No. 19923. VRIJOAG 20 FEBRUARI Anno 1925 Officisele Kennisgeving. Het voornaamste nieuws van herien. LEIDSCH 3LAD PRIJS DER AD VERTE NTIEN: 80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs. Kleine AdvertentiSn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en Ealerdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80. Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven jSO Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis. Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor Directie en Administratie 175 en 1835 - Redactie 1507. Postchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54 PRIJS DEZER COURANT) Voor Leiden per 8 maanden 72.86, per week ..revi.. Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week Franco 'per post 7 2.36 portokosten. V. 0.18, „0.18, Dit nummer bestaat uit VIER Bladen EERSTE BLAD. GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP. Aan den gemeentelijken visch winkel, Vischmarkt 18, tel. 1226 is ZATERDAG.en voorzoover voorradig ook ZATERDAG AVOND verkrijgbaar: SCHELVISCH a f 0.20—0.22—f 0.46, SCHOL k f 0.22—f 0.35 per pond en HARING k f 0.05 per stuk. N. C. DE GIJSELAAR. Burgem. Leiden, 20 Februari 1925. simnwms. De literair-economische af deeling van de H.B.S. voor de studie In d erechten. De Juridische Faculteit alhier heeft tot den Minister van folder wijs. Kunsten en Wetenschappen het eigende adres gericht: ,,De aandacht der Juridische Faculteit te Leiden is gevestigd op een bij de Staten- Generaal aanhangig gemaaM wetsontwerp, welke gewijzigde tek9t is te vinden in de Bijlage der Tweede Kamer, 1925, no. 68, sub. 8, en meerVin het bijzonder op het art. 75, 5e lid van dat ontwerp. Hierbij wordt aan hen. die om het kort en min volledig te zeggen eindexamen Hoogere Burger school hebben afgelegd, de gelegenheid ge schonken. om aan de faculteit, waarvoor zij examens wenschen af te leggen, de be wijzen te leveren, dat zij voldoende kennis van Lalijnsch en Grieksch hebben en, wat de rechtsstudie betreft, dat zij voldoende kennis enkel van het Latijn hebben. De le zing van deze bepaling heeft haar de over tuiging geschonken, dat niet alleen de be langen van de leden harer faculteit, maar ook die van het onderwijs, in hooge mate zouden worden, geschaad, indien dit wets ontwerp, waaromtrent haar oordeel niet is gevraagd, to' wet werd verheven, en zij vindt dus volle vrijheid en rekent het zielf tot plicht ook ongevraagd haar oondeel aan Uwe Excellentie kenbaar te maken. Dit oor deel zal slechts één hoofdbezwaar betref fen. Over de vraag, of het wenschelijk is, nieuwe deuren te openen, die toegang geven tot de juridische studie, kan men verschil lend denken Velen juichen het toe, dat een ieder, die eenigszins algemeene ontwikke ling heeft genoten, in de gelegenheid wordt ■gesteld om allerlei universitaire examens te doen. Anderen zijn van oordeel, dat van de studenten, die den regelmatigen weg van voorbereiding bewandelden door eind examen Gymnasium of Staatsexamen te jdoen, de voorraad, vooral op het gebied der rechtsgeleerdheid, zij voortduring ruim schoots strekt om in alle behoeften te voor zien. Zij meenen, dat er dus geen reden be staat, dat denzulken Concurrentie wordt aangedaan door personen, die eens, huns inziens, tweederangsche voorbereiding ge noten, een concurrentie, die in de praktijk blijkt vooral de juridische studenten te tref fen, want èn van het instituut der derlig- jarigen (artikel 163 6e lid der wet op het Ilooger Onderwijs) èn van do wet De Kan ter (artikel 133 3e lid dicrzelfde wet) maken bijna uisluitend gebruik die in