De Terugkeer van Klompvoet.
No. 19934
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 5 Maart
Tweede Blad. Anno 1925.
GEMEENTEZAKEN.
BINNENLAND.
FEUILLETON.
Benoeming bij het Onderwijs.
Eet fe B.' en W. gebleken, dat de Mi
nister van Onderwgs en den Inspecteur van
het buitengewoon L. O. om formeele re
denen het noodig achten, dat aan da school
verbonden aan het gesticht Voorgeest, een
hoofd wordt benoemd. Hoewel de ge<m:ente
bg de benoeming van een hoofd dier school
geen financieel belang heeft, aangezien de
jaarwedden van het onderwijzend personeel
dier school tot het wettelijk bedrag voor
rekening van het Rijk komen en dus de
met de benoeming van een hoofd ge
paard gaande hoogere uitgaaf voor
salarieering eveneens ten laste van
het Rijk zou komen, achtten B. en W.
net toch niet gemotiveerd tot die benoe
ming den stoot te geven, omdat het nimmer
is gebleken, dat Het belang van het onder
wijs de aanstelling van een hoofd vordert,
en zij meenden niet te moeten bevorderen,
dat net Rijkssubsidie onnoodig wordt op
gevoerd. Nu dit bezwaar eoftter van Rijks
wege niet wordt gedeeld en weigering van
de medewerking tot benoeming net verlies
van de Rijkssubsidie tengevolge zou nebben,
geven B. en W. den Raad in overweging:
a. over te gaan tot benoeming van een
hoofd van de school, verbonden aan de
afdeeling voor jeugdige idioten Voorgeest''
van net Krankzinnigengesticht jSndegeest'',
waarvoor wordt voorgedragen de neer A.
M. van Sermondt, onderwijzer aan die school,
en Van eene onderwijzeres aan die school,
waarvoor wordt voorgedragen Mej. EL E. H.
Meijkamp, een en_ ander onder bepaling,
dat deze benoemingen worden geacht te
zjjn ingegaan op 1 Januari 1925;
b. te bepalen, 3at de bezoldiging van
het hoofd en het verder onderwijzend per
soneel aan de sub a. genoemde school, te
rekenen met ingang van 1 Januari 1925,
geheel zal worden Wekend naar denzelfden
maatstaf als voor het hoofd en het verder
onderwijzer® personeel aan scholen als deze
bjj Wet of Koninklijk Besluit is of zal
worden vastgesteld, met dien verstande
evenwel, dat aan de op 31 December 1924
aan genoemde school in dienst zijnde leer
krachten een salaris wordt gewaarborgd,
hetwelk zij, met inachtneming van den rang,
welken zij op laatstgenoemden datum be
kleedden, zouden genieten, indien zjj ver
bonden waren aan de school voor zwak
zinnigen te Leiden.
De met een en ander verband houdende
wijziging van de verordeningen zullen B.
en W. te zijner tijd bij den Raad aanhangig
maken.
Ket heffen van leges.
In verband met een aan B, en W. ge
richt schrijven van GecL Stjaten dezer pro
vincie, waaruit blijkt, dat de Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw geen
bezwaar meer heeft tagen het heffen van
leges van jachtakten tot een maximum van
50 pet. van de ïn artikel 15 der Jachtwet
1923 veelgestelde rechten,* bieden zij ter
vaststelling aan een ontwerp-venrordening tot
wijziging van de Legesverordetiing, waarbij
de heffing van bedoelde legesgelden wordt
geregeld.
Behalve het zegelrecht is 'door de be
trokkenen ten bate van het Rijk voor de
verschillende jachtakten resp. f30, f 15,
f10 on f5 verschuldigd, terwijl de jacht
akten, ingevolge de Jachtwet 1923, wor
den aangevraagd, uitgereikt en eventueel
worden ingetrokken door den Commissaris
Van Politie, die tevens do rechten voor
het Rijk heeft te innen en die rechten
aan het Rijk heeft af te dragen. Het is
h. i. dan ook alleszins billijk, dat door de
gemeente voor de van harentwege verrichte
werkzaamheden tot het maximum van het
door den Minister toelaatbaar geacht be
drag leges worden geheven.
