0NTV8EBH.
No. 19896
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 20 Januari
Tweede Blad. Anno 1925.
BINNENLAND.
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON.
De zomertijd.
Op vragen van het lid in de Tu'eede Ka
mer, den heer Braat:
13 het Zone Excellentie bekend, dat het
overgroote meerendeel van het Nederland-
sche volk verlangend uitziet naar het, over
het gebtele jaar. handhaven van den Am-
eterdamsohen tijd?
Is Zijn Excellentie bereid, gehoord die
verlangens, bekend met de tvenschen der
Tweede en Eerste Kamer, gezien het min-
derheidsrapport der tijdcommissie en de vele
daarin genoemde bezwaren voor den land
bouw e.a. en ter geruststelling voor die
genen, die van den zomertijd displeizier,
ongemak en schade ondervinden, mee te
deelen, dat van hem binnen voegzamen tijd
maatregelen tot afschaffing van den zomer
tijd te verwachten zijn?
heeft de Minister van Binnenlandsche Za
ken en Landbouw geantwoord:
De ondergeteekende beschikt niet over
gegeevns, die hem zouden machtigen tot
de verklaring, dat het overgroote meeren
deel van het Nederlandsche volk verlangend
uitziet naar het, over liet geheele jaar.
handhaven van den Amsterdamschen tijd.
Een wetsontwerp inzake den z.g. zomer
tijd heeft het Departement verlaten. Om
trent den inhoud daarvan kunnen, \oIgens
goed gebruik, thans geen mededeeüngen
worden gedaan.
Eea Staatscommissie voor voorbereidend
Hooger en Middelbaar Onderwijs.
Bij Kon. besluit is:
lo. ingesteld een Staatscommissie, aan
welke v^irdt opgedragen: „te overwegen in
hoever de Regeering met inachtneming der
grenzen, die de openbare kas stelt, een
normale ontwikkeling van het openbare zoo
wei als van het bijzonder voorbereidend
hooger en middelbaar onderwijs ook in de
toekomst kan mogelijk maken en b. een
redeljjk verband kan bevorderen tusschen
de salarissen van het personeel van bet
middelbaar onderwijs aan Rijksscholen, het
personeel van het voorbereidend hooger en
middelbaar onderwijs aan gemeentescholen
en het personeel van het voorbereidend hoo
ger en middeleaar onderwijs aan bijzondere
scholen.
2o. Aan deze commissie opgedragen van
hare werkzaamheden en bevindingen rapport
uit te brengen, terwijl het den leden, wier
gevoelen ran dat der meerderheid afwijkt,
zal vrij staan van dat afwijkend gevoelen te
doen blijken bjj afzonderlijk rapport, het
welk iegelijk met dat der commissie zal
worden aangeboden.
3e. in deze commissie benoemd:
a. tot lid e:i voorzitter mr. V. H. Rut
gers, ïid van de Tweede Kamer en van
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland te
's-Gravenhage;
tot leden: ir. J. \V. Albania, lid van de
Tweede Kamer, te 's-Gravenhage: R. Casi-
mir, roctor van het Nederlandsch Lyceum
en hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit te
Leiden, wonende te 's-Gravenhage; mr. dr.
A. van Voorninck, thesaurie.'-generaal bij
bet Departement van Financiën te 's-Gra-
vonhage; dr. J. P. Fockema Andreae, bur
gemeester van Utrecht, voorzitter van de
Voreeniging van Nederlandsche Gemeenten,
wonende te Utrecht; dr. S. S. Hoogstra,
directeur Rijks Hcogere Burgerschool, te
Gouda, wonende te Gouda; J. H. Xeysers,
rector van het R.-K. Gymnasium te Katwjjk
a. d. Rijn, wonende te Katwijk a. d. Rijn;
di'. W. J. Kolkert, directeur der Christelijke
Hoogere Burgerschool te Amsterdam, wo
nende te Amsterdam; IL W. Tilanus, lid
van de Tweede Kamer en secretaris van den
Onderwijsraad te 's-Gravenhage; mr. A. I.
tl. J. baron van Wijnbergen, lid van de
Tweede Kamer, te Utrecht;
c. tot secretaris: H. L. Smallegange,
commies bij het Departement van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, te -'s-Graven
hage.
