ONTVOERD.
No. 19893
LEIDSCH DAGBLAD, Vrijdag 16 Januari
Tweede Blad, Anno 1925.
GEMENGD NIEUWS.
UIT DE RIJNSTREEK.
Door de Koude
UIT DE OMSTREKEN.
FEUILLETON.
1 De beurtschipper W. v. d. L,
Uit Hillegom, voer gisteravond met de mo
torboot „Onderneming VI" door de Wijnha
ven te Rotterdam. Onder de Wijnbrug voer
de motorboot heen met het gevolg, dat het
ftuurrad achteroversloeg en met den schip
per terechtkwam tegen den kap van den
motor. Den schipper werd de borstkas in-
|ediukt. Hij was op slag dood.
„Handelsbelangen" bevat
•de credifceurenlijst in het faillissement Ma.
*ia J. Visser, eenig beheerend vennoot der
Comm. Venn. Broekhuys- Sneeuwbalsy
steem te Rotterdam. Zij telt 62 namen,
met een totaal passief van f 72.171.67. De
baten zijn nog niet volledig bekend. De
verificatie-vergadering wordt op 17 Januari
A.s. gehouden.
Het „N e d e r f a u d s c li Weekblad
voor den Handel in Kruidenierswaren" meldt
dat in de afgeloopen woek 2.976.000 eieren
Baar Engeland zijn verscheept.
Dc moord op Busch. Om-
.trent het onderzoek, dat de Centrale Re
cherche in het garagegebouw achter net
bewuste huis op den Overtoom te Amster
dam heeft ingesteld het volgende
Tijdens de eerste opgraving was gebleken
'dat er nog meer betonwerk orider den
vloer, die betegeld is, lag. Nadat het lijk
in de pakkist gevonden was, zette men het
graafwerk stop. Veel was nog niet openge
broken, omdat liet lijk betrekkelijk gauw
gevonden was, hetgeen verklaarbaar is,
omdat in een anoniemen brief de plek vrij
nauwkeurig was «aangewezen.
Nadat speciale werktuigen daarvoor wa
llen aangevoerd, werd onder toezicht van
Icbn commissaris van de Centrale Recher
che, de aware betegeling van den vloer
(verwijderd. Men stiet op een groote gece
menteerde plaat, die ongeveer anderhalven
meter lang en een meter breed was en die
een dikte had van 15 a 20 centimeter. Het
doel van deze plaat houdt waarschijnlijk
verband met de afwatering, daar zij vlak
bij een waterput ligt Om de plaat weg
to breken, werd gebruik gemaakt van een
oude barst. Zeker is het, dat de dader van
den moord op deze plek r.iets heeft ver
borgen.
Een groote moeilijkheid is het opsporen
van de werklieden, die bij het leggen van
den vloer in de garage hebben gewerkt. De
Ondernemer, die heb werkje had laten ver
richten, was vrij spoedig bekend. Dank zij
werk en loonstaten werden ook eenige ar
beiders ontdekt, die daar ongeveer negen
en een half jaar geleden aan den arbeid
zijn geweest.
Het feit, dat het lijk vrijwel geheel ont-
vleescht was, maakt duidelijk, dat ook de
last met meer geheel gaaf was. De twee
ijzeren handvaten waren zwaar geroest en
aan de buitenzijde van het liout was reeds
rotting ingetreden. Tooh meent de politie,
'dat de ldst beschilderd is geweest en dat
er letters op hebben gestaan. Het was een
kist, van het model, dikwijls gebruikt bij
.verhuizingen. In het laboratorium van den
deskundige, die het geraamte reeds schoon
gemaakt heeft voor de schouwing door de
medici, zal ook dc kist onderzocht en ge
reinigd worden.
