R.H.W. Fruit-Soda ONTVOERD. No. 19903 LEJDSCH DAGBLAD, Woensdag 28 Januari Tweede Blad, Anno 1925. UIT DE RAADZAAL BINNENLAND. FEUILLETON. ~r 1925 begint met een incident een onbelangrijke agenda. De eer etc raadszitting ia het nieuwe 5anr is direct goed ingezet. Nadat de gebrui kelijke nieuwjaarspleoh ticheden hadden plaats gehad en de voorzitter den van een zware ziekte herstelde heer Splinter nog een apart welkom had toegeroepen, begon het al dadelijk met een onverkwikkelijk incident bij de opnieuw aan de orde ge stelde benoeming van eer regentes van het Geref. Minne of Arme Oude Mannen- en (Vrouwenhuis. Men weel zeker nog wel, hoe de vorige maal de raad medewerking weigerde en niet hel voldoend aantal geldige stemmen werd verkregen, om een benoeming moge lijk te maken. 'I Was loon de heer Wilbrink geweest, die door zijn klaoht over uitscha keling van andere richtingen in dit college den stoot daartoe gaf en zijn doel mee be reikte, doordat de soc -dem. fractie ook blanco ging stenamen. De beer Van Eek motiveerde thans dit blanco stommen der vorige maal en kondigde tevens aan, dal zijn fractie voortaan aan benoemingen niet meer zou deelnemen, waar de fractie meende in een uitzonderingspositie te zijn gedrongen, doordat de raad de passeering lier fractie bij de instelling der commissie Voor sociale zaken had gesanctioneerd. Het wil ons voorkomen, dat de verontwaardi ging, die niet misplaatst was, gelijk we reeds in ons vorig overzicht deden uitko men, hiermee toch wel wat te ver is gedre ven en voor de fractie zelf al heel spoedig niet zal zijn vol te houden. Men kan het beschouwen als een demonstratie! Maar in ieder geval, door de verklaring van den heer Van Eek bleek, dat zijn fractie nu weer blanco zou stemmen en de heer Deu- mer kondigde hetzelfde aan, wat hem van de zijde van den voorzitter-partijgenoot een scherpe terechtwijzing bezorgde, die „zat". Een verrassing werd het nu echter geens zins meer, toen bleek, dat wederom niet het vereisclile aanbal geldige stemmen was uitgebracht. De voorzitter constateerde, dat de raad opnieuw had geweigerd, mede te werken om de wetten uit te voeren en kon digde aan, dat B. en W. nu tot benoeming zullen overgaan. Een in meerderheid recblsehe raad op het revolutionaire pad "l kan verkeeren. '<fc Is een gevaarlijk precedent, dat mogen de he eren wel bedenken! Overigens leverde de wel in de twintig punten tellende nog enkele nieuwe pun ten werden bijgevoegd, zoo onder de hand weg maar zeer onbelangrijke agenda weinig op. zoodat eventjes vier uur de raad al in geheime zitting ging. hetgeen feitelijk het einde beteekende Van R.-K. zijde kwam, voor ons onbegrij- .pelijk, verzet om in hooger beroep te gaan bij de Kroon inzake de vernietiging door Ged. Staten van liet raadsbesluit, waarbij aan eenige R.-K. scholen medewerking werd geweigerd, om een centrale verwar ming aan te brengen. Voor ons onbegrijpe lijk, omdat hel rerht in dezen toch moet spreken, los van alles en o. i. nqnien die R.-K. leden, die voor liet gaan in beroep stemden, heel wiat breeder standpunt in. Wc hopen voor de gemeente, dat het rechl aan haar zijde is, anders zou het wel eens een geduchte finanticete aderlating kunnen beteokenen! Want dan: gelijk recht voor allen. Een eenvoudig voorstel van B. en W. om het haar mogelijk tc maken, althans sala rissen van het personeel der inrichtingen voor M. O. uit te betalen, daar de regeering het bijkans ondoenlijk maakt, om met zekerheid reeds definitieve voorstellen le doen, kondigde reeds bij geruchte aan, dat bij diie definitieve voorstellen waarschijn lijk