Prof. W. Mallinekrodt. f
Te Arnhem is op 80-jarigen leeftijd plot
seling overleden prof W. Mallinekrodt, rus
tend hoogleeraar vanwege dë Ned.-Herv.
Kerk te Groningen.
Mallinekrodt is in 184-1 te Drill geboren,
was eerst eenige jaren Ned.-Herv. predikant
t6 Westmaas, daarna van 1871 tot 1891 pre
dikant in Ned. Oost-Indië. In Nederland
teruggekeerd, werd hij predikant te Maurik
en daarna te Maastricht. In 1902 werd hij
kerkelijk hoogleeraar te Groningen. In 1915
verkreeg hp zijn emeritaat. Hij werd tot de
Evangelische richting gerekend en heeft
enkele modernen scherp 6estreden. Als
medewerker schreef hij lange jaren in het
tijdschrift „Geloof en Vrijheid". Hij schreef
Panopticum. Liederen en gedichten (1884)
en Ex animo (1904) een bundel uitspraken
over kerkelijke en godsdienstige vragen.
De teraardebestelling is bepaald op
Woensdag 21 Januari op de begraafplaats
Moscowa te Arnhem.
Prof. ir. G. N. Itz. t
De Zaterdag te Aimen overleden prof. ir.
G. N. Itz werd 24 Augustus 18G2 te Zutlen
geboren. Van 1875'81 'liep hij daar de
H. B. S. af en studeerde van 1883'SS aan
de toenmalige Polytechnische Schoof te Delft;
in dat jaar behaalde hij het diploma van
bouwkundig ingenieur. Op 1 September 1906
volgde zijn benoeming tot hoogleeraar in de
bouwkunde aan de Technische Hoogeschool,
nadat hij tot op (Lat oogenblik leeraar was
geweest aan de Kon. Militaire Academie te
Breda. Op z(jn verzoek verkreeg hjj om
gezondheidsredenen eervol ontslag met in
gang van 1 September van het vorig jaar,
waarna hij ook ai tengevolge van de hart
kwaal waaraan hrj leed, teruggetrokken feeï-
de te Aimen, waar hij nu, kort na zijn
ontslag, gestorven is.
De zetel der Alg. Ver. voor Bloembollen
cultuur.
Men schrijft ons:
Naar wjj vernemen heeft het hoofdbestuur
der Algera. Vereeniging voor Bloembollen
cultuur met algemeene stemmen bestoten,
de Beurs te Haarlem te houden.
Vermoedelijk wil dit zeggen, dat het
hoofdbestuur niet aan de algemeene ver
gadering zal voorstellen te Heemstéde of
to Hillegom een nieuw gebouw te stiohten.
Zouden de „heeren te Haarlem" tocb
hun zin krijgen?
Bij Kon. besluit is benoemd lot ridder
in de orde van den Nederlandschen Leeuw
L. B. Theissling, magister-generaal van de
Orde der Dominicanen, te Rome; is toege
kend de aan de orde van Oranje-Nassau
verbonden eere-medaitle, in zilver, aan A.
Aarsen, machinemeester bij de Eersto Ne
derlandsche Coöperatieve Beetwortelsuiker
fabriek, te Sas-van-Gent; zijn bij de Alge
meene Rekenkamer, met ingang van 1 de
zer, benoemd tot hoofdcommies W. F. N.
Kennedy, thans commies; commies C. K. J.
