De Terugkeer van Klompvoet,
No. 19954.
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 28 Maart
Derde Blad, Anno 1925
™ef5Jxiyer dar> eenPyp
Brieven uit Egypte.
Sporlkleeöiig en de nieuwe Mode.
FEUILLETON.
H BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Ondeililnge besprekingen
Polen de gioote iactoz van 't
oogenblik crisis in Egypte.
In de groole vraagstukken is men naar
buiten nog niet verder gekomen. Hetgeen
trouwens ook niet te verwachten was. Dc
onderlinge besprekingen duren echter met
groole voortvarendheid voort, vooral lus-
sehen Londen en-Parijs, liet trekt zeer de
aandacht dat van Italië weinig wordt ge
hoord, alhoewel toch ook dit land van de
partij zal zijn, welke partij liet ook moge
worden. Alleen slcchls dit. dat Italië zou
hebben voorgesteld buiten Frankrijk om een
veiligheidspact te sluiten. Natuurlijk is dit
tegengesproken, maar of er toch niet eenige
kern van wtiarheid in zal verscholen zijn
geweest?
Chamberlain, die thans na Curzon s dood
meer naar voren zal komen, vermoeden we,
heeft in een groole rede in het Engelsche
Lagerhuis de groole vragen van het oogen
blik beroerd als antwoord aan den oud-la-
bour-minister Henderson .die nog eens het
protocol van Gënève verdedigde. De Engcl-
sche minister van builehl. zaken was als 't
ware nog ongenadiger voor dit protocol als
hij te Gcnève zelf reeds was. Voor d%ce En-
gelschc regccring is het protocol dood en
blijft het dood, daaraan behoeft niet do
minste twijfel te bestaan. Chamberlain greep
do gelegenheid aan om nog eens warm do
groole lijnen der jongste Duit sche voorst el
len aan. tc bevelen. In die richting - alles
moet evenwel nog nader worden gedefi
nieerd cn uitgezocht moet naar een of an
dere oplossing worden gestreefd. Een andere
uitweg schijnt er niet te bestaan voor En
geland.
Frankrijk mag daarmee wel rekening
houden en de eerste tcekencn zijn er, die er
op wijzen ,dat Herriot c.s. althans beginnen
te begrijpen, dat ook Frankrijk inderdaad de
Duilsche voorstellen zorgvuldig heeft onder
de oogen te zien. 't Is al iels gewonnen, al
yergele men vooral niet, dat het nog maar
een heel, heel klein stapje vooruit is. De
groole moeilijkheid is en blijft vooreerst:
Polen. Dit uit den dood herrezen rijk heeft
zulk een landlionger getoond, dat het zich.
goed beschouwd, daaraan een indigestie
heeft gegeten, 't Is uitgegroeid tot een log
lichaam, dat geen stuur heeft over al zijn
ledematen, zelfs erger, dat eenige lede
maten bezit waarover het niet vrijelijk kan
beschikken; ledematen, die het beter deed
te amputceren. Polen denkt echter niet aan
zoo iets, integendeel, het schijnt liomoeopa-
lisch te zijn aangelegd, gelet op de eischen
inzake Dantzig etc. Uitdrukkelijk verklaart
Polen, dat het niet zal dulden, dat aan de
territoriale grenzen wordt getornd, waarvoor
Frankrijk, de beschermer en bondgenoot
zich garant heeft gesteld en het doet een
warm beroep op dezen bondgenoot om zich
aan het gesloten accoord volledig te houden.
Ziedaav nu juist het groole struikelblok.
Zonder grenswijzigingen in het Oosten ge
baseerd op het vrije beschikkingsrecht der
volken (een hoeksteen z.g. der geallieerde
politiek bij het vredesverdrag van Versail
les 1) komt van een veiligheidspact in Duit-
schcn geest niels en garandeert Engeland
Frankrijk's veiligheid evenmin als Italië.
