BINNENLAND.
LIJSTENMAKERIJ.
Zomertijd.
Verscheidene leden betuigden teleurstel
ling over de indiening van dit wetsontwerp.
Na de verschijning van het Tapport der Tijd-
•ommissie en de beantwoording nog on
langs door de Regeering van vragen van
het lid der Kamer den heer Braat, hadden
zij een voorstel, dat zoo rechtstreeks tegen
het gevoelen van de meerderheid dier Com
missie ingaat, niet verwacht.
1-Iet meerderheidsadvies vormde een com
promis tusschen de beide uiterste opvattin-
gin Ook om die reden had men mogen ver
wachten, dat de Regeering met dit bemid
delingsvoorstel ware medegegaan en de
Khmer in de gelegenheid had gesteld zich
daarover uit te spreken.
Niet zonder bevreemding hadden deze le
den kennis genomen van de toelichting tot
het wetsontwerp. De Minister merkt op, dat
hij liet op iets tateren datum ingaan en het
iels vroeger eindigen van den Zomertijd dan
in 192-t het geval is geweest, en bij beper
king van het verschil met den Amslerdam-
schen tijd tot 40 minuten, de voordeelen
van den zomertijd zooveel geringer worden.
Dit moge zoo zijn, maar staat daar niet
tegenover, dat ook de bezwaren legen den
Zomertijd naar evenredigheid aan beleekc-
nis verliezen? Hierop verzuimt de Minister
de aandacht te vestigen.
Met heirekking tot de verkeersbelangen
treft in de toelichting eenzelfde eenzijdig
heid. Uit het rapport der Tijdcommissle
blijkt hoe groote voordeelen het door haar
meerderheid gedane voorstel in dit opzicht
medebrengt. Hiertegenover bepaalt de Mi
nister zich tot do opmerking, dat liet twij
felachtig mag booten, of wel gemakkelijk «Ie
veroisohle internationale overeenstemming
zou vallen te bereiken. Is echter het berei
ken van die overeenstemming door den
Minister beproefd? En heeft de invoering
van den Zomertijd in vorige jaren in dit
opzicht lot moeilijkheden aanleiding gege
ven?
Niet-instemming met hel meerderheids-
advies der Tijdcommissie, welk advies nj-
aaldelijk het karakter van een bemidde-
ngsvoostel droeg, behocit nog niet te lel
den tot opheffing van den Zomertijd, zoo
als die thans in de wet is vastgelegd. De
leden, hier aan het woord, zagen geen en
kele reden daaraan hun medewerking te
geven.
Niet vergelen mag worden, dat voor de
bewoners der groote steden de Zomertijd een
«tuk levensvreugde beteekenl. dal men hun.
omdat zij het eenmaal hei m veroverd,
niet weer mag ontnemen
Mocht de aanslag doorgaan, dan dienen
de bewoners der steden maatregelen tol te
genweer te nemen. Wordt zonder verzetten
van de klok het leven in de stad 's zomer»
vervroegd, dan zullen de boeren toch ge
dwongen zijn zich naar die vervroegde leef
wijze te schikken en zal hun een bij dit
wetsontwerp behaalde overwinning niet ha
ten.
Vele andere loden juiohten de indiening
van het wetsontwerp toe. Tegenover het ge
not van do stedelijke bevolking, waarop de
tegenstanders van het wetsontwerp zich be
riepen, stelden zij de zeer wezenlijke be
zwaren, welke het platteland van den Zo
mertijd ondervindt: zij zijn allerminst, zoo
als wel eens beweerd wordt, kunstmatig op
gewekt of opgeschroefd.
Bovendien is het niet juist, dal alle slede
bewoners véér den Zomertijd zouden zijn.
Met name werd gewezen op het gebrek aan
nachtrust.
Er werd op gewezen hoezeer tegenover
deze zeer reëele bezwaren, zoowel van de
stad als van het platteland, de verdediging
van den Zomertijd op grond van het genot,
dat deze medebrengt, een uitgesproken
egoïstisch karakter draagt. Vooral, waar het
genot voor de volwassenen komt te slaan
tegenover de schade voor de kinderen, komt
hier een wreedheid aan den dag, die onge
lukkig in dezen lijd meer te conslateeren
valt.