een hartig woordje zal worden gespro ken. Echt iets voor den Lcidschen raad was wel de gang van zaken bij het voorstel om de vacature van adjunct-directeur van den Markt- en Havendienst toch weer te ver vullen. Verzet van zeer uiteenloopende richting z. h. st. ging liet voorstel er door. Het „in dubiis absbine" lvad dan wel eerder kunnen zijn toegepast! Wij willen in dezen het direct huldigen. Tot slot kwam opnieuw de kwestie var. pensioen af trek. Ged. Staten hadden hel be sluit om de volle 87= pet. tc korten voor nieuw personeel en in dienst zijnd perso neel, dat lot hocgeren rang werd bevor derd, vernietigd, omdat zij de tweede cate gorie niet wilden aanvaarden met het oog op te ontstane ongelijkheid en de Kroon had zich, naar de voorzitter deed uitkomen, daarbij neergelegd. B. en W. deden nu een nieuw voorstel voor de eerste categorie, wat werd aangenomen, zij het met verzet van degenen, die legen iederen aftrek zijn en met verzet van enkelen, die cok dit niet wilden met het oog op de ongelijkheid, die daarvan weer het gevolg zou zijn. We vreozen, dat het verzet van de laat- slen in de hand zal werken het scheppen van gelijkheid, d. w. z. volledige aftrek voor allen RECLAME. I.ET OP HANDELSMERK K. II. W. 9230 R.-K. Werkliedenverbond. Het pas opgerichte R.-K. Werklieden verbond is Maandag te Utrecht samenge komen o.a. ter vaststelling van een begin selprogramma. Daar tegenover de candi- daten van het advies geen andere gesteld waren, ia hot bestuur als volgt samenge steld: A. C. de Bruyn (voora.), O. A. Beide- hout, H. Brouwer, L. F. Guit, A. v. Ha- mersveld, H. Hermans, O. J. Kuiper, Jos. Maeaien, H. J. Moll, J. Th. Nijkamp, C. Rocstenberg, A. van Rijen, J. van Rijze- wijk, J. A. Schutte, P. J. Serrarens en H. C. Silvius. De ontwerp-beginsclvcrkhu ing, die 's mid dags in behandeling kwam, luidde, blijkens üe publicaties in de R.-K. pers: I. Het R.-K. Werkliedenverbond spicekc als zijn overtuiging uit, dat meer dan ooit in de tegenwoordige van materialistischen geest doortrokken maatschappij met haar droevig verschijnsel van godsdienstig-zede- lijke inzinking, de leeken van allen stand de noodzakelijke taak hebben te vervullen: de Christelijke zedewetten in het werke lijke leven meer en meer te doen door dringen. II. Het R.-K. Werkliedenverbond, dat rechtstreeks alle belangen van den arbei dersstand heeft te behartigen voor zoo ver dit niet beter kan of moet overgelaten worden aan andere organisaties, wetke geen zuivere arbeidersorganisaties zijn zal daarom al zijn organisatorische midde len van zedelijken en stoffelijken aard aan wenden, om de arbeiders, die het Chris tendom en de Katholieke Kerk ontrouw zijn geworden of die do christelijke levens beginselen verwaaiioozen, tot Christus en Zijn leer terug te brengen, ter kerstening van het maatschappelijk leven. III. In het bijzonder zal het R.-K. Werk liedenverbond, ter eigen innerlijke gods dienstig zedelijke versterking, de middelen aanwenden, die daartoo in het Bisschop pelijk Communiqué van 1916 worden ge noemd. IV. In heb bedrijfsleven zal het R.-K. Werkliedenverbond met alle geoorloofde middelen, met m-acht-neming van de Chris telijke beginselen omtrent het eigendoms recht, bevorderen eon zoodanige verhou ding tusschcn arbeider cn patroon op den grondslag van onderlinge samenwerking, dat. dc positie van den arbeider als chris- tenmensch ten volle gewaarborgd zij. V. Den historisckcn opzet en ontwikke lingsgang volgend, zal heb R.