Marinus, thans adjunct-commies; adjunct
commies J. A. van Duyn, thans klerk
Naar wij uit betrouwbare bron verne
men, zal binnen alzienbaren lijd een wets-
onlwerp verschijnen tot regeling van hel ca-
pilulanlen-stelsel. („Rcs.-Bode")
Te 's-Gravenhage is van 17 tot 19
dezer de eerste winter-conferentie der oud-
fedenorganisaüe der Vrjj-.:. Chr. Studenten-
Bond gehouden. Wel organiseert zij, zooals
bekend, telken jare in Barchem een zomer-
conferentie, doch tot nu toe was een speciale
winterbjjeenkomst achterwege gebleven.
Na een kort openingswoord van den
voorzitter, ds. F. Klojjii, Rem. pred. in
Den Haag, heeft op den Zaterdagavond ds.
B. ter Haar, Ned--Herv. pred. te Groenlo, een
lezing gehouden, welko tot titel bad „Be
keering".
's Zondagsmorgens stond een kerkgang b(j
ds. F. Kiej'n op het program, wiens preek
geheel in de Ijjn der conferentie lag.
's Avonds hield prof. Heering een lezing
met tot titel: „De eischen van het Evan
gelie".
In de slotbijeenkomst op Maandagmorgen
hield ds. Sirks, Rem. pred. in Den Haag,
een inleiding over: „Het herkennen der
religie.
Na een kort woord van den voorzitter
werd deze eerste conferentie gesloten en
naar bleek uit de organisatorische besprekin
gen, die tusschentijds gehouden werden,
wilde men algemeen een herhaling in vol
gende 'jaren van zulk een winterconferentie.
Te Usquert is op S9-jarigen leeftijd
overleden het oud-Eerste Kamerlid D K.
Welt.
Op de algemeene begraafplaats te Mid
delburg ia ter-aardo-besteld het stoffelijk
overschot van den heer L. K. van der Harst
Jzn., oud-lid van den gemeenteraad.
De heer M. J. van Pienbroek voerde als
voorzitter van het Departement Zeeland
van de Pharmaceutische Vereeniging hei
woord. Spr. schetste wat de overledene
voor die vereeniging heeft gedaan, waarvan
hij eenige malen departementsvoorzitter
was. Een eervolle loopbaan van 45 jaar als
apotheker heeft de heer Van der Harst ge
had.
De dochter van den overledene, mej.
Harry van der Harst, uit Leiden, dankte
mede namens de verdere familie voor de
laatste eer haar vader bewezen.
Te Kramen is gisleren in drie hotels
een demonstratie gehouden van arbeiders,
wc-rkzaam bij dc door hot Rijk gesubsidieer
de werkverschaffingen:
In alle zalen werd achtereenvolgens door
de heeren Ilicmslra, voorzitter van den
Modernen Landarbeidersbond, Van der
Walle, secretaris van het N. V. V. en Por-
legios, districlsbnstuurder van den Moder
ns Landarbeidersbond het woord gevoerd.
De Scc-Dem. Kamerfractie was vertegen
woordigd door mevrouw De VriesBruins
Ten slotte is de volgende molie aange
nomen
De vergadering van arbeiders, werkzaam
bij dc vanwege het Rijk gesubsidieerde
werkverschaffing-, van oordeel, dai de ar
beidsvoorwaarden bij de werkverschaffing
dringend verbetering behoeven; dal de te-
werk-stelling van de thans uitgesleten ar
beiders een dringende ei;ch is; noodigt het
hoofdbesluur van den Modernen Landarbei
dersbond uil,, de pogingen daartoe voorl te
zeiten en verzocki de voor Drente zitting
hebbende Soc.-Dem. Kamerleden deze po
gingen krachtig le ondersteunen.
Naar men aan ,,Dc Resb." meldt, tal
binnenkort worden overgegaan tot de aan
schaffing van do nieuwste gasmaskers. In
het voornemen ligt het, te zijner tijd ook
over te gaan tot het aanschaffen van che
mische strijdmiddelen, behoudens in geval
van internationale regelingen.