Wat do verkeersbelangen betreft, waarop
door voorstanders van den Zomertijd gaar
ne een beroep wordt gedaan, merkten deze
leden op, dat het voordeel op dit gebied,
alleen dan bereikt zal worden, als wij den
Zomertijd invoeren op hetzelfde tijdstip,
waarop dit in België, Frankrijk en Engeland
geschiedt. Intussehen erkent die meerderheid
zelf, dat het voor de invoering door deze
Ipnden aangenomen tijdstip voor ons land
te vroeg i9. Zouden wij toch het meerder
heidsadvies volgen en den Zomertijd gedu
rende een voor ons land niet al te onge-
sohikten duur doen gelden, dan zouden wij
oen volslagen verwarring op verkeersge
bied in het leven roepen, althans gedurende
de tijdvakken, dat in die landen we', doch
hier te lande niet de vervroeging van het
leven toepassing zou vinden. Mede om die
reden is naar het gevoelen van dia leden
het advies van «lie meerderheid niet acrep-
tabel.
Deze beschouwingen gaven aan de tegen
standers van hel wetsontwerp aanleiding tot
de opmerking, da! de bezwaren tegen den
Zomertijd met het oog op de gezondheid
der kinderen daarbij toch wel zeer over
dreven worden. Zij konden niet inzien, dat
een vervroeging van den aanvang van den
schooltijd in den zomer bezwaar ontmoet;
er zijn scholen, die reeds nu in den zomer
om acht uur 's. morgens beginnen. En wat
het naar bed gaan bij helder daglicht be-
trelt, dit komt bij jonge kinderen in de zo
mermaanden reeds nu geregeld voor, zon
der dat daarvan bezwaren worden onder
vonden.
Eenige leden, hoewel voorstanders van
den Zomertijd, meenden, dat nu deze zaak
zoozeer de hartstochten opwekt, afschaf
fing van den Zomertijd nog de beste oplos
sing is.
De Zomertijd en de Huisvrouwen.
De Nederlandsche Vero - igng van Huis
vrouwen heeft aan de beide Kamers een
adres gezonden, waarin zij haar ernstig be
zwaar uitspreekt tegen het we'sontwerp tot
afschaffing van den Zomertijd.
In het adres wordt gezegd, dat in dezen
ttjd, waarin de kosten van net levensonder
houd over de geheele lijn bij vroeger ver-
gelekeu nog steeds ontzaglijk zijn gedegen,
waartegenover een vei'mindering van inkom
sten, in plaats van de noodzakelijk ge
worden verhooging, staat, het van groot
belang is, dat de voordeelen, die de Zomer
tijd 'ons tot dusver heeft opgeleverd, niet
weer te loor gaan. Verder wordt gezegd,
dat versohillende belastingen ae laatste
jaren de levenskostein hebben doen stijgen.
De Vereeniging meent derhalve, dat de
bedendaagsche economische toestand het
noodig maakt, de bezwaren, die de tegen
standers van den Zomertijd in het midden
brengen, achter te stellen bij de voordeelen,
waarop door zooveel anderen wordt ge
wezen. Opheffing van den Zomertijd zat
een nieuwe ernstige versterking van den
druk zjjn, die door de verschillende be
lastingen reeds boven liet geoorloofde op
do huishoudingen worden gelegd.
Gastmaal ten Hove.
Gisteren heeft in de kleine eetzaal ten
Koninklijken Paieize te 's-Gravenhage het
gastmaal plaats gehad, dat de Koningin,
ter gelegenheid van Hare promotie tot doc
tor in de rechtsgeleerdheid honoris causa
aan de universiteit te Leiden, aanbood aan
een aantal dames en heeren uit den kring
der Leidsche Hoogeschool, wier namen als
genoodigden korten tijd geleden reeds ziju
vermeld. Met de Koningin en den Prins nam
Prinses Jnlïana aan dezen maaltijd deel.
