ONTVOERD. No. 19891 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 14 Januari Tweede Blad. Anno 1925. BINNENLAND. HEBT U AL GEBLOOKERD? Ca&ur* FEUILLETON. GEMENGD NIEUWS. De Ondeiwijs-Centrale. Zaterdag j l. is te Amsterdam in het kan door van het Nederlandsch Onderwijzers- Gonootschap gesticht een federatie van On derwijzers-Vereeni gingen onder den naam van „De Onderwijs-Centrale.*' De vergadering stond onder leiding van 'den voorzitter van het N.O.G-, den heer H. J. Bon, en was een vervolg op eenigo vorige vergaderingen, waarin de vraag, of 'de stiohting eener dergelijke federatie wen- 6chelijk en mogelijk i^onder de oogen was gezien en in toestemmenden zin was be antwoord. Krachtens besl. van de algcmeene verga dering of hoofdbestuur namon de volgende vereeniging aan de stichting deel: het Nederlandsch Onderwijzers-Genootschap, vertegenwoordigd door de heeren H. J. Bon en J. F. Ekering de Vereeniging van Hoof den van Scholen in Nederland, vertegen ■woordigd door de beeren A. J. van Goe- them en E. J. Blokkinkde Unie van Christelijke Onderwijzers, vertegenwoor digd door don heer W. Ficggon de Ver eeniging voor M.U.L.O. vertegenwoordigd door de heeren A. Lobstein en G. Schaafo- ma; en de Bond van Onderwijzeressen bij het Fröbelonderwijs, vertegenwoordigd door de dames S. B. M. Crombet en T. Edel man. De grondslagen voor de Onderwijs-Cen- JraJe liggen in de volgende conclusies: 1. Tot de Onderwijs-Centrale kunnen toe treden alle onder wij zersvereeni gingen van het bijzonder zoowel als van het openbaar onderwijs en beide in al hun vertakkingen: •voorbereidend tot en met booger onder wijs 2. de Onderwijs-Centrale heeft een fe deratief karakter en tast de zelfstandigheid 'der aangesloten vereenigingen niet aan; 3. oj bespreekt: a. vraagstukken van algemeen onder wijskundigen aard, echter met uitzonde ring van punten, welke eon strijdpunt vor men fcuaschen politieke partijen b. quaesties betreffende salarieering en rechtspositie der' leerkrachten. 4. Zij wendt zich, desnoods ongevraagd, toet een advies over deze zaken tot den Minister 6 I> minderheid kan in het rapport van haar afwijkende mëening doen blijken. 6. Do Onderwijs-Centrale trachfc te be- Jreiïce»; a. dat do Regeering haar advies vraagt in zaken betreffende het onderwijs b. dat de Regeering haar erkent als bij zondere commissie van overleg voor onder wijszaken en haar deel moet uitmaken van de Centrale Commissie van Georganiseerd Overleg voor ambtenaarszaken. 7. Aansluiting bij een politieke centrale behoeft geen beletsel te zijn tot aansluiting bij de Onderwijs-Centrale. Aan de besprekingen namen ook nog 'deel: de Ned. Bond van Leeraren en Leera- ressco bij het Nijverheidsonderwijs,, verte genwoordigd door dc heeren C. Menke en H. Wapstra Azn. de Canisius federatie, vertegenwoordigd door den heer A. J. W. [Bnigen, welke heeren de quaestie van aan sluiting in hun hoofdbestuur zullen bespro ken. De Vereeniging van Gymnastiek-Onder- wijzers in Nederland en de Vereeniging van Leeraren in de Lichamelijke Oefening, •welker besturen reeds verklaard hadden, veel voor het denkbeeld van de Richting eener Onderwijs-Centrale te gevoelen, wa ren in verband met de aanhangige fusie dezer beide vereenigingen verhinderd, de «lichtingsvergadering bij te wonen. Een voorloopig bureau van vijf, bestaan- 'de uit vertegenwoordigers van elk der or ganisaties, zal een reglement ontwerpen en de opdrachten der stiehtingsvergade- ring uitvoeren: Aan het einde der verga dering bracht de heer Lob6tcin onder in- «tomming dor aanwezigen dank aan het N.O.G. voor het genomen initiatief. Art. 40 van het Bezoldigingsbesluit. Voor de eerste Kamer van de rechtbank to Is-Gravenhage, president mr. 