De Minister- van Binnenlandsciio Za
ken en Landbouw heeft een bezoek gebracht
aan Zutphen. Hij bezocht in gezelschap van
den burgemeester, de beide wethouders en
den secretaris het vernieuwde Wijnhuis met
museum, de Rijks-landbouw-winlerschool het
torroin der werkverschaffing on het uieuw
aangelegde handels- en industrie-terrein
met haven van de firma Spieker Elferink,
waar commissarissen en de directie inlich
tingen gaven. Van daar werd naar de in
aanbouw zijnde cn reeds gedeeltelijk betrok
ken met Rijkssteun gebouwde 130 arbeiders
woningen aan den weg naar Laren gereden.
Ten'slotte bracht het gezelschap een bezoek
aan het keuringsgebouw, waar de directeur,
ir. De Kruijff, de heeren inlichtte. Ten huize
var. den burgemeester heeft de Minister
het noenmaal gebruikt en is te 3.18 naar
Den Haag vertrokken.
De Minister van Buitenlandsche Za
ken brengt ter konnis van belanghebbenden,
dat, met ingang van 1 Januari 1925, de
Duitsche visumvoorschriften met betrekking
tot het verlaten ran het Duitsche grond
gebied 'een wijziging beeft ondergaan; hot
z.g. Unbedenkliohkeitsvermerk, hetwelk tot
dusver door allen, die in Duitschland be
lastingplichtig waren, bij het bevoegde Fi-
nanzamt moest verkregen worden, is met
ingang van genoemden datum komen to
vervallen. Verder zjjm Nederlanders, dio in
Duitschland hun woonplaats hebben of zich
aldaar voortdurend ophouden, voortaan vrij
gesteld ran het verplichte bezit van een
pasvisum voor het verlaten van het Duitsohe
rrjk, indien zjj in het bezit zjjn hetzij van
oen door de bevoegde overheid in Duitsch-
l'ui'j afgegeven visum voor de terugreis
(Sichtvermerk zur Wiedereinreise nach er-
folgter Ausreise), hetzij van een door de
bevoegde overheid in Duitschland afgegeven
verbl ijfsvergunning.
Bij minis terieele beschikking zjj a o.a.
de vOigenoVj bijz. H. B: S. aangewezen als
bevoegd in 1925 aan haar leerlingen, die
het onderwjjs in de hoogste klassen tot het
einde tan den cursu3 hebben gevolgd, ge
legenheid te geven om op dezelfde voor
waarden en op dezelfde wijze als de leer
lingen der openb. IL B. S. met 5-j. c., na
afgelegd eind-examen, het getuigschrift, be
doeld in art. 55 der M. O.-wet te verkrijgen:
Chr. H.B. S. te Leiden; R.-K. H. B. S. te
Katwijk a. d. Rijn; Chr. H. B. S. te Alphen
a. d. Rijn; bjjz. H. B. S. te Woerden; id.
te Voorschoten.
De Minister van Financiën brengt
ter algemeene kennis, dat de oprichting van
een bureau voor belasting-inning door G.
A. Weiman, te Diemen, bij welke oprichting
meling is gemaakt van het feit, dat het
Departement van Financiën van de zaak
kennis draagt, in geen enkel opzicht de
instemming heeft van het Departement van
Financiën.
Door den heer Kleerekoper zjjn aan
den Minister van Justitie de volgende vragen
gesteld:
Is de Minister van Justitie bereid te
onderzoeken of het juist is, dat bjj de
arrestatie of het verhoor of bjj liet
opsluiten van personen, die in Schoten en
omstreken ais verdacht van brandstichting
in Rijksgebouwen, zijn aangehouden, door
de Rijkspolitie schoppen zijn gegeven, zoo
dat een der arrestanten een wond aan het
been kreeg?
Is het juist, dat deze personen, onder
wie ook vrouwen, die 's morgens zeer vroeg,
de ineesten van hun bed af zijn gearresteerd,
eerst in den namiddag een stuk brood heb
ben gekregen, en dit ten gevolge van hun
protest, terwijl zij alleen tegen betaling
daarbij een kop koffie konden krjjgen?