Van de Hofhouding zaten aan gTavin Van
Lynden van Sandenburg, grootmeesteres
der Koningin; barones SJoet van Marx-
veld, eerste hofdame der Koningin, belast
met de opvoeding van de Prinses; de hof
dames jonkvr. Van Swinderen en barones
Van Heeckeren van Keil; mej. Oosterlee,
gouvernante van Prinses Juliana;, graaf Du
Monccau, grootmeester en opperceremonie-
meester der Koninginjhr. Boreel, hofmaar
schalk; baron Van Geen, kamerheer en par
ticulier secretaris; baron Van Hardenbroek
van Lookhorst, kamerheer-ceremoniemees
ter; ritmeester jhr. De Jonge van Ellemeet.
adjudant der Koningin; kapitein jhr. La-
man Trip, adjudant van den Prins, en ka
pitein jhr. Sickinglie, ordonnance-offieier
der Koningin.
De tafels waren met bloemen, in hoofd
zaak roode tulpen, versierd; als midden
tafelstuk was het wapen van de stad Leiden
in bloemen uitgevoerd.
De Koninklijke Militaire Kapel gaf, onder
leiding van haar directeur, eerste-luitenant
Boer, een muziekuitvoering.
Bezwaren van de hotel-, oafé- en
restauranthouders
Ter bespreking van de bjj de Tweede
Kamer ingediende wetsontwerpen tot aan
vulling der Zegelwet 1917, enz., heeft op
uitnoodiging van do Algemeens Nelerlana-
sche Vereeniging voor Vreemdelingenver
keer (A. N V. V.) te 's-Gravenhage een ver
gadering plaats gevonden van afgevaardig
den der volgende vereeinigingenle. de
A. N. V. V.; 2e. Nederlandsche Bond van
Werkgevers in Hotel-, Café-, Restaurant-
en aanverwante bedrijven (Horecaf); 8e.
Nederlandsche Bond van Koffiehuis-, Re.*
tanranthouders en Slgters; 4e. Nederlandsche
Hotel- en Restaurant-Industrie.
De vergadering heeft de bedoelde web
ontwerpen aan een nauwkeurig onderzoek
onderworpen en Is eenstemmig tot de over
tuiging gekomen, dat daaraan znlke ern
stige bezwaren voor de praktijk kleven, dat
het ontwerp, mocht het tot wet worden,
een funeeten invloed uitoefenon zal.
De bezwaren, in het kort samengevat,
zjjn de volgende:
le. Het heffen van de beoogde weelde
en verteringsbelasting zal op vreemdelin
gen een afschrikwekkende werking hebben.
Waar Nederland in het buitenland toch
reeds den naam heeft van een duur land,
is te vreezen, dat alleen reeds het bericht,
dat hier een belasting op verteringen in
hotels, restaurants enz. wordt geheven, vele
vreemdelingen er van afhouden zal, Neder
land te bezoeken. De nadeelen daarvan be
hoeven zeker niet nader te worden uiteen
gezet. Zjj zullen zeer stellig niet alléén
het direct betrokken Hotel- en Restaurant
bedrijf treffen.
2e. Zeer in het bijzonder geldt dit voor
die vreemdelingen, die nu reeds voor de
zomermaanden tegon overeengekomen prij
zen hun logies in Nederlandsche hotels enz.
hebben besproken.
In de vergadering werden voorbeelden
genoemd van groote groepen buitenlanders,
waarmede dit het geval ia. Deze groepen
zullen door de belasting, mocht zij worden
ingevoerd, overrompeld worden. Niet min
der geldt dit bezwaar voor Nederlanders,
die nu reeds hun pension voor cle zomer
maanden hebben gehuurd.
3e. De belasting betoogt een weelde
belasting te zijn, doch hot is te vreezen,
dat zij in werkelijkheid een verteringsbe
lasting wordt Het grootste gedeelte van
het bezoek aan hotels, eafé's, restaurants
enz. .geschiedt allerminst uit weelde. Ge
dacht moet worden aan de Indische vertél
gangers, handelsreizigers, ongehuwde per
sonen en ook aan hen, die bij voortduring
dikwijls met hun familie in hotels of pensions
verbljjf honden. Verder in het algemeen
aan allen, die door hun beroep genoodzaakt
zijn verteringen in hotels enz. te maken.
Er is niet de minste reden, om deze
categorieën van personen aan een bijzondere
belasting te onderwerpt n.