Frankrijk zou dan alleen blijven staan met
Polen, een land, dat inwendig le verdeeld
is om sterk te zijn en bovendien door zijn
land-hongerig optreden aan de Oostzijde ook
hevig wordt bedreigd. Een strijd tegen twee
fronten kan het nimmer voeren, hetgeen
in de practijk wil zeggen, dat Polen Frank
rijk moeilijk zou kunnen steunen, integen
deel zelf hard hulp noodig zou hebben. Op
*en Oostelijk pact, gelijk in het plan Benesj
was neergelegd, schijnt heelemaal niet
meer tc rekenen, al zal Benesj weldra War
schau met een bezoek vereeren. 't Was iet
wat te fantastisch, gelijk wij vroeger reeds
opmerken. Trouwens, de kleine entente is
evenmin een homogene macht, waarop valt
tc bouwen en staat met Oostenrijk, Honga
rije en Bulgarije als tegenstanders, die loe
ren op een kans, vooral beide laatstgenoem
den, die zeer in hun nationalen trots zijn
getroffen.
Als Frankrijk Polen echter loslaat ver
breekt het gegeven woord zooals dit zwart
op wit zelfs is vastgelegd. Als Polen nil
maar naar raad wilde luisteren, gelijk het
van uit Engeland al zeer duidelijk is gege
ven. doch daaraan hapert liet
Daarnevens heeft de Duilsche rogeeriug
een aanval te verduren gehad over de go
danc voorstellen van rechts, dat het een
schande noemde vrijwillig zich neer te leg
gen bij de grensregeling in 't Westen. Slre-
semann heeft dien aanval, die n.b. het
eerst is ingezet door Duilsch-nationalen,
een partij der huidige rege'eringscoalitie, ge
pareerd, mede door omstandigheden, maar
hij kan er staat op maken, dal deze zal wor
den herhaald bij tijd en wijle, b. v. na de
presidentskcuze, wanneer die voor rechts
eens bevredigend mocht verloopen, waarop
zeker kans bestaat. Dat do aanval direcT
wordt voortgezet door dc Pan-Gcrtnanistcn
zegt voor 't oogenblik niet veel. Ook in
Duitschland zelf derhalve gevaar voor de
voorstellen!
Wel zeer handig en voorzichtig mag go-
manoevreerd om uit dezen doolhof van be
langen cn nog eens belangen te komen. En
ernstige twijfel rijst gewis, of de uitweg zal
worden ontdekt, gezien de ontelbare slinger
paden cn onwillige mede-zoekers, met Po
len vooraan
Speelt Engeland in deze materie le beau.
róle, dalzelfde kan niet fcezegd van dc En^
gelsche houding in Egypte, waar men ccif
parlcment-reeord heeft geslagen, naar wij
meenen Men weet, hoe door een ultimatum
in Serajcwo-vorm na den moord opiden Sir
dar Zagloel pasja werd gedwongen heen te
gaan. waarmede Engelanc^ zich reeds trots
do opheffing van het protectoraat, bemoeide
met inwendige Egyptische aangelegenheden.-
De Kamer, waarin Zagloel dc meerderheid
had, werd ontbonden cn nieuwe verkiezin
gen worden gehouden op in 't Oosten be
proefde manier: tegenwerking van vrije
stemkeus etc. voor wat dc oppositie, i.e. dus
Zagloel's partij, betreft, 't Mocht alles niet
baten, Zagloel keerde met een meerderheid
in de Kamer terug, al was van de zijde der
nieuwe regeering onder Ziwar pasja bij hoog
cn laag verzekerd, dat Zagloel in de minder
heid was. Tien uur heeft de nieuwe Kamer
beslaan reeds weer is zij ontbonden cn
de regeering zal een nieuwe, beperkende
kieswet invoeren. Die echler nooit grond
wettig kan zijn. daar geen parlement ze im
mers vogr het in-werking-treden lean goed
keuren!
Zelfs blijft er twijfel, of zoo een meerder
heid tegen Zagloel kan worden gevormd,
want deze beschikt nu over een pracKt-pro-
paganda-maleriaalhet onder Engelschc
pressie staan van de regeering. En in E*vp-
te leeft fel de zucht naar volledige vrijheid,
zoodat het gevaarlijk is een koers le steve
nen, lijnrecht daartegen in. Ook voor Enge
land zelf
Vergissen wij ons niet. dan beginnen in
Egypte thans pas de moeilijkheden!
RECLAME.
5667
V.
Memphis en Saccarah.
