De Terugkeer van Klompvoet. No. 19921 LEIDSCH OAGBL&ö, Woensdag 18 Februari Tweede Blad. Anno 1925. UIT 3>E PERS. ALBERT VOGEL FEUILLETON. De opleiding tot jurist Uit „Het Vaderland" Onze eerste minister van onderwijs heeft in 1921 een regeling van het Algemeen (Vormend en Voorbereidend Hooger Onder wijs ontworpen, die om een enkele kwets bare plek er in tot heel wat geschrijf heeft aanleiding gegeven. De regeling beoogde toch o.m. in te voeren een B.-Lyeeum, waar op wel Latijn, maar geen Grieksch zou wor den onderwezen, en dat als voorbereiding dieuen zou voor de studie der rechtsgeleerd heid en der moderne talen. Het verzet kwam van ver8chille.idzijden, niet het minst van de zijde der juristen zelf, die van meening waren, dat de aanstaande rechtsgeleerde de studie van het Grieksch niet missen kon Thans is een wijziging in deze ontwerp ge bleven wet voorgesteld, die trouwens ook een kleine naamverandering heeft onder gaan en lieeten zal: Regeling van het Voor bereidend Hooger en Algemeen Vormend Middelbaar Onderwijs. En in het ontwerp, zooals het nu ter tafel ligt, is tot grootc voldoening van de opposanten alles wat op 'fc Griekschlooze B. -Lyceum betrekking had verdwenen. Echter is een andere weg voor de aan staande juristen geopend, om er zonder de kennis van het Grieksch te komen en erger nog: de voorgestelde regeling doet óók yreezen, dat do kenms van het Latijn der aanstaande juristen tot lager peil dan het tegenwoordige zal dalen. Er is na het eerste ontwerp ontstaan een litterair-economische afdeeling aan de H. B. S. met vijf-jarigen cursus. De leerlingen dezer literair-cconomische afdeeling zullen zonder staatsexamen in Latijn en Grieksch toegang hebben tot de juridische faculteit en alleen een door die faculteit en alleen een door die facultejt af te nemen aanvullend examen Latijn be hoeven te doen. Wij krijgen dus juristen, die nog minder in hun marsch zullen hebben dan zij, die van het Griekschlooze B.-Lyceum gekomen zouden zijn. Juristen, die geen wiskunde en geen Grieksch hebben geleerd en die boven dien aan oen examen in Latijn worden on derworpen, dat noodzakelijkerwijze niet op één lijn te stellen zal zijn met het Staats examen in Latijn. Wat toch is het geval? De hoogleeraren in do juridische vakken, van wier Latijn scho kennis w e geen kwaad zullen spieken, zullen toch wel minder bevoegd zijn om het examen in het Latijn af te nemen, dan dc tegenwoordige examinatoren van het Staatsexamen. Gezwegen nog daarvan, dat het afnemen van examens aan leerlingen van het middelbaar onderwijs, met welk on derwijs zij in den regel onvoldoende be kend zijn, hun niet licht zal vallen, zullen zij door die buiten hun eigenlijk vak om gaande werkzaamheden veel te veel in be slag worden genomen. Reeds nu worden er door studenten, die van de enne faculteit naar de andere overgaan, per jaar een 200 aanvullende examens afgelegd. Dat aantal zal nu nog enorm gaan toenemen, tot scha de van het onderwijs. Het is waar, dat de hoogleeraren der juridische faculteit voor het afnemen van het examen Latijn volgens art. 16 tweede lid van het Academisch Sta tuut de hulp van collega's van andere facul teiten kunnen inroepen, doch de beslissing zal bij hen blijven berusten. Dat het aantal dezer aanvullende exa mens enorm zal toenemen, zooals wij zei den, ligt voor de hand. Tmmers volgens de wet van den geringsten weerstand zal de weg van de literair economische afdeeling aan de H. B. S. door de meeste aanstaande jurist'n wo: den bewandeld. Aan het einde van dien weg staat geen moeilijk staats examen als slagboom. Bovendien zal het onderwijs a n deze afdeeling al