De Terugkeer van Klompvoet.
No. 19909
LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 4 Februari
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
HET BLOOKER-UURTJE
's morgens half elf
FEUILLETON.
[Wetsontwerp houdende nadere voorschriften
ten aanzien van de uitoefening der
aeneeskunde.
Ingediend is een wet-sontwerp, houdende
nadere voorschriften ten aanzien van de
uitoefening der geneeskunde. Aan de Me
morie van Toelichting ontleenen wij het
volgende:
De Nederlandsche Maatschappij tot Be
vordering der Geneeskunde bezit sedert
1903 in haar organisatie een instituut voor
besleohting van geschillen, welks wezen en
werk is geregeld in haar huishoudelijk
reglement. In afdeelings- en districtsraden
en een Centralen Raad van Beroep heeft
zij de organen geschapen, die over geschil
len beslissen en tuchtmiddelen toepassen,
Blijkt bij het onderzoek van een geschil,
dat een lid heeft gehandeld in strijd met
de waardigheid van den geneeskundigen
etand of met de belangen van dien stand
of van de maatschappij, dan kunnen tucht
middelen worden toegepast, te weten: be
risping, boete, schorsing van het lidmaat
schap voor ten hoogste een jaar, en schor
sing gepaard met een voorstel aan den
Raad van Beroep om tot schrapping over
te gaan. Bovendien kan bij berisping en
schorsing ee<n opdracht tot herstel van ge
daan onrecht worden gegeven. Deze orga
nisatie van de Maatschappij tot Bevorde
ring der Geneeskunst, zoo wordt gezegd,
heeft in stilte gewerkt en menigmaal zeer
goed werk gedaan.
Dank zij een groote kern van medici, in
wier arbeid het nobile officium duidelijk tc
onderkennen valt, mag Nederland bogen
op een over het geheel hoogstaanden medi-
schen stand.
Wanneer men echter overweegt, zegt de
M. v. T-, dat de opleiding der medici van
het rijk jaarlijks beduidende bedragen
eischt en dat de strijd om het bestaan
voor de medici al zwaarder wordt, dan be
hoeft niet meer te worden betoogd, dat do
overheid een roeping heeft met betrekking
tot het peil van den medischen stand. De
macht nu van een particuliere organisatie
als de Maatschappij tot Bevordering der
Geneeskunst wordt te beperkt geacht om
op den duur toereikend te knnnen hand
haven wat als staatsbelang moet worden
beschouwd. Men kan zich door vrijwillige
uittreding uit de Maatschappij aan den
arm der gerechtigheid onttrekken. En bo
vendien worden er gevallen denkbaar ge
acht, waarin het niet langer toelaatbaar
zou zijn, dal de medicus,do bevoegdheid
tot uitoefening van zijn beroep behield.
Bij de voorgestelde voorziening door dea
wetgever wordt zooveel mogelijk voortgc-
werkt in de richting van het bestaande.
De districtsraden der Maatschappij t.
B. d. G-, eenigszins verminderd in aantal,
kunnen met een enkele aanvulling fungee-
ren als colleges van tucht, welke de nieu
we bepalingen zullen toepassen en benoemd
zullen moeten worden onder medewerking
van de geneeskundigen, die in het district
van het college de praktijk uitoefenen,
In het wetsontwerp is de mogelijkheid
voorzien, dat de Colleges van Tucht ook
kennis nemen van geschillen tussc-hen me
dici en patiënten en medici onderling, waar
bij een socin.\l belang is betrokken.
Wat in deze memorie van de geneoskun
dagen is geschreven geldt ook, zoo wordt
verder gezegd, zij het wat de sociale be-
teckenis becreft in mindere mate, van
tandartsen en vroedvrouwen. Ook voor de
zen zijn in het ontwerp normen gesteld.
De samenstelling van de Colleges van
Tucht is aldus gedacht, dat zij zullen be
staan uit vier geneeskundigen en één ju
rist. Twee geneeskundigen zullen wordon
vervangen door twee tandartsen of twee
vroedvrouwen, wanneer een *:?ak van een
tandarts of een vroedvrouw moet wordèn
behandeld. De leiding van de Colleges
zijn in handen van een geneeskundige. De
yerdere voorschriften voor de samenstel
ling cn de werkwijze der Colleges zijn over
gelaten aan een alge meen en maatregel van
bestuur.
