Een beetje eigenzinnig. Van alles wat Een Vos blijft toch altijd een Vos. Zich zelf verraden CORRESPONDENTIE. aüqci se aè mtL near rijc eigen kamer gegaan allen hu Kitty's stoel heen. „Ja, onze arme, lieve Toby lag dood Wirmoord buiten het hok!" „Wie heeft dat durven doen?" ïiop Paul verontwaardigd uit, terwijl Lydia, die even ate de anderen veel -ran Toby gehouden bad, met trillende stem zei: „Wat vreeselijk! Zag je het, Kit!" „Nee. i hij wae al dood, toen ik hem nnd. De jon Plotseling hield aj óch in en bet ge richt in haar zakdoek verbergend mom pelde rij: „Vraag me alsjeblieft mets meer. Ik kan ar niet over opreken eo ik beb be- Ioc#d „Beloofd 1" riep Paul verbaasd uit. Je hebt den ellendeling dus op beeterdaad be trapt? Heb je hem herkend en waren bet er meer dan één!" ,Jk kan het niet vertellen ik heb het opmijn eerewoord beloofd", zei Kitty weer, terwijl Bob om de aandacht van zijn traoen ai te leiden, bard zijn neus snoot. „Maar je hadt hei recht niet, dat te be loven T' riep Paal boos uit. „Toby is van «os allemaal Moeder, laat Kitty het toch •eggen 1" „Moedertje, ik kan het niett Ik beb bet ep mijn eerewoord beloofd 1" „Dan moet je ook je woord bonden, be veling", «ei mevrotnv Dane. „Ja maar. Moeder", bracht Paul hier te gen in, Kitty had het toch niet mogen beloven." .TV kan er au niets meer aan doem, Pvc!", zei het arme kind diepongelukkig. „Je wilt me toch niet dwingen, mijn woord Ir breken." „Nee, natuurlijk met", antwoordde me- auu» Dane voor haar ondsten zoon. „Paul aioet er zich bij neerleggen en je vertrou wen, somde wij allemaal doen." „Je.", stemde Lydia in, niettegenstaan de er tranen in haar oogon stonden. „Ik geloof zeker, dat Kitty een goede reden voor haar stilzwijgen heeft." „Natuurlijk mag je nooit je woord bre ken", zei Bol), terwijl zijn stem verrader lijk trilde, ,,maar ik-ïk eal bem, als ik hem te pakkeD kriig!" „Ze zullen hun straf niet; ontloopen", begon Paul weer op dreigenden toon. „Ik geloof wel, dat ik raden kan, wie het go- daan hebben. Robert. Land heeft een hekel aan mij en Diet Wilson is jaloerech, omdat tegenwoordig met. Willem Peters omga. Nou Kitty, heb ik gelijk o£ niet!" Maar Kitty leundo achterover in haar utfoel en zich met haar zakdoek in het ge zicht wrijvend, zei zij op rachten, ktagen- den toon: .Vraag me toch alsjeblieft miets meer en (probeer er niet achter te tomen. De heb het nu eenmaal beloofd en Vader heeft altijd ■gezegd, dat we onder geen voorwaarde een belofte mogen breken. O Mioedcrtjc, ik ■voel roe zoo ellendig en 'k ben zoo vreese- •Kjk moe." „Ja kindje, het- is tijd voor jullie allen f«m naar bed te gaan," zei mevrouw Dane (nu zoo opgewekt mogelijk, niettegenstaan de dc gebeurtenis ran dien avond weer de too langzaam heelende wonde bad open- gereten, door haar vroegere gelukkige da gen voor oogen te halen, toen haar man met Toby als een heel klein, jong konijntje in zijn zak thuis was gekomen en het dief- tje bij Hcinen Tom in dc box had gezs*. (Wordt vervolgd). Gosta en Marie Vermeer waren heerlijk aanren aan het spelen. Ze hadden hun buicwcrk af en konden dus volop genie ten. Guus had hij haar laats ten verjaardag een paar mooie ballen gehad en was rich nu flink aan het oefenen. Als ze een der ballen liet vallen mocht Marie het wocr peobeereD, en zoo vermaakten ze zich een pooe. Mhor o, wat werden ze warm, bet sweet stond op hun gezichten. Mogen Moeé. «as G«.a, aan Moe, die voor het raam te naaien zal. Ik heb