No. 19923.
VRIJOAG 20 FEBRUARI
Anno 1925
Officisele Kennisgeving.
Het voornaamste nieuws
van herien.
LEIDSCH
3LAD
PRIJS DER AD VERTE NTIEN:
80 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine AdvertentiSn, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Ealerdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 80.
Incasso volgens poslrecht. Voor eventueele opzending van brieven
jSO Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummer» voor
Directie en Administratie 175 en 1835 - Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 - Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANT)
Voor Leiden per 8 maanden 72.86, per week ..revi..
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco 'per post 7 2.36 portokosten.
V. 0.18,
„0.18,
Dit nummer bestaat uit VIER Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
Aan den gemeentelijken visch winkel,
Vischmarkt 18, tel. 1226 is ZATERDAG.en
voorzoover voorradig ook ZATERDAG
AVOND verkrijgbaar: SCHELVISCH a
f 0.20—0.22—f 0.46, SCHOL k f 0.22—f 0.35
per pond en HARING k f 0.05 per stuk.
N. C. DE GIJSELAAR. Burgem.
Leiden, 20 Februari 1925.
simnwms.
De literair-economische af deeling van de
H.B.S. voor de studie In d erechten.
De Juridische Faculteit alhier heeft tot
den Minister van folder wijs. Kunsten en
Wetenschappen het eigende adres gericht:
,,De aandacht der Juridische Faculteit te
Leiden is gevestigd op een bij de Staten-
Generaal aanhangig gemaaM wetsontwerp,
welke gewijzigde tek9t is te vinden in de
Bijlage der Tweede Kamer, 1925, no. 68,
sub. 8, en meerVin het bijzonder op het art.
75, 5e lid van dat ontwerp. Hierbij wordt
aan hen. die om het kort en min volledig
te zeggen eindexamen Hoogere Burger
school hebben afgelegd, de gelegenheid ge
schonken. om aan de faculteit, waarvoor
zij examens wenschen af te leggen, de be
wijzen te leveren, dat zij voldoende kennis
van Lalijnsch en Grieksch hebben en, wat
de rechtsstudie betreft, dat zij voldoende
kennis enkel van het Latijn hebben. De le
zing van deze bepaling heeft haar de over
tuiging geschonken, dat niet alleen de be
langen van de leden harer faculteit, maar
ook die van het onderwijs, in hooge mate
zouden worden, geschaad, indien dit wets
ontwerp, waaromtrent haar oordeel niet is
gevraagd, to' wet werd verheven, en zij
vindt dus volle vrijheid en rekent het zielf
tot plicht ook ongevraagd haar oondeel aan
Uwe Excellentie kenbaar te maken. Dit oor
deel zal slechts één hoofdbezwaar betref
fen. Over de vraag, of het wenschelijk is,
nieuwe deuren te openen, die toegang geven
tot de juridische studie, kan men verschil
lend denken Velen juichen het toe, dat een
ieder, die eenigszins algemeene ontwikke
ling heeft genoten, in de gelegenheid wordt
■gesteld om allerlei universitaire examens
te doen. Anderen zijn van oordeel, dat van
de studenten, die den regelmatigen weg van
voorbereiding bewandelden door eind
examen Gymnasium of Staatsexamen te
jdoen, de voorraad, vooral op het gebied der
rechtsgeleerdheid, zij voortduring ruim
schoots strekt om in alle behoeften te voor
zien. Zij meenen, dat er dus geen reden be
staat, dat denzulken Concurrentie wordt
aangedaan door personen, die eens, huns
inziens, tweederangsche voorbereiding ge
noten, een concurrentie, die in de praktijk
blijkt vooral de juridische studenten te tref
fen, want èn van het instituut der derlig-
jarigen (artikel 163 6e lid der wet op het
Ilooger Onderwijs) èn van do wet De Kan
ter (artikel 133 3e lid dicrzelfde wet) maken
bijna uisluitend gebruik die in een „bijzon
der gevaï" verkeerende „dertigjarigen" en
die ingenieurs, veeartsen, gediplomeerden
der Handels- of dor Landbouwhoogeschool,
wier aandrift lot kennisvermeerdering zich
richt op de studie der rechtsgeleerdheid. In-
iusschen het instituut der derligjarigen
nu daargelaten er zijn er, die de overtui
ging hebben, dat hel volstrekt niet zeker is,
dat een gymnasiale opleiding de beste voor
bereiding is voor juridische studie en die
een andere, b.v. dte op een Hoogere Burger
school genoten, mits aangevuld door eenige
kenni9 van Latijn, er mee op één lijn stel
len, vooral wanneer men in het oog val de
nieuwe soort Burgerscholen, die men bezig
is in te richten en die een moer literaire dan
wiskundige opleiding beoogen Van deze ge
dachte gaat allicht uit bovengemeld artikel
75 lid 5. De faculteit wenscht'zich op dit
punt geen partij te stelten, om do volle
aandacht te concentre eren op een ander
punt, waarover verschil van meening niet
wel mogelijk is, pn waarbij de belangen van
de juridische faculteit en van het juridisch
onderwijs direct zijn betrokken.