Verder komen in het ontwerp voorschrif
ten voor, waarbij is gehandeld naar het
voorbeeld o.a. van het Reglement van de
Orde voor de Advocaten.
De kosten zullen zich beperken tot die
voor reis, verblijf eu administratie, en der
halve niet te hoog zijn.
Blijkens de toelichting van art. 1 van
het ontwerp is de eerste norm, dien do
wetgever moet stellen, dat de medicus zich
onthoude van handelingen, die het onmis
baar vertrouwen van zieken en gezonden
ondermijnen. Ook een medicus, dio schul
dig staat aan een ernstig verzuim ten op
zichte van waakzaamheid en omzichtigheid,
moet daarvoor volgens het ontwerp ver
antwoordelijk worden gesteld. Laatste ciseb
is. dat de medicus op de hoogte zij van
zijn vak. Een scherpe norm kan hier niet
gesteld worden, en tegen niet-vervulbare
of overdreven eischen wordt gewaakt,
doordat alleen blijken van grove onkunde
tot een ontvankelijke klacht kunnen lei
den.
Het is denkbaar, zoo wordt nog gezegd,
dat een geval, dat ligt binnen de grenzen
van dit wetsontwerp tevens ligt binnen
die van een bepaling van het Wetboek van
Strafrecht of grond oplevert voor een bur
ger rechtelijke vordering. Er worden geen
redenen aanwezig geacht dergelijk samen
treffen uit te sluiten.
Met betrekking tot de vroedvrouwen zal
rekening gehouden worden niet alleen met
nalatigheid enz. ten opzichte van de zwan
gere of kraamvrouw, maar ook van het
Jonggeboren kind.
Art. 5 bepaalt de verschillende maatre
gelen in geval van wangedrag of nalatig
heid te nemen. Het zijn lo. waarschuwing
2o. berisping3o. geldboete van ten hoog
ste f3000 4o. schorsing in de uitoefening
van de geneeskunst voor ten hoogste één
jaar5o. ontzetting van de bevoegdheid
de geneeskunst uit te oefenen.
In art. 6 is de mogelijkheid geopend,
dat bij de uitspraak de boete, welke in
beginsel teil bate van den Staat moet ko
men, wordt toegelegd geheel of ten deele
aan den patiënt, die ernstig gedeerd werd.
Wetsontwerp, houdende bepalingen omtrent
het met openlijke aanprijzing in het verkeer
brengen van middelen tegen ziekten.
Een wetsontwerp is ingediend, houdende
bepalingen opitrent het met openlijke aan
prijzing in het verkeer brengen van midde
len legen ziekten.
Naar in de Memorie van Toelichting
wordt opgemerkt, heeft men zich gedurende
de laatste tientallen van. jaren meer en
meer toegelegd op het bereiden van genees
middelen in hot groot, terwijl, naar gezegd
wordt, zeer veel wordt aangeboden en bij
reclame aangeprezen als geneesmiddel, wat
ten deele waardeloos, anderdeels schadelijk
is of schadelijk kan zijn, wanneer het on
oordeelkundig wordt gebruikt.
Het nu aangeboden ontwerp beoogt een
preventief toezicht le stellen op de midde
len, die met openlijke aanprijzing in het
verkeer worden gebracht. Voordat het pu
bliek aan een gevaar zou kunnen worden
blootgesteld, wil de regeering de gelegen
heid hebben het middel te onderzoeken, om
naar gelang van dc-n uilslag van dat onder
zoek het met openlijke aanprijzing in het
verkeer brengen van hel artikel al dan niet
le verf>iedcn.
Daarentegen zal volgens liet ontwerp het
preventief toezicht zich niet uitstrekken
over middelen, die zonder aanprijzing in
het verkeer worden gebracht omdat die
middelen niet worden opgedrongen en het
gebruik daarvaji alleen van hun deugde
lijkheid afhankelijk zal zijn.