een „bijzon der gevaï" verkeerende „dertigjarigen" en die ingenieurs, veeartsen, gediplomeerden der Handels- of dor Landbouwhoogeschool, wier aandrift lot kennisvermeerdering zich richt op de studie der rechtsgeleerdheid. In- iusschen het instituut der derligjarigen nu daargelaten er zijn er, die de overtui ging hebben, dat hel volstrekt niet zeker is, dat een gymnasiale opleiding de beste voor bereiding is voor juridische studie en die een andere, b.v. dte op een Hoogere Burger school genoten, mits aangevuld door eenige kenni9 van Latijn, er mee op één lijn stel len, vooral wanneer men in het oog val de nieuwe soort Burgerscholen, die men bezig is in te richten en die een moer literaire dan wiskundige opleiding beoogen Van deze ge dachte gaat allicht uit bovengemeld artikel 75 lid 5. De faculteit wenscht'zich op dit punt geen partij te stelten, om do volle aandacht te concentre eren op een ander punt, waarover verschil van meening niet wel mogelijk is, pn waarbij de belangen van de juridische faculteit en van het juridisch onderwijs direct zijn betrokken. De in artikel 75 5e lid, bedoelde bewijs levering van voldoende kennis in Latijn ge schiedt ten overstaan van de juridische fa culteit. Hetzelfde geschiedt tot dusver met de z.g. derligjarigen. De faculteit te Leiden pleegt met dit examen dat niet enkel Latijn 'omvat 'te belasten, voor zoover het Latijn betreft, die leden uit haar midden, welke door hun dagelijksche studie met deze taal min of meer vertrouwd zijn gebleven. Het zou on getwijfeld een voor haar slreelende gedach te zijn als uit het ontworpen artikel 75 mocht worden afgeleid, dat de regeering van oordeel is. dal de proef dusdanig is ge slaagd, dat men de juridische faculteit ten volle examineeren in Latijn kan blijven toevertrouwen, maar, hoe vereerend ze ook .moge zijn, de faculteit moet tegen de voor- .gestelde opdracht ernstig bezwaar maken. Het is te verwachten, dat van dezen ge in akkelijkeren en korteren weg om lot het afleggen van juridische examens te worden toegelaten nog al veel gebruik gemaakt zal worden. Het aantal juridische studenten te Leiden is meer dan de helft van alle juris ten aan alle andere Nederlandsche Univer siteiten (Amsterdam en Nijmegen inbegre pen). De faculteit, al erlangt zij de bevoegd heid om zich te doen bijstaan door. vak- kundigen, die dit examen in Latijn zullen afnemen, zal dan toch voor elk examen eenige leden moeten comitteeren, want arti kel 75 wiwl. dat het bewijs van kenni9 wordt geleverd ten overstaan van de facul teit, waarvoor men wil examen doen, en om-te weten te komen of een examinandus voldoende kennis heeft, zal toch op zijn minst elk examen een uur moeten, duren. Dit zullen in den examentijd avonduren, mogelijk zelfs nachtelijke uren moeten worden. Deze gedachte nu is allerminst streelend. De maanden Juni en half Juli laten voor studie den leden der juridische faculteit reeds nu weinig tijd meer over; in dien men haar leden ook nog wettelijk zal noodzaken literaire examens bij te wonen, dreigt de studie ook in de overige perioden des jaars zelf3 bijzaak te worden. Stelt de regeering dus prijs op toepassing van het voorgestelde suppletoir examen de facul teit, gelijk gezegd, stelt zich hierin geen partij dan zal de aangewezen weg zijn. dat men een' afzonderlijke staatscommissie benoeme, die zich met dit werk belast; dit zal ook de uniformiteit in het onderzoek over het geheele land bevorderen. Het ware misschien gewenscht, dat men naar die commissie ook de z.g. dertigjarigen ter exa- minatie verwees. En de faculteit veroorloofd zich de