hy wilde spreken over:
„Gereformeerde zede".
Men achtte dit be-grip zoo eenvoudig. Het
beteekent immer: liet samenstellen van Ie-
vensgebruiken en levensgedragingen, onder
de Gereformeerden overheerschend.
Maar zoo eenvoudig is het begrip niet.
Het geldt hier de vraag: Wat eischt de
Gereformeerde zede en wat voorwaarden stelt
zij aan mijn levensgedragingen? Het geldt
hier een levensprincipe. Spr., het zoo op
vattende, vreest, dat er ook kleine vossen
in den Gereformeerden wijngaard zijn %bin-
nengeslopen óf althans aan den ingang staan
om binnen te dringen.
Aan de eene zijde van de Calvinisten
vindt hy het Katholicisme, dat alles ver
wacht van de kerk, aan den anderen kant
do leer van Lutliar, die angstig zich af
vroeg: hoe wordt ik zalig? terwijl Calvijn
vroeg: hoe komt God tot de Ileni toekomende
eere?
j Daaruit volgt, dat het Calvinisme ook
I rekening heeft te houden met de natuurlijke
dingen des levens en dat ook doet. Er
is in dit opzicht ovenwei verschil in tyd
en in plaats.
De Gereformeerde zede was in den lijd
toen de martelaren op de brandstapel wer
den gebracht in een andere, dan die in
onzen tijd. In een groole stad beeft men de
dingen uit het Qogpunt van Gereformeerde
zeden anders te bezien dan in een klein
dorp. Een en ander werd door spr. met
voorbeelden gestaafd.
Spr. heeft in dit verband en dat was al
vast een der kleine vossen wel eens ge
merkt, dat men dat verschil meermalen al
te ruim opvat.
De jongeren mogen dit wel eens ernstig
overdenken.
Doch ook, behoudens dezp verschillen
van tijd en plaats, is er nog genoeg gemeen
schappelijks, cn is er voor de Gereformeer
den in het algemeen wel een vaste lijn te
amlgen. Het leven moet dan beheerscht wor
den door strengen eenvoud en soberheid in
kleeding en gewoonten, in strengheid van
levensgedrag, en in liet voorkomen en be
strijden van lage begeerten en van bet on
rustig jagen naar vermaken en genietingen
van deze wereld.
Daarop richtte hij vooral de aandacht
van het jonger geslacht en niet het minst
op die van de jonge vrouwen, wier klcedij
niet altijd in overeenstemming is met de
Gereformeerde zede.
Met deze opwekking had spr. kunnen vol
staan, zeide hij, ware liet niet dat hij nog
iels over onzen bijzonderen tijd te dezen
opzichten moest zeggen. Er hebben zich ook
in den Gereformeerden kring vreemde be
ginselen welen in te dringen. Spr. noemde
speciaal de losheid van zeden dio er bestaat
tem opzichte van het echtelijk leven. .Men
neemt ook^onder de Gereformeerden hier
wat van en daar wat weg en meent zich
daarmede te kunnen rechtvaardigen bij hel
ontbinden van het huwolijk. Ju een gewel
dige peroratie, die diepen indruk maakte
waarschuwde spr. zijn gehoor tegen deze
cn legen andere, zonden van onzen tijd.
Christus te belijden, Ilem te volgen ook te
Volgen in hel dragen van het Kruis dat is
de Gereformeerde zede. En die zede getrouw
te blijven is in het belang van het Gerefor
meerden volk en hel land niet alleen, maar
zal ook als een zuurdeescm ons maatschap
pelijk leven doordringen en tot een zegen
kunnen zijn voor land en volk.
Met een krachtige opwekking tot de Gere
formeerde jongeren om in ons land de dra
gers te zijn van de Gereformeerde zede en
hun eigen leden rein te houden, lesloot spr.
zijn met ademlooze stilte aangehoorde rede,
waarop .een geweldig applaus volgde dat in
een ovatie eindigde.
Nadat de Voorzitter den spreker dank
had gebracht en enkele nicdedeeling had
gedaan werd nadat ds. Walerink had ge
dankt. de zeer goedgeslaagde bijeenkomst
gesloten.
Aan den uitgang werd gecollecteerd.
Zondag was het, zooals wij reeds
mededeelden, juist een halve eeuw geleden
dat de in Leiden en daarbuiten welbekende
boekbinderij van den heer J. van Welzen
Jzn. werd opgericht. De eigenaar van deze
oude beklante zaak, die nog van het ouder-
wetsche systeem uitgaat, dal goede wijn
geen krans behoeft en liefst ongemerkt zijn
weg gaat. had wellicht het jubileum liever
stil laten voorbij gaan. Goede vrienden dach
ten er echter anders over en hebben aan het
heuglijke feit publiciteit gegeven. Van open
bare feestelijkheden wilde de firma echter
niet weten. Aan gelukwenschen en blijkeil
van belangstelling in den vorm van bloemen
brieven, kaartjes enz. heeft het haar echter
niet ontbroken, evenmin als aan persoon -
lijke gelukwenschen. Wij voegen er gaarne
onze felicitaties aan toe. Een 50-jarig jubi
leum van c-en zaak als deze is geen aile-
daagsch verschijnsel. Daarop mag wel eens
een helder licht vallen. En wij guloovcn dal
achteraf bezien, de firma Van Wel sen ei
thans ook wel vrede mede zal bobben dat
zoovele sUdgenooten eens hebben mogen
toonen, dat zij het veeljarig werken van de
firma waarde.eren. w
BINNENLAND.