Eenmaal por week vertrekt uit Cairo de
boot naar AswAu, waarmede men in den
kortsfcen tijd de belangrijkste bezienswaar
digheden van Egypte bezoeken kan. Daar
de loods slechts aan de klour van het water
de ligging der zich steeds verplaatsende
ondiepte herkennen kan, is het bevaren
van de rivier met een raderboot van eeno
gen diepgang alleen mogelijk, zoolang het
daglicht den stuurman den rechten weg
wijst, zoodat slechts zeer zelden de boot na
zonsondergang nog verder kan gaan. Naar
mate de wiüter vordert en liet peil van den
Xij! daalt, komt liet vaker voor, dat zelfs
miduen op den- dag dc booten op zandban
ken vastloopen. De nacht valt snel in. Sche
mering is onbekend en dadelijk, nadat de
zon achter de kim verdwenen is, worden
rivier cn oevers in het nachtelijk duister
gehuld.
De eciste halteplaats van de boot is het
dorpje Bedrachin, het uitgangspunt voor
het tochtje naar Memphis en Saccarah.
Evenals Hcliopolis, is ook Memphis niets
meer dan een herinnering, aan een naam
verbondende oude rijkshoofdstad is met
den grond gelijk maakt.- Bij het Arabi
sche gehucht Mitrahineh ligt een uitge
strekt palmbosch, waaitusscben tenten en
uit klei gebouwde graanschuren der fel
lah's vcrsp tid liggen. Onder dit vredige
plekje ligt de antieke stad niet haar ruïnes
begraven. E)ezc palmentuin is dc trots van
de bewoners van Mitrahineh. een legenda
risch geschenk van de godheid zelve. Toen
ik gedurende mijn woestijnreis 's avonds
onder den tropischcn sterrenhemel in mijn
tent uitrustte van den zwaren dagrit, ver
haalde mijn kameeldrijver mij do volgende
sage. In oude tijden stond daar, waar nu
dc boeren hun akkers bewerken, een mach
tige stad, welke aan rijkdom cn grootte
haars gelijke niet had in het ganschc -Oos
ten. De vorst, wiens marmeren palcis van
heinde en ver bezoekers trok, hecrschte
over de geheele wereld. Doch do voor
spoed bracht de" bewoners tot overmoed.
Niet tevreden met hun aardsche macht,
wilden zij zelfs den hemel aan zich onder
werpen. De koning liet alle palmen in zijn
lijk omhouwen en aan elkaar binden, de
wortels van den eenen boom. vastgehecht in
den bladerkroon van den voorgaanden.
Evc>nals nog heden ten dage de dadclpluk-
kers omhoogklimmen, langs den schubbi-
gen bast. wilde de overmoedige hecrsclior
door middel van den geïraproviseerden lie-
melladdcr zijn inval in het luchtjijk" voor
bereiden. Het gevaarte werd opgesteld op
liet bergplateau der Libyseho woestijn en
ten aanzien van zijn verzamelde onderdanen
ondernam de sorst als eerste de gevaarlijke
reis. Doch Allah, vertoornd over deze
driestheid der stervelingen, trof met zijn
nooit-falenden bliksem den boomenladdcr,
die krakend ineenstortte en jn zijn val stad
en menschen verpletterde. Als waarschu
wing deed de god uit do ruïnen een nieuw
palmbosch opgroeien en beval dit als ge
schenk in dc hoede aan dc omwonende
boercii.
Dit Is de 1 gende, welke de volksverbeel
ding vasthechtte aan de herinnering aan
den ondergang der oude residentie. Vanuit
Memphis, dat nog in het vruchtbare dal
ligt, ziet men reeds van verre in de uitloo-
pcr3 der woestijn de grillige vormen van
de trappyramide van Saccarah liggen.
