ONTVOERD. No. 19893 LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 Januari Tweede Blad, Anno 1925. GEMENGD NIEUWS. UIT DE RIJNSTREEK. Door de Koude UIT DE OMSTREKEN. FEUILLETON. 1 De beurtschipper W. v. d. L, Uit Hillegom, voer gisteravond met de mo torboot „Onderneming VI" door de Wijnha ven te Rotterdam. Onder de Wijnbrug voer de motorboot heen met het gevolg, dat het ftuurrad achteroversloeg en met den schip per terechtkwam tegen den kap van den motor. Den schipper werd de borstkas in- |ediukt. Hij was op slag dood. „Handelsbelangen" bevat •de credifceurenlijst in het faillissement Ma. *ia J. Visser, eenig beheerend vennoot der Comm. Venn. Broekhuys- Sneeuwbalsy steem te Rotterdam. Zij telt 62 namen, met een totaal passief van f 72.171.67. De baten zijn nog niet volledig bekend. De verificatie-vergadering wordt op 17 Januari A.s. gehouden. Het „N e d e r f a u d s c li Weekblad voor den Handel in Kruidenierswaren" meldt dat in de afgeloopen woek 2.976.000 eieren Baar Engeland zijn verscheept. Dc moord op Busch. Om- .trent het onderzoek, dat de Centrale Re cherche in het garagegebouw achter net bewuste huis op den Overtoom te Amster dam heeft ingesteld het volgende Tijdens de eerste opgraving was gebleken 'dat er nog meer betonwerk orider den vloer, die betegeld is, lag. Nadat het lijk in de pakkist gevonden was, zette men het graafwerk stop. Veel was nog niet openge broken, omdat liet lijk betrekkelijk gauw gevonden was, hetgeen verklaarbaar is, omdat in een anoniemen brief de plek vrij nauwkeurig was «aangewezen. Nadat speciale werktuigen daarvoor wa llen aangevoerd, werd onder toezicht van Icbn commissaris van de Centrale Recher che, de aware betegeling van den vloer (verwijderd. Men stiet op een groote gece menteerde plaat, die ongeveer anderhalven meter lang en een meter breed was en die een dikte had van 15 a 20 centimeter. Het doel van deze plaat houdt waarschijnlijk verband met de afwatering, daar zij vlak bij een waterput ligt Om de plaat weg to breken, werd gebruik gemaakt van een oude barst. Zeker is het, dat de dader van den moord op deze plek r.iets heeft ver borgen. Een groote moeilijkheid is het opsporen van de werklieden, die bij het leggen van den vloer in de garage hebben gewerkt. De Ondernemer, die heb werkje had laten ver richten, was vrij spoedig bekend. Dank zij werk en loonstaten werden ook eenige ar beiders ontdekt, die daar ongeveer negen en een half jaar geleden aan den arbeid zijn geweest. Het feit, dat het lijk vrijwel geheel ont- vleescht was, maakt duidelijk, dat ook de last met meer geheel gaaf was. De twee ijzeren handvaten waren zwaar geroest en aan de buitenzijde van het liout was reeds rotting ingetreden. Tooh meent de politie, 'dat de ldst beschilderd is geweest en dat er letters op hebben gestaan. Het was een kist, van het model, dikwijls gebruikt bij .verhuizingen. In het laboratorium van den deskundige, die het geraamte reeds schoon gemaakt heeft voor de schouwing door de medici, zal ook dc kist onderzocht en ge reinigd worden. De woning van Muylwijk bevond zich op dl vijfde verdieping, althans op een deF hoogste étages van het groote gebouw. In dien het waar is, dat Busch daar aange vallen en gedood is, mag het vrij onwaar schijnlijk geacht worden, dat de moorde naar het lijk op deze verdieping, waar ook zijn huisgenooten vertoefden, in do kast heeft verpakt. Toch moet dit vlak na 'b misdrijf hebben plaats gehad. Niet onmo gelijk is. dat de dader het lichaam omlaag heoib gebracht en beneden zijn emballage- .werk heeft verricht. Een vraag van belang is, of de dader de kist alléén naar de garag? heeft