Begrafenis- Onderneming KEERËWEER LAND- EN TUINBOUW. KUNST EN LETTEREN. Burnerliike Stand v. Leiden. RECHTZAKEN SPr^T. JONGE LIEFDE. er natuurlijk nooit, want alles bleef in één band. De geloste suiker, waarop per baal f 27 aan accijns werd gesmokkeld, ging het binnenland in. Zevenmaal beeft de motorlickter „Wille- mina" op deze wijze zout in plaats van •uiker naar Duitschland vervoerd. Er zijn 4000 zakken met suiker gesmokkeld, waar door het Rijk voor f 108.000 is benadeeld. Dit is geschied tusschen begin October en einde December van het vorige jaar. Toen ontving de hoofdinspectie van de in voerrechten en accijnzen de waarschuwing, en werd aan de recherche van het hoofd bureau een onderzoek opgedragen. Op C Januari werd op 750 bakken suiker beslag gelegd bij een zeer goed bekend £taando firma te Rotterdam, doch reeds den vol genden dag werd dit bealag opgeheven, omdat bleek, dat <le firma geheel te goeder trouw was en de suiker reeds uit dc vierde hand had. Dc recherche had inmiddels ook het smok- kelschip gevonden, dat in de Scheepmakers haven lag, en waar men aan boord juist 550 zakken suiker moest inladen, voor de achtste reis. Op deze suiker werd voorloo- pig beslag gelegd en ook op het smokkel- schip ,,Willemina,,, dat naar de Entrepot- haven is gebracht, waar het onder beheer ligt van den ontvanger der belastingen. Daar de expediteur-directeur H. van K. geen directe borgstelling bij de belastingen heeft, zal een firma uit de Westerstraat, die borg voor hem bleef, door de belastin gen worden aangesproken. In den si ga ren winkel van juffrouw L. M. G. op den Goudschensingel 237 te Rotterdam kwam gistermiddag om streeks halfvier een man, die plotseling de toevallig alleen thuis en in den winkel zijn de juffrouw met een stuk hout op het hoofd sloeg. Hij trachtte haar daarna te over meesteren, doch tijdens de worsteling, die volgde, slaagde zij er in om hulp te roepen, "waardoor zich eenig pubiek voor den win kel begon te verzamelen. Dit ziende heeft de man, die blijkbaar met bet doel binnen gekomen was, om, nadat hij do winkelier- Ster onschadelijk gemaakt had, de lade to lichten, de vlucht genomen en is, hoewel aohtervolgd, ontkomen. Dr. De Ridder, wiens hulp was ingeroepen, heeft de juf frouw bijgestaan. De slag op het hoofd heeft geen ernstig letsel veroorzaakt. Hedennamiddag is een extra- trein te Utrecht aangekomen voor het comité dr. W. O. A. baron van Vredenburgli, in Den Haag, met ongeveer 500 Hongaarsche kinderen, bestemd voor verschillende plaat sen in ons land. Naar het „H b 1 d." uit N ij m e gen verneemt is bij onderzoek gebleken, dat het 22-jarige Duitsche meisje, hetwelk zich na bet auto-ongeluk aan de Waalkade aldaar heeft pogen te verdrinken, gered i» door denzeHden schipper, die het dochtertje van den heer Ophuyzen gered had. Het bleek, dat rij de bedoeling had een einde aan haar leven te maken; zij gaf dan ook haar spijt over haaT redding te kennen. Bij onderzoek ia gebleken, dat dit meisje Vrijdagavond door den heer Ophuyzen per auto naar het Victoriahotcl moet zijn ge bracht, terwijl hij haar Zaterdagmorgen nog heeft bezocht. Op haar kamer vond men een bedrag van 1 5000 met een brief, waarin rij haar ver standhouding tot den heer O. verklaart en zegt iniet zonder hem te kunnen leven. Ook is gebleken, dat de heer O. eon groote som gelds bij zich droeg en deze beide personen het plan hadden do volgende week naar 'Amerika te vertrekken. Nadat de auto aan