Toen Ik in het najaar de plaats bezocht,
voerde een smalle dijkweg van Mitrahi
neh naar Saccarah, dwars door de onmete
lijke watervlakten der overstroomde vel
den. Bij mijn terugkomst, drie weken later,
leidde de weg tusschen vette akkers door,
waarop onder de milde zonnestralen van
den vroegen wintertijd, het jonge gewas
reeds een decimeter boven den grond was
uitgegroeid. De snelheid, waarmede de bo
dem hier den ijver van den landman be
loont, maakt het mogelijk om gedurende
één seizoen achtereenvolgens drie rijke
oogsten binnen te halen. De trapvormige
pyramide, die het woestijnplateau be-
hceracht, heeft niet die massale monumen
taliteit, welke te Gizeh zoo'n diepen in
druk maakte. De omlijning van het ge
vaarte is te onbestemd cn dc sterk afbrok
kelende zijvlakken verhoogen liet vervallen
uitzien der ruïne. Na ons in het huis, waar
de Fransche egyptoloog Mariette geduren
de zijn opgravingen woonde en dat nu als
halteplaats en woning der iulandsche op
zichters is ingericht, wat te hebben ver-
frischt, daalden wij af in de ondcraardsche
gewelven Tan het Serapeum. Een breede
gang, aan weerszijden van diepe nissen
voorzien, vormde de laatste rustplaats,
waar dc gebalsemde lijken der heilige
Apisstieren in granieten sarcophagen wer
den bijgezet. Van de reusachtige afmetin
gen van dezen stecnen doodkisten kan men
zich ccn idee maken uit het feit, dat het
gemiddeld gewicht op ongeveer C5.000 K.G.
wordt geschat. Ten nooden der pyramiden
is de uitgestrekte doodenstad, waar zich
de graven tier rijksgrooten uit het Oude
Rijk bevinden. In tegenstelling met de kale,
zwart-berookte stcencn wanden van het
Serapeum, zijn de rauren der graven ver
sierd met inscripties en reliefs, waarvan
op verscheidene plaatsen de oorspronke
lijke, helle kleuren nog duidelijk zichtbaar
zijn. Het zijn voornamelijk scènes uit heb
dagelijkschc leven en de directe omgeving
van den overledene, welke" deze reliefs dus
vertoonen, verduidelijkt door verklarende
inscripties: Twee mannen zijn bezig me»
het me]ken van een koe, terwijl een derde
op den uitkijk staat en hen aanspoort met
de woorden: .Schiet toch op! Elk oogen
blik kan de herder komen!" Intusschen
staal dc her Her zelf voderop aan den oever
dc rivier cn onderhoudt zich, als een echt
natuurkind, met visschcn cn vogels. Hij
drijft de runderkudden door ccn voorde
naar de andere zijde van het water cn ziet
toe, dat de krokodillen hem geen dier ont-
roovcn. „Strek uw arm uit over 't water"
wordt hém toegeroepen, en werkelijk be
zweert hij het komend gevaar door het
uitstrekken van zijn wijsvinger, het karak
teristieke gebaar van dengene, die het
boozc oog wil afweren. Dc roeiers van twee
schuiten, die achter elkaar den stroom op
varen, zijn slaags geLaakt..sla hem zijn
hersens inT' is dc vriendelijke raad, dien
de opvarenden aan hun voorvechters ge
ven.
Deze trachten hun tegenstanders „met
hun stok te zalven", zooals de tek-et ironisch
zegt. Op den achtergrond wordt het graan
dat door dragers in zakken naar de schuur
wordt gebracht, door een opzichter nauw
keurig nagewogen cn opgeteckcnd. \Yoe
hem, die niet dc volle maat brengt. Hij
wordt uitgescholden voor „dief, die zijn
meester besteelt, gehaat verafschuwd
door zijn meesteres". De slager, die al
zijn kracht noodig heeft om een rund bij
de horens vast te houden, alvorens het met
een bijlslag tc dooden, zegt tot zijn helper:
„Houd net beest toch vastHet is mij te
sterk!" Typeerend voor den zelfvoldancn
boer zijn de zoo vaak herhaalde gezegden
als.- f,Wflt gij een man zien, die steeds op
tijd is, niet te veel praat, gedurende zijn
arbeidsuren en zijn werk beter verricht,
dan elk ander? Welnu, dan moet gij bij mij
zijnHet gansche dagelijkschc leven van
den oud-egyptischcn lieereboer passeert do
revue op deze grafreliefs on leert ons de
werkwijze der handwerkers kennen en de
methoden der nijverheidgeen plokje op
dc wanden is ongebruikt gelaten. Telkens
en telkens valt het weer op, hoe woinig hier
het volksleven van nu verschilt van dat uil
vroeger eeuwen. Het tegenwoordig straat
gewoel in dc inlandsche dorpen is als de
tot. leven geroepen reliëfs.
