De Terugkeer van Klompvoet,
No. Ï9852.
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 26 Maart
Tweede Blad. Anno 1925,
GEMEENTEZAKEN.
Je kan nooit weten
EERSTE KAMER.
FEUILLETON.
Benosnringsn en ontslag.
Tegen inwilliging van een verzoek van
den heer B. J. H. llailink, om ontslag als
commissaris voor de gemeente bij de Leid-
sche Duinwater-Maatschappij, bestaat bij
B. en W. geenerlei bezwaar.
In verband met dit ontslag bevelen B. en
W. ter benoeming als zoodanig aan den
heer N. C. F. van Ginkel, Directeur van de
Koninklijke Neder]andsche Grofsmederij.
Daar er noch bij B. en W.. noch bij het
College van Regenten van het H G. of Arme
Wees- en Kinderhuis daartegen bezwaar be
slaat, geven B. en W. den raad in overwe
ging aan mevr. A. M. C. MullerVerdam,
op haar verzoek, met ingang van 1 Mei a.s.,
eervol ontslag le verleencn als regentes van
genoemde instelling.
Door de overplaatsing van de onderwijze
res mej. J. P. W. Groen van de Leerschool
naar de Meisjesschool voor U. L. O. is aan
eerstgenoemde school een vacature ont
staan
Aangezien B. en W. het gewenscht ach
ten in deze vacature zoo spoedig mogelijk
te voorzien, verdient het h. i. aanbeveling
een onderwijzerfes) naar de Leerschool over
te plaatsen. Zich vereenigende met het ad
vies van den Inspecteur van het lager on
derwijs in deze inspectie, geven zij mits
dien in overweging, met ingang van 1 April
a.s., over te plaatsen naar de Leerschool
aan de Oude-Vest: den heeT A. van der
Hoogt, thans onderwijzer aan de o. 1. school
aan de Duivenbodestraat A.
O
Nieuwe straatnamen.
De in aanleg zijnde straat ten Oosten van
en evenwijdig loopende aan de Heeren
straat, moet van een passenden naam wor
den voorzien. B. en W. stellen voor, dez°
slraat, die te zijner lijd gedeeltelijk met
linden zal worden beplant, „Lindestraat" te
noemen, op gelijke wijze als ook aan ver
schillende meer Zuidwaarts- gelegen straten
boomennamen zijn gegeven.
Voorts verdient het aanbeveling om, nu
de Wittelaan en de Roodelaan verbreed cn
tot straat aangelegd zijn, aan deze straten
andere namen te geven, meer passende bij
de overige in deze stadswijk voorkomende
straatnamen. De Wittelaan ware dan tot
Leliestraat", de Roodelaan tot „Pioen-
straat" te verdoopen.
Rechtsvordering tegen een chauilenr.
Op 29 November 1924 heeft J. Brokaar,
alhier, als bestuurder van een automobiel,
de afsluithekken der Schelukbrug aangere
den en dientengevolge schade toegebracht
nan die hekken, den walmuur en den na-
bijstr inden straatlantaarn. De kosten van
herstelling van en en ander hebben bedra
gen f 102,60. Zooals uit de stukken kan blij-
k*n, is de aanrijding te wijten aan de schuld
van Brokaar, die met te groote snelheid
kwam aanrijden en hij behoorlijke oplet
tendheid en minder groote vaart had kunnen
bemerken, dat de brug was afgesloten. Niet
temin heeft genoemde Brokaar aan herhaal
de aanmaningen, om de veroorzaakte scha
de aan de gemeente te vergoeden, geen ge
volg gegeven. Mitsdien geven B. en W. den
Raad, onder overlegging van het ingewon
nen advies van den rechtsgeleerden raads
man der gemeente, in overweging te beslui
ten tot het instellen van een rechtsvordering
tegen J. Brokaar, voornoemd, tot vergoeding
van de schade, der gemeente door de boven
vermelde aanrijding veroorzaakt.
Wijziging dei verordening, houdende
Reglement voor de Bank van Leening.