4a Het laat zich aan ook aanzien, dat
de omzet in hotels, eafé's, restaurants en
dergelijke bedrijven aanmerkelijk verminde
ren zal. Daarbij komt, dat jnist op die
artikelen, waarop de grootste winstmarge
kan worden gemaakt, het sterkst en het
eerst zal worden bezuinigd. De vermindering
in winst voor het hotel-, oafé- en restau
rantbedrijf zal naar verhouding dan ook
gTOOter zijn, dan de vermindering in omzet.
Hotels, pensions en speciaal buitenver
blijven zullen deze omae tv er mindering rn
verhoogde mate ondergaan. Het is te voor
zien, dat vele personen hun buitenverblijf
in de vaoantie znllen verkorten, na hun
kosten met 10 pet worden verhoogd.
Het nadeel daarvan strekt zich alweer
tot een veel grootere groep der bevolking
uit, dan alleen tot de direct belanghebben
den. Daarenboven zal de lust oin zich voor
de vacantie naar het buitenland te begevea
nog' worden verhoogd, met alle nadeelen
van dien. De landen der lrga valuta zullen
daarvan het meeste voordeel trekken, ook
indien daar een verlet ings-fcelasting ge
heven wordt;
5e. Het is onlogisch, dat vele artikelen,
waaronder ook veel loxe artikelen, bij g»
bruik in eafé's en restaurants wél worde),
belast, doch bij gebruik binnenskamers
riet. Wijnen, kreeft, oesters, e.d. zijn
sprekende voorbeelden. Het café- en res
taurantbezoek zal lijden zonder dat dit een
vermindering van luxe-uitgaven en daar
mede de gewenschte bezuiniging heeft te
bettekenen. Daarbij dient niet le worden
vergeten, dat juist artikelen, waarop uit
ai.deren hoofde reeds belangrijke belastin
gen worden belaald, als gedistilleerd, bier,
enz., opnieuw worden belast.
Ge. Belanghebbenden ontvangen geen
enkele compensatie voor de bijzondere las
ten, die de belasting hen oplegt. Met name
wordt de verteringsbelasting niet aange
wend voor doeleinden, die het vreemdelin
genverkeer ten goede komen, noch ook
voor de reeds lang in uitzicht gestelde
vermindering van persontele belasting van
eafé's en restaurants, Dit laatste in bet
bijzonder wordt als ernstige griel tegen
de wetsontwerpen gevoeld.
7e. De belasting brengt een zeer belang
rijke en zelfs onuitvoerbare administratie
met zich mede, voor de betrokken groepen.
Vele hotels en eafé's znllen ec:tra pesoneel
moeten in dienst stellen om de aiministra-
tieve moeilijkheden te boven te komen. De^p
nieuwe last wordt op het hotel- en café
bedrijf gelegd uitsluitend ten dienste van
den fiscus, zoodat dit bedrijf genoodzaakt
zal zjjn belastingen te innen voor het Rijk
zonder eenige vergoeding.
8e. De belasting zal voor bet bedienend
personeel in bet algemeen stellig een ver
mindering van inkomsten beteekenen; de fooi
immer»'wordt kleiner. Speciaal met het oog
op den allesbehalve rooskieurigen toestand
van het hotel-, café- en restaurantbedrijf
is de te verwachten groote winstderving
en de vermeerdering der bedrijfsonkosten
daar tegenover, die de ih te voeren belasting
beteekent, onmogelijk te dragen.
Do vergadering meende zich te moeten
onthouden van een bespreking dar alp.
meene fiscale en andere nadeelen aan de
nieuwe belasting verbonden. Zjj achtte ech
ter de bovengenoemde gronden voldoende
sterk, om zich ten stelligste tegen 4®
voering der bedoelde belasting te keeren.
Nijverheidsraad.
In een der laatste vergaderingen van den
Nijverheidsraad heelt ir. dr. A. Korevaar,
privaat-decent in de Chemische Technolo
gie aan de Rijks universiteit te Leiden, op
verzoek van den Raad een uiteenzetting ge
geven van een door hem ontwikkeld plan,
om bij het Nederlandsche publiek meer be
langstelling voor de industrie op te wekken.