De woning van Muylwijk bevond zich op
dl vijfde verdieping, althans op een deF
hoogste étages van het groote gebouw. In
dien het waar is, dat Busch daar aange
vallen en gedood is, mag het vrij onwaar
schijnlijk geacht worden, dat de moorde
naar het lijk op deze verdieping, waar
ook zijn huisgenooten vertoefden, in do
kast heeft verpakt. Toch moet dit vlak na
'b misdrijf hebben plaats gehad. Niet onmo
gelijk is. dat de dader het lichaam omlaag
heoib gebracht en beneden zijn emballage-
.werk heeft verricht.
Een vraag van belang is, of de dader
de kist alléén naar de garag? heeft ge
sleept.
De echtgenoot van den verdachte ver
klaarde, dat zij van niets weet.
De rechter-commissari? heeft eenige
nieuwe getuigen gehoord: betonwerkers, die
ten tijde van het misdrgf aan den betonvloer
in de garage hebben gewerkt.
Uit de verklaringen ia gebleken, dat
Muylwgk toen zgn kantoor hield in een
vertrek, boven den ingang van de garage.
Deze ingang was naast bet groote gebouw,
waarin de winkelhuizen gevestigd waren,
terwijl de garage er achter omliep. Natuur
lijk was er een trap t-usschen het kantoor op
de eerste verdieping en de garage, terwijl
bovendien een deur het groote gebouw met
de garago verbond. Muylwijk kon dus zoo
wel van zgn woning als van bet kantoor
de garage bereiken.
In deD lgd van Busch' verdwijning was
de groote betonvloer in db garage in de
maak. De grond was bezaaid met kisten,
tonnen, zakken, planken en werktuigen. De
kisten kwamen ongeveer overeen met die,
waarin het lijk van den koopman onlangs
werd gevonden.
Het grootste gedeelte van den betonvloer
was reeds gelegd, toen de verdwijning kwam
vast te staan. Bijl den muur, ter plaatse
ongeveer waar de lugubere ontdekking werd
gedaan, was oen ijzeren afwateringsput,
waaromheen een gegoten cementen bak was
geplaatst.
De dader bad twaalf uur tijd, alvorens
het personeel den volgenden ochtend weer
aan het werk toog, terwijl vier-en-twintig
uur verstreken waren, alvorens de politie,
na|£ aanleiding van een aangifte van Liehtle,
een onderzoek instelde. In dien tijd kon
het kleine betonnen plaatje, dat boven do
kist gelegd was, gemaakt en gehard zijn
Het is zeer waarschijnlijk, dat de daad op
het kantoor op de eerste verdieping of
in de garage zfelf begaan is.
Zaterdagavond, dus vier en twintig uur
nadat liet misdrijf had plaats gehad, stelde
de politie van het bureau Pieter Aertsz-
straat en van het bureau Leidscheplein een
onderzoek in.
Uit de rapporten van dien tjj'd blijkt, dat
Muylwijk twee uur lang aan een verhoor
werd ondeI-worpen. Hij verklaarde, dat
Busch weer was vertrokken en dat na zijn
veiirek nog was opgebeld, daarheen hij
was gegaan wist hij niet.
De politie heeft toen een uitgebreid
onderzoek ingesteld.
Dien Zaterdagavond was de geheele beton-
j vloer reeds klaar.
Do berichten over het terugvinden van
den koopman O. A. Busch hebben te Roo-
.zendaal zeer de aandacht getrokken, omdat
„Pinneke Busch" zooals men hein daar
nog noemt zich een bijzondere bekend
heid had verworven.
Geboren te Bergen-op-Zoom, aldus de
corr. van „De Tel.", ging hg na Tiet ver
laten van de school eerst brj een kleer
maker in de leer. Vervolgens fegde hij zich
toe op het vak van broodbakker. Toen hg
daarvan genoeg wist om zich als vakman
uit te geven, kreeg hij plaats op een dor
booten van de Java-China-lijn.
Na eenige jaren vestigde hjj zich in
een klein bakkerswinkeltje in de Molen
straat, te Roozendaal, waaraan hij een krui
denierswinkel verbond.