'du Mosob, rechters mrs. Rueb en De Kuyper en offi cier mr. Polman, is gisteren behandell de procedure over de intrekking van art. 40 van het Bezoldigingsbesluit. Mr. Marchant zeide, dat de salarissen der ambtenaren steeds onvoldoend© zijn geweest^ en dat de Regeering dat in de duurtepeiiode beeft trachten goed te makeij door het goven van duurteb£slagen, enz. De ambtenaren v.enschten echter een regeling met vaste bedragen, waardoor zij konden weten, waar aan z*0 toe waren. Toen is tot stand gekomen de vaststelling van het Bezoldigingsbesluit, waardoor de Regeering niet mee: zou kunnen afnemen van wat zft den ambtenaren eens had gegeven. In dat besluit was opgenomen het fameuze artikel 40, volgens hetwelk de Kroon het recht had de salarissen te ver minderen, behoudens de cenmial to:g?kende salarissen. Bij Kon. besluit van 19 Juni 1922 is dit artikel zoodanig veranderd, dat dj cp 1 Juni 1922 geldende salarissen zou den worden gewaardigd. Bjj Kon. besluit van 23 April 1924 is echter op de wedden van alle ambtenaren een korting toegepast, en de vraag is nu, of deze vermindering rechtmaüg was. Het belang is hierin gelegen, dat. de gkrantie, welke de Staat aan de ambtenaren geeft, ook wordt nagekomen. Wanneer deze garantie niet wordt nagekomen, acht pleiter dit voor den Staat en het volk detastreus. De gevolgen van het door de overneid in deze gegeven voorbeeld zijn dan ook niet uitgebleven. De roeping van den rechter is om dit onheil te keeren. Voorts deelde pleiter mede, dat het de bedoeling is do zaak in alle instanties te behandelen. De loonen van het Rotteidamsche tramwegpersoneel. In Maart van het vorig jaar kwam de Directie van de Rotterdamscke Electrische Tramweg-Maatschappij in verband met de groote concurrentie, die zij ondervond van de autobussen, met ingrijpende voorstellen, die, behalve inkrimping van den dienst zoo wel des morgens als des avonds, voor het personeel ernstige verslechteringen van dc arbeidsvoorwaarden bracht Bovendien zou een aantal conducteurs en wagenbestuur- j ders ontslagen worden. Na uitvoerige besprekingen lusschcn de vakvereenigingen, de directie van de R. E. T. M. en het gemeentebestuur kwam men tegen Juni tot de beslissing, dat aan het personeel een 10 pCt. loonsverlaging zou worden gegeven. Niemand werd ontslagen, j de dienst bleef zooals hij was. Deze overeen- komst werd aangegaan-tot 1 Februari 1925. Nu deze datum nadert was het Rolter- damsch tramwegpersoneel vol belangstelling voor hetgeen na dien datum zou geschieden. Tusschen de Nederlandsche Vereen, van Spoor- en Tramwegpersoneel, de R.-K. Ver. St.-Raphael" on de Christelijke Vakvereeniging werden wederom bespre- kingen gevoerd met do directie, alsmede met de commissie voor personeel- aange legenheden. Het vorig jaar was tevens vastgesteld, dat, indien het gemeentepersoneel pensi oenbijdragen zou moeten storten, het tram personeel dit niet behoefde te doen. Bij ontslag zouden de trammannen wachtgeld krijgen en wanneer dc inkomsten van de R.E.T.M. toenam, zou ook overwogen wor den of het loon omhoog zou kunnen gaan. De Nederlandsche Ver. heeft gisteravond