Dit plan kan in twee deelen worden, ge
splitst. Berstens wenscht de heer Korevaar
een studiecommissie in het teven te roepen,
dooT welke hij de mogelijkheid tot het stich
ten van een Technisch Museum hier te
lande zou willen doen nagaan. Dit museum
zou een zoo volledig mogelijk overzicht van
de Nederlandsche industrie en voor zoover
noodig van harer. ontwikkeling moeten ge
ven. Daarnaast zou de heer Korevaar door
bevoegde personen lezingen over de in
dustrie, eventueel toegelicht met teekenin-
gen, lichtbeelden, films, enz. willen laten
houden. De na de inleiding gehouden be
raadslagingen in den Raad hebben uitgewe
zen, dat een deel der leden in principe wel
voor de oprichting van een Technisch Mu
seum voelde, terwijl een ander deel het nut
van een dergelijk Museum niet in overeen
stemming achtte met de daaraan le beste
den kapitalen. Eenparig was de Raad ech
ter van oordeel, dat onder de huidige tijds
omstandigheden aan de instelling van zulk
een kostbaar instituut niet kon worden ge
dacht en dat het zelfs niet bereikbaar was,
thans reeds gelden voor de bestudeering
van een dergelijk plan bijeen te krijgen. Het
tweede door den heer Korevaar aangegeven
middel, om meer belangstelling voor de Ne
derlandsche industrie op te wekken, vond
algemeenen bijval. Besloten werd dit plan,
dat met beperkte middelen kan worden uit
gevoerd, ter overweging aan de organisa
ties, waaruit de Nijverheidsraad is samen
gesteld, voor te leggen.
Voorts heeft de Raad een schriftelijk ver
zoek gericht lot den Minister van Finan
ciën, om te bevorderen, dat een regeling tot
stand kome, waarbij de Staat der Nederlan
den verplicht wordt rente te vergoeden over
onverschuldigd betaalde belastinggelden,
welke worden teruggegeven en zulks voor
den tijd, dat de liscus deze gelden onder
zich heeft gehad. Te meer aanleiding vond
de Raad er in, om dit onderwerp, hetwelk
hij reeds in zijn rapport van 5 Juli 1924
over den invloed van de belastingwetgeving
op de Nederlandsohe industrie heelt be
sproken, andermaal onder de aandacht van
den Minister le brengen, omdat de fiscus bij
het verleenen van uitstel van betaling der
belastingen wel rente berekent
In plaats van den heer Simon A. Maas,
die als lid van den Nijverheidsraad heeft
bedankt, is als zoodanig door het Verbond
van Nederlandsche Fahrikanten-Vereeni-
gingen aangewezen, de heer J. C. Redelé,
directeur van de N. V. Biscuitfabriek „Vic
toria", te Dordrecht.
Kaascontrélestation Zuid-Holland.
Gisteren heeft het Kaascontrélestation
Zuid-Holland voor volvette kaas, gevestigd
te 's-Gravenhage, te Rotterdam zijn jaar-
lijksche algemeene ledenvergadering gehou
den, onder leiding van zijn voorzitter, den
heer J. v. d. Koogh.
Alle afdeelingen, t. w. Gouda, Bleskens-
graaf, Bodegraven. Lekkerkerk, Meerkerk en
Leiden, waren vertegenwoordigd.
Nadat enkele mededeelingen waren ge
daan. werd behandeld het jaarverslag over
1924 met het overzicht over de drie con-
trélestationa (Kaascontrélestation Zuid-Hol
land voor volvette kaas, Kaascontrélestation
Zuid-Holland—Brabant en Bolcrconlréle-
stalion Zuid-Holland).
De verhouding voor de verdeeling der al
gemeene onkosten der drie stations, welke
voor 1923 was: 83 pet. voor hel Kaascon-
trólcslation Zuid-IIolland voor volvette kaas
GV» pCt. voor het Kaaseontröleslalion Zuid-
lloltandBrabant en 10'/' pCt. voor het
Botcrcóntrélestalion Zuid-IIolland. inoel voor
1924 gesteld worden op 83 pCt. voor het
eerste, 7 pCt. voor het tweede en 10 pCt.
voor het derde station.
Werd in 1923 besloten f 20.000 at te
schrijven op het gebouw, de commissie voor
de drie stations besloot ook voor 1924 een
ruime afschrijving te doen en wel van
f7000. Het pand staat daarna te hoek voor
een waarde van f 40.000, die naar het oor
deel der commissie, verdere afschrijving
onnoodig maakt.
