NO. 10954.
ZATERDAG 28 MAART
Anno 1925
Officieele Kennisgeving.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van heden.
LEIDSCH
BLAD
PRIJS DER ADVERTENTIES
80 CU. per rejel. Bij regelabonnement belangrijk legeren prijs.
Kleine Advertentiin, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Cftteidags 60 Cts., bij een maximum aarUI woorden ran 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto U betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Nsordeindspleln - Telefoonnummers voor
Oirectie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507
Postchèqua- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRUS DEZER COURANZi
Voor Leiden per 8 maanden 2.35, per week
Builen Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2.35 portokosten.
0.18.
„0.18.
Btt nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
HINDERWET.
Burgemeester en Wethouders van Leiden;
Gezien bet verzoek van:
a. de fa. I. Zandvoort, om vergunning tot
oprichting van een werkplaats voor het be
reiden van vleescliwaren in het perceel
Mare No. 1, Sectie 11. No. 2i39;
b. de N.V. Emile Schulze en Zonen's
Maatschappij, om vergunning tot oprichting
van een fabriek voor het vervaardigen van
luciferspillen in 't perceel Utreehtscbe Jaag
pad No. 41, Sectie M. No. 3763 en 3857;
c. G. J. Alkemade, om vergunning tot
uitbreiding van de broodbakkerij in het
perceel Morschstraat No. 58, Sectie B.
No. 68;
Gelei op de artt. 6 en 7 der Hinderwet;
Geven bij dezen kennis aan het publiek,
dat genoemde verzoeken met de bijlagen op
de Secretarie dezer gemeente ter visie ge
legd zijn;
alsmede, dat op Zaterdag 11 April e.k.,
des voormiddags te hallelf uren, op hei
Raadhuis, gelegenheid zal worden gegeven
om bezwaren togen deze verzoeken in te
brengen, terwijl zij er de aandacht op ves
tigen, dat nicl tot beroep gerechtigd zijn zij.
die niet overeenkomstig art. 7 der Hinder
wet voor het gemeentebestuur of een zijner
leden zijn verschenen, len einde hun be
zwaren mondeling toe te lichten.
N. C DE GIJSELAAR, Burgem.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 28 Maart 1925
Openbare promotie van dr. J. M. Buffiu.
Gdslarnamiddag promoveerde, zooals wij
vermeldden, de heer J. M. Buffiu, leeraar
in het Fransch aan liet gymnasium alhier,
en gabonen te Lyon, (ot doctor in de Ro-
maamoche taal- en letterkunde met een
proefschrift getiteld. Remarques sur les
Mo yens d'oxspressi on de la Durée et du
Temps en Francais.
Deze promotie, die met lof geschiedde,
droog een openbaar karakter, waartoe een
bijzondere aanleiding bestond. Et is aan de
Leidsche Universiteit gc-en leerstoel in het
Franach gevestigd. De leermeester van dr.
Buffin was de lector in de Romaansehe
taal en letterkunde dar. G. de Boer.
Volgens de bepalingen der H.-O.-wet is
in zoo'n geval alleen een openbare promo
tie mogelijk, ten einde den promotor niet-
hoogieeraair in de gelegenheid te stellen tc
poneeren, terwijl als de feitelijke promotor
optrad de buitengewoon hoogleeraar prof.
dr. D. C. Hesseling.
Er was voor deze promotie, die ongeveer
een uur duurde, veel belangstelling, voor
namelijk uit de kringen van het gymna
siaal en^ hooger onderwijs, zoodat de Se
naatskamer vrijwel geheel met dames en
hoeren was gevuld. Voor terzake kundigen,
was de verdediging van de Stellingen, door
den heer Buffin geponeerd, bijzonder inte
ressant.
Prof. HesseLing prees het proefschrift als
een stuk werk van groote wetenschappelijke
waande, getuigende van veel bronnenstudie,
te meer te waiarcfècrcn, omdat deze studie
onder dikwijls moeilijke omstandigheden
plaats had. Het cene kleine bezwaar, dat
hij tegen liet werk opperde, was, dat daar
in, vermoedelijk om liet sober le houden,
niet altijd zijn vermeld geworden de bron
nen, waaruit aanhalingen zijn geput; een
bezwaar trouwens, dat met tien regels
druis kan worden opgeheven.