en hedenmorgen drukbezochte vergaderin gen gehouden, waar door hoofdbestuurder Peterse den stand van zaken werd uiteen gezet. De Direclie van de R. E. T. M. meent van het personeel geen pensioenbijdrage te moe ten vragen, doch de Raad van Commissa rissen gaat, naar wij vernemen, daarmede niet accoord. Met ingang van -1 Februari wil deze Raad de öVi-pensioenbijdrage op de loonen korten. In een conferentie lus- schen de vakvereenigingen en de commissie voor personeelaangelegenlieden hebben de hoofdbestuurders zich uitgesproken tegen iedere loonsverlaging. Voorgesteld zal wor den de toestand, zooals deze thans geldt, met een half jaar te verlengen. RECLAME. 2279 IK BLOOKER ELKEN DAG! BLOOKEREN IS AFGELEID VAN BLOOKER EN BETEE- KENF MINSTENS ÉÉNMAAL PER DAG EEN KOP DRINKEN. DE FIJNE CACAOSMAAK ZAL U WEL BEVALLEN I «tal Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet. (Nadruk verboden. 43) .,Dat,' zei hij, op het vleeseh wijzend, „is fcelzilfde, wat ik Zijn Koniukiijke Hoosheid gaf, in ditzelfde huis, behalve het citroen sap, want in dien tijd waren wij blij, als avij vleeseh haddeai, tn maakten ons niet druk met de keukeu. Waarachtig, er waren raesr dragonders dan citroenen in mijn land in het jaar zes en veertig." Ik weet niet, of het wildbraad werkelijk zoo goed was, maar ik walgde er van, toen ik het zag, cn kon er maar weinig van eten. Al dien tijd onderhield Cluny ons met dc geschiedenis van prins Charlies verblijf in de koor. waarbij hij ons letterlijk de woor den van de sprekers noemde, en opstond van zijn plaats, om ons te wijzen, waar zij stonden. Ik begreep er uit, dat de prins een vrien delijke. geestige jongen was, maar niet zoo wijs als Salomo. Ik maakte er ook uit op, dat hij dikwijls dronken was, gedurende zijn verblijf in de kooi, dus was toen het kwaad, dat later zoo'n wrak van hem' maakte, al begonnen. Wij waren nauwelijks klaar met eten, feen Cluny een oud, beduimeld, vet pak kaarten voor den dag haalde, zooals die in gemeene kroegen ie vinden zijn, en zijn oogen schitteren in zijn gelaat, toen hij ons voorstelde te gaan spelen. Nu was dit een van de dingen, waarvan ik door mijn opvoeding een afschuw had, daar het mij door mijn vader steeds wae voorgehouden, dat het niet gentlemanlike was zijn middelen van bestaan tegen die van anderen te zetten op het toeval van bedrukt karton. Ik zou zeker mijn ver moeidheid als reden hebben kunnen opge ven die mij genoeg verontschuldigde; maar ik dacht, dat het mijn plicht was ge tuigenis af te leggen. Ik moet erg gebloosd hebben, maar ik sprak flink en vertelde* hun, dat ik geen roeping gevoelde, anderen te beoordeel en; maar dat het van mijn kant een zaak was. waarvan ik niet hield. Cluny hield op met het schudden van de kaarten. „Wat moet dit in 's duivelsnaam beteekenen?" riep hij. „Wat voor Why- achtig gek wezel is dit in het huis van Cluny Macpherson?" „Ik zal voor mr. Balfour spreken," zei Alan. „Ilij is een eerlijk en een'flink, man, en ik wilde, dat je bedacht, wie het zegt. Ik draag een koningsnaam," zei hij, zijn hoofd schuddend, „en ik en ieder, dien ik mijn vriend noem, zijn gezelschap voor den beste. Maar mijnheer is moe, en verlangt te slapen; als hij geen trek heeft om ie kaar ten, zal dat u en mij niet hinderen, en ik ben bereid, ieder spel, dat u kunt noemen, te spelen." „Mijnheer," "zei Cluny, „in dit armzalige huis van mij mag ieder doen, wat hij wil. Al wilde uw vriend op zijn hoofd staan, hij is welkom. En wanneer hij, of u, of iemand anders, niet geheet voldaan is, zal het mij een genoegen doen, met hem naar buiten te gaan." De vakvereenigingen zullen hun leden deze weck vergaderen ter bespreking van de eventueel te-nemen maatregelen. Bij Kon. besluit is benoemd tot ridder in de orde van den Nederlandschen Leeyw W. G. van Weltum, vertegenwoordiger van Nederland in de Raadgevende Opiumcom- nii.