De Terugkeer van Klompvoet.
No. 19907
LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 2 Februari
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
Alg. vergadering van den Alg. Bond van
R.-K. Rijkslrieskringorganisaties
in Nederland.
ïn de Zaterdag voortgezette vergadering
kwamen de a.s. verkiezingsaangelegenhe
den te* sprake, waarbij mgr. Nolens in het
kort het concept-program van actie toe
lichtte. Tevens kwam in behandeling de
Volgende motie
De R.-K. Kiesvereoniging Recht voor
Allen", te Nijmegen, op 9 Januari 1925
bijeen ter bespreking van het ontwerp-pro-
gram van actie 1925 der R.-K. Staatspartij
is van oordeel, dat onze Staatspartij be
hoort te worden bijeengehouden door be
ginselen en zoodanige gevolgtrekkingen
daaruit als onder ernstige Katholieken re
delijk niet-afwijsbaar zijn; dat de partij
niet verdeeld mag worden door een pro
gram, hetwelk op andere punten bepaalde
meeningen oplegit of uitsluitdat het ont
worpen program van actie in de daarop
vermelde punten 3, 5 en 6 (in zake de fi
nanciën, de militaire vraagstukken en de
arbeidswetgeving) deze vrijheid niet eer
biedigt en beperkt moet worden tot die
punten, welke noodzakelijke toepassingen
zijn der beginselen op den tegenwoordi-
gen tijd.
Prof. van der Heyden lichtte de mot:e
toe. De heer Nolens zette uiteen, dat z.i.
het concept-beginselprogram reeds aan de
verlangens van Nijmegen tegemoet komt.
Hiertegen voerde eerstgenoemde spreker
aan, dat Nijmegen uit de programbeginse
len concrete gevolgtrekkingen wenschte te
maken. Prof. Veraart sloot zich vervolgens
bij de beide alinea's van de Nijmeegsche
motie aan.
Prof. Van der Heyden vroeg stemming;
de motie werd met 49 tegen 16 stemmon
verworpen.
Voortgegaan werd met de behandeling
yan het program van actie voor 1923.
Punt 1 werd aldus vastgesteld conform
het voorstel van het bondsbestuur:
1. Handhaving en doorvoering der Chris
telijke beginselen in de huwelijkswetgeving..
In overeenstemming met eenige moties
van Den Helder kwam punt 2 als volgt tc
luiden
2. Handhaving, zoo mogelijk doorvoering
van de gelijkstelling van openbaar en bij
zonder onderwijs; zoo spoedig mogelijk in
voering van het 7de leerjaar mede in ver
band met de Arbeidswet.
Op voorstel van Haarlem werd met 47
tegen 19 stemmen de volgende alinea Lnge-
lascht:
Geleidelijke afschaffing van indirecte
belastingen op eerste levensbehoeften.
Ten opzichte van een. amendement van
Haarlem, dat de invoering vroeg van een
Bezoldigingsbesluit, dat wederom een
tnenschwaardig bestaan zal toekennen aan
het overheidspersoneel, zeide de voorzit
ter, baron Van Wijnbergen, dat hij er niet
van wenschte beschuldigd te worden te
hebben medegewerkt aau het verschaffen
van een onmensohwaardig bestaan van het
overheidspersoneel. Zou de motie aangeno
men worden, dan kon spr. zich niefe meer
als Kamerlid beschikbaar stellen.
Het amendement werd ingetrokken.
Daarentegen nam het bestuur een moties
Leiden over, waarin gevraagd wordt:
Herziening van het Bezoldigingsbesluit,
voor zoover daarin onbillijkheden of on
juistheden voorkomen.
Eveneens werden de volgende amende
menten van Utrecht en Rotterdam overge
nomen en goedgekeurd
Vermindering van successiebelasting bij
vererving in de rechte lijn en in de eerste
graden van bloedverwantschap. Invoering
eener verteringsbelasting op middelen van
gemak en weelde.
Het door het Bondsbestuur voorgestelde
programmapunt 3 werd aangenomen:
Voortgezet herstel en behoud van het fi
nancieel evenwicht; verlaging allereerst
van die belastingen, welke het zwaarst op
do on- en minvermogenden drukken of de
noodzakelijke kapitaalvorming het meest
tegenhouden, meer vrijstelling of aftrek
voor groote gezinnen.