op- j merking. dat. zal de concurrentie, die de i gymnasiaie opleiding van deze nieuwe wijze van voorbereiding voor de universi- j taire 9ludie ongetwijfeld zal ondervinden, j niet ontaarden in een deloyale, en zal het peil van ontwikkeling en beschaving in Nederland van hen, die aan de spits van beide dienen te staan, niet dalen, er wel voor mag worden gewaakt, dat dit examen niet een examentje wordt, waarvoor men zich in een paar maanden kan laten africh ten om op die wijze een'jaar van. voorberei dende studie uit te sparen. De faculteit heelt de vrijheid genomen af schrift van dit schrijven te zenden aan Cu ratoren der Universiteit, aan de zuster faculteiten, aan de Commissie van Rappor teurs der Tweede Kamer. Nationaal-Internationaal. Op uilnoodiging van de afd. Leiden van de Hervormde (Gerei.) Staatspartij, hield dr.J.C. S. Locher, Hervormd predik, alhier, gister avond in de groote Nulszaal voor een talrijk gehoor een lezing over bovenstaand onder werp. De vergadering werd geleid door den af- declingsvoorzitter, den heer Bloot, die na een korte inleiding met gebed opende, waar na de aanwezigen zongen Psalm 2 1 en 2. Hierna gaf hij het woord aan den spre ker, die in korte trekken meedeelde, waarom hij die spreekbeurt had aangenomen. Hij blijft bij zijn meening, dat de predi kant herder der geheele gemeente i9 en zich niet op den voorgrond heeft te stellen in den polilieken partijstrijd. Wel acht hij het noo- j dig, het licht van Gods Woord te laten schij- nen, ook op het Staatkundig leven. Hij heeft I een onderwerp gekozen, dal' tamelijk af- zijds ligt van de vraag, op welke partij wij I bij de a.s. verkiezingen zullen stemmen. j De wereldbrand, die in 1914 uitbrak, is nog niet gebluscht. Het vuur smeult nog. De j j natiën haten en wantrouwen elkander. Ieder zegt den vrede te bedoelen, en toch zit de wereld vol nationale eigenbaat en gaal' er aan te gronde. Wat is een natie? Een aantal raenschen, die toevallig binnen dezelfde grenzen wo nen. Die gedachte zit bij velen: Wat gaal mij mijn medeburger aan? Waarvoor moet ik belasting betalen en den eersion den besten politieagent gehoorzamen? Waarvoor moet ik mij in den krijgsdienst laten 'doodschie - j ten? Als er iemand gearresteerd wordt, neemt dikwijls 'l publiek partij voor den „armen" gearresteerde. Ten hoogste werkt men bij het staatsleven mee uit „welbegre pen eigenbelang". Bij de stemming zoekt men voor eigen belang of eigen groep te ha- len wat er van te halen is. Dat zit achter de gedragingen van zoo velen, zelTs gods- Jiensligen die 't hier goed willen hebben en daarna in den hemel komen. Daarop wordt gespeculeerd bij.de stembus-agitatie. I Het i9 volslagen miskenning van de één heid van een volk Een natie is een orga nisme. Er i9 iels als een volksziel. Het uit zich meestal in eigen taal en beschaving ook in religie. AI is de éénheid van religie niet meer gedwongen, toch zet ecn religie 1 een stempel op een volk, zooals het ten on zent de Gereformeerden gedaan heeft. In de Schrift wordt de verantwoordelijk heid van den enkeling gehandhaafd, en toch worden de natiën als geheel beschouwd. Hun zonden worden -bestraft, ^n de profe tieën hebben wij bijv. den „last van Babel", den „last van Moab". Heel het volk heeft deel aan zegen en 9traf. De profeten voelen zich moe schuldig, en Paulus wensehte zelfs verbannen te zijn voor eeuwig, als hij daarmee zijn volk kon behouden. Ook in ons volk hebben wij nog de éénheid Ie zien. God heeft ons volk groote weldeden bewezen en heeft óns ook hard gekastijd. God klopt telkens bij ons volk aan. Die eenheid