CORRESPONDENTIE.
herhaalde Nan, terwijl zij angstig naar de
booie geziohten der beide mannen keek.
„Lizzy. help eens!"
Lizzv knielde nu naast Nan en de twee
kinderen onderzochten de schutting nauw
keurig. maar het deurtje scheen verdwenen
to zijn. De mannen begonnen te mop pieren
en keken de kinderen boos aan.
„Nou," zei Jock dreigend, „als je ons be
drogen hebt, zullen wij het je betaald zet
ten; ik waarschuw je!"
Lizzy beefde voor den vérschrikkelijken
blik; dien de strooper haar toewierp.
„Vanmiddag was het hier toch nog
heusch het was er!" riep zij, terwijl zij
snikkend langs de geteerde schutting heen
en weer liep en tevergeefs trachte eenig
spoor van de verdwenen deur te ontdekken.
„Waar kan het toch zijn V1 jammerde zij.
,,Ik heb nooit gedacht, dat er een denr
was" zei Dick brutaal. „De kinderen heb
ben ons wat wijsgemaakt, Jock!"
„Nee, nee, er i s ergens een deur; we
spreken de waarheid, werkelijk! riep de
arme Lizzv bleek van schrik uit, want zij
zag, dat de stroopers boos waren en ze
<vroeg zich angstig af, wat Jock en Dick wel
zouden doen, als zij hun belofte niet koft-
den houden.
Nadat de kinderen nog eenige minuten
tevergeefs naar het deurtje gezocht had
den. spraken de beide mannen op onder
drukten, boo-zen toon met elkaar. Toen nam
de één Lizzv bij den arm en de ander Nan.
„Kijk eens," zei Jock ruw, „julbe hebt
gejokt en er is'geen deur. Die bestaat een
voudig niet. Gaan jullie nu maar met
ons-meewij zullen je wel langs een anderen
weg