De Terugkeer van Klompvoet.
No. 19921
LEIDSCH OAGBL&ö, Woensdag 18 Februari
Tweede Blad. Anno 1925.
UIT 3>E PERS.
ALBERT
VOGEL
FEUILLETON.
De opleiding tot jurist
Uit „Het Vaderland"
Onze eerste minister van onderwijs
heeft in 1921 een regeling van het Algemeen
(Vormend en Voorbereidend Hooger Onder
wijs ontworpen, die om een enkele kwets
bare plek er in tot heel wat geschrijf heeft
aanleiding gegeven. De regeling beoogde
toch o.m. in te voeren een B.-Lyeeum, waar
op wel Latijn, maar geen Grieksch zou wor
den onderwezen, en dat als voorbereiding
dieuen zou voor de studie der rechtsgeleerd
heid en der moderne talen. Het verzet kwam
van ver8chille.idzijden, niet het minst van
de zijde der juristen zelf, die van meening
waren, dat de aanstaande rechtsgeleerde de
studie van het Grieksch niet missen kon
Thans is een wijziging in deze ontwerp ge
bleven wet voorgesteld, die trouwens ook
een kleine naamverandering heeft onder
gaan en lieeten zal: Regeling van het Voor
bereidend Hooger en Algemeen Vormend
Middelbaar Onderwijs. En in het ontwerp,
zooals het nu ter tafel ligt, is tot grootc
voldoening van de opposanten alles wat op
'fc Griekschlooze B. -Lyceum betrekking had
verdwenen.
Echter is een andere weg voor de aan
staande juristen geopend, om er zonder de
kennis van het Grieksch te komen en erger
nog: de voorgestelde regeling doet óók
yreezen, dat do kenms van het Latijn der
aanstaande juristen tot lager peil dan het
tegenwoordige zal dalen.
Er is na het eerste ontwerp ontstaan een
litterair-economische afdeeling aan de
H. B. S. met vijf-jarigen cursus.
De leerlingen dezer literair-cconomische
afdeeling zullen zonder staatsexamen in
Latijn en Grieksch toegang hebben tot de
juridische faculteit en alleen een door die
faculteit en alleen een door die facultejt
af te nemen aanvullend examen Latijn be
hoeven te doen.
Wij krijgen dus juristen, die nog minder
in hun marsch zullen hebben dan zij, die
van het Griekschlooze B.-Lyceum gekomen
zouden zijn. Juristen, die geen wiskunde en
geen Grieksch hebben geleerd en die boven
dien aan oen examen in Latijn worden on
derworpen, dat noodzakelijkerwijze niet op
één lijn te stellen zal zijn met het Staats
examen in Latijn.
Wat toch is het geval? De hoogleeraren
in do juridische vakken, van wier Latijn
scho kennis w e geen kwaad zullen spieken,
zullen toch wel minder bevoegd zijn om het
examen in het Latijn af te nemen, dan dc
tegenwoordige examinatoren van het
Staatsexamen. Gezwegen nog daarvan, dat
het afnemen van examens aan leerlingen
van het middelbaar onderwijs, met welk on
derwijs zij in den regel onvoldoende be
kend zijn, hun niet licht zal vallen, zullen
zij door die buiten hun eigenlijk vak om
gaande werkzaamheden veel te veel in be
slag worden genomen. Reeds nu worden er
door studenten, die van de enne faculteit
naar de andere overgaan, per jaar een 200
aanvullende examens afgelegd. Dat aantal
zal nu nog enorm gaan toenemen, tot scha
de van het onderwijs. Het is waar, dat de
hoogleeraren der juridische faculteit voor
het afnemen van het examen Latijn volgens
art. 16 tweede lid van het Academisch Sta
tuut de hulp van collega's van andere facul
teiten kunnen inroepen, doch de beslissing
zal bij hen blijven berusten.