den wal was gebrachi is gebleken, dat de stuurinrichting nog goed werkte. Te Zwolle heeft Zaterdag een conferentie plaats gevonden tusschen den jongstcn firmant van de firma B. Loos en Zoon, eigenares van den stoomhoutzaag- molen te Blokzijl, etn don Rij ksbemidde laar en tusschen den Rijkobeiniddelaar en een lid van het hoofdbestuur van den Christ. Bond van Houtbewerkers, tevens gemach tigde van den neutralen bond, en vertegen woordigers van de stakers. De firma wei gerde iedere concessie; de vertegenwoordi gers van de werknemers bicven bij hun eisch, dat het hun vrij zal staan, lid te zijn van een vakvereeniging, zoodat de staking voortduurt. D e N e d. Maatschappij tot het Verrichten van Mijnbouwkundige Werken to Heerlen heeft te Lichtenvoorden na het 6tcenzout tbans ook de eerste steenkool laag aangeboord. Het aangeboorde zout was van een samenstelling, tot nog toe in geen der boringen aangetroffen. H e t a a n t al s o 11 i c i t a n t e n naar de betrekking van secretaris-ontvanger van het Waterschap „De Regge" te Almelo be draagt -149. Misverstand. ,,H eb je m ij n toiletzeep van mijn waschtafel genomen, Anna?" Het nieuwe meisje: „Ja, mevrouw." Mevrouw: „Wat heb je er mee gedaan?" Het nieuwe meisje: „Ik heb het toilet er mee schoongemaakt. - MevTOuw: „Gebruik je daar mijn toilet zeep voor?" Het nieuwe meisje: ,,Ja, mevrouw, 't Staat er toch duidelijk optoiletzeep." RECLAME. CREMATIE, AUTO-TRANSPORT OPGERICHT 1871 AALMARKT 16 :-i TELEF. 861 7797 Bemesting. De lange avonden zijn bijzonder geschikt om nieuwe kweekplannen op te maken. Ge tuige de inkomende vragen, weten de lezers het meestal met de bemesting niet klaar te krijgen en gewoonlijk gaat het over de vraag: Wat moet ik gebruiken, stal- of kunstmest Nu is op deze vraag niet gemakkelijk een afdoend antwoord te geven. In de eerste plaats niet, omdat kunstmest nooit in allo opzichten den stalmest kan vervangen. Het geval wordt duidelijker, wanneer wij mee- deelen, dat stalmest-, behalve dat hij voed sel aanbrengt, nog zeer gunstige nevenwer kingen bezit. Zoo vormt Jile natuurmest humus of teelaarde in den bodem, welko voor vele gewassen, o.a. voor groenten» zeer wenschelijk, zoo niet noodzakelijk is. De bouwgrond krijgt door dezen humus niet alleen een gewenschte structuur, maar te vens wordt hij meer waterhondend, wat voor de meeste bodems van groot belang is. Stalmest heeft bovendien een gunstige in vloed ofl het bacterienleven. Waar de kunstmest deze nevenwerkingen mist, daar kan hij dus daar met succes worden toege past, waar deze nevenwerking kan worden gemist; iets, wat bijv. het geval is op hu- musrijke gronden of bij die gewassen, waar bij de humus niet zoo'n belangrijke rol speelt. Ook kan men aan deze bijzonder gunstige bijomstandigheden tegemoet ko men door al het afval van huis en tuin op een komposthoop te verzamelen en dan de ze, vergane specie in den winter onder te spitten en hieraan kunstmest toe te voegen. Dit laatste lijkt one voor tuinbezitters, die ër geen mestproduceerende dieren op na houden, de meest practische meetmethode. Immers, afval als blad- en wortelresten, onkruid, gras e.m.d. komt in iederen tuin voor. Men moet er ergens een opslagplaats voor maken en als vanzelf komt de gedach te naai* voren dezen verteerden boel als mest onder te spitten, 't Spreekt, dat dit half of heel vergane afval in hooge mate de structuur verbetert, evenals het water houdend vermogen. De vorming van kool zuurhoudend