Om dezellde reden besloot de commissie,
om den nog op de balans der combinatie
voorkomenden post van de inrichting van
het huis in 1921 ad f G000 geheel af te
schrijven, evenals den post inventaris 1921
ad 1 550.
De inventarisstaat van de eigendommen
der gezamenlijke stations wijst op 31 Dcc.
1924 een waarde aan van f 5692 83. Door
de algemeene vergadering van elk der drie
stations werd een wijziging in de tusschen
hen bestaande overeenkomst goedgekeurd,
waardoor bij eventucele ontbinding der over
eenkomsl of bij verkoop van het huis de
schade resp het voordeel, dat daarbij zal
optreden, verdeeld zal worden over de drie
stations in verhouding tot elks belang bij
het huis gedurende den tijd. dat dit in ge
meenschappelijk gebruik was.
Door verlenging der werktijden en andere
indeeling van het werk is het mogelijk ge
weest nog een controleur minder in dienst
te hebben. Wegens de toeneming van het
ledental zal echter in 1925 het aanstellen
van een controleur en een analyst noodza
kelijk zijn.
In principe werd besloten, de pensioen
regeling van het personeel in eigen beheer
le nemen en daartoe een spaarfonds te
slichten. Tot 31 December 1924 werd voor
dit doel reeds gereserveerd f11.32G.
Over de bruikbaarheid der Rijkskaasmer-
ken kwamen, behoudens zeer enkele uit
zonderingen, niet dan goede berichten in.
Wat het station voor volvette kaas in en-
geren zin belrelt vermeldt het verslag, dat
in 1924 van werkzaamheid in het openbaar
om internationaal te komen tot een defini
tie voor volvette kaas weinig gebleken is.
Het bestuur van het station slaat nog on
veranderd op het standpunt, dat volvette
kaas bereid moet zijn op doelmatige wijze
uit volle melk. waaraan op geenerlei wijze
van tevoren vet is onttrokken. Elke afwij
king van het grondbeginsel van deze om
schrijving zal door het bestuur op de meest
energieke wijze worden Ircstreden, daar het
hier een fundamenteel belang van de vol
vette kaas betreft.*
Aan de orde kwam in 1924 weder het
stellen van een interne vetgrens hooger dan
46 pCt., ook voor de volvette kaas. Het be
stuur verklaarde zich in principe hiervoor
en had reeds maatregelen in dezen gce9t
genomen door een waarschuwing te zenden,
wanneer het vetgehalte lager dan 46 pCt.
was. Tevens wordt een boete opgelegd, wan
neer bij herhaling een vetgehalte tusschen
46 en b6 pCt. gevonden wordt, indien dit
lage vetcijfer (hoewel boven 46 pCt.) moet
worden toegeschreven aan een te hoog vet
gehalte in de wei. Het bestuur meende ech
ter, dat nog le weinig gegevens bekend wa
ren om nu reeds een bepaald bindend be
sluit in dezen te nemen. Met het zusier-
station te Utrecht zat deze aangelegenheid
nader besproken worden.
Een uitvoerig onderzoek werd ingesteld
naar de methoden van monsterneming van
kaas en van kaasonderzoek. De besturen
der kaascontrélestations wenschten zeker
heid te hebben, dat er ten eerste goede
methoden van onderzoek aan de stations
gebruikt werden en ten tweede uniformiteit
bestond in de werkwijze bij de verschillende
stations, en verzochten den directeuren'der
stations een rapport hierover uit te brengen.
Dit rapport werd eenstemmig door de direc
teuren uitgebracht en door een vergadering
van de besturen der 5 stations overgenomen
Naar aanleiding hiervan werd aan den mi
nister verzocht: ten eerste de methoden,
zooals deze door de directeuren waren voor
gesteld. voor te schrijven ten gebruike van
de kaascontrélestations, ten tweede niet toe
te staan, dat andere dan de voorgeschreven
methoden aan een kaascontrélestation ge
bruikt worden, zoolang die andere werk
wijze niet offigicel door den minister is goed
gekeurd en ten derde het toezicht, van rijks
wege geoefend, ook uit te strekken tot de
laboratoria der conlrélestation9, zooals toch
oorspronkelijk in de bedoeling gelegen heelt.
