De Terugkeer van Klompvoet. No. 19909 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 4 Februari Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. HET BLOOKER-UURTJE 's morgens half elf FEUILLETON. [Wetsontwerp houdende nadere voorschriften ten aanzien van de uitoefening der aeneeskunde. Ingediend is een wet-sontwerp, houdende nadere voorschriften ten aanzien van de uitoefening der geneeskunde. Aan de Me morie van Toelichting ontleenen wij het volgende: De Nederlandsche Maatschappij tot Be vordering der Geneeskunde bezit sedert 1903 in haar organisatie een instituut voor besleohting van geschillen, welks wezen en werk is geregeld in haar huishoudelijk reglement. In afdeelings- en districtsraden en een Centralen Raad van Beroep heeft zij de organen geschapen, die over geschil len beslissen en tuchtmiddelen toepassen, Blijkt bij het onderzoek van een geschil, dat een lid heeft gehandeld in strijd met de waardigheid van den geneeskundigen etand of met de belangen van dien stand of van de maatschappij, dan kunnen tucht middelen worden toegepast, te weten: be risping, boete, schorsing van het lidmaat schap voor ten hoogste een jaar, en schor sing gepaard met een voorstel aan den Raad van Beroep om tot schrapping over te gaan. Bovendien kan bij berisping en schorsing ee<n opdracht tot herstel van ge daan onrecht worden gegeven. Deze orga nisatie van de Maatschappij tot Bevorde ring der Geneeskunst, zoo wordt gezegd, heeft in stilte gewerkt en menigmaal zeer goed werk gedaan. Dank zij een groote kern van medici, in wier arbeid het nobile officium duidelijk tc onderkennen valt, mag Nederland bogen op een over het geheel hoogstaanden medi- schen stand. Wanneer men echter overweegt, zegt de M. v. T-, dat de opleiding der medici van het rijk jaarlijks beduidende bedragen eischt en dat de strijd om het bestaan voor de medici al zwaarder wordt, dan be hoeft niet meer te worden betoogd, dat do overheid een roeping heeft met betrekking tot het peil van den medischen stand. De macht nu van een particuliere organisatie als de Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst wordt te beperkt geacht om op den duur toereikend te knnnen hand haven wat als staatsbelang moet worden beschouwd. Men kan zich door vrijwillige uittreding uit de Maatschappij aan den arm der gerechtigheid onttrekken. En bo vendien worden er gevallen denkbaar ge acht, waarin het niet langer toelaatbaar zou zijn, dal de medicus,do bevoegdheid tot uitoefening van zijn beroep behield. Bij de voorgestelde voorziening door dea wetgever wordt zooveel mogelijk voortgc- werkt in de richting van het bestaande. De districtsraden der Maatschappij t. B. d. G-, eenigszins verminderd in aantal, kunnen met een enkele aanvulling fungee- ren als colleges van tucht, welke de nieu we bepalingen zullen toepassen en benoemd zullen moeten worden onder medewerking van de geneeskundigen, die in het district van het college de praktijk uitoefenen, In het wetsontwerp is de mogelijkheid voorzien, dat de Colleges van Tucht ook kennis nemen van geschillen tussc-hen me dici en patiënten en medici onderling, waar bij een socin.