Zoo Commissarissen der Gemeentelijke
Bank van Leening mededeelen, is het ge
wenscht, dat het reglement dier instelling
worde aangevuld met een bepaling, waar
door liet mogelijk wordt te voldoen aan de
vale aanvragen om voorschot op Indische
pensioenen en gagemcnlen. Tot nog toe kan
dit niet, omdat artikel 26 der verordening
hierin niet voorziet, doch het verdient alle
aanbeveling, het belecnen, ook van bedoel
de pensioenen en gagementen door de Bank
van Leening mogelijk te maken en zoo=-
doende te voorkomen, dat een deel der ge-
pensionneerden bij anderen geld opnemen
op voor hen vaak veel te bezwarende voor
waarden. Waar evenwel aan het beleenen
van Indische pensioenen en gagementen
eenig risico is verbonden, is het raadzaam
om, gelijk ook in verschillende andere ge
meenten-geschiedt, boven de rente een ri-
sien-premie in rekening le brengen van 1
pCt. van lift voorgeschoten bedrag per kwar
taal of god' el te daarvan.
In verband mei het bovenstaande zullen
de artt. 26, 28 en 29 van liet reglement voqt
de Bank van Leening moeten worden ge
wijzigd in voege, als hieronder is aange
geven.
Voorts vestigen Commissarissen de aan
dacht op de redactie van het 13de lid van
art 27, die in de praktijk gebleken is van
te beperkte strekking te zijn. De ervaring
toch heeft geloerd, dat het „bij verzuim van
terugbetaling van den verse huldigden ter
mijn op den vervaldag'vrijwel ondoenlijk
is. telkens één termijn op den borg te ver
halen.
Verder blijkt uit den brief van Commis
sarissen, dat meermalen geldleeningen ge
weigerd moeien worden, nu art. 27 niet toe
slaat, dat lot zekerheid voor de schuld, met
con actie van cessie van het recht op sa
laris genoegen wordt genomen. Verschillen
de personen zijn tengevolge daarvan reeds
in de handen van woekeraars gevallen. Er
is dus alle aanlejding om art. 27 ook op
dit punt aan te vullen.
Ten slotte ware. nu voor de Bank van
Leening geen portvrijdom meer bestaat en
voor de pensioenbeleeningen en andere
geldleeningen een uitgebreide corresponden
tie moet worden gevoerd, het bedrag van
f3 per maand in art. 33 genoemd als de
som, welke de Directeur wegens kleine uit
gaven, zonder overlegging van kwitantie in
rekening mag brengen, te verhoogen tot f5
per maand.
Op grond daarvan stellen B. en W. in
dien geest de betreffende verordening te
wijzigen
Geen wijziging der slachttarieven.
Zooals bekend is, wendden de Leidsche
Vleeschhouwersvereeniging en de Leidsche
Varkensslagersvereeniging zich brj adressen
van 19 September en 5 November j.L tot
den Raad met het verzoek de slachttarie
ven te verlagen en tegeltjfeertfld ffet slacht-
tarief voor varkens, ten beihoeve van hier
ter stede gevestigde fabrikanten van ver
duurzaamde levensmiddelen geslacht, te ver
hoogen, terwtjl de firma Tieleman en Dros
en R. Verhoef hun bezwaren tegen inwilliging
van het laatste gedeelte van bovenvermeld
verzoek kenbaar maakten.
Over al deze adressen is door B. en W.
het gevoelen ingewonnen van de Commissie
van Beheer over het Openbaar Slachthuis.
Met het advies van de meerderheid dier
commissie en de door haar aangevoerde
gronden kan het college van B. en W. zich
volkomen vereenigen en zjj geven den Raad
mitsdien, onder verwijzing' naar haar advies,
in overweging:
lo. op de adressen van de Leidsche
Vleeschhouwersvereeniging en de Leidsche
arkensslagersvereeniging van 19 Septem
ber en 5 November j.l. afwtjzend te be
schikken;
2o. de adressen van de Commanditaire
Vennootschap onder de firma Tieleman en
Dros en P. Verhoef voor kennisgeving aan
te nemen.
Na uitvoerige beschouwing over de adres
sen, eindigt het advies der bovengenoemde
commissie aldus.
