0NTV8EBH. No. 19896 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 Januari Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. GEMENGD NIEUWS. FEUILLETON. De zomertijd. Op vragen van het lid in de Tu'eede Ka mer, den heer Braat: 13 het Zone Excellentie bekend, dat het overgroote meerendeel van het Nederland- sche volk verlangend uitziet naar het, over het gebtele jaar. handhaven van den Am- eterdamsohen tijd? Is Zijn Excellentie bereid, gehoord die verlangens, bekend met de tvenschen der Tweede en Eerste Kamer, gezien het min- derheidsrapport der tijdcommissie en de vele daarin genoemde bezwaren voor den land bouw e.a. en ter geruststelling voor die genen, die van den zomertijd displeizier, ongemak en schade ondervinden, mee te deelen, dat van hem binnen voegzamen tijd maatregelen tot afschaffing van den zomer tijd te verwachten zijn? heeft de Minister van Binnenlandsche Za ken en Landbouw geantwoord: De ondergeteekende beschikt niet over gegeevns, die hem zouden machtigen tot de verklaring, dat het overgroote meeren deel van het Nederlandsche volk verlangend uitziet naar het, over liet geheele jaar. handhaven van den Amsterdamschen tijd. Een wetsontwerp inzake den z.g. zomer tijd heeft het Departement verlaten. Om trent den inhoud daarvan kunnen, \oIgens goed gebruik, thans geen mededeeüngen worden gedaan. Eea Staatscommissie voor voorbereidend Hooger en Middelbaar Onderwijs. Bij Kon. besluit is: lo. ingesteld een Staatscommissie, aan welke v^irdt opgedragen: „te overwegen in hoever de Regeering met inachtneming der grenzen, die de openbare kas stelt, een normale ontwikkeling van het openbare zoo wei als van het bijzonder voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs ook in de toekomst kan mogelijk maken en b. een redeljjk verband kan bevorderen tusschen de salarissen van het personeel van bet middelbaar onderwijs aan Rijksscholen, het personeel van het voorbereidend hooger en middelbaar onderwijs aan gemeentescholen en het personeel van het voorbereidend hoo ger en middeleaar onderwijs aan bijzondere scholen. 2o. Aan deze commissie opgedragen van hare werkzaamheden en bevindingen rapport uit te brengen, terwijl het den leden, wier gevoelen ran dat der meerderheid afwijkt, zal vrij staan van dat afwijkend gevoelen te doen blijken bjj afzonderlijk rapport, het welk iegelijk met dat der commissie zal worden aangeboden. 3e. in deze commissie benoemd: a. tot lid e:i voorzitter mr. V. H. Rut gers, ïid van de Tweede Kamer en van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te 's-Gravenhage; tot leden: ir. J. \V. Albania, lid van de Tweede Kamer, te 's-Gravenhage: R. Casi- mir, roctor van het Nederlandsch Lyceum en hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te Leiden, wonende te 's-Gravenhage; mr. dr. A. van Voorninck, thesaurie.'-generaal bij bet Departement van Financiën te 's-Gra- vonhage; dr. J. P. Fockema Andreae, bur gemeester van Utrecht, voorzitter van de Voreeniging van Nederlandsche Gemeenten, wonende te Utrecht; dr. S. S. Hoogstra, directeur Rijks Hcogere Burgerschool, te Gouda, wonende te Gouda; J. H. Xeysers, rector van het R.-K. Gymnasium te Katwjjk a. d. Rijn, wonende te Katwijk a. d. Rijn; di'. W. J. Kolkert, directeur der Christelijke Hoogere Burgerschool te Amsterdam, wo nende te Amsterdam; IL W. Tilanus, lid van de Tweede Kamer en secretaris van den Onderwijsraad te 's-Gravenhage; mr. A. I. tl. J. baron van Wijnbergen, lid van de Tweede Kamer, te Utrecht; c. tot secretaris: H. L. Smallegange, commies bij het Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, te -'s-Graven hage. Prof. W. Mallinekrodt. f Te Arnhem is op 80-jarigen leeftijd plot seling overleden prof W. Mallinekrodt, rus tend hoogleeraar vanwege dë Ned.