Hierbij werd onderstaande mot ie-Am
sterdam aangenomen:
De Bond, van oordeel,
dat indien de tegenwoordige kvsfan van
levensonderhoud niet dalen, een verbete
ring van den toestand van 's lands finan
ciën, welke o.a. zal kunnen blijken uit de
totaalopbrengst der rijksmiddelen over het
dienstjaar 1924, mede behoort ten goede te
komen aan de salarissen der rijksambte
naren en onderwijzers in 1925,
gaat over tot de orde van den dag.
Bij de punten 4 en 5
4e. Krachtige medewerking met de plan
nen van den Volkenbond, die met de voor
stellen van Benedictus XV volkomen over
eenstemmen ter oplossing van internatio
nale geschillen door scheidsrechterlijke
uitspraken en ter gelijktijdige en weder-
zijdsebe vermindering van bewageningen
5e. De organisatie van leger en vloot
dient beperkt te zijn tot hetgeen noodza
kelijk is voor de handhaving der neutrali
teit en de verdediging der onafhankelijk
heid binnen de grenzen, door eventueele
internationale regelingen te stellen
werd overgenomen een amendement-Den
Helder: ,,Zoo mogelijk samenvoeging van
de departementen van oorlog en marine.
Na een toelichting van den heer No-
lens kwam punt 6 aldus te luiden:
6. Bevordering eener zoodanige ontwik
keling der arbeidswetgeving, dat steeds
meer de regelingen betreffende de arbeids
verhoudingen in bedrijf en onderneming
getroffen kunnen worden door de organi
saties van werkgevers en -nemers, al of
niet door speciaal daartoe gekozen colle
ges, behoudens goedkeuring en toezicht
door de overheid binnen de grenzen door
de wet gesteld.
Wettelijke regeling van de collectieve
arbeidsovereenkomst, inclusief de mogelijk
heid tot verbindend-verklaring.
De uitvoering der sociale verzekeringen
worde voor zoover mogelijk opgedragen aan
de samenwerkende organisaties van werk
gevers en arbeiders, met dien verstande,
dat de staat aansprakelijk is voor de uit
betaling der schadeloosstelling en dat er
beroep open staat op een buiten partijen
van overheidswege aangewezen rechter.
Doorvoering dor arbcidswet-1919 naar
mate de economische toestand dit mogelijk
maakt.
Eenige gedachtenwisscling had hierna,
plaats ton aanzien van de toevoeging eener
koloniale clausule aan het program. Beslo
ten werd deze aldus te formuleeren, dat
er gevraagd wordt oen principieele wijzi
ging van art. 123 van het Regeeringsregle-
ment (tot wegnoming van de belemmering
der godsdienstvrijheid oj zendingsgebied).
Ten opzichte van de afschaffing der
Staatsloterij deelde de heer Nolens onder
algemeene instemming als zijn indruk
mede, lat vele R.-K. Kamerleden geens
zins met beide armen het desbetreffend
wetsontwerp zullen omhelzen.
Zonder hoofdelijke stemming werd dan
hij acclamatie het program goedgekeurd.
Zonder debat of stemming werd de vol
gende motie van Amsterdam aangenomen:
De Alg. Bond,
verzoekt het hoofdbestuur een onderzoek
in te stellen naai' de bereidheid van Kath.
partijen of groepen in andere landen om
de internationale samenwerking der Katho
lieken te bevorderen ter verwezenlijking
van het program eener Kath. internatio
nale staatkunde, als neergelegd in het
schrijven van paus Benedictus XY van 1
Aug 1917 aan de hoofden der toen oorlog
voerende mogendheden en in andere paur
selijke documenten.
De agenda was hiermede afgehandeld.
Bij de rondvraag stelde alsnog prof.
Veraart voor, om ook de leden der le Ka
mer het heden vastgestelde program te
laten onderteekenen. De voorzatter zegde
toe aan dat verzoek te zullen voldoen.
De heer Nolens hield de sluitingsvede
en prees het een verblijdend verschijnsel,
dat na den bekenden zoo heftig gestreden
strijd thans zulk een prachtige eenheid
naar voren is getreden. Spr. spoorde allen
aan om nu ook het program-1925" onder
het Katholieke volk te brengen en om er
toe mede te werken dat een zoo sterk mo
gelijke Katholieke fractie dit jaar bij de
verkiezingen in de Kamer zal terugkeeren,
op dat daaruit dan ook een rechtsch kabi
net zal kunnen voortkomen.