Na het bovenstaande zal het weinig be
toog meer behoeven, dat de meerderheid
onzer Commissie verlaging der slachttarie
ven en verhooging van het voor de vleesch-
warenfabrieken geldend slaohtgeld voor
varkens met den mees ten aandrang moet
ontraden. Zjj wil er nog eens met grooten
nadruk op wijzen, dat de bloei van het
sJachthuisbedrrjf voor een zeer groot deel
te danken is aan de vleeschwaren fabrieken 1
en zeer in het bijzonder aan die van de
firma Tieleman en Dros. Mocht deoe fa
briek onverhoopt worden opgeheven, of naar
elders verplaatst met welke mogelijkheid
men bij verhooging van het tarief ernstig
rekening moet houden, dan zal het maken
van winst op het slachthuisbedrgf waar
schijnlijk voorgoed zijn uitgesloten en zal
van verlaging der slachtrechten wel in het
geheel geen sprake meer kunnen zijn. Naar
de meening der meerderheid zou het Ge
meentebestuur de belangen van het binnen
het gebied der gemeente gelegen industrieën
2l zeer slecht behartigen door op volko
men ongemotiveerde wijze immers de
goede gang der exploitatie van het slacht
huis en het gemeentebelang vorderen het
nemen van een (lergelijken maatregel geens
zins en alleen gleid door een naar hare
meening oirvt inzicht van een tweetal
vereenigingen van slagers, in de sinds tal
van jaren I: -staande omstandigheden, waar
onder deze industrieën moeten werken, een
zoodanige wijziging te brengen, dat niet
alleen haar bestaan, maar daaim:de de be
staanszekerheid van tal van ingezetenen in
gevaar wordt gebracht.
Koppelt men dezen maatregel, zooars
adressanten wenschcn, vast aan verlaging
der gewone slachttarieven, dan zal, behalve
de bovengeschetste bezwaren, daarvan bo
vendien het gevolg zijn, dat op liet slachh-
huisbedrrjf geen matige winst meer zou
kunnen worden gemaakt. Immers, jndien deze
verlaging zelfs 20 pet. zou bedragen, ten
gevolge waarvan de inkomsten van het
slachthuis met pl.m. f20.000 een bedrag
ongeveer gelijk aan de geheele winst over
1923 zouden verminderen, dan is de be-
teekenis daarvan g:en andere, dan dat een
slager op een rund van gemiddeld f 350
waarde, zcg'ge en schrijve f2 minder on
kosten zou hebben, d. i. par pond vleescb
ongeveer Va cent
Én wolke voordeelen staan daar tegen
over? Geen enkel en met name geenszins
de zekerheid, dat ook de vieeschprijs met
een J/s cent per pond zal verminderen. Dit
zal het Gemeentebestuur en zullen de inge
zetenen, niet de bevoegdheid of de macht
bezittende de slagers daartoe eventueel 'te
dwingen, slechts lijdzaam.kunnen afwachten.
De minderheid in onze Commissie kan
rich evenwel met den inhoud van het adres
der slagersvereenigingen vereenigen en ad
viseert tot inwilliging van het verzoek te
besluiten.
Wijzigingen in de verordeningen inzake
stemdistricten en stemlokalen voor deze
districten.
Sedert de laatste verdeeling van de ge-
gemeente in stemdistricten voor de ver
kiezing' van de leden van dan Gemeenteraad,
vastgesteld bjj de verordening van 26 April
1920 heeft een vrjj groote verschuiving van
kiezers in de binnenstad en een aanwas
van kiezers in de buitenwijken, mede ten
gevolge van den bouw van woningcomplexen,
plaats gehad, zoodat het B. en W. wenschelijk
voorkwam oen nieuw plan tot verdeeling van
de gemeente in stemdistricten te ontwerpen.
Zij hebben daarbjj getracht de districten
in de binnenstad met meer dan 1000 kie-
zexs te ontlasten door wijziging van de
districtsgrenzen, zoodat kleinere districten
werden belast met de overtollige kiezers
van grootere districten.
Deze grenswijziging kon echter in de
buitenwijken niet gevolgd' worden, omdat
aldaar geen verschuiving, doch uitbreiding
van het getal kiezers beeft plaats gehad,
wegens de stichting van de bovenbedoelde
woningcomplexen door de alhier gevestigde
woning bouwvereenigingen en door do ge
meente zo I ven.
Het is B. en W. evenwel gelukt de uit
breiding van het getal stemdistricten te be
perken tot 5, zoodat het aantal in deD
vervolge 46 zal bedragen. Deze beperking
i3 geboden met het oog op de groote
kosten, verbonden aan de inrichting van
stemlokalen, zooals stemkisten, stemhokken,
tafels en verdere inventaris, benevens de
kosten van vertering van de stembureaux.
