NO. 10954. ZATERDAG 28 MAART Anno 1925 Officieele Kennisgeving. STADSNIEUWS. Het voornaamste nieuws van heden. LEIDSCH BLAD PRIJS DER ADVERTENTIES 80 CU. per rejel. Bij regelabonnement belangrijk legeren prijs. Kleine Advertentiin, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Cftteidags 60 Cts., bij een maximum aarUI woorden ran 30. Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven 10 Cts. porto U betalen. Bewijsnummer 6 Cts. Bureau Nsordeindspleln - Telefoonnummers voor Oirectie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507 Postchèqua- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54 PRUS DEZER COURANZi Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco per post 2.35 portokosten. 0.18. „0.18. Btt nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. HINDERWET. Burgemeester en Wethouders van Leiden; Gezien bet verzoek van: a. de fa. I. Zandvoort, om vergunning tot oprichting van een werkplaats voor het be reiden van vleescliwaren in het perceel Mare No. 1, Sectie 11. No. 2i39; b. de N.V. Emile Schulze en Zonen's Maatschappij, om vergunning tot oprichting van een fabriek voor het vervaardigen van luciferspillen in 't perceel Utreehtscbe Jaag pad No. 41, Sectie M. No. 3763 en 3857; c. G. J. Alkemade, om vergunning tot uitbreiding van de broodbakkerij in het perceel Morschstraat No. 58, Sectie B. No. 68; Gelei op de artt. 6 en 7 der Hinderwet; Geven bij dezen kennis aan het publiek, dat genoemde verzoeken met de bijlagen op de Secretarie dezer gemeente ter visie ge legd zijn; alsmede, dat op Zaterdag 11 April e.k., des voormiddags te hallelf uren, op hei Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven om bezwaren togen deze verzoeken in te brengen, terwijl zij er de aandacht op ves tigen, dat nicl tot beroep gerechtigd zijn zij. die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder wet voor het gemeentebestuur of een zijner leden zijn verschenen, len einde hun be zwaren mondeling toe te lichten. N. C DE GIJSELAAR, Burgem. VAN STRIJEN, Secretaris. Leiden, 28 Maart 1925 Openbare promotie van dr. J. M. Buffiu. Gdslarnamiddag promoveerde, zooals wij vermeldden, de heer J. M. Buffiu, leeraar in het Fransch aan liet gymnasium alhier, en gabonen te Lyon, (ot doctor in de Ro- maamoche taal- en letterkunde met een proefschrift getiteld. Remarques sur les Mo yens d'oxspressi on de la Durée et du Temps en Francais. Deze promotie, die met lof geschiedde, droog een openbaar karakter, waartoe een bijzondere aanleiding bestond. Et is aan de Leidsche Universiteit gc-en leerstoel in het Franach gevestigd. De leermeester van dr. Buffin was de lector in de Romaansehe taal en letterkunde dar. G. de Boer. Volgens de bepalingen der H.-O.-wet is in zoo'n geval alleen een openbare promo tie mogelijk, ten einde den promotor niet- hoogieeraair in de gelegenheid te stellen tc poneeren, terwijl als de feitelijke promotor optrad de buitengewoon hoogleeraar prof. dr. D. C. Hesseling. Er was voor deze promotie, die ongeveer een uur duurde, veel belangstelling, voor namelijk uit de kringen van het gymna siaal en^ hooger onderwijs, zoodat de Se naatskamer vrijwel geheel met dames en hoeren was gevuld. Voor terzake kundigen, was de verdediging van de Stellingen, door den heer Buffin geponeerd, bijzonder inte ressant. Prof. HesseLing prees het proefschrift als een stuk werk van groote wetenschappelijke waande, getuigende van veel bronnenstudie, te meer te waiarcfècrcn, omdat deze studie onder dikwijls moeilijke omstandigheden plaats had. Het cene kleine bezwaar, dat hij