In een vorigen brief vertelde ik over de
nieuwe voncisten te Gizeh. Ook in Saccft-
rali hebben de opgravers aan den voet der
pyramide de graven der familieleden cn
vrienden van den toenmaligon vorst aan
het licht gebracht. Op don grond van het
vertrek, dat vroeger tot badkamer heeft
gediend, ziet men nog de zwarte brandplek
van het houtvuur, waarop het waschwa-
ter we .d warm gemaakt. Er naast ligt een
houten plankje met uithollingen, waaruit
door wrijving de lont in vlam werd gezet:
de lucifersdoos ligt nog naast den geyserl
Eigenaardig is het, dat men het leven
dier menschen alleen leert kennen uit hun
graven, terwijl hun woonsteden en behui
zingen, behoudens een enkele uitzondering,
alk te gronde zijn gegaan. Nergens mis
schien Jet men dit duidelijker, dan bij liet
vergelijken van de doodenstad Saccarah
met Mitrahineh, het vuile fellahdorp, eens
de scl'tterend? r^ridentie van een wereld
rijk.
RECLAME.
Wie aan deu weg timmert heeit veel bekijks.
Als men, zooals wij, vee! met publiek om
gaat, vernoemt men veel interressant nieuws
Het cene nieuwtje leent zich echter beter tot
publicatie dan liet andere en als men alles
zou gelooven en in dit blad af zou drukken,
dan zouden wij plaatsruimte le kort komen.
Er is echter één feit, dal thans weer de volle
aandacht trekt n.l. dat C A. op nieuw de
prijzen verlaagt voor Ilcercnklceding
Hel bekend C. A -systeem, dat deze
firma al zoovele jaren met succes loepast op
hare Daniesklceding, werd, nu ccn jaar ge
l-F n. ook toegepast op llecrenklceding en
nu is liet frappant, dat de firina uit alle doe
len van het land niet alleen sympathiebe
tuigingen ontvangt, doch ook verzoeken om
in die plaatsen, waar hare Dameszaken reeds
gevestigd zijn, ook llccrenklceding te vcr-
koopen Aan eeniue van deze verzoeken
heeft de firina reeds gevolg gegeven, (cn
naar wij vernemen, zullen andere -pocdig
volgen), door In verschillende plaatsen, nieu
we magazijnen voor Hcerenklceding lo ope
nen, waardoor liet haar mogelijk zal zijn,
door grootcrcu inkoop en concentratie dc
prijzen opnieuw le verlagen, liet schijnt toch
wel volle ernst lo zijn met d, n strijd der fir
ma kgen dure llccrenklecding. öG99
.Een dezer dagen woonde ik met een groot
gezelschap een jachlrit bij in het Gcldersche.
Heerlijk stralend lenteweer en veel vroo-
lijkc, lachende gezichten! Maar o! o! wat
waren de dames alleronpraclisch aange
kleed!
IIcl was van tc voren bekend gemaakt)
dat de door de paarden af tc leggen weg
eerst door de deelnemers geloopen zou wor
den. Daar doen gewoonlijk ook vele dames
aan mee. Ilollandsche vrouwen zijn flink
cn sportief; die klauteren fluks over ccn
hekje; springen zonder aarzelen over (of in!)
een sloot en stappen graag stevig aan, zoo
dal zij een goed gezelschap voor zoo'n
„cross country" zijn.
Een grappig verschijnsel was het nu dat
de moesten er echter met haar toilet blijk
baar niet op hadden gerekend. Zelfs een
kind kan toch begrijpen, dat je bij een loop
dwars door de weien natte voeten haalt!
Toch zag ik verschillende jonge vrouwen
met dunne, sleedsehe, lage schoentjes en
zijden kousen aan! Jk hoef u niet lo vertel
len, hoe die slakkcrls ten slotte liet eind -
punt bereikten? Van hun schoenen was
heelemaal niels meer le zien en de kousen
zaten tot aan de knie onder ccn heerlijke
korst van klei-modder!
Dat blijft voor de meeste vrouwen locli
steeds de grootste moeilijkheid: om le we
ten w a t zij l>ij deze of die gelegenheid moe
ten dragen. Bijna iedereen is tegenwoordig
van de nieuwste snufjes en variaties op de
hoogte, maar dit, wat er véél moei' op aan
komt, is voor velen nog een struikelblok.
Door VALENTINE WILLI.VMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
Nadruk verboden).