-Herv. Kerk te Groningen. Mallinekrodt is in 184-1 te Drill geboren, was eerst eenige jaren Ned.-Herv. predikant t6 Westmaas, daarna van 1871 tot 1891 pre dikant in Ned. Oost-Indië. In Nederland teruggekeerd, werd hij predikant te Maurik en daarna te Maastricht. In 1902 werd hij kerkelijk hoogleeraar te Groningen. In 1915 verkreeg hp zijn emeritaat. Hij werd tot de Evangelische richting gerekend en heeft enkele modernen scherp 6estreden. Als medewerker schreef hij lange jaren in het tijdschrift „Geloof en Vrijheid". Hij schreef Panopticum. Liederen en gedichten (1884) en Ex animo (1904) een bundel uitspraken over kerkelijke en godsdienstige vragen. De teraardebestelling is bepaald op Woensdag 21 Januari op de begraafplaats Moscowa te Arnhem. Prof. ir. G. N. Itz. t De Zaterdag te Aimen overleden prof. ir. G. N. Itz werd 24 Augustus 18G2 te Zutlen geboren. Van 1875'81 'liep hij daar de H. B. S. af en studeerde van 1883'SS aan de toenmalige Polytechnische Schoof te Delft; in dat jaar behaalde hij het diploma van bouwkundig ingenieur. Op 1 September 1906 volgde zijn benoeming tot hoogleeraar in de bouwkunde aan de Technische Hoogeschool, nadat hij tot op (Lat oogenblik leeraar was geweest aan de Kon. Militaire Academie te Breda. Op z(jn verzoek verkreeg hjj om gezondheidsredenen eervol ontslag met in gang van 1 September van het vorig jaar, waarna hij ook ai tengevolge van de hart kwaal waaraan hrj leed, teruggetrokken feeï- de te Aimen, waar hij nu, kort na zijn ontslag, gestorven is. De zetel der Alg. Ver. voor Bloembollen cultuur. Men schrijft ons: Naar wjj vernemen heeft het hoofdbestuur der Algera. Vereeniging voor Bloembollen cultuur met algemeene stemmen bestoten, de Beurs te Haarlem te houden. Vermoedelijk wil dit zeggen, dat het hoofdbestuur niet aan de algemeene ver gadering zal voorstellen te Heemstéde of to Hillegom een nieuw gebouw te stiohten. Zouden de „heeren te Haarlem" tocb hun zin krijgen? Bij Kon. besluit is benoemd lot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeuw L. B. Theissling, magister-generaal van de Orde der Dominicanen, te Rome; is toege kend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaitle, in zilver, aan A. Aarsen, machinemeester bij de Eersto Ne derlandsche Coöperatieve Beetwortelsuiker fabriek, te Sas-van-Gent; zijn bij de Alge meene Rekenkamer, met ingang van 1 de zer, benoemd tot hoofdcommies W. F. N. Kennedy, thans commies; commies C. K. J. Marinus, thans adjunct-commies; adjunct commies J. A. van Duyn, thans klerk Naar wij uit betrouwbare bron verne men, zal binnen alzienbaren lijd een wets- onlwerp verschijnen tot regeling van hel ca- pilulanlen-stelsel. („Rcs.-Bode") Te 's-Gravenhage is van 17 tot 19 dezer de eerste winter-conferentie der oud- fedenorganisaüe der Vrjj-.:. Chr. Studenten- Bond gehouden. Wel organiseert zij, zooals bekend, telken jare in Barchem een zomer- conferentie, doch tot nu toe was een speciale winterbjjeenkomst achterwege gebleven. Na een kort openingswoord van den voorzitter, ds. F. Klojjii, Rem. pred. in Den Haag, heeft op den Zaterdagavond ds. B. ter Haar, Ned--Herv. pred. te Groenlo, een lezing gehouden, welko tot titel bad „Be keering". 's Zondagsmorgens stond een kerkgang b(j ds. F. Kiej'n op het program, wiens preek geheel in de Ijjn der conferentie lag. 