No. 19910.
DONDERDAG 5 FEBRUARI
Anno 1925
Officieele Kennisgevingen.
STADSNIEUWS.
Het voornaamste nieuws
van herten.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERIEHTIEN i
30 Ctt. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prij«.
Kleine Advertenliên, uitsluitend bij vooruitbetaling. Woensdags en
Zaterdags CO Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueels opzending van brieven
(10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cts.
Bureau Noordelndsplein Telefoonnummer» voor
Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANTi
Voor Leiden per 8 maanden ƒ2.85, per week ƒ.0.18.
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week„0.18.
Franco per post 2.35 portokosten.
Mt nummer bestaat uit TWEE Bladen
EERSTE BLAD.
GEMEENTELIJKE VISCHVERKOOP.
'Aan den gemeentelijken vischwinkel,
iVischmarkt 18, tel. 1225 is VRIJDAG ver
krijgbaar: SCHELVISCH k f 0.14f 0.43,
KOOLVISCH k f 0.14, SCHOL k f 0.24-
i 0.36, GEH. KABELJAUW k f 0.30 per
|x>nd, HARING k f 0.05 per stuk, en
ZEEUWSCHE MOSSELEN k f 0.03 p. K.G.
N. C. DE GIJSELAAR. Burgem.
Leiden, 6 Februari 1925.
DRANKWET.
Burgemeester en Wethouders van Lei
den brengen ter algemeene kennis, dat N.
[Hermans, te Leiden, een verzoek heeft in
gediend ter bekoming van verlof voor den
verkoop van alcoholvrijen drank voor ge
bruik ter plaatse van verkoop in het per-
^oel Langebrug No. 5.
N. C. DE GIJSELAAR. Burgem.
VAN STRIJEN, Secretaris.
Leiden, 5 Februari 1925.
HINDERWET.
(Burgemeester en Wethouders van Leiden
[brengen ter algemeene kennis, dat door hen
aan de firma H. M. Biesiot en rechtver
krijgenden vergunning is verleend tot uit
breiding van de koek- en banketfabriek in
bet perceel Haarlemmerstraat No. 164,
fectie H. No. 3184.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
VAN STRIJEN. Secretaris.
Leiden, 4 Februari 1925.
Dienstknecht ol Kind.
(Principieel verschil inssclien Roomsch
en Protestant).
Gisteravond werd vanwege den Kerke-
/aad der Ned.-IIerv. Gemeente weder een
apologetische lezing gehouden, ditmaal door
prof. dr. J. R. Slotemakor de Bruine, hoog
leeraar te Utrecht, met het onderwerp:
Dienstknecht of kind. De bijeenkomst in de
Oosterkerk was druk bezocht.
Eigenlijk ben ik aldus ving de be
gaafde spr. aan geen vriend van samen
komsten als deze. De lezingen van room
sche zijde „voor niet-Katholieken" zijn een
aanval tegen het protestantisme; de lezin
gen der protestanten krijgen licht iets anti-
roomsch. En bij de geweldige dingen, die
de wereld beroeren, is er iets beters te doen
dan dit wederzijdsch bestrijden. Als elk
zich bepaalde tot den strijd tegen het onge
loof, ware dit sympathieker. De roomschen
zijn echter begonnen. Hier worden zelfs
volkomen builen de orde in de universiteit
lezingen gehouden over de roomsche. leer
stukken, waarbij men zich evenzeer moei
.verbazen over de vrijmoedigheid van de
aanvrage als over de zachtmoedigheid van
de toestemming. Nu ware het laf, zoo ik
voor de uitnoodiging van den kerkeraad
bedankt had.
Intusschen aldus vervolgde spr. zijn
tieldenbeloog sbelt de zaak haar hooge
eischen. Er moet niet bestrijdend gesproken
wórden; de kleine kant moet onaangeroerd
blijven; het moet niet over bijzaken gaan.