De in artikel 75 5e lid, bedoelde bewijs
levering van voldoende kennis in Latijn ge
schiedt ten overstaan van de juridische fa
culteit. Hetzelfde geschiedt tot dusver met
de z.g. derligjarigen.
De faculteit te Leiden pleegt met dit
examen dat niet enkel Latijn 'omvat
'te belasten, voor zoover het Latijn betreft,
die leden uit haar midden, welke door hun
dagelijksche studie met deze taal min of
meer vertrouwd zijn gebleven. Het zou on
getwijfeld een voor haar slreelende gedach
te zijn als uit het ontworpen artikel 75
mocht worden afgeleid, dat de regeering
van oordeel is. dal de proef dusdanig is ge
slaagd, dat men de juridische faculteit ten
volle examineeren in Latijn kan blijven
toevertrouwen, maar, hoe vereerend ze ook
.moge zijn, de faculteit moet tegen de voor-
.gestelde opdracht ernstig bezwaar maken.
Het is te verwachten, dat van dezen ge
in akkelijkeren en korteren weg om lot het
afleggen van juridische examens te worden
toegelaten nog al veel gebruik gemaakt zal
worden. Het aantal juridische studenten te
Leiden is meer dan de helft van alle juris
ten aan alle andere Nederlandsche Univer
siteiten (Amsterdam en Nijmegen inbegre
pen). De faculteit, al erlangt zij de bevoegd
heid om zich te doen bijstaan door. vak-
kundigen, die dit examen in Latijn zullen
afnemen, zal dan toch voor elk examen
eenige leden moeten comitteeren, want arti
kel 75 wiwl. dat het bewijs van kenni9
wordt geleverd ten overstaan van de facul
teit, waarvoor men wil examen doen, en
om-te weten te komen of een examinandus
voldoende kennis heeft, zal toch op zijn
minst elk examen een uur moeten, duren.
Dit zullen in den examentijd avonduren,
mogelijk zelfs nachtelijke uren moeten
worden. Deze gedachte nu is allerminst
streelend. De maanden Juni en half Juli
laten voor studie den leden der juridische
faculteit reeds nu weinig tijd meer over; in
dien men haar leden ook nog wettelijk zal
noodzaken literaire examens bij te wonen,
dreigt de studie ook in de overige perioden
des jaars zelf3 bijzaak te worden. Stelt de
regeering dus prijs op toepassing van het
voorgestelde suppletoir examen de facul
teit, gelijk gezegd, stelt zich hierin geen
partij dan zal de aangewezen weg zijn.
dat men een' afzonderlijke staatscommissie
benoeme, die zich met dit werk belast; dit
zal ook de uniformiteit in het onderzoek
over het geheele land bevorderen. Het ware
misschien gewenscht, dat men naar die
commissie ook de z.g. dertigjarigen ter exa-
minatie verwees.
En de faculteit veroorloofd zich de op- j
merking. dat. zal de concurrentie, die de i
gymnasiaie opleiding van deze nieuwe
wijze van voorbereiding voor de universi- j
taire 9ludie ongetwijfeld zal ondervinden, j
niet ontaarden in een deloyale, en zal het
peil van ontwikkeling en beschaving in
Nederland van hen, die aan de spits van
beide dienen te staan, niet dalen, er wel
voor mag worden gewaakt, dat dit examen
niet een examentje wordt, waarvoor men
zich in een paar maanden kan laten africh
ten om op die wijze een'jaar van. voorberei
dende studie uit te sparen.