Hij wenschle d n gepromoveerde, die
reeds den middellvarcn leeftijd heeft be
reikt, veel geluk mot don met lof toegeken
den doctorsgraad, waaraan namens den
Senaat,-de reetor-magnificus, prof. mr. A.
J. Blok, zijn gelukwcnschen in het open
baar toevoegde.
Daarna werd dr. Buffin door talrijke ken
nissen, vrienden en leerlingen geluk-
gewenscht.
Lezing van de Jongeren Vredcs-Actie.
Gisteravond sprak in liet Volksgebouw de
heer Drop voor de Jongeren Vredes-Aclie
over de arbeiders-beweging en het vredes
vraagstuk.
De voorzitter opende de vergadering met
ren kort woord over wat de Jóngeren Vre
des-Aclie is. Hij herinnerde aan de conferen
tie (o Soesterberg, wtipr de heer Drop ook is
geweest, die bij alle deelnemers het vaste
voornemen heeft doen ontslaan zich tegen
een herhaling van den oorlog, die toch het
bcslc in den menself doodt, met alle macht
te verzetten. De J.V.A. verzamelt allen, die,
los van politieke overtuiging, willen mede
werken voor den vrede. En hiervoor wil zij
ook meer aansluiting zoeken bij leden van
<3c Arbeiders Jeugd-Centrale en jonge
S.D.A.P.-leden. Daarvoor client speciaal deze
avond.
De heer Drop begon met te zeggen, dat hij
niet wilde beweren den groei en de richting
van de J.VJL. in alle opzichten toe te
inichen. Toch ziet hij het belang van het
ontwaken van de vredes-idee in burgerlijke
kringen ook voor de S.D.A.P. Als ooit de
socialistische gedachte hem doorhuiverde,
en met vreugde vervulde, dan zeker bij het
vrede3-vraagstuk. De wensch komt daarin
tot uiting de menschhcid los le maken van
het gevaar, dat oorlog en militarisme met
zich meebrengen. Nu zijn cr verschillende
overwegingen, op grond waarvan men zich
bij de vredesbeweging kan aansluiten. In de
eerste plaats afschuw voor de lichamelijke
en malcrieele ellende; dan de nieuwe mid
delen, waarmee men oorlog zal gaan voeren,
die ondergang zullen brengen voor de heelc
menschhcid. Wij slaan Lier voor twee nio-
I gelijkheden: Vrede of zelfmoord van de
menschheid. Dit is dus een motief van zelf
behoud. In de derde plaats zijn veel men-
sclicn tevreden met den toestand van de
maatschappij, zooals die is, bang dat het
evenwicht verstoord wordt (handelsrelaties
verbroken, enz. enz.)
Maar er is ook een meer positief motief,
dat van hen, die worden gedreven door hun
liefde voor de menschheid, eerbied voor het
leven van anderen, verlangen naar het toe
nemen van de geestelijke levenswaarden. Zij
willen het leven zóó maken, dat hun idea
len daarin le verwezenlijken zijn.
En nu komt dc spr. tot de vraag: kan de
arbeidersbeweging een factor zijn in dc-zen
positieven strijd? Wij moeten, om vrede te
brengen, afdalen lol de oorzaken, die aan
den oorlog ten grondslag liggen. En deze ziet
spr. in de belangentegenstelling. En deze zal
alleen op 'le heffen zijn door den klassen
strijd. Klassenstrijd niet als doel, maar, door
een kapitalistische maatschappij heen, te ko
men lot één van meer orde en naasten
liefde. De taak van de arbeidersbeweging is,
dezen groei in de goed richting te ver
haasten. Als onderdeel in dezen strijd zien
wij den strijd voor den vrede, zei spr.
In 1914 verweet men de arbeidersbewe
ging, dat zij den oorlog toeliet. Maar het sla
gen of niet-slagen van haar pogen hangt ge
heel af van de mentaliteit van hel' volk. De
beteekenis van de J.V.A. zal moeten blijken
uit het standpunt, dat zij tegenover deze
vragen zal innemen.
Het geloof in de mogelijkheid en noodza
kelijkheid van het optreden van de arbei
dersbeweging l:an spr. ons niet geven. Dat
geloof, dat ons de klassenstrijd waard maakt'
I dien te strijden, moeten wij onszelf eiken
dag opnieuw veroveren. Wie dat kan vin
den vindt cr een onvergankelijke vreugde in.