Hei is om de hoofdzaak en de wortels te
doen. Dit is mogelijk, want leeroverluigin-
gen vormen een eenheid; ze zijn niet losse
stukken in willekeurige samenvoeging. En
wie de roomsche en proleslanteche dogma
tiek wetenschappelijk bestudeert om ze op
haar verschil te toetsen, die vindt gemak
kelijk de wortel verschillen. Deze zijn zeer
weinige in aantal, maar elk is van zeer
wijde werking
Het gewichtigste, indien niet het eenige
is gegeven met het onderwerp van dezen
avond: dienstknecht of kind? Is de geloo
vige een dienstknecht Gods of een kind
Gods? Het eene brengt de verhouding van
plicht, dwang, loon, verdienste. Het andere
gaat over gemeenschap, genade, liefde, van-
zelfsheid. Dit zijn twee aparte werelden en
hier ligt de kern van liet verschil, gelijk ook
Mobler in zijn Symboliek toont aan le
nemen.
Het vraagpunt is zoo oud als het Chris
tendom. Pauius zag in het Evangelie de ju-
daïstische lijn van wet en loon en ritueelen
plicht gebracht. Hij ervoer innerlijk het
onmogelijke van vrede langs dien weg. Toen
greep hem de rechtvaardiging uit het ge
loof met de aanneming lot het kindschap,
waardoor oen nieuwe wereld van den
ken en gevoelen in liet christendom voor
hem openging. De brief aan de Rom. en
vooral die aan de Gal. behandelt het vraag
stuk: dienstknecht of kind. Niet met de wet
van Mozes vangt Israëls heil aan, doch in
.Abraham met geloof, belofte, genade, vrij
spraak. De Mozaïsche periode van wet en
dienstknecht is tusschcngevoegd en transi
toir. Gods eigenlijke weg is die van geloof,
genade, vrijspraak, kindschap; hij is door
Christus voltooid.
Aanstonds na het Nieuwe Testament gaat
deze blik weder verloren, zooals de oud
christelijke letterkunde toont. Afgezien van
Auguslinus is het Luther, die den Paulini-
schen blik herontdekt. Sinds zijn er in de
christenheid de twee stroomen van knecht
schap en kindschap. Dat dit niet slechts
waar is van den wetenscliappelijken arbeid,
doch ook bij het populaire onderwijs, blijkt
helder uit een vergelijking tusschen de
twee meest gebruikte catechismussen. Welke
visie wordt regelmatig aan jong en oud hij-
gebracht?
De Heidelbergsche begint: „Mijn eenige
troost is, dat ik het eigendom van mijn
Zaligmaker hen". Dit is het aangenomen
zijn door God vóór alles en los van alles.
De Roomsche vraagt: „Waartoe zijn wij op
aarde?" en antwoordt: „Om God te dienen
en daardoor in den hemel te komen". Dit is
zuiver de dienstknecht en de loonverhou-
ding.
In de gansche dogmatiek heerscht dezelf
de tweeheid. De Reformatie vroeg: Kan de
geloovige zeker zijn van zijn zaligheid?
Het protestantisme, antwoordt van uit de
Kindsgeslalte: ja. Rome antwoordt: neen,
omdat het nimmer zeker is, dat de maat
reeds vol is.
Denk aan het sterven. De geloovige pro
testant wacht den hemel, de geloovige
roomsche wacht het vagevuur. In de leer
van het vagevuur is een element in ver
band met de gemeenschap der heiligen;
maar er is een gewichtig verband met de
leer van het knechtschap. Immers maakt
men verschil tusschen de zonden en dan
weder tusschen schuld en straf, zoodat er
ondanks al het werk van Christus iets
voor den mensch te doen en te verdienen
blijft. Populair drukte een roomsch blad het
dezer dagen uit: „Christus heeft ons verlost
van den duivel, maar den hemel moeten wij
zelf verdienen". De Kerkleer zegt hetzelfde:
wij zullen uit het vagevuur niet uitkomen,
eer wij den laatsten penning hebben be
taald.
Deze leer ve/gl een verklaring. Zij ligt
i daarin, dat Rome de prediking der genade
niet aandurft uit vrees, dat aldus verwilde
ring ontslaan zal en de mensch zorgeloos
zal worden. Dus moet er onzekerheid blij
ven en moet ons een afrekening wachten
Het protestantsche antwoord ligt in den
Heidelbergsche: deze leor kweekt geen
zorgelooze menschen; want wie Christus is
ingeplant brengt vruchten der dankbaar
heid VOOTt.