De door hun ontworpen nieuwe verdeeling
van de gemeente in stemdistricten brengt
geen wijziging in de door de Gedeputeerde
Staten dezer provincie, bij besluit van 22
Maart 1920, vastgestelde verdesling van de
gemeente in kieskringen. De grenzen dezer
kieskringen bleven dus ongewijzigd.
Zij hebben hun ontwerp ter kennis van
de Gedeputeerde Staten gebraoht, met ver
zoek tot vaststelling daarvan, voor zooveel
de verkiezing van de leden van de Pro
vinciale Staten betreft, fe willen overgaan
en tevens te willen bevorderen, dat die
vaststelling eveneens geschiedt door den
Minister van Binnenlandsche Zaken en Land
bouw, voor zooveel aangaat de verkiezing
van de leden van de Tweede Kamer der
Staten-Generaaf.
Genoemde Minister heeft de nieuwe ver
deeling van de gemeente vastgesteld b\j
besluit van 23 Februari 1925, afd. B. B.
No. 1264 (Ned. Staatscourant van 2 Maart
1925 No. 42), terwijl die vaststelling door
de Gedeputeerde Suiten van Zuid-Holland
plaats had bjj besluit van 16 Maart j.f.
Voor een goede legeling van de ver
kiezing is het noodig. dat deze nieuwe
Yerdeeling ook wordt overgenomen, voor de
verkiezing van 'de leden van den Gemeente
raad.
Als gevolg daar va: i is ook een nieuwe aan
wijzing van de stemlokalen noodig en tevens
van de lokalen, waarin de verschillendo
hocfdstemburcaux zullen ritting hebben.
Met het oog op de vrij hooge drukkosten,
hebben B. en W. er van afgezien, in de
ontwerp-verordening, regelende de verdee
ling van de gemeente in stemdistricten, de
volledige begrenzing van ieder der 46 dis
tricten op te nemen, doch volstaan eenvoudig
met een verwijzing naar do indeeling van
de gemeente voor de verkiezing van do leden
van de Tweede Kamer der Sta ten-Generaal
en van die van de Provinciale Staten van
Zuid-Holland.
RECLAME.
wal ze er ap smeren,als je op
reis benl. Ik doe hel maar lie-
-ver zelf mei een beetje Erdal.
555»
(Zitting van gisteren).
Indische Begrooting 1925.
Aan de orde is de Indische Begrooting
voor 1925.
De heer DE MURALT (V.-D.) brengt in
het algemeen hulde aan dezen Minister voor
zijn beleid. De intrekking van de belasting
op de vennootschappen acht hy een goede
daad, al schuilt er iets onbillijks in, dat
de kleinere ondernemingen nu zwaarder wor
den getroffen: Een progressie heeft den
Minister afgewezen. Praktisoh zullen de na-
deelen, die de Minister daarvan vreesde,
niet groot zijn. Het voordeel zou zjjo, dat
kleinere ondernemingen, als bjyv. spoor- en
tramwegen, meer beschermd zouden rijn. Ten
gunste van deze ondernemingen heeft de
Volksraad een motie aangenomen en spr.
zou den Minister wel willen vragen eens
te overwegen of het niet mogelijk ls daar
aan tegemoet te komen.
De financieele toestand van Indië blgft
intusschen zorg baren, vooral als wij in
1932 beginnen met de aflossing der lee
ningen. Waar zal het daarvoor benoodigde
geld vandaan moeten komen? Uit nieuwe
belastingen zal het bezwaarlik te halen.
Misschien brengen de bestaande meer op
als de welvaart toeneemt. Echter valt niet
te verwachten, dat dit een aanzienlijk accres
zal zijn. Noch uit de belastingen, noch uit
de monopolies zal veel zijn te trekken. Van
de meerdere opbrengst der spoorwegen ver
wacht spr. ook niet veel.
De afneming van het reizigersverkeer op
do spoorwegen acht spr, een bewjjs voor
vermindering in den economise hen toestand;
Met bezuiniging moet men voorzichtig zgn?
o. a. met tiet wegzonden van ingenieurs w'
den waterstaat Over eonige jaren zal hef
moei>ijk zijn goede krachten te krijgen en
het tekort zal plotseling wassen als groote
werken worden aangevangen. Het wegzenden
van ambtenaren in Indië is gevaarlijk, om
dat daardoor de lust om naar Indië te
gaan zeer wordt getemperd.