De faculteit heelt de vrijheid genomen af
schrift van dit schrijven te zenden aan Cu
ratoren der Universiteit, aan de zuster
faculteiten, aan de Commissie van Rappor
teurs der Tweede Kamer.
Nationaal-Internationaal.
Op uilnoodiging van de afd. Leiden van de
Hervormde (Gerei.) Staatspartij, hield dr.J.C.
S. Locher, Hervormd predik, alhier, gister
avond in de groote Nulszaal voor een talrijk
gehoor een lezing over bovenstaand onder
werp.
De vergadering werd geleid door den af-
declingsvoorzitter, den heer Bloot, die na
een korte inleiding met gebed opende, waar
na de aanwezigen zongen Psalm 2 1 en 2.
Hierna gaf hij het woord aan den spre
ker, die in korte trekken meedeelde, waarom
hij die spreekbeurt had aangenomen.
Hij blijft bij zijn meening, dat de predi
kant herder der geheele gemeente i9 en zich
niet op den voorgrond heeft te stellen in den
polilieken partijstrijd. Wel acht hij het noo-
j dig, het licht van Gods Woord te laten schij-
nen, ook op het Staatkundig leven. Hij heeft
I een onderwerp gekozen, dal' tamelijk af-
zijds ligt van de vraag, op welke partij wij
I bij de a.s. verkiezingen zullen stemmen. j
De wereldbrand, die in 1914 uitbrak, is
nog niet gebluscht. Het vuur smeult nog. De j
j natiën haten en wantrouwen elkander. Ieder
zegt den vrede te bedoelen, en toch zit de
wereld vol nationale eigenbaat en gaal' er
aan te gronde.
Wat is een natie? Een aantal raenschen,
die toevallig binnen dezelfde grenzen wo
nen. Die gedachte zit bij velen: Wat gaal mij
mijn medeburger aan? Waarvoor moet ik
belasting betalen en den eersion den besten
politieagent gehoorzamen? Waarvoor moet
ik mij in den krijgsdienst laten 'doodschie - j
ten? Als er iemand gearresteerd wordt,
neemt dikwijls 'l publiek partij voor den
„armen" gearresteerde. Ten hoogste werkt
men bij het staatsleven mee uit „welbegre
pen eigenbelang". Bij de stemming zoekt
men voor eigen belang of eigen groep te ha-
len wat er van te halen is. Dat zit achter de
gedragingen van zoo velen, zelTs gods-
Jiensligen die 't hier goed willen hebben
en daarna in den hemel komen. Daarop
wordt gespeculeerd bij.de stembus-agitatie. I
Het i9 volslagen miskenning van de één
heid van een volk Een natie is een orga
nisme. Er i9 iels als een volksziel. Het uit
zich meestal in eigen taal en beschaving
ook in religie. AI is de éénheid van religie
niet meer gedwongen, toch zet ecn religie 1
een stempel op een volk, zooals het ten on
zent de Gereformeerden gedaan heeft.
In de Schrift wordt de verantwoordelijk
heid van den enkeling gehandhaafd, en
toch worden de natiën als geheel beschouwd.
Hun zonden worden -bestraft, ^n de profe
tieën hebben wij bijv. den „last van Babel",
den „last van Moab".
Heel het volk heeft deel aan zegen en
9traf. De profeten voelen zich moe schuldig,
en Paulus wensehte zelfs verbannen te zijn
voor eeuwig, als hij daarmee zijn volk kon
behouden. Ook in ons volk hebben wij nog
de éénheid Ie zien. God heeft ons volk
groote weldeden bewezen en heeft óns ook
hard gekastijd. God klopt telkens bij ons
volk aan.
Die eenheid zien wij niet bij de slembus.