Door sterk concurreerende prijzen wist
hg binnen'betrekkelijk korten tijd zijn zaken
tot bjjsonderen bloei te brengen.
Toen de gelegenheid zich voor (feed om
de oude brouwerij te koopen van de fa.
Raaymakers, maakte hjj er gebruik van.
De brouwerg werd gesloopt en een nieuwe,
modern ingerichte machinale bakkerij met
winkel werd ter plaats eopgetrokken.
Aanvankelijk ging alles nog goed, doch
allengs bleek toch, dat hp het nu te groot
had aangelegd. Het faillissement was niet
te keeren.
Bakker Busch ging nuvliegen. Na 4
een goed half jaar kwam hrj' te Roozendaal
terug om daar zijn nieuw geleerde kunst
te vertoonen. En werkelijk, op de weidein,
achter ae Badhuisstraat en Dwarskade wer
den de demonstraties georganiseerd. Echo
de eerste demonstratie mislukte endaar
bij is 'fc toen gebleven. Nadien echter heeft
hij nog vaak gevlogen.
Na het uitbreken van den oorlog vestigde
bijl zich te Amsterdam, waar hij als handelaar
veel geid verdiende.
Naar aanleiding van het bericht in enkele
bladen, waarin de veronderstelling wordt
uitgesproken, dat het anonieme schrijven
dat geleid heeft tot de ontdekking van den
moord, nu tien jaar geleden te Amsterdam
op den makelaar Busch gepleegd, ook oen
spoor had kunnen geven tot de opsporing
van de bedrijvers van ernstige misdaden,
te Den Ilaag gepleegd, verneemt de „N.li.0."
van welingelichte zijde, dat do Haagse he
recherche wel degelijk een onderzoek heeft
ingesteld naar aanleiding van bedoeld schre
ven, doch dat door dat onderzoek tot dusver
niet het minste verband is komen vast te
staan lusschen den to Amsterdam gearres
teerde verdachte v. M. en het misdrijf in
de De Riemerstraat, in Den Haag.
0 w z vv cr vingen v an Iw co Z ui-
lenschc wcrkloozen. Twee Zuilcnsche
verkloozen hadden zich laten inschrijven
om naar Frankrijk te gaan werken in de
steengroeven, aldus de' „Utr. Courant".
Zij kenden wel geen Fransch, doch de Di
recteur van den Rijksdienst der Arbeidsbe
middeling had gezegd, dat dit. hoewel ge-
wenscht, niet noodzakelijk was.
Maandagmorgen 29 Dec. aanvaardden zij
welgemoed de reis en kwamen Dinsdag in
Parijs aan. Daar werden zij, namens het
Ilollandsche consulaat, op den trein gezet,
die lien naai' de plaats van heslemming zou
voeren, waar zij ongeveer f uur in den mid
dag aankwamen. Zij werden daar per auto
afgehaald door den baas, die met hen een
kroeg binnenging, alwaar met een aantal
Italianen cn Polen een drinkpartij begon,
waaraan de beide Zuilenaars verzocht wer
den mee te doen, die tot negen uur duurde.
Daarna ging het in vliegende vaart met een
snelheid van 100 k 120 K.M. over borgen en
door dalen naar het hotel. Dit bleek echter
niet meer te zijn dan een hok, aan lievige
vervuiling ten prooi. Men moest daar liggen
lusschen allerlei gespuis, terwijl do geladen
karabijnen en revolvers aan den wand hin
gen. De beide Zuilenaars gaven door gebaren
te kennen, dat zij daar niet wilden slapen.
Toen ging het in dezelfde vaart als boven
naar een ander hotel, dat iets beter was, en
waar zij den ook den nacht hebben doorge
bracht, na vooraf bróód en koffie, vermengd
met' sterken drank, als slaapmutsje te heb
ben ingenomen. De baas beduidde, dat hij
hen den volgenden morgen om 8 uur zou
komen halen.