De opbrengst vian deze legesgelden wordt
door B. en W. geraamd op pl.m. flOO
per jaar.
Van deze gelegenheid maken B. en ,W.-
tevens gebruik voor te stellen de leges
gelden voor de bewijzen van Nederlander
schap en die voor het verlengen van bui-
tenlandsche paspoorten, welke thans f0.50
bedragen, te verhoogen tot fl en om een
heffing van legesgelden voor het aanvra
gen, gereedmaken en uitreiken van buiten-
landsche paspoorten, ad fl voor eiken-pas,
in de verordening op te nemen. Voor het
aanvragen, enz. van buitenlandSche pas
poorten wordt thans niete geheven. Voor
het legaliseeren van de handteekening van
den pashouder op den pas wordt ingevolge
de verordening f0.40 betaald.
De aan het gereedmaken van de bewij
zen van Nederlanderschap, het verlengen
gen van 0e buitenlandsche paspoorten en
het aanvragen enz. van die paspoorten ver
bonden werkzaamheden, wettigen h. i alles
zins de voorgestelde heffing. Ook stellen
zij voor om, nu door de Kroon geen beswaar
meer wordt gemaakt tegen het heffen van
leges voor het raadplegem van kadastrale
stukken, die op het Raadhuis berusten,
naast de Jhans geldende heffing voor het
verstrekken van hulp bj) die raadpleging,
die raadpleging ook zelve aan een legeo-
heffing te onderwerpen.
Eene heffing van f0.50 voor het raad
plegen van de plans voor iedere sectie en
an den perceelsgewijzen leggei voor ieder
artikel, komt B. en W. voldoende voor, ter
wijl die heffing blijft beneden die, welke
voor raadpleging van de kadastrale stukken,
indien ditgeschiedt ter naleving van of
voldoening aan eenig 'wettelijk voorschrift,
is onder art 2 der verordening een vrij
stelling opgenomen, waardoor die raad
pleging niet onder de heffing ^valt
Ten slotte grijpen B. en W. deze gelegen
heid aan om dsn Raad te adviseeren een rege
ling te treffen voor het heffen van leges
voor het aanvragen en uitreiken van fft- en
mimmerbwijzen, bedoeld in de Motor- co
Rijwielwet, van duplicaten van die bewezen,
vatn verlengingen van rijbewijzen en van
ontheffing van het verbod^ om één of meer
wegen in de provincie te berijden met
motorrijtuigen, alsmede voor verlengingen
van zoodanige ontheffingen.
Nu de Motor- en Rijiwielwet het haffen
van leges van deze stukken niet meer ver-
biedt, heeft de Provincie Zuid-Holland een
legeslieffing voor die stukken ingevoerd.
Tevens hebben Ged. Staten voor de inning
van die leges de medewerking ingeroepen
van de Gemeentebesturen, daardoor prao-
tisch het aanvragen en uitreiken van ge
noemde stukken door de Secretarie gieschiedt,.
Het komt h.i. alleszins gemotiveerd voor,
dat de gemeente voor die werkzaamheden,
bestaande uit het invullen van eetn aan
vraagformulier, het ontvangen van de pro
vinciale leges, het doorzenden van het aan
vraagformulier, de verrekening van de pro
vinciale leges en het uitreiken van het aan
gevraagde bewijs, een geringe vergoedionj
ontvangt, welke ten aanzien van elk stuk
op f 1 ware te stellen.- -
B. en W. geven den Raad in overweging
een verordening in dien zin vast te stellen.