spoedig be hoefte gaan gevoelen voor het Latijn be slag te gaan leggen op de vijf toegestane vrije leervakken, zoodat het wel zal uitloo- pen op onderwijs in de verplichte leervak- ven (waar de wiskunde niet bij is) plus Lacijn. Want door de vrije uren voor Latijn te bestemmen zal men den aanstaande ju- rieten den grootsten dienst bewijzen, omdat zij immers dan het snelst het aanvullend examen aan de ur vcr*:,rit zullen kunnen aflcggc. Ziehier dus de gemakkelijkste opleiding voor hen, die minder begaafd of minder energie toegerust zijn. En deze opleiding moet dus wel uitloop en op de daling van 't ontwikkelingspeil der juridische studenten. Bezuiniging? ,,De Maasbode zegt: Bevat de desbetreffende mededeeling waarheid, dan is er, gelooven wij reden om ons af te vragen of de jongste gestie van den Rijksgebouwendienst wel geheel ligt in de lijn der zoo broodnoodigc bezuiniging. Nog zoo pas deelde minister Colijn aan de Eerste Kamer mede, dat hij volstrekt niet gerust is op hel sluiten onzer Staatsreke ning over het jaar 1926; cn terzelfder tijd worden plannen ruchtbaar, welker financi- eele gevolgen louter voor het bezorgen van een nieuwe woning aan den Minister van Buitenlandsche Zaken het bedrag van 3 ton aanzienlijk zullen overschrijden. Ons dunkt, er moet toch wel een goed- koopere oplossing te vinden zijn voor deze aangelegenheid. We begrijpen, dat een Minister van Bui tenlandsche Zaken, die geregeld allerlei buitenlandsche waardigheidsbekleders en vreemde gasten heeft te ontvangen en te fêteeren, niet kan volstaan met een paar kamers en suite; maar zou er bijv. in heel Den Haag geen enkele behuizinge te vin den zijn, die zonder verbouwingskosten ad twee ton voor de handhaving van ons pres tige tegenover de buitenwereld voldoenden waarborg zou bieden Wij betwijfelen het in elk geval, of vol gens de nu beraamde methode wel de voor onze berooide schatkist voordecligste weg is gekozen Alg. Vergadering van het Hollandsch Bloem bollenkweekers-genootschap. In „De Kroon", le Haarlem, hield het H. B. G. zijn 40sle algemeene vergadering. Zij werd geopend door den Voorzitter, den heer S. Schoneveld, van Rijnsburg. met de vol gende rede: Het eerste woord, waarmede ik u zal toe spreken, is gewijd aan de nagedachtenis van de leden., die in den loop van het jaar ons door den dood zijn ontvallen. Het zijn de heeren W. H. Wittemam, te Hillegom, een bekend hyacinlenkweeker; G. van der Weijden Lzn., te Noordwijk, een eenvoudig man, maar een werker voor hel Genoot schap, die gedurende geruimen tijd voor zitter was van de afdeeling Noordwijk; J. .Tongejans, te Anna-Paulowna, vroeger voor zitter van de afdeeling Limmen, in de laat ste jaren secretaris van de afdeeling Anna- Paulowna, en Jac. B. Roozen, le Heem stede, een man, die in het verenigings leven niet op den voorgrond Irad, maar met hart en ziel een vakman was; hij was een der e.ersten die practisch toepaste de warm- te-behandeling bij het plantgoed van hya cinten. Deze allen hebben zich verdienste lijk gemaakt voor het Genootschap; de na gedachtenis van hen zal in dankbare her innering onder ons blijven voortleven. Wanneer wij een terugblik werpen ep hel jaar 1924 en wat het ons, kweekers, heeft gebracht, dan past ons een dankbaar hart cn een tevreden stemming, in tegenstelling van zooveel andere bedrijven. Onze oogst was goed te noemen, terwijl de prijzen zich in een oploopende lijn bewogen. Vandaar dan ook, dat hel exportcijfer het respecta bele getal bereikte van dertig millioen gul den, hetgeen een record is van de vorige jaren en waarvan de kweekerij heeft gepro fileerd. Welvaart en voorspoed heerscht