Het preventief toezicht wordt volgens het
ontwerp aldus verkregen:
Niemand mag eenig middel met openlijke
aanprijzing in het verkeer brengen, zonder
vooraf aan den minister van Arbeid de noo-
dige inlichtingen omtrent dat middel en de
le maken reclame te hebben gegeven.
Daar geheimhouding aan de met hel on
derzoek te belasten personen is opgelegd,
behoeft vrees voor het bekend worden van
het fabrieksgeheim niet te bestaan. De Mi
nister laat een onderzoek naar hel middel
instellen; de belanghebbende wordt in de
gelegenheid gesteld zijn bezwaren tegen
eventueel op te leggen voorwaarden in te
brengen. Nadat zekere termijn, gewoonlijk
zes maanden, verstreken is, mag het middel
met openlijke aanprijzing in het verkeer
worden gebracht, indien de Minister geen
verbod heeft gegeven en onder gehouden
heid de voorwaarden, die de Minister even
tueel gesteld heeft, in acht te nemen.
Strafbepalingen moeten ,naar het ont
werp verder zegt, de naleving van deze
voorschriften verzekeren. De maximum
straf, welke gesteld wordt is: hechtenis van
ten hoogste zes maanden of geldboete van
ten hoogste f 5000, al dan niet met ver
beurdverklaring van de middelen met be
trekking tot welke de overtreding is be
gaan.
Voor openlijke aanprijzing zijn twee cri
teria gesteld De strekking van het schrif
tuur moet kennelijk zijn en den indruk
wekken, dat het middel dienstig kan zijn
tot genezing enz. Aangezien dit ook van
wetenschappelijke verhandelingen gezegd
kan worden, moet er een tweede criterium
naast gesteld worden: nl. de kennelijke be
doeling tot koop te wekken
De Anti-Revolutionaire Partij.
„De Stand." bevat een verslag van de
in Den Haag, onder voorzitterschap van mr.
J. A. de Wilde, gehouden vergadering van
het Centralen-Convent. "Wij ontleenen er het
volgende aan:
Aan de orde is het voorstel van liet C. C.
inzake de candidaatstelling van leden voor
de Tweede Kamer. Voorgesteld wordt, onder
nadere goedkeuring der Deputatenvergade-
ring, te zullen uitkomen met twee lasten
van candidaten, elk omvattende 20 nameo,
De eerste dezer lijsten, z.g. hoofdlijst, zal
in den vorm van gelijkluidende lijsten
worden ingediend in 17 kieskringen, cfie bij
de vorige verkiezingen op de a.-r. lijsten
de grootste aantallen stemmen hebben uit-
j gebracht. Op deze Igst worden geplaatst
de namen van die candidaten, dj) wier ver-
kiezing in de allereerste plaats wordt prijs
gesteld.
De tweede, z.g. bgljjst, waarop de namen
worden geplaatst van 20 personen, die in
algemecDen zin kunnen geacht worden waar
dige plaatsvervangers te zijn b\j het tus-
schentijds openvallen van zetels, wordt in
gediend in den 18den kieskring, Maastricht.
De beide (achttien) lgsten zullen te zamen
worden verbonden tot één groep in d?n zin
van art. 50 der Kieswet. De volgorde der
candidaten cp de hoofdlijst k,n in een kies
kring worden verwisseld, mits alleen van
hen, die op de 2e tot de 12e plaats zijn
gesteld.
De voorzitter merkt op, dat dit voorstei
niet gaat over personen. Hg brengt een
kleine vvjziging aan in de laatste alinea
van het advies. Inplaats van „tot de 12e
plaats" wordt gelezen „tot de 13e plaats".
Brj de gedachtenwisseling over dit voor
stel werd betoogd, dat bg dit stelsel de
invloed der kiesvereenigingen nog zou
worden verzwakt en dat ook de band tus-
schen de kiezers en gekozenen meer teloor
zaf gaaD. Daartegenover werd de propa
gandistische kracht van het uitkomen met
één naam over het geheele land warm
verdedigd. Namens Rotterdam werd aanvan
kelijk \oorgesteld de verschuifbaarheid tot
de 15e plaats uit te strekken, welk voorstel
evenwei later werd teruggenomen.