Een vergunning tot het leveren van
duinwater in Oegstgeest
De Leidsche Duinwater Maatschappij
verzocht den Raad, haar een algemeen©
vergunning te willen verleenen tot het le
veren van duinwater in een gedeelte dor
gemeente Oegsigeest. Bij inwilliging ran
dit verzoek zouden dan de in het request
opgesomde afzonderlijke vergunningen,
door den Raad in den loop der jaren iuc-
cessievelijk voor verschillende gedeelten
van bedoeld gebied verleend, kunnen ver
vallen.
De redenen, welke de Maatschappij tot
dit verzoek hebben geleid, komen B. en W.
gegrond voor. Het is ter voorkoming van
allerlei moeilijkheden inderdaad gewenscht
niet langer den tegenwoordigen toestand
te bestendigen, volgens welken er, bijvoor
beeld, tusschen de verschillende strooken,
waar water geleverd mag worden, kleine
gedeelten overblijven, waar geen waterle-
vering mag geschieden, omdat bij sommige
der eertijds verleende vergunningen de
voorwaarde is gesteld, dat de aan te slui
ten perceeton niet verder dan 100 M. uit
het midden der betreffende wegen gelegen
mogen zijn.
Dat voorts de hier besproken aanvrage
een grooter gebied omvat, dan tot dusverre
door de verschillende reeds vekleende ver
gunningen wordt bestreken, behoeft tegen
inwilliging van het verzoek geen bezwaar
te vormen, omdat er alle reden bestaat de
waterlevering ook voor het overige hier be
doelde gebied van Oegstgeest, dat voor
een groot deel nabij het bebouwde gebied
van Leiden is gelegen, toe te staan. De
vergunningen, door den Raad met betrek
king tot de waterlevering in Katwijk en
Rijnsburg verleend, gelden trouwens ook
voor beide gemeenten in haar geheel.
B. en "W. geven tenslotte den Raad in
overweging het in het request vervatte
verzoek toe tc staan.
Verhooging van het voorschot aan da
Woningbonwver. „De Goede Woning".
Bij besluiten van 26 April 1920 en 28 No
vember 1921 werden aan bovengen. Ver-
eeniging een grondvoorschot van f 223050
en een bouwvoorschot van f 1.151.927 ver
leend.
Reeds had het bestuur der vereeniging
aan B. en W. machtiging verzocht het ge
bouw, bestemd voor badhuis, met het oog
op de inmiddels gebleken minder gunstige
exploitatie-vooruitzichten voorloopig niet
verder af te bouwen en had het College ge
meend de gevraagde machtiging te moeten
verleenen, echter onder voorwaarde, dat
omtrent de aan het gebouw te geven be
stemming en zijn exploitatie met het Col
lege vooraf overleg moest worden gepleegd
en dat veranderingen in het gebouw niet
zonder hun voorafgaande goedkeuring
mochten worden aangebracht.
In zake de bestemming, die het pand zal
verkrijgen, is thans nog geen definitieve
beslissing genomenhet overleg in deze
met den Minister van Arbeid cn met de
vereeniging is nog niet bcindigd.
Inmiddels is echter het geheele bouw
plan met uitzondering dan van bedoeld
perceel voltooid en heeft het bestuur
der vereeniging een overzicht van de totale
kosten ingediend. Blijkens den desbetref-
fenden staat, hebben de uitgaven bedragen,
voor zooveel betreft het grondvoorschot
f 223.050, d.i. dus juist het in maximum toe
gestane bedrag, en wat aangaat het bouw
voorschot f 1.153.671.71, welk laatste voor
schot derhalve met f 1747.71 dient te worden
verhoogd om alle kosten te dekken. Bij
ministerieele beschikking van 9 Februari
1925 is deze verhooging toegestaan.
Te zijner tijd zal nog een som zijn benoo-
digd voor de afwerking van het aanvanke
lijk voor badhuis bestemde gebouwaan
gezien daarvan thans niet meer dan de
romp met de binnenmuren aanwezig is,
kan het in zijn tegenwoordigen staat voor
geen enkel doeleinde worden gebezigd. In
de onderwerpelijke verhooging van het
voorschot kunnen de kosten van de vol
tooiing echter niet worden opgenomen.