er nu in deze streek. Welk beoefenaar van ons sdhoone vak zal zich niet verwonderen over do onverwachte toenemende vraag naar onze artikelen in hel buitenland, trots de stijgende prijzen? Wat betreft den arbeid van het Genoot schap, kan men 1924 als een kalm jaar be titelen. Vraagpunten, die speciaal de kwee kers alleen raakten, deden zich niet voor; een vlugge markt met veel vraag en stijgen de prijzen als inzet hebben gewoonlijk goe de handelsgebruiken tot gevolg. Met blijdschap mag geconstateerd wor den, dat er over ons is gekomen oen geest van samenwerking, die bevordert, dat met andere groepen, in het vak, die zich op hun terrein bewegen, overeenstemming is ver kregen om gemeenschappelijk voor de vak belangen op te treden. De wijze, waarop gezorgd wordt, dat in het binnen- zoowel als in het buitenland de waard© van onze producten aan hel licht gesteld worden, verdient onze volle instem ming. Ons vak staat in het teeken van re clame en tentoonstelling. De kweekers van nieuwe soorten te Sas- senheim en de broeiers te Rijnsburg lever den daar in de week, die achter ons ligt, een sprekend bewijs van; terwijl de groole tentoonstelling van onze zustervereeniging, die weldra geopend zal worden, een onge kende hoogte belooft te zullen bereiken, de gevolgen van dit alles kan voor ons kwee kers van zeer groote beteekenis worden. Ons vak wordt nu bestraald door de zon der welvaart, maar dichte nevelen komen opzetten. In het buitenland worden maat regelen voorbereid, die ons met zorg ver vullen. Eenerzijds heeft het vak een onge kend hoogtepunt bereikt, anderzijds dreigt er een gevaar als nimmer gekend. Het „ernstige woord", door enkele voor mannen in ons vak in den laatsten tijd tot ons gericht, dient ter harte te worden ge- I nomen. De pogingen, die worden aange- I wend om den groei en den bloei van ons j vak te bevorderen, dienen gesteund te wor- den. i De kweekers hebben in dezen een ern- stigen en duren plicht te vervullen door alle pogingen, die er op gericht zijn de uitslui ting van onze gewassen in het buitenland tegen te houden, zoo krachtdadig mogelijk te steunen en aan te moedigen. Wanneer dan als eerste wapen in de hand geldt om onze culturen gezond te houden, dan moe ten wij daaraan medewerken. Wij hebben het krachtigste wapendat wetenschappe lijk onderzoek moet on9 in staat stellen ons verder behulpzaam zijn De besturen ^an de verschillende orga nisaties beijveren zich om de belangen te behartigen. De mannen van de wetenschap, van den phytopathologischen dienst werken allen mede om voor den bollenexport te doen wat maar mogelijk is; laten nu de kweekers weten te waardeeren wat er voor hen gedaan wordt, door de middelen te verschaffen, die voor een richlige uitvoering dier maatregelen noodzakelijk zijn. Moge de hoop en de verwachting, die er ten aanzien van deze aangelegenheid van deze vergadering gekoesterd wordt, ook in vervulling gaan. Laat ik mijn eenvoudig woord, dat ik tot u sprak ter inleiding van deze vergadering, eindigen met den vvensch, dat het ons Ge nootschap in 1925 goed moge gaan; dat alien, die in eenig verband slaan lot ons Genootschap hun arbeid met voldoening mogen verrichten. Het moge gegeven zijn, dat handel en kweekerij met elkaar har monieeren en dal God over ons -vak cn zijn beoefenaars Zijn zegen schenkt. In.het Orgaan zijn gepubliceerd de notu len van de vorige vergadering, die nu niet werden voorgelezen en zonder aanmerking werden vastgesteld. Uit den oproep der afdeelingen en de mededeeling der stemlijst bleek, dat aan wezig waren de afgevaardigden van de af- deelingen Haarlem, Ililegom, Lisse, Uit