Hier werkt echter een dieper verschil
punt. Er is verschil over de vraag: wat is
het leven met God? De protestant zegt: God
liefhebben en in Hem gelooven; de roomsche
zegt: gelooven wat God gebiedt en doen
wat God voorschrijft. Dit is zuiver kind
tegenover dienstknecht. Het volgt uit de
verschillende opvatting inzake liet geloof.
Voor den protestant is dit een inwendige
overgave des harten. Natuurlijk komt deze
ook bij roomschen voor. Maar de Kerkleer
I vraagt alleen de uitwendige functie van het
i aannemen. Daarin schuilt echter geen ver-
j andering van de persoonlijkheid; dus moet
er een uitwendige dwang blijven: die van
knechtschap en loon verhouding.
Het diepste verschilpunt ligt in de opvat-
ling van den mensch. Volgens Rome was de
oorspronkelijke mensch behept met zinne-
1 lijkheid en*werd hij door de gelijkenis Gods
i in den band gehouden. De zondeval was liet
verliezen van dien band, zoodat er nu een
andere band noodig is. Hier vindt de heele
i leer van priestergezag en Kerkgezag haar
verklaring. De geloovige moet ondergeschikte
blijven. Hieruit volgt ook hel dienstknecht-
1 zijn onder God. Het protestantisme leert, dat
de oorspronkelijke mensch rein was en naar
zijn wezen als kind met God wandelde. De
zondeval heeft hem niet slechts iets afge-
j nomen, doch zijn wezen bedorven. Door we-
dergeboorle en geloof ontstaat nu de nieuwe
mensch, die God weder als kind toebehoort
en Hem dus van harte gehoorzaamt.
Over de geheele linie loopt de lagere reeks
I van dienst verhouding, loon en plicht naast
1 de lioogere van kindschap, genade, toewij-
j ding, vanzelfsheid. Men zegt, dat protestan-
1 ten thans onder de bekoring van Rome ko-
j men. Ik betwijfel dat. Wie dit hooge en
schoone heeft aanschouwd, kan door het
lagere niet" gegrepen worden. Maar wel is
voor het protestantisme noodig. dat het zijn
hooge goederen kenne: genade, verzoening,
wedergeboorte, geloof, vrijspraak; wat alles
tot het kindschap behoort en van waaruit
men alleen tegenover Rome religieus sterk
staat. Het is ook noodig, dat deze goederen
geestelijk innerlijk bezit zijn, opdat het
woord van den Heidelbergschen catechismus
in al zijn schoonheid glinsterc: Het is on
mogelijk, dat zoo wie Christus door een
waarachtig geloof ingeplant is, niet zou
voortbrengen vruchten der dankbaarheid.
Daar is liet kindschap verkregen en de
dicnstknechtshouding overwonnen.
Met groote aandacht werd de schoone
rede gevolgd.
Propaganda-Samenkomst van Vrijzinnig-
Hervormden.
Gisteravond werd vanwege de Vereen, van
Yrijz. Hervormden in Zuid-Holland een
openbare vergadering gehouden met het doel
propaganda te maken voor de vrijzinnig-
godsdienstige beginselen in de Ilcrv. Kerk,
waarbij als sprekers optraden de heeren ds.
C. II. Hagen en ds. W. D. M. Baar resp. Her
vormd pre&kanl te 's Hertogenbosch en Alk
maar. De zeer goed bezochte vergadering
werd geleid door prof. dr. L. Knappert, die
de bijeenkomst met een kort woord opende
en daarna het woord gaf aan ds. Hagen.
Na een korte inleiding, waarin de spr. er
aan herinnerde, hoe hij hier in deze stad als
kind heeft gespeeld en later als jonge man
heeft gewerkt en gestreden, en na vervolgens
den titel van zijn onderwerp „Onze Gemeen
schap" te hebben verklaard, deed hij uitko
men dat de vrijzinnigen in den grond der
zaak individualisten zijn. Dit sluit echter
niet uit dat ook de vrijzinnigen hij den op
bouw van het geestelijk leven een organisa
tie noodig hebben.