tegen liet werk opperde, was, dat daar in, vermoedelijk om liet sober le houden, niet altijd zijn vermeld geworden de bron nen, waaruit aanhalingen zijn geput; een bezwaar trouwens, dat met tien regels druis kan worden opgeheven. Hij wenschle d n gepromoveerde, die reeds den middellvarcn leeftijd heeft be reikt, veel geluk mot don met lof toegeken den doctorsgraad, waaraan namens den Senaat,-de reetor-magnificus, prof. mr. A. J. Blok, zijn gelukwcnschen in het open baar toevoegde. Daarna werd dr. Buffin door talrijke ken nissen, vrienden en leerlingen geluk- gewenscht. Lezing van de Jongeren Vredcs-Actie. Gisteravond sprak in liet Volksgebouw de heer Drop voor de Jongeren Vredes-Aclie over de arbeiders-beweging en het vredes vraagstuk. De voorzitter opende de vergadering met ren kort woord over wat de Jóngeren Vre des-Aclie is. Hij herinnerde aan de conferen tie (o Soesterberg, wtipr de heer Drop ook is geweest, die bij alle deelnemers het vaste voornemen heeft doen ontslaan zich tegen een herhaling van den oorlog, die toch het bcslc in den menself doodt, met alle macht te verzetten. De J.V.A. verzamelt allen, die, los van politieke overtuiging, willen mede werken voor den vrede. En hiervoor wil zij ook meer aansluiting zoeken bij leden van <3c Arbeiders Jeugd-Centrale en jonge S.D.A.P.-leden. Daarvoor client speciaal deze avond. De heer Drop begon met te zeggen, dat hij niet wilde beweren den groei en de richting van de J.VJL. in alle opzichten toe te inichen. Toch ziet hij het belang van het ontwaken van de vredes-idee in burgerlijke kringen ook voor de S.D.A.P. Als ooit de socialistische gedachte hem doorhuiverde, en met vreugde vervulde, dan zeker bij het vrede3-vraagstuk. De wensch komt daarin tot uiting de menschhcid los le maken van het gevaar, dat oorlog en militarisme met zich meebrengen. Nu zijn cr verschillende overwegingen, op grond waarvan men zich bij de vredesbeweging kan aansluiten. In de eerste plaats afschuw voor de lichamelijke en malcrieele ellende; dan de nieuwe mid delen, waarmee men oorlog zal gaan voeren, die ondergang zullen brengen voor de heelc menschhcid. Wij slaan Lier voor twee nio- I gelijkheden: Vrede of zelfmoord van de menschheid. Dit is dus een motief van zelf behoud. In de derde plaats zijn veel men- sclicn tevreden met den toestand van de maatschappij, zooals die is, bang dat het evenwicht verstoord wordt (handelsrelaties verbroken, enz. enz.) Maar er is ook een meer positief motief, dat van hen, die worden gedreven door hun liefde voor de menschheid, eerbied voor het leven van anderen, verlangen naar het toe nemen van de geestelijke levenswaarden. Zij willen het leven zóó maken, dat hun idea len daarin le verwezenlijken zijn. En nu komt dc spr. tot de vraag: kan de arbeidersbeweging een factor zijn in dc-zen positieven strijd? Wij moeten, om vrede te brengen, afdalen lol de oorzaken, die aan den oorlog ten grondslag liggen. En deze ziet spr. in de belangentegenstelling. En deze zal alleen op 'le heffen zijn door den klassen strijd. Klassenstrijd niet als doel, maar, door een kapitalistische maatschappij heen, te ko men lot één van meer orde en naasten liefde. De taak van de arbeidersbeweging is, dezen groei in de goed richting te ver haasten. Als onderdeel in dezen strijd zien wij den strijd voor den vrede, zei spr. In 1914 verweet men de arbeidersbewe ging, dat zij den oorlog toeliet. Maar het sla gen of niet-slagen van haar pogen hangt ge heel af van de mentaliteit van hel' volk. De beteekenis van de J.V.A. zal moeten blijken uit het standpunt, dat