Dat het aantal dezer aanvullende exa
mens enorm zal toenemen, zooals wij zei
den, ligt voor de hand. Tmmers volgens de
wet van den geringsten weerstand zal de
weg van de literair economische afdeeling
aan de H. B. S. door de meeste aanstaande
jurist'n wo: den bewandeld. Aan het einde
van dien weg staat geen moeilijk staats
examen als slagboom. Bovendien zal het
onderwijs a n deze afdeeling al spoedig be
hoefte gaan gevoelen voor het Latijn be
slag te gaan leggen op de vijf toegestane
vrije leervakken, zoodat het wel zal uitloo-
pen op onderwijs in de verplichte leervak-
ven (waar de wiskunde niet bij is) plus
Lacijn. Want door de vrije uren voor Latijn
te bestemmen zal men den aanstaande ju-
rieten den grootsten dienst bewijzen, omdat
zij immers dan het snelst het aanvullend
examen aan de ur vcr*:,rit zullen kunnen
aflcggc.
Ziehier dus de gemakkelijkste opleiding
voor hen, die minder begaafd of minder
energie toegerust zijn. En deze opleiding
moet dus wel uitloop en op de daling van 't
ontwikkelingspeil der juridische studenten.
Bezuiniging?
,,De Maasbode zegt:
Bevat de desbetreffende mededeeling
waarheid, dan is er, gelooven wij reden om
ons af te vragen of de jongste gestie van
den Rijksgebouwendienst wel geheel ligt in
de lijn der zoo broodnoodigc bezuiniging.
Nog zoo pas deelde minister Colijn aan de
Eerste Kamer mede, dat hij volstrekt niet
gerust is op hel sluiten onzer Staatsreke
ning over het jaar 1926; cn terzelfder tijd
worden plannen ruchtbaar, welker financi-
eele gevolgen louter voor het bezorgen van
een nieuwe woning aan den Minister van
Buitenlandsche Zaken het bedrag van 3
ton aanzienlijk zullen overschrijden.
Ons dunkt, er moet toch wel een goed-
koopere oplossing te vinden zijn voor deze
aangelegenheid.
We begrijpen, dat een Minister van Bui
tenlandsche Zaken, die geregeld allerlei
buitenlandsche waardigheidsbekleders en
vreemde gasten heeft te ontvangen en te
fêteeren, niet kan volstaan met een paar
kamers en suite; maar zou er bijv. in heel
Den Haag geen enkele behuizinge te vin
den zijn, die zonder verbouwingskosten ad
twee ton voor de handhaving van ons pres
tige tegenover de buitenwereld voldoenden
waarborg zou bieden
Wij betwijfelen het in elk geval, of vol
gens de nu beraamde methode wel de voor
onze berooide schatkist voordecligste weg
is gekozen
Alg. Vergadering van het Hollandsch Bloem
bollenkweekers-genootschap.
In „De Kroon", le Haarlem, hield het H.
B. G. zijn 40sle algemeene vergadering. Zij
werd geopend door den Voorzitter, den heer
S. Schoneveld, van Rijnsburg. met de vol
gende rede:
Het eerste woord, waarmede ik u zal toe
spreken, is gewijd aan de nagedachtenis
van de leden., die in den loop van het jaar
ons door den dood zijn ontvallen. Het zijn
de heeren W. H. Wittemam, te Hillegom,
een bekend hyacinlenkweeker; G. van der
Weijden Lzn., te Noordwijk, een eenvoudig
man, maar een werker voor hel Genoot
schap, die gedurende geruimen tijd voor
zitter was van de afdeeling Noordwijk; J.
.Tongejans, te Anna-Paulowna, vroeger voor
zitter van de afdeeling Limmen, in de laat
ste jaren secretaris van de afdeeling Anna-
Paulowna, en Jac. B. Roozen, le Heem
stede, een man, die in het verenigings
leven niet op den voorgrond Irad, maar met
hart en ziel een vakman was; hij was een
der e.ersten die practisch toepaste de warm-
te-behandeling bij het plantgoed van hya
cinten. Deze allen hebben zich verdienste
lijk gemaakt voor het Genootschap; de na
gedachtenis van hen zal in dankbare her
innering onder ons blijven voortleven.
Wanneer wij een terugblik werpen ep hel
jaar 1924 en wat het ons, kweekers, heeft
gebracht, dan past ons een dankbaar hart
cn een tevreden stemming, in tegenstelling
van zooveel andere bedrijven. Onze oogst
was goed te noemen, terwijl de prijzen zich
in een oploopende lijn bewogen. Vandaar
dan ook, dat hel exportcijfer het respecta
bele getal bereikte van dertig millioen gul
den, hetgeen een record is van de vorige
jaren en waarvan de kweekerij heeft gepro
fileerd. Welvaart en voorspoed heerscht er
nu in deze streek. Welk beoefenaar van ons
sdhoone vak zal zich niet verwonderen over
do onverwachte toenemende vraag naar
onze artikelen in hel buitenland, trots de
stijgende prijzen?