De twee debaters legden er den r.adruk
op, dat de heer Drop het verschil nrbeider-
niet-arbeider te groot zag, waarop de heer
Drop antwoordde niet alleen handen-arbei-
.ders te bedoelen.
De Voorzitter bedankte den spreker voor
de nieuwe perspectieven, die hij voor de
J.V.A. had geopend.
Een Ronieinfiche Kolonie ln Limburg.
Voor de deelnemers aan de archaelogische
lezingen van het Rijksmuseum van Oudhe
den te Leiden, sprak gisteren cle heer A. E.
Remouchamps, Wetenschappelijk assistent
aan genoemde inrichting, over een Romein-
sche kolonie in Zuid-Limburg. Hij begon met
er op tc wijzen hoe naast de zuiver mili
taire nederzettingen langzamerhand bur
gers zich kwamen vestigen. Hoe dit vesti
gen door het toewijzen van stukken land, of
door het verleenen van Romeinsch recht, ge.
leidelijk hot ontstaan van dorpen of steden
in de hand werkte; hoe sommige van deze
steden tot hoofdplaats van een gouw of civi
tas werden gemaakt waarvan dan weer on-
dergouwen of pagi cn ook dorpen of vici
afhingen. Deze civitaties zullen doorgaans
wel bepaalde stammen der inheemsche be
volking hebben omvat, zooals uit dc bena
ming civitas Bafcavorum die op een inscrip-
lie uit Rummel voorkomt o.a. blijken zou.
I Evenwel weten wij niet waar deze civitas tc
zoeken is. Beter zijn wij ingelicht omtrent
j do Civitas Ulpia Trajana, die ten N. van
het stadjo Xanten vlak bij onze opstergrens.
is ontgTaven.
Een zeer aparte plaats nemen echter de
Romeinscbe nederzettingen in die wij in zo?
groot aantal in het Z. van Limburg aanlréf-
fen De hier opgegraven gebouwen kenmer
ken zich vaak door ec-u groot comfort en
rijke inrichting. Al lijkt het op het eersto
zicht dat deze landhuizen of villa's tame
lijk verspreid cn ver van elkaar liggen, toch
zijn hier en daar groepen te herkennen, die
dan tezamen als een vicus kunnen, worden
beschouwd. Een dergelijke greep is ten N.W.
vair Valkenburg teruggevonden, in en ron
dom het tegenwoordige Ravensbosch gele
gen.
Nadat spr. de ligging der hier ontgraven
gebouwen had aangetoond en er op gewezen
had hoe ook een tempel met daarbij hoeren
de begraafplaats was gevonden, behandelde
hij meer in hot bijzonder een dor belang
rijkste villa's. Deze was in de jaren 1922 en
1923 door dr. Holwerda, dr. Goossens en
spr systematisch onderzocht. Aan do hand
van talrijke lichtbeelden werd het werk van
de opgraving nagegaan. De inrichting van
hot aanzienliike gebouw, waarvan verschil
lende vertrekken met hypocaustenverwar-
ming waren voorzien en waar ook ruime
badkamers niet bij ontbraken, werd in bij
zonderheden besproken.
Doch vooral van groot belang waren enke
le fragmenten van bronzen tafeltjes met
inscripties, die tijdens de opgraving zijn
gevonden. Hieruit zou het namelijk mogelijk
zijn af te leiden wie eenmaal de bewoner de
zer villa ia geweest. Bedoelde fragmenten
bchooren tot drie verschillende tabulae. Het
karakter van alle is echter hetzelfde. Hot
zijn eerinschriften, een soort opdrachten ter
eere cn ten gunste van een persoon. Het
eerste der tafeltjes is echter twee maal ge
bruikt en draagt zoowel aan den voorkant
als aan den achterkant een inschrift. Het
eerste daarvan noemt als persoon aan wie
de opdracht is gericht M. Vitalmius, die
nader wordt aangeduid als decurie van de
Colonia UI pica Trajana tevens duumvir.