Tweede Kamer.
De Tweede-Kamer is in openbare verga
dering bijeengeroepen tegen Dinsdag 10
Februari, 's middags om één uur. Aan de
orde is: trekking van de afdeelingcn en re
geling van werkzaamheden. De voorzitter
is voornemens, daarbij voor te stellen, in
die vergadering een aanvang te maken met
de beraadslaging over:
wetsontwerp wijziging van de wet op de
dividend- en tantièmebelasting 1917 en her
ziening van de regelen voor de heffing van
opcenten ten behoeve van de gemeenten op
de dividend- en tantième-belasting
wetsontwerp wijziging en aanvulling van
de hooger-onderwijswet;
wetsontwerp wijziging en verhooging van
het IXde hoofdstuk der staatsbegrooting
voor 1924 (verschillende onderwerpen);
wetsontwerp toekenning van een rente
loos voorschot uit 's rijks schatkist ten be
hoeve van den aanleg en het in exploitatie
brengen van een tramweg van Zutphen
naar Deventer;
motie van orde van den heer de Boer be
treffende het niet opheffen van hulppost
kantoren op het platteland;
wetsontwerpen herziening van het regle
ment op het beleid der regeering van Ne-
derlandsch Indië; wijziging van de artike
len 8, 58, 67b, 67c en 71 van het reglement
op het beleid der regeering van Neder-
landsch Indië; nadere wijziging van de
Indische Comptabiliteitswet (Staatsblad
1917, no. 275);
wetsontwerpen aauvulling en wijziging
der bepalingen betreffende het strafrecht
en de strafrechtspleging ten aanzien van
personen, bij wie tijdens het begaan van
het feit gebrekkige ontwikkeling of zieke
lijke storing der geestvermogens bestond:
aanvulling van de wet van 14 April 1896
(Staatsblad no. 62) tot vaststelling der be
ginselen van bet gevangeniswezen, enz.
wetsontwerp wettelijke regeling opnieuw
van de coöperatieve vereenigingen;
voorstel van wet van mej. Van Dorp tot
nadere regeling van do verkiezing van lo
den van de Tweede Kamer der Staten-Ge-
neraal door de daartoe bevoegd verklaarde
kiezers en de toepassing op die verkiezing
van het stelsel van evenredige vertegen
woordiging
De stemplicht.
Naar wij vernemen is eerstdaags de in
diening bij de Tweede Kamer te verwach
ten van een wetsontwerp nopens den stem
plicht.
In de vacature, ontslaan door de be
noeming van mr. J. M. J. Schepper tot
hoogleeraar aan de rechtshoogeschool te
Batavia, hebben de besturen der samenwer
kende Zendingscorporaties tot zendings-
director benoemd dr. K, J. Brouwer, Herv.
predikant te Doelinchem, die deze benoe
ming in ernstige overweging genomen heeft.
Bij Kon. besluit is, gerekend van 1
Januari, aan W. Duitemeyer, eervol ont
slag verleend als bibliothecaris bij de Hoo-
gere Krijgsschool, onder gelijktijdige benoe
ming lot amanuensis-teokenaar bij genoem
de school; zijn, met ingang van 1 Februari,
voor het loopend zittingsjaar onderschei
denlijk tot voorzitter en lot onder-voorzitter
van de Kolonialen Raad van de kolonie
Curasao benoemd de heeren Ed. S. Lans
berg en C. S. Gorsira; is aan den adjunct
commies bij het Departement vam Koloniën
W. P. A. Gelens, thans met verlof buiten
bezwaar van den lande, op zijn verzoek,
met ingang van 1 December, eervol ontslag
uit 's lands dienst verleend; is, met ingang
van 1 Februari, op zijn verzoek, aan G.
Bannink, eervol ontslag verleend als
leeraar aan de Rijks Hoogere Burgerschool
aan die school H. J. Pröpper, te Zutphen.
Naar men van Gereformeerde zijde
aan de „N. R. Crt." meldt, werd verleden
Zondag aan ds. T. Sap, predikant der Geref.