water in den bodem heeft plaats, zoodat kompost een bij uitstek ge schikte meststof is, om in een zeer ge wenschte grondverbetering te voorzien. Blijft dus over de vraag, of wij met kunst, mest voldoende plantenvoedsel kunnen aan brengen, evengoed cn eVen betrouwbaar als wij dit doen met den stalmest. Hierop kan, zonder voorbehoud, met ja, worden geant woord. En dan heeft de kunstmest bij stal mest vele voordeelen. Om n.l. hetzelfde ge wicht aan plantenvoedsel te geven, behoeft een veel kleiner quantum hulpmest aange wend te worden, welke hulpmest veel ge makkelijker is uit tc strooien en minder kost van transport. Ik wil dit even nader met cijfers aantoonen. Wanneer wij voor een zeker tuinopper- vlak gebruiken 100 Kilo vasten koemest, dus ongeveer drie kruiwagens, dan wordt de bodem met de volgende hoeveelheid plan tenvoedsel verrijkt-: t.w. 0.59 Kilo 6tikstof, 0.28 Kilo fosforzuur, 0.14 Kilo kali en 0.24 kalk. Dezelfde hoeveelheid plantenvoedsel wordt gegeven door aanwending van bijna 4 Kilo chilisalpcter van lö1/^ 2 Kilo superfosfaat van 14 Kilo patent kali van 26 en door V4 Kilo ge- bluschte kalk. Al heel duidelijk blijkt hier uit, hoeveel gewicht meer moet worden ge werkt bij aanwending van stalmest. Dit meer aan kilo's wordt gevormd door de humusvormende stof, welker aantal op 100 kilo koemest 15 kilo bedraagtdc rest is water. Wanneer de te verwerken hoe veelheid zoovele malen grooter is; worden de kosten van transport en aanwending zeer bezwaard. Behalve de zeer eigenaardige getallen- verhouding blijkt uit bovenstaande iets, waarop wij nogmaals met nadruk de aan dacht willen vestigen. In den stalmest zijn n.l. aanwezig al de vier hoofdvoedingsstof fen, welke wij moeten aanwenden om een gewenschten plantengroei mogelijk te ma ken. Wanneer wij met kunstmest mesten, kunnen wij dus niet volstaan met het uit strooien van één of twee der genoemde en kelvoudige hulpmeststoffen, maar moeten ze wel degelijk alle vier worden aange wend. Terecht mag deze omstandigheid worden beschouwd als het groote struikel blok, hetwelk bij velen oorzaak is van een onvoldoende bemesting. Zoo wordt al heel vaak de kalk genegeerd, terwijl niets het vermoeden wettigt, dat deze zoo belang rijke directe en indirecte meststof voldoen de aanwezig is. Wanneer wij den tijd van aanwending van bovengenoemde hulpmest stoffen nagaan, kan worden meegedeeld, dat do kalk in het najaar of gedurende den winter ivordt gegeven, desnoods in het vroege, voor jaar en de stikstof in het voor jaar en als overbemesting nog tijdens den groei. In speciale gevallen geven wij gaarne advies. De vrager melde dan tevens den aard van den te bemesten grond, de te ver bouwen gewassen, zoomede de in vorige jaren geteelde producten en dc bemesting van de laatste paar jaren. J.S. Vragen op tuinbouwgebied aan de Re dactie onder motto „Tuinbouw." Vraag: Ik wilde mijn tuingrond laten onderzoeken. Waai kan ik dat laten doen en wat zijn de kosteD, daaraan verbonden? O. K. te V. Antwoord: Wendt u tot het Land bouwproefstation te Maastricht om inlich tingen. U wordt dan meegedeeld, hoe de grondmonsters dienen to worden genomen. Naar ik meen zijn de kosten f2.50. Dit kan u eveneens vooraf worden meegedeeld. J. S. SCHEEPSTIJDINGEN. STOOMVAART-MIJ. „NEDERLAND". KONINGIN DER NEDERLANDEN, thuisr., 19 Jan. van Sabang. SEMBILAN 18 Jan. van Batavia n. Amslerd. CELEBES, uitr., pass. 19 Jan. Point de Galle. ROTTERDAMSCHE LLOYD. GAROET, 19 Jan. van Rotterdam te Hamb. HOLLAND—AMERIKA LIJN. DTNTELDIJK, Rotterdam naar Pacific Kust, pass. 18 Jan. Lizard. STOOMVAART-MAATSCHAPPIJ „OCEAAN CITY OF TOKIO.. Japan naar Rotterdam, 18 Jan. van Hongkong. RHEXENOR, Japan naar Amsterdam, 18 Jan. van Por-Said. HOLLAND—OOST-AZIE LIJN. SALAWATI 16 Jan. van Yladiwostock, thuis reis. HALCY0N-LLIN. JULIANAPARK, 18 Jan. van Hamburg naar Malta. STAD .ARNHEM, B. Aires naar Antwer pen, 18 Jan. van St. Vincent. ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. ALHENA, uitr., pass. 18 Jan. Fernando No- ronha. NEDERL. EN VREEMDE SCHEPEN. KRALINGEN 18 Jan. v. Santander n. Cardiff THUBAN, La iPlata naar La9 Palmas, pass. 18 Jan. Fernando Noronha. ZAANDIJK, Rotterdam naar Alexandria, pass. 18 Jan. Dungeness. VALKENBURG 19 Jan. van Holtenau naar Stockholm. SCHIE 17 Jan. van La* Palmas n. Casa blanca. ZAANDIJK, Rotterdam naar Alexandriê, pass 18 Jan. Gibraltar. ARTEMIS, Suez naar Lissabon, pass. 18 Jan. Kaap Bon. JONGE CATHARINA, Carthagena naar Rot terdam, pass. 18 Jan. Fini9terre. JOHANNA 18 Jan. van Tornay Charente li. Middlesbro: BELLATRIX, Napels naar B.-Aire9, pass 18 Jan. Fernando Noronha, JONGE JACOBUS 17 Jan. van Carthagena te Valencia. JONGE ANTHONY, Antwerpen naar Barce lona, pass. 18 Jan. Gibraltar. EEMDIJK, B. Aires naar Antwerpen, pass 18 Jan. St. Vincent. VECHT 18 Jan. van Rotterdam te Barletta. WITTE Zee, W. Hartlepool naar Marseille, pass. 17 Jan. Ouessant. SIRRAH, Rotterdam naar Montevideo, pass. 17 Jan. Fernando Noronha. IJSSELDIJK 17 Jan. v. B.-Aires te Lissabon. Een Rijkstoelage van f 1000. Louis Bouwmeester heeft van den minis ter van Onderwijs, K. en W. een officieel schrijven ontvangen, meldende, dat hem door het rijk een toelage van f 1000 per jaar is toegekend, te betalen in vier driemaan- delijksche termijnen. Hij heeft dns nu met Amsterdam mee f 5000. NIEUWE UITGAVEN. Van de uitgeversmaatschappij Sanders, Steensma Co., tc Purmerend, ontvingen wij ter beoordeeling het eerste nummer van het maandblad „Onze waterschappen", officieel orgaan van den Bond van Amb tenaren bij de waterschappen in Nederland Het blad ziet er goed uit en bevat o.m. lezenswaardige artikelen over de histori sche ontwikkeling der Nederlandsche wa terstaatwetgeving, de oude Hollandscho windmolens, enz. De uitgeversmaatschappij ,W. de Haan, te Utrecht, deed ons toekomen een nieuw tijdschrift voor de jeugd „Zonneschijn" dat er werkelijk smakelijk uitziet en door de kleintjes met vreugde ontvangen zal wor den. De omslagteekening in kleurendruk is van Rie Cramer, terwijl voorts diverse be kende kinderschrijfsters hun medewerking verleenen. Als geheel een tijdschrift, dat in een be hoefte voorziet en ook door oudere kinde ren met graagte gelezen zal worden. ONDERTROUWD: D. H. v. Niekerk ja. 23 j. en Q. W. v. d. Meer jd. 23 j. J. Hü lebrand jm. 24 j. en H. Ruis jd. 21 j. O' t. Wieringen 28 j. en H. C. Nijk jd. 29 j. V/. Noest wedr. 33 j. en C. J. Dateereer wede. 28 j. HOOGE RAAD. De Hooge Raad vernietigde in rivisie een vonnis van de Amsterdamsche rechtbank,; waarbij H. J. E. alhier, wegens het onbe voegd uitoefenen der geneeskunde, waa veroordeeld tot 2 maal 14 dagen hechtenit en verwees de zaak naar het Gerechtshof te Arnhem. KANTONGERECHT TE LEIDEN. Er stonden vandaag slechts zes zaken, bestemd voor openbare zitting, benevens enkele kinderzaken op de rol. Mr. Briët nam het Openbaar Ministerie waar en mr.; Hertel fungeerde als waarnemend griffier.; De