zien wij niet bij de slembus. Daar is hopeloozen verdeeldheid. Maar er is toch iets, wat de historie van ons volk heeft gemaakt. Houdt mij tienmaal de resultaten van stembus en volkstelling voor, nog houd ik vol, dat wij zijn een Christelijk-Proleslant- sclie natie. En verder bc-hoef ik slechts uit le spreken het woord „Oranje". Dat doet de harten trillenhet verbindt ons met hel ver leden, toen ons volk tot een volk werd. En verder worde ook genoemd: onze Nederland sche Hervormde Kerk. Hocvele haar zonden ook zijn, lioe vele doode leden zij moge tel len. al heeft zij niet eens meer de meerder heid der zielen, to'ph heeft zij nog de Gere formeerde belijdenis, waar wij niet van los kunnen; zij staat onder het Verbond en er is iets in haar dat bindt, hetwelk zelfs door de vrijzinnigen nog gevoeld wordt Als wij zeggen: Heel de Kerk en heel het volk, dan is dat niet zóó, dat wij lot eiken prijs allen hoofd voor hoofd zouden willen houden. Heel onze Kerk, heel ons volk met al zijn partijen, ligt onder liet oordeelmaar God heeft er beslag op gelegd. Zijn wij tegen scheiding van Kerk en Staat, dan willen wij niet een Kerk, wier dienaren Staatsambtena ren zijn, maar op Staat en Kerk leggen wij beslag in den Naam des Heeren voor Zijn woord in overeenkomst met hetgeen volgens onze historie ons volk tot volk maakte. Daarom zij de^ opvoeding ook nationaal. Niet, tfat men enkel roemruchtige krijgsda den van ons volk vertelde. Laat er gerust gewezen worden op onze zonden hier en in de Oost, zooals de Schrift ook met Israël doet. Maar laat het heerlijke, dat God in onze geschiedenis gedaan heeft, niet voor bijgaan of verkleind worden. Laat men er zich van doordringen, dat ons onafhankelijk volksbestaan zware offers waard is. Maar hier komen wij lot ernstige vragen. Er is in vele volken een overdrijving van het nationale, die mede tot den vreeselijksten van alle oorlogen geleid heeft. Men moet in andere landen verkeerd hebben om te zien, hoe ver dat nationalisme gaat. Men zou al les in rook laten opgaan, als maar de legen- stander vernietigd wordt. Het begrip voor recht en onrecht houdt daar op. Recht of onrecht m ij n land, zegt een Engetech spreekwoord. Onrecht in de politiek wordt eerst als zoodani# gevoeld, als men het zelf ondervindt. Dat leidt tot verovering en ge welddaad. Het is niet meer de Christelijke, maar de Heidensche Staat. Die treedt in de plaats van God. Vandaar dat men in Rome den keizer goddelijke eer bewees. Helaas hebben de Christelijke Stalen meegedaan. De religie werd in beslag genomen door de Staatsidee. Menig Engelschman meent be paald van God geroepen te zijn om de we reld buiten Europa te beheerechen; en In Duilschla.id zijn er, die spreken van een Duitschen God. Dan is men dicht bij de nationale goden der oude Heidenen Bel en Kamo9 en Dagon, zooals vele Israëlieten zich ook hun Johveh voorstolden a!e bijzonder aan hen gebonden. Heden ontmoet men den nationalen haat in menig land. De meerderheid van gisteren is nu minderheid en wordt stelselmatig on derdrukte Ziet het Fascisme in Italië, de partij van het „Heilig Egoïsme". En dat Fascisme heeft men hier in Nederland wil len importeeren 1 In dien zin is er geen gevaar voor. Toch hebben wij ernstig te waarschuwen voor nationale zelfverheffing. Er is een aanhaling uit Da Costa: O, Nederland, gij zult eens weer Hot Israël van 't Westen worden. In dat gedicht wordt een parallel gelrok ken lus^chen Israël en Nederland. Beiden door God bevrijd, tot hoogen bloei gekomen, wegens afval zwaar gekastijd. Voor Israël kwam de groote vraag: Erkende het zijn