-sie van den Volkenbond; is .verleend de eerc-medaille, verbonden aan de orde van Oranje-Nassau, in zilver, aan A. G van den Broek, koster van de Roomsch-Katholieke Kerk te Boxtel. In de groote zaal van hotel „De Twee Steden'' op het Buitenhof in Den Haag, heeft gistermiddag de Vereeniging Volks weerbaarheid ter gelegenheid van haar 2b- jarig bestaan gerecipieerd. Tot zijn groote spijt was de voorzitter der Vereeniging, generaal Verspyck, verhinderd aanwezig te 1 zijn. Een stroom van gast;n kwam de ju bilee-rende Vereeniging feliciteeren. Min ster Van Dijk en jhr. E. von Rose voerden het j woord. Gisteravond heeft de heer W. Mullens I ten Koninklijken Paieize te 's-Gravenhage I voor do Koninklijke familie en eenige ge- noodigden de film vertoond betreffende da aankomst van de N:derlaudsche vliegers m Indië. Naar de Haagsclie redacteur van „De Msbod'e" verneemt, zijn gistermiddag bespre kingen gehouden tusschen professor Aen- genent en het hoofdbestuur' van „St.-Mi- chaël", ten huize van baron Wittert van Hoogland, te 's-Gravenhage. Besloten werd over de conferentie niets tj publiceoren. Donderdagmiddag zullen de besprekingen worden voortgezet. De Maandag in de omgeving van Haarlem aangehouden anti-militairsten, in wier woningen een onderzo?k werd ingesteld naar de aanwezigheid van vuurwapenen, waarbij de .\irwachting werd gekoesterd, dat aanwijzingen gevonden gouden worden, die Zicht konden brengen in de sorio brand stichtingen in militaire gebouwen in Spaarir- dam, Bloemendaal en elders, z'rjn 's avonds, j op drie na, in vrijheid^ gesteld. Zij kregen gelei om do terugreis "per auto te kunnen maken, 's Nachts te twee uur werd nog oen der aangehouden jongemannen in vrij heid gesteld, de zoon van O. aan den Slaper dijk. De twee" jongemannen, die toen nog vastgehouden werden, zouden alsnog ver hoord worden. In een dezer dagen te Rotterdam gehouden vergadering van het technisch personeel der P. T. T. in Zuid-Holland is een motie aangenomen, waarin naar aan leiding van do positie, waarin het technisch personeel momenteel verkeert en do be dreiging, waaraan het straks opnieuw zal blootstaan, indien de voorstellen der-com- missie-Nolting ingang zull;n vinden, wordt verklaard, (dat de organisatie al het mogelijke moet doen om in de salarispositie verbetering te verkrijgen. De motie onderschrijft alge meen de noodzakelijkheid om de organisatie zoodanig uit te bouwen, dat scherpere mid delen kunnen worden gebruikt, indien de administratie voortgaat do positie van het technisch personeel nog meer omlaag te drukken. Gistermiddag is te Utrecht ter aarde besteld het stoffelijk overschot van den predikant'van de Rem.