belangstelling van de zijde van het pu bliek was weer vrij groot, maar één be klaagde verschenen n.l. de 19-jarige stu dent G. Sch., te Leiden, die was gedagvaard terzake van openbare dronkenschap, wat de kantonrechter niet zoo mooi vond. Beklaagde was niet dronken geweest, zeide hij, alleen wat vroolijk. Hij had slechts zes glazen bier gedronken. Hem" werd echter voorgelezen dat de verbalisan ten, de dronkenschap hadden geconstateerd op grond van bekl.'s waggelenden gang zijn wartaal cn het rieken naar sterken drank. En wat zouden de politiemannen er aan hebben, om hem ten onrechte te ver baliseeren. Het was tusschen 12 en 1 juist een tijd om dronken te zijn, meende d© Kantonrechter. Bovendien was beklaagd© naar hij op een vraag van den Ambtenaar antwoordde, in politiebewaring gesteld. Deze vond daarom geen aanleiding dat procesverbaal van betrouwbare politie amb tenaren in twijfel te trekken, verklaarde! beklaagde schuldig aan het hem ten last© gelegde en eisch te tegen hem f 10 boet© subs. 10 dagen hechtenis. Uitspraak over acht dagen. SCHAKEN. IH. In ons voorgaand artikel bespraken wé de beweging van den koning en de koningin, we zullen nu de overige stukken nagaan en hun wjjïe van bewegen uiteenzetten. Allereerst zijh daar dan de kasteelen, ook wel toren genoemd (ofschoon dit let tel (k een germanisme is, evenals Iooparï voor raaasheeren). Deze bewegen alleen langs rechte laaien, zoodat bijv. een kasteel op e4 geplaatst, de heele e-Ijjn mag be strijken en betreden (mits hjj niet verspon! is door een ander stuk) en ook de heelé 4e rjj mag bewandelen (met dezelfde be perking, natuurlgk). De randsheeren bewan delen alleen de diagonalen over het bord, het zgn echte schuinmarcheerders 1 Zoo kan een raadsheer op e4 geplaatst bereiken de hokjes: bl, c2, d3; f5, g-6, f>7 en hl, g2, f3; d5, c6, b7, a8. Naar men oj zal merken zrjin dit alle velden van de witte kleur, de regel geldt dus, dat een raadsheer aan een bepaalde kleur van veld gebonden is. Zoo zal een raadsheer, die op 5 4 staat, nooit anders dan zwarte velden betreden. Op zonderlinge wjjae dansen de paarden in hot rond! Van hun standplaats uitgaande^ mogen zij een hokje recht en dan eeii scheef vooruitgaan. Men noemt dit eeö paardesprong. Hierbjj doet bet er niets toe, of de tusschenliggende velden bezet zjjn, een regel, waarin dus het paard van z'jn collega's afw'jkt. Alleen heeft men te zien naaxr het eindpunt van den sprong, staat er een stufc van geljjke kleur, dan kan men het paar<l er natuurlijk niet plaatsen, terwijl een stuit van tegengestelde kleur geelagen mag wor den. Bijgaand diagram geeft aan waarbeeW Op drie werst afstand van de stad ligt een groot dennenboech; daarheen richten een troepje jongelui, lachend en geksche rend, hun schreden en steken op hun ski's, het dunne stokje in de rechterhand met onderaan het wieltje, het sneeuwvlak over. Het bosch, donker-groen en machtig, ligt reeds vlakbijer boven staat de bleeke, ronde maan, terwijl*naar rechts de zon de goudglanzende sneeuwvlakten in de verte bijna schijnt te beroeren. Een der beide jonge meisjes is de ande ren vooruit; af cn toe struikelt zij en ver liest haar lorgnet, z ijis het eerst bij den zoom, bij den met sneeuwbedekten bosch- weg, onder de hooge dennen. De knappe, levendige cadet laat haar niet lang alleen en maakt steeds nieuwe grapjes. Zij ant woord hem, schalks en uitdagend, terwijl zij onhandig toch steeds verder schuift. Tus schen die twee