De circulaire tot inperking van de vrij
heid van handelen van do onderwijzers acht
spr. van beteekenis. Een storm van veront
waardiging is tegen die circulaireopgegaan
en tal van adressen zijn ingekomen: Veel
hangt af van de wijze en do tact, waar
mede de conclusie wordt toegepast. Voor
vrijheid van denken, schrijven en spreken
is spr. natuurlijk, maar het is een waan
denkbeeld, dat een onderwijzer buiten zijn
school volmaakt vrij is. Juist hg1 moet be
denken, dat hij onderw^zor Is en blyft ook
buiten diensttijd. Bpr. geeft eenïge staakjes
van onderwijzers, die van hun vryheid oen
verkeerd gebruik maakten.
De heer MENDELS (S.-D.): Je lean wei
zien, dat do onderwijzers niet meer de
slippendragers van de liberalen zijn.
De heer DE MURALT (V.-B.) wil' onder
wijzers die zich misdragen, uit de school
weren.
Do burgemeesters ui Indie gedragen rich
ook niet altijd gelijk gewenscht is. Zij mo
gen hun belijdenis niet in liun ambt belij
den. Spr. wijst op burgemeester Ter Laan,
die een veel betere opvatting van zijn taak
heeft.
Do bewuste circulaJrc moet nic't tact wor
den toegepast. Bij het uitzenden van amb
tenaren, wenscht hij gezorgd te zien dat
geen communisten worden gekozen, omdat
zij hun ambt gebruiken om propaganda to
maken. Het succes der communisten in In
dië is niet te danken aan hun beginselen
maar aan hun felheid en hun bcdricgelijk-
lieid waarvan spr. cenige voorbeelden geeft
Krachtig optreden daartegen ia gewenscht,
opdat de Inlanders niet op een dwaalspoor
worden gébracht.
De staking bij de spoorwegen heelt spr.
verleden jaar reeds een politieke staking
genoemd, hetgeen toen krachtig is bestre
den, o.a. door den heer Cramer. Het onder
zoek der bemiddelmg8comini8sie heeft ech
ter geleerd dafc van economische motieven
geen sprake was geweest on wel degelijk
de politieke hoofdzaak waren.
Inzake het hoogovenbedrijf vraagt spr.
of het juist is dat een vernietigend rapport
is uitgebracht ten aanzien van de mogelijk
heid om dat bedrijf op Celebes te doen
slagen. Het is gewenscht dat de Minister
den sluier eens oplicht Men zogt, dat al
beol wat geld is weggesmeten met het me
chanisch rijstbodrijf. Dienaangaande vraagt
li ij ook inlichtingen, omdat vroeger nooit
cijfers on gegevens zijn verstrekt, zoodat
de Kamer daarvan niets kon te weten
komen
In zake de residenten conferenties is
spr. het eens met den Minister omdat hij
daarvan veel nut verwacht.
Ten slotte bespreekt hij do kwestie van
den verkoop van de vliegmachine door vlie
gers die naar Indië vlogen. Men zegt dat
men zelfs invoerrecht heeft laten betalen
voor deze machine. Hij vraagt, als dit waar
is, dat dit bedrag wordt terugbetaald en
dat de Regecring do machine zal koopen.
De heer VAN EMBDEN (V.-D.) be
spreekt nogmaals de kwesfcio van de Indo-
logische faoulteit te Utrecht. Hij hoopt dat
de Minister reeds nu zijn mcening zal uit
spreken en zal voorkomen dat een derge
lijke faculteit worde opgericht. Het geldt
liior een Indisch belang.
Hij waarschuwt den Minister dat hij niet
in de kaart der commissie zal spelen met
deze leerstoelen too te staan. Naar eprv
weet is do heer Foc-k tegen do instelling
cn het is dus gewenscht dat dit kwaad
wordt voorkomen.