's Avonds hield prof. Heering een lezing met tot titel: „De eischen van het Evan gelie". In de slotbijeenkomst op Maandagmorgen hield ds. Sirks, Rem. pred. in Den Haag, een inleiding over: „Het herkennen der religie. Na een kort woord van den voorzitter werd deze eerste conferentie gesloten en naar bleek uit de organisatorische besprekin gen, die tusschentijds gehouden werden, wilde men algemeen een herhaling in vol gende 'jaren van zulk een winterconferentie. Te Usquert is op S9-jarigen leeftijd overleden het oud-Eerste Kamerlid D K. Welt. Op de algemeene begraafplaats te Mid delburg ia ter-aardo-besteld het stoffelijk overschot van den heer L. K. van der Harst Jzn., oud-lid van den gemeenteraad. De heer M. J. van Pienbroek voerde als voorzitter van het Departement Zeeland van de Pharmaceutische Vereeniging hei woord. Spr. schetste wat de overledene voor die vereeniging heeft gedaan, waarvan hij eenige malen departementsvoorzitter was. Een eervolle loopbaan van 45 jaar als apotheker heeft de heer Van der Harst ge had. De dochter van den overledene, mej. Harry van der Harst, uit Leiden, dankte mede namens de verdere familie voor de laatste eer haar vader bewezen. Te Kramen is gisleren in drie hotels een demonstratie gehouden van arbeiders, wc-rkzaam bij dc door hot Rijk gesubsidieer de werkverschaffingen: In alle zalen werd achtereenvolgens door de heeren Ilicmslra, voorzitter van den Modernen Landarbeidersbond, Van der Walle, secretaris van het N. V. V. en Por- legios, districlsbnstuurder van den Moder ns Landarbeidersbond het woord gevoerd. De Scc-Dem. Kamerfractie was vertegen woordigd door mevrouw De VriesBruins Ten slotte is de volgende molie aange nomen De vergadering van arbeiders, werkzaam bij dc vanwege het Rijk gesubsidieerde werkverschaffing-, van oordeel, dai de ar beidsvoorwaarden bij de werkverschaffing dringend verbetering behoeven; dal de te- werk-stelling van de thans uitgesleten ar beiders een dringende ei;ch is; noodigt het hoofdbesluur van den Modernen Landarbei dersbond uil,, de pogingen daartoe voorl te zeiten en verzocki de voor Drente zitting hebbende Soc.-Dem. Kamerleden deze po gingen krachtig le ondersteunen. Naar men aan ,,Dc Resb." meldt, tal binnenkort worden overgegaan tot de aan schaffing van do nieuwste gasmaskers. In het voornemen ligt het, te zijner tijd ook over te gaan tot het aanschaffen van che mische strijdmiddelen, behoudens in geval van internationale regelingen. De Minister- van Binnenlandsciio Za ken en Landbouw heeft een bezoek gebracht aan Zutphen. Hij bezocht in gezelschap van den burgemeester, de beide wethouders en den secretaris het vernieuwde Wijnhuis met museum, de Rijks-landbouw-winlerschool het torroin der werkverschaffing on het uieuw aangelegde handels- en industrie-terrein met haven van de firma Spieker Elferink, waar commissarissen en de directie inlich tingen gaven. Van daar werd naar de in aanbouw zijnde cn reeds gedeeltelijk betrok ken met Rijkssteun gebouwde 130 arbeiders woningen aan den weg naar Laren gereden. Ten'slotte bracht het gezelschap een bezoek aan het keuringsgebouw, waar de directeur, ir. De Kruijff, de heeren inlichtte. Ten huize var. den burgemeester heeft de Minister het noenmaal gebruikt en is te 3.18 naar Den Haag vertrokken. De Minister van Buitenlandsche Za ken brengt ter konnis van belanghebbenden, dat, met ingang van 1 Januari 1925, de Duitsche visumvoorschriften met betrekking tot het verlaten ran het Duitsche grond gebied 'een wijziging beeft ondergaan; hot z.g. Unbedenkliohkeitsvermerk, hetwelk tot dusver door allen, die in Duitschland be lastingplichtig waren, bij het bevoegde Fi- nanzamt moest verkregen worden, is met ingang van genoemden datum komen to vervallen. Verder zjjm Nederlanders, dio in Duitschland hun woonplaats hebben of zich aldaar voortdurend ophouden, voortaan vrij gesteld ran het verplichte bezit van een pasvisum voor het verlaten van het Duitsohe rrjk, indien zjj in het bezit zjjn hetzij van oen door de bevoegde overheid in Duitsch- l'ui'j