\l belang is betrokken. Wat in deze memorie van de geneoskun dagen is geschreven geldt ook, zoo wordt verder gezegd, zij het wat de sociale be- teckenis becreft in mindere mate, van tandartsen en vroedvrouwen. Ook voor de zen zijn in het ontwerp normen gesteld. De samenstelling van de Colleges van Tucht is aldus gedacht, dat zij zullen be staan uit vier geneeskundigen en één ju rist. Twee geneeskundigen zullen wordon vervangen door twee tandartsen of twee vroedvrouwen, wanneer een *:?ak van een tandarts of een vroedvrouw moet wordèn behandeld. De leiding van de Colleges zijn in handen van een geneeskundige. De yerdere voorschriften voor de samenstel ling cn de werkwijze der Colleges zijn over gelaten aan een alge meen en maatregel van bestuur. Verder komen in het ontwerp voorschrif ten voor, waarbij is gehandeld naar het voorbeeld o.a. van het Reglement van de Orde voor de Advocaten. De kosten zullen zich beperken tot die voor reis, verblijf eu administratie, en der halve niet te hoog zijn. Blijkens de toelichting van art. 1 van het ontwerp is de eerste norm, dien do wetgever moet stellen, dat de medicus zich onthoude van handelingen, die het onmis baar vertrouwen van zieken en gezonden ondermijnen. Ook een medicus, dio schul dig staat aan een ernstig verzuim ten op zichte van waakzaamheid en omzichtigheid, moet daarvoor volgens het ontwerp ver antwoordelijk worden gesteld. Laatste ciseb is. dat de medicus op de hoogte zij van zijn vak. Een scherpe norm kan hier niet gesteld worden, en tegen niet-vervulbare of overdreven eischen wordt gewaakt, doordat alleen blijken van grove onkunde tot een ontvankelijke klacht kunnen lei den. Het is denkbaar, zoo wordt nog gezegd, dat een geval, dat ligt binnen de grenzen van dit wetsontwerp tevens ligt binnen die van een bepaling van het Wetboek van Strafrecht of grond oplevert voor een bur ger rechtelijke vordering. Er worden geen redenen aanwezig geacht dergelijk samen treffen uit te sluiten. Met betrekking tot de vroedvrouwen zal rekening gehouden worden niet alleen met nalatigheid enz. ten opzichte van de zwan gere of kraamvrouw, maar ook van het Jonggeboren kind. Art. 5 bepaalt de verschillende maatre gelen in geval van wangedrag of nalatig heid te nemen. Het zijn lo. waarschuwing 2o. berisping3o. geldboete van ten hoog ste f3000 4o. schorsing in de uitoefening van de geneeskunst voor ten hoogste één jaar5o. ontzetting van de bevoegdheid de geneeskunst uit te oefenen. In art. 6 is de mogelijkheid geopend, dat bij de uitspraak de boete, welke in beginsel teil bate van den Staat moet ko men, wordt toegelegd geheel of ten deele aan den patiënt, die ernstig gedeerd werd. Wetsontwerp, houdende bepalingen omtrent het met openlijke aanprijzing in het verkeer brengen van middelen tegen ziekten. Een wetsontwerp is ingediend, houdende bepalingen opitrent het met openlijke aan prijzing in het verkeer brengen van midde len legen ziekten. Naar in de Memorie van Toelichting wordt opgemerkt, heeft men zich gedurende de laatste tientallen van. jaren meer en meer toegelegd op het bereiden van genees middelen in hot groot, terwijl, naar gezegd wordt, zeer veel wordt aangeboden en bij reclame aangeprezen als geneesmiddel, wat ten deele waardeloos, anderdeels schadelijk is of schadelijk kan zijn, wanneer het on oordeelkundig wordt gebruikt. Het nu aangeboden ontwerp beoogt een preventief toezicht le stellen op de midde len, die met openlijke aanprijzing in het verkeer worden gebracht. Voordat het pu bliek aan een gevaar zou kunnen worden blootgesteld, wil de regeering de gelegen heid hebben het middel te onderzoeken, om naar gelang van dc-n uilslag van dat onder zoek het met openlijke aanprijzing in het verkeer brengen van hel artikel al dan niet le verf>iedcn. Daarentegen zal volgens liet ontwerp het preventief