Dit geschiedde ook. Doch dit hotel was
nog een halfuur rijden of G uur loopen van
het eigenlijke werk. Hier konden zij dus niet
clkcn avond terugkomen. In de steengroeven
was geen behoorlijke slaapgelegenheid, geen
keuken. Ieder moet daar maar voor zichzelf
zorgen. Dat zijn de Hollanders niet gewend.
Typeerend was ook, dat in de steengroe
ven slechts Italianen en Polen werken, geen
Franschen.
Toen bleek, dal er geen behoorlijke huis
vesting te krijgen was, beduidden de beide
Zuilcnaars, dat' zij dan niet wilden blijven.
De baas bracht hen daarop weer naar den
trein, die hen 's avonds om halfelf in Parijs
bracht. Daar besloten zij het Ilollandsche
consulaat op te zoeken, dat echter begrijpe
lijk om dien tijd gesloten was. Op weg naar
het 'station terug verdwaalden zij en kwa
men na 5 uur omzwerven, daar aan. Daar
zij echter geen plaatsbewijs hadden, moch
ten zij ook daar niet' binnen en logden zich
toen maar vóór het station neer om wat uit
te rusten. Den volgenden morgen ontmoet
ten ze een Hollander, die wel Fransch ken
de. Deze hielp hen in den trein naar Hol
land.
Voor zoover zij overstappen moesten op
Fransch gebied, zalen zij met een papiertje
in handen, om den naam van de stations te
vergelijken, die ze passeerden. Van het afroe
pen der namen verstonden zij natuurlijk ook
al niets. Eten of drinken was, wegens onbe
kendheid met de taal, zoo goed als niet te
krijgen.
En zoo kwamen zij vermoeid, hongerig en
dorstig weer in Zuilen terug. Voor zich zelf
veel ervaring rijker, doch ook voor anderen
een les meebrengende. liet is althans te ho
pen, dat, als anderen door de Arbeidsbemid
deling hier of elders worden aangeworven,
voor werk in Frankrijk ,zij onder de be
scherming van die bemiddeling blijven, tot
dat ook de huisvesting enz. goed geregeld is.
Uit Witmarsum ontvangt de
„Leeuw. Crt" een lijstje van de leeftijden
van de gezusters Hartog, die allen nog een
goede gezondheid genieten en die te zamen
bgna 413 jaren tellen, n.I. Maaike Hartog
bijna 86 jaar, te Witmarsum; Boukje Hartog
bijna SI jaar te Piaara; Elisabeth Hartog
bijna 82 jaar, te Witmarsum; Antje iïarbg
br.na 81 jaar te Lollum, en Johanna Hartog
bijna 80 jaar, te Molkwerum.
„Goeden morgen, dominee",
zei de oud-zeekapitein. „Ik heb u in lang
niet gezien".
„Neen, kapitein, maar ik heb 't ook druk
gehad. Vanochtend heb ik nog drie paren
getrouwd in vijftien minuten."
„Dat is oen flink gangetje, dominee. Dat
is twaalf knoopen in 't uur!"
RECLAME.
I (Aspirin-Snuif)
Poeder tegen
I neusverkoudheid
Prijs 75 ets.
2370
Alkemade. Het aantal werkloozcn,
ingeschreven bij de arbeidsbeurs alhier,
bedraagt op heden 36.
Bodegraven. Gisternacht werd een po
ging tot inbraak ondernomen in de bekende
juwclierszaak van de firma P. van Dam en
Zonen. Dit was in enkele jaren nu reeds de
derde maal. Ook ®u echter gelukkig zon
der resultaat. Wel slaagden do dieven, die
nu aan de achterzijde van het huis poogden
binnen te komen, er in de keuken binnen
te dringen, doch bij heb verder gaan gmg
een der vele alarmschellen over, waarna zij
het hazenpad kozen. De daders zijn als-
nog onbekend.