Daar is hopeloozen verdeeldheid. Maar er is
toch iets, wat de historie van ons volk heeft
gemaakt. Houdt mij tienmaal de resultaten
van stembus en volkstelling voor, nog houd
ik vol, dat wij zijn een Christelijk-Proleslant-
sclie natie. En verder bc-hoef ik slechts uit
le spreken het woord „Oranje". Dat doet de
harten trillenhet verbindt ons met hel ver
leden, toen ons volk tot een volk werd. En
verder worde ook genoemd: onze Nederland
sche Hervormde Kerk. Hocvele haar zonden
ook zijn, lioe vele doode leden zij moge tel
len. al heeft zij niet eens meer de meerder
heid der zielen, to'ph heeft zij nog de Gere
formeerde belijdenis, waar wij niet van los
kunnen; zij staat onder het Verbond en er is
iets in haar dat bindt, hetwelk zelfs door
de vrijzinnigen nog gevoeld wordt
Als wij zeggen: Heel de Kerk en heel het
volk, dan is dat niet zóó, dat wij lot eiken
prijs allen hoofd voor hoofd zouden willen
houden. Heel onze Kerk, heel ons volk met
al zijn partijen, ligt onder liet oordeelmaar
God heeft er beslag op gelegd. Zijn wij tegen
scheiding van Kerk en Staat, dan willen wij
niet een Kerk, wier dienaren Staatsambtena
ren zijn, maar op Staat en Kerk leggen wij
beslag in den Naam des Heeren voor Zijn
woord in overeenkomst met hetgeen volgens
onze historie ons volk tot volk maakte.
Daarom zij de^ opvoeding ook nationaal.
Niet, tfat men enkel roemruchtige krijgsda
den van ons volk vertelde. Laat er gerust
gewezen worden op onze zonden hier en in
de Oost, zooals de Schrift ook met Israël
doet. Maar laat het heerlijke, dat God in
onze geschiedenis gedaan heeft, niet voor
bijgaan of verkleind worden.
Laat men er zich van doordringen, dat
ons onafhankelijk volksbestaan zware offers
waard is.
Maar hier komen wij lot ernstige vragen.
Er is in vele volken een overdrijving van het
nationale, die mede tot den vreeselijksten
van alle oorlogen geleid heeft. Men moet in
andere landen verkeerd hebben om te zien,
hoe ver dat nationalisme gaat. Men zou al
les in rook laten opgaan, als maar de legen-
stander vernietigd wordt. Het begrip voor
recht en onrecht houdt daar op. Recht of
onrecht m ij n land, zegt een Engetech
spreekwoord. Onrecht in de politiek wordt
eerst als zoodani# gevoeld, als men het zelf
ondervindt. Dat leidt tot verovering en ge
welddaad. Het is niet meer de Christelijke,
maar de Heidensche Staat. Die treedt in de
plaats van God. Vandaar dat men in Rome
den keizer goddelijke eer bewees. Helaas
hebben de Christelijke Stalen meegedaan. De
religie werd in beslag genomen door de
Staatsidee. Menig Engelschman meent be
paald van God geroepen te zijn om de we
reld buiten Europa te beheerechen; en In
Duilschla.id zijn er, die spreken van een
Duitschen God. Dan is men dicht bij de
nationale goden der oude Heidenen Bel en
Kamo9 en Dagon, zooals vele Israëlieten zich
ook hun Johveh voorstolden a!e bijzonder
aan hen gebonden.
Heden ontmoet men den nationalen haat
in menig land. De meerderheid van gisteren
is nu minderheid en wordt stelselmatig on
derdrukte Ziet het Fascisme in Italië, de
partij van het „Heilig Egoïsme". En dat
Fascisme heeft men hier in Nederland wil
len importeeren 1
In dien zin is er geen gevaar voor. Toch
hebben wij ernstig te waarschuwen voor
nationale zelfverheffing. Er is een aanhaling
uit Da Costa:
O, Nederland, gij zult eens weer
Hot Israël van 't Westen worden.