ge sleept. De echtgenoot van den verdachte ver klaarde, dat zij van niets weet. De rechter-commissari? heeft eenige nieuwe getuigen gehoord: betonwerkers, die ten tijde van het misdrgf aan den betonvloer in de garage hebben gewerkt. Uit de verklaringen ia gebleken, dat Muylwgk toen zgn kantoor hield in een vertrek, boven den ingang van de garage. Deze ingang was naast bet groote gebouw, waarin de winkelhuizen gevestigd waren, terwijl de garage er achter omliep. Natuur lijk was er een trap t-usschen het kantoor op de eerste verdieping en de garage, terwijl bovendien een deur het groote gebouw met de garago verbond. Muylwijk kon dus zoo wel van zgn woning als van bet kantoor de garage bereiken. In deD lgd van Busch' verdwijning was de groote betonvloer in db garage in de maak. De grond was bezaaid met kisten, tonnen, zakken, planken en werktuigen. De kisten kwamen ongeveer overeen met die, waarin het lijk van den koopman onlangs werd gevonden. Het grootste gedeelte van den betonvloer was reeds gelegd, toen de verdwijning kwam vast te staan. Bijl den muur, ter plaatse ongeveer waar de lugubere ontdekking werd gedaan, was oen ijzeren afwateringsput, waaromheen een gegoten cementen bak was geplaatst. De dader bad twaalf uur tijd, alvorens het personeel den volgenden ochtend weer aan het werk toog, terwijl vier-en-twintig uur verstreken waren, alvorens de politie, na|£ aanleiding van een aangifte van Liehtle, een onderzoek instelde. In dien tijd kon het kleine betonnen plaatje, dat boven do kist gelegd was, gemaakt en gehard zijn Het is zeer waarschijnlijk, dat de daad op het kantoor op de eerste verdieping of in de garage zfelf begaan is. Zaterdagavond, dus vier en twintig uur nadat liet misdrijf had plaats gehad, stelde de politie van het bureau Pieter Aertsz- straat en van het bureau Leidscheplein een onderzoek in. Uit de rapporten van dien tjj'd blijkt, dat Muylwijk twee uur lang aan een verhoor werd ondeI-worpen. Hij verklaarde, dat Busch weer was vertrokken en dat na zijn veiirek nog was opgebeld, daarheen hij was gegaan wist hij niet. De politie heeft toen een uitgebreid onderzoek ingesteld. Dien Zaterdagavond was de geheele beton- j vloer reeds klaar. Do berichten over het terugvinden van den koopman O. A. Busch hebben te Roo- .zendaal zeer de aandacht getrokken, omdat „Pinneke Busch" zooals men hein daar nog noemt zich een bijzondere bekend heid had verworven. Geboren te Bergen-op-Zoom, aldus de corr. van „De Tel.", ging hg na Tiet ver laten van de school eerst brj een kleer maker in de leer. Vervolgens fegde hij zich toe op het vak van broodbakker. Toen hg daarvan genoeg wist om zich als vakman uit te geven, kreeg hij plaats op een dor booten van de Java-China-lijn. Na eenige jaren vestigde hjj zich in een klein bakkerswinkeltje in de Molen straat, te Roozendaal, waaraan hij een krui denierswinkel verbond. Door sterk concurreerende prijzen wist hg binnen'betrekkelijk korten tijd zijn zaken tot bjjsonderen bloei te brengen. Toen de gelegenheid zich voor (feed om de oude brouwerij te koopen van de fa. Raaymakers, maakte hjj er gebruik van. De brouwerg werd gesloopt en een nieuwe, modern ingerichte machinale bakkerij met winkel werd ter plaats eopgetrokken. Aanvankelijk ging alles nog goed, doch allengs bleek toch, dat hp het nu te groot had aangelegd. Het faillissement was niet te keeren. Bakker Busch ging nuvliegen. Na 4 een goed half jaar kwam hrj' te Roozendaal terug om daar zijn nieuw geleerde kunst te vertoonen. En werkelijk, op de weidein, achter ae Badhuisstraat en Dwarskade wer den de demonstraties georganiseerd. Echo de eerste demonstratie