Kerk le Gouda, verboden, den kansel te be
treden. Over eventueele schorsing zou deze
week worden beslist. Intusschen ging ge
noemde predikant toch naar Bergambacht,
om daar het Woord te bedienen, met toe
stemming van twee ouderlingen. Dit laatste
gaf aanleiding, dat de betrokken ouderlin
gen een soherpe berisping ontvingen od de
vergadering van den kerkeraad.
In de in Den Haag gehouden vergade
ring van de Vereeniging tot Bevordering der
Paardenfokkerij in Nederland is het jaar
verslag over 1921, uitgebracht door den
heer A. van Hoboken, goedgekeurd.
De financieele resultaten over 1924 zijn
weder niet schitterend le noemen, daar het
tweedaagsch concours nog een verlies had
van ruim f 1400. Dit verlies i9 echter door
de contributies der leden en verdere inkom
sten gedekt en er blijft nog een klein saldo
over. De ontvangsten van het concours be
dragen f 5712.947a en de uitgaven f7143.52,
dus is het verlies f 1430.577a. De ontvang
sten van het driedaagsch concours in 1923
waren f 9930.40, de uilgaven f 12.883.03.
Op 1 Januari 1924 had de Vereeniging
139 leden met 151 aandeelen; op 1 Januari
1925 101 leden met 111 aandeelen, benevens
4 leden, betalende f 25, en 2 begunstigers
van f 15. De achteruitgang wordt bedenke
lijk genoemd.
Naar „Het Volk" verneemt is de Am-
slerdamsche wethouder De Miranda van
een voornemen tot aftreden, indien het
voorstel tot instelling van een gemeentelijk
meldlbedrijf verworpen wordt, dat hem toe
geschreven is, niets bekend.
Het hoofdbestuur van den Ned.
Roomsch-Katholieken Bond van Spoor- en
Tramwegpersoneel „St.-Raphiël" h^eft een
onderhoud met den Minister van Waterstaat
aangevraagd om de ernstige grieven, welke
het personeel heeft tegen de wijze, waarop
de bepalingen inzake dienst- en rusttijden
werden toegepast, uiteen te zetten.
De afd. Hilversum van den Bond van
Ned. Ond. heeft de volgende motie aan
genomen:
De afd. Hilversum van den Bond van Ned.
Ona., dat het Hoofdbestuur dr. De Visser
heeft uitgenoodigd op het jubileumcongres
van den Bond; in die uitnoodiging het be
wijs ziende, dat het Hoofdbestuur te dezen
opzichte uit het oog heeft verloren, wat
er leeft onder de bondsleden; protesteert
mei de meeste beslistheid tegen die uitnoo
diging, als zjjnde een hoon aan de bonds
leden, verzoekt anderen afdeelingen zich by
dit protest aan te sluiten en besluit deze
metie te publiceeren in de Pers.
De motie- is met algemeene stemmen
aangenomen. Eén lid onthield zich.
Ged. Staten van Noord-Holland heb
ben aan eenige gemeenteraden, ook aan
den Raad van Haarlem, meegedeeld, dat zy
bezwaar hebben tegen de gemeentebegroo-
ting, omdat daar nog de vacantiebijslag
op voorkomt.
B. en W. van Deventer hebben den
Raad voorgesteld, het crediet, toegestaan
by Raadsbesluit van 21 Juli 1922 voor den
aanleg van spoor- cn havenwerken, alsnog
te verhoogen met f191.500. Deze vetrhoo-
ging is voor een belangrijk deel het gevolg
van den langeren duur van de werkzaam
heden, dan geraamd was, wat een rente
verlies van x 84,500 meebrengt; voor het
overige is liet uitvoeren van meer werk
dan voorzien was, er do oorzaak van. Het
oorspronkelijk crediet voor de werken be
droeg, met inbegrip van de inpoldering van
de Bergweide, f2.406.4S0. De gemeente
heeft van het Ryk mededeeling ontvangen,
dat een bydrage van 50 pot. uit de Staatskas
in de kosten van werkloozenondersteuning
is toegekend.
De Ned. Bond van Christ.-Prot. Post-.
Telegraaf- en Telefoonpersoneel „Door Plicht
tot Recht", tellende ongeveer 1300 leden,
heeft zich afgescheiden van het Christ. Nat.