%Gemeente, dr. H. L. Oort. Hoe bemind deze voorganger was, bleek wel bij deze treurige plechtigheid, die werdvoorafgegaan door een rguwdienst in de Remonstrantsche Kerk aan de Kromme Nieuwe Gracht. Nadat de familie en hef kerkbestuur had den plaats genomen, werd de lijkkist het kerkgebouw binnengedragen en geplaatst op een met'rouwfloers bekleede baar, welke voor den preekstoel was opgesteld. Het orgel, bespeeld door den bekenden organist W. Petri, liet daarbij het lievelingslied van den overledene uit de Matlhauspassion van Joh. Scb. Bach hoof en. y Dr. J. Mackenzie, vroeger Romonstrantsch predikant te Utrecht, thans te Amsterdam, sprak vervolgens een gebed uit, waarna hij een treffende gedachtenisrede hield. Nadat de aanwezigen staande een gezang uit den liederenbundel hadden gezongen, Ik wilde niet, dat deze twee vrienden om mijnentwille elkaar naar de keel zouden vliegen. „Mijnheer," zei ik, „ik ben erg moe, zoo als Alan .zegt, en w^il meer is, daar ik ver onderstel, dat u zelf zoons hebt, ik kan u zeggen, dat het een belofte was aan mijn vader." „Zwijg maar, zwijg maar," zei Cluny en wee9 naar een bed van heide in een hoek van de kooi. Maar toch was hij uit zijn hu meur, wierp mij verholen blikken toe en gromde, wanneer hij dit deed. En het moet worden toegegeven, dat mijn weerzin, en de woorden, waarin ik dien had ver klaard, een beetje Why-achtig klonken in deze plaats tusschen wilde Hooglandsohe Jacobieten. Door den brandewijn en hei wildbraad was een vreemd, zwaar gevoel over mij ge komen, en ik lag nauwelijks op het bed, of ik viel in een soort verdooving, waarin ik bijna den heelen duur van ons oponthoud in de kooi bleef. Soms was ik klaar wakker en begreep wat er voorvielsoms hoorde ik alleen stemmen of het snorken van man nen, als het geluid van een snelle rivier en de plaids aan den wand krompen in en zetten weer uit als schaduwen van hei vuur op de zoldering. Ik moet soans hebben gesprc*cen of geroepen, want ijt herinner mij, dat ik nu en dan verbaasd was, ant woord te krijgen, en toch was ik mij niei bewust van een bepaalde nachtmerrie, ai- leen van een aigemeenen, zwarten, voort- duren den angst, angst voor de plaats, waar ik was, voor het bed, waarin ik lag, voor de stemmen, het vuur en mijzelf. De barbier, die, behahre bediende, ook nog dokter was, werd g^iaald, om mij U behandelen; maar daar hij Keltisch sprak. werd door den organist het „Largo" van Kandel ten gehoore gebracht. Na het eindigen van dezen rouwdienst, zette de stoet zich in beweging naar de Gansslraat, waar op de oude algcmeene be graafplaats het stoffelijk overschot aan den schoot der aarde werd toevertrouwd. Onder de honderden aanwezigen werden, behalve de reeds genoemden, nog opgemerkt prof. ar. Yan den Broek, wethouder, mr. Meyer en nog vele anderen. De lijkbaar was met slechts met enkele kransen en bloemstuk ken gedekt. Aan de groeve werd, op den uitdrukke- lijken wensch van den overledene, niet gesproken. Dr. Van Holk, Remonstranlsch predikant le Utrecht, las een lied voor uit het liederen boek der Remonstrantsclie gemeente, waar na een zoon van den overledene dankte voor de betoonde belangstelling. Het hoofdbestuur van den Ned. Land- arbeidersbond te Utrecht heeft net volgen- do telegram gezonden aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw Onder de arbeiders bij do werkverschaf fing in Drente hccrscht ernstige ontevre denheid over loonen en arbeidsvoorwaar den. Verzoeken onmiddellijk maatregelen tot verbetering te' troffen. Dringen verder bij Uwe Excellcntio aan, te bevoidercn, dat de arbeiders, die van do werkverschaf fing kanaal BeiionNieuweroord zijn uit gesloten, weer worden to werk gesteld. Omtrent den gazoudhei'stoest