zij tegenover deze vragen zal innemen. Het geloof in de mogelijkheid en noodza kelijkheid van het optreden van de arbei dersbeweging l:an spr. ons niet geven. Dat geloof, dat ons de klassenstrijd waard maakt' I dien te strijden, moeten wij onszelf eiken dag opnieuw veroveren. Wie dat kan vin den vindt cr een onvergankelijke vreugde in. De twee debaters legden er den r.adruk op, dat de heer Drop het verschil nrbeider- niet-arbeider te groot zag, waarop de heer Drop antwoordde niet alleen handen-arbei- .ders te bedoelen. De Voorzitter bedankte den spreker voor de nieuwe perspectieven, die hij voor de J.V.A. had geopend. Een Ronieinfiche Kolonie ln Limburg. Voor de deelnemers aan de archaelogische lezingen van het Rijksmuseum van Oudhe den te Leiden, sprak gisteren cle heer A. E. Remouchamps, Wetenschappelijk assistent aan genoemde inrichting, over een Romein- sche kolonie in Zuid-Limburg. Hij begon met er op tc wijzen hoe naast de zuiver mili taire nederzettingen langzamerhand bur gers zich kwamen vestigen. Hoe dit vesti gen door het toewijzen van stukken land, of door het verleenen van Romeinsch recht, ge. leidelijk hot ontstaan van dorpen of steden in de hand werkte; hoe sommige van deze steden tot hoofdplaats van een gouw of civi tas werden gemaakt waarvan dan weer on- dergouwen of pagi cn ook dorpen of vici afhingen. Deze civitaties zullen doorgaans wel bepaalde stammen der inheemsche be volking hebben omvat, zooals uit dc bena ming civitas Bafcavorum die op een inscrip- lie uit Rummel voorkomt o.a. blijken zou. I Evenwel weten wij niet waar deze civitas tc zoeken is. Beter zijn wij ingelicht omtrent j do Civitas Ulpia Trajana, die ten N. van het stadjo Xanten vlak bij onze opstergrens. is ontgTaven. Een zeer aparte plaats nemen echter de Romeinscbe nederzettingen in die wij in zo? groot aantal in het Z. van Limburg aanlréf- fen De hier opgegraven gebouwen kenmer ken zich vaak door ec-u groot comfort en rijke inrichting. Al lijkt het op het eersto zicht dat deze landhuizen of villa's tame lijk verspreid cn ver van elkaar liggen, toch zijn hier en daar groepen te herkennen, die dan tezamen als een vicus kunnen, worden beschouwd. Een dergelijke greep is ten N.W. vair Valkenburg teruggevonden, in en ron dom het tegenwoordige Ravensbosch gele gen. Nadat spr. de ligging der hier ontgraven gebouwen had aangetoond en er op gewezen had hoe ook een tempel met daarbij hoeren de begraafplaats was gevonden, behandelde hij meer in hot bijzonder een dor belang rijkste villa's. Deze was in de jaren 1922 en 1923 door dr. Holwerda, dr. Goossens en spr systematisch onderzocht. Aan do hand van talrijke lichtbeelden werd het werk van de opgraving nagegaan. De inrichting van hot aanzienliike gebouw, waarvan verschil lende vertrekken met hypocaustenverwar- ming waren voorzien en waar ook ruime badkamers niet bij ontbraken, werd in bij zonderheden besproken. Doch vooral van groot belang waren enke le fragmenten van bronzen tafeltjes met inscripties, die tijdens de opgraving zijn gevonden. Hieruit zou het namelijk mogelijk zijn af te leiden wie eenmaal de bewoner de zer villa ia geweest. Bedoelde fragmenten bchooren tot drie verschillende tabulae. Het karakter van alle is echter hetzelfde. Hot zijn eerinschriften, een soort opdrachten ter eere cn ten gunste van een persoon. Het eerste der tafeltjes is echter twee maal ge bruikt en draagt zoowel aan den voorkant als aan den achterkant een inschrift. Het eerste daarvan noemt als persoon aan wie de opdracht is gericht M. Vitalmius, die nader wordt aangeduid