-K. Werklie denverbond er naar blijven streven, om langs den weg van eigen initiatief en. van zelfhulp dc stoffelijke welvaart on dc gees- I telijke verheffing van den arbeidersstand i te bevorderen en daardoor er too meewer ken dien stand een volwaardige positie in dc maatschappelijke ordening te verze- keren. Reeds bestaande welvaartsinstellingen van zelfhulp zullen worden versterkt cn 1 nieuwe, zoo noodig worden opgericht. Als leiddraad zal daarbij govolgd worden do verdere inhoud van het Bisschoppelijk Communique van 1916. VI. Het R.-IC Werkliedenverbond roept alle arbeiders op, zich onder zijn vaandel tc scharen tot eensgezinde actio voor het ideaal, ons voorgehouden door Paus Pius XI den vrede van Christus in het Rijk van Christus op-aarde. Het vierde punt (bedrijfsorganisatie cn medezeggenschap)ging vergezeld van de volgende uitwerking I. De kapitalistische geest, welke reeds gcruiineu tijd het economisch leven over- heersebt, heeft er toe geleid: lo. dat de arbeid in broeden zin. vooral in liet- grootbedrijf, zijn rechtmatige po sitie meer cn meer verloor, de persoon lijkheid van den arbeider ernstig werd mis kend en het kapitaal oen to grooten invloed kreeg op dc verhoudingen in onderneming en bedrijf 2o. dat de beginselen van het Manches ter liberalisme, ofschoon theoretisch meer en meer als valsch erkend, ook door den wetgever, cn met toenemende kracht door de vrije organisatie van den arbeid bestre den, practisch nog al te zeer toepassing vinden 3o. dat het in Rcrum Xovarum veroor deelde socialisme in liet geestesleven van tal van arbeiders een belangrijke plaats heeft veroverd. II. Deze ontwikkelingsgang niet die go- volgen zijn voortgekomen uit de misken ning van de Christelijke beginselen om trent: a. 's rae«nschon eindbestemming, b. het algemeen welzijn, c. vrijheid cn eigen domsrecht. Ill De Katholieke aibeidcrsbcweging steunend op die beginselen, klaar uiteen gezet in de encyclieken Reruin Novarum en Graves de communi re, is er van overtuigd, dat een maatschappelijke orde moet wor den nagestreefd, waarbij do arbeidende meusch weer do eereplaats inneemt, die hem van Godswege is aangewezen, cn dat hiertoe noodzakelijk is een grondige her vorming van het hedrij/Bleven. Zij verlangt een zoodanige regeling van dc verhouding tussohen werkgever cn werknemer in onderneming en bedrijf dat in do eerste plaats de positie van den ar beidenden mensch ten volle tot haar recht komt en vervolgens, dat de voortbrenging zich richt naar haar maatschappelijk doel, n.l. dc bevrediging der behoeften van het geheel volk. Daarbij behooren de belangen der verbruikers niet Le worden verwaar loosd, doch die van do voortbrengers op den voorgrond te staan. IV. Van e'en zoodanige regeling van de verhouding tusschen werkgever en werkne mer op den grondslag der solidariteit bedrijfsorganisatie zijn de zedelijke en stoffelijke voordeelen: a. ontwapening op economisch gebied vrede door samenwerking b. belangstelling van alle bedrijfsgenoo- ten in en medewerking aan den vooruit gang en de verbetering der productie, wel vaart door samenwerking; c. vermindering van Staatszorg: zelfhulp door samenwerking. V. De ontwikkeling van goede bedrijfs organisatie moet zoo krachtig mogelijk be vorderd worden in samenwerking van vak organisaties cn wetgever door maatregelen van geestelijken, organisatorischcn en wet- gevenden aard. De maatregelen van geestelijken aard zijn 1. krachtige bestrijding der klassenstrijd gedachte, mede door het solidariteitsbegin sel in toepassing te brengen 2. bevordering van de kennis der econo mische en technische factoren, die zich voordoen in de leiding van onderneming cn bedrijf. De maatregelen van organisatorische^ en wetgevenden aard zijn 1. het door de organisaties tot-stand biengen van organen, die tot taak heb ben in het bedrijfsleven regelend op te tre den en bepaalde functies tc vervullen, ook zoodanige, welke tot nu toe van overheids wege worden uitgeoefend, organen die be rusten, wat de richtingen aangaat, op evenredige en wat het bedrijf betreft, op gelijke vertegenwoordiging van werkge vers- cn arbeiders-organisaties in de ver schillende takken van nijverheid, landbouw, handel en verkeer. 