toezicht zich niet uitstrekken over middelen, die zonder aanprijzing in het verkeer worden gebracht omdat die middelen niet worden opgedrongen en het gebruik daarvaji alleen van hun deugde lijkheid afhankelijk zal zijn. Het preventief toezicht wordt volgens het ontwerp aldus verkregen: Niemand mag eenig middel met openlijke aanprijzing in het verkeer brengen, zonder vooraf aan den minister van Arbeid de noo- dige inlichtingen omtrent dat middel en de le maken reclame te hebben gegeven. Daar geheimhouding aan de met hel on derzoek te belasten personen is opgelegd, behoeft vrees voor het bekend worden van het fabrieksgeheim niet te bestaan. De Mi nister laat een onderzoek naar hel middel instellen; de belanghebbende wordt in de gelegenheid gesteld zijn bezwaren tegen eventueel op te leggen voorwaarden in te brengen. Nadat zekere termijn, gewoonlijk zes maanden, verstreken is, mag het middel met openlijke aanprijzing in het verkeer worden gebracht, indien de Minister geen verbod heeft gegeven en onder gehouden heid de voorwaarden, die de Minister even tueel gesteld heeft, in acht te nemen. Strafbepalingen moeten ,naar het ont werp verder zegt, de naleving van deze voorschriften verzekeren. De maximum straf, welke gesteld wordt is: hechtenis van ten hoogste zes maanden of geldboete van ten hoogste f 5000, al dan niet met ver beurdverklaring van de middelen met be trekking tot welke de overtreding is be gaan. Voor openlijke aanprijzing zijn twee cri teria gesteld De strekking van het schrif tuur moet kennelijk zijn en den indruk wekken, dat het middel dienstig kan zijn tot genezing enz. Aangezien dit ook van wetenschappelijke verhandelingen gezegd kan worden, moet er een tweede criterium naast gesteld worden: nl. de kennelijke be doeling tot koop te wekken De Anti-Revolutionaire Partij. „De Stand." bevat een verslag van de in Den Haag, onder voorzitterschap van mr. J. A. de Wilde, gehouden vergadering van het Centralen-Convent. "Wij ontleenen er het volgende aan: Aan de orde is het voorstel van liet C. C. inzake de candidaatstelling van leden voor de Tweede Kamer. Voorgesteld wordt, onder nadere goedkeuring der Deputatenvergade- ring, te zullen uitkomen met twee lasten van candidaten, elk omvattende 20 nameo, De eerste dezer lijsten, z.g. hoofdlijst, zal in den vorm van gelijkluidende lijsten worden ingediend in 17 kieskringen, cfie bij de vorige verkiezingen op de a.-r. lijsten de grootste aantallen stemmen hebben uit- j gebracht. Op deze Igst worden geplaatst de namen van die candidaten, dj) wier ver- kiezing in de allereerste plaats wordt prijs gesteld. De tweede, z.g. bgljjst, waarop de namen worden geplaatst van 20 personen, die in algemecDen zin kunnen geacht worden waar dige plaatsvervangers te zijn b\j het tus- schentijds openvallen van zetels, wordt in gediend in den 18den kieskring, Maastricht. De beide (achttien) lgsten zullen te zamen worden verbonden tot één groep in d?n zin van art. 50 der Kieswet. De volgorde der candidaten cp de hoofdlijst k,n in een kies kring worden verwisseld, mits alleen van hen, die op de 2e tot de 12e plaats zijn gesteld. De voorzitter merkt op, dat dit voorstei niet gaat over personen. Hg brengt een kleine vvjziging aan in de laatste alinea van het advies. Inplaats van „tot de 12e plaats" wordt gelezen „tot de 13e plaats". Brj de gedachtenwisseling over dit voor stel werd betoogd, dat bg dit stelsel de invloed der kiesvereenigingen nog zou worden verzwakt en dat ook de