Onder de Vrijziunig-Godsdïcnsligen in
i onze gemeente komt den laatsten tijd meer
leven. Vorige week werden er, door leden
I van verschillende kerken onderteekendc,
circulaires verspreid en als gevolg daarvan
j nu een vergadering gehouden, waar ver-
i schillende zaken werden besproken, onder
leiding van da. Rappold van Zwammer-
dam. Volgende week zal men weer verga-
doren.
Voor dc voetbalvereoniging „Bodegra.
ven" heeft een der meest bekende scheids
rechters een causerie gehouden over de re
gels va® het voetbalspel, in de zaal van
hotel Van Rossum.
Nader vernemen wij dat het pompge-
bouwtje voor de bemaling der riolen, is
ontworpen op do oude markt, tegenover
den ingang van de Ned.-Herv. Kerk. Het
belooft een sieraad voor die omgeving te
worden. Om het meer aanzienlijk te kun
nen maken is er een lokaal voor politie en
marktmeesters aan geprojecteerd.
I Woensdagmiddag werd een graan-
auto van de firma v. M. uit Zwammerdam
op do Noordzijde van aohteren aangereden
door een passagiersauto. Do vrachtwagen
werd niet beteekenend beschadigd, doch do
andere auto werd voor een groot deel ver
nield, zoodat zij op sleeptouw moest woiy
den genomen en naar eeD garage gebracht.
Gelukkig kwamen de inzittenden met den
schrik vrij.
In het Zondagsschoollokaal in de
Meye vergaderde de Bondsring „Bodegra
ven." Door den heer G. Terlouw werd in
geleid het onderwerp „Het bewarend ka
rakter onzer Jongelingsvereon." De ver
gadering slaagde goed.
De Chr. J. V. Timotlieus, had Dins
dagavond een feestavond in de Verh. Roll-
manschool, onder leiding van den heer D.
Turkenburg belegd. De avond werd mei
gedichten, muziek, zang en verschillende
aardige onderwerpen op heel prettige wijze
gevuld. Do leden der vereeniging worden
rijk onthaald.
In de Ned.-Herv. Kerk trad Woens
dagavond op ds. IC. J. v. d. Berg van
Amersfoort met het onderwerp „Het rech%
Gods Spr. hield een mooie rede naai
aanleiding van Jcsaja 59. Fr was veel be
langstelling.
K e r k e 1 ij k b c r i c h l, voor Zon
dag. Ned. Ilerv. Kerk, v.m. halftien, ds.
Pottn.m. zes uur, de heer Ghr. Müller.
Geref Kerk, halftien en zes uur, ds. Dam.
Geref. Gemeente, halftien en zc9 uur.
preeklezen.
Burgerlijke Stand. Gebo
ren: Martinus Anthonius, z. van C. de
Kraan en E. v. d. Tol. Lena Willernina,
d. van J. L. v. Leeuwen en M. van Rijn.
Johannes Cornelis, z. van 0. v. Doorn en
C. Konings. Jan Tictcr, z. van D. van
Donk cn K. Nap.
Roelofarendsveen. Dinsdagavond gaf
dc eerste Leidsehe Accordeon vereeniging
„Onderling Kunstgenot", uit Leiden, een
uitvoering in het hotel „Dc Vier Heems
kinderen", alhier. Dat de Veen om accor-
deonmuzek gooft en dab de muzikanten ge
voelvol spel leverden, bleek wel uit dcf
stampvolle zaal. De muziek, onder leiding
van den heer H. J. van Wijk, gaf als eerste
nummer een marsch, welke al direct ccn
opgewekte stemming onder dc aanwezigen
bracht. De overige nummers werden keu
rig uitgevoerd en de spelers mochten tel
kens na ieder nummertje een welgemeend
applaus ontvangen. De verschillende pau
zes werden aangevuld door het geven vart
enkele voordrachten, welke ons maar ma
tig konden bevredigen. We waren het
aadere jaren wel beter gewend. Doch over
het algemeen genomen, was het weer oen
good- geslaagde avond en tegen, midder
nacht trokken de aanwezigen voldaan huis
waarts.