Wat betreft den arbeid van het Genoot
schap, kan men 1924 als een kalm jaar be
titelen. Vraagpunten, die speciaal de kwee
kers alleen raakten, deden zich niet voor;
een vlugge markt met veel vraag en stijgen
de prijzen als inzet hebben gewoonlijk goe
de handelsgebruiken tot gevolg.
Met blijdschap mag geconstateerd wor
den, dat er over ons is gekomen oen geest
van samenwerking, die bevordert, dat met
andere groepen, in het vak, die zich op hun
terrein bewegen, overeenstemming is ver
kregen om gemeenschappelijk voor de vak
belangen op te treden.
De wijze, waarop gezorgd wordt, dat in
het binnen- zoowel als in het buitenland de
waard© van onze producten aan hel licht
gesteld worden, verdient onze volle instem
ming. Ons vak staat in het teeken van re
clame en tentoonstelling.
De kweekers van nieuwe soorten te Sas-
senheim en de broeiers te Rijnsburg lever
den daar in de week, die achter ons ligt,
een sprekend bewijs van; terwijl de groole
tentoonstelling van onze zustervereeniging,
die weldra geopend zal worden, een onge
kende hoogte belooft te zullen bereiken, de
gevolgen van dit alles kan voor ons kwee
kers van zeer groote beteekenis worden.
Ons vak wordt nu bestraald door de zon
der welvaart, maar dichte nevelen komen
opzetten. In het buitenland worden maat
regelen voorbereid, die ons met zorg ver
vullen. Eenerzijds heeft het vak een onge
kend hoogtepunt bereikt, anderzijds dreigt
er een gevaar als nimmer gekend.
Het „ernstige woord", door enkele voor
mannen in ons vak in den laatsten tijd tot
ons gericht, dient ter harte te worden ge-
I nomen. De pogingen, die worden aange-
I wend om den groei en den bloei van ons
j vak te bevorderen, dienen gesteund te wor-
den.
i De kweekers hebben in dezen een ern-
stigen en duren plicht te vervullen door alle
pogingen, die er op gericht zijn de uitslui
ting van onze gewassen in het buitenland
tegen te houden, zoo krachtdadig mogelijk
te steunen en aan te moedigen. Wanneer
dan als eerste wapen in de hand geldt om
onze culturen gezond te houden, dan moe
ten wij daaraan medewerken. Wij hebben
het krachtigste wapendat wetenschappe
lijk onderzoek moet on9 in staat stellen
ons verder behulpzaam zijn
De besturen ^an de verschillende orga
nisaties beijveren zich om de belangen te
behartigen. De mannen van de wetenschap,
van den phytopathologischen dienst werken
allen mede om voor den bollenexport te
doen wat maar mogelijk is; laten nu de
kweekers weten te waardeeren wat er voor
hen gedaan wordt, door de middelen te
verschaffen, die voor een richlige uitvoering
dier maatregelen noodzakelijk zijn.
Moge de hoop en de verwachting, die er
ten aanzien van deze aangelegenheid van
deze vergadering gekoesterd wordt, ook in
vervulling gaan.
Laat ik mijn eenvoudig woord, dat ik tot
u sprak ter inleiding van deze vergadering,
eindigen met den vvensch, dat het ons Ge
nootschap in 1925 goed moge gaan; dat
alien, die in eenig verband slaan lot ons
Genootschap hun arbeid met voldoening
mogen verrichten. Het moge gegeven zijn,
dat handel en kweekerij met elkaar har
monieeren en dal God over ons -vak cn zijn
beoefenaars Zijn zegen schenkt.
In.het Orgaan zijn gepubliceerd de notu
len van de vorige vergadering, die nu niet
werden voorgelezen en zonder aanmerking
werden vastgesteld.
Uit den oproep der afdeelingen en de
mededeeling der stemlijst bleek, dat aan
wezig waren de afgevaardigden van de af-
deelingen Haarlem, Ililegom, Lisse, Uit
geest, Heemstede, Voorschoten, Yeur, War
mond. Voorhout, Rijnsburg. Bcnnebroek
Vogelenzang, Sassenheim, Noordwijk,
Noordw.hout, Beverwijk, Limmen, Kwints-
heul, Bovenkarspel, Texel, Leiden, Poeldijk
en Anna Paulowna, te zamen uitbrengende
189 stemmen.