De lieer CRAMER (S.-D.) zal verschil
lende belangrijke kwesties onbesproken la
ten omdat hij alleen de groote lijnen wil
behandelen. Hij betreurt het dat er in Ne
derland zoo weinig belangstelling bestaat
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
(Nadruk verboden)
46)
Wij liepen samen de grot door, ons dieper
bukkend naarmate liet platond aan liel
einde lager werd. De opening was een
lange, nauwe spleet, geen Iwec voet diep,
aan den bovenkant was de rols scherp af
gebrokkeld. De kaars spuüerde, (oen ik
haar voor de opening hield cn ik voelde de
frissche luchl mij legen hel gelaat slrijken.
liet was ongetwijfeld een uitgang naar de
buitenluchtmaar hoe kon een sterveling
ooit verwachten door zóó'n nauwe spleet te
kunnen kruipen? Jk stak mijn hand met de
kaars in da opening cn mijn arm verdween
er in lot aan den schouder. Het scheen een
doorgang te zijnwant mijn hand ontmoette
niets cn het dak werd, zoo al niet hooger,
dan toch in elk geval niet lager. De rols
was hard en slerig.
Ik trok terug en onderzocht de opening
nauwkeung. Zij herinnerde mij aan don in
gang van sommige grollen, waar wij vroe
ger op school wel in kropen. „Cox' Grot"
had net zoo'n nauwe spleet tot ingang,
maar daarachter was de grot heet ruim. Ik
deed mijn jas uit, en daarna das en
boord af.
„Waar ik door kan," zei ik tot Marjorie,
„daar kun jij ook door! Ik ga probeeren me
er door heen le werken!"
Het meisje antwoordde niel. Zij knielde
op den harden grond en vouwde de hemden
samen. Maar zij glimlachte als om mij le
bemoedigen.
Ik kwam niet ver. Mijn hoofd ging er
goed door; maar een sluk rots, dat naar be
neden uilslak; hield mijn schouders fegen
en ik zat vast. Hoe ik ook wrong en duwde,
ik kon geen centimeter verder komen en
ten slotte moest ik, om mij niet heelemaal
vast le werken, liet opgeven.
Toen ik mij omwendde en naar Marjorie
Gartli keek, kreeg ik een inval. Marjorie
was slank en heel lenig, en alleen de zaoht
rondende lijn van hals en boezem onder
scheidde haar iiguurlje van dat van een
jongen.
„Bcsic," zei ik, „jij moei liel eens pco-
boeren. Het is alleen de breedte van mijn
schouders,- die maakt, dat ik er niet door
kan. Ik geloof, dat jij het best zult klaar
spelen..
Het meisje keek mij aan met groote
oogen.
..En jou liicr laten?" was al wat zij zeide.
Ik nam haar hand.
„Luister eensl Het jacht moei heel spoe
dig terug zijn. Je kunt je ergens dicht bij de
kust verbergen en wanneer je het geweer
schol hoort, ga je naar onze grot bij het
slrand en wacht op de sloep van de „Nao
mi." Je loopt de kans, dat weet ik, in
Klompvoets handen te vallen. Maar je hebt
een kans. Geloof me, wanneer je hier blijft
heb je die zelfs ook niet.
Met een wanhopig gebaar verborg zij het
gelaat in de handen.
„Neen!" riep zij uit. „Neen, meen! Dat
kan ik nieil Ik kan je niet hier achter
laten!"
Zacht trok ik haar handen van haar b~e-
iraand gezichtje weg.
„Het geluk heeft ons deze kans gegeven,"
herinnerde ik haar, „en wij moeien die
aangrijpen. Ik heb je verleid, dat ik ten
slotte altijd weer boven Water ben gekomen,
en dit is onze eenige gelegenheid. Is het
niet beter een kans voor zijn leven (e wa
gen dan hier te blijven en als een rat in
zijn bol te sterven? Wanneer het blijkt, dat
er een uitgang is, kun je altijd terugkomen
bij deze opening om het mij te vertellen.
En is er geen, welnu, dan kunnen we weer
samen blijven
Marjorie knikle zwijgend.
„Wanneer Grundt," zei ze nog. „mij
weer ie pakken mocht krijgen, zal hij mij
natuurlijk uilhooren over dat codebe
richt
„Vertel Kern niets!" antwoordde ik da
delijk.