2. het geleidelijk toekennen aan deze or ganen van een drieledige wettelijke be voegdheid, te weten: a. verordenende ten aanzien van dc ar beidsvoorwaarden en al wat daarmede ver band houdt b. rechtsprekende ui geschillen, betref fende de arbeidsvoorwaarden, cn in geval len, welke in dc betreffende verordeningen nader zullen worden aangeduid; c. uitvoerende, waar het betreft arbeids wetgeving. Voorshands zullen zij meer in het bijzon der en geleidelijk worden belast met; 1. de uitvoering der sociale verzeke ringswetten 2. de zorg voor dc uitvoering en de na leving van de arbeidswet 3. het dienen van advies inzake de bij collectiecc overeenkomst of op andere wijze bindend verklaarde arbeidsregelingen, als ook inzake do hierop betrekking hebbende uitvoorings- en controlemaatregelen 4. de berechting van alle uit 1, 2 cn 3 voortkomende geschillen. Voor do vervulling van deze taak zullen tovens ondernemings- en waar noodig ook districtsraden worden tot stand ge bracht, om nauwere samenwerking tus schcn werkgevers en arbeiders te bevor deren. Regelingen omtrent samenstelling en be voegdheden der raden worden, gelet op dc Dcdrijfsverhoudingcn, nader door dc be drijfsorganen vastgesteld. Alle wettelijk erkende en geregelde or ganen werken, binnen de grenzen, door de wet gesteld, onder goedkeuring cn toezicht van de Overheid. Ten slotte werd de volgende motie aan genomen: Het R.-K. Werkliedenverbond enz., over wegende: 1. dat het Verbond tot taak heeft recht streeks of onrechtstreeks de belangen van alle arbeiders te behartigen, gevoelt zioh godrongen in het openbaar to getuigen a. dat het met groot leedwezen heeft kennis genomen van het feit, dat op 8 De cember 1924 bij de Tweede Kamer der Sta. ten-Generaal een ontwerp werd ingediend tot wijziging Van de Arbeidswet 1919, be treffende den arbeid in bakkerijen b. dat dit leedwezen gevoeld wordt, om dat volgens het eensluidende oordeel der georganiseerde Nederlandsche Bakkersge zellen, welk oordcel gedeeld wordt door de Nedcrl. Verceniging van Werkgevers in het Bakkersbedrijf, waarvan de juistheid tot op heden door de andore patroonsor ganisaties niet ontkend is en dus als dc vrijwel eenparige meening van de betrok ken bodrijfsgenooten moet worden aan vaard, wijl dus volgens dit oordeel deze voorstellen, wet geworden, noodlottiger- wijze de weder-invoering van don volledi- gen nachtarbeid tot onvermijdelijk gevolg zullen hebben, en naar de moening van het Verbond, het algemeen belang miet vordert, dat in het bakkersbedrijf de voor-oorlog- sche verhoudingen terugkceren; 2. al erkent het Verbond, dat er een streven bestaat bij een deel der bevolking om zich des morgens zoo vroeg mogelijk van versoh brood te voorzien, al houdt het er rekening mede, dat de overheid bij het vaststellen van bepalingen ter regeling van de verhoudingen in het bedrijfsleven, Óók dc belangen der verbruikers (consumen ten) heeft in aohb te nemen, het is niet min der van oordeel, dat de zedelijke belan gen der bakkersgezellen als producenten en die van hun gezinnen op den voorgrond behooren te staan on cr dus geen