Woubrugge. De bestratingen langs d<?
Woudwatering heeft bij den aanleg der wa
terleiding zeer veel geleden. De eigenaren
van die voetpaden hebben een verzoek ge
richt tot den raad, om die bestrating weder
in den toestand te brengen, als vóór den aan
leg der waterleiding en daar dit een alge
meen belang is, die herstelling niet op hen
te verhalen.
Woensdagavond trad in het Ilerv. Kerk
gebouw voor de jongelinsvcreeniging Obadja
op ds. de Lind van Wijngaarden. De opkomst
was zeer bevredigend.
Zwammerdam. Kerkel. bericht.
Rcmonstrantsch-'Geref. Gem.Zondag
morgen, te tien uur, ds. Rnppold.
RECLAME.
worden Uw banden ruw en gesprongen; Uw
gezicht en lippen pijnlijk schraal. Purol
maakt ze spoedig beter. In doozen van 30,
GO en 90 ets. Bij apofhekers en drogisten.
2362
Haarlemmermeer. Geboren: Pieter,
zoon van W. J. H. Stoelers en L. Vlaande
ren. Arie, zoon van J. de Woerd en A. L.
de Vos. Job, zoon van W. de Vos en A. Mid
delkoop. Hermanus Julius, zoon van S.
J. Marekmann en A. M. J. Eickholt. Jaco-
ba Jeanetla, dochter van H. C. de Rijk on E.
Harp. Johannps Fredricus, zoon van C.
van der Laan en M. C. Jonker. Adriana
Alberta, dochter van P. Piet en J. de Vries.
Antje Johanna, dochter van P. van Tol
en H. Bakker. Cornelis, zoon van 8. Poll
en J. H. Buis. Neeltje, dochler van C.
Koolhaas en A. de Haan. Hendrik, zoon
van H. J. Riezeweide cn J. Verboom. Ma-
rinus, zoon van L. Franke en J. Moerman.
Ondertrouwd: H. van Oene, 21 j. en C. Ol
denburg, 19 j. Th. II. Hulsebosch, 21 j. en
E S. C. d'Hane, 22 j. P. W. Buis, 22 j. en
M. Schoule, 21 j. C. de Haas, 26 j. en E.
Slicva, 22 j. D. Jongkind, 32 j. en K. van
Vuuren, 28 j. IJ. Stevens, 31 j. en H. Co-
karl, 21 j.
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet.
(Nadruk verboden.
£5)
„•Wat ik dan ook niet heb gedaan," zei
Alan.
„Maar dat daargelaten," vervolgde ik,
„wat heb ik gedaan, dat je me op één lijn
stelt met een hond, door zoo'n veronder
stelling? Ik heb nooit ccn vriend in den
steek gelaten, en het is niet waarschijnlijk,
dat ik met jou zal beginnen. Er zijn dingen
tusschen ons voorgevallen, die ik niet kan
yergeten; zelfs al kun jij het."
„Ik wil je alleen dit zeggen, David," zei
'Alan heel rustig, „dat ik jc al sinds lang
mijn leven schuldig ben en nu ook n,og
geld. Je moest probceren dien last licht
voor me te maken."
Dit moest me hebben getroffen en dat
deed het ook, in zeker opzicht, maar op do
.verkeerde manier.
„Je vroeg me te spreken," zei ik; „wel,
dan zal ik het doen. Je zult toegeven, dat je
mij een slechten dienst liebt bewezen; ik
heb een beleediging moeten aannemen; ik
heb het je nooit verwelen; ik heb er niet
over gesproken, tot je er zelf over begon.