afgegeven visum voor de terugreis (Sichtvermerk zur Wiedereinreise nach er- folgter Ausreise), hetzij van een door de bevoegde overheid in Duitschland afgegeven verbl ijfsvergunning. Bij minis terieele beschikking zjj a o.a. de vOigenoVj bijz. H. B: S. aangewezen als bevoegd in 1925 aan haar leerlingen, die het onderwjjs in de hoogste klassen tot het einde tan den cursu3 hebben gevolgd, ge legenheid te geven om op dezelfde voor waarden en op dezelfde wijze als de leer lingen der openb. IL B. S. met 5-j. c., na afgelegd eind-examen, het getuigschrift, be doeld in art. 55 der M. O.-wet te verkrijgen: Chr. H.B. S. te Leiden; R.-K. H. B. S. te Katwijk a. d. Rijn; Chr. H. B. S. te Alphen a. d. Rijn; bjjz. H. B. S. te Woerden; id. te Voorschoten. De Minister van Financiën brengt ter algemeene kennis, dat de oprichting van een bureau voor belasting-inning door G. A. Weiman, te Diemen, bij welke oprichting meling is gemaakt van het feit, dat het Departement van Financiën van de zaak kennis draagt, in geen enkel opzicht de instemming heeft van het Departement van Financiën. Door den heer Kleerekoper zjjn aan den Minister van Justitie de volgende vragen gesteld: Is de Minister van Justitie bereid te onderzoeken of het juist is, dat bjj de arrestatie of het verhoor of bjj liet opsluiten van personen, die in Schoten en omstreken ais verdacht van brandstichting in Rijksgebouwen, zijn aangehouden, door de Rijkspolitie schoppen zijn gegeven, zoo dat een der arrestanten een wond aan het been kreeg? Is het juist, dat deze personen, onder wie ook vrouwen, die 's morgens zeer vroeg, de ineesten van hun bed af zijn gearresteerd, eerst in den namiddag een stuk brood heb ben gekregen, en dit ten gevolge van hun protest, terwijl zij alleen tegen betaling daarbij een kop koffie konden krjjgen? Is het juist, dat een der gearresteerden 's nachts om twee uur weer aan de deur is gezet, ver van zjjn woonplaats, in stede hem in den nacht weder huiswaarts te brengen per voertuig, zooals men hem ge baald had? Indien een van deze feiten juist mocht zijn, of verschillende van deze feiten inder daad voorgevallen mochten blijken, acht de Minister dan dit optreden juist, met name tegenover personen, omtrent wier aanspra kelijkheid voor datgene, waarvan zjj ver dacht worden, nog niets is gebleken? Als leiddraad voor de beoordeeling of oen ambtenaar voor de toepassing van het Bezoldigingsbesluit burgerlijke Rijks ambtenaren 1925 is te beschouwen als kost winner van een gezfn, heeft de Regeering bepaald, dat kostwinners zijn: a. weduwnaars, weduwen en gescheiden cchtgenooten, die één of meer wettige of wettelijk erkende kinderen of stiefkinderen to hunnen laste hebben; b. zij, die uitslui tend of in hoofdzaak zorg dragen voor het onderhoud van ouders, pleegouders, grootouders, broeders of zusters, die niet in staat zrjn, in eigen onderhoud te voor zien; c. gehuwde vrouwen, voor zoover haar gezin uitsluitend of in hoofdzaak op haar inkomsten is aangewezen; eon en ander te beoordeelen naar den toestand op 31 Dec. 1924. Bjj de vaststelling van de bezoldigiug, ingaande op 1 Jan. 1925, zijn voorloopig als kostwinner beschouwd zij, die bij do salarisverminderiug op 1 Mei 1924 als zoo danig z'qti aangemerkt. De audiëntie v. d. Minister van Wa terstaat zal Vrijdag a.s. niet plaats hebben. RECLAME. Een slecht humeur, slapeloosheid en schele hoofdpijn worden vaak veroorzaakt door leversloornissen. Foster's Maagpillen zullen het kwaad spoedig overwinnen. Zij wékken de lever op, en worden aanbevolen tot het genezen van galzucht, verstopping en maagkwalen. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65; in apotheken en drogistzaken. 