Eerst wanneer dc bestemming van het per-
«eel vaststaat, kan een aanvrage om meer
der voorschot voor dit doel in overweging
worden genomen.
Verhnring van een lokaal in het voormalig
Invalidenhuis.
Wederom bereikte B. en W. een verzoek
ditmaal van de Roomsch-Katbolieke Mu-
riekvereeniging „Perosi", om voor het hou
den van repetities gebruik te mogen maken
van een lokaal in het voormalig Invaliden
huis aan den Middelweg.
Tegen inwilliging van liet verzoek bestaat
bij dit College, nu adressante bereid is ge
bleken de voorwaarden le aanvaarden, geen
bezwaar. Tot deze voorwaarden behoort het
recht van de gemeente om de huur met een
termijn van drie maanden tusschentijds op
te zeggen.
Voor het beoogde doel kan gevoeglijk wor
den afgestaan liet lokaal met voorvertrek,
gelegen boven de aan de C. J. M. V. Pad-
vindersvereeniging verhuurde vertrekken.
Weliswaar bevinden dze lokalen zich in een
minder goeden toestand, doch de gemeente
heeft terzake geen uitgaven te doen aange
zien de vereeniging op zich neemt voor hare
rekening alle noodige verbeteringen in te
voeren.
B. en W. geven den Raad in overweging
genoemde lokaliteit aan de vereeniging voor
f 40 per jaar te verhuren.
Overnemen, van grond aan de Genestetstr.
Ten behoeve van het verleenen van eene
vergunning voor den bouw van twee huizen
op het perceel aan de Genesletstraat alhier,
kadastraal bekend Sectie 0, No. 1113, is het
noodig dat de tusschen de rooilijn op dit
perceel en den openbaren weg gelegen grond
in eigendom aan de gemeente overgaat.
B. en W. doen in overleg met den eige
naar nu een voorstel daartoe.
Overname van een strook grond aan den
Stationsweg.
Met het oog op een verbouwing van het
perceel Stationsweg no. G is het noodig, dat
het strookje grond, thans trottoir, gelegen
tusschen het perceel en den Stationsweg,
groot ongeveer 1-1 c.A., in eigendom cn
onderhoud bij de gemeente overgaat.
Aangezien de eigenaren bereid zijn tot die
overdracht zonder eenige kosten voor de ge
meente, geven B. en W. den Raad in over
weging tot die overdracht le besluiten.
Verhuring van perceelen weiland in den
Roomburger wetering.
Voor de huur van de aangekochte percee
len weiland in den Roomburgcrpolder, teza
men groot 2.30.80 IrA. heeft zich aangc -
meld de heer Jacobus Uiltenboogaard le
Oegslgéest die het land reeds tegen f 300 in
huur had van de vorige eigenaresse de N.V.
Nederlandsche Fabriek van Verduurzaamde
Levensmiddelen v.h. W. Hoogenstraaten #cn
Co. Hij is bereid de huur le vcihoogeii 'lot
f400 per jaar. D. cn W. mecnen dat daartoe
behoort te worden overgegaan cn stellen den
Raad voor daartoe le besluiten.
Aankoop grond aan de Langebrug.
Door den aankoop van het perceel Lange
brug No. 99 is een nieuw gezichtspunt ge
opend ten aanzien van de bouwplannen van
het nieuwe Politiebureau aan de Zonneveld-
straat en wel in dit opzicht, dat door bij
trekking van dit perceel aan het terrein van
het politiebureau, een andere indceling en
bebouwing kan worden verkregen, welke
voor den dienst van veel nut zal zijn.