Nadat de voorzitter het voorstel krachtig
had verdedigd, werd het met algemeene
stemmen aanvaard.
Na een korte pauze gaf de voorzitter
het woerd aan Minister Co lijn. Deze wilde
een blik werpen op de drie jaren, die
achter ons liggen. Ér is reden tot teleur
stelling, omdat we zoo weinig van ons
program konden realiseeren.
Na eenige mededeelingen over zgn op
treden in het kabinet-Ruys,brengt spr.
warmen dank aan den heer Rutgers en in
hom aan da A.-R. Kamerclub voor den
ontvangen steun.
De financieel© vraagstukken zullen ook
in de jaren 1925'29 in het midden der
belangstelling staan. In het afgeloopen jaar
is een en ander gedaan, dat tot voldoening
stemt. Maar de moeilijkheden zijn daar
mede niet te boven.
Het budgetair evenwicht voor 1925 ia
verkregen o. m. door de uitstelling van een
RECLAME.
3117
1
gedeelte der uitgaven (18V-' millioen voor
het Invaliditeitsfonds). *T.z. t. moet dit be
drag weer worden gestort. De herziening
van de L.O.-wet zal in. de toekomst te.i
bedrag opleveren ongeveer even groot als
bet fonosbedrag. Het volgend jaar zal in
het fonds zeker 16 millioen worden gestort
en dan heeft de herziening van de L.-O.-wet
nog maar een klein bedrag opgebracht.
De stortingen in het Ouderdomslonds
zullen niet gelijk geraamd, 12 millioen,
maar 17 millioen bedragen. D. w. z. dat er
het volgend jaar weer 20 millioen te kort is.
In onverzwakte ffiate blijft dus bezuini
ging eisch.
Spr. stelt er prys op. de verkiezingen
van 1925 in te gaan met de volle waar
heid. (Applaus).
De dienst der Nationale Schuld zaf in
1930 reeds 10 millioen per jaar booger
zijn dan thans en in 1933 20 millioen
hoogor dan nu. 'Er dient dus een radicale
oplossing te worden gezocht voor bet fi-
nancieele vraagstuk.
De uitgaven moeten worden verlaagd.
Zwaardere lasten kunnen onmogelijk worden
gelieven. De grens is bereikt
Een tweede punt is het militaire vraag
stuk. Er wordt in ons tand krachtig pro
paganda gemaakt voor eenzijdige ontwape
ning. Wie ook maai- een enkele schrede
meegaat op dien weg, is verloren. Tegen
de propaganda past slechts één formule:
beslist verzet tegen eenzijdige nationale ont
wapening. Dan valt er verder met ons niet
te praten. (Applaus).
Aan den anderen kant moet echter naar
voren worden gebracht, dat alles, wat inter
nationaal tot vermindering van de bewape
ning wordt gedaan, hartelijken steun van
de A.-R. partij behoort te hebben.
Het derde punt, waarop de aandacht moet
vallen, is krachtige bestrijding van wat in
bel leven des volks de publieke eerbaar
heid aanrandt. Misschien acht men dit punt
zéé niet volledig. Spr. bedoelt er mee, dat
alle pogingen om ook maar iets af te doen
aan de Christelijke grondslagen van ons
huwelijksleven, moeten worden weerstaan.
In dien zin zou een aanvulling wellicht
aanbeveling verdienen. Deze punten moe
ten volgens spr. op het program om met
open vizier den vijand tegemoet te treden.
Spr. hoopt er in geslaagd te zijn eeniger-
mate duidelijk te hebben gemaakt, waarom
het program in hoofdzaak deze drie punten
naar voren Iaat komen. (Applaus).