2541 DemoordopBuach. Omtrent de reeds vermelde bekentenis van Muyhvijk wordt nog gemeld: Gistermorgen word de verdachte M. Muylwijk door den recbter-commissaris mr. Dons aan een langdurig verhoor onder- Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaiing van J. C. L. B. Pet. (Nadruk verboden, 48) De eerste ionen weerklonken nauwelijks, of een verandering kwam in zijn gezicht; ioen het tempo vlugger werd, kon hij bijna niet blijven zitten en lang voor het stuk uit was, waren de laatste teekenen van woede verdwenen, c-n dacht hij slechts aan de muziek. „Robin Oig," ze iliij, toen het uit was, „je bent een groot fluitspeler. Ik kan niet - in één adem genoemd worden met jou. Op mijn woord, je hebt meer muziek in je pink, dan ik in mijn hoofd. En ofschoon ik ge loof, dat bet andersom zou zijn op het koude staal, waarschuw ik je van le voren, dat het niet eerlijk is. Het zou tegen mijn wensoh zijn, een man neer te stoken, die zóó kan fluiten als jijt" Daarmee was de twist uit, den heolen nacht ging de stroop rond en het was vrij helder dag geworden, en de mannen niet vorstandiger na wat zij hadden gedronken, vóór Robin er aan dacht weg te gaan. HOOFDSTUK XXVI. Het einde van de vlucht; wij steken de Forth over. De maand was, zooals ik reeds zeide, nog niet om, maar het was al laat in Augustus, en prachtig, warm weer, met alle teekencn van een vroegen cn rijken oogst, -toen ik weer ill staat werd verklaard mijn reis te vervolgen. Ons geld was zoo gemin derd, dat wij in de eerste plaats voor snel heid moesten zorgen, want, als wij niet spoedig bij inr. Ranhcillor kwamen, of als hij zou weigeren ons le helpen, wanneer wij kwamen, zouden wij verhongeren. Vol gens Alan moest bovendien de jacht aan merkelijk verslapt zijn en do-grens van de Forth en zelfs de SLirlingbrug, die de voor naamste weg over de rivier is, maar het weinig oplettendheid bewaakt. „Het is een van de voornaamste princi pes in militaire zaken," zei hij, „daarheen te gaan, waar je liet minste wordt ver wacht. Vooruit moeten we, je kent het ge zegde: ..Voort stormt de wilde Hooglander." Wel, als wij om de rivier heen probceren te kruipen en terecht komen hij Kippen of Balfron, zullen ze ons juist daar in handen krijgen. Maar als wij recht op de oude Stir- lingbrug afgaan, geef ik je mijn woord, dat wij er ongehinderd doorkomen." Dienovereenkomstig gingen wij den eer sten nacht naar het huis van een Maclaren in Strathire, een vriend van Duncan, waar wij don eon-en-hvintigsten van de maand sliepen en van waar wij bij het vallen van den nacht vertrokken, om weer een gemak kelijke rei9 te hebben. Den (wee-en-lwin- tigsten lagen wij in een heidebosch op den heuvelkant in Uam Var, in liet gezicht van een kudde schapen, dc gelukkigste tien uren slaap in een heerlijken, zachlen zon neschijn, op kurkdrogen grond, dien ik ooit heb gehad. Dien nacht sloottlen wij op Al lan Water en volgden het stroomaf en toen wij aan den rand van de heuvels kwamen, zagen wij de heele delta van Stirling bene den ons, met de stad en het kasteel er mid den in, en den maneschijn op de bocht van de Forth. ..Nu," zei Alan, ,,ik weel niet, hoe je het vindt, maar jc bent weer in je eigen land. Wij zijn om één uur de Hooglandsohe grens gepasseerd en als wij nu over dat bochtige water konden komen, mochten wij onze mutsen in de lucht gooien." In het Allan Water, dicht bij de plaats, waar het in de Forth valt, vonden wij een klein, zandig eilandje, begroeid met klissen en boterbloemen en andere lage planten, die ons juist zouden bedekken, als wij plat gingen liggen. Hier maakten wij ons kamp, in het gezicht van het kasteel van Stirling, waar wij de trommels hoorden slaan, alsof een deel van het garnizoen paradeerde. Maaiers