De secretaris bracht het verslag uit
over de werkzaamheden in het afgeloopen
jaar. (Het ledenaantal is met '41 toegenomen,
terwijl ook in den toestand der geldmiddoien
een verbetering is ingetreden. Twee jaar
geleden sloot de balans met een nadeelig
saldo van f1755; dank zij de vrijwillige
bijbetaling van een gulden per lid, is de
achterstand ingehaald en sluit de ba fans
r.u met een voordeelig saldo van f 9302.0t/>/2.
De rekening en verantwoording is vooral
door een commissie uit de afdcelingen onder
zocht en na het uitgebrachte advies werd
de administrateur gedechargeerd voor het
gehouden beheer.
Tot leden van het hoofdbestuur warden bij
enkele candidaatsteLJing gekozen de heeren
W. Hooggrief, te 'Driehuis Velzen, in de
RECLAME.
3ÓSS
zegt zijn mooiste Declamaties, speciaal op
„HIS MASTERS VOICE"-PLATEN
o.a.De Kruiasprook - Het geluk - Aan Nederland
Lucifers Vloek - Toespraak van Brutus - Toespraak van
Marcus Antonius - Scheeps-praet - Een Chi istelijck Liet
Afscheid - De Bruid - Toespraak tot de Hoofden
van Lebak - Toespraak van Dan ton - Toespraak van
Robespierre en St. Just enz. enz.
Alléén verkrijgbaar by den éénigcii Agent der be
roemde His Masters Voice Platen cn MncliincK
H. G. YAN LU1JKEN, Nieuwe Rijn 87. Leiden - Tei. 35
vacature J. W. A. Koster, en T. Lomm .rse
Pzil, te ESliagom, in de vacature P. N.
Jonkheer; terwyl in de vacature Chr. Eggink
werd voorzien na stemming tusschen de
heeren P. J. de Bruyn, te Voorschoten,
en A. Éerbee, te Wassenaar; de eerstr
genoemde werd met meerderheid van stem
mer. gekozen.
De voorzitter stelde nu aan de orde een
voorstel van het hoofdbestuur tot het vor
men van een fonds, waaruit bestreden kun
nen worden de kosten, "te maken voor het
behoud van het afzetgebied, alsmede voor
steun aan het wetenschappelijk onderzoek
naar verbeterde methoden ten opzichte van
de ziektebestrijding en de vraagstukken, die
verband houden met de teelt. Voorgesteld
wordt, dat de leden jaarlijks beschikbaar
stellen twee cents per roede van de door
hen beplante oppervlakte met hyacinthen
en tulpen. Over dit bedrag zal niet worden
beschikt, indien biet in ander© organisaties
een gelyk besluit wordt genomen en uit
gevoerd. Indien deze maatregel algemeen
weidt doorgevoerd, zal het eerste jaar reeds
beschikt kunnen worden over een bedrag van
veertig duizend gulden.
Verschillende a^ovaordigden voeren "Hier
over het woord. Sommigen aohten het niet
juist gezien van de leiding, dat de narcis-
senkweekers niet in deze regeling be
trokken zyn. Van hen wordt nu al tien
cents per roe gevraagd, hetwelk beduidend
meer is.
Anderen zagen liever, dat voor elk ge
was een aparte groep gevormd werd. Het
hoofdbestuur meende echter, dat men op
die zaken niet vooruit mag loopen en in
dien alle gewassen in groepen zich onder
brengen, is dit wellicht toe te juichen, doch
men moet dit niet forccercn. Den bestaan-
den vereenigingsvorm moeten wij benutten
om tot dit doel te geraken. De afgevaar
digden uit het Wcstland dringen er wp
aan, dat maatregelen worden getroffen,
dat elkeen mede moet doen om te voor
komen, dat enkelen parasitecren op de
menigte, tot dat doel zou een boycot in
bet leven geroepen moeten worden.