JS*
„Wc lisl'ü o es genoeg 'van uns 1c lalen
bedotten/' riep de groote matroos, dien zij
Schroder noemden ...De Keizer is afgezet,
hoor je, en wc zijn allemaal gelijk! .Te hebt
al lang genoeg de dingen verknoeid,
Grundl! Je liet dien vervloekten Engclscben
spion door je vingers glippen met de plaats,
waar dc schat verborgen is, in zijn hoofd!
Je deugt niet meer voor je werk, Grundt; Je
hebt je zaakjes nu lang genoeg verknoeid!"
„Ganz rechtI" riep een andere Duitscher.
„En die arme Nequc kreeg cc-n kogc-l in
zijn maag, omdat hij je gisteren.zoowat het
zelfde heeft gezegd in het boschl"
Dit verklaarde het ééne losse schot, dat
wij in liet bosch gehooid hebben, toen wij
op de rots waren.
„En dc dokter is vermoord door dien ver
vloekten Englander!" schreeuwde een stem
van aciiter uit de groep.
„Drie dagen hebben we Mer gewacht en
ni g geen spoor van den schat," zei von
-Hagel, de groep rondziende. „Wat zeg je
daarop, Grundt?"
Klompvoet, die onder al dit schelden oil
s' voolig was gebleven, trachtte nu overeind
te komen. Niemand stak een hand uit om
'•-■li 'e helpen. Hij st,or.d daar tegenover
hen, boven allen uitstekend. Al was hij
ziek, zijn persoonlijkheid overheerschte
ieder. Een vlammend rood kwam op zijn
vaalbleek gezichltwee aderen zwollen als
dikke koorden op zijn voorhoofd cn zijn
oogen schoten vonken. Zijn beide handen,
omklemmend den kruk van zijn stok, beef
den.
„Is u candidaal om mij op le volgen,
Hen- Leutnant?"
Hij sprak tegen von Hagel alleen en zijn
stem was kalm c-n vast. Maar toen scheen
zijn gevoel hem de baas te worden cn brul
lend schreeuwde hij:
„Jou oproerige schurk! Deze lummels
kan ik lalen kelten, maar wanneer hun
leider mee begint le doen, dan is het tijd
voor den meester om de zweep tc gebrui
ken 1"
Bij die woorden hief hij zijn zwaren stok
op en sloeg den ander vlak in hot gezicht.
Met een rooden striem over zijn zacht blo
zenden wang sprong von Hagel op zijn aan
valler toe, maar een groote revolver, die
Grundt uit zijn zak had gehaald, deed hem
onmiddellijk terug deinzen.
„Ik heb-maar één kogel voor Neque ge
bruikt,'1 waarschuwde Klompvoet hem met
rustige, grimmige slem. „Er is er nog één
over voor u, Herr Leutnant, ja, en nog
meerdere ook voor andere, oproerige lafaards
zooals u
Von Hagel draaide zich om, gebroken,
vernietigd. En Klompvoet riep:
„Terwijl dit poppetje hier ons onzen tijd
laat verknoeien, verschuilt de man, dien
wij hebben moeten ,de man, die ons de vijf
honderd duizend dollars in goud kan wij
zen, zich ergens in een grot geen duizend
meter van hier. Gekken, die jullie bent, be
grijp je niet, dal je hem alleen maar l>ehoeft
te laten weten, dat het Engelsche meisje in
onze handen is, om hem tot overgave le
krijgen? Anders
llij zwoeg opzettelijk en keek Marjorio
aan van onder zijn zware wenkbrauwen.
De menigte herhaalde schreeuwend het
woord, waarin hij was blijven sloken.
„Sonst?"
„Anders moet hij weten, dat ik deze fijne
Engelsche jongedame zaJ overgeven aan de
genade van ieder van onze dappere meige
zellen, die het slachtoffer geworden is van
haar schoonheid Zwarte Pablo, bijvoor
beeld, of onze schoone kok, Tizaro
Op deze woorden volgde gebrul van bij
valsbetuigingen. Zwarte Pablo, met zijn
guilaar schuin over den rug, een plomp,
padde-achlig wezen, dik en walgelijk,
kwam naar hel meisje toegewaggeld. En
met zijn eene slappe, waterachtig oog wiet
hij het meisje aan te kijken op een manier,
die haar deed ineenkrimpen van afschuw.