werkten dien gansohen diag aan den ecnen kant van de rivier, en wij konden de sleenen tegen de sikkels liooren slaan en de stemmen en zelfs de woorden van do pra tende mannen. Wij moesten stil blijven liggen en onzen mond houden. Maar het zand van het eilandje was warm van de zon, de groene planten gaven schaduw voor ons hoofd, wij hadden eten en drinken in overvloed, en bovendien waren wij in het gezicht van de vrijheid. Toen de maaiers van hun werk gingen en do schemering begon te vallen, waad den wij aan wal en gingen naar de brug van Stirling in de volden en achter de heg gen blijvend. De brug is vlak onder den heuvel met tinnen op de borstwering, en het is le be grijpen. met hoeveel belangstelling ik er naar keek, niet alleen, omdat liet een be roemde plek in de geschiedenis was, maar omdat hel de poort der verlossing was voor Alan en mij. De maan was nog niet op, een paar lichtjes schenen langs den muiir van de sterkte, en wat lager een paar verlichte vensters in de stad; maar het was doodstil en er scheen geen wacht op de brug te zijn. Ik was er voor, onmiddellijk door te gaan; maar Alan was voorzichtiger. „Het lijkt buitengewoon rustig," zei hij, „maar toch zullen wij voorzichtig achter een dijk gaan liggen om zekerheid te krij gen. Zoo lagen wij ongeveer een kwartier, nu eens samen fluisterend, dan weer stil lig gend cn niets hoorend van liet kabbelen van het water tegen de pijlers. Ten laatste kwam er een oude vrouw aangestrompeld, die eerst bleef staan, dicht bij de plaats, waar wij lagen, en zichzelf beklaagde over de Lange reis, die zij had gemaakt, en toen weer voortging den steilen oprit van de brug op. De vrouw was zoo klein, en de nacht was zoo donker, dat wij haar spoe dig uit het oog verloren, en alleen het ge luid van haar stappen en haar slok cn haar hoest, dien zij bij buien kreeg, verder hoor den wegtrekken." „Nu moet zij er over zijn," fluisterde ik. „Neen," zei Alarn. ..haar voeten klinken nog hol op de brug." En juist op dat oogenblik riep een stem: „Werdal" En wij boorden de kolf van een. musket op de keien slaan. Ik veronderstel de, dat de schildwacht in slaap was geval len, zoodat wij er misschien ongezien langs waren gekomen, als wij het hadden gepro beerd. maar nu was hij wakker en de kans cVerkeken. „Dai gaat nooit," zei Alan. „Dat gaaJt nooit voor ons, David." En zonder verder te spreken begon hij terug te kruipen door de velden, kwam een poosje later, toen hij uit het gehoor was. worpen. Het was den arrestant niet moge lijk de verschillende tegen hem aange brachte bezwaren te ontzenuwen. Ten slotte gaf hij toe in den avond van Vrijdag 22 October 1915, tussohen zessen cn zovenen, den commissionair Busch t« hebben vermoord. Zijn bedoeling was, Busch to bcroovcn. Dat heeft Muylwijk gedaan en zijn slacht^ offer in een pakkist begraven, nog vóór de beide werklieden waren teruggekomen. Aric Vink, dio eenige dagen preventieve hechtenis heeft moeten onder gaan, daar zijn naam genoemd was als die van den verdachte van de poging tot dood slag op den nachtwaker H. J. dc Wit op den Wcsterdoksdijk te Amsterdam is thans op vrije voeten gesteld. Van zijn schuld is niets gebleken. Do staking te IJ m u i d c n. Het bestuur van de Ncd. Federatie van Trans portarbeiders bericht, dat do gehouden stakersvergaderingen te IJmuidcn, Egmond en Amsterdam tegen het advies van het be stuur in met 269 tegen 185 stemmen en 21 blanco besloten hebben de voorstellen van do Rcedersvcrceniging niet tc aanvaarden. De grootte tegenzin der stakers richtte zich tegen het feit, dat de toegezegde gage-ver- mcerdering als premie per 3 maanden bij dezelfde roederij gevaren hebben en dus niet bij de gewone maandgages zou