mislukte endaar bij is 'fc toen gebleven. Nadien echter heeft hij nog vaak gevlogen. Na het uitbreken van den oorlog vestigde bijl zich te Amsterdam, waar hij als handelaar veel geid verdiende. Naar aanleiding van het bericht in enkele bladen, waarin de veronderstelling wordt uitgesproken, dat het anonieme schrijven dat geleid heeft tot de ontdekking van den moord, nu tien jaar geleden te Amsterdam op den makelaar Busch gepleegd, ook oen spoor had kunnen geven tot de opsporing van de bedrijvers van ernstige misdaden, te Den Ilaag gepleegd, verneemt de „N.li.0." van welingelichte zijde, dat do Haagse he recherche wel degelijk een onderzoek heeft ingesteld naar aanleiding van bedoeld schre ven, doch dat door dat onderzoek tot dusver niet het minste verband is komen vast te staan lusschen den to Amsterdam gearres teerde verdachte v. M. en het misdrijf in de De Riemerstraat, in Den Haag. 0 w z vv cr vingen v an Iw co Z ui- lenschc wcrkloozen. Twee Zuilcnsche verkloozen hadden zich laten inschrijven om naar Frankrijk te gaan werken in de steengroeven, aldus de' „Utr. Courant". Zij kenden wel geen Fransch, doch de Di recteur van den Rijksdienst der Arbeidsbe middeling had gezegd, dat dit. hoewel ge- wenscht, niet noodzakelijk was. Maandagmorgen 29 Dec. aanvaardden zij welgemoed de reis en kwamen Dinsdag in Parijs aan. Daar werden zij, namens het Ilollandsche consulaat, op den trein gezet, die lien naai' de plaats van heslemming zou voeren, waar zij ongeveer f uur in den mid dag aankwamen. Zij werden daar per auto afgehaald door den baas, die met hen een kroeg binnenging, alwaar met een aantal Italianen cn Polen een drinkpartij begon, waaraan de beide Zuilenaars verzocht wer den mee te doen, die tot negen uur duurde. Daarna ging het in vliegende vaart met een snelheid van 100 k 120 K.M. over borgen en door dalen naar het hotel. Dit bleek echter niet meer te zijn dan een hok, aan lievige vervuiling ten prooi. Men moest daar liggen lusschen allerlei gespuis, terwijl do geladen karabijnen en revolvers aan den wand hin gen. De beide Zuilenaars gaven door gebaren te kennen, dat zij daar niet wilden slapen. Toen ging het in dezelfde vaart als boven naar een ander hotel, dat iets beter was, en waar zij den ook den nacht hebben doorge bracht, na vooraf bróód en koffie, vermengd met' sterken drank, als slaapmutsje te heb ben ingenomen. De baas beduidde, dat hij hen den volgenden morgen om 8 uur zou komen halen. Dit geschiedde ook. Doch dit hotel was nog een halfuur rijden of G uur loopen van het eigenlijke werk. Hier konden zij dus niet clkcn avond terugkomen. In de steengroeven was geen behoorlijke slaapgelegenheid, geen keuken. Ieder moet daar maar voor zichzelf zorgen. Dat zijn de Hollanders niet gewend. Typeerend was ook, dat in de steengroe ven slechts Italianen en Polen werken, geen Franschen. Toen bleek, dal er geen behoorlijke huis vesting te krijgen was, beduidden de beide Zuilcnaars, dat' zij dan niet wilden blijven. De baas bracht hen daarop weer naar den trein, die hen 's avonds om halfelf in Parijs bracht. Daar besloten zij het Ilollandsche consulaat op te zoeken, dat echter begrijpe lijk om dien tijd gesloten was. Op weg naar het 'station terug verdwaalden zij en kwa men na 5 uur omzwerven, daar aan. Daar zij echter geen plaatsbewijs hadden, moch ten zij ook daar niet' binnen en logden zich toen maar vóór het station neer om wat uit te rusten. Den volgenden morgen ontmoet ten ze een Hollander, die wel Fransch ken de. Deze hielp hen in den trein naar Hol land. Voor zoover zij overstappen moesten op Fransch gebied, zalen zij met een papiertje in