geest, Heemstede, Voorschoten, Yeur, War mond. Voorhout, Rijnsburg. Bcnnebroek Vogelenzang, Sassenheim, Noordwijk, Noordw.hout, Beverwijk, Limmen, Kwints- heul, Bovenkarspel, Texel, Leiden, Poeldijk en Anna Paulowna, te zamen uitbrengende 189 stemmen. De secretaris bracht het verslag uit over de werkzaamheden in het afgeloopen jaar. (Het ledenaantal is met '41 toegenomen, terwijl ook in den toestand der geldmiddoien een verbetering is ingetreden. Twee jaar geleden sloot de balans met een nadeelig saldo van f1755; dank zij de vrijwillige bijbetaling van een gulden per lid, is de achterstand ingehaald en sluit de ba fans r.u met een voordeelig saldo van f 9302.0t/>/2. De rekening en verantwoording is vooral door een commissie uit de afdcelingen onder zocht en na het uitgebrachte advies werd de administrateur gedechargeerd voor het gehouden beheer. Tot leden van het hoofdbestuur warden bij enkele candidaatsteLJing gekozen de heeren W. Hooggrief, te 'Driehuis Velzen, in de RECLAME. 3ÓSS zegt zijn mooiste Declamaties, speciaal op „HIS MASTERS VOICE"-PLATEN o.a.De Kruiasprook - Het geluk - Aan Nederland Lucifers Vloek - Toespraak van Brutus - Toespraak van Marcus Antonius - Scheeps-praet - Een Chi istelijck Liet Afscheid - De Bruid - Toespraak tot de Hoofden van Lebak - Toespraak van Dan ton - Toespraak van Robespierre en St. Just enz. enz. Alléén verkrijgbaar by den éénigcii Agent der be roemde His Masters Voice Platen cn MncliincK H. G. YAN LU1JKEN, Nieuwe Rijn 87. Leiden - Tei. 35 vacature J. W. A. Koster, en T. Lomm .rse Pzil, te ESliagom, in de vacature P. N. Jonkheer; terwyl in de vacature Chr. Eggink werd voorzien na stemming tusschen de heeren P. J. de Bruyn, te Voorschoten, en A. Éerbee, te Wassenaar; de eerstr genoemde werd met meerderheid van stem mer. gekozen. De voorzitter stelde nu aan de orde een voorstel van het hoofdbestuur tot het vor men van een fonds, waaruit bestreden kun nen worden de kosten, "te maken voor het behoud van het afzetgebied, alsmede voor steun aan het wetenschappelijk onderzoek naar verbeterde methoden ten opzichte van de ziektebestrijding en de vraagstukken, die verband houden met de teelt. Voorgesteld wordt, dat de leden jaarlijks beschikbaar stellen twee cents per roede van de door hen beplante oppervlakte met hyacinthen en tulpen. Over dit bedrag zal niet worden beschikt, indien biet in ander© organisaties een gelyk besluit wordt genomen en uit gevoerd. Indien deze maatregel algemeen weidt doorgevoerd, zal het eerste jaar reeds beschikt kunnen worden over een bedrag van veertig duizend gulden. Verschillende a^ovaordigden voeren "Hier over het woord. Sommigen aohten het niet juist gezien van de leiding, dat de narcis- senkweekers niet in deze regeling be trokken zyn. Van hen wordt nu al tien cents per roe gevraagd, hetwelk beduidend meer is. Anderen zagen liever, dat voor elk ge was een aparte groep gevormd werd. Het hoofdbestuur meende echter, dat men op die zaken niet vooruit mag loopen en in dien alle gewassen in groepen zich onder brengen, is dit wellicht toe te juichen, doch men moet dit niet forccercn. Den bestaan- den vereenigingsvorm moeten wij benutten om tot dit doel te geraken. De afgevaar digden uit het Wcstland dringen er wp aan, dat maatregelen worden getroffen, dat elkeen mede moet doen om te voor komen, dat enkelen parasitecren op de menigte, tot dat doel zou een boycot in bet leven geroepen moeten worden. Do Voorzitter deelt mede, dat reeds een vergadering is gehouden met de besturen van'alle organisaties op het gebied van de bloembollencultuur, dat daar eenstemmig heid heerscht© ten aanzien van deze plan nen de