Vakverbond. Daarentegen is de Nat. Bond
van Chr. Verzekeringsagenten met 60 leden
tot dat Verbond toegetreden.
Het in 1924 afgesloten collectieve
oontract tusschen den AJgem. Nederl. Boud
van [Handels- en Kantoorbedienden in de
RECLAME.
verschillende by het Ned. Verbond van
Vak\ereenigingen aangtsolen Vakbon !en
is voor 1925 gecontinueerd. Vrijwel alle
va kvereenigingskan toren vallen onder dit
contract. Naar „Onze Strijd" meldt, wei
geren alleen het contract te teekenen de
Typografenbond, welke veel slechtere ar
beidsvoorwaarden heeft, en de Bond van
Werklieden in Overheidsdienst
Hier le lande vertoeven drie hoofd
ambtenaren van den veearlscnijkundigen
dienst in Zweden. Zij werden Zaterdagoch
tend in het departement van Binnenland-
sclie Zaken en Landbouw ontvangen door
mr. .J B. Kan, secretaris generaal in alge-
mccnen dienst. Daarna zijn de Zweedsche
heeren, onder leiding van dr. Ten Sande,
waarnemend inspecteur van den Veearlse-
nijkundigen Dienst, naar Rotterdam ver
trokken tot het brengen van een bezoek aan
de Scrum-Inrichting.
Ouder groote belangstelling heelt Za
terdagnamiddag op de begraafplaats der
Ned.-IIcrv. Gemeente hij het Groene Kerkje
te Oegstgeest de bijzetting in liet familiegraf
plaats gehad van dr. H. 11. lloelofs Heyr-
mans, bibliothecaris van de bibliotheek der
Technische Hoogeschool te Delft, leeraar aan
de II.B.S. en plaatsvervangend kantonrech
ter aldaar, voorzitter van den Doopsgezinden
Kring, secretaris der Schoolvereeniging te
Delft en lid van het bestuur der ambachts
school aldaar. Een groot aantal kransen en
bloemstukken dekte de lijkbaar.
Te Delft trok de lijkstoet voorbij de biblio
theek, waarvoor zich het personeel had op
gesteld en een krans aan den lijkauto werd
gehecht.
Op de begraafplaats was o.a. aanwezig de
Leidsche hoogleeraar mr. D. van Blom, oud-
hoogleeraar le Delft.
Nadat de lijkbaar met het stoffelijk over -
schot in de kerk was geplaatst, nam de pre
dikant van den Doopsgezinden Kring Delft,
dr. van de Vegte, het woord.
Namens curatoren, den rector en den se
naat der Techn. Hoogeschool trad hierop de
curator ir. De Vogel naar voren. Hij schet
ste den overledene als een bekende figuur
in de Delftsche academiewereld.
Vervolgens heeft de heer Jager, conserva
tor aan de bibliotheek der Delftsche Hooge
school, mede namens het wetenschappelijk
en technisch personeel, de groote verdien
sten van dr. Heyrmans geschetst.
Hierna heeft, mede namens de leeraren
der Delftsche II B. S., de directeur, dr. Van
Drooge, de groote verdiensten in liet licht
gesteld, waardoor dr. Heyrmans zich gedu
rende zijn 20-jarig leeraarsambt aan de
II.B.S. steeds gekenmerkt.
Vervolgens hebben nog het woord gevoerd
de heer Goekoop van Nelle, oud-directeur der
Delftsche II. B. S., en de secretaris der Delft
sche Schoolvereeniging, de heer Van Eek.
Hierna werd door eenige leden van het
technisch personeel der bibliotheek de kist
grafwaarts gedragen.
De gewone audiëntie van den Minister
van Oorlog zal Donderdag 5 Februari niet
plaats hebben.
Sedert 'den 23aten dezer wordt
iu Den Haag vermist de 31-jarige Jacobn»
Alberlus Barendsen, uit de Fr«terik-ïlendriit-
lean. Er wordt een ongeluk vermoei.
Het personeel van de meubel-
labriek „Onder den St.-Maarten", te Haar
lem, is wegens een loongesohil in staking
gegaan. Deze slaking omvat ongeveer 15
pevscnen. Het bedrijf ligt stil. Aan 5 werk
lieden, die weigerden een lager loon te
aanvaarden, werd ontslag gegeven.