band tus- schen de kiezers en gekozenen meer teloor zaf gaaD. Daartegenover werd de propa gandistische kracht van het uitkomen met één naam over het geheele land warm verdedigd. Namens Rotterdam werd aanvan kelijk \oorgesteld de verschuifbaarheid tot de 15e plaats uit te strekken, welk voorstel evenwei later werd teruggenomen. Nadat de voorzitter het voorstel krachtig had verdedigd, werd het met algemeene stemmen aanvaard. Na een korte pauze gaf de voorzitter het woerd aan Minister Co lijn. Deze wilde een blik werpen op de drie jaren, die achter ons liggen. Ér is reden tot teleur stelling, omdat we zoo weinig van ons program konden realiseeren. Na eenige mededeelingen over zgn op treden in het kabinet-Ruys,brengt spr. warmen dank aan den heer Rutgers en in hom aan da A.-R. Kamerclub voor den ontvangen steun. De financieel© vraagstukken zullen ook in de jaren 1925'29 in het midden der belangstelling staan. In het afgeloopen jaar is een en ander gedaan, dat tot voldoening stemt. Maar de moeilijkheden zijn daar mede niet te boven. Het budgetair evenwicht voor 1925 ia verkregen o. m. door de uitstelling van een RECLAME. 3117 1 gedeelte der uitgaven (18V-' millioen voor het Invaliditeitsfonds). *T.z. t. moet dit be drag weer worden gestort. De herziening van de L.O.-wet zal in. de toekomst te.i bedrag opleveren ongeveer even groot als bet fonosbedrag. Het volgend jaar zal in het fonds zeker 16 millioen worden gestort en dan heeft de herziening van de L.-O.-wet nog maar een klein bedrag opgebracht. De stortingen in het Ouderdomslonds zullen niet gelijk geraamd, 12 millioen, maar 17 millioen bedragen. D. w. z. dat er het volgend jaar weer 20 millioen te kort is. In onverzwakte ffiate blijft dus bezuini ging eisch. Spr. stelt er prys op. de verkiezingen van 1925 in te gaan met de volle waar heid. (Applaus). De dienst der Nationale Schuld zaf in 1930 reeds 10 millioen per jaar booger zijn dan thans en in 1933 20 millioen hoogor dan nu. 'Er dient dus een radicale oplossing te worden gezocht voor bet fi- nancieele vraagstuk. De uitgaven moeten worden verlaagd. Zwaardere lasten kunnen onmogelijk worden gelieven. De grens is bereikt Een tweede punt is het militaire vraag stuk. Er wordt in ons tand krachtig pro paganda gemaakt voor eenzijdige ontwape ning. Wie ook maai- een enkele schrede meegaat op dien weg, is verloren. Tegen de propaganda past slechts één formule: beslist verzet tegen eenzijdige nationale ont wapening. Dan valt er verder met ons niet te praten. (Applaus). Aan den anderen kant moet echter naar voren worden gebracht, dat alles, wat inter nationaal tot vermindering van de bewape ning wordt gedaan, hartelijken steun van de A.-R. partij behoort te hebben. Het derde punt, waarop de aandacht moet vallen, is krachtige bestrijding van wat in bel leven des volks de publieke eerbaar heid aanrandt. Misschien acht men dit punt zéé niet volledig. Spr. bedoelt er mee, dat alle pogingen om ook maar iets af te doen aan de Christelijke grondslagen van ons huwelijksleven, moeten worden weerstaan. In dien zin zou een aanvulling wellicht aanbeveling verdienen. Deze punten moe ten volgens spr. op het program om met open vizier den vijand tegemoet te treden. Spr. hoopt er in geslaagd te zijn eeniger- mate duidelijk te hebben gemaakt, waarom het program in hoofdzaak deze drie punten naar voren Iaat komen. (Applaus). Daarna was de behandeling van bet stem bus-program aan de orde, en wei punt 1, luidende: krachtige