Aan de andere zijde is dc- opdracht gericht
tot Titus Tcrtinius, die de titel heeft van
aedilieius of oudaediel van do Colonia Ul
pia Trajana, en geschiede zij door de Pa-
gus Catualium, waarvan Tertinius patronus
is. Het tweede plaatje neemt opnieuw de
zelfde Tertinius, die hier als Decurie cn
duumvir (van een niet nader te bepalen
civitas, maar naar alle waarschijnlijkheid
wel van de reeds genoemde Colonia Ulpia
Trajana) wordt betiteld. Ook het derde
plaatje neemt deze persoon met dezelfde
titels. Uit een en ander zou, volgens spr.
blijken, dat Tertinius als de vermoedelijke
bewoner van de villa moet worden be
schouwd. Hoogst belangrijk noemde hij deze
zeldzame vondst, die het mogelijk maakte
omtrent den aard der bewoners dezer vil
la's iets meer tc vernemen. Er blijkt immers
uit dat hier heeft gewoond een zeer hoog
j personnagc die aan het hoofd van een
civitas heeft gestaan. Ook van een ander
standpunt uit is de inhoud der inscriptie*
waardevol Wij zien er immers uit dat Ca
tualium, dat ons verder allen door de Peu-
lingerkaart is bekend, hier als Pagus wordt
aangeduid, cn tevens als ressorteerend on
der do civitas die bij Xanten is teruggevon
den mag worden beschouwd.
De reeks archaeologisclic lezingen die door
j de directie van het Rijksmuseum te Leiden
dit jaar werden ingericht zal worden beslo-
ten door twee voordrachten die de Duitsche
I hoogleeraar uit Freiburg, Prof. dr. H. Eh-a-
gendorif zal houden over Phidias und die
Klassischc Kunst des V Jahrhunderte" Prof.
Dragendorff. die gedurende jaren als Secre
taris-Generaal aan het hoofd heeft gestaan
I van het Duitsche Archoeologisch Instituut-,
is vooral door zi.in publicatie* van de opgra-
i vingen op het eiland Thera ook in bet bui
tenland bekend. Zijn lezingen zullen plaats
j hebben op 31 Maart- en op 3 April n.s. te 8
uur 's avonds.
Leidsch glas te Gouda.
lu 1C03 schonk Leiden aan de St.-Jans-
kerk to Gouda, waar de beroemde glasschü-
1 deringen van de gebroeders Crabeth te zien
zijn, evenals andere Hollnndsche steden (en
I waterschappen, o.a. Rijnland) een geschil
derd glas. Dit glas werd door den Leid-
sclion glasschilder Cornelia Klok bewerkt
naar het ontwerp van den bekenden Leid-
schen schilder en burgemeester 8wanenburg
en is van liooge kunstwaarde. Het gla»,
waarvan een oude reproductie, ongeveer op
1/10 van de ware grootte binnenkort bij de
firma Sala zal worden tentoongesteld, stelt
voor de geschiedenis van het oud-testamen-
tische beleg van Samaria (II Koningen VII)
dat zekere overeenkomst- hoeft in verloop
en uitslag met het beroemde beleg van Lei
den zelf, en geeft de voorstelling daarvan
in levendige kleuren en op waarlijk artistie
ke wijze weder. Het verkeert na drie eeu
wen in een bedcnkelijken toestand en moet
noodzakelijk hersteld worden evenals ande
re ongeveer gelijktijdig geschilderde glazen
in genoemde Kerk, waarvan de omlijsting
thans ook gerestaureerd wordt.
Nadat Rotterdam reeds f 10.000 heeft ge
geven voor de herstelling van een ander,
door die stad geschonken glas uit denzelf
den tijd, kwam thans tot Leiden de vraag,
of het herstel van het door Leiden geschon
ken glas voor zijn rekening wilde nemen.
Do kosten zouden f 7500 bedragen en het
werk zou worden uitgevoerd door den be
kenden Delftschen glasbrander, den heer
Schouten te Delft, binnen, en buitenlands
als een kunstenaar van groote bekwaamheid
erkend.
Dezer dagen vormde hier ter stede een
commissie met het doel om te trachten ten
minste een deel van de bènoodigde som bij
een te brengen. De commissie hoopt, dat
zoowel hier ter stede, als door elders woon
achtige Leidenaars en andere belangstellen,
den genoeg gevoeld wordt voor deze her
stelling, die als een soort van eereschuld
dient beschouwd te worden door ieder, die
voor Leiden en zijn verleden gevoel heeft.