Messias? Voor ons: Erkent ons volk den Christus? Hoe zien wij het in? Hier is hét groote onderscheid tusschen Art. 36 onzer Belijdenis en de Staatsreligie: Is God aan ons gebonden, of zijn wij aan Hem gebon den? Het laatste hielden de Profeten In vlammende woorden aan Israël voor, hoewel dat volk de eenige roeping had om den Christus voort te brengen, terwijl ons volk wel een groole, maar niet een eenige roe ping heeft. God heeft ons volk verwaardigd, Zijn Woord te strijden en te lijden. Maar zoodra wij denken, dat w ij een streepje -voor hebben, herinnert God ons aan de zon den van ons volk, en we hebben te zwijgen. Waar blijft die hoogmoed, die de volken tot vijanden maakt en het vuur telkens aan blaast? Hoe wordt dat vuur gebluscht? Op ver schillende machten wordt er gewezen, die internationaal zijn. Er wordt gedacht aan cultuur en wetenschap, die inderdaad boven het verschil der natie'B verheven zijn. Maar in 1914 braken de geleerden en kun stenaars der vijandige volken alle gemeen schap af, en de wetenschap werd gesteld in dienst ran klcinmaking en vernietiging der tegenpartij. Maar brengt niet handel en geld macht de wereld bijeen? Zeker, de grenzen schenen uitgewischt te worden, en de geld macht heeft ook bijgedragen, dat er ten slotte verademing kwam. en het Dawes-rap- port tot stand gekomen is. Maar hoeveel schuld heeft het kapitalisme van belangheb benden in kolonisatie- en wapcnfabricage aan het ontstaan en voortzetten van oorlo gen gehad? Er is een andere macht juist tegenover dat kapitalisme, die de nationale tegenstel lingen wil opheffen en de maatschappij wil opbouwen naar gerechtigheid en niet naar zelfzucht. Dat is het socialisme een schoon ideaail Wij willen daar niet te ster- ken nadruk op leggen, dat het socialisme j den oorlog niet heeft verhoed. Maar hierop i wijzen wij, dat het voor den klassenstrijd met weinige uitzonderingen niet afziet van wapengeweld. De eenheid brengt het niet er zijn drie internalionales maar vreeselijke verdeeldheid.En hun strijd legen het militarisme berust mede daarop dat de legers hunne revolutie in den weg zijn. Nog een macht is er, die de volken wil vereenigen, al van ouds. Dat is Rome. De Roomsche ziet naar de stad aan gene zijde der bergen, „ultra monies", naar den Paus. Deze maakt aanspraak op een plaats boven de volken, als scheidsrechter. Zoodoende zijn in Verschillende landen maar vooral in overwegend Protestantsche de Roomschen niet verdwaasd nationaal. Maar ook Rome heeft den oorlog niet kunnen verhoeden. En juist doordat Rome aanspraak maakt op wereldsche macht, wordt het ingewikkeld in wereldsche politiek. Vóór den oorlog kon Oostenrijk de verkiezing van een Pau9 ver hinderen, die aan zijn politiek onwelgeval lig was. Maar gesteld, dut hét Rome gelukte, de volken onder zich le vereenigen dan zouden van dien vrede uitgesloten zijn zij, die door hel Concilie van Trenle zijn ver vloekt. En de vrede zou zijn liet samengaan der volken in Ps. 2 tegen den Messias. Tegenover dat alles wijzen wij op Hem, den Christus, in Wien niet is Jood of Griek, Barbaar of Scyth. In Hom is de schuld der volken gedragen, zijn de tegenstellingen op gelost Maar ook de Protestantsche volken, die Zijn Evangelie aannamen, hebben in groolen haat oorlog gevoerd, en hunne ker ken hebben hun niet tegengehouden? Dat is waar. Wij hebben bet dan ook niet van men- Ischen, groepen of kerken als zoodanig te wachten. Wij hebben naar Boven le zien. God stelt ons volk, stelt alle volken verant woordelijk. Niet Slaalsvelzijn heeft le gel den, maar gerechtigheid naar Zijn Woord. Niet