Indien, overeenkomstig de bedoeling van
B. en W. niet dc bovenwoning van het per
ceel Nieuwsteeg No. 10, maar de bovenver
dieping van het huis Langebrug No. 99
wordt bestemd voor woning van den con
cierge van het politiebureau, waarvoor dit
pand veel beter geschikt is, cn het beneden
huis tot bewaarplaats van brancard, slan -
genwagen, inbeslag genomen rijtuigen en
tot weegplaats van motorrijtuigen enz. wordt
ingericht, zal de voorgenomen bouw van de
bewaarplaats, achterwege kunnen blijven;
en als verder de lijkenkamer, ontworpen tor
plaatse, wordt geplaalst aan de Westzijde
van het politiebureau bij den uitgang aan
de Nieuwsteeg, dan zal de aan de Oostzijde
van het bureau ontworpen*open plaats, een
zeer gewenschte verruiming kunnen ver
krijgen.
De bovenwoning van- het huis Nieuwsteeg
10 kan dan verhuurd blijven als lot dusver,
wat voor de gemeente dus geen nadeel op
levert.
Het niet bouwen van de bewaarplaats cn
het plaatsen van de lijkenkamer aan de
zijde van de Nieuwsteeg zullen een bespa
ring geven van pl.m. f 2500, welk bedrag
ten goede kan komen aan de kosten van
verbouwing van het perceel Langebrug 99.
Op de open plaats blijft dan echter nog in
den weg slaan een schuurtje, behoorendc bij
het perceel Langebrug No. 101. Blijlt dit
schuurtje staan, dan zal dit, uit oogpunt van
veiligheid en welstand, met een muurtje
dienen te worden ombouwd, wat een uitgaaf
van f500 zal meebrengen. In het belang
van een goede dienstverrichting is oprui -
ming van dit schuurtje echter zeer ge-
wenscht. Wordt het afgebroken, dan zal een
vrije open plaats worden verkregen van
pl.m. 24 x pl.m. 8 M.o.m. zal dan zoo noo
dig, met voertuigen ongehinderd kunnen
worden omgereden vanuit het huis Lange
brug 99 over de open plaats naar den ande
ren uilgang aan de zijde van de Langebrug.
De eigenaar, die aanvankelijk f 1075 als
koopprijs van dit schuurtje vroeg, is nader
'bereid gevonden het' voor f 1000 aan de ge
meente af te slaan.
Wel is ook deze prijs nog hoog en de Com
missie van Fabricage vindt daarin aanlei
ding doch ook daarin alleen om den
koop af te raden, maar B. en W. acht den
prijs niet van zóó overwegend bezwaar, om
van den aankoop af te zien. Dit lcelijk in
springend gebouwtje in het overigens, door
ruiling met strookjes grond van den achter
tuin van het perceel in de Nieuwsteeg No. 2
regelmatig gevormde terrein van het politie
bureau, zal bij niet opruiming steeds een
sla-in-den-weg blijven, die later wellicht
niet dan voor nog hoogeren prijs zou zijn t©
verwijderen. Aangezien de 'kosten van om
bouwing toch reeds pl.m f500 zullen be
dragen, wordt de aankoopsom feitelijk tot
pl.m. 4 500 teruggebracht.
De kosten van aankoop en die van de bo'
venbedoclde werkzaamheden kunnen hoogst
waarschijnlijk uit de voor den bouw van
het politiebureau toegestane gelden wordcü
bestreden.
Verhuring van het voormalig IJkkantoor.
Aangezien het Rijk dc huur van het IJk
kantoor aan de Lammermarkt, laatstelijk
verhuurd voor een bedrag van f 100 per jaar
met ingang van 1 September 1924 niet meer
wenscht to conlinueeren en zullcs in ver
band met de opheffing van den ijkkring Lei
den, kwam dit gebouw vrij. De vereeniging
„Leidsche Padvinders" vroeg nu voor de
huur van het pand in aanmerking le komen
teneinde aldaar haar bijeenkomsten le hou
den cn is bereid een huurprijs van f 300 le
betalen, verder accoord gaande met aan dezS
verhuring te verbinden voorwaarden. liet
gebouw zal door haar worden aanvaard in
den toestand, waarin het thans verkeert.