medewerking van verschillende vcilingsvereenigingen was eveneens toege zegd, zoodat geconstateerd kon worden, dat in die kringen eenstemmigheid heersch- te. De afgevaardigden van Bovencarspel en omstreken deelde mode, dat men in zijn om geving goedgunstig gestemd was over het plan. Na eenige discussie werd het voor stel met algemeene stemmen onder applaus van de vergadering aangenomen. Een voorstel van dc afdeeling Sassen heim, om de jaarlijkache prijsraming vroe ger 1xï houden, met het oog op de gewij zigde omstandigheden in den handel, werd aangenomen. Het hoofdbestuur zal met hot bepalen van den datum rekening houden met de geuite wenschen. De afdeeling Heemstede roept de hulp in, van de leden, om le bevorderen, dat de han- delsvoorwaardeit vervat in het handels-re glement, bindend worden voor elkeen, om dat nu vaak nog afwijkende bepalingen worden gemaakt. De afdeeling Haarlem verzoekt het hoofd bestuur het daarheen te willen leiden, dal van de tulpen zoowel als van de hyacinthen een statistiek zal worden samengesteld in navolging van die van de vereenïging „De Narcis", die door haar organisatie beschikt over de gegevens, noodig voor liet samenstel len er van. De afdeeling acht hel van groote beteekenis zoo'n in de onderdeelcn gedetail leerd overzicht le hebben van de te veld staande soorten. De afd. Limmen verzocht het lioofdbe - stuur te willen bevorderen, dat de bloem - bollenbeurs te Haarlem gevestigd blijft. De voorzitter memoreert, dat de veiling kring Lisse omgezet is in een coöperatieve vereeniging. De gestadige uitbreiding van de veiling vorderde verandering; hel contact met het Genootschap is bewaard gebleven. De kweekers krijgen nu hun eigen instituut voor den verkoop van hun producten. Le den. die dezen opzet willen steunen, zijn daartoe in de gelegenheid door deel te ne men in de 6 pet. obligatieleening, die uitge schreven is ter dekking van de kosten, ver bonden aan het slichten van een veilingge bouw. Nadat een der afgevaardigden dank had gebracht aan dc directie voor de leiding en voor den arbeid, ten dienste van de leden verricht, werd de vergadering onder dank voor de betoonde medewerking gesloten. De salarissen der Rijksambtenaren. Het bestuur van de Centrale van hoogere Rijksambtenaren heeft aan de Tweede Ka mer een uitvoerig adres gezonden met be trekking tot de bepaling, op liet laatste oogenblik in het Bezoldigingsbesluit 1925 opgenomen, dat voor ambtenaren, die oen betrekking bcklcodcn, aan welke, volgens het Bezoldigingsbesluit 1920, een salaris of maximumsalaris van méér dan f 6000 was verbonden, dat besluit met inbegrip van de vermindering van 10 pel. van October j.l. van kracht blijft, indien hel nieuwe besluit gunstiger voor hen zou zijn. In het adres wordt betoogd, thru ijl het tot dusverre voor redelijk gold om als over gangstoestand, steeds de gunstigste van twee opeenvolgende regelingen op do ambtena ren toe le passen, thans van deze gewoonte uitsluitend ten aanzien van een zeer kleine groep van hooge landsdienaren wordt afge weken. Algemeen wordt toegegeven, ook door de leden der Tweede Kamer dal die salarisvcrlioogingen in de achter ons lig gende jaren voor de hoogere ambtenaren volstrekt onvoldoende zijn geweest; sedert 1918 ontvingen de lageren 116 pet., de mid delbaren 81 pet en de hoogeren 59 pet. ver hooging. terwijl thans bij een indexcijfer van 176 dc salarissen der hoogeren nog slechts 113 pet. (van die in 1918) zijn. Als motief voor deze ongunstige behandeling voerde de Regeering indertijd den nood der schatkist aan, dus een reden van tinan- cieelen aard Toen de salarisverlagingen aan de orde kwamen, was er geen lijd om een regeling le maken, die voor de hoogere ambtenaren Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. (Nadruk verboden). 