i,n het wapengeweld op zichzelf, maar in het zoogonaafnde heilig egoïsme der na ties ligt de breuke, daarin, dat zij niet naar Art. 36 Hem erkennen. Hebben wij daar dan verwachting van aldus vroeg spr. ten slotte. Wij hebben niet te spreken van verwachting in het zichtbare, maar vast le houden, daar is uw heilI Die per dan de tegenstelling der volken is de tegenstelling: vóór of tegen den Christus!, Het gaat door vreeselijke crisis. Maar ten slotte ziet Johannes de groote schare uit alle volken, natiën en tongen. Deze ver heerlijkt God en het Lam, aldus besloot spr. zijn met groote aandacht gevolgd betoog. De heer Bloot dankte den spreker voor zijn rede, waarna, nadat de aanwezigen Psalm 68 16 hadden gezongen, dr. Locher met dankgebed sloot. Prof. dr. G. J. Thierry over een „Reis door Egypte". Gisteravond hield prof. dr. G. J Thierry in den geheel bezetten foyer der Stadszaal j een met ruim 120 lichtbeelden verduide- lijkte lezing over een reis door Egypte De opbrengst van deze lezing strekte ten voor- deele van het linnenfonds der Nederland- i sche Zendingsschool en de zeer talrijke aanwezigen, die door hun tegenwoordigheid aldu9 een goede zaak steunden, hebben te gelijk veel kunnen genieten. De vertoonde lantaarnplaten gaven een zeer leerzaam en volledig beeld van Egypte, en de heldere en meermalen welsprekende toelichting, door den hoogleeraar er bij gegeven, maakte hel luisteren tot een genot. Het eerst werd een kaart van het oude Egypte vertoond en de reisroute daarop aan gegeven. Vervolgens werd een cn ander mee gedeeld van het Nijldal; de overstroomin gen en de groote vruchtbaarheid van het land, hieruit blijkende, dat het bewoon baar gedeelte, ongeveer zoo groot als Bel gië, in 1917 ruim 12 millioen zielen LeldeI Hierna liet spr. den steen van Rosette zien, waarop een decreet van Plolomeus in hiëragliefen en in demotisch schrift en Grieksch is geschreven, dat voor den groo- ten Champollion de sleutel is geweest, waar mede hij de Egyptische taal ontcijferd heeft. Daarop werden weder aan de hand van een reeks lichtbeelden van het Ruiden naar het Noorden eenige belangrijke punten bezocht, welke wij, ter "wille van de ruimte, stilzwijgend moeten voorbijgaan. Vervol gens werd de Nijl overgestoken naar den Westelijken oever, waar o.m. bezichtigd werd een tempel met merkwaardige reliefs, gebouwd bij een rotswand, en wel door door Koningin Hatsjepsoct, wier gemaal, ko- ning Thotmes III^ een groot veroveraar was, volgens sommigen de Faraö, die de ïsraë- j lieten verdrukt heeft (15de eeuw vóór Chr.). Daarna werd een bezoek gebracht aan het onherbergzaam dal der koningsgraven en o.m. vertoond het graf van Ramses VI en van Toet-anck-Araon. Hierbij passeerden al lerlei voorwerpen de revue betreffend*, be- grafenisgebruiken, hel geloof aangaand» het leven hiernamaals, enz. Ook verschenen op het doek eenige Nijllandschappen en wer den bezichtigd de pyramiden te Sakkara en Gizeh, de pyramide van Cheops werd in gedachten beslegen en een bezoek gebracht aan dén groolen Sphinx. Aan het slot werden een zevental ge kleurde platen od het doek gebracht, waar- BINNENLAND. Adres van de Juridische Faculteit te Lel* den aan den Minister van Onderwijs. Het rapport betreffende de N.V. Fabriek van Verduurzaamde Levensmiddelen v.h. W. Hoogenstraateu en Co., Alkmaar-Leiden. De Minister van Onderwijs gaf de toezeg ging, stappen te znllen doen tot instelling van een georganiseerd overleg in onderwijs zaken Overleden is het soc.