In en om de Boerderij. Van alles wat. Voor den Eersten Keer. CORRESPONDENTIE. Door C, E. DE T<TT.iT<E HOGEKWAA.RD. KpnnigiwnWing- Wie vindt het niet heerlijk, op een boer derij op bezoek te gaan? Wat is daar veel te zien, vooral voor stadskinderen, die er van allerlei aantreffen, wat zij op hun da- gelijkachen weg naar school niet tegenko men. Vandaag willen wij daarom samen eens een kijkje op de boerderij van baas Japiks gaan nemen. De boer ie een vroolijke baas en vindt het evenais zijn vrouw Trijntje wat aardig ons, stadslui, op bezoek te heb ben en rond te< leiden, fcrote als een ko ning en een koningin op hun boerderij met de kaaskamer, de stallen en wat er verder bij behoort. Eerst zullen wij het boerenhuis van'bin nen eens goed bekijken. Wat is hier alles keurig geschuurd en gepoetst 1 Alle meta len voorwerpen glimmen ons tegen, ja, wij kunnen er ons zelfs in spiegelen, al heb ben wij in een hooge tinnen kan van Moe der Trijntje wel wat heel lange gezichten en lijken wij een beetje op de volle maan, als wij in den grooten ronden theepot van do boerin kijken. O, wat een grappige ge zichten zien we daarin, als we lachen I Het gezin huist in den zomer gewoonlijk op ,,de deel", waar wij dadelijk binnentra den. Daar gebruiken de boer en zijn gezin de maaltijden en zit vrouw Trijntje, als zij met haar huiswerk en verdere bezighe den klaar is, kousen en sokken te stoppen of te breien voor baas Japiks, zich zelve en de jeugd. Aan den cénen kant der deel gaan wij door eon deur naar de pronkkamer waar het gezin slechts bij feestelijke gelegenhe den cn des Zondags zit. Hier staat een groot orgel en hangt een eigenaardig schil derij aan den wand. Het stelt twee meisjes voor. Maar het is niet geschilderd of ge- teekend. Neen, het bestaat uit allemaal kleine kruissteekjes, die de grootmoeder \an den tegenwóordigen boer Japiks bor duurde, toen rij dertieo jaar was. Dit laat ste kun oen wij aan het eveneens geborduur de. onderschrift zien. Wij gaan nu door een andere deur en komen in het slaapvertrek der familie. ,,Maarzeg je misschien, „ik zie neagons bedden staan." Ik ook niet, maar de dubbele deuren vertoonen ons, zoodra vrouw Japiks ze heeft opengedaan, de bed steden, waarin het gezin overnacht. Het vertrek zelf dient de familie in den winter tot woonkamer. Wat een mooie, ouderwetsclie schouw (schoorsteen) is er in den hoekHoe gezellig om daarvóór ge zeten de lange winteravonden door te brengen 1 Door een andere deur komen wij nu weer op do deel terug. We willen eens zien, wat er aan de andere zijde der deel is: een groote ruimte, waar zooals baas Japiks óns vertelt 's winters het vee staat, als het ki de wei te koud voor de beesten is. *t Is dus eigenlijk een staJ, maar geen apart gebouw, doch een stal in Huis. Nu dalen wij eeD paar treed jee af en ko men in de kaaskamer. In blaak geschuurde crimen staat daar de schuimende melk. Wij zien de groote karn mach ine en de plan ken, waarop de platte, ronde kazen liggen, welke trouw gekeerd moeten worden, zoo- aIe de boerin ons vertelt. Als wij van onzen rondgang weer op de deel terugkomen, krijgen wij elk een glas lekkere, versche melk van de boerin. Die smaakt toch heel anders dan wij ze in de it ad te drinken krijgen! Het is zacht voorjaarsweer en het veo in dus in de wei. Tweemaal per dog worden de koeien gemolken en als wij zien, hos rustig de boerenknechts en -meiden dit doen, lijkt het ons zoo gemakkelijk. Maar 't yalt niets mee, hooreen koe te melken, 't Gaat er mee, als met de