handen, om den naam van de stations te vergelijken, die ze passeerden. Van het afroe pen der namen verstonden zij natuurlijk ook al niets. Eten of drinken was, wegens onbe kendheid met de taal, zoo goed als niet te krijgen. En zoo kwamen zij vermoeid, hongerig en dorstig weer in Zuilen terug. Voor zich zelf veel ervaring rijker, doch ook voor anderen een les meebrengende. liet is althans te ho pen, dat, als anderen door de Arbeidsbemid deling hier of elders worden aangeworven, voor werk in Frankrijk ,zij onder de be scherming van die bemiddeling blijven, tot dat ook de huisvesting enz. goed geregeld is. Uit Witmarsum ontvangt de „Leeuw. Crt" een lijstje van de leeftijden van de gezusters Hartog, die allen nog een goede gezondheid genieten en die te zamen bgna 413 jaren tellen, n.I. Maaike Hartog bijna 86 jaar, te Witmarsum; Boukje Hartog bijna SI jaar te Piaara; Elisabeth Hartog bijna 82 jaar, te Witmarsum; Antje iïarbg br.na 81 jaar te Lollum, en Johanna Hartog bijna 80 jaar, te Molkwerum. „Goeden morgen, dominee", zei de oud-zeekapitein. „Ik heb u in lang niet gezien". „Neen, kapitein, maar ik heb 't ook druk gehad. Vanochtend heb ik nog drie paren getrouwd in vijftien minuten." „Dat is oen flink gangetje, dominee. Dat is twaalf knoopen in 't uur!" RECLAME. I (Aspirin-Snuif) Poeder tegen I neusverkoudheid Prijs 75 ets. 2370 Alkemade. Het aantal werkloozcn, ingeschreven bij de arbeidsbeurs alhier, bedraagt op heden 36. Bodegraven. Gisternacht werd een po ging tot inbraak ondernomen in de bekende juwclierszaak van de firma P. van Dam en Zonen. Dit was in enkele jaren nu reeds de derde maal. Ook ®u echter gelukkig zon der resultaat. Wel slaagden do dieven, die nu aan de achterzijde van het huis poogden binnen te komen, er in de keuken binnen te dringen, doch bij heb verder gaan gmg een der vele alarmschellen over, waarna zij het hazenpad kozen. De daders zijn als- nog onbekend. Onder de Vrijziunig-Godsdïcnsligen in i onze gemeente komt den laatsten tijd meer leven. Vorige week werden er, door leden I van verschillende kerken onderteekendc, circulaires verspreid en als gevolg daarvan j nu een vergadering gehouden, waar ver- i schillende zaken werden besproken, onder leiding van da. Rappold van Zwammer- dam. Volgende week zal men weer verga- doren. Voor dc voetbalvereoniging „Bodegra. ven" heeft een der meest bekende scheids rechters een causerie gehouden over de re gels va® het voetbalspel, in de zaal van hotel Van Rossum. Nader vernemen wij dat het pompge- bouwtje voor de bemaling der riolen, is ontworpen op do oude markt, tegenover den ingang van de Ned.-Herv. Kerk. Het belooft een sieraad voor die omgeving te worden. Om het meer aanzienlijk te kun nen maken is er een lokaal voor politie en marktmeesters aan geprojecteerd. I Woensdagmiddag werd een graan- auto van de firma v. M. uit Zwammerdam op do Noordzijde van aohteren aangereden door een passagiersauto. Do vrachtwagen werd niet beteekenend beschadigd, doch do andere auto werd voor een groot deel ver nield, zoodat zij op sleeptouw moest woiy den genomen en naar eeD garage gebracht. Gelukkig kwamen de inzittenden met den schrik vrij. In het Zondagsschoollokaal in de Meye vergaderde de Bondsring „Bodegra ven." Door den heer G. Terlouw werd in geleid het onderwerp „Het bewarend ka rakter onzer Jongelingsvereon." De ver gadering slaagde goed. De Chr. J. V. Timotlieus, had Dins dagavond een feestavond in de Verh. Roll- manschool, onder leiding van den heer D. Turkenburg belegd. De avond werd mei gedichten, muziek, zang en verschillende aardige onderwerpen op heel prettige wijze gevuld. Do leden der vereeniging worden rijk onthaald. In de Ned.