Daarna was de behandeling van bet stem
bus-program aan de orde, en wei punt 1,
luidende: krachtige bestrijding van wat in
het leven des volks de publieke eerbaarheid
aanrandt
Het woord werd gevoerd door de heeren
Fiancken, namens de centrale Rotterdam,
die voorstelde to lezen: „van wat op hot
pnbnek terrein de Christelijke grondslagen
ran ons volksleven aantast"; Van Andef,
(cer.traie Den Haag): „bewaring van de
Obnsteljjke grondslagen onzer maatsc nap-
pij"; Keulemans (Amsterdam), punt 1 aan te
vullen met: „handhaving van de grondslagen
van ons gezinsleven"; ds. Goslinga, aanvullen
met de# clausule over de samenwerking met
audere partijen uit I'. v. A. 1922; (de voorz.
j merkte op, dat het 0& bedoeling is daaraan
vast te houden); dr. v. d. Vaart Smitt,
die bet voorstel-Amsterdam ondersteunde;
J. Schouten, die met bestrijding van het
Amsterdamsehe voorstei het RoUerdamsche
aanbeval; Doorn (Zwijndrechti, die het be
treflende punt wilde aanvullen met het
noemen van speciale onderwerpen, en ds.
Uytenhoudt, die de vierde alinea wilde lezen:
Naarmate de grondslagen van het natuurlijke
leven, het gezin en het gezag, meer bloot
staan aan aanvallen van den geest, die
alle Gods ordeningen wil verzwakken en
ontbinden, spreekt onze partij, 'n diep besef
van eigen onbekwaamheid en ontrouw, maar
in het vertrouwen van Tiem, Wiens kracht
in zwakheid volbracht wordt, in heilige
bezieling het voornemen uit: pal te staan
in den strijd voor 's Heeren ordinantiën,
te ijveren voor de beveiliging van de Chris
telijke grondslagen van ons maatschappelijk
en staatkundig leven, en mitsdien in ae
komende jaren te willen streven naar: 1,
krachtige bestrijding, enz.; 2. voortgaande
bezuiniging, enz.; 3. steun, enz.
De heer Colijn adviseerde, de redactie
van Rotterdam, wat het eerste punt betreft
over te nemen, terwijl het O. C. het door
ds. Uytenhoudt voorgestelde nader kan over
wegen.
Aldus besloten.
In behandeling kwam daarna punt 2;
Voortgaande bezuinigingen in 's Rijks dienst;
opdat het economisch leven kunne worden
ontlast van den overraatigen belastingdruk
en vrijer kunne ademhalen.
De heer Schouten bracht critiek uit op
de zinsnede: ademhaling' van het econo
misch leven. Ook wildto spr. lezen: voort
gaande bezuiniging in 's Rijks dienst; In
het bijzonder door reorganisatie en vereen
voudiging van de Staatsdiensten, opdat het
maatschappelijk en economisch leven, enz.
Bezuiniging moet niet worden gevonden door
verlaging van de salarissen.
De heer Gorfer 6epleitte het voorstel-
Emmen inzake een gelijkmatiger belasting
druk der verschillende gemeenten en een
billijker verhouding in de uitkeering van
Rijkswege aan de gemeenten.
De heer Ziedsee des Plant® sprak over
de salarissen van het Rijkspersoneel en de
intrekking van art. 40.
De heer Harms aohtte het noodig toe
te voegen: geen verdere vermindering van
de salarissen.
Om halfzes schorste de voorzitter de ver
gadering tot acht u.. nadat met algem. st.
het adives van het C. C. inzake de beno*
ming van leden voor het ooilege van ge
machtigden en hun plaatsvervangers is goed
gekeurd. Dientengevolge werden benoemd
de heeren A. Anema, P. E. Briët, Joh. Krap
en H. de Wilde; tot plaatsvervangers d*
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
(Nadruk verboden).
8)
De iheele hut bleek te bestaan uil hel
ééne vertrek, waarin ik mij bevond. Het
was erbarmelijk kaal. Een tafel, waarop
c-nbele onsmakelijke restjes van eten ston
den, stond tegen den muur onder bet ven
ster, waarin geen ruit was, tegenover het
bed van den zieke. Een gebroken stoel en
een paar zeepkisten, de eene met een lin
nen kom en een pelroleumblik met water
er op, waren de eenige meubelen.