als decurie van de Colonia UI pica Trajana tevens duumvir. Aan de andere zijde is dc- opdracht gericht tot Titus Tcrtinius, die de titel heeft van aedilieius of oudaediel van do Colonia Ul pia Trajana, en geschiede zij door de Pa- gus Catualium, waarvan Tertinius patronus is. Het tweede plaatje neemt opnieuw de zelfde Tertinius, die hier als Decurie cn duumvir (van een niet nader te bepalen civitas, maar naar alle waarschijnlijkheid wel van de reeds genoemde Colonia Ulpia Trajana) wordt betiteld. Ook het derde plaatje neemt deze persoon met dezelfde titels. Uit een en ander zou, volgens spr. blijken, dat Tertinius als de vermoedelijke bewoner van de villa moet worden be schouwd. Hoogst belangrijk noemde hij deze zeldzame vondst, die het mogelijk maakte omtrent den aard der bewoners dezer vil la's iets meer tc vernemen. Er blijkt immers uit dat hier heeft gewoond een zeer hoog j personnagc die aan het hoofd van een civitas heeft gestaan. Ook van een ander standpunt uit is de inhoud der inscriptie* waardevol Wij zien er immers uit dat Ca tualium, dat ons verder allen door de Peu- lingerkaart is bekend, hier als Pagus wordt aangeduid, cn tevens als ressorteerend on der do civitas die bij Xanten is teruggevon den mag worden beschouwd. De reeks archaeologisclic lezingen die door j de directie van het Rijksmuseum te Leiden dit jaar werden ingericht zal worden beslo- ten door twee voordrachten die de Duitsche I hoogleeraar uit Freiburg, Prof. dr. H. Eh-a- gendorif zal houden over Phidias und die Klassischc Kunst des V Jahrhunderte" Prof. Dragendorff. die gedurende jaren als Secre taris-Generaal aan het hoofd heeft gestaan I van het Duitsche Archoeologisch Instituut-, is vooral door zi.in publicatie* van de opgra- i vingen op het eiland Thera ook in bet bui tenland bekend. Zijn lezingen zullen plaats j hebben op 31 Maart- en op 3 April n.s. te 8 uur 's avonds. Leidsch glas te Gouda. lu 1C03 schonk Leiden aan de St.-Jans- kerk to Gouda, waar de beroemde glasschü- 1 deringen van de gebroeders Crabeth te zien zijn, evenals andere Hollnndsche steden (en I waterschappen, o.a. Rijnland) een geschil derd glas. Dit glas werd door den Leid- sclion glasschilder Cornelia Klok bewerkt naar het ontwerp van den bekenden Leid- schen schilder en burgemeester 8wanenburg en is van liooge kunstwaarde. Het gla», waarvan een oude reproductie, ongeveer op 1/10 van de ware grootte binnenkort bij de firma Sala zal worden tentoongesteld, stelt voor de geschiedenis van het oud-testamen- tische beleg van Samaria (II Koningen VII) dat zekere overeenkomst- hoeft in verloop en uitslag met het beroemde beleg van Lei den zelf, en geeft de voorstelling daarvan in levendige kleuren en op waarlijk artistie ke wijze weder. Het verkeert na drie eeu wen in een bedcnkelijken toestand en moet noodzakelijk hersteld worden evenals ande re ongeveer gelijktijdig geschilderde glazen in genoemde Kerk, waarvan de omlijsting thans ook gerestaureerd wordt. Nadat Rotterdam reeds f 10.000 heeft ge geven voor de herstelling van een ander, door die stad geschonken glas uit denzelf den tijd, kwam thans tot Leiden de vraag, of het herstel van het door Leiden geschon ken glas voor zijn rekening wilde nemen. Do kosten zouden f 7500 bedragen en het werk zou worden uitgevoerd door den be kenden Delftschen glasbrander, den heer Schouten te Delft, binnen, en buitenlands als een kunstenaar van groote bekwaamheid erkend. Dezer dagen vormde hier ter stede een commissie met het doel om te trachten ten minste een deel van de bènoodigde som bij een te