-Herv. Kerk trad Woens dagavond op ds. IC. J. v. d. Berg van Amersfoort met het onderwerp „Het rech% Gods Spr. hield een mooie rede naai aanleiding van Jcsaja 59. Fr was veel be langstelling. K e r k e 1 ij k b c r i c h l, voor Zon dag. Ned. Ilerv. Kerk, v.m. halftien, ds. Pottn.m. zes uur, de heer Ghr. Müller. Geref Kerk, halftien en zes uur, ds. Dam. Geref. Gemeente, halftien en zc9 uur. preeklezen. Burgerlijke Stand. Gebo ren: Martinus Anthonius, z. van C. de Kraan en E. v. d. Tol. Lena Willernina, d. van J. L. v. Leeuwen en M. van Rijn. Johannes Cornelis, z. van 0. v. Doorn en C. Konings. Jan Tictcr, z. van D. van Donk cn K. Nap. Roelofarendsveen. Dinsdagavond gaf dc eerste Leidsehe Accordeon vereeniging „Onderling Kunstgenot", uit Leiden, een uitvoering in het hotel „Dc Vier Heems kinderen", alhier. Dat de Veen om accor- deonmuzek gooft en dab de muzikanten ge voelvol spel leverden, bleek wel uit dcf stampvolle zaal. De muziek, onder leiding van den heer H. J. van Wijk, gaf als eerste nummer een marsch, welke al direct ccn opgewekte stemming onder dc aanwezigen bracht. De overige nummers werden keu rig uitgevoerd en de spelers mochten tel kens na ieder nummertje een welgemeend applaus ontvangen. De verschillende pau zes werden aangevuld door het geven vart enkele voordrachten, welke ons maar ma tig konden bevredigen. We waren het aadere jaren wel beter gewend. Doch over het algemeen genomen, was het weer oen good- geslaagde avond en tegen, midder nacht trokken de aanwezigen voldaan huis waarts. Woubrugge. De bestratingen langs d<? Woudwatering heeft bij den aanleg der wa terleiding zeer veel geleden. De eigenaren van die voetpaden hebben een verzoek ge richt tot den raad, om die bestrating weder in den toestand te brengen, als vóór den aan leg der waterleiding en daar dit een alge meen belang is, die herstelling niet op hen te verhalen. Woensdagavond trad in het Ilerv. Kerk gebouw voor de jongelinsvcreeniging Obadja op ds. de Lind van Wijngaarden. De opkomst was zeer bevredigend. Zwammerdam. Kerkel. bericht. Rcmonstrantsch-'Geref. Gem.Zondag morgen, te tien uur, ds. Rnppold. RECLAME. worden Uw banden ruw en gesprongen; Uw gezicht en lippen pijnlijk schraal. Purol maakt ze spoedig beter. In doozen van 30, GO en 90 ets. Bij apofhekers en drogisten. 2362 Haarlemmermeer. Geboren: Pieter, zoon van W. J. H. Stoelers en L. Vlaande ren. Arie, zoon van J. de Woerd en A. L. de Vos. Job, zoon van W. de Vos en A. Mid delkoop. Hermanus Julius, zoon van S. J. Marekmann en A. M. J. Eickholt. Jaco- ba Jeanetla, dochter van H. C. de Rijk on E. Harp. Johannps Fredricus, zoon van C. van der Laan en M. C. Jonker. Adriana Alberta, dochter van P. Piet en J. de Vries. Antje Johanna, dochter van P. van Tol en H. Bakker. Cornelis, zoon van 8. Poll en J. H. Buis. Neeltje, dochler van C. Koolhaas en A. de Haan. Hendrik, zoon van H. J. Riezeweide cn J. Verboom. Ma- rinus, zoon van L. Franke en J. Moerman. Ondertrouwd: H. van Oene, 21 j. en C. Ol denburg, 19 j. Th. II. Hulsebosch, 21 j. en E S. C. d'Hane, 22 j. P. W. Buis, 22 j. en M. Schoule, 21 j. C. de Haas, 26 j. en E. Slicva, 22 j. D. Jongkind, 32 j. en K. van Vuuren, 28 j. IJ. Stevens, 31 j. en H. Co- karl, 21 j. Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet. (Nadruk verboden. £5) „•Wat ik dan ook niet heb gedaan," zei Alan. „Maar dat daargelaten," vervolgde ik, „wat heb ik gedaan, dat je me op één lijn stelt met een hond, door zoo'n veronder stelling? Ik heb nooit ccn vriend in den steek gelaten, en het is niet waarschijnlijk, dat ik met jou zal beginnen. Er zijn dingen tusschen ons voorgevallen, die ik niet kan yergeten; zelfs al kun jij het." „Ik wil je alleen dit zeggen, David," zei 'Alan heel rustig, „dat ik jc al sinds lang mijn leven schuldig ben en nu ook n,og geld. Je moest probceren dien last licht voor me te maken." Dit moest me hebben getroffen en dat deed het ook, in zeker opzicht, maar op do .verkeerde manier. „Je vroeg me te spreken," zei ik; „wel, dan zal ik het doen. Je zult toegeven, dat je mij een slechten dienst liebt bewezen; ik heb een beleediging moeten aannemen; ik heb het je nooit verwelen; ik heb er niet over gesproken, tot je er zelf over begon. En nu maak je mij een standje," riep ik, „omdat ik niet kan lachen en zingen, alsof ik blij ben, als ik word beleedigd. Het vol gende, wat je me zult vragen, is, dat ik op mijn knieën zal vallen om je er voor te be danken. Je moest wat meer om anderen denken, Alan Brech. Als je meer om ande ren dacht, zou je misschien minder over je zelf spreken, en als een vriend, die veel van je houdt, een beleediging voorbij gaat, zonder een woord te zeggen, moest je blij zijn, dat de zaak bleef rusten, in plaats van hem een standje er over te maken. Volgens mijn opvatting verdien jij een standje; dan behoor jij geen twist te zoe ken." „Ook goed,zei Alan; „zeg dan maar niets meer." En wij vervielen weer in ons vroegere slilzwijgen en kwamen aan het eind van onze dagreis en .aten en gingen slapen zon der verder een woord te spreken. De knecht zette ons over de Rannoch- kreek in de schemering van den volgenden dag en uitte zijn meening over de beste route. Deze leidde direct naar de toppen der bergen, dan met een omweg, boven door het Lyondal, hel Lochaydal en het Dochart- dal, om hij de klippen en den bovenslroom van de Forth in dc Laaglanden uit te ko men. Alan had weinig trek in een route, die ons door het land van zijn bloedvijanden, de Glenorchy Campbells, leidde. Hij voerde aan, dat wij, door naar liet oosten te gaan, bijna direct lusschen de Alhole Stewarts zouden komen, oen clan van zijn eigen naam en stam, ofschoon zij een ander hoofd gehoorzaamden en bovendien langs een veel korleren en gemakkelijken weg- ons doel zouden bereiken. Maar de knecht, die het hoofd was van Cluny's verkenners, had goede redenen voor al zijn aanwijzin gen, noemde de sterkte d;r troepen in ieder district, en voerde eindelijk aan, voor zoo ver ik begreep, dat wij nergens zoo weinig zouden worden lastig gevallen als in een land van Campbells. Alan gaf ten slotte toe, maar half tevre den. „Hot is een van de vervelendste stukken van Schotland," zei hij. „Ik weet er niets anders dan hei en kraaien cn Campbells. .Maar ik zie, dat je een scherpzinnig man bent, en zal doen, wat je verlangt." Wij namen dus deze route en wandelden bijna drie nachten op geheimzinnige ber gen tusschen de bronnen van wilde rivie ren, dikwijls in mist gehuld en in een voortdurenden wind en regen en nooit op- gevroolijkt door een straaltje zonneschijn. Overdag lagen wij te slapen in de druipen de heide en 's nachts klommen wij over on begaanbare heuvels, tusschen wilde rotsen. Wij verdwaalden vaak en waren dikwijls zóó ingesloten door den mist, dat wij moes ten blijven waar wij waren, lot het licht werd. Er was geen kwestie van vuur. Ons eenige voedsel was „drammach" en een portie koud vleesch, dat wij uit de kooi had den meegenomen, en wat drinken betreft, de hemel weel, dat wij aan water geen ge brek hadden. Het was een vrecsclijke lijd, die nog vree sdij kor werd door het sombere weer en het landschap. Ik was nooit warm, mijn tanden klapperden op elkaar, ik werd gehinderd door een erg ontstoken