Is het juist, dat een der gearresteerden
's nachts om twee uur weer aan de deur
is gezet, ver van zjjn woonplaats, in stede
hem in den nacht weder huiswaarts te
brengen per voertuig, zooals men hem ge
baald had?
Indien een van deze feiten juist mocht
zijn, of verschillende van deze feiten inder
daad voorgevallen mochten blijken, acht de
Minister dan dit optreden juist, met name
tegenover personen, omtrent wier aanspra
kelijkheid voor datgene, waarvan zjj ver
dacht worden, nog niets is gebleken?
Als leiddraad voor de beoordeeling
of oen ambtenaar voor de toepassing van
het Bezoldigingsbesluit burgerlijke Rijks
ambtenaren 1925 is te beschouwen als kost
winner van een gezfn, heeft de Regeering
bepaald, dat kostwinners zijn:
a. weduwnaars, weduwen en gescheiden
cchtgenooten, die één of meer wettige of
wettelijk erkende kinderen of stiefkinderen
to hunnen laste hebben; b. zij, die uitslui
tend of in hoofdzaak zorg dragen voor
het onderhoud van ouders, pleegouders,
grootouders, broeders of zusters, die niet
in staat zrjn, in eigen onderhoud te voor
zien; c. gehuwde vrouwen, voor zoover haar
gezin uitsluitend of in hoofdzaak op haar
inkomsten is aangewezen; eon en ander te
beoordeelen naar den toestand op 31 Dec.
1924.
Bjj de vaststelling van de bezoldigiug,
ingaande op 1 Jan. 1925, zijn voorloopig
als kostwinner beschouwd zij, die bij do
salarisverminderiug op 1 Mei 1924 als zoo
danig z'qti aangemerkt.
De audiëntie v. d. Minister van Wa
terstaat zal Vrijdag a.s. niet plaats hebben.
RECLAME.
Een slecht humeur, slapeloosheid en
schele hoofdpijn worden vaak veroorzaakt
door leversloornissen. Foster's Maagpillen
zullen het kwaad spoedig overwinnen. Zij
wékken de lever op, en worden aanbevolen
tot het genezen van galzucht, verstopping
en maagkwalen. Prijs per flacon van vijftig
versuikerde pillen f 0.65; in apotheken en
drogistzaken. 2541
DemoordopBuach. Omtrent
de reeds vermelde bekentenis van Muyhvijk
wordt nog gemeld:
Gistermorgen word de verdachte M.
Muylwijk door den recbter-commissaris
mr. Dons aan een langdurig verhoor onder-
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaiing van J. C. L. B. Pet.
(Nadruk verboden,
48)
De eerste ionen weerklonken nauwelijks,
of een verandering kwam in zijn gezicht;
ioen het tempo vlugger werd, kon hij bijna
niet blijven zitten en lang voor het stuk
uit was, waren de laatste teekenen van
woede verdwenen, c-n dacht hij slechts aan
de muziek.
„Robin Oig," ze iliij, toen het uit was,
„je bent een groot fluitspeler. Ik kan niet
- in één adem genoemd worden met jou. Op
mijn woord, je hebt meer muziek in je pink,
dan ik in mijn hoofd. En ofschoon ik ge
loof, dat bet andersom zou zijn op het
koude staal, waarschuw ik je van le voren,
dat het niet eerlijk is. Het zou tegen mijn
wensoh zijn, een man neer te stoken, die
zóó kan fluiten als jijt"
Daarmee was de twist uit, den heolen
nacht ging de stroop rond en het was vrij
helder dag geworden, en de mannen niet
vorstandiger na wat zij hadden gedronken,
vóór Robin er aan dacht weg te gaan.
HOOFDSTUK XXVI.
Het einde van de vlucht; wij steken de
Forth over.