Do Voorzitter deelt mede, dat reeds een
vergadering is gehouden met de besturen
van'alle organisaties op het gebied van de
bloembollencultuur, dat daar eenstemmig
heid heerscht© ten aanzien van deze plan
nen de medewerking van verschillende
vcilingsvereenigingen was eveneens toege
zegd, zoodat geconstateerd kon worden,
dat in die kringen eenstemmigheid heersch-
te. De afgevaardigden van Bovencarspel en
omstreken deelde mode, dat men in zijn om
geving goedgunstig gestemd was over het
plan. Na eenige discussie werd het voor
stel met algemeene stemmen onder applaus
van de vergadering aangenomen.
Een voorstel van dc afdeeling Sassen
heim, om de jaarlijkache prijsraming vroe
ger 1xï houden, met het oog op de gewij
zigde omstandigheden in den handel, werd
aangenomen. Het hoofdbestuur zal met hot
bepalen van den datum rekening houden
met de geuite wenschen.
De afdeeling Heemstede roept de hulp in,
van de leden, om le bevorderen, dat de han-
delsvoorwaardeit vervat in het handels-re
glement, bindend worden voor elkeen, om
dat nu vaak nog afwijkende bepalingen
worden gemaakt.
De afdeeling Haarlem verzoekt het hoofd
bestuur het daarheen te willen leiden, dal
van de tulpen zoowel als van de hyacinthen
een statistiek zal worden samengesteld in
navolging van die van de vereenïging „De
Narcis", die door haar organisatie beschikt
over de gegevens, noodig voor liet samenstel
len er van. De afdeeling acht hel van groote
beteekenis zoo'n in de onderdeelcn gedetail
leerd overzicht le hebben van de te veld
staande soorten.
De afd. Limmen verzocht het lioofdbe -
stuur te willen bevorderen, dat de bloem -
bollenbeurs te Haarlem gevestigd blijft.
De voorzitter memoreert, dat de veiling
kring Lisse omgezet is in een coöperatieve
vereeniging. De gestadige uitbreiding van de
veiling vorderde verandering; hel contact
met het Genootschap is bewaard gebleven.
De kweekers krijgen nu hun eigen instituut
voor den verkoop van hun producten. Le
den. die dezen opzet willen steunen, zijn
daartoe in de gelegenheid door deel te ne
men in de 6 pet. obligatieleening, die uitge
schreven is ter dekking van de kosten, ver
bonden aan het slichten van een veilingge
bouw.
Nadat een der afgevaardigden dank had
gebracht aan dc directie voor de leiding en
voor den arbeid, ten dienste van de leden
verricht, werd de vergadering onder dank
voor de betoonde medewerking gesloten.
De salarissen der Rijksambtenaren.
Het bestuur van de Centrale van hoogere
Rijksambtenaren heeft aan de Tweede Ka
mer een uitvoerig adres gezonden met be
trekking tot de bepaling, op liet laatste
oogenblik in het Bezoldigingsbesluit 1925
opgenomen, dat voor ambtenaren, die oen
betrekking bcklcodcn, aan welke, volgens
het Bezoldigingsbesluit 1920, een salaris of
maximumsalaris van méér dan f 6000 was
verbonden, dat besluit met inbegrip van
de vermindering van 10 pel. van October
j.l. van kracht blijft, indien hel nieuwe
besluit gunstiger voor hen zou zijn.
In het adres wordt betoogd, thru ijl het
tot dusverre voor redelijk gold om als over
gangstoestand, steeds de gunstigste van twee
opeenvolgende regelingen op do ambtena
ren toe le passen, thans van deze gewoonte
uitsluitend ten aanzien van een zeer kleine
groep van hooge landsdienaren wordt afge
weken. Algemeen wordt toegegeven, ook
door de leden der Tweede Kamer dal die
salarisvcrlioogingen in de achter ons lig
gende jaren voor de hoogere ambtenaren
volstrekt onvoldoende zijn geweest; sedert
1918 ontvingen de lageren 116 pet., de mid
delbaren 81 pet en de hoogeren 59 pet. ver
hooging. terwijl thans bij een indexcijfer
van 176 dc salarissen der hoogeren nog
slechts 113 pet. (van die in 1918) zijn. Als
motief voor deze ongunstige behandeling
voerde de Regeering indertijd den nood der
schatkist aan, dus een reden van tinan-
cieelen aard
Toen de salarisverlagingen aan de orde
kwamen, was er geen lijd om een regeling
le maken, die voor de hoogere ambtenaren
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
(Nadruk verboden).