bestrijding van wat in het leven des volks de publieke eerbaarheid aanrandt Het woord werd gevoerd door de heeren Fiancken, namens de centrale Rotterdam, die voorstelde to lezen: „van wat op hot pnbnek terrein de Christelijke grondslagen ran ons volksleven aantast"; Van Andef, (cer.traie Den Haag): „bewaring van de Obnsteljjke grondslagen onzer maatsc nap- pij"; Keulemans (Amsterdam), punt 1 aan te vullen met: „handhaving van de grondslagen van ons gezinsleven"; ds. Goslinga, aanvullen met de# clausule over de samenwerking met audere partijen uit I'. v. A. 1922; (de voorz. j merkte op, dat het 0& bedoeling is daaraan vast te houden); dr. v. d. Vaart Smitt, die bet voorstel-Amsterdam ondersteunde; J. Schouten, die met bestrijding van het Amsterdamsehe voorstei het RoUerdamsche aanbeval; Doorn (Zwijndrechti, die het be treflende punt wilde aanvullen met het noemen van speciale onderwerpen, en ds. Uytenhoudt, die de vierde alinea wilde lezen: Naarmate de grondslagen van het natuurlijke leven, het gezin en het gezag, meer bloot staan aan aanvallen van den geest, die alle Gods ordeningen wil verzwakken en ontbinden, spreekt onze partij, 'n diep besef van eigen onbekwaamheid en ontrouw, maar in het vertrouwen van Tiem, Wiens kracht in zwakheid volbracht wordt, in heilige bezieling het voornemen uit: pal te staan in den strijd voor 's Heeren ordinantiën, te ijveren voor de beveiliging van de Chris telijke grondslagen van ons maatschappelijk en staatkundig leven, en mitsdien in ae komende jaren te willen streven naar: 1, krachtige bestrijding, enz.; 2. voortgaande bezuiniging, enz.; 3. steun, enz. De heer Colijn adviseerde, de redactie van Rotterdam, wat het eerste punt betreft over te nemen, terwijl het O. C. het door ds. Uytenhoudt voorgestelde nader kan over wegen. Aldus besloten. In behandeling kwam daarna punt 2; Voortgaande bezuinigingen in 's Rijks dienst; opdat het economisch leven kunne worden ontlast van den overraatigen belastingdruk en vrijer kunne ademhalen. De heer Schouten bracht critiek uit op de zinsnede: ademhaling' van het econo misch leven. Ook wildto spr. lezen: voort gaande bezuiniging in 's Rijks dienst; In het bijzonder door reorganisatie en vereen voudiging van de Staatsdiensten, opdat het maatschappelijk en economisch leven, enz. Bezuiniging moet niet worden gevonden door verlaging van de salarissen. De heer Gorfer 6epleitte het voorstel- Emmen inzake een gelijkmatiger belasting druk der verschillende gemeenten en een billijker verhouding in de uitkeering van Rijkswege aan de gemeenten. De heer Ziedsee des Plant® sprak over de salarissen van het Rijkspersoneel en de intrekking van art. 40. De heer Harms aohtte het noodig toe te voegen: geen verdere vermindering van de salarissen. Om halfzes schorste de voorzitter de ver gadering tot acht u.. nadat met algem. st. het adives van het C. C. inzake de beno* ming van leden voor het ooilege van ge machtigden en hun plaatsvervangers is goed gekeurd. Dientengevolge werden benoemd de heeren A. Anema, P. E. Briët, Joh. Krap en H. de Wilde; tot plaatsvervangers d* Door VALENTINE WILLIAMS. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. (Nadruk verboden). 