De maand was, zooals ik reeds zeide,
nog niet om, maar het was al laat in
Augustus, en prachtig, warm weer, met alle
teekencn van een vroegen cn rijken oogst,
-toen ik weer ill staat werd verklaard mijn
reis te vervolgen. Ons geld was zoo gemin
derd, dat wij in de eerste plaats voor snel
heid moesten zorgen, want, als wij niet
spoedig bij inr. Ranhcillor kwamen, of als
hij zou weigeren ons le helpen, wanneer
wij kwamen, zouden wij verhongeren. Vol
gens Alan moest bovendien de jacht aan
merkelijk verslapt zijn en do-grens van de
Forth en zelfs de SLirlingbrug, die de voor
naamste weg over de rivier is, maar het
weinig oplettendheid bewaakt.
„Het is een van de voornaamste princi
pes in militaire zaken," zei hij, „daarheen
te gaan, waar je liet minste wordt ver
wacht. Vooruit moeten we, je kent het ge
zegde: ..Voort stormt de wilde Hooglander."
Wel, als wij om de rivier heen probceren te
kruipen en terecht komen hij Kippen of
Balfron, zullen ze ons juist daar in handen
krijgen. Maar als wij recht op de oude Stir-
lingbrug afgaan, geef ik je mijn woord, dat
wij er ongehinderd doorkomen."
Dienovereenkomstig gingen wij den eer
sten nacht naar het huis van een Maclaren
in Strathire, een vriend van Duncan, waar
wij don eon-en-hvintigsten van de maand
sliepen en van waar wij bij het vallen van
den nacht vertrokken, om weer een gemak
kelijke rei9 te hebben. Den (wee-en-lwin-
tigsten lagen wij in een heidebosch op den
heuvelkant in Uam Var, in liet gezicht van
een kudde schapen, dc gelukkigste tien
uren slaap in een heerlijken, zachlen zon
neschijn, op kurkdrogen grond, dien ik ooit
heb gehad. Dien nacht sloottlen wij op Al
lan Water en volgden het stroomaf en toen
wij aan den rand van de heuvels kwamen,
zagen wij de heele delta van Stirling bene
den ons, met de stad en het kasteel er mid
den in, en den maneschijn op de bocht van
de Forth.
..Nu," zei Alan, ,,ik weel niet, hoe je het
vindt, maar jc bent weer in je eigen land.
Wij zijn om één uur de Hooglandsohe grens
gepasseerd en als wij nu over dat bochtige
water konden komen, mochten wij onze
mutsen in de lucht gooien."
In het Allan Water, dicht bij de plaats,
waar het in de Forth valt, vonden wij een
klein, zandig eilandje, begroeid met klissen
en boterbloemen en andere lage planten,
die ons juist zouden bedekken, als wij plat
gingen liggen. Hier maakten wij ons kamp,
in het gezicht van het kasteel van Stirling,
waar wij de trommels hoorden slaan, alsof
een deel van het garnizoen paradeerde.
Maaiers werkten dien gansohen diag aan den
ecnen kant van de rivier, en wij konden de
sleenen tegen de sikkels liooren slaan en de
stemmen en zelfs de woorden van do pra
tende mannen. Wij moesten stil blijven
liggen en onzen mond houden. Maar het
zand van het eilandje was warm van de
zon, de groene planten gaven schaduw
voor ons hoofd, wij hadden eten en drinken
in overvloed, en bovendien waren wij in
het gezicht van de vrijheid.
Toen de maaiers van hun werk gingen
en do schemering begon te vallen, waad
den wij aan wal en gingen naar de brug
van Stirling in de volden en achter de heg
gen blijvend.
De brug is vlak onder den heuvel met
tinnen op de borstwering, en het is le be
grijpen. met hoeveel belangstelling ik er
naar keek, niet alleen, omdat liet een be
roemde plek in de geschiedenis was, maar
omdat hel de poort der verlossing was voor
Alan en mij.