„Maar wanneer hij het ais voorwaarde
slelt voor jou-w bevrijding
„Dan heb ik je niets verleid. Dat is mijn
geheim. Marjorie. Wamneer het aan Klomp
voet verteld moet worden, wil ik het zelf
doen. Wij zijn nu zoo dicht bij het eind
van onze avonturen, dat ik alles op hel spel
wil zetten totdat het jacht in 't zicht komt,
Klompvoet zal nooit vermoeden, dat je
iets weeit, tenzij je het hem zelve vertelt. Be
denk, dat hij een Duitsoher is en dus weinig
dunk van vrouwen heeft. Hij zou nooit op
het idee komen, dat ik je iet» van de berg
plaats van den schat heb verleid. Vertrouw
mi), bestel Het kan ons geluk wordenl
Wanneer jtj er uit komt, zai ik er ook uit
komen hoe dan ook geloof mijl"
Toen verdeelde ik, terwijl zij haar schoe
nen uitrok, de kaars in tweeën. Ik zette
haar schoenen met haar halve kaars zoo
ver als ik kon reiken in de opening en gaf
haar de Jielit van mijn voorraad lucifers.
Toen wendde ik mij om cn wij stonden te
genover elkaar in dc duislernis.
„Veel succes, makkertje I" zei ik'; „wij
zullen elkaar spoedig weerzien!"
„Ik heb hel gevoel, dal ik je in den sleek
laat," zei ze met zachte slem. „Stel, dal hel
mij eens niet geluktl"
„Dan zul je mij 'héél gelukkig hebben ge
maakt bij de gedachte, dal jij ontkomen
bent!"
Mei een snik in haar slem vroeg zij:
„Denk je heelemaal niet aan je zelf?"
„Het is prelliger om aan jou ie denken!"
Éven zweeg zij. Toen fluislorde zij zacht:
„Geld lelt hier beneden niell" En zij hief
haar gezichtje naar mij op.
Ik nam haar in mijn armen en kuslc
haar, ierwijl zij zich iegen mij aanvlijde in
de duistornis. Toen liel zij zich op de
knieën zakken en kroop naar de opening.
Een paar seconden was het gele schijnsel
van de kaars verduisterd en ik hoorde haar
met moeite ademhalen. Toen werd het
schijnsel weer zichtbaar en ik hoorde haar
stem van de andere zijde,
„Er is hier een doorgang, die met boch
ten verder loopt en de lucht is hier frisch.
De wind blaast in mijn gezicht. Tot weer
ziens, beste Desmond!"
„Tot weerziens, lieveling I" riep ik van
uit de duisternis en toen werd het stil.
Ik bleef een oogenblik staan luisteren;
toen den raad volgend van den Franschen
wijsgeer, die beweerde, dat hij, die slaapt,
eet, strekte ik mij uit op den rotsachligen
bodem en viel weldra in een diepen slaap.
Toen ik wakker wCTd. stak ik mijn
stukje kaars weer aan. Mijn horloge was
blijven slilslaan. In die zwarte duislernis
was het onmogelijk to zeggen of het nacht
ol dag was. Ik ging overeind zitten cn
rekle mij uil met geen andere gewaarwor
ding dan dat ik razend hongerig was. De
stilte was drukkend. Ik bleef achterover
legen den rotswand geleund liggen en
wachile
HOOFDSTUK XXI.
Een licht in de duisternis en wal
er van kwam.
Zooals ik lafer van Marjorie hoorde, was
de spleet maar een paar voet diep. Daarna
werd de bovenwand weer hooger. Marjorie
bevond zieih in een nauwe gang. waar de
frissche wind haar in het gezicht woei. De
tocht was zelfs zóó lievig, dat de kaars da
delijk uitging en zij in pikdonker haar
schoenen moest aandoen en verder tastend
haar weg moest zoeken.
Haar groote vrees was, dal dc gang zou
uitkomen in andere gangen en dat zij, vóór
zij het wist, in een netwerk van onderaard-
sclie gewelven zou geraken, waar zij niet
meer uit zou kunnen, om mij le bereiken,
wanneer de nood aan den man kwam. Zij
trachtte de richting te onthouden door
sleeds vlak bij den muur aan haar rechter
hand te blijven en haar voetslappen te lel
len. Maar de gang was zoo donker en maakte
zooveel bochten, dat zij al spoedig den tel
kwijt raakte. Ten laatste ging zij blinde
lings verder, bi) tusschenpoozen 6lil slaand»
om zich te overtuigen, dat zij den wind oog
over haaï wangen voelde strijken.
L (Wordt vervolgd),