Toen werd, le midden van een uitbarsting
van vroolijkheid, de „schoone" kok Pizar-
ro, de mismaakte mulat, le voorschijn ge
haald. Hij schuifelde naar Marjorie toe, ter
wijl hij zijn oogen heen en weer Het rollen
in het gele, pokdalige gelaat.
„Gaaf nu, kinderen I" riep Klompvoet,
„Sleept me dien spion uit zijn hol en brengt
hem hier. Dezen keer zaJ hij spreken, alle
duivelsl of wij zullen er ééns voor af een
eind aan makenl"
Weer keek hij Marjorie aan. Hot goud in.
zijn tanden glinsterde, toen hij kwaadaar
dig glimlachte. Toen viel hij, blijkbaar over
mand door de inspanning, die hij van zijn
krachten gevergd had, terug op zijn leger
stede.
Hel hol was vol rumo r, loen de man
nen op weg gingen. Zij hadden gekampeerd
aan den voet van de in-terrassen opstijgen-
uitziclit had op do open plek in hel bosch
met het graf, en daarachter de wijde uitge
strektheid van de IIorseshoe-Baai, ingeslo
ten tusschen de beide landtongen.
„Neem touwen meel" ried Klompvoet
van af zijn legerstede onder den boom. ...Te
moet misschien in tie grotten afdalen!.
De matroos, Schroder, haalde een eind
touw voor den dag en haastte zich achter
het rijtje mannen aan, die achter elkaar het
hol uitliepen, pralend en lachend als ccn
troep schooljongens; niet één bleef er ach
ter. Zelfs Pizarro, de negerkok, ging m e,
Zwarte Pablo, de leider van den troep, die
het laatst wegging, wilde een bewaker voor
Marjorie achterlaten. Maar Klompvoet wilde
daar niet van hooren.
„Amigo mio," zei hij, „El Cojo is nog niet
zoo oud als die jeugdige kwast daar wou
beweren. Ik kan niet klimmen zoolang die
vervloekte koorts mij in mijn corpus zit,
maar ik kan best op mezelf passen en
op iedereen, die mij de eer aandoet dezen
aangenamen middag in mijn gezelschap
door te brengen.
Zwarte Pablo lachte grijnzend. Zij hoor
den zijn roeten 9tampen op den rotsigen
bodem. Het volgende oogenblik was bij ver
dwenen en de kalmte van den zomermid
dag daalde over de grot; men hoorde alleen
een droomerig gegons van insecten, de
zachte bries, die door het dichte gebladerte
woel en het verwijderde bruisen van
de zee.
K'ompvoet begon tot Marjoïie te spreken.
HOOFDSTEK XXII
Een onderbroken téte-é-téte.
- Een onaangenaam tooncel van geweld,
mein lic-bcs Friiulein," merkte li ij op, zijn
voorhoofd met een rooden zakdoek afve
gend, hel had zoo gemakkelijk vermeden
kunnen worden. Maar wanneer men zijn
hartstochten laat werken in plaats van ver
stand, was wollen Sie? De oorlog heeft
alle logisch denken vernietigd. Tegenwoor
dig is hel een zeldzaamheid iemand le ont
moeten, die een volkom i .liailstoclil-
looze levensbeschouwing i- Ir.uit.
Jawohtl.
Marjorie vroeg zich ver a L r I al, waar
hij heen wilde. Zijn manier van doen was
vleiend; maar zij was zich bewust, dat hij
haar nauwkeurig opnam om te zien welke
Uitwerking zijn woorden op haar hadden.
„Wij, Duilschers, hebben den oorlog ver
loren. Daarom gelooft een man zooals uw
vriend Okewood, dat overal in alr omstan
digheden een Duitscher in een staal van
minderwaardigheid moet zijn, mcinc Gnil-
dige. En wat een smet werpt dit gebrek aan
logica op een overigens zoo merkwaardig
karakter! Om lic-l bewijs niet wider le zoe
ken dan op dit heerlijke eiland: oorlog of
geen oorlog hel feit blijft, dat mijn kleine
groep den Ilcrr Major in een minderheid
brengt dan dertien legen één. Hoeveel wij
zer zou het van zijn kant geweest zijn,
wanneer hij dat feit gisteren bedacht had!
Laten wij hopen, dat hij niet zoo onoor
deelkundig zat zijn hef te vergeten! U be
grijpt wat ik bedoel? Wat is u toch sn»4
van begrip!
i (Wordt vprvntgd).