Iedere groep, die iels wil doen, 't zij in
sloffelijken zin, of in het belang van geeste
lijke waarden, heeft een vereeniging, een
organisatie noodig. Dit geldt ook voor de
vrijzinnig godsdienstige gemeenschap. En
als spr. daar vanavond over wil spreken,
dan wil hij niet te veel gevoelsargumenten
aanvoeren, al zouden daarvoor vooral voor
hem op deze plaats heel wat gevoelsargu
menten aan te voeren-zijn. Voor spr. rijzen
daarbij allerlei beelden.op, vooral als hij
i denkt wat zijn vader hier in Leiden in de
Hervormde gemeente heeft ondervonden, hoe
hij door die kerk is geplaagd geworden, zoo-
dat het hem zelfs moeilijk is gemaakt zijn
emeritaat aan te vragen.
Voor spr. en naar hij meent voor de meeste
der aanwezigen hier, heeft de Hervormde
Kerk in het godsdienstig leven niettemin
nog een grijote beleekenis. Door onze jeugd
herinneringen, door de traditie, door afkomst
en onze persoonlijkheid, mede in die kerk
gevormd, blijven wij in ons hart er aan ver
bonden.
Er trekt nog altijd het verlangen der
j meesten onzer heen.
Wel erkent spr. dat het der vrijzinnigen
moeilijk wordt gemaakt in deze kerk.
Moeten zij nu een eigen kring vormen. Hij
raadt het niet aan. Zij kunnen zich aanslui
ten bij de Doopsgezinden, de Lutherschen of
i de Remonstranten. Maar en dit toonde
I spr. voor al deze gemeenschappen aan, ook
daar vinden zij weder bezwaren. De Doops
gezinden zullen ons niet weigeren, onderdak
te verleenen, maar met open armen ontvan
gen zij ons niet Bij de Luthersche gemeente
vinden wij in zekeren zin denzel/den ge-
schillenstrijd terug, welke wij in de Her
vormde Kerk zouden hebben vermeden. En
hoeveel sympathieks de Remonslranlsche
Broederschap ook moge hebben voor ons
vrijzinnig godsdiensligen, ook daar dreigt een
i strijd te ontbranden. Het vraagstuk der ont
wapening heeft er zijn voor- en tegenstan
ders en ook daaruit zal mogelijk een strijd
ontbranden tusschen de leden onderling.
Daarom en om vele andere redenen wil
spr. de Hervormde Kerk niet verlaten. Uit
malerieele overwegingen niet en ook niet Ier
wille van het geestelijk leven.
I Hier hebben wij de groole, mooie kerken,
erfstukken van hel voorgeslacht, de instellin
gen van liefdadigheid die voor velen onzer
j van waarde kunnen zijn.
Een zaak van grootere beleekenis is nog,
dat in deze kerk alle standen vereenigd zijn
De Hervormde Kerk omvat armen en rijken
I en spr. herinnert zich nog met een gevoel
I van innige vreugde, hoe zijn vader, hier pre-
dikant zijnde, in alle gezinnen kwam en de
rijken opwekte om hun arme broeders to
i. helpen en bij te slaan en bij dat pogen meer
malen voldoening smaakte.
Ook de tegenstanders van ons, in deze
kerk, de orthodoxen, hebben in hun leer
heel veel goeds heel veel heerlijks. Zij be
waren een kostelijke schal, zij het dan ook
in aarden valen en daarvan wil spr. ook
deelgenoot blijven. De vrijzinnig godsdien
stige moeten er naar streven en er toe
medewerken dat die schat niet verborgen
blijft of éénzijdig wordt genolen.
En de Hervormde Kerk is en blijft nog
altijd de Nederlandse he. volkskerk, hel zou
ook voor het volksleven een ramp zijn wan
neer deze kerk uileen viel of overgelaten
wordt aan éénc richting. Zijn er niet velen
in onze dagen op wie van het Communis
me of het socialisme groote bekoring uit
gaat? En die aantrekkingskracht zal groo-
ter worden naar male het volk losser wordt
gemaakt van de Nederlandsche Hervormde
Kerk.