schijnt iets te bestaan In het woud valt de schemering; het vriest en de hooge hemel spant zich koud en blauw over dc open plek in het bosch. Hier, meer dan overal elders, is het zalig, zich jong voelend, feestelijk, in afwachting van een onbestemd geluk, de koude, reine lucht in te ademen. De lyceïst, die al den tijd naast het gymnasium-meisje zich voort beweegt, wacht nog meer gespannen dan die anderen op het geluk. Nn blijven zij bij een open plek staan, rusten opgewekt uit en spreken allen opeens tegelijk; de beide jongelui steken een siga ret op, die ze savoureeren. Allen vertoonen opgewonden gezichten, glanzende oogen; ©r plekt ietwat rijp aan de wenkbrauwen. „Waar nu naar toe „Natuurlijk naar den stroom beneden." „Maar kijk eens,, daar komen nog meer •hi-loopers." „Wie 1 Misschien 'de Iljins Een prettig •amentreffen 1"- „Wie komt er?" vraagt de gymnasiaste aan den lyceïst. „Je mede-speelstertje van het dilettan- ten-tooneel, Saljaslaja en Potiemkin." „Ajakkes, ik heb geen lust met hen sa men te zijn. Laten we liever gauw verder gaanwij vinden de anderen wel op de weide terug." „Best." Zij zeggen de beide metgezellen goeiendag vatten olkaar bij de hand en glijden rechts af, van uitroepen en lachen achtervolgd. De lyceïst voelt sterk zijn hart kloppen. Hij voelt, dat zij met den verwonderlijken durf, waartoe alleen maar een vrouw capa bel is, met een grap de waarheid gesproken heeft. Hij weet, dat tijdens dezen vrijen dag tusschen hem en haar alles reeds zon der woorden gezegd werd, dat beiden slechts op het oogenblik en op de beslis sing wachten, om het woordloos-gesprokene tot werkelijkheid te maken. Dit oogenblik is plotseling gekomen. Maar zij gaat voor waarts en zwijgt, en zijn opgewondenheid wordt bij de gedachte, of hij zich nog kon vergissen steeds grooter. Zij zwijgt en glijdt als wist zij van niets, op Haar sneeuwsohoe- ne verder. Van opwinding zwijgt ook hij, of hij praat over zeer onverschillige dingen. „Wil je niet meer iets links gaande sneéuw ligt daar dieper." „Neen, dank je, 'fc gaat hier goed Opnieuw glijden ze, even wat naar vo ren gebogen, op him ski's zwijgend verder. De sneeuw naast de rossig-getinten den nenstammen wordt al dieper en dieper, de avond dekt de kleuren zacht en gaat in maannaóhb over, die nu zijn heerschappij langzaam gaat hernemen. „Ai, ik geloof, dat ik moe wordt 1" zegt ze eindelijk en keert hem glimlaohend haar blozend geziohtje toe. „Waar komen we eigenlijk terecht tflk geloof* dat we TtK« dwalen.^i'-A Zijn hart bonst nog feller, maar hij dwingt zich zijn stem zooveel mogelijk natuurlijk heid te geven en antwoordt: „Nog een klein eindje, dan krijgen we weer een open plek en een bankHer inner je je dat niet meer Loop wat lang zamer en vooral regelmatig. Zóó: één, tweeéén, twee Bij de plek aangeland, staat de bank ge heel onder de sneeuw bedolvennu laat hij ook haar handje los, maar voelt tegelijker tijd hoe groot het genot was van dat vast houden. „Hoe prachtig 1 Wat een rust! Maar wat rijn dat voor vogels „Dat zijn kraaien." „Wat zijn ze mooi!" „Zal ik er een schieten?" Hij trekt een klein revolvertje voor den dag. „Neon, o neen," zegt ze met half-open, lachende lippen. Zij wil den vogel doen ver schrikken, maar hij komt nader gevlogen. Alsof er een zweep knalde, klinkt er een schot; zij sluit angstig de oogen en stopt haar ooren toe. De kraai ligt als een toevallig nieting- heidje in do sneeuw. „Dat is wel heel merkwaardigi" roept