15)
„En nu weet u, mijnheer Okewood," zei
Garth op vriendelijk-gemoedelijken loon,
„dat u en ik en wij allemaal passagiers van
kapitein Lawless hier zijn, en met uw per
missie stel ik voor, dat wij hem vertellen,
wie u is en wal u mij juist heeft toever
trouwd U heeft er zeker geen bezwaar
togen?"
„Hoegenaamd niet," zei ik.
„Vertelt u hel hem dan maar zelf!"
drong Garth aan, neervallend op de lederen
canapé. Dus vertelde ik zittend lusschcn
dc belde mannen mijn geheele plan, terwijl
het jacht zacht deinde op de golven en de
dekzeilen buiten klapten als een zweep in
dc bries.
Toen ik a lies verteld luid, zei Garth:
„Jc zult mij toegeven, dat weet ik zeker,
dat we wet ren we -k den tijd er voor heb
ben!"
„Ik- hang heel var. u af. Sir Alexan
derl" antwoordde de kapitein. „Maar ik zou
graag één voorwaarde willen maken en dat
is, dat deze zaak geheel tusschen ons
drieën blijft. Ik heb een uitstekende beman
ning, Sir Alexander, kerels, die hard wer
ken en betrouwbaar zijn en die ik persoon
lijk al jaren ken Ik zou wel durven zeggen,
dat U het puikje van het puikje heeft op de
j,Naomi". Maar dit iï geen oorlogsschip,
liecren, of zelfs maar een koopvaardij
schip. Op een pleziervaartuig zooals dit
heersoht natuurlijk niet die discipline, die
men op die groole schepen vindt, en rond
uit gezegd zou ik niet graag zien, dal de
majoor den mannen het hoofd op hol bracht
met zijn verhaal van begraven schatten.
Legt u aan bij Cock Island, ga in ieder ge
val aan land om daar „eens een kijkje te
nemen," maar praat er in 's Hemelsnaam
niet over, of u bederft de beste bemanning
die ooit op een schip diende! Laten we deze
zaak voor onszelf houden; ik wil zelfs lie
ver nog verder gaan. Laat mij er buitoni
Dan kunnen de mannen, wanneer hun iets
ter ooren mocht komen, niet zeggen, dat ik
er deel aan heb gehad en zij niet! En om u
de waarheid te zeggen, heeren, ik heb een
streng Christelijke opvoeding gehad; ze gin
gen bij mij thuis altijd naar de kerk, en ik
heb altijd geleerd, dat er geen zegen kan
rusten op geld, dat je niet verdiend hebt in
het zweet van je aanschijn met het werk
van je eigen handen. U beiden gaat een
week aan land en ik blijf op het schip pas
sen!"
Garth wendde zich tot mij.
..Ik wilde er liever kapitein Lawless niet
buiten laten," zei hij, „maar ik kan niet
helpen ,dat ik hem gelijk geef wat de be
manning betreft!"
„En wat alle anderen aan boord betreft,
Sir Alexander!" viel Lawless hem in de
rede.
„De vrouwen bedoel je?"
„Ik bedoel iedereen aan boord, juist
zooals ik zei, Sirl" antwoordde de kapitein
weer met groote vastberadenheid en met
bedoeling. „Wat ieders geheim is, is nie-
rnands geheim! Zwijgen is het wachtwoord
of u komt in moeilijkheden! Zwijgen,
zeg ik!"
„Wel!" zei Garth, „dal moet dan maar!
Zwijgen is het wachtwoord!"
Toen kwam een onvoorziene interruptie.
„Waarom ..zwijgen"? Wat is er voor ge
heim?"
Een heldere, jonge stem klonk builen de
deur. Alle drie sprongen wij haastig over
eind. Het meisje uil het rooksalon stond op
den drempel.
„Morgen, Marjorie!" zei Garth.
Hij keek een beetje beteuterd. Ik ook,
denk ik, terwijl ik mijn best deed mij achter
hen te verstoppen. Ik vroeg mij af, wat het
meisje van mij denken zou, wanneer zij
mijn onwillekeurig bedrog ontdekte. Geluk
kig maakte de grootc gestalte van Lawless
mij bijna geheel onzichtbaar
„Wat hebben jullie met z'n beiden voor
geheimen?" vroeg zij, met de deur in huis
vallend. „En waarom \9 zwijgen het wacht
woord?"