wijzigin gen in de Arbeidswet dienen tn worden aangebracht, die tot gevolg zouden heb ben, dat do voor de behoorlijke broodvoor ziening onnoodige nachtarbeid in de bak kerijen zou terug keeren. Op grond van bovenstaande overwegin gen betreurt het verbond, het indienen an deze wetswijzigingen en spreekt de stellige verwachting uit, dat do Tweede Kamer haar medewerkiü^ niet zal verleenen, om den zoo geheel onnoodigen, onnatuurlijk ken nachtarbeid in bakkerijen wederom ir het leven tc roepen Georganiseerd overleg Departements ambtenaren. In de jongste vergadering van de bijzon dere commissie voor georganiseerd overleg in zaken, rakende de departementsambte naren en hel daarmee gelijk te stellen per soneel, is meedeeling gedaan, dat do Minis ter van Arbeid, Handel en Nijverheid ver klaard heeft bereid te zijn, gevolg le geven aan het voorstel, door de commissie inge volge besluit van de vorige vergadering ge daan met betrekking tot dv> titelwijziging van het technische personeel bij het bureau voor den Industrieclcn Eigendom en den Oclrooiraad, doch bezwaar te koesteren le gen inwilliging van haar wenschen ten aanzien van hel administratieve personeel bij die instelling. Vermits dc door den Mi nister tegen dit gedeelte van het voorstel aangevoerde bezwaren de commissie niet van de onjuistheid daarvan konden over tuigen, besloot zij, nogmaals een uitvoerig gemotivcerden brief tot dien bewindsman te richten en dezen te verzoeken, eventueel gehoor le verleenen aan een delegatie uit haar midden, die de zienswijzo der commis sie nog nader zou kunnen toelichten. Tevens besloot de commissie de Regec- ring te verzoeken: a. le mogen vernemen, welke beslissing is genomen ten aanzien van het door haar medio Juli 1923 uitge brachte rapport nopens de schrijvers, op jaarloon; b. omtrent een eventueel ontwor pen of nog te ontwerpen regeling voor deze categorie ambtenaren nader van advies le mogen dienen. Voorts nam de vergadering een voorstel aan om zich tot de Regeering te wenden met het verzoek, haar over te leggen alle salarissen en salarisschalen, die zullen worden vastgesteld voor de onder de com missie rcssorleerende groepen van ambte naren, die niet in het Bezoldigingsbesluit burgerlijke rijksambtenaren 1925 genoemd zijn. Ten slotte vereenigde zich de commissie met een voorstel, aan de Rcgeering, te ver zoeken voor de benoembaarheid tot klerk bij Rijksinstellingen, onder een departe ment van algemeen bestuur ressorteerendc en genoemd in hot Kon. besluit van 6 Mei 1922 (Slbl. no. 260") tot instelling van eeu bijzondere commissie voor georganiseerd overleg in zaken rakende de departements ambtenaren en het daarmee gelijk te stel len personeel, dezelfde eischen le stellen als bedoeld in art. 6 van het Kon. besluit van 21 April 1913 (Stbl. no. 136), voor zoo ver bij die instellingen niet op andere gelijk te achten wijze is voorzien, en voorts te bevorderen,, dat ook de hooge colleges van staat cn het kabinet der Koningin, voor zoover oolc daar niet bedoelde eischen zijn gesteld, dezelfde voorwaarden zullen ver binden aan benoembaarheid tot klerk bij die instellingen De C.B.P.T.T. vraagt een ey.tra-parlementalre Commissie. Op 26 Januari kwaimen dc voltallige vak- groepsbesturen van den G. B. P. T. T. te UI ree lit bijeen Ier bespreking van het rap- port-Nolting. De volgende resolutie werd met alge- mecne stemmen aangenomen: I. De C. B. P. T. T. stelt zich op het standpunt, dat een reorganisatie, beoogen- de meer economische bedrijfsvoering bij den P. T. T.