15) „En nu weet u, mijnheer Okewood," zei Garth op vriendelijk-gemoedelijken loon, „dat u en ik en wij allemaal passagiers van kapitein Lawless hier zijn, en met uw per missie stel ik voor, dat wij hem vertellen, wie u is en wal u mij juist heeft toever trouwd U heeft er zeker geen bezwaar togen?" „Hoegenaamd niet," zei ik. „Vertelt u hel hem dan maar zelf!" drong Garth aan, neervallend op de lederen canapé. Dus vertelde ik zittend lusschcn dc belde mannen mijn geheele plan, terwijl het jacht zacht deinde op de golven en de dekzeilen buiten klapten als een zweep in dc bries. Toen ik a lies verteld luid, zei Garth: „Jc zult mij toegeven, dat weet ik zeker, dat we wet ren we -k den tijd er voor heb ben!" „Ik- hang heel var. u af. Sir Alexan derl" antwoordde de kapitein. „Maar ik zou graag één voorwaarde willen maken en dat is, dat deze zaak geheel tusschen ons drieën blijft. Ik heb een uitstekende beman ning, Sir Alexander, kerels, die hard wer ken en betrouwbaar zijn en die ik persoon lijk al jaren ken Ik zou wel durven zeggen, dat U het puikje van het puikje heeft op de j,Naomi". Maar dit iï geen oorlogsschip, liecren, of zelfs maar een koopvaardij schip. Op een pleziervaartuig zooals dit heersoht natuurlijk niet die discipline, die men op die groole schepen vindt, en rond uit gezegd zou ik niet graag zien, dal de majoor den mannen het hoofd op hol bracht met zijn verhaal van begraven schatten. Legt u aan bij Cock Island, ga in ieder ge val aan land om daar „eens een kijkje te nemen," maar praat er in 's Hemelsnaam niet over, of u bederft de beste bemanning die ooit op een schip diende! Laten we deze zaak voor onszelf houden; ik wil zelfs lie ver nog verder gaan. Laat mij er buitoni Dan kunnen de mannen, wanneer hun iets ter ooren mocht komen, niet zeggen, dat ik er deel aan heb gehad en zij niet! En om u de waarheid te zeggen, heeren, ik heb een streng Christelijke opvoeding gehad; ze gin gen bij mij thuis altijd naar de kerk, en ik heb altijd geleerd, dat er geen zegen kan rusten op geld, dat je niet verdiend hebt in het zweet van je aanschijn met het werk van je eigen handen. U beiden gaat een week aan land en ik blijf op het schip pas sen!" Garth wendde zich tot mij. ..Ik wilde er liever kapitein Lawless niet buiten laten," zei hij, „maar ik kan niet helpen ,dat ik hem gelijk geef wat de be manning betreft!" „En wat alle anderen aan boord betreft, Sir Alexander!" viel Lawless hem in de rede. „De vrouwen bedoel je?" „Ik bedoel iedereen aan boord, juist zooals ik zei, Sirl" antwoordde de kapitein weer met groote vastberadenheid en met bedoeling. „Wat ieders geheim is, is nie- rnands geheim! Zwijgen is het wachtwoord of u komt in moeilijkheden! Zwijgen, zeg ik!" „Wel!" zei Garth, „dal moet dan maar! Zwijgen is het wachtwoord!" Toen kwam een onvoorziene interruptie. „Waarom ..zwijgen"? Wat is er voor ge heim?" Een heldere, jonge stem klonk builen de deur. Alle drie sprongen wij haastig over eind. Het meisje uil het rooksalon stond op den drempel. „Morgen, Marjorie!" zei Garth. Hij keek een beetje beteuterd. Ik ook, denk ik, terwijl ik mijn best deed mij achter hen te verstoppen. Ik vroeg mij af, wat het meisje van mij denken zou, wanneer zij mijn onwillekeurig bedrog ontdekte. Geluk kig maakte de grootc gestalte van Lawless mij bijna geheel onzichtbaar „Wat hebben jullie met z'n beiden voor geheimen?" vroeg zij, met de deur in huis vallend. „En waarom \9 zwijgen het wacht woord?" Garth keek naar Lawless