brengen. De commissie hoopt, dat zoowel hier ter stede, als door elders woon achtige Leidenaars en andere belangstellen, den genoeg gevoeld wordt voor deze her stelling, die als een soort van eereschuld dient beschouwd te worden door ieder, die voor Leiden en zijn verleden gevoel heeft. De commissie bestaat uit de navolgende personen Jhr. mr. dr. N. O. de Gijselaar, eere-voor. ztter; prof. dr. P. J. Blok, voorzitter; A. Coert, secretaris; S. J. le Poole, penning meester; mevr. De Gijselaar—Viruly; mej. Caroline Coebergh, dr. N. G. Bevefsen, prof. dr. A. W. Bijvanck, A. W. Frentza®, F. G. H. Gerlings, dr. C. J. A. van Iterson. prof. dr. P. Th. Kan, B. F. Krantz, prof. dr. L. Knappert, W. van der Laan, prof. dr. W. Martin, mr. dr. J. O. Overvoorde, mr. P. A. Pijnacker Hordijk, Aug. L. Rei- meringer, W. van Rossum du Chattel, J. F. X Sanders, mr. Egberts de Vries, en dr. J. E. Kroon. Wij kunnen tot ons genoegen mede doelen dat drie belangstellenden buiten Leiden de commissie reeds heeft verblijd met een gesn- menlijke gift van f 1600. Hildebrand-avond. Op uitnoodiging van het bestuur der afi. Leiden van de Chr. Gezondheid*- en Var can tie-kolonies gaf de alhier bestaande Hilda- brand-club gisteravond een uitvoering in 4* groote Stads zaal, met meewerking van de dames mej. A. v. d. Reyden (zang) en m?j. Riek Flim (piano). De zaal was vrijwel geheel bezet. De voorzitter der afdeeling van de Ciir. Gezondheids- en Vacanli kolonies, de heer J. R. Mulder, opende de bijeenkomst namens het afdeelingstestuur mei een hartolgk wei- kom tot de aanwezigen. Van de voorgaande malen zult gij u nog wel herinneren, hoe de Hildebrand-Club met succes is opgetreden ir. uil zelfde gebouw, zeide hij. Was het steeds voor een liefdadig doel, dat deze club haar krachten beschikbaar stelde, ook thans heeft het bestuur deze club bereid gevonden to willen optreden; hij bracht den dames en heeren daarvoor hartelijk uank. Het doel van zgn vereniging is: Zwakke kinderen in de gelegenheid te stellen een tijdlang in een gezonde streek door to bren gen onder beslist Christelijke leiding. De kinderen gaan er afleeu heen op medisch advies; maar hoe meer kinderen er gestuurd worden, des te kostbaarder het voor de afd. is. De afd. moet n.I. zorgen, dat de ver- pleeggelde t ►ijeenkomen. Zij trachten deze bjjeen te Jrijgcn door het lidmaatschap en contributies, daarbij gostennd door geme?n- teljjk subsidie. Doch dit alles is niet toe reikend. En zoo zint het bestuur steods op middelen om de inkomsten te vergroot ?n. Eén van die middelen is ook deze Hildebrand- avond. Do Club heeft zioh veel tijd en moeite gegeven voor liet instudeeren der stukkoi di<- hedenavond gegeven worden, en liet bestuur hoopt daarom ook van avond een flinke bate te mogen boeken, zoodat daar door de leden van de Club mede met vol doening op dezen avond mogen terugzien. Het bestuur bracht gaarne bg voorbaat dank aan de dames Van der Reyden en "Flim, die resp. door zang en piano-begeleiding dezen avond wildon opluisteren. Oo!; zij zijn geen onbekenden in Leiden. Tevons wilde het bestuur dénkzeggen :-.ao de firma Brijnen, die voor dezen avond do piano heeft willen afstaan, en aan de Gebrs. De Leeuw, die voor plan ten versier ing hebben gezorgd, waardoor de zaal een prot- tig on vrooljjk aanzien licéft gekregen. Eindeljjk bracht spr. u-i?.!. aan den heer en mevrouw Btcts, alhier, voor de zeer gewaardeerde raadgevingen en voor de vrien delijke attentie, ora aan do Club af to s.aan blaadjes verguldsel, indertijd aan- Nioalaas Beets zoLf cadeau gedaan, naar