De maan was nog niet op, een paar
lichtjes schenen langs den muiir van de
sterkte, en wat lager een paar verlichte
vensters in de stad; maar het was doodstil
en er scheen geen wacht op de brug te zijn.
Ik was er voor, onmiddellijk door te
gaan; maar Alan was voorzichtiger.
„Het lijkt buitengewoon rustig," zei hij,
„maar toch zullen wij voorzichtig achter
een dijk gaan liggen om zekerheid te krij
gen.
Zoo lagen wij ongeveer een kwartier, nu
eens samen fluisterend, dan weer stil lig
gend cn niets hoorend van liet kabbelen
van het water tegen de pijlers. Ten laatste
kwam er een oude vrouw aangestrompeld,
die eerst bleef staan, dicht bij de plaats,
waar wij lagen, en zichzelf beklaagde over
de Lange reis, die zij had gemaakt, en toen
weer voortging den steilen oprit van de
brug op. De vrouw was zoo klein, en de
nacht was zoo donker, dat wij haar spoe
dig uit het oog verloren, en alleen het ge
luid van haar stappen en haar slok cn haar
hoest, dien zij bij buien kreeg, verder hoor
den wegtrekken."
„Nu moet zij er over zijn," fluisterde ik.
„Neen," zei Alarn. ..haar voeten klinken
nog hol op de brug."
En juist op dat oogenblik riep een stem:
„Werdal" En wij boorden de kolf van een.
musket op de keien slaan. Ik veronderstel
de, dat de schildwacht in slaap was geval
len, zoodat wij er misschien ongezien langs
waren gekomen, als wij het hadden gepro
beerd. maar nu was hij wakker en de kans
cVerkeken.
„Dai gaat nooit," zei Alan. „Dat gaaJt
nooit voor ons, David."
En zonder verder te spreken begon hij
terug te kruipen door de velden, kwam een
poosje later, toen hij uit het gehoor was.
worpen. Het was den arrestant niet moge
lijk de verschillende tegen hem aange
brachte bezwaren te ontzenuwen.
Ten slotte gaf hij toe in den avond van
Vrijdag 22 October 1915, tussohen zessen
cn zovenen, den commissionair Busch t«
hebben vermoord.
Zijn bedoeling was, Busch to bcroovcn.
Dat heeft Muylwijk gedaan en zijn slacht^
offer in een pakkist begraven, nog vóór
de beide werklieden waren teruggekomen.
Aric Vink, dio eenige dagen
preventieve hechtenis heeft moeten onder
gaan, daar zijn naam genoemd was als die
van den verdachte van de poging tot dood
slag op den nachtwaker H. J. dc Wit op
den Wcsterdoksdijk te Amsterdam is thans
op vrije voeten gesteld. Van zijn schuld is
niets gebleken.
Do staking te IJ m u i d c n. Het
bestuur van de Ncd. Federatie van Trans
portarbeiders bericht, dat do gehouden
stakersvergaderingen te IJmuidcn, Egmond
en Amsterdam tegen het advies van het be
stuur in met 269 tegen 185 stemmen en 21
blanco besloten hebben de voorstellen van
do Rcedersvcrceniging niet tc aanvaarden.
De grootte tegenzin der stakers richtte zich
tegen het feit, dat de toegezegde gage-ver-
mcerdering als premie per 3 maanden bij
dezelfde roederij gevaren hebben en dus
niet bij de gewone maandgages zou wor
den uitbetaald.
Het advies van hot bestuur was niet g<?
geven wegens gebrek aan gelden voor de
steunuitkecringen, gelijk uit IJmuiden ge
meld werd. Dit bleek reeds uit hot feit,
dat j.l. Zaterdag de uitkeering aan de ge-
organiseerden met f 1 verhoogd is gewor
den.