De commissie bestaat uit de navolgende
personen
Jhr. mr. dr. N. O. de Gijselaar, eere-voor.
ztter; prof. dr. P. J. Blok, voorzitter; A.
Coert, secretaris; S. J. le Poole, penning
meester; mevr. De Gijselaar—Viruly; mej.
Caroline Coebergh, dr. N. G. Bevefsen,
prof. dr. A. W. Bijvanck, A. W. Frentza®,
F. G. H. Gerlings, dr. C. J. A. van Iterson.
prof. dr. P. Th. Kan, B. F. Krantz, prof.
dr. L. Knappert, W. van der Laan, prof.
dr. W. Martin, mr. dr. J. O. Overvoorde,
mr. P. A. Pijnacker Hordijk, Aug. L. Rei-
meringer, W. van Rossum du Chattel, J.
F. X Sanders, mr. Egberts de Vries, en dr.
J. E. Kroon.
Wij kunnen tot ons genoegen mede doelen
dat drie belangstellenden buiten Leiden de
commissie reeds heeft verblijd met een gesn-
menlijke gift van f 1600.
Hildebrand-avond.
Op uitnoodiging van het bestuur der afi.
Leiden van de Chr. Gezondheid*- en Var
can tie-kolonies gaf de alhier bestaande Hilda-
brand-club gisteravond een uitvoering in 4*
groote Stads zaal, met meewerking van de
dames mej. A. v. d. Reyden (zang) en m?j.
Riek Flim (piano).
De zaal was vrijwel geheel bezet.
De voorzitter der afdeeling van de Ciir.
Gezondheids- en Vacanli kolonies, de heer
J. R. Mulder, opende de bijeenkomst namens
het afdeelingstestuur mei een hartolgk wei-
kom tot de aanwezigen. Van de voorgaande
malen zult gij u nog wel herinneren, hoe de
Hildebrand-Club met succes is opgetreden
ir. uil zelfde gebouw, zeide hij. Was het
steeds voor een liefdadig doel, dat deze
club haar krachten beschikbaar stelde, ook
thans heeft het bestuur deze club bereid
gevonden to willen optreden; hij bracht den
dames en heeren daarvoor hartelijk uank.
Het doel van zgn vereniging is: Zwakke
kinderen in de gelegenheid te stellen een
tijdlang in een gezonde streek door to bren
gen onder beslist Christelijke leiding. De
kinderen gaan er afleeu heen op medisch
advies; maar hoe meer kinderen er gestuurd
worden, des te kostbaarder het voor de afd.
is. De afd. moet n.I. zorgen, dat de ver-
pleeggelde t ►ijeenkomen. Zij trachten deze
bjjeen te Jrijgcn door het lidmaatschap en
contributies, daarbij gostennd door geme?n-
teljjk subsidie. Doch dit alles is niet toe
reikend. En zoo zint het bestuur steods
op middelen om de inkomsten te vergroot ?n.
Eén van die middelen is ook deze Hildebrand-
avond.
Do Club heeft zioh veel tijd en moeite
gegeven voor liet instudeeren der stukkoi
di<- hedenavond gegeven worden, en liet
bestuur hoopt daarom ook van avond een
flinke bate te mogen boeken, zoodat daar
door de leden van de Club mede met vol
doening op dezen avond mogen terugzien.
Het bestuur bracht gaarne bg voorbaat
dank aan de dames Van der Reyden en "Flim,
die resp. door zang en piano-begeleiding
dezen avond wildon opluisteren. Oo!; zij zijn
geen onbekenden in Leiden.
Tevons wilde het bestuur dénkzeggen :-.ao
de firma Brijnen, die voor dezen avond
do piano heeft willen afstaan, en aan de
Gebrs. De Leeuw, die voor plan ten versier ing
hebben gezorgd, waardoor de zaal een prot-
tig on vrooljjk aanzien licéft gekregen.
Eindeljjk bracht spr. u-i?.!. aan den heer
en mevrouw Btcts, alhier, voor de zeer
gewaardeerde raadgevingen en voor de vrien
delijke attentie, ora aan do Club af to s.aan
blaadjes verguldsel, indertijd aan- Nioalaas
Beets zoLf cadeau gedaan, naar aanleiding
van de schets: De verg'ildpartrj bij bakker
De Groot, welke dezen avond als eerste
nummer op het programma stond.