Van den dirctceur-generaal kwam een
verzoek in, het oordeel van het bestuur te
mogen vernemen, of een centrale commissie
voor de kaascontrolestations van veel nut
zal kunnen zijn ter verkrijging van meer
eenheid in de wijze van werken der ver
schillende kaascontrolestations. Het bestuur
overwoog, dat de goede werking van de cen
trale commissie voor de bolercontrolesta-
tions nog in geenen deele een aanwijzing is,
dat een overeenkomstig lichaam voor de
kaascontrolestations met evenveel vrucht
werkzaam zal zijn, waarbij nog meer spe
ciaal naar voren kwam, dat bij boter feite
lijk alleen rekening te houden is met het
fabriekmatig bereide product, terwijl bij de
kaas het fabriekmatige product en de kaas
gemaakt op de boerderij goeddeels met haar
eigen belangen tegenover elkaar staan. Het
bestuur besloot daarom nadere inlichtingen
te vragen over de inrichting, de bevoegd
heden en de werkwijze van de contrale
commissie, alvorens een oordeel over de
wenschelijkheid daarvan uit te spreken.
In het opleggen van boeten heeft het be
stuur in zooverre verandering gebracht, dat
voor lichte overtredingen een „voorwaarde
lijke" vproordeeling lot een bepaalde geld
boete thans nog niet behoeft te worden be
taald, maar dat het vonnis pas dan van
kracht wordt, indien binnen 10 maanden
een gelijke overtreding op hetzelfde punt
wordt geconstateerd.
Over het verbod om rijksmerken met
kleefstof op de kaas te plakken en over de
verplichting om onbruikbaar geworden mer
ken voor de controleurs te bewaren, werd
een circulaire aan de leden gezonden. Daar
in werd tevens medegedeeld, dat het bestuur
toeslaat, dat Zoniagsmclk gekamd wordt,
mits ten minste 3 dagen le voren bericht
hiervan gedaan wordt aan den directeur en
dan voor de kaas gemaakt op Maandag en
Dinsdag tenminste 48 pet. vet gegarandeerd
wordt.
Voorts wcnl aan de leden medegedeeld,
dat in het najaar wederom het maken van
volvette dagkaas met rijksmerk werd toege
staan, mits van te voren aan den directeur
werd kennis gegeven, dat men met dagkaas
maken begonnen was en tenminste 48 pet.
vet werd gegarandeerd.
Het bestuur besloot, dat op volvette an-
dere-dag-kaas geen rijksmerk mag worden
aangebracht.
Ook werd aan de leden bericht, dat geen
rijksmerk mag worden aangebracht op die
kaas, waarvan men weet, dat de bereiding
mislukt is, zoodat te veel vet in de wei ver
loren ging; slechts in uitzonderingsgevallen
mag liet merk van de kaa9 werden wegge
laten, terwijl in het controleboek steeds een
gemotiveerde verklaring daarvan ingeschre
ven moet worden.
De heeren J. Verwey en P. Schakel traden
af als bestuurslid; beiden hadden lange ja
ren zitting als zoodanig, de eerste zelis van
den beginne al als mede-oprichter van het
station. In hun plaats werden aangewezen
de heerc-n E. J. Los te Zoetorwoudc en Adr.
van Kleef te Hoornaar.
Als lid der commissie voor de drie stations
werd gekozen de heer W. Boer en als plaats
vervanger de heer H. le Coullre.
Het ledental nam in 1924 toe van 2560 tot
2790. Terwijl 104 leden bedankten, traden
334 nieuwe leden toe. De 104 leden werden
om de volgende redenen van de ledenlijst af
gevoerd 76 wegens eindigen van het kaas-
bedrijf, 7 wegens verhuizing buiten de pro
vincie, 10 wegens ziekte, 1 wegens overlij
den, 2 wegens bedanken door opleggen van
een boete, 6 wegens onbekende redenen, ter
wijl 2 leden door liet bestuur werden ge
royeerd, waarvan 1 wegens le laag velge -
halte in de kaas en 1 wegen9 niet betalen
van een opgelegde boete.
Het aantal monsters volvette kaas, door
de controleur genomen en aan bet labora
torium onderzocht, bedroeg in 1924 62,211
tegen 46,527 in 1923. Totaal werden 56,383
kaas-analyses (vet- en vochthepaling) ge
daan (in 1923 55,309).