-dienst, gewenscht is en ver klaart daaraan zijn medewerking te willen verleenen. II. De reorganisatie echter, zooals die Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J, C L. B. Pet. (Nadruk v.rboden 55) „Wel, nir. Balfour, antwoordde Alan, „als ik het goed begrepen heb, zijn er twee mogelijkheden: óf je bent op David gesteld, en wilt betalen om liem lenig le krijgen, óf je hebt goede redenen, om hem niet weer te willen zien, en wilt er ons voor betalen, als we hem houden. Het eerste schijnt niet het geval te zijnwel, dan is hel het tweede, en ik zou het graag willen weten, want liet zou een aardig somnrlje zijn voor mij en mijn vrienden." „Nu kan ik j.. niet meer volgen," zei mijn oom. ..Neen?zei Alan. ...\u, luisler dam goed. „Je wilt den jongen niet terug hebben; wel, wat wil je dan, dat we met hem doen, en bon vee! heb je er voor over?' Mijn oom antwoordde niet, maar schoof onrustig heen en weer op zijn zitplaats. Kom, meneer," riep Alan, „ik wou dat je heg-eep, dat ik een lieer ben; ik draag een komngsnaam ik ben geen schooier, dat ik hier aan je deur kom kloppen. Geef me beleefd antwoord, en dat onmiddellijk, of, bij den top van dan Gtencoe, ik sleek drie roet staal door je ingewanden." „Ho, man," riep mijn oom, overeind krabbelend; ..geel me een minuuf. Wat be ziel! je? Ik ben een gewoon mensch, en geen dansmeester, en ik probeer zoo beleefd tegen je tc zijn, aJs mijn geweien het toe laat. En wat die woeste taal betreft, het is onlalsocnlijk. Ingewanden, zeg je. En wat denk je, dat ik zou doen met mijn donder bus?" snauwde hij „Kruit en jouw oude handen zijn even veel legen het blanke staal in de handen van Alan als een wurm legen een zwaluw," zei de ander; vóór je bibberende vinger aan den Irekkor was, zou het gevest legen je borstbeen slooten." „Ho, man, wie zegl van niet?" zei mijn oom„donk wat je wilt, op je eigen manier, ik zal liet je niet lastig maken. Zeg me, wat je verlangt, en je zult zien, dat we het eens worden." „Goed, meneer," zei Alan; „ik vraag niets anders dan eerlijk handelen. En twee woorden, wil je den jongen dood of levend hebben T" „0 hemel l" riep Ebenezer, „o hemel, neen, dat is geen laai!" „Dood of levend!" herhaalde Alan. „0, levend, levendl" klaagde mijn oom. „Alsjeblieft geen bloedvergieten." „Wel, zei Alan, „zooals je wilt. Maar het komt duurder." „Duurder?" riep Ebenezer. „Wou je je handen met bloed bezoedelen?" „Kom," zei Alan, „gemeen is het in elk geval. En doodmaken is gemakkelijker en vlugger en zekerder. Het zal een lastige, moeilijke zaak zijn, den jongen te houden." „Ik wil tooh, dat je hem houdt," zei mijn oom, „ik wil niet met iets te maken heb ben, dat zedelijk niet in orde is, en zeker niet om oen wilden Hooglander plezier te doen." „Je bent erg nauwgezet," hoonde Alan. „Ik ben een man van principes," zei Ebenezer eenvoudig, „en als het me geld moet kosten, zal ik er voor betalen. En bo vendien," zei hij, „vergeet je, dat de jongen mijn broers zoon is." „Wel, wel," zei Alan, ..en nu de prijs. Het is niet zoo gemakkelijk dien te noe men; ik wou eerst een paar andere kleinig heden weten, bijvoorbeeld, hoeveel je Ho- season in de hand gaf?" „Hoseason?" riep mijn oom, hevig ver schrikt, „waarvoor?" „Voor het ontvoeren van David," zei Alan. „Dat is een leugen, dat is een genieene leugen!" riep mijn oom. „Hij is nooit ont voerd. Hij loog, toen hij je dat vertelde. Ontcoerd? Dat is nooit gebeurd." „Dat ligt dan niet aan jou," zei Alan, „evenmin als aan Hoseason, als hij een be trouwbaar man is." „Wat bedoel je?" riep mijn oom; „heeft Hoseason het je verteld?" „Wel, jou vervloekt oud rund, hoe zou ik het anders weten?" riep