op 't oogenblik geen limonade, zei Moeder, maar ik zal jullie een glas melk goveD, en ze ging al naar de keuken om. het verlangde te halen. Een oogenblik later stonden cr twee volle glazen op de tafel. Marie nam dadelijk het hare en dronk het leeg, maar Guus keek boos ec liet de melk staan. „Kom kindje,'' zei Moe vrien delijk, „drink eens, dan kan jc weer gaan spelen." Ik wil geen melk, ik wil limonade, zei ze boo-s. Dan moet je maar zien dat je het krijgt, antwoordde haar Moeder. Gusta duwde haar glas weg en ging ia een hoek staan schreien. Moe zal wel medelijden met me krijgen, ctaohfc de kleine dwingster en de meid limo nade laten halen. Maar daar gebeurde niets van. Moe deed net of ze het hullen niet hoorde en ging stil de kamer uit. Even latei- kwam haar zusje binnen on zei: Too Guus laten we weer gaan spelen, het ging zoo fijnVervelend kind, bitcte Guata, ga weg, en ze gaf Marie een duw, waarop deze bedroefd naar buit en ging. Guus ging bij de tafel zitten, en zag weer hot glas melk staan; he! wat had ze een dorst! Zou ze het uitdrinken? Neen, ze moest limonade hebben. Ze ging weer in haar hoekje staan en huilde steeds harder. Maar wat hoorde •m toch slok, slok, slok, eo toen ze verwon derd opzag zat Minet de poes, die ze niet binnen had zien komen van haar melk te drinken. Lcelijkèrd, riep ze booe. wil je weggaan en ze vloog naar de tafel. De poes wilde van de tafel springen stiet met haar poot tegen het glas, dat in scherven op den grond viel. Gusta liep naar de keuken en riep verschikt O, Moe nu beeft de poes de mefk omge gooid. Moeder keek haar meisje eens aan en zoi: ja kindje dat komt cr van, dan had je het maar vlugger uit moeten drinken. Guus kwam bij haar staan en vleide: toe geeft u me een ander glas, ik heb zoo'n dorst. Dat kan niet kind, ik heb nieta meer in huis. Guus ging in de kamer bij de tafel zitten met haar handen voor do oogen. He wat is het stil dacht ze en ze hoorde met een dat Moe zuchtte. Dat was zeker omdat zij zoo ondeugend geweest was. Zachtjes ging ze naar haar Moeder toe legde haar armen om d'r hala en vroeg lief: toe Moe dertje niet boos wezen. Moeder trok haar dochtertje tegen zich aan en zei zacht: kindje wat doe je met je eigenzinnigheid me toch een verdriet. Hot spijt me zoo van je, je bont al zoo'n groot meisje, je moet eens probeeren tevreden te zijn ook wan neer je niet altijd je zin knjgt. Ja Moe, snikte Guus, ik zal mijn best doen. Nu droog dan jc tranen maar gauw on ga weer spelen. Je hebt net nog een half uur tje voor we gaan eten. Guus ging naar buiten naar Rie en vroeg vriendelijk: wil len we weer gaan ballen. Heerlijk, juichte deze: wie het 't langste achter elkaar uit kan houden. Moeder keek door het raam en knikte haar dochtertjes eens toe, en toen Guus zag hoe gelukkig ze keek nam ze zich voor nooit meer boo ondeugend te zijn. Een boer had eau tammeii m. 's nachte aan een ketting liggen, terwijl het fier over dag vrij over het erf rondliep. De listige vos Bemerkte echter spoedig, dat bü den hafsband, waaraan ng' vastlag, over den kop kon strijken. Op een nacht maakte hij zich op deze I manier vrij, bezocht bij' de boeren in de I bunrt "de kippenhokken, keerde vóór de dag aanbrak weer naar huis terug en stak zijn j kop doer den halshand, zoodal c-r niet de l minste verdenking' op hem viel. De awiklagfiH» cüe den wrlawdee dak bii zjjn baas kwamen, overtuigden zich, dal hij aan den ketting lag en daar hij het kippenhok ran zijn baas onaangeroerd liet. j bevestigde hij die oude spreekwijze, dat Heintje nooit op eigen erf jaagt. Eindelijk werd hij echter toch op beeter daad *betrapt en daar de boer de aangerichte schade moest vergoeden, liet hij den vo; maar weer vrij. 