„Er is een balk, die dwars voor de deur
kan geschoven worden," zei een zwakke
stom van uit den hoek, waar de zieke man
lag; „zou u zoo goed willen zijn dat even
te doen? Ik wou liever niet, dal we ge
stoord werden
Hij wierp een angsligen blik r.aar de
deur. Ik Jrevesligde den ruwen balk steviger
voor de deur en naderde de legerstede. Het
was niet meer dan een bed van maïs-
s ten gels.
„U is erg ziek, geloof ik," zei ik, terwijl
ik een van de kisten naderbij schoof en
tegenover den Engelscliman ging zitten.
„Heeft u een doktor laten komen?"
De vagebond maaifcte een afwerende be
weging mot de hand.
„Mijn beste man," zei hij en weer
gperkte ik op hoe beschaafd zijn. stem klonk
,jdie beenalzagera kunnen m ij niet
helpen. Ik hti> nooit veel om hem gegeven.
Luisa heeft vandaag betaling gekregen
zij wasohl in Bards buis, dat weet u (z ij
heeft me verteld, dat u daar was) en zoo
doende heb ik wat medicijnen kunnen krij
genhij wees op een pannetje, dat
naast hem op den grond stond „dat is
al, wat mij in leven houdt, nu ik geen
„sneeuw" kan krijgen I"
Ik wist, dal dit de naam was, die door
handelaars aan cocaïne gogeven wordt.
De zieke man kreeg een hevige hoestbui.
„Het is een dwaze tegenstrijdigheid,"
bracht hij eindelijk met moeite uit, „maar
hoe meer ik praat over mijn levengevend
drankje hier, hoe sneller het eind zal ko
men. Het lijkt wel of het eenige, waarvoor
ik nu nog leef, is, de tussohenpoozen lus-
schen de aanvallen zooveel mogelijk te
verkorten."
Ik heb indertijd iels gezien van de cyni
sche gelatenheid van een cbronischen
dronkaard. Dus verspilde ik geen goeden
raad aan den armen duivel, maar zweeg,
terwijl hij een teug nam uit hel pannetje
naast zich.
„U heeft oens een goede daad aan mij
verricht, majoor Okewood," zei hij, het
pannetje neerzettend en zijn mond met zijn
vuile mouw afvegend. „Ik weet uw naam,
dat ziet u. Ik heb navraag naar u gedaan
voordat ze me uit San-Salvador hebben
weggezonden. U heeft een ..Distinguished
Service Order" gekregen in den oorlog, is
het niet?"
„Die iiebben ze zoovéél gegeven!" zei ik
vrij onwijs.
Maar dat soort opmerkingen heeft altijd
een even dwaas antwoord ten gevolge.
„Neen, neen," drong hij aan. „Die van u
was verdiend, majoor Okewood; dat kan ik
wei zien, als ik u aankijk. U is het echte
type van een Britsch officier. En al denkt
u nu, dat ik het niet Bie, ik weet wat ik zeg.
Jullie hebben je kans gehad in den oorlog
en verduiveld nog toe, sommigen van jullie
hebben die niet laten voorbijgaan
Ik wist, dat hij ook militair was geweest
en zei hem dat. Hij knikte.
„Cavalerie," antwoordde liij. „U kon ook
wel bij de cavalerie zijn, naar uw uiterlijk
te oordeelen!"
Ik vertelde hem, dal ik bij de veldartille
rie was of geweest was, en toen vroeg ik
hem zijn naam.
Hij glimlachte droefgeestig.
„Geen namen, geen krijgsraacll" citeerde
hij. Weer nam hij een teug uit het pannetje
en zei:
„Noem mij maar Adams!"
Een oogenblik zwegen wij. De zieke be
woog zich onruslig op zijn krakende leger
stede cn ik hoorde, dat hij klappertande.
Builen verbrak het rumoer van de negerwijk
de broeiende stilte van den tropennacht. Het
geluid van gelach en gepraat en het getok
kel van guitaren drong van uit de straat tot
ons door.
„Ik heb den knak gekregen als majoor,"
zei de zieke plotseling kortaf. „Een lamme
geschiedenis, beroerd. Ja, ze hebben mij er
voor in de kast gestopt. En toen ik er uit
kwam, was iedereen tegen mij natuurlijk.