Door VALENTINE WILLIAMS.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
f Nadruk verbodent
1)
HOOFDSTUK I.
Bona Luisa.
Toen ik op dc veranda van John Bards
landhuisje zat, en een oude „Sketch" van
twee maanden geleden doorbladerde, hoor
de ik beneden mij het ijzeren hek dicht
slaan. Ik keek op van mijn tijdschrift en
zag neer op den tuin. Beneden mij zag ik
de donkere massa van palmboomen en
weelderige gewassen, en daarachter in de
verte het kristallen oppervlak van de zee,
«vaarop.de heldere maan een breed pad van
licht wierp.
De nacht was rustig. Van af dc haven,
onder aan den hemel, waarop mijn oude
vriend John Bard zijn landhuisje had ge
bouwd in dit aardsche paradijs, klonk nu
en dan het geluid van een scheepslier,
waarmee geheschen werd, mei zeldzame
duidelijkheid door de warme lucht. Ergens
in dc verte klonk liet zachte getokkel van
een guitaar. En hij deze nachtelijke gelui
den van de kleine havenstad in Middel-
Amerika zong de zee onophoudelijk een
zachte begeleiding.
fk hoorde stemmen in den luin. Binnen
in liet huis werd een deur met een bons
dichtgeslagen; voetstappen sloften over
den mattenvloer in de woonkamer en Aka-
wa, Bards Japansche bediende, stond naast
mij. Zijn sneeuwwitte pakje stak scherp af
(egen de donkere schaduwen, die de maan
I achter in de veranda wieijp. Hij sprak niet;
maar zijn maskerachtig gezicht wachtte,
1 lot ik hem zou opmerken.
„Wel, Afoawa?" zei ik, „wat is er?"
„Dona Luisa vraagt den S e n o r Com
mandante te spreken, neemt u me niet
kwafijkl" zei de Japanner onhandig.
Ik lag gemakkelijk uitgestrekt in een rie
ten stoel met een glas ijskoude limonade
naast mij en wendde mij om naar den
knecht. Ik was ongetwijfeld de Se nor
Commandante, want zoo was mijn
titel van majoor venspaanscht tijdens een
verloftijd, dien ik luierend en zonder be
paald doel aan de kust van den Atianti-
schen Oceaan doorbracht.
Maar welke dame liet mij roepen? Wie
Ier wereld kon mij hier kennen; mij, die
pas den vorigen dag op een van John Bards
vruchtenschepen van uit San-Salvador hier
geland was?
Dona Luisa 1 Die naam had een verlok-
kenden, romantischen klank, in het bijzon
der op dezen heerlijken avond, nu de flu-
weeldonkere hemel bezaaid was met schit
terende sterren, de lucht zwaar was van
geuren, die uit de tuinen opslegen. Afijn
groote neiging tot het romantische (die ons,
Kelten, zooveel last bezorgt) was sterk
onder den invloed van mijn omgeving.
Dona Luisa I De verwijderde klank van mu
ziek scheen dien lieflijken naam in mijn
oor fe iokkelen.
AIct een zwaai waren heide heenen op
don grond en ik stond overeind.
„Waar is die dame?" vroeg ik. „In de
woonkamer
„Neen, mijnheer," antwoordde de Japan
ner, „In den tuin!"
Areer en meer romantisch I Was een of
andere senoriia, met hobgen kam en man
tilla, in vlam gezet bij het zien van don
I n g 1 e z, toen ik dien morgen door de
straten van de 9lad wandelde met John
Bard, en vervolgde zij mij tot in den tuin
van mijn gastheer, om mij haar liefde to
verklaren? De gedachte was grappig en ik
glimlachte. Toch wil ik wel toegeven, dat
ik, onder Akawa's geleide door de zitkamer
loopen, even een blik in den spiegel wierp
en met voldoening opmerkte, dat mijn wit
pak smetteloos was en mijn haar keurig
glad. Ik trok mijn das recht en met dal tikje
gewichtigheid, hetwelk het vooruitzicht van
een romantisch rendez-vous aan de houding
van den meest bescheidene onder ons,
mannen, geeft, ging ik de kamer uit, de
gang in, naar de deur, die toegang gaf tot
den tuin.