'k Denk, dat Heintje in zijn vuistje lachte, toen hij weer vrij- in het boscb ronddoolde. Iemand zat in een hotel een brief te schrijven. Hij had echter veel last van een onhesc-haamden kellner, die over zijn schou der gluurde om te lezen, wat hij schreef. Daarom zette Inrj in zijn brief: „Ik zou u wel meer vertellen, maai- er staat een nieuwsgierige kellner achter mi,, die elk woord, dat ik schrijf, leest". „Dat is een leugen!" riep de kellnei- woe denet nit. „Ik heb geen woord gelezen!" Daar het al weer 6 weken is geleden, dal ik prijsraadsels gaf, heb ik er nu weer eent voor gezorgd, en dan kan het net nog mooi, vóór de Paaschvacantie begint, anders zijn er misschien weer zooveel kinderen nil logoeren, en die zouden het dan misloopen. Op verzoek van zeer veel kinderen, heb ik weer m mijn oude boek met gedichten ge zocht en een gedicht opgegeven, waarvar jullie de klinkers en tweeklanken moet in vullen op de plaats der puntjes. De grooteren moeten het heeie gedicht opschrijven, de kleineren -i coupletten. Denkt er aan wie zijn naam niet er bij zet. niet meeloten, en als je blieft niet te laat de brieven inzenden. Bij het raadsel Moorpotlood was een ver gissing, het moest zijn: iemand die n iel blank is. Aiida en Jan de Hoog, vriendelijk dank voor de mooie duidelijke kiek van je beiden, ik zal die een plaatsje geven in het album voor de raadseljeugd. Voorloopig heb ik ruimschoots voorraad raadsels. Dik van Riessen, verleden week kwam jc brief veel te laat. Als je den brief over de post naar Den Haag stuurt, dan moet je zorgen, dat ik dien Woensdags al heb, ik krijg dien dag ook altijd het pakket uit Leiden. Ik zal je raadsels leggen bij den grooten voorraad, dien ik nu weer heb en waarvan ik iedere week wat uitzoek: Goof van der Voort ,dat wil ik gelooven, dat je de poesjes niet altijd kunt vinden, als ze vrij uit kunnen loopen in bollen schuur, zolders, tuin, enz. Dat is wel een heerlijk leventje voor katten daarbuiten, vooral ais ze grooter zijn en overal muizen vinden. Neeltje van Leeuwen, zoo ga je met Mei naar de naaischool in Uithoorn, en kan je dan nog wel zoo trouw blijven schrijven, als je tot nu toe altijd deed? Aardig hoor. dat je het portret ook hebt uitgeknipt en opgeplakt. Annie van Leeuwen, dat is nu overal de drukke tijd, de schoonmaak, en het moet zeker klaar zijn voor het huwelijk van je broer. Gaat Jo altijd met de fiets naar Uithoorn? Wim van der Vliet, ben jc nog op ver jaarpartij geweest bij je oom? Of woont die niet in Noordwijk, zooals jij. Jans en Adrie van Dijk, natuurlijk is hei een vergissing, het was iemand die niet blank is, n.l. Moor. Maar dat heeft bijna iedereen begrepen evenals jullie. Nelly Rijsdam, nog wel gefeliciteerd met je verjaardag, al is die al voorbij als je dit leest; ik wist het niet eerder. Help jij je moeder maar flink bij de schoonmaak, dan leer je ast wat in het huishouden. Piet Mechelse, je ziet, er is nu een prijs raadsel, en de volgende week zal je zien, dat er o zóóvelen zijn, die graag meeloten. Mientje Henny, dus nu duurt het weer een heelen tijd eer je vader thuis komt. Het is waar, jullie zijn er aan geweocL dat hq

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 18