keel, zooals ik op 't eilandje had gehad, ik had een pijnlijken steek in mijn zijde, die mij nooit verliet, en als ik in mijn natte bed sliep, terwijl de re- gen op mij neersloeg, en onder mij de mod der sijpelde, beleefde ik in mijn verbeel ding weer de ergste deelen van mijn avon turen, ik zag den toren van Shaws, verlicht door den bliksem, Ransome wegdragen op den rug van den man, Shuan sterven op deu vloer van de kajuit of Colin Campbell grijpen naar de sluiting van zijn jas. Uit zulke onderbroken sluimeringen werd ik in de schemering wakker, om nog in de zelfde modder te zitten als waarin ik had geslapen en koude „drammach" le eten, terwijl den regen scherp in mijn gezicht sloeg of langs mijn rug liep in ijskoude stroompjes en de mist on9 insloot tils in oen sombere holte, of misschien als dc wind op stak, plotseling verdween en ons den af grond van een duistere vallei deed zien, waar de stroomen brulden. Het geluid van een onmetelijk aantal rivieren kwam van alle kanten. Door dezen gesladigen regen waren alle bronnen van het gebergte gaan vloeien, uit alle dalen gul9le het water als uit een vergaarbak, iedere beek was over stroomd en was buiten haar oevers gelre den, gedurende onze vermoeiende nachte lijke reizen was het indrukwekkend hun stemmen te hoorc-n in de dalen heneden, nu rollend als donder, dan met oen hoos ge raas. Ik begreep nu de geschiedenis van den Watergeest, den demon der slroomen, waarvan de fabel zegt, dat hij weeklaagt en brult aan de doorwaadbare plaats lot de ten doode gedoemde reiziger komt. Ik zag, dat Alan het geloofde, of half geloofde, cn wan neer het geraas van de rivier hooger klonk dan gewoonlijk, verbaasde het mij weinig, dat hij een kruis sloeg. Gedurende deze verschrikkelijke zwerf tochten waren wij niet vertrouwelijk en spraken zelfs bijna niet. De waarheid is, dat ik doodziek was, wat mijn beste excuus is. Maar bovendien was ik door mijn aard weinig geneigd le vergeven; ik was niet gauw beleedigd, maar vergat nog minder gauw, en was nu om twee redenen woedend op mijn metgezel. Bijna twee dagen was hij onvermoeid met vriendelijkheden, wel zwij gend, maar altijd bereid om le helpen, en altijd in de hoop, zooals ik heel goed zag, dat mijn onaangename stemming zou over waaien. Al dien lijd was ik in mijzelf ge keerd, voedde mijn toorn, wees ruw zijn hulp af en keek hem even weinig aan, als wanneer hij een struik of een steen was geweest. Den tweeden nachl, of liever den dage raad van den derden dag waren wij op een open heuvel, zoodat wij niet onze gewoon te konden volgen en direct gaan eten en 9lapen. Vóór wij een schuilplaats hadden bereikt, was het vrij helder geworden; want, ofschoon het nog regende, waa?en de wolken hooger, en Alan keek mij aan met teekenen van bezorgdheid. „Je kunt mij beter je bagage geven," zei hij, misschien voor de negende maal sedert wij gescheiden wafën van den verkenner, aan den oever van de Rannoch-kreek. „Het gaat heel goed, dank je," zei ik, zoo koud als ijs. Alan werd bloedrood. „Ik zal het niet weer aanbieden," zei hij, „ik ben niet erg geduldig, David." „Dat hel» ik nooit gezegd," antwoordde •ik, wal precies de ruwe, dwaze manier van spreken was van een jongen van tien jaar. Alan gaf op dat oogenblik geen ant woord, maar zijn gedrag antwoordde voor hem. Het bleek, dat hij van nu af zichzelf had vergeven voor de zaak met Cluny, hij zette zijn hoed weer zwierig, wandelde op gewekt, floot deuntjes en keek mij van opzij aan met uitdagenden glimlach. Den derden avond trokken wij door het westelijke eind van het land Balguhidder. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5