nd \an den oud-minister proL mr. M. \V. F. Treub, verneemt „De Tel.'', dat, nadat de heer Treub in het Roode-Kruis-ziekenhuis in Den i Haag een goed-geslaagdo operatie had on dergaan, een algeheel© verzwakking is in getreden. De toestand van den patiënt werd nog verergerd door het voorkomen van bloedvatverstopping in de Iongen, waarbij zich bovendien pleuritis uitte in benauwd heden. Deze inzinking is vooral fe wijten aan te druk bezoek, dat de patiënt ontving. Nadat dit bezoek verminderd was, is de patiënt in hooge qjate verbeterd, en mag men aannemen, dat het gevaar geweken is, tenzij zich onverhoopt complicaties mochten voordoen. Er zullen zeker nog eenige maan den voorbijgaan vóór prol Treub zijn bezigheden zal kunnen hervatten. De arrondissementsrechtbank te Dor drecht heeftl ter vervulling van een vaca ture van rechter in haar college, de vol gende alpliabefciBche lijst van aanbeveling opgemaakt: mr. M. van Aken, substituui- griffiex bij de arrondissementsrechtbank te Almelomi. R. P. Cloveringa, chef der afdceling Reclames en Averijen Kon. Ned. Stoomboot-Maatschappij, te Heemstede mr. J. H. van Welsen, subsituut-griffier bij de arrondissementsrechtbank te Amster dam. verstond ik geen woord van wat hij zei, en was te ellendig om een vertaling te vragen. Ik wist heel goed, dal ik ziek was en ver der liet alles mij koud. Ik lette nergens op, terwijl ik m dien armzaligen toestand lag» Maar Alan en Oluny waren den meesten tijd aan het kaarten en ik weet zeker, dat Alan in het begin moet hebben gewonnen, want ik herinner mij, dat ik opzat en hen er«£ruk mee bezig zag en een groolen glin- sterenden hoop van wel zestig of honderd guineas op tafel: Het was erg vreemd, dezen rijkdom aan te treffen in een krot op den heuvelkant, dat met horden aan de boom en hing, en zelfs toen leek het mij al gevaar lijk, dat Alan speelde, terwijl hij niets te - verliezen had dan een groene beurs en vijf guineas. Het geluk keerde, naar het schijnt, den tweeden dag om. Tegen den middag werd ik al9 gewoonlijk gewekt voor het eten, en weigerde als gewoonlijk en kreeg een bor rel met iets bitters, dat op voorschrift van den barbier er door was gemengd. De zon scheen naar binnen door de open deur van de kooi en verblindde mij en maakte mij duizelig. Gluny zat aan tafel en coupeerde de kaarten. Alan boog zidh over het bed en had zijn gezicht vlak voor mijn oogen, waardoor het, in de war als ik was door de koorts, afschuwelijk groot leek. Hij vroeg, of ik hem mijn ge^ wilde leenen. „Waarom?" vroeg ik. „O, alleen om te leenen," zei hij. „Maar waarom?" herhaalde ik, „ik be grijp het niet." „Kom, David, zei Alan, Je zult toch niet weigeren mij te leenen?" Als ik mijn hersens bij elkaar had gehad, sou Lk het hebben geweigerd. Maar alles, Uit een tiental sollicitanten is tof vrijgestelde van den Alg. Ned. Christ. Ambtenaarsbond in de vac.-zuster S. G. Heidcma, benoemd de heer L. H. Kurpere- hoek, te Rotterdam, tot voor kort gemeen te-ambtenaar aldaar. Do heer Kurperahoek zal 1 Febr. a.«. in functie treden en blijft voorloopig te Rotterdam wonen. Volgens „Het Centrum" zullen als candidatcn vootr een ©ventueelen Kamer zetel door liet Verbond „St.