Al is het waar dat wij mei name le Lei
den nog geen of weinig invloed in de Neder-
landsche Hervormde Kerk kunnen uitoefe
nen zeide spr., wij kunnen het in ieder ge
val doen door de vereeniging van Vrijzin
nig-Hervormden le blijven.
In het belang van ons land en volk in
het belang van ons godsdienstig en reli
gieus leven wekte spj\ ten slotte zijn gehoor
op in de Hervormde kerk te blijven en met
anderen er de vrijzinnig-godsdienstige be
ginselen er in voor te staan en te verdedi
gen en als het met Gods hulp kan een
plaats te geven die hun daarin toekomen.
De rede van den spr. werd met groote
aandacht gevolgd en aan het einde met
warmte toegejuicht.
Na een korte pauze waarin met propa-
gandalectuur werd gecolporteerd verkreeg
daar op de tweede spr. ds. W. D. M. Baar
het woord om te spreken over: „Onze
plicht".
Het woord plicht heeft thans hij velen
niet een beste klank, zeide spr. Er wordt
meer gesproken over rechten. Niet te min
zal ieder het willen toegeven, dat wij plich
ten hebben en verplichtingen jegens de ge
meenschap, waar wij ons bij hebben aange
sloten of deel uitmaken. En dat geldt vooral
ten opzichte van een geestelijke gemeen
schap, daar wordt dikwijls wat eerst als een
plicht werd beschouwd, ten slotte uit liefde
gedaan.
Spr. schetste nu de groote beleekenis van
de religie, van den godsdienst, geboren uit
het hart der menschen zelf. De mensch
voelt zich afhankelijk van een Hoogere
Macht, hij heeft behoefte aan vereering,
aan adoratie, aan aanbidding voor dat Hoo
gere, hij zucht naar verlossing van de ban
den, die hem binden aan de zonde.
En telkens komt in de menschenziel en
in de menschheid weer boven he,t gevoel
van smart van zonde endood.
Zoo ontspruit uit der menschenziel de re
ligie, de godsdienst, het geloof. DAórom is
de vrijzinnige religie het hoogste geloof,
omdat zij niet ontvangen is van builen,
maar opgewassen uit de ziel zelf. En wie
de waarde van liet geloof uit eigen erva
ring heeft leeren kennen en waardeeren,
zal de behoefte gevoelen naar een gemeen
schap van gelijkgezinden. Ook op het reli
gieus leven werkt de massa suggestie. Wij
vrijzinnigen hebben, ondanks de waarheid
van het woord van Jezus dat ons verwijst
naar de binnenkamer, te veel gccoquettecrd
met die binnenkamer, waarin ook niet alles
I heilig is.
Als wij ons godsdienstig leven met kracht
willen uitleven, zoodat ook anderen er door
worden versterkt, zooals die anderen ons
versterken dan moeten we een gemeen
schappelijk steunpunt hebben. En dat vin
den wij Protestanten voornamelijk in de
groole, nog drie millioen leden omvallende
j Ned. Hervormde Kerk. Daarin moeten wij
blijven er strijdend voor onze beginselen.
De voordeelen zijn vele. Spr. wijst op de
groote macht van Rome, tegenover hel pro
testantisme. Door de kerk le verlaten ver
zwakken wij de positie van de protestan
ten ook in het maatschappelijk leven tegen
over Rome.
En wij moeten niet meenen dal wij vrij
zinnigen in onze kerk geen invloed meer
.kunnen uitoefenen. Als maar wordt aange
pakt. In Alkmaar, waar spr. predikant is,
was voor vier jaar geen enkele vrijzinnige
leeraar. Thans zijn er twee.
In Amsterdam met 50.000 leden beheer-
schen er hoogstens 7000 de kerk. Wanneer
daar goede propaganda wordt gemaakt, zou
den de vrijzinnigen er ook een evenredige
plaats kunnen innemen zonder te willen
jagen naaT overheersching.
Ook in Leiden zou dat kunnen.
Met geestdrift wekte de vurige spr. daar-
I toe ten slotte op, waarmede, de aanwezigen
door luid applaus instomden.