Alleen zal in het pand van gemeentewege
een clcclrische geleiding moeten worden
aangebracht, door welken aanleg het ge
bouw evenwel ook blijvend wordt verhoogd.
Verkoop bouwterrein op het Raamland.
De heer J. Reijncvcld alhier heeft, na
mens den heer prof. dr. F. Muller Jzn. te
Leiden, medegedeeld, een gedeelte grond
van het Raamland le willen koopen, gele
gen ten Zuiden van de Fruinslïaat ter
grootte van pl.m. 120 vierk. M. en uitma
kende een gedeelte van het kadastrale per
ceel gemeente Leiden, Sectie M No. 866,
voor den bouw van een landhuis.
De aanvankelijk door belanghebbenden
geboden prijs van f 9 per vierk. M. werd,
voor dit zoo gunstig gelegen gedeelte van
het Raamland, te laag geacht; met den
door B. cn W. gevraagden prijs van f 10
heeft belanghebbende zich evenwel kunnen
vereenigen.
Aangezien de prijs van f 10 per vierk. M.
aannemelijk is te noemen, geven B. en W.
den Raad in overweging zulks in over^
censt'emming met het advies van de Com
missie van Beheer voor het Grondbedrijf
le besluiten tot verkoop over te gaan.
Ambtswoning voor den Minister van
Bnitenlandsche Zaken.
liet voorloopig verslag inzake liet voor
stel lot wijziging en venhoogin.g van hot
Vilde hoofdstuk B der Staatsbegnooting
1925 (ambtswoning Minister van Biriten-
landschc Zaken) begint:
Bij het afdcelingsonderzoek van hel wets
ontwerp werd geen slcun Ier verdediging
daarvan gehoord.
Wel waren er ledon, die legen de voorge-
slo'lde voorziening op zichzelf geen bezwaar
zouden hebben, doch ook zij zouden hun
Slem aan het voorstel niet kunnen gevem,
wijl zij het tijdstip, waarop het woidt ge
daan, niet juist achtten. De moeilijkheden,
waarin 's lands schatkist verkeert on d«
voor een groot deel pijnlijke maatregelen,
welke in verband daarmede moetem wor
den getroffen, laten naar hun meening niet
loe, dat thans voor een doel als dit een be
drag van een halt millioen gulden wordt
uilgegeven.
Verscheidene leden achtten het instituut
van de ambtswoning op zichzelf reeds on-
gewensch't. De ervaring, in dil opzicht op
gedaan, noopt, naar de meaning dozer le
den, tot het betraohlen van dc uiterste voor
zichtigheid en moei doen afzien van eüden
stap van financieele heieekenis in deze
richting.
Te meer Bezwaar hadden de hdeTbedosl-
de leden tegen hetgeen in dit wetsontwerp
wortit voorgesteld, wijt naar hun oordeel
voor den Minister van Buitenlandsche Za
ken aan een ambtswoning van «en om
vang, als in de memorie vam toelicMahg Be
doeld, geen behoefte bestaat.
Andere leden, die geen bezwaar hadden
tegen li'cl instituut van de ambtswoning en
die voot een deel zelfs van meaning waren,
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
(Nadruk verboden).
28)
Carstairs had gelijk. Dit eiland was een
huiveringwekkend oord. De absolute stilte
van den nacht, alleen onderbreken door het
sombere gebruis van de golven, scheen die
atmosfeer van verwachting, die mij al eer
was opgevallen, nog sterker to deen voelen.
Ik kréég de gedachte alsof het eiland een
to on eel was, dat gereed stond voor de op
voering van een of ander spel.
Hier was misschien, zoo dacht ik, de
Onbekende gelaaid, die bestemd was voor
dat naamlooze graf, dat ik was komen zoe
ken; hier was hij misschien aan land ge
dragen door zijn inlandsdie bemanning.