wor den uitbetaald. Het advies van hot bestuur was niet g<? geven wegens gebrek aan gelden voor de steunuitkecringen, gelijk uit IJmuiden ge meld werd. Dit bleek reeds uit hot feit, dat j.l. Zaterdag de uitkeering aan de ge- organiseerden met f 1 verhoogd is gewor den. Een sniokkelschip. Dezer, dagen is een werkman op het kantoor va< den hoofdinspecteur van de invoerrechten en accijnzen in do Boompjes te Rotterdam komen vertellen, dat er in dc haven met suiker gesmokkeld werd. De man was bij lading van deze suikor werkzaam en kreeg daarvoor boven het gewone daggeld van f 12 tot f 15 daags uitbetaald. Toen hij van den met de uitbetaling belasten persoon naar zijn meening te weinig ontving en op zijn reclame geen voldoening kreeg, liep hij naar het belastingkantoor om de ambtena ren in te licbten. Op verzoek van de hoofdinspectie der. invoerrechten cn accijnzen heeft de recher che van het hoofdbureau van politie zich met een onderzoek belast, waarbij het vol gende aan het licht is gekomen. In den loop van verleden jaar is opgericht de naamlooze vennootschap „De Will«- mina", directeur H. van K., een daar ter stede gevestigde expediteur. Do bezitting van de naamlooze vennootschap bestaat uit den motorlichtcr „Willemina". Deel van de vennootschap maakt uit een te Hamburg gevestigde firma, die suiker le verde uit Duitschland, welke suiker over Rotterdam in transitovorkccr weer naar Duitschland moest vervoerd worden. Uit een zeeschip werd na aankomst te Rotterdam de suiker in de „Willemina" overgeladendeze motorlichter werd amb telijk verzegeld, cn daarna werd verlof tot' expeditie gegeven, zoodat schipper Van TJ. met zijn motorlichter de reis kon aanvaar den. Accijns behoefde van deze suiker niet' betaald te worden. De ambtenaren van de belasting wisten evenwel niet, dat de „Willemina" ingericht was als smokkelsohip, en dat de zegclpen- nen, die bij de verzegeling om de luiken' gaan, zóó ingericht waren, dat zij uit el kaar genomen konden worden zonder de douanesluiting te verbreken, en dat vervol gens ook de luiken konden weggenomen' worden. Waren de ambtenaren vertrokken, dan stevende schipper Van U, mot de „Wülo- mina" naar een punt in dc haven, waar. met bekwamen spoed de luiken geopend, de balen suiker gelost on door balen zout vervangen werden. Voor deze balen zout zorgde dezelfde Hamburgsche firma. In plaats van suiker werd zout naar Duitschland vervoerd. Reclames kwamen weer overeind, en sloeg een weg in, die naar het oosten leidde. Ik begreep niet, wal hij deed; ik was zoo teleurgesteld, dat ik nergens meer plezier in had. Een oogen blik geleden zag ik mezelf al aan de deur van mr. Ranheillor kloppen, om mijn erf-, deel op te eischen, als»de held van de bal lade, en nu was ik weer hier een zwerven de, opgejaagde schooier, aan den verkeer den kant van de Forth. „Wel?" zei ik. „Wel," zei Alan, „wal wou je? Ze zijn niet zoo gek, als ik dacht. Wij moeten nog altijd dc Forth over; vervloekt zijn do re gens, die haar voedden, en dc heuvels, die haar leidden." „En waarom ga je naar het oosten?" vroeg ik. „O, alleen maar om cen9 te zien," 2ci hij; als wij de rivier niet over kunnen, moeten wij zien wat wij met den mond kunnen doen." „Er zijn doorwaadbare plaatsen hooger de rivier op," zei ik; „maarniet door den mond." „Zeker zijn cr doorwaadbare plaatsen en bruggen bovendien-," zei Alan, „maar wat hebben wij er aan, als ze bewaakt wor den?" „Wel," zei ik, „maar oen rivier kan wor den overgezwommen." „Door menschen. die er verstand van hebben," antwoordde hij„maar ik moet nog hooren, dal één van ons sterk is in die oefening en wat mij bclTeft, ik zwem all een steen." (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5