En dat is altijd zoo geblevenl Het is een
kwaad ding om je Engeland tot vijand te
maken! Als ik denk, wat ik heb moeten
slikken van dia verdomd-verwaande
klerkjes van consuls van ons, hier langs de
kust, om dan ten slotte de deur gewezen te
worden door hun zwarte, bedienden! Ale je.
eenmaal schipbreuk geleden en uit Enge
land bent gegaan, ben je knap als je ooit
weer terugkomt] Dan zullen de menschen
van je eigen slag je heuscli niet helpen I Het
zijn de eenvoudigen, die dat doen. zooals
Luisa hier, die mij verzorgt en onderhoudt,
Okewood, cn die trolsch is, dat ze het doet."
Zijn stem haperde. Tranen welden op in
zijn holle oogen. Hel is akelig een man le
zien, die zicli niet goed kan houden, en ik
keek een anderen kant uit. De strandjutter
zocht troost bij zijn pannetje.
„Dien dag in de gevangenis in San Sal
vador," zei hij eindelijk, „wilde ik u vertel
len, wie ik was. Vijf en twintig jaar jaar ge
leden lieb ik mijn waren naam begraven.
Maar na wat u voor mij gedaan beeft..,,
wel, het was een nobele daad.Ik had u
willen zeggen: „Ras laat zich gelden! U
heelt iemand van uw eigen rang en stand
geholpen." In onze familie-annalen zat op-
getcekend worden, dat „Die-en-die-Blanke,
(dat was ik dus) in het graafschap Zus-en-
Zoo, die in diepe ellende verkeerde in de
handen van een buitenlander, geholpen en
gered was door de ridderlijke tusschcnkomsl
van majoor Desmond Okewood".
Hij zuchtte en voegde er toen bij:
„Maar ik betwijfel of u dan mijn bedoe
ling zoudt hebben begrepen!"
Ik begon hoe langer hoe meer belang te
stellen in deze eigenaardige verschoppeling,
die, al was hij gezonken lot de diepste diepte,
toch nog zoo krampachtig vasthield aan den
trots van zijn goede afkomst.
Hij ging voort:
„Ik mag u niet te lang ophouden. Maar het
is zoon zeldzaamheid iemand van zijnc-igen
soort te hebben om mee le praten. Luister
nu naar mijt U bent voor mij in de bres ge
sprongen in San-Salvador en nu op mijn
beurt. U is niel rijk, is het wel, majoog
Okewood?"
Ik lachte.
„Ik moet werken voor mijn onderhoud,
Adams", antwoordde ik.
„Goed, goed! Dan zult u des te meer het
buitenkansje op prijs stollen, dat ik binnen
uw bereik kan brengen. Een Eldorado, dat
u rijk zal maken meer dan u droomen
kunt
Hij kon niet verder; een vreeselijke hoest
bui belette hem liet spreken. Toen de aanval
voorbij was, hijgde hij en was doodop van
zwakte.
Zijn praten over rijkdom en dat alles deed
mij denken, dal hij wat in de war was. Dus
maakte ik aanstalten op te slaan.
„U praat veel te veel," zei ik kalmeerend.
„Ik geloof, dat ik nu maar weg zal gaan en
een anderen dag terugkomend"
Maar de strandjutter slak een hand uit
o, zoo'n magere, doorschijnende handl
en greep mijn mouw vast. Voor het oogen
blik kon hij niet spreken; maar liij zond mij
een wanhopigen blik loe, die mij smeekte te
blijven.
„Een schal," bracht hij met moeite uit,
toen hij zijn adem begon terug le krijgen.
„Ik zal u rijk maken! Ik wil mijn dankbaar
heid loonen aan den man, die weet wat een
een.... een.... edelman toekomt!"
Doodsbleek viel hij achterover. Ik hief
zijn hoofd op en hield het pannetje legen zijn
lippen. liet was half gevuld anel oen oi an
der donkerbruin onsmakelijk vochl. Hij dronk
oven, en bleef toen weer met gesloten oogen
liggen, zóó stil, dat men hem met die inge
zonken oogen en holle wangen voor een
doode had kunnen houden.
(Wordt vervolgd)..