Van de gelegenheid tot gedachlenwisse-
ling werd alleen gebruik gemaakt door den
I heer M. Jouslra, die mede aan de hestuurs-
j tafel had plaats genomen en die d# voor-
beelden door ds. Baar omtrent het veld
winnen van de vrijzinnige beginselen, nog
I nader illustreerde en de aanwezigen voo'r
zoover zij nog niet bij de Vereeniging van
Vrijz. Hervormden hebben aangesloten aan
ried dit als nog te doen, door lijsten in de
zaal neergelegd le teekencn, waarvan door
een aantal personen werd gebruik gemaakt.
Prof. Knappert sloot daarna de welge
slaagde vergadering met een woord van
dank aan sprekers en hoorders.
Bij den uitgang werd voor het propa-
gandafonds gecollecteerd.
Opgravingen op Delo».
Zooals de vorige jaren heeft de directie
van het Rijksmuseum van Oudheden alhier
ook dezen winter e.en reeks archaeologische
j lezingen ingericht. De Brusselsche profes
sor Mayence conservator aan het Musée du
Ginquantenaire, opende de reeks dezer
lezingen.
Hij sprak over de opgravingen op Delos
en in het bijzonder over de cultusgebou-
wen. Prof. Mayence, die zelf een viertal
jaren aan deze opgravingen heeft deelge-
I noinen, begon met een overzicht te geven
van de ligging en de geschiedenis van dit
kleine Grieksche eiland, dat slechts een
vijftal K.M. lang en een paar K.M. breed is.
Hij loonde aan, dat de uitzonderlijke bloei,
dien Delos le beurt is gevallen, een gevolg
is van den godencultus, die hier zeer vroeg
een belangrijke rol speelde. Immers, Ho
merus reeds bezong dit eiland als de mytho
logische geboorteplaats van Apollo en zijn
zusier Artemis. Evenwel missen wij zoo
goed als alle litteraire gegevens over het
oude Delos. Pausanias, die voor andere
Grieksche centra zooveel waardevolle aan
duidingen heeft achtergelaten, is niet op
Delos geweest. En de werken van andere
Grieksche schrijvers, die wel over het
eiland handelden, zijn verloren gegaan.
Men was dus aangewezen op systemati
sche opgravingen. Deze zijn sinds 1880 on
geveer, onder leiding van de Ecols francaise
d'Alhène3, ter hand genomen en lot op
heden met onvermociden ijver en buiten
gewoon succes voortgezet. Prof. Mayence
toonde aan hoe het thans mogelijk is, op
grond van deze onderzoekingen, vier perio
den le onderscheiden in de ontwikkeling
van Delos, gaande ongeveer van de 8ste tot
de 1ste eeuw vóór Chr., waarin het eiland
afwisselend bloei, stilstand en nieuwen op
bloei kende om ten slotte onder Romeinsch
regiem door geweldadige vernieling ten
onder te gaan.
Na een overzicht te hébben gegeven van
de talrijke tempelgebouwen, waarvan de
belangrijkste aan Apollo was gewijd, toonde
spr enkele treffende voorbeelden van beeld-
BTNNEMT.AND.
Mededeelingen omtrent de a.s. bloemen
tentoonstelling te Heemstede.
Wijziging der successiewet te wachten.
Het rapport—Nolting en de vakvereenl-
ging. De Regeering verbreekt het contact.
BUITENLAND.
Hervattingen der besprekingen over een
Fransch-Dnitsch handelsverdrag.
De Belgische premier stelt de vertrou
wenskwestie.
De verkiezingen in Egypte.
Braun bedankt voor zijn verkiezing tot
premier in Pruisen.
De stad Trebizonde zwaar geteisterd.
houwwerk, tijdens de werkzaamheden ge
vonden. Hij wees ook op het bijzondere bc-
leng van de inscripties in den Apollotempel
gevonden en waarin uitvoerig verslag wordt
gegeven van de bezittingen en het beheer
van dezen tempel.
Uitstekende lichtbeelden luisterden deze
lezing op, die een talrijk gehoor vond.