Alan. „Hoseason en ik zijn vennooten, we doen samen za ken, dus zie je zelf, dat je er niet mee op schiet, aio je ligt. En ik wil je eerlijk zeg gen, dat je ais een dwaas handelt, als je een man als den kapitein zooveel vertelt van je eigen zakem Maar dat is gebeurd, en je zult er voor bloéden. En wat ik nu wil weten, ie, hoeveel heb je hem betaald?" „Wat heeft hij jou verteld?" vroeg mijn oor. „Dat is mijn zaai," zei Alan. „Wel," zei mijn oom, „het kan ine niet schelen, wat hij zei; hij loog toch, en de pieohtige, rotte waarheid ls, dat ik h«m twintig pond gat. Maar ik wil hcol eerlijk met je zijn: bovendien zou hij nog krijgen wat de jongen in Carolina opbrachl, dat heelwat meer zou zijn, maar niet uit mijn zak, zie je-" „Dank u, mr. Thomson. Dat is meer dan j voldoende," zei de advocaat, naar voren stappend, en toc-n zeer beleefd: „Goeden avond, mr. Balfour." En „Goeden avond, oom Ebenezer," zei ik. En „Het is een mooie nacht, mr. Bal four," voegde Torrance toe. Geen woord sprak mijn oom, geen boe of ba, maar hij bleef zitten waar hij zat, op de bovenste trede van de sloep, en staarde naar ons alsof hij in sleen was veranderd Alan kaaide zijn donderbus weg, en da ad- j vocaat trok liem bij den arm van de sloep en bracht bem naar de keuken, waarheen wij allen volgden, en zette hem neer in een stoel naast den haard, waarin geen vuur j was, en alleen een kaars brandde. Daar keken wij hem aan, erg genietend van ons succesmaar toch met een soort medelijden om zijn vernedering „Kom, kom, mr. Ebenezer," zei de advo caat, „u moet niet terneergeslagen zijn, want ik beloof u, dat we gemakkelijke voorwaarden zullen maken. Geef ons in- tusschen den sleutel van den kelder, dan zal Torrance ons een flesoh van uw vaders i wijn halen, ter eere van de gebeurtenis." j Toen wendde hij zich tot mij en nam me bij de hand. „Mr. David," zei hij, „ik wcnsch u geluk met uw goed fortuin, dat, geloof ik, verdiend U." En toen tot Alan, met oen zwempje spot: „Mr. Thomson, ik maak u mijn compliment, het werd prach tig uitgevoerd, maar op 6én punt kon ik u niet good volgen. Heb ik begrepen, dat_ u James heet? Of Oharles? Of is hel mis schien George?" „En waarom zou het een van die dric zijn?" vroeg Alan, die in postuur zeilend als iemand, die een beleediging voorziet. „Alleen, meneer, omdat (1 een komngs naam noemdc-t," antwoordde Ranhcillor, „en daar er nooit een koning Thomson is geweest, of zijn roem ten minsle nooit tol mij is doorgedrongen, meende ik, dat u naar een van die drie gedoopt waart." Dit was een van de steken, die Alan liet diepst voelde, en ik moet bekennen, dat hij het erg sleoht opnam. Hij antwoordde niet, maar ging naar het uiterste eind van dc keukenen ging daar kwaad zitten; en hij glimlachte niet, cn wilde niet in ons gezel schap komen, vóór ik naar hem toe w, s ge gaan, hem mijn hand had gegeven cn hem bedankt had, en gezegd, dat hij dc voor naamslc bron van ons succes was. Inmiddels hadden wij het vuur aang. sto ken en een flesch wijn ontkurkt; een goed souper waaraan Torrance en ik en Alan ons zetten, kwam uit de mand, terwijl de ad vocaat en mijn oom in de kamer er naast gingen om to conferceren. Zij bleven daar een uur opgesloten, aan hel eind waarvan zij tot een overeenkomst waren gekomen, en mijn oom en ik onze handteeiceningeu zetten onder de acte, op formeele wijze. Bij de bepalingen hiervan verbond mijn oom zich, genoegen te nomen met dc tusschcn- komst van Ranheillor, en mij twee-derden te betalen van het jaarhjksch inkomen van de Shawa, lOvOC volgt).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5