Ik trachtte mij hem voor te stellen, hoe hij,
met den dood op hel gelaal, moeitevol het
bericht had- zitten krabbelen, dal op zoo
wonderlijke manier in mijn handen was ge
komen. Welk soort van mensoh was deze
onbekende? Een Duitsch officier, zeeoffi
cier waarschijnlijk (zooals de verwijzing
naar Kiel scheen aan le duiden). En voor
men schreef hij? Voor Duilscshers, voor een
Duitscher Toch waren er geen Duitechers,
a oor zoover ik wiet, in de bende, die twee
mensöhcnlevens fcad opgeofferd, ora in het
bezit le komen van het bericht, dat ik nu
in mijn zak had. Zwarte Pablo. Neque. El
CojoDat waren allen Spannsche na-
men.
El Cojo? „Hij, die mank loopt". Der
S t e 1 z e, Klompvoet, was de bijnaam ge
weest van dien andoren mamke, den mach
tigen man in dat keizerlijke DuitschJand,
dat in het vuur en den rook van de Hinden-
burglinie te gronde ging; Klompvret, wieme
wegen in het duister lagen, dien iedereen
vreesde, maar dien slechta zoo weinigen
ooit hadden gezien(Wanneer dae kon
opslaan uit zijn graf en mij kon opzoeken
op dat eiland, dan was het geen wondar,
dat mijn verbeelding, net ala die van den
braven Carstairs, deze duistere wouden met
verborgen spionnen be volgt zagl
In gedacMen verzonken, was ik steeds
verder door gcloopen, at maar dieper de
wildernis in. Maar nu belette, het struik
gewas, dat voortdurend dichter werd, mij
verdfrr fe gaan en ik kan plotseling niet
meer vooruit, doordat ik verward raakte in
een stevigen rank van een of andere krui
pende plant. Die plant had een groots
bloem, die een starken muskusgeur Ter-
spreidde. De aanraking van die kruipende
plant op mijn bloolen ann gai mij een ril
ling.
Het was pikdonker in die tropische wil
dernis. Een uitdrukking, die ik eens ergens
had gelezen over „ondoorzichtige duister
nis, schoot mij plotseling te binnen. Dc be
greep, dat ik hard kans liep verdwaald te
geraken en schold mijzelf voor oen dnoo-
merigen dwaas. Gelukkig had ik de ligging
van ons kamp nauwkeurig opgenomen,
dien middag op het strand en ik wist,
dat ik door links fe houden bij de Horses
hoe-Baai, ongeveer op d» hoogte, waar wtj
aan land gegaan waren, moest uitkomen.
ik nam mijn kompas, opende hst étui se
hoog mij over de lichtende naalï Ik stond
heel stil om den wijzer gelegenheid te ge
ven tot rust te komen. Toen drong uit de
zwarte diepten van het woud een zacht ge
neurie tot mij door.
Dc luisterde scherp. Geen vergissing was
mogelijk. Het was een merischelijke etem.
Bn die brande zadit, zooa'.s men soms
zacht bij zichzelf neuriet bijwijze Tan Lrjd-
paaeering. Weer luisterde ik. De stem ver
hief zich en daalde weer, hield nu en dan
even op, maar klonk altijd gedmpt. Plotse
ling kreeg ik de melodie te pakke®, een
melancholiek refrein, dat iemand niet los
liet. Zooal» in een volksliedje kwam het
aan 't eind van ieder couplet weer terug. En
ik voelde, dat het zweet mij uitbrak, en
mijn hart versteende van ontzetting, toen
ik het lied herkende
,5e murio, y sobre au cara
,,Un panueKto le heche
Het was het lied van Zwarten Pablo, den
zanger uit het laantje.
HOOFDSTUK Xn.
Ik ontmoet een onden kennis.
Ik stond aan den grond genageld. Hei
eentonige gezang hield san. Hoe ver de
zanger van mij verwijderd was, kon ik on
mogelijk schatten; W3nt eteanmen dragen
Ter inden nacht; hij kon evengoed twintig
als honderd meter verwijderd zijn. Er zat
niets anders op dan terug te gaanin
dis klamme, dampige duisternis was er
gean denken aan iemand te besluipen.