Een sniokkelschip. Dezer,
dagen is een werkman op het kantoor va<
den hoofdinspecteur van de invoerrechten
en accijnzen in do Boompjes te Rotterdam
komen vertellen, dat er in dc haven met
suiker gesmokkeld werd. De man was bij
lading van deze suikor werkzaam en kreeg
daarvoor boven het gewone daggeld van
f 12 tot f 15 daags uitbetaald. Toen hij van
den met de uitbetaling belasten persoon
naar zijn meening te weinig ontving en op
zijn reclame geen voldoening kreeg, liep hij
naar het belastingkantoor om de ambtena
ren in te licbten.
Op verzoek van de hoofdinspectie der.
invoerrechten cn accijnzen heeft de recher
che van het hoofdbureau van politie zich
met een onderzoek belast, waarbij het vol
gende aan het licht is gekomen.
In den loop van verleden jaar is opgericht
de naamlooze vennootschap „De Will«-
mina", directeur H. van K., een daar ter
stede gevestigde expediteur. Do bezitting
van de naamlooze vennootschap bestaat
uit den motorlichtcr „Willemina". Deel
van de vennootschap maakt uit een te
Hamburg gevestigde firma, die suiker le
verde uit Duitschland, welke suiker over
Rotterdam in transitovorkccr weer naar
Duitschland moest vervoerd worden.
Uit een zeeschip werd na aankomst te
Rotterdam de suiker in de „Willemina"
overgeladendeze motorlichter werd amb
telijk verzegeld, cn daarna werd verlof tot'
expeditie gegeven, zoodat schipper Van TJ.
met zijn motorlichter de reis kon aanvaar
den. Accijns behoefde van deze suiker niet'
betaald te worden.
De ambtenaren van de belasting wisten
evenwel niet, dat de „Willemina" ingericht
was als smokkelsohip, en dat de zegclpen-
nen, die bij de verzegeling om de luiken'
gaan, zóó ingericht waren, dat zij uit el
kaar genomen konden worden zonder de
douanesluiting te verbreken, en dat vervol
gens ook de luiken konden weggenomen'
worden.
Waren de ambtenaren vertrokken, dan
stevende schipper Van U, mot de „Wülo-
mina" naar een punt in dc haven, waar.
met bekwamen spoed de luiken geopend,
de balen suiker gelost on door balen zout
vervangen werden. Voor deze balen zout
zorgde dezelfde Hamburgsche firma.
In plaats van suiker werd zout naar
Duitschland vervoerd. Reclames kwamen
weer overeind, en sloeg een weg in, die
naar het oosten leidde. Ik begreep niet,
wal hij deed; ik was zoo teleurgesteld, dat
ik nergens meer plezier in had. Een oogen
blik geleden zag ik mezelf al aan de deur
van mr. Ranheillor kloppen, om mijn erf-,
deel op te eischen, als»de held van de bal
lade, en nu was ik weer hier een zwerven
de, opgejaagde schooier, aan den verkeer
den kant van de Forth.
„Wel?" zei ik.
„Wel," zei Alan, „wal wou je? Ze zijn
niet zoo gek, als ik dacht. Wij moeten nog
altijd dc Forth over; vervloekt zijn do re
gens, die haar voedden, en dc heuvels, die
haar leidden."
„En waarom ga je naar het oosten?"
vroeg ik.
„O, alleen maar om cen9 te zien," 2ci
hij; als wij de rivier niet over kunnen,
moeten wij zien wat wij met den mond
kunnen doen."
„Er zijn doorwaadbare plaatsen hooger
de rivier op," zei ik; „maarniet door den
mond."
„Zeker zijn cr doorwaadbare plaatsen en
bruggen bovendien-," zei Alan, „maar wat
hebben wij er aan, als ze bewaakt wor
den?"
„Wel," zei ik, „maar oen rivier kan wor
den overgezwommen."
„Door menschen. die er verstand van
hebben," antwoordde hij„maar ik moet
nog hooren, dal één van ons sterk is in die
oefening en wat mij bclTeft, ik zwem all
een steen."
(Wordt vervolgd).