Garth keek naar Lawless en Lawless
keek naar Garth; maar geen van beiden
beantwoordde de vraag. Toen keek zij den
kapitein aan. Zijn gezicht deed mij denken
aan een zakkenroller, di© op heelerdaad be
trapt wordt.
„Goeden morgen, juffrouw Garth!" mom
pelde hij en maakte een stijve buiging. Die
buiging was mijn ongeluk, want nu werd
ik zichtbaar achter hem.
„O!" riep het meisje met een grappig ge
grinnik van plezier, „liet is de dokter! En,
heeft u mijn raad opgevolgd?"
„Ja," antwoordde ik. Toen nam ik een
kloek besluit en stamelde:
„Maar ik ben de dokter niet
Nu kleurde het meisje een beetje. Ik wist,
waaraan zij dacht, en onze blikken ont
moetten elkaar. Ik vond hel een verlich
ting een sprank van humor in haar oogen
te zien tintelen.
Toen kwam Garlh, die zich had omge
wend om tot den kapitein te spreken, tus-
schenbeide.
„Ik had je ook moeten voorstellen, ina- j
joor; dit is mijn dochter. Marjorie, majoor
Okewood, die tot Honolulu mei ons mee
gaat. Zou je aan Carstairs willen zeggen, j
dal hij een hut voor hem in orde brengt?" j
Met een vriendelijk knikje naar haar
vader en een glimlach naar mij, die een
geheime beteekenis had voor on9 beiden,
ging Marjorie weer naar boven, naar het j
zonnige dek. Wij, drie mannen, gingen weer
voort met onze beraadslagingen en toen ten
laatste de gong ging voor de lunch, hadden j
wij een voorloopig plan voor onzen tocht j
opgemaakt.
ik vertelde Garth heel openhartig, dat i
het bericht, dal op het graf gevonden wa.
op Cock Island, mij dermate onbegrijpelijk
toescheen, dat ik niet zeker was het ooit le
kunnen ontcijferen. Wat ik voorstelde, was
het graf en het eiland in 't algemeen te on
derzoeken, om te zien of ik ter plaatse iets
kon vinden, dat eenig licht omtrent het be-
richt kon verschaffen. Wij spraken daarom
af, dat, wanneer Cock Island bereikt was, j
Garth en ik een kampuitrusting zouden mee
nemen en aan land zouden gaan voor den
tijd van hoogstens een week; wanneer aan
het eind daarvan mijn nasporingen niet tot
een resultaat hadden geleid, zou ik de heele
onderneming opgeven en met hem naar het
jacht terugkeeren.
Er werd algesproken, dat wij dien avond
in zee zouden steken, zoodra de reserve-
cleelen, die Mackay, dc machinist, noodig
had, aan boord waren; want ik had aan
Garth verteld, dat Bard mij geraden had
mij zoo spoedig mogelijk uit dc voeten te
maken. De kapitein, berekende, dat wij op
ons gemak Cock Island in vijf dagen kon
den bereiken. Wij besloten ten slotte te
landen in de Horeshoe-baai. daar Lawless
en Garlh beiden het met mij eens waren,
dat die landingsplaats hel beste klopte met
de beschrijving van den strandjutter.
Toen wij het dek overliepen, om naar
het salon le gaan, werden de reservedeelen
van uit een schuit in het jacht gehcschen.
Een kleine man met een stroef gezicht, die
met een Schotseh accent sprak zeker
Mackay, de machinist, dacht ik hield
het toezicht op liet lossen, dat begeleid
werd door veel sterk-gepeperd New Castle's
dialect en een stortvloed van Spaansch-
Amerikaansclie scheldwoorden uit de on
zichtbare diepten van de schuil. Kleine
bootjes, lot aan de banken volgepropt met
gevogelte, vruchten, groenten en brood,
schommelden in een wijden, halven kring
om ons jacht heen en de lucht weergalmde
van de schrei le kreten der verkoopers.
Toen wij den machinist voorbijliepen, zei
de kapitein:
„Je laat niemand van dat schorre mer
rie aan boord, hoor, Mackay!"
„Maar de hofmeester wou graag
„Kan mij niet schelen, wat de hofmeester
wil. Ik wil niemand van die zwarten hier
aan boord hebben. Goed begrepen?"
„Jawel, mijnheel*!" antwoordde de Schot
gelaten.
Wordt vervolgd).