8) De iheele hut bleek te bestaan uil hel ééne vertrek, waarin ik mij bevond. Het was erbarmelijk kaal. Een tafel, waarop c-nbele onsmakelijke restjes van eten ston den, stond tegen den muur onder bet ven ster, waarin geen ruit was, tegenover het bed van den zieke. Een gebroken stoel en een paar zeepkisten, de eene met een lin nen kom en een pelroleumblik met water er op, waren de eenige meubelen. „Er is een balk, die dwars voor de deur kan geschoven worden," zei een zwakke stom van uit den hoek, waar de zieke man lag; „zou u zoo goed willen zijn dat even te doen? Ik wou liever niet, dal we ge stoord werden Hij wierp een angsligen blik r.aar de deur. Ik Jrevesligde den ruwen balk steviger voor de deur en naderde de legerstede. Het was niet meer dan een bed van maïs- s ten gels. „U is erg ziek, geloof ik," zei ik, terwijl ik een van de kisten naderbij schoof en tegenover den Engelscliman ging zitten. „Heeft u een doktor laten komen?" De vagebond maaifcte een afwerende be weging mot de hand. „Mijn beste man," zei hij en weer gperkte ik op hoe beschaafd zijn. stem klonk ,jdie beenalzagera kunnen m ij niet helpen. Ik hti> nooit veel om hem gegeven. Luisa heeft vandaag betaling gekregen zij wasohl in Bards buis, dat weet u (z ij heeft me verteld, dat u daar was) en zoo doende heb ik wat medicijnen kunnen krij genhij wees op een pannetje, dat naast hem op den grond stond „dat is al, wat mij in leven houdt, nu ik geen „sneeuw" kan krijgen I" Ik wist, dal dit de naam was, die door handelaars aan cocaïne gogeven wordt. De zieke man kreeg een hevige hoestbui. „Het is een dwaze tegenstrijdigheid," bracht hij eindelijk met moeite uit, „maar hoe meer ik praat over mijn levengevend drankje hier, hoe sneller het eind zal ko men. Het lijkt wel of het eenige, waarvoor ik nu nog leef, is, de tussohenpoozen lus- schen de aanvallen zooveel mogelijk te verkorten." Ik heb indertijd iels gezien van de cyni sche gelatenheid van een cbronischen dronkaard. Dus verspilde ik geen goeden raad aan den armen duivel, maar zweeg, terwijl hij een teug nam uit hel pannetje naast zich. „U heeft oens een goede daad aan mij verricht, majoor Okewood," zei hij, het pannetje neerzettend en zijn mond met zijn vuile mouw afvegend. „Ik weet uw naam, dat ziet u. Ik heb navraag naar u gedaan voordat ze me uit San-Salvador hebben weggezonden. U heeft een ..Distinguished Service Order" gekregen in den oorlog, is het niet?" „Die iiebben ze zoovéél gegeven!" zei ik vrij onwijs. Maar dat soort opmerkingen heeft altijd een even dwaas antwoord ten gevolge. „Neen, neen," drong hij aan. „Die van u was verdiend, majoor Okewood; dat kan ik wei zien, als ik u aankijk. U is het echte type van een Britsch officier. En al denkt u nu, dat ik het niet Bie, ik weet wat ik zeg. Jullie hebben je kans gehad in den oorlog en verduiveld nog toe, sommigen van jullie hebben die niet laten voorbijgaan Ik wist, dat hij ook militair was geweest en zei hem dat. Hij knikte. „Cavalerie," antwoordde liij. „U kon ook wel bij de cavalerie zijn, naar uw uiterlijk te oordeelen!" Ik vertelde hem, dal ik bij de veldartille rie was of geweest was, en toen vroeg ik hem zijn naam. Hij glimlachte droefgeestig. „Geen namen, geen krijgsraacll" citeerde hij. Weer nam hij een teug uit het pannetje en zei: „Noem mij maar Adams!" Een oogenblik zwegen wij. De zieke be woog zich onruslig op zijn krakende leger stede cn ik hoorde, dat hij klappertande. Builen verbrak het rumoer van de negerwijk de broeiende stilte van den tropennacht. Het geluid van gelach en gepraat en het getok kel van guitaren drong van uit de straat tot ons door. „Ik heb den knak gekregen als majoor," zei de zieke plotseling kortaf. „Een lamme geschiedenis, beroerd. Ja, ze hebben mij er voor in de kast gestopt. En