Wegens een vetgehalte in de kaas bene
den 45 pet. moesten 96 leden geschorst wor
den, dus aanmerkelijk minder dan in 1923,
toen 197 leden om deze redenen geschorst
moesten worden. De leden, die volvette dag
kaas maken in het najaar, worden geschoret
wanneer het velgehalte der kaas lager dan
48 pet. is; in 1924 moesten 196 (in 1923 83)
teden om deze reden geschorst worden. Het
aantal monsters met een vetgehalte lager
dan 45 pet. was in 1924 bijzonder klein en
wel 0.42 pet. (1.36 pet.) van het geheele aan
tal onderzochte monsters. Ook het aantal
monsters met een vetgehalte beneden 48 pet.
was gunstiger dan in vorige jaren en be
droeg 17.4 pet. (28 2 pet.) van het geheele
aantal.
Het gemiddelde vetgehalte berekend over
het geheele jaar 1924 was 49.8 pet. Ook hier
in is in de laatste jaren een voortdurende
vooruitgang, want lret gemiddelde vetgehalte
was: in 1921 48.7 pet., in 1922 48.9 pet., in
1923 40.2 pet. Vooral in de laatste vijl maan
den van 1923 was het vetgehalte, vergeleken
bij vorige jaren, gestegen; deze stijging be
staat ook gedurende de eerste 7 maanden
van 1924, vergeleken met de cijfers van de
vorige jaren.
Uit het verslag van een technischen
ambtenaar blijkt, dat in 150 gevallen techni
sche hulp werd ingeroepen, terwijl boven -
dien 266 producenten ongevraagd voor ad
vies werden bezocht. Bij de onder toezicht
van den ambtenaar bereide kaas werd in
61 van de 66 gevallen een vetgehalte in de
droge stof verkregen van 48 pet oi hoogei
en in 3 van de 66 gevallen een vetgehalte
tusschen 46 en 48 pet. In de beide gevallen,
waarin minder dan 45 pet. vet werd verkre
gen, was het vetgehalte na verloop van b
weken weder boven 47 en 48 pet. gestegen,
In de laatste 3 jaren werd bet volgende
aantal rijkalcaasmerken aan de leden uitge
reikt: in 1922 2,289,000, in 1923 2.704.COO,
in 1924 2,623,775.
Het financicele resultaat van de rekening
over 1924 is ook dit jaar weer uitstekend;
het winstsaldo over 1924 bedraagt 118.489.
De belangrijke toeneming van het ledental
had ten gevolge, dat aan contributie (25 ets.
per 100 K.G. kaas) ontvangen werd f 44,798
(tegen f 39,874 in 1923). De buitengewone
bijslag per koe, die van f 1 tot f 0.70 per koe
verminderd werd in 1924, zou volgens de be
grooting f 17.000 minder hebben moeten op
brengen; inderdaad bracht deze bijslag door
het groolere ledental bijna f 14.000 mijl
der op.
Het reservefonds bedraag* thans, na af-
sclirijving van f 2151 koerswinst, f 78,442.
Het Weduwen- en Weezenlonds staat met
f 5676 op de balans.
Door het doorvoeren van bezuiniging op
alle punten, kan wederom de contributie ver
laagd worden en wel van 70 cents op 50 ets.
per koe (wat een berekende lagere opbrengst
geelt van i 13,600).
Het Jaarverslag werd goedgekeurd.
Ook de rekening over 1924, sluitende in
ontvangsten en uitgaven met i 108,984 werd
goedgekeurd, evenals de begrooting voor
1925, welke sluit met een eindbedrag van
f 80.000. Onder de ontvangsten komt voor
144.500 aan contributie over de productie
van het jaar 1924 (17,800,000 kilo kaas a 25
cents per 1000 kilo), benevens I 31,500 aan
builengewonen bijslag over 63,000 koeien a
50 cents per koe. Onder de uilgaven is de
post salarissen met f52.000 de grootste.
RECLAME.i
Heden zijn de prijzen 20 verlaagd.
Laat nu Uw platen en toto's enz. omlijsten.
Beslist nette afwerking. Alles onder garantie
Wederverkoopeis, Vraagt prijsopgaaf.
Alleen Haerfemm rstraat 62.
t/o. Het Volkshuis. 4995a Geen HlialeOa