En nu maak je mij een standje," riep ik,
„omdat ik niet kan lachen en zingen, alsof
ik blij ben, als ik word beleedigd. Het vol
gende, wat je me zult vragen, is, dat ik op
mijn knieën zal vallen om je er voor te be
danken. Je moest wat meer om anderen
denken, Alan Brech. Als je meer om ande
ren dacht, zou je misschien minder over je
zelf spreken, en als een vriend, die veel
van je houdt, een beleediging voorbij gaat,
zonder een woord te zeggen, moest je blij
zijn, dat de zaak bleef rusten, in plaats
van hem een standje er over te maken.
Volgens mijn opvatting verdien jij een
standje; dan behoor jij geen twist te zoe
ken."
„Ook goed,zei Alan; „zeg dan maar
niets meer."
En wij vervielen weer in ons vroegere
slilzwijgen en kwamen aan het eind van
onze dagreis en .aten en gingen slapen zon
der verder een woord te spreken.
De knecht zette ons over de Rannoch-
kreek in de schemering van den volgenden
dag en uitte zijn meening over de beste
route. Deze leidde direct naar de toppen der
bergen, dan met een omweg, boven door het
Lyondal, hel Lochaydal en het Dochart-
dal, om hij de klippen en den bovenslroom
van de Forth in dc Laaglanden uit te ko
men. Alan had weinig trek in een route, die
ons door het land van zijn bloedvijanden,
de Glenorchy Campbells, leidde. Hij voerde
aan, dat wij, door naar liet oosten te gaan,
bijna direct lusschen de Alhole Stewarts
zouden komen, oen clan van zijn eigen
naam en stam, ofschoon zij een ander
hoofd gehoorzaamden en bovendien langs
een veel korleren en gemakkelijken weg-
ons doel zouden bereiken. Maar de knecht,
die het hoofd was van Cluny's verkenners,
had goede redenen voor al zijn aanwijzin
gen, noemde de sterkte d;r troepen in ieder
district, en voerde eindelijk aan, voor zoo
ver ik begreep, dat wij nergens zoo weinig
zouden worden lastig gevallen als in een
land van Campbells.
Alan gaf ten slotte toe, maar half tevre
den.
„Hot is een van de vervelendste stukken
van Schotland," zei hij. „Ik weet er niets
anders dan hei en kraaien cn Campbells.
.Maar ik zie, dat je een scherpzinnig man
bent, en zal doen, wat je verlangt."
Wij namen dus deze route en wandelden
bijna drie nachten op geheimzinnige ber
gen tusschen de bronnen van wilde rivie
ren, dikwijls in mist gehuld en in een
voortdurenden wind en regen en nooit op-
gevroolijkt door een straaltje zonneschijn.
Overdag lagen wij te slapen in de druipen
de heide en 's nachts klommen wij over on
begaanbare heuvels, tusschen wilde rotsen.
Wij verdwaalden vaak en waren dikwijls
zóó ingesloten door den mist, dat wij moes
ten blijven waar wij waren, lot het licht
werd. Er was geen kwestie van vuur. Ons
eenige voedsel was „drammach" en een
portie koud vleesch, dat wij uit de kooi had
den meegenomen, en wat drinken betreft,
de hemel weel, dat wij aan water geen ge
brek hadden.
Het was een vrecsclijke lijd, die nog vree
sdij kor werd door het sombere weer en het
landschap. Ik was nooit warm, mijn tanden
klapperden op elkaar, ik werd gehinderd
door een erg ontstoken keel, zooals ik op
't eilandje had gehad, ik had een pijnlijken
steek in mijn zijde, die mij nooit verliet, en
als ik in mijn natte bed sliep, terwijl de re-
gen op mij neersloeg, en onder mij de mod
der sijpelde, beleefde ik in mijn verbeel
ding weer de ergste deelen van mijn avon
turen, ik zag den toren van Shaws, verlicht
door den bliksem, Ransome wegdragen op
den rug van den man, Shuan sterven op
deu vloer van de kajuit of Colin Campbell
grijpen naar de sluiting van zijn jas.