aanleiding van de schets: De verg'ildpartrj bij bakker De Groot, welke dezen avond als eerste nummer op het programma stond. Met een krachtige opwekking tot de aan wezigen om het werk der afdeeling te steu nen ten bate van de zwakke kinderen, die do frissche buitenlucht zoo noodig hebben, besloot do voorzitter met het voordragen van Hildebrands: „Hoe zalig, wien de jon- geiiskiel nog om de schoud'ren glijdt," enz. Daarop zong mej. Van der Reyden achter eenvolgens „Moed", van P. J. fVicrts, „Pa- scl.en", van E. Ilullebroek, on „Lied", van B. Swoers, door mej. Flim geaccompagneird. Mej. Van der Reyden oogstte al dadelijk' veel bijval. Daarna kwam de Hildebrand-Club aan de beurt met zoo trouw mogelijk weer te geven „De Verguldpartij bij1 bakker De Groot", bewerkt naar het bekende verhaal met dien titel in de „Camera Obscura", waaraan ook nu nog Hildebrand in eigen'persoon deelnam. De dames en heeren hebben de in de schets voorkomende personen goed weergegeven, de kostuums zagen er be=t uit en het kap- werk, waarvoor de heer Tiet van der Pijl, alhier, had gezorgd, was best in orde. De goedlachsche vergulden hadden pret voor tien en de zaal had pret mee. In de pauze werden da vergulde koekjes van bakker De Groot verkocht, cn zij hadden veel aftrek. Het tweede gedeelte werd weder door mej. Van $er Reyden ingezet met „Zonnelust", „Meezeken" en „De gefopte Vogelaar", waar na de Club op het in een tuin met prieel herschapen podium, „Het diakenhuismannetje vertelt zijn historie", op onberispelijke wijze weergaf. Do zaal volgde het spel met aandacht en juichte a^i het slot de twee heerea J, B. en L. B., die herhaaldelijk werden teruggeroepen, uitbundig toe. Da avond heeft voor de Chr. (iezondheids- en Vacantiekolonie3 ongetwijfeld een goede bate opgeleverd. Op t§d werd geöiudigJ. Van nachtwerk hield men in Hildebrands tijd niet en de Club blijft deze traditie getrouw. Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst te Leiden. Aan do 199ste vergadering ging vooraf een kunstbeschouwing van afbeeldingen uit het plaatswerk „The Studio" benevens een ne- gentaJ schilderstukjes .welwillend afgestaan door den heer J. v. Dara, cn waaruit diens vaardigheid met het penseel, voor de zoo- veelsto maal duidelijk naar voren kwam. Vooral de beide z.g.n ..grauwtjes" voor stellende twee beeldige kindergroepjes, wer den bewonderd om de vaardigheid, waar mede onze stadgenoot hierin de plastiek be drieglijk nabootst. Men zou geneigd zijn aan het doek te voelen of het relief nu werkelijk aanwezig is of niet en do besteller van deze paneelvullinkjes, mag er trotsch op zijn als straks deze juweeltjes zijn kamer versie ren. De voorzitter, de heer J. A. Verhoog, zoo deelt on» de heer Fred. A. Wempe mede. BINNENLAND. Memorie van Antwoord op het rccrloopip verslag van de Eerste Kamer inzake het wetsontwerp tot afschaffing van den Zo« mertijd. Voorloopig verslag van de Iweedc Kamer nopens het wetsontwerp, houdende maatre gelen tot geleidelijke afschaffing van de Staatsloterij. De Raad van Amsterdam heeft inzake it kwestie der melkvoorziening aangenomer een motie-Drabbe «afkeuring uitsprekende over de houding van B. en W. De Minister van Arbeid heeft een over- werkvergnnning verleend voor banketbakke rijen. BUITENLAND Coolidge en Borah over de ontwapenings* conferentie. De Pruisische crisis. De Zngehche opperbevelhebber in Briisch Indië is overleden. j opende de.