meeste dingen: *t is een echte slag. Wie nooit schaatsetl onder de voeten gehad heeft en de men- echen op het ijs riet zwieren, denkt mis- tiiitn, voodr» tnj probeert haar te beoefe nen, tot de ontdekking, dat heb lang niet zoo eenvoudig is, als het wel lijkt. Daar al heb vee in de wed is, staan de stallen nu 'eeg. Alleen de varkens, die vet gemest worden, loepen niet in de wei. Zij liggen lui in een hok, soms heelemaal te- gen elkaar aan en als het één of andere varkentje zich beweegt, laten de anderen een afkeurend geknor hooreo, alsof zij zeg gen willen: ,,Lig toch stil en stoor ons niet in ons middagdutje 1" In de groote schuur staan de karren en het wagentje, waarmee de boer en zijn oud ste zoon wekelijks naar de markt gaan om er de eieren eo de boter, soms ook vee, te verkoopen. Maar wc moeten nu ons praatje over de boerderij afbreken, daar het tijd wordt om naar huie te gaan. We hebben echter nog lang niet alles ge zien en als de vriendelijke boerin ons uft- noodigt, toch vooral nog eens aan te ko men, als wij weer in de buurt zijn, zeggen wij van ganscher harte: ,,Heel graag, vrouw Japiks We nemen dus afscheid en roepen den boer en zijn gezin de kleinste vlaskopjes hangen steeds aan Moeders rok een welgemeend: ,,Tot ziens!" toe. Spelletje. Dit spelletje moet om een groote, liefst ronde tafel gespeeld worden. Het heet Jantje Contrarie. Allen gaan om de tafel ritten en leggen de beide handen plat op de tafel, terwijl zp aandachtig luisteren naar hetgeen de leider van bet spel vertelt. Deze begint: „Ik wil jullie een avontuur verhalen, dat mij onlangs overkomen is, maar ju]l:e moet heel goed opletten, want ik kan onmoge lijk vertellen, als mijn gehoor niet goed luistert Jullie moet evenals ik het vernaai ran gebaren vergezellen, echter met dot verschil, dat jullie juist het tegenoverge stelde gebaar maken. Zeg ik b.v. „ging te rug," dan trek ik mijn handen tot den rand der tafel terug, zeg ik „gemisckloos", dan houd ik ze stil. Jullie moeten du» in het eerste geval de handen verder op de tafel plaatsen en in het tweede op de tafel kloppen." Het varhaal eindigt altijd met „verdwij ning of verdween". Bij deze woorden houdt do leider de handen onder de tafel, terwijl de hoorders ze op moeten steken. Ieder, die zich vergist, mag niet meer meedoen en degene, die het laatst over blijft, is de volgende leider. Als de leider zich vergist, moet hij een pand geven. Het spreekt van zelf, dat, als de regels van het spel eenmaal bekend zjjn gemaakt, de tweede leider deze kan overslaan en dadelijk met vertellen van het avontuur be ginnen. Hoe vlotter hjj dit doet en hoe meer woorden hij gebruikt, waarbij gebaren zirjn te maken, hoe aardiger het spel is. Ten slotte moeten alle uanden verbeurd worden. Nu is Bertje jarig, Dat ia me een feest! Weet je, m'n lief broertje Is 't nog nooit geweest. [Want 't is nog zoo'n ukje, 't Heeft nog geen verstand. Kan alleen maar kraaien In zijn ledikant. Maar wij zijn zoo vroolijk, Moeder bakt een taart, vVader leert m' een liedje, Omdat Bert verjaart- Mooie witte bloemen Maken 't kindje blij. Is het nu geen feestdag .Voor dien broer van mij TBU-Ufc SALOMOW6- Wat een nieuwe raadsels ontving ik he den. Dank voor de toezending van alles, maar nu heb ik voorloopig weer zóóveel om uit te kiezen, dat ik allen vriendelijk verzoek nu weer ecnige weken te wachten en als je blieft mij ook niet elke week vragen: Och Tante, wanneer plaatst u mijn raadsel nu eens! Annie en Neeltje van Leeuwen, vinden jullie het nu al