Met een krachtige opwekking tot de aan
wezigen om het werk der afdeeling te steu
nen ten bate van de zwakke kinderen, die
do frissche buitenlucht zoo noodig hebben,
besloot do voorzitter met het voordragen
van Hildebrands: „Hoe zalig, wien de jon-
geiiskiel nog om de schoud'ren glijdt," enz.
Daarop zong mej. Van der Reyden achter
eenvolgens „Moed", van P. J. fVicrts, „Pa-
scl.en", van E. Ilullebroek, on „Lied", van
B. Swoers, door mej. Flim geaccompagneird.
Mej. Van der Reyden oogstte al dadelijk'
veel bijval.
Daarna kwam de Hildebrand-Club aan de
beurt met zoo trouw mogelijk weer te geven
„De Verguldpartij bij1 bakker De Groot",
bewerkt naar het bekende verhaal met dien
titel in de „Camera Obscura", waaraan ook
nu nog Hildebrand in eigen'persoon deelnam.
De dames en heeren hebben de in de schets
voorkomende personen goed weergegeven,
de kostuums zagen er be=t uit en het kap-
werk, waarvoor de heer Tiet van der Pijl,
alhier, had gezorgd, was best in orde.
De goedlachsche vergulden hadden pret
voor tien en de zaal had pret mee.
In de pauze werden da vergulde koekjes
van bakker De Groot verkocht, cn zij hadden
veel aftrek.
Het tweede gedeelte werd weder door mej.
Van $er Reyden ingezet met „Zonnelust",
„Meezeken" en „De gefopte Vogelaar", waar
na de Club op het in een tuin met prieel
herschapen podium, „Het diakenhuismannetje
vertelt zijn historie", op onberispelijke wijze
weergaf.
Do zaal volgde het spel met aandacht
en juichte a^i het slot de twee heerea
J, B. en L. B., die herhaaldelijk werden
teruggeroepen, uitbundig toe.
Da avond heeft voor de Chr. (iezondheids-
en Vacantiekolonie3 ongetwijfeld een goede
bate opgeleverd.
Op t§d werd geöiudigJ. Van nachtwerk
hield men in Hildebrands tijd niet en de
Club blijft deze traditie getrouw.
Vereeniging tot bevordering der Bouwkunst
te Leiden.
Aan do 199ste vergadering ging vooraf een
kunstbeschouwing van afbeeldingen uit het
plaatswerk „The Studio" benevens een ne-
gentaJ schilderstukjes .welwillend afgestaan
door den heer J. v. Dara, cn waaruit diens
vaardigheid met het penseel, voor de zoo-
veelsto maal duidelijk naar voren kwam.
Vooral de beide z.g.n ..grauwtjes" voor
stellende twee beeldige kindergroepjes, wer
den bewonderd om de vaardigheid, waar
mede onze stadgenoot hierin de plastiek be
drieglijk nabootst. Men zou geneigd zijn aan
het doek te voelen of het relief nu werkelijk
aanwezig is of niet en do besteller van deze
paneelvullinkjes, mag er trotsch op zijn als
straks deze juweeltjes zijn kamer versie
ren.
De voorzitter, de heer J. A. Verhoog, zoo
deelt on» de heer Fred. A. Wempe mede.
BINNENLAND.
Memorie van Antwoord op het rccrloopip
verslag van de Eerste Kamer inzake het
wetsontwerp tot afschaffing van den Zo«
mertijd.
Voorloopig verslag van de Iweedc Kamer
nopens het wetsontwerp, houdende maatre
gelen tot geleidelijke afschaffing van de
Staatsloterij.
De Raad van Amsterdam heeft inzake it
kwestie der melkvoorziening aangenomer
een motie-Drabbe «afkeuring uitsprekende
over de houding van B. en W.
De Minister van Arbeid heeft een over-
werkvergnnning verleend voor banketbakke
rijen.
BUITENLAND
Coolidge en Borah over de ontwapenings*
conferentie.
De Pruisische crisis.