Ai de gebeurtenissen van de afgeloope®
week bestormden mijn brein. Zij waren mij
dus op het spoor en ik was nu in de klau
wen van El Cojo'e beruchte bende
Maar ik had nu geen tijd voor veronder
stellingen of overpeinzingen. Later kon ik
alles wel uitdenken; voor 'het oogenfolik
moest ik mijn hersens bij elkaar houden en
verzinnen hoe ik zonder leven le maken
zoo snel mogelijk uit deze dichte wildernis
kon komen.
Nu had het neuriën opgehouden. Bctee-
kend-e dit, dat de zanger naderbij was geko
men? Ik spande mijn ooren in, maar kon
niets anders hooren dan het geritsel van de
bladeren,, wanneer er een druppel viel.
Door deze dichte wildernis te kruipen zon
der leven le maken, was onmogelijk; daar
van was ik zeker. Een oude herinnering
aan de auerhaanjacht in Rusland kwam
mij te hulp. Men moest het mannetje, dal
Boven in een boom zal, zoo dicht mogelijk
naderen, terwijl hij de wijfjes onder den
boom riep. Zoolang hij riep. bewoog men
zich vooruit; zoodra hij ophield, bleef men
stilstaan.
Het neuriën begon weer. Bedroog mijn
oor mij? 't Klonk nu bepaald dichter bij.
Met mijn kompas plat op de linkerhand,
ging ik snel vooruit in westelijke richting.
Wanneer het neuriën ophield, bleef ik stil
staan en ging weer verder, zoodra het weer
begon.
Een vreesejijke gedachte kwam bij mij
op. Was de zanger de spion, van wiens on
geziens .tegenwoordigheid Carstairs diem
avond zoo onder den invloed was geweest?
Of waren er nog anderen? Had het cordon
mij doorgelaten alleen om mij "bij mijn te
rugkeer des te beter te kunnen vangen? Ik
had gaan wapenwant ik had Castairs mijn
revolver gegeven, om schoon te maken, en
te smeren, toen ik in het kamp terugkwam
na ons stortbad van dien middag.
Het neuriën was veel flauwer gewordew.
Ik moest er meer en meer verwijderd van
raken. Een" oogenblik bleef ik stilstaan om
het zweet, dat mij over het voorhoofd flep,
af le wisschen. Toen klonk plotseling een
luid gekraak in het struikgewas Vlak bij. Dc
was voorbereid op do ontmoeting, ging mwt
den rug tegen een boom staan en trachtte
zonder eenig succes met mijn blikken
die wanhopig dichle du«9lernis te doorbo
ren. Weer een hevig gekraak, een angstige
schreeuwen ik herademde. Het was
maar een wild varken, dat ik op zijn nach
telijke zwerftocht h'ad gestoord.
En nu had ik den zanger al volle vijl mi
nuten niet meer gehoord. Het woud werd
minder dicht en als weldadig aandoende
muziek klonk mij het verwijderde gebruis
van de zee in dc ooren. Weldra kwam ik,
zonder verdere wederwaardigheden, op het
strand uit, niet meer dan een twintig pa»
van onze grot verwijderd.
Een donkere gedaante rees uit de duis
ternis op aan mijn voeten. Het was Car
stairs. Ik legde mijn hond op zijn mond an
trok hem mee dc- grof in. De ruimte weer
galmde van Garths regelmatig gesnork.
„Je hadt het bij het rechte eind, Car
stairs,fluisterde ik. „Er is werkelijk
iemand in die bossclien daarl Heb je nog
iets gehoord of gezien?"
„Keen, mijnheer!" antwoordde de man.
„Maar Uc was er zéé zeker van, dat ik naar
binnen ben geslopen, een revolver gehaald
heb en ben blijven opzitten om op u t»
wachlon
Hij liet mij de revolver in zijn band
(Wordt vervolgd). B