zulk heerlijk weer? ik vind het nog,een heel koude en gure wind en dan' die regen. Zijn er al heel veel lammetjes bij jullie? Heel aardig bedacht, hoor Annie, om mijn portret in je prijs te plakken. Goof van der Voort, ik geloot dat jij een groot dierenvriend bent, dat merk ik wel aan de manier waarop je mij over je poesjes ver- tetl. Waar zijn die andere poesen dan, als je ze in 3 dagen niet ziet? in eene schuur? of op het land? Je mag ook gerust Tante boven je brieven zetten. Annie Huisman, berg de kindercourant dan maar direct veilig weg, dan kan bij niet wegraken. Ik had je wel gemist verleden week. Wim Verboog, het is mij onmogelijk om alle raadsels, die ik ontvang, direct te plaat- sen dat begrijp je zelf wel, niet waar? Als ik eens in Leiden kom en je ziet rfiij, dan kom je maar naar mij toe en ik zal je mijn handteekening geven, dat beloof ik je. Corrie van Leeuwen, hadden er veel kin deren van je school de griep? Hier hoort men ook van heel veel zieken. Dank voor het raadsel. Nelly Tonckens en Marie Colin, jullie habt mij heel wat toegezonden, ik zal er voor en na wat van plaatsen, wat er nog niet heeft ingestaan. Nelly wel gefeliciteerd met den 3en April, veel plezier dien dag. Mien Brandse, nu moet je mij nog eens vertellen hoe of je grootmoeder precies heet, ook haar eigen naam, en wanneer ze bij mijn ouders heeft gewoond, of ik toen al bestond, ik ben de jongste van de negen kinderen. Hè, boe naar voor je, dat je hondjes en poesjes zijn gestorven. Gerrit van der Horst, het zal wel voorzo mer worden eer er iets kan komen van mijn bezoekjes in Leiden. 0. weten jullie wan neer of Max jarig is? Hier in huis weten wc ook den verjaardag van hel hondje en de poes. Emanue! Eijou, je briefje van verleden week was niet in het eerste pakket. Het tweede pakje kwam veel later, toen mijne correspondentie al was verzonden. Wat heb je een goeden verjaardag gehad, heerlijk hoor, dat je moeder bij je was en toen ook nog vriendjes bij je te spelen. Jacoba Toussaint, zie even liet begin van mijn antwoord aan Emanuel Eljou dan weet je over je brief der vorige week. De raadsels, die er nog niet instaan, zal ik eens plaatsen. Paulientje de Gooijer, kijk jij ook maar even wat ik aan Emanuel Eljou schreef. Ik vind altijd jammer, als de jeugd tevergeefs naar zijn of haar naam zoekt in de cor - respondentie. Je oplossingen waren .beide keeren goed Neeltje Oudshoorn, dit is ook voor jou het antwoord op 2 brieven, de vorige week kreeg ik je brief te laat. Je raadsel krijgt later een beurt. Marictje Koning, krijg je elk jaar twee ko nijntjes? hoeveel heb je er nu dan wel? of gaan er dan ook weer weg, zoodra cr nieuwe komen Leendert Elderhorsl, lees even mijn ant woord aan Emanuel Eljou. Nog wel gefelici teerd met je moeders verjaardag. Was het een gelukkige feestdag? allen gezond? Heeft de tractatie goed gesmaakt? Zeker, ik houd ook erg van pannekoeken. Annie Looyesteyn, dank voor raadsels en anecdotes, ik houd veel van bloemen en daarom ook verlang ik naar de lente, als alles weer gaat bloeien. Je houdt veel van allerlei handwerken, dat merk ik wel aan je brieven. Mini Metselaar, het raadsel is hcei aardig gemaakt, maar dat is pas einde December 1925, dat die tijd is verstreken. Marietje Kwaadgras, wat zou ik ook dol graag eens naar zoo'n Hildebrandavond gaan Ik bezit ook de Camera Obscura en heb er al o zoo dikwijls in gelezen. Schrijf mij maar eens over den avond, zoodra jc tijd habt

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 18