De jaarlijksche vergadering te Leiden van
de afd. Zuid-Holland van den Ned. Bond
van Jongelingsveieenigingen op Gereform.
grondslag.
De brief van den Minister van Onderwijs
over de beperking van het aantal stndenten.
Broekhuys is te Antwerpen gearresteerd.
BUITENLAND.
Aan de oplossing der Fransche regeerings-
crisis is men drnk doende.
Kans op een soc.-dem. kabinet in België.
De strijd tusschen Marx en Hindenbnrg
om het Dnitsche presidentschap.
Gisteren was het 25 jaar geleden ,dat
de heer M. van Nieuwkerk, Slationsambte^
naar aan het Station alhier bjj de H.IJ.S.M.
in dienst trad, en hoewel morgen pas de heer
W. J. Metselaar, hoofdconducleur, zijn jubi
leum herdenkt, werden deze jubileums te
samen herdacht.
Nadat do jubilarissen met hun familie per
auto van huis waren gehaald, werden zij
gistermiddag 4 uur op het Stationsbureau
van den Stationschef ontvangen, en aldaar
te midden van het personeel door den in
specteur der Nederlandsehe Spoorwegen den
heer Canters toegesproken, die het een voor
recht noemde, de jubilarissen namens de
directie der N. S. geluk (e wenschen, waarbij
hij gaarne zijn persoonlijke wenschen
veegde, hopende, dat het de jubilarissen ge
geven mocht worden nog meerdere jaren in
goede gezondheid bij de N. S. werkzaam te
mogen zijn. Na de toespraak overhandigde
hij de jubilarissen het gebruikelijke geschenk
onder couvert, met een oorkonde.
Daarna nam de heer v. d. Born (Stations
chef) het woord die de jubilarissen namens
het Stationspersoneel met dezen dag geluk-
wenschte, en aan den heer Nieuwkerk na
mens het personeel een fraaie ruststoel aan
bood, met een mooi geleekend album met de
namen der gevers, en aan den heer Metse
laar twee mooie crapauds, eveneens met een
mooi geleekend album, met den wensch dat
het de jubilarissen nog lang gegeven mocht
worden, van deze stoelen gebruik te maken.
Namens de dames van het plaatskaartenbu
reau, ontving mevr. MelselAar nog een fraai
bloemstuk. Getroffen door zooveel blijken
van belangstelling, dankten de jubilarissen
den Inspecteur voor zijn gelukwenschen en
verzochten hun dank aan de Directie over
te brengen; ook bedankten zij het verdere
personeel voor hun belangstelling.
Yandaag herdenkt de heer M. Zuylhof,
werfbaas bij de N.V. Scheepsbouw- en Re-
paratiewerf „De Hoop", v.h. Gebrs. Boot,
den dag waarop hij 40 jaar geleden in dienst
dezer firma kwam. Al die jaren bleef Z. er
tot wederzijds genoegen werkzaam. Z. waar
deerde den patroon en deze erkende gaarne
de goede diensten door Z. aan de zaak be
wezen, niet het minst na de benoeming in
de niet gemakkelijke betrekking van werf
baas. De waardeering kwam echter niet al
leen van de zijde der directie, ook het perso
neel, en speciaal liet gedeelte, dat met den
werfbaas veel heeft uit te slaan, houdt van
den baas. Toen het dan ook bekend werd,
dat den baas weldra zou jubileercn, werden
de hoofden bijeen gestoken om den jubilaris
te huldigen.
Zoo werden hem hedenvoormiddag op de
werf door het om hem heen verzamelde per
soneel een paar mooie schilderijen cn eenige
meubelen voor de huiskamer aangeboden.
Een der oudsten van liet personeel voerde
daarbij hel woord, terwijl de jubilaris harte
lijk dankte voor deze spontane huldiging.
Reeds voofaf was de heer Z. door de Di
rectie op het kantoor van de firma geroepen,
waar hem bij monde van den oudsten direc
teur, den lieer P .Boot Sr. onder hartelijke
gelukwenschen een enveloppe met inhoud
aangeboden.
De dag mocht hij verder in den huist 1 ij
ken kring doorbrengen.
Men schrijft ons:
Weinigen zullen zich den stillen, een
voudigen man herinneren, die met deze en
kele woorden wordt herdacht; wiens leven,
zij het ook in bescheiden vorm, aan do
kunst was gewijd, die hij steeds oprecht
liefhad.
Jan Elias Kikkert, door cn oefening
teekenaar geworden en als litograaf \ele
jaren werkzaam bij wijlen onzen sladgc-
nool G. J. IJos. was indertijd niel on?, w-i.tr-
deer.1 als teekenaar van karaklerisVke
kijkjes, oude gevels, liuizrn onzer slid. Do
gemeentelijke topografische albs in het ar,
chief bevat bladen uil zijn schetsboeken,
die getuigen van den gorden kijk, dien hij
op dergelijke dingen had.
Indertijd lid van het Toeken- en Schil
dergenootschap ,,.\os Aemula Naturae",
werd hij al spoedig tot voorzitter van d_e