-L vergadering cn na liet goedkeu- ren der notulen .deelde hij in afwijking van j de agenda allereerst mede. dat de vereeni- j ging bij hooge uitzondering van dc directie I van liet hoogovenbe'drijf le Vel zen toestcm- j ming'heeft gekregenyin de maand Juni een j bezoek le brengen aan de inrichtingen daar aan hel Noordzee kanaal. Waar in de vorige vergadering ir. TJiieren9 meer speciaal hel j eleclro-lechn.' gedeelte van hel hoogovenhe- drijf had behandeld was limans aan liet i woord de heer ir. A. II. van Rood, C.B.I., die lol onderwerp had gekozen: „Werk van Ar chitect cn Civiel-Ingénieur voor de hoog- j ovens te Yelsen. j Spreker had zijn voordracht verdeeld in 4 rubrieken n.I. le. Hoe men het terrein be reikt; 2e Het terrein zelf; 3e. Do woongele genheid; 4e. Werken van tijdclijken aard. Van den aanwezigen plattengrond werd duidelijk gemarkeerd hoe van de richting Beverwijk de hoogovens zijn tc bereiken er» hoe de aanlog van spoor- cn landwegen doof het heuvelachtige terrein van „de Brecsaap" mcl tal van moeilijkheden gepaard ging, vooral ook door het 'stuifzand, voor welkf vastlegging zelfs de Ned Heide Mij. (e hulp werd geroepen. Te water gaat het gemakkelijker vooral het graven van het toegangskanaal, dat 2V» maal zoo breed is als het Noordzeekanaal en waarin schepen tot 8.5 meter diepgang toegelaten kunnen worden. Het verschil in hoogte tusschèn het diepste punt van het ka naal mqt den top van het hoogste duin IS 20 Meter. Het kanaal zelf is'9 meter A. P. Wij vernamen hoe de aannemer van dil kanaal eerst de bovenste droge zandlaag als 't ware heeft afgeschoren, daar dit veel meeï waarde heeft dan het z.g.n. natte zand onder de waterlijn, dat uitsluitend voor opspuitin- gen gebezigd wordt. Toen die aannemer tot dicht bij het terrein genaderd was, heefl spreker hiervan gebruik gemaakt om een tijdelijk kanaaltje le doen graven van het werk naar het nieuwe kanaal. Daardoor kon hij in de reusachtige put» noodig voor hel maken van de kademuur on aanlegplaat? („in den droge" zooals men dal noemt) al die heiwerken met gewapend belonpalen uitvoeren, die noodig waren voor het dragen van de enorme loopkraan enz. Van de aanwezige doorsnede van het ter rein met alle zich daarop bevindende ge bouwen en inrichtingen, dus in dc richting Zuid-Noord van het toegangskanaal, liet spreker de aanwezigen kennis maken met al die fundecringen en opstanden, die noodig waren om die duizenden-Ionm n-zware hoog ovens, wind Verhitter s en verdere rnachjnoi en gebouwen tot sleun le dienen Al die on- dergrondsche werken werden' op cc-n vooi ieder duidelijke wijze'verklaard .en loege- licht. Weinig hadden dc commcrcieele I.ee- ren, die dit terrein voor het hoogovenbedrijf uitkozen, kunnen vermoeden, dat daar onder dat dorre duinzand zich nog van die uiterst dunne veenlagen bevonden. Die veenlagen, waaraan door de kanalisatie vanzelf hét wa ter onttrokken werd, werden nu droog en gaven niet weinig last Lij het inspuiten dei belonpalen. Doch moeilijkheden zijn er on? te overwinnen en juist het overwinnen van die tegenvallers, maakte de voordracht van den heer Van Rood zoo bijzonder pikant. Terecht kan deze Ingenieur de jongens na zeggen: ..Wij wijkon niét", want dat ton slotte alle gebouwen daar rolsva-t staan, is wol voor een groot deel te danken aan het beleid en vernuft van dezen vooraanstaan den practieius. Het zou hier te ver voeren van iedere fundeering en opstal een nauw keurige beschrijving te geven, trouwens spreker hield nog veel in petto, wat de hoe ren bij hun bezoek in Juni duidelijk ge maakt zal worden, doch wal zii nu reeds vernamen, was hoogst interen">nt. Veis bouwkundigen wi3len niet wat 7 harden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1