toen ik er uit kwam, was iedereen tegen mij natuurlijk. En dat is altijd zoo geblevenl Het is een kwaad ding om je Engeland tot vijand te maken! Als ik denk, wat ik heb moeten slikken van dia verdomd-verwaande klerkjes van consuls van ons, hier langs de kust, om dan ten slotte de deur gewezen te worden door hun zwarte, bedienden! Ale je. eenmaal schipbreuk geleden en uit Enge land bent gegaan, ben je knap als je ooit weer terugkomt] Dan zullen de menschen van je eigen slag je heuscli niet helpen I Het zijn de eenvoudigen, die dat doen. zooals Luisa hier, die mij verzorgt en onderhoudt, Okewood, cn die trolsch is, dat ze het doet." Zijn stem haperde. Tranen welden op in zijn holle oogen. Hel is akelig een man le zien, die zicli niet goed kan houden, en ik keek een anderen kant uit. De strandjutter zocht troost bij zijn pannetje. „Dien dag in de gevangenis in San Sal vador," zei hij eindelijk, „wilde ik u vertel len, wie ik was. Vijf en twintig jaar jaar ge leden lieb ik mijn waren naam begraven. Maar na wat u voor mij gedaan beeft..,, wel, het was een nobele daad.Ik had u willen zeggen: „Ras laat zich gelden! U heelt iemand van uw eigen rang en stand geholpen." In onze familie-annalen zat op- getcekend worden, dat „Die-en-die-Blanke, (dat was ik dus) in het graafschap Zus-en- Zoo, die in diepe ellende verkeerde in de handen van een buitenlander, geholpen en gered was door de ridderlijke tusschcnkomsl van majoor Desmond Okewood". Hij zuchtte en voegde er toen bij: „Maar ik betwijfel of u dan mijn bedoe ling zoudt hebben begrepen!" Ik begon hoe langer hoe meer belang te stellen in deze eigenaardige verschoppeling, die, al was hij gezonken lot de diepste diepte, toch nog zoo krampachtig vasthield aan den trots van zijn goede afkomst. Hij ging voort: „Ik mag u niet te lang ophouden. Maar het is zoon zeldzaamheid iemand van zijnc-igen soort te hebben om mee le praten. Luister nu naar mijt U bent voor mij in de bres ge sprongen in San-Salvador en nu op mijn beurt. U is niel rijk, is het wel, majoog Okewood?" Ik lachte. „Ik moet werken voor mijn onderhoud, Adams", antwoordde ik. „Goed, goed! Dan zult u des te meer het buitenkansje op prijs stollen, dat ik binnen uw bereik kan brengen. Een Eldorado, dat u rijk zal maken meer dan u droomen kunt Hij kon niet verder; een vreeselijke hoest bui belette hem liet spreken. Toen de aanval voorbij was, hijgde hij en was doodop van zwakte. Zijn praten over rijkdom en dat alles deed mij denken, dal hij wat in de war was. Dus maakte ik aanstalten op te slaan. „U praat veel te veel," zei ik kalmeerend. „Ik geloof, dat ik nu maar weg zal gaan en een anderen dag terugkomend" Maar de strandjutter slak een hand uit o, zoo'n magere, doorschijnende handl en greep mijn mouw vast. Voor het oogen blik kon hij niet spreken; maar liij zond mij een wanhopigen blik loe, die mij smeekte te blijven. „Een schal," bracht hij met moeite uit, toen hij zijn adem begon terug le krijgen. „Ik zal u rijk maken! Ik wil mijn dankbaar heid loonen aan den man, die weet wat een een.... een.... edelman toekomt!" Doodsbleek viel hij achterover. Ik hief zijn hoofd op en hield het pannetje legen zijn lippen. liet was half gevuld anel oen oi an der donkerbruin onsmakelijk vochl. Hij dronk oven, en bleef toen weer met gesloten oogen liggen, zóó stil, dat men hem met die inge zonken oogen en holle wangen voor een doode had kunnen houden. (Wordt vervolgd)..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5