De doorgang was helder verlicht, zoodat,
toen ik weer in de duisternis kwam. mijn
oogen verblind waren. Eerst kon ik niet
meer onderscheiden dan oen groote, don
kere gedaante. Maar al gauw ontwaarde ik
de aanzienlijke afmetingen van een ge
weldig dikke, koolzwarte negerin.
Zij droeg een gescheurde, vuile jurk en
om haar hoofd was een zakdoek met witte
en roode ballen gewonden. De geweldige
omgang van horst en heupen deed haar
bijna even breed schijnen als zij lang was.
Toen zij mij zag, maakte zij een soort van
buiging.
„Bent u de Senor Commandante?" vroeg
zij in het Engelscli mot haar zachte neger
slem.
„Ja," antwoordde ik, verbijsterd en te
leurgesteld bij dezo dwaze verschijning.
„Wat wou je van me?"
„Ik heeft een brief voor u, meneer!"
Zij dook met de hand in de onpeilbare
diepten van haar corsage.
„Van Dona Luisa?" vroeg ik vol ver
wachting.
De negerin hield op met zoeken en grin
nikte mij toe, zoodat haar witte tanden
sohitterden. Het wit van haar oogen glans
de en haar gelaat trok in een breeden glim
lach. Toen klopte zij zich op de borst met
een vuile hand.
„Ik is Dona LuisaI" kondigde zij met
trots aan.
Ik was verbijsterd door den schok, dien
deze openbaring mij gat. Afijn visioen van
een zwartoogige schoone in een mantilla
verdween als rook.
„Ik hoeft een mooien Spaanschen naam,"
merkte de dame op, haar krampachtige po
gingen den brief op te diepen hervallende;
„maaT ik werd grootgebracht in New-
Orleans. Daarom spreekt ik zoo goed En-
gelsch! Ha!"
Met een grijns van genoegen dook zij een
opgevouwen, vuil stukje noliliepapier op en
stak het mij toe.
„Weet je zeker, dat dit voor mij bestemd
is?" vroeg ik, mijn hersens pijnigend om te
verzinnen wie mij met mogelijkheid berich
ten kon zenden door middel van zulk een
tusschenpersoon op zulk een uur.
„Ik zeker weel!" antwoordde Dona Luisa
beslist.
Teruggaand naar de gang, waar het licht
was, vouwde ik het papiertje open en las:
„Aan Majoor Desmond Óhewood, D.
S. O.
„Herinnert U zich dan strandjutter, aan
wien U een paar weken geleden zoo'n groo-.
Distinguished Service Order (een mili
taire ondersoheiding).
ten dienst heeft bewezen? Ik geloof, dat ik
nu in staat ben U dien te vergelden, wan
neer U met brengster dezes wilt meegaan.
Ik wenschte heel dringend U te
spreken, maar hen te ziek om naar U toe
te komen Leg dit bericht niet ter zijde,
alsof dit alleen een slimme poging van mij
zou zijn om geld van U los te krijgen. Mis
schien zal ik, wanneer U deze ontvangt, de
ongenade en de schande van mijn tegen
woordig beslaan al vaarwel gezegd hebben.
Daarom vraag ik U: kom onmiddellijk. En
haast U."
Met briefje was met potlood geschreven
in lamelijk beverig handschrift. Het was
niet onderteckend. Afaar ik herinnerde mij
den schrijver best en zijn ondcrteckcning
zou mij toch niets gezegd hebben, want ik
had zijn naam nooit gehoord.
Onze ontmoeting was als volgt geweest:
ik bracht een bezoek in dc gevangenis van
San-Salvador cn op de binnenplaats be
merkte ik onder den iroep gevangenen, die
daar slenterend hun dagelijksche rondwan
deling maakten, een bleeken, holoogigen
kerel op, wiens zenuwaohliglrekkende
mond en beverige handen den dronkaard
verrieden, die zijn roes juist uitgeslapen
heelt.
Ik zou misschien niet verder over deze
vogelverschrikker9liguur gedacht hebben,
was het niet, dat hij, plotseling den kleinen
negerbewaker ontwijkend, mij bij mijn jas
had getrokken en geroepen:
„Wanneer je een sa bib bent, man,
Kreng me dan uil deze heil"
(Wordt vervolgd).