-Michaöl" in volgorde naar voren worden gebracht de heeren prof Veraart, baron Wittert van Hoogland, Bon, Mooijman en Guit. In September van dit jaar zullen de korpsen, behoorende tot de lichto brigade^ onder leiding van den commandant van het veldleger en van den inspecteur der cava lerie, tevens commandant der lichte brigade^ deelnemen aan oefeningen in Overijsel ea Gelderland, in de streek van Almelo, Hengeto (O.), Enschde, Oldenzaal en Ootmarsum; Woudenberg en Maarn en omstreken. Het gevonden geraamte. Men meldt uit Amsterdam: De aannemer Van Muylwjjk is ter be schikking van de justitie gesteld en tbans iiigesloteu in het Huis van Bewaring. Hij houdt tot nu toe vol, niets van do zaak te weten. Toen vóór tien jaar de makelaar Buseh verdween, verkeerde v. M. in staat van faillissement Kort daarop heeft hjj echter een accoord aangeboden. Hij hoeft toen verklaard, dat geld van de familio te hebben ontvangen. In elk geval verkeerde hij in grooten geldeljjken nood, toen Busoh verdween. Het was de importeur Liehloc toen wonende in het Sarphatipark, die het eerst de politie op de hoogte stelde, dat B. vermoedelijk was verdwenen. Hg meende dat te mogen verklaren, omdat B. belootd had Zaterdag 23 October 1915, den dag na het bezoek bij Van M., bjj hem te komen om hem 112.000 te betalen. wist, dat B. het geld voor hem had, maar hjj wist ook bijna zeker, dat dit bedrag maar een klein deel wak van de som, die B. bij zich moest hebben. Dit bedrag kon viermaal, misschien wel vijfmaal, zoo groot zijn geweest Na de beëindiging van het faillissement in 1915 bleef het den heer Van MnylwHk tegenloopen. Hij kon aan zijn financieele verplichtingen niet voldoen, met dit gevolg, dat op den eisch van de Friosch-Gromn®- echo Hypotheekbank 'in Sept 1921 tot exe cutie werd overgegaan en het perceel uafl den Overtoom op een veiling m Frascatf voor de N. V. Amsterdamsche Timmervrtnkai door den directeur dier onderneming^ den makelaar J. H- F. Schopman, voce 1203.000 werd gekocht. Van wat hiervan het gevolg was, deelta waar ik toen aan dacht, was zijn gezioÜf weg le krijgen en ik gaf hem het geld. Op den morgen van den derden dag, toen wij acht cn veertig uur in de kooi waren geweest, werd ik met een grooto opluchting wakker; nog wel zwak en moe, maar ik zag de dingen in hun ware grootte en na tuurlijk, alledaagsch voorkomen. Ik had trek in eten bovendien, stond 'uit eigen be weging op en slapte na hel ontbijt naar den ingang van dc kooi en ging buiten, boven in het bosch zitlen. Het was een grauwe dag met een koele, zachte lucht, cn ik droomde den ganschen morgen, alleen ge stoord door het voorbijkomen van Cluny's verkenners en de bedienden, die met provi sie en tijdingen kwaimen, want daar de kurl op dien tijd vrij was, kon men bijna zeg gen dat hij openlijk zitting hield. Toen ik terugkwam, hadden hij en Alan de kaarten opzij gelegd cn ondervraagden een bediende en het hoold sprak tot mij in het Keltisch. „Ik versla geen Keltisch, mijnheer," zei ik. Nu had alles, wat ik zei of dood, sinds de kwestie mei de kaarten, liet vermogen Cluny te ergeren. „Dan zil er meer in je naam, dan in jezelf," zei hij hoos, „want die is goed Keltisch. Maar dit is de kwestie. Mijn verkenners berichten, dat alles veilig is naai het zuiden en de vraag is nu, ben je zoo sterk, dat je kunt gaan?" Ik zag kaarten op de lafel, maar geen goud; alleen een hoop kleine beschreven papiertjes, en die lagen allen aan Cluny's kant, Alan zag er bovendien vreemd uit als iemand, die niet erg tevreden is, en ik kreeg een angstig voorgevoel. JWordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1925 | | pagina 5