-dem. Eerste-Knnier» lid de heer W. C. de Jonge. Vergadering van den Plattelandersbond, BUITENLAND. Hei kabinet Marz !n den Prnisischeil Landdag. De tweede opinmeonferentie is gesloten. Clementel In de Fransche Kamer over de financiën. Rede van Caillanx. Een Amerikaansch schip door de Chf- neezen bemeesterd. op o.a. een zuilenkapiteel, muurversierin gen en landschaften. Een en "ander gaf een vrij volledig beeld van dit hoogst interes sant Tand, waarin prof. Thierry thuis blijkt te zijn als in eigen land. De aanwezigen hobben optecht genoten en toonden hun tevredenheid door den hoog geleerden spr. aan bet slot warm toe te juichen: N.V. Fabriek van Verduurzaamde Levens middelen v.h. Hoogenstraaten Co. - In de algemeene vergadering van aan deelhouders van de N. V. Hoogenstraaler en Co. kwam in de eerste plaats aan de orde het rapport van de in de vorige verga dering benoemde commissie uit aandeel houders, de heeren mr. A. J. Fokker, P. A. de Gooyer, en dr. S. Th. Holst Weber. Het rapport, uitgebracht bij monde van eerstgenoemde, ter voldoening van de alge meene vergadering van 28 Augustus 1924 aan de Commissie gegeven opdracht, den toestand van de Vennootschap, alsmede d« oorzaken waarom de bepalingen van de ar tikelen acht, lien, elf van de statuten niet worden nageleefd, te onderzoeken, hierom trent verslag uit le brengen cn zoodanig* voorstellen te doen, als zij in het belang del Vennootschap zal raadzaam achten, behan delt achtereenvolgens na eenige algemeene beschouwingen: Oorzaken van de verlie zen; beschouwing van redenen, waarom het bestuur niet met voorstellen i9 gekomen ter voorziening in de directie; rentabiliteit; statutenwijziging. De Commissie stelt in haar rapport vast, dat de naar haar oordeel lage prijs, waar mede de Directie destijds voor de fabrieks gebouwen te Leiden heeft genoegen geno men, in verbai\4 met den duren bouw te Alkmaar, waarvan de kosten door het op- loopen van de prijzen van materialen en de verhooging van de loonen de aanvankelijke raming verre hebben overtroffen, oorzaak zijn van den minder gunstigen financieelen toestand van de Vennootschap en zij gaat dieper op de oorzaken-van oen en ander :n. Het aanhouden van 1e groote voorraden bij hel einde van een seizoen en den aan vang van een nieuwe campagne was een ernstige fout, die zich door "conjunctuur- verliezen gewroken heeft Waar de veriiezen van de laatste jaren in hoofdzaak zijn toe te schrijven aan den te duren bouw en het aanhouden van de te groole voorraden de uil dezen hoofde gele den verliezen bezwaarlijk zijn in te verdie nen, kan men dus niet ontkomen aan een vermindering van het kapitaal en dien vol gens afstempeling van de aandeelen op 50 pet. De r.icuw le con9lruoeren balans kan dan worden opgebouwd op de basis van een meer gemotiveerde bedrijfswaarde. Het zal d^ taak van de nieuwe Directie zijn, te toonen, dat het bedrijf op de basis van de nieuwe balans positie behoorlijk rendabel is. De mogelijkheid, dal de Direc tie hierin zal slagen, acht de Commissie in geenen deele uitgesloten, te meer, waar zij met groote voldoening mocht vaststellen, dat de goede naam. waarin zich het product van de aloude firma Hoogenstraaten steeds heeft mogen verheugen, ongerept is gehand haafd. In verband daarmede wordt aange drongen op de centralisering van de Direc tie en Administratie te Alkmaar, waar de fabriek thans gevestigd is De Commissie vereenigt zich met het voorstel van Commissarissen om het kapi taal met 60 pet. te verminderen zij mocht tot overeenstemming komen met de houders van de aclions de jouissance, wier mede werking tot een statutenwijziging op dit

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 1