de jongeman uit, terwijl' hij zich over den vogel heenbuigt. „Met de revolver en direct dood!" En hij voelt opeens sterker dan ooit, dat de tijd voorbijgaat en dat zij beiden juist dat niet zeggen en niet doen, wat hen dwingt. „Vindt je het niet jammer?" vraagt zij en bekijkt het nog warm© vogellijfje. ,,0 neen, heelemaal niet!" probeert hij te schertsen, terwijl zijn tanden door een inwendige emotie tegen elkaar klapperen, omdat hij haar lippen vlakbij ziet, het don zige haar in den nek, haar kleine schoenen >n de epeeuw. „Je hebt bloed aan je hand Zij legt den dooden vogel op de bank en heft de oogen naar hem op, die vragend en in afwachting schijnen. „Geef je hand eens hier; ik zal die met sneeuw schoonmaken Zij strekt haar hand uit. Hij wrijft ze met sneeuw en zijn hart barst bijna door de ondraaglijke begeert© haar te kus sen Het is al geen avond meer.De maan tus schen de dennen glanst als een spiegel In de lichte schaduw, die de toppen der boo- men spreiden, heeft de sneeuw de kleur als van asch, maar op enkele hei-lichte plekken glinstert ze als diamant. Het gaat al meer vriezen. „Maar wat doen wezegt zij en staat opeens pal overeind. „Wij loopen de kans de anderen niet meer te vinden. Vooruit, laten we gauw verder gaan En weer grijpen zij naar eikaars hand en bewegen zich snel op de ski's vooruit. Tien, vijftien minuten gaan voorbij „Wacht even! Wij zijn niet in de goede richting. Waar kunnen we zijn? Daar heb je weer een open plek in 't bosch „Neen, waarachtig", zegt. de lyceïst, „kijk eens hier, de weg daalt sterk; dat is al de richting van den' stroom. Wij heb ben ons, zonder het te merken, te veel naar links begeven Maar zij staat doodstil en kijkt verward om zich heen. Hier is het Heel eenzaam, overal diepe sneeuw. Boven Haar straalt als bij diepen nacht de maan; de schaduwen tusschen de dennen zijn zwart, duidelijk omlijnd; bij de bocht van de open plek staat, onder sneeuw gedeeltelijk bedolven, een hut, het dak fonkelt van witte en blau we diamanten. Diepe stilt© heerscht rond om. „Je hebt mij naar hier af doen 'dwalen," zegt 2e halfluid, met wat angst in de stefif.; „Kom gauw mee terug." Maar hij kijkt haar vreemd aan en trek| haar bij de hand vooruit. „Kom maar, laten we even de hut inkij keneven maai' Zij gaat een paar stappen mee, maa bij de hut weigert zij beslist, blijft staarf,; terwijl ze haar hand losmaakt. Hij maakf zijn sneeuwschoenen los, gaat over een b©4 vroren paadje op de open deur toe, bukt' zich en verdwijnt in do donkerte. Na eeni oogenblik roept zijn stem vanuit de hutt „Hoe mooi is het hier! Kijk zelf maaf: eens door het venster. Je bent toch niei bang „Neen, ik wil niet. Waar ben je, kom nti toch, het wordt zoo laatl" „Hoe mooi glanst het maanlicht hier bini- nen, als in een sprookje." „Als je niet naar buiten komt ga ik alleeui verder Zij gaat over de bevroren, krakend^ sneeuw toch even op het venster toe ©ft kijkt naar binnen. „Waar ben je toch Op dat oogenblik wordt zij door het zeld- zamo, machtige, paradijs-mooie, groen© licht van een den ganschen hemel doorsnij denden meteoor verblind, zoodat zij het uitschreeuwt en in haar schrik de deur vatt de hut binnen stormt Na een korte wijle komen zij weer naar buiten, naar de open plek, die in volleil maneschijn ligt, en kunnen, todafc rij bij den stroom zijn, van waar reeds luid olfl hen geroepen wordt, geen woord over de lip pen brengen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 6