en Lawless keek naar Garth; maar geen van beiden beantwoordde de vraag. Toen keek zij den kapitein aan. Zijn gezicht deed mij denken aan een zakkenroller, di© op heelerdaad be trapt wordt. „Goeden morgen, juffrouw Garth!" mom pelde hij en maakte een stijve buiging. Die buiging was mijn ongeluk, want nu werd ik zichtbaar achter hem. „O!" riep het meisje met een grappig ge grinnik van plezier, „liet is de dokter! En, heeft u mijn raad opgevolgd?" „Ja," antwoordde ik. Toen nam ik een kloek besluit en stamelde: „Maar ik ben de dokter niet Nu kleurde het meisje een beetje. Ik wist, waaraan zij dacht, en onze blikken ont moetten elkaar. Ik vond hel een verlich ting een sprank van humor in haar oogen te zien tintelen. Toen kwam Garlh, die zich had omge wend om tot den kapitein te spreken, tus- schenbeide. „Ik had je ook moeten voorstellen, ina- j joor; dit is mijn dochter. Marjorie, majoor Okewood, die tot Honolulu mei ons mee gaat. Zou je aan Carstairs willen zeggen, j dal hij een hut voor hem in orde brengt?" j Met een vriendelijk knikje naar haar vader en een glimlach naar mij, die een geheime beteekenis had voor on9 beiden, ging Marjorie weer naar boven, naar het j zonnige dek. Wij, drie mannen, gingen weer voort met onze beraadslagingen en toen ten laatste de gong ging voor de lunch, hadden j wij een voorloopig plan voor onzen tocht j opgemaakt. ik vertelde Garth heel openhartig, dat i het bericht, dal op het graf gevonden wa. op Cock Island, mij dermate onbegrijpelijk toescheen, dat ik niet zeker was het ooit le kunnen ontcijferen. Wat ik voorstelde, was het graf en het eiland in 't algemeen te on derzoeken, om te zien of ik ter plaatse iets kon vinden, dat eenig licht omtrent het be- richt kon verschaffen. Wij spraken daarom af, dat, wanneer Cock Island bereikt was, j Garth en ik een kampuitrusting zouden mee nemen en aan land zouden gaan voor den tijd van hoogstens een week; wanneer aan het eind daarvan mijn nasporingen niet tot een resultaat hadden geleid, zou ik de heele onderneming opgeven en met hem naar het jacht terugkeeren. Er werd algesproken, dat wij dien avond in zee zouden steken, zoodra de reserve- cleelen, die Mackay, dc machinist, noodig had, aan boord waren; want ik had aan Garth verteld, dat Bard mij geraden had mij zoo spoedig mogelijk uit dc voeten te maken. De kapitein, berekende, dat wij op ons gemak Cock Island in vijf dagen kon den bereiken. Wij besloten ten slotte te landen in de Horeshoe-baai. daar Lawless en Garlh beiden het met mij eens waren, dat die landingsplaats hel beste klopte met de beschrijving van den strandjutter. Toen wij het dek overliepen, om naar het salon le gaan, werden de reservedeelen van uit een schuit in het jacht gehcschen. Een kleine man met een stroef gezicht, die met een Schotseh accent sprak zeker Mackay, de machinist, dacht ik hield het toezicht op liet lossen, dat begeleid werd door veel sterk-gepeperd New Castle's dialect en een stortvloed van Spaansch- Amerikaansclie scheldwoorden uit de on zichtbare diepten van de schuil. Kleine bootjes, lot aan de banken volgepropt met gevogelte, vruchten, groenten en brood, schommelden in een wijden, halven kring om ons jacht heen en de lucht weergalmde van de schrei le kreten der verkoopers. Toen wij den machinist voorbijliepen, zei de kapitein: „Je laat niemand van dat schorre mer rie aan boord, hoor, Mackay!" „Maar de hofmeester wou graag „Kan mij niet schelen, wat de hofmeester wil. Ik wil niemand van die zwarten hier aan boord hebben. Goed begrepen?" „Jawel, mijnheel*!" antwoordde de Schot gelaten. Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5