De Zngehche opperbevelhebber in Briisch
Indië is overleden.
j opende de.-L vergadering cn na liet goedkeu-
ren der notulen .deelde hij in afwijking van
j de agenda allereerst mede. dat de vereeni-
j ging bij hooge uitzondering van dc directie
I van liet hoogovenbe'drijf le Vel zen toestcm-
j ming'heeft gekregenyin de maand Juni een
j bezoek le brengen aan de inrichtingen daar
aan hel Noordzee kanaal. Waar in de vorige
vergadering ir. TJiieren9 meer speciaal hel
j eleclro-lechn.' gedeelte van hel hoogovenhe-
drijf had behandeld was limans aan liet
i woord de heer ir. A. II. van Rood, C.B.I., die
lol onderwerp had gekozen: „Werk van Ar
chitect cn Civiel-Ingénieur voor de hoog-
j ovens te Yelsen.
j Spreker had zijn voordracht verdeeld in 4
rubrieken n.I. le. Hoe men het terrein be
reikt; 2e Het terrein zelf; 3e. Do woongele
genheid; 4e. Werken van tijdclijken aard.
Van den aanwezigen plattengrond werd
duidelijk gemarkeerd hoe van de richting
Beverwijk de hoogovens zijn tc bereiken er»
hoe de aanlog van spoor- cn landwegen doof
het heuvelachtige terrein van „de Brecsaap"
mcl tal van moeilijkheden gepaard ging,
vooral ook door het 'stuifzand, voor welkf
vastlegging zelfs de Ned Heide Mij. (e hulp
werd geroepen.
Te water gaat het gemakkelijker vooral
het graven van het toegangskanaal, dat 2V»
maal zoo breed is als het Noordzeekanaal
en waarin schepen tot 8.5 meter diepgang
toegelaten kunnen worden. Het verschil in
hoogte tusschèn het diepste punt van het ka
naal mqt den top van het hoogste duin IS
20 Meter. Het kanaal zelf is'9 meter A.
P. Wij vernamen hoe de aannemer van dil
kanaal eerst de bovenste droge zandlaag als
't ware heeft afgeschoren, daar dit veel meeï
waarde heeft dan het z.g.n. natte zand onder
de waterlijn, dat uitsluitend voor opspuitin-
gen gebezigd wordt. Toen die aannemer tot
dicht bij het terrein genaderd was, heefl
spreker hiervan gebruik gemaakt om een
tijdelijk kanaaltje le doen graven van het
werk naar het nieuwe kanaal.
Daardoor kon hij in de reusachtige put»
noodig voor hel maken van de kademuur
on aanlegplaat? („in den droge" zooals men
dal noemt) al die heiwerken met gewapend
belonpalen uitvoeren, die noodig waren voor
het dragen van de enorme loopkraan enz.
Van de aanwezige doorsnede van het ter
rein met alle zich daarop bevindende ge
bouwen en inrichtingen, dus in dc richting
Zuid-Noord van het toegangskanaal, liet
spreker de aanwezigen kennis maken met al
die fundecringen en opstanden, die noodig
waren om die duizenden-Ionm n-zware hoog
ovens, wind Verhitter s en verdere rnachjnoi
en gebouwen tot sleun le dienen Al die on-
dergrondsche werken werden' op cc-n vooi
ieder duidelijke wijze'verklaard .en loege-
licht. Weinig hadden dc commcrcieele I.ee-
ren, die dit terrein voor het hoogovenbedrijf
uitkozen, kunnen vermoeden, dat daar onder
dat dorre duinzand zich nog van die uiterst
dunne veenlagen bevonden. Die veenlagen,
waaraan door de kanalisatie vanzelf hét wa
ter onttrokken werd, werden nu droog en
gaven niet weinig last Lij het inspuiten dei
belonpalen. Doch moeilijkheden zijn er on?
te overwinnen en juist het overwinnen van
die tegenvallers, maakte de voordracht van
den heer Van Rood zoo bijzonder pikant.
Terecht kan deze Ingenieur de jongens na
zeggen: ..Wij wijkon niét", want dat ton
slotte alle gebouwen daar rolsva-t staan, is
wol voor een groot deel te danken aan het
beleid en vernuft van dezen vooraanstaan
den practieius. Het zou hier te ver voeren
van iedere fundeering en opstal een nauw
keurige beschrijving te geven, trouwens
spreker hield nog veel in petto, wat de hoe
ren bij hun bezoek in Juni duidelijk ge
maakt zal worden, doch wal zii nu reeds
vernamen, was hoogst interen">nt. Veis
bouwkundigen wi3len niet wat 7 harden,