Uit zulke onderbroken sluimeringen werd
ik in de schemering wakker, om nog in de
zelfde modder te zitten als waarin ik had
geslapen en koude „drammach" le eten,
terwijl den regen scherp in mijn gezicht
sloeg of langs mijn rug liep in ijskoude
stroompjes en de mist on9 insloot tils in oen
sombere holte, of misschien als dc wind op
stak, plotseling verdween en ons den af
grond van een duistere vallei deed zien,
waar de stroomen brulden. Het geluid van
een onmetelijk aantal rivieren kwam van
alle kanten. Door dezen gesladigen regen
waren alle bronnen van het gebergte gaan
vloeien, uit alle dalen gul9le het water als
uit een vergaarbak, iedere beek was over
stroomd en was buiten haar oevers gelre
den, gedurende onze vermoeiende nachte
lijke reizen was het indrukwekkend hun
stemmen te hoorc-n in de dalen heneden, nu
rollend als donder, dan met oen hoos ge
raas. Ik begreep nu de geschiedenis van
den Watergeest, den demon der slroomen,
waarvan de fabel zegt, dat hij weeklaagt en
brult aan de doorwaadbare plaats lot de ten
doode gedoemde reiziger komt. Ik zag, dat
Alan het geloofde, of half geloofde, cn wan
neer het geraas van de rivier hooger klonk
dan gewoonlijk, verbaasde het mij weinig,
dat hij een kruis sloeg.
Gedurende deze verschrikkelijke zwerf
tochten waren wij niet vertrouwelijk en
spraken zelfs bijna niet. De waarheid is,
dat ik doodziek was, wat mijn beste excuus
is. Maar bovendien was ik door mijn aard
weinig geneigd le vergeven; ik was niet
gauw beleedigd, maar vergat nog minder
gauw, en was nu om twee redenen woedend
op mijn metgezel. Bijna twee dagen was hij
onvermoeid met vriendelijkheden, wel zwij
gend, maar altijd bereid om le helpen, en
altijd in de hoop, zooals ik heel goed zag,
dat mijn onaangename stemming zou over
waaien. Al dien lijd was ik in mijzelf ge
keerd, voedde mijn toorn, wees ruw zijn
hulp af en keek hem even weinig aan, als
wanneer hij een struik of een steen was
geweest.
Den tweeden nachl, of liever den dage
raad van den derden dag waren wij op een
open heuvel, zoodat wij niet onze gewoon
te konden volgen en direct gaan eten en
9lapen. Vóór wij een schuilplaats hadden
bereikt, was het vrij helder geworden;
want, ofschoon het nog regende, waa?en de
wolken hooger, en Alan keek mij aan met
teekenen van bezorgdheid.
„Je kunt mij beter je bagage geven," zei
hij, misschien voor de negende maal sedert
wij gescheiden wafën van den verkenner,
aan den oever van de Rannoch-kreek.
„Het gaat heel goed, dank je," zei ik, zoo
koud als ijs.
Alan werd bloedrood. „Ik zal het niet
weer aanbieden," zei hij, „ik ben niet erg
geduldig, David."
„Dat hel» ik nooit gezegd," antwoordde
•ik, wal precies de ruwe, dwaze manier van
spreken was van een jongen van tien jaar.
Alan gaf op dat oogenblik geen ant
woord, maar zijn gedrag antwoordde voor
hem. Het bleek, dat hij van nu af zichzelf
had vergeven voor de zaak met Cluny, hij
zette zijn hoed weer zwierig, wandelde op
gewekt, floot deuntjes en keek mij van opzij
aan met uitdagenden glimlach. Den derden
avond trokken wij door het westelijke eind
van het land Balguhidder.
(Wordt vervolgd).