Prof. Mayence zal morgenavond in de col
legezaal van genoemd Museum, een Iwee-
de lezing houden over: Les fouilles de
Délos; la ville antique".
Lezing over Jaurès.
Gisteravond hield mej. W. Snellen op
een der onlwikkelingsavonden in het Wijk-
gebouw Langestr_aat een lezing over den
groolen socialistischen leider, die aan den
vooravond van dvn Europeeschen oorlog
verraderlijk is vermoord.
Spr. begon met te herinneren aan het
feit, dal 23 Nov. 1924 het sloffelijk over
schot van Jaurès onder bijzonder groole be
langstelling was bijgezet in het Panthéon.
De katafalk werd gedragen door 7U mijn
werkers uit het district Alibi, waarvoor hij
gedurende 20 jaren als afgevaardigde in de
Kamer zat.
Spr. schetste het leven van dezen vee!-
zijdigen politicus, die, voordat hij zich ge
heel gaf aan den strijd van de arbeiders,
als leeTaar in de wijsbegeerte en als histori
cus groolen opgang maakte, zoodat oen
schoone loopbaan voor hem scheen open te
slaan. Toch trok hij voor de politiek „al9
een eend naar het water", on.Jat de zaak
van het recht zijn geheele hart had. Zelden
I is er een politicus geweest van zoo onkrenk-
i baren trouw en zulk oen eerlijkheid en on
partijdigheid. Na een drukke Kamerzitting
i kon men hem hartelijk de hand zien druk-
i ken van zijn politieke tegenstanders als zij
in de hoogere zedelijke drijfveeren 't maar
e.ens waren. Hij had een onbepaald ver
trouwen in den men3ch
Toen hij een paar dagen, voordat de oor
log uilbrak te Brussel voor duizenden uit
alle klassen der maatschappij sprak als een
laatste poging der Internationale tot behoud
van den vrede viel hij zichzelf in de redr>
en zei: „Gij zult mij misschien tegemoet
voeren, dat wij ons geheim verdrag mei
Rusland hebben" maar, dan antwoord ik u
daarop: „Wij hebben een openbaar verdrag
met de Menschheid". Tot het uiterste heeft
hij bij de ministers gepleit voor behoud van
den vrede, zóó dat men hem waarschuwde,
dat 't hem zijn leven zou kosten (want men
zag daarin heulen met Duitschland) waar-,
op Jaurès antwoordde: en ioch zal ik er op
blijven aandringen al zou men mij fusilee-
renl Hij wisl, dat zijn loven gevaar liep<
Van het Ministerie terugkomende wan
Jaurès gebroken. „Het gaat mis" dat voeld#
I hij aankomen. maar hij, de kloeke slrij-
i der voor recht en vrede, hij hernam zich!,
j maakte plan om een warm artikel te schrijd
j ven in zijn blad „Humanilé" over de noo-
i dige koelbloedigheid, die men moest bew&-#
rentoen ging hij niet zijn vrienden in een*
j restaurant vlak bij hel bureau van de Hu-
I manité eten. Het was al laat in den avond,
j aan zijn vrienden gaf hij met zijn mooi#
diepe stem nog enkele aanwijzingen over
het bl'ad, hij toont nog even zijn belang
stelling in een rein kinderportretje van een
1 der aanwezigen, maar zijn oogen bleven
staren alsof hij nu was met z'n gedach
ten.... toc-n trof hem het doodeüjke
schot.
Romain Rolland schrijft van hem: Hij i
verdwenen, maar evenals de wonder-
schoone slralen, die na de ondergane zon
achterblijven Zoo beschijnt zijn geest het
bloedende Europa, waar de duisternis op-»
komt; zijn grootheid blijft le midden van
dezen ellendigen strijd, zijn onwankelbaar
optimisme zal niet vergaan, zelfs niet onder
deze tegenspoeden.
Aan den heer E. Bouma Nieuwenhuie,
referendaris Ier gemeente-secretarie van
Leiden, afdeeling financiën, is door B. en
W. op zijn verzoek op de meest eervoll#
wijze ontslag verleend onder hartelijk#
dankbetuiging voor de gedurende 47
bijzonder groole diensten aan de gemeaaü
bewezen.