In dat gedicht wordt een parallel gelrok
ken lus^chen Israël en Nederland. Beiden
door God bevrijd, tot hoogen bloei gekomen,
wegens afval zwaar gekastijd. Voor Israël
kwam de groote vraag: Erkende het zijn
Messias? Voor ons: Erkent ons volk den
Christus? Hoe zien wij het in? Hier is hét
groote onderscheid tusschen Art. 36 onzer
Belijdenis en de Staatsreligie: Is God aan
ons gebonden, of zijn wij aan Hem gebon
den? Het laatste hielden de Profeten In
vlammende woorden aan Israël voor, hoewel
dat volk de eenige roeping had om den
Christus voort te brengen, terwijl ons volk
wel een groole, maar niet een eenige roe
ping heeft. God heeft ons volk verwaardigd,
Zijn Woord te strijden en te lijden. Maar
zoodra wij denken, dat w ij een streepje
-voor hebben, herinnert God ons aan de zon
den van ons volk, en we hebben te zwijgen.
Waar blijft die hoogmoed, die de volken
tot vijanden maakt en het vuur telkens aan
blaast?
Hoe wordt dat vuur gebluscht? Op ver
schillende machten wordt er gewezen, die
internationaal zijn. Er wordt gedacht aan
cultuur en wetenschap, die inderdaad boven
het verschil der natie'B verheven zijn.
Maar in 1914 braken de geleerden en kun
stenaars der vijandige volken alle gemeen
schap af, en de wetenschap werd gesteld in
dienst ran klcinmaking en vernietiging der
tegenpartij. Maar brengt niet handel en geld
macht de wereld bijeen? Zeker, de grenzen
schenen uitgewischt te worden, en de geld
macht heeft ook bijgedragen, dat er ten
slotte verademing kwam. en het Dawes-rap-
port tot stand gekomen is. Maar hoeveel
schuld heeft het kapitalisme van belangheb
benden in kolonisatie- en wapcnfabricage
aan het ontstaan en voortzetten van oorlo
gen gehad?
Er is een andere macht juist tegenover
dat kapitalisme, die de nationale tegenstel
lingen wil opheffen en de maatschappij wil
opbouwen naar gerechtigheid en niet naar
zelfzucht. Dat is het socialisme een
schoon ideaail Wij willen daar niet te ster-
ken nadruk op leggen, dat het socialisme
j den oorlog niet heeft verhoed. Maar hierop
i wijzen wij, dat het voor den klassenstrijd
met weinige uitzonderingen niet afziet
van wapengeweld. De eenheid brengt het
niet er zijn drie internalionales maar
vreeselijke verdeeldheid.En hun strijd legen
het militarisme berust mede daarop dat de
legers hunne revolutie in den weg zijn.
Nog een macht is er, die de volken wil
vereenigen, al van ouds. Dat is Rome. De
Roomsche ziet naar de stad aan gene zijde
der bergen, „ultra monies", naar den Paus.
Deze maakt aanspraak op een plaats boven
de volken, als scheidsrechter. Zoodoende zijn
in Verschillende landen maar vooral in
overwegend Protestantsche de Roomschen
niet verdwaasd nationaal. Maar ook Rome
heeft den oorlog niet kunnen verhoeden.
En juist doordat Rome aanspraak maakt
op wereldsche macht, wordt het ingewikkeld
in wereldsche politiek. Vóór den oorlog kon
Oostenrijk de verkiezing van een Pau9 ver
hinderen, die aan zijn politiek onwelgeval
lig was. Maar gesteld, dut hét Rome gelukte,
de volken onder zich le vereenigen dan
zouden van dien vrede uitgesloten zijn zij,
die door hel Concilie van Trenle zijn ver
vloekt. En de vrede zou zijn liet samengaan
der volken in Ps. 2 tegen den Messias.
Tegenover dat alles wijzen wij op Hem,
den Christus, in Wien niet is Jood of Griek,
Barbaar of Scyth. In Hom is de schuld der
volken gedragen, zijn de tegenstellingen op
gelost Maar ook de Protestantsche volken,
die Zijn Evangelie aannamen, hebben in
groolen haat oorlog gevoerd, en hunne ker
ken hebben hun niet tegengehouden? Dat is
waar. Wij hebben bet dan ook niet van men-
Ischen, groepen of kerken als zoodanig te
wachten. Wij hebben naar Boven le zien.
God stelt ons volk, stelt alle volken verant
woordelijk. Niet Slaalsvelzijn heeft le gel
den, maar gerechtigheid naar Zijn Woord.
Niet i,n het wapengeweld op zichzelf, maar
in het zoogonaafnde heilig egoïsme der na
ties ligt de breuke, daarin, dat zij niet naar
Art. 36 Hem erkennen.
Hebben wij daar dan verwachting van
aldus vroeg spr. ten slotte. Wij hebben niet te
spreken van verwachting in het zichtbare,
maar vast le houden, daar is uw heilI Die
per dan de tegenstelling der volken is de
tegenstelling: vóór of tegen den Christus!,
Het gaat door vreeselijke crisis. Maar ten
slotte ziet Johannes de groote schare uit
alle volken, natiën en tongen. Deze ver
heerlijkt God en het Lam, aldus besloot spr.
zijn met groote aandacht gevolgd betoog.
De heer Bloot dankte den spreker voor zijn
rede, waarna, nadat de aanwezigen Psalm
68 16 hadden gezongen, dr. Locher met
dankgebed sloot.
Prof. dr. G. J. Thierry
over een „Reis door Egypte".
Gisteravond hield prof. dr. G. J Thierry
in den geheel bezetten foyer der Stadszaal
j een met ruim 120 lichtbeelden verduide-
lijkte lezing over een reis door Egypte De
opbrengst van deze lezing strekte ten voor-
deele van het linnenfonds der Nederland-
i sche Zendingsschool en de zeer talrijke
aanwezigen, die door hun tegenwoordigheid
aldu9 een goede zaak steunden, hebben te
gelijk veel kunnen genieten. De vertoonde
lantaarnplaten gaven een zeer leerzaam en
volledig beeld van Egypte, en de heldere
en meermalen welsprekende toelichting,
door den hoogleeraar er bij gegeven, maakte
hel luisteren tot een genot.
Het eerst werd een kaart van het oude
Egypte vertoond en de reisroute daarop aan
gegeven. Vervolgens werd een cn ander mee
gedeeld van het Nijldal; de overstroomin
gen en de groote vruchtbaarheid van
het land, hieruit blijkende, dat het bewoon
baar gedeelte, ongeveer zoo groot als Bel
gië, in 1917 ruim 12 millioen zielen LeldeI
Hierna liet spr. den steen van Rosette
zien, waarop een decreet van Plolomeus in
hiëragliefen en in demotisch schrift en
Grieksch is geschreven, dat voor den groo-
ten Champollion de sleutel is geweest, waar
mede hij de Egyptische taal ontcijferd heeft.
Daarop werden weder aan de hand van
een reeks lichtbeelden van het Ruiden naar
het Noorden eenige belangrijke punten
bezocht, welke wij, ter "wille van de ruimte,
stilzwijgend moeten voorbijgaan. Vervol
gens werd de Nijl overgestoken naar den
Westelijken oever, waar o.m. bezichtigd
werd een tempel met merkwaardige reliefs,
gebouwd bij een rotswand, en wel door
door Koningin Hatsjepsoct, wier gemaal, ko-
ning Thotmes III^ een groot veroveraar was,
volgens sommigen de Faraö, die de ïsraë- j
lieten verdrukt heeft (15de eeuw vóór Chr.).
Daarna werd een bezoek gebracht aan
het onherbergzaam dal der koningsgraven en
o.m. vertoond het graf van Ramses VI en
van Toet-anck-Araon. Hierbij passeerden al
lerlei voorwerpen de revue betreffend*, be-
grafenisgebruiken, hel geloof aangaand» het
leven hiernamaals, enz. Ook verschenen op
het doek eenige Nijllandschappen en wer
den bezichtigd de pyramiden te Sakkara en
Gizeh, de pyramide van Cheops werd in
gedachten beslegen en een bezoek gebracht
aan dén groolen Sphinx.
Aan het slot werden een zevental ge
kleurde platen od het doek gebracht, waar-
BINNENLAND.
Adres van de Juridische Faculteit te Lel*
den aan den Minister van Onderwijs.
Het rapport betreffende de N.V. Fabriek
van Verduurzaamde Levensmiddelen v.h.
W. Hoogenstraateu en Co., Alkmaar-Leiden.
De Minister van Onderwijs gaf de toezeg
ging, stappen te znllen doen tot instelling
van een georganiseerd overleg in onderwijs
zaken
Overleden is het soc.-dem. Eerste-Knnier»
lid de heer W. C. de Jonge.
Vergadering van den Plattelandersbond,
BUITENLAND.
Hei kabinet Marz !n den Prnisischeil
Landdag.
De tweede opinmeonferentie is gesloten.
Clementel In de Fransche Kamer over de
financiën.
Rede van Caillanx.
Een Amerikaansch schip door de Chf-
neezen bemeesterd.
op o.a. een zuilenkapiteel, muurversierin
gen en landschaften. Een en "ander gaf een
vrij volledig beeld van dit hoogst interes
sant Tand, waarin prof. Thierry thuis blijkt
te zijn als in eigen land.
De aanwezigen hobben optecht genoten
en toonden hun tevredenheid door den hoog
geleerden spr. aan bet slot warm toe te
juichen:
N.V. Fabriek van Verduurzaamde Levens
middelen v.h. Hoogenstraaten Co. -
In de algemeene vergadering van aan
deelhouders van de N. V. Hoogenstraaler
en Co. kwam in de eerste plaats aan de
orde het rapport van de in de vorige verga
dering benoemde commissie uit aandeel
houders, de heeren mr. A. J. Fokker, P. A.
de Gooyer, en dr. S. Th. Holst Weber.
Het rapport, uitgebracht bij monde van
eerstgenoemde, ter voldoening van de alge
meene vergadering van 28 Augustus 1924
aan de Commissie gegeven opdracht, den
toestand van de Vennootschap, alsmede d«
oorzaken waarom de bepalingen van de ar
tikelen acht, lien, elf van de statuten niet
worden nageleefd, te onderzoeken, hierom
trent verslag uit le brengen cn zoodanig*
voorstellen te doen, als zij in het belang del
Vennootschap zal raadzaam achten, behan
delt achtereenvolgens na eenige algemeene
beschouwingen: Oorzaken van de verlie
zen; beschouwing van redenen, waarom
het bestuur niet met voorstellen i9 gekomen
ter voorziening in de directie; rentabiliteit;
statutenwijziging.
De Commissie stelt in haar rapport vast,
dat de naar haar oordeel lage prijs, waar
mede de Directie destijds voor de fabrieks
gebouwen te Leiden heeft genoegen geno
men, in verbai\4 met den duren bouw te
Alkmaar, waarvan de kosten door het op-
loopen van de prijzen van materialen en de
verhooging van de loonen de aanvankelijke
raming verre hebben overtroffen, oorzaak
zijn van den minder gunstigen financieelen
toestand van de Vennootschap en zij gaat
dieper op de oorzaken-van oen en ander :n.
Het aanhouden van 1e groote voorraden
bij hel einde van een seizoen en den aan
vang van een nieuwe campagne was een
ernstige fout, die zich door "conjunctuur-
verliezen gewroken heeft
Waar de veriiezen van de laatste jaren
in hoofdzaak zijn toe te schrijven aan den
te duren bouw en het aanhouden van de te
groole voorraden de uil dezen hoofde gele
den verliezen bezwaarlijk zijn in te verdie
nen, kan men dus niet ontkomen aan een
vermindering van het kapitaal en dien vol
gens afstempeling van de aandeelen op 50
pet. De r.icuw le con9lruoeren balans kan
dan worden opgebouwd op de basis van
een meer gemotiveerde bedrijfswaarde.
Het zal d^ taak van de nieuwe Directie
zijn, te toonen, dat het bedrijf op de basis
van de nieuwe balans positie behoorlijk
rendabel is. De mogelijkheid, dal de Direc
tie hierin zal slagen, acht de Commissie in
geenen deele uitgesloten, te meer, waar zij
met groote voldoening mocht vaststellen,
dat de goede naam. waarin zich het product
van de aloude firma Hoogenstraaten steeds
heeft mogen verheugen, ongerept is gehand
haafd. In verband daarmede wordt aange
drongen op de centralisering van de Direc
tie en Administratie te Alkmaar, waar de
fabriek thans gevestigd is
De Commissie vereenigt zich met het
voorstel van Commissarissen om het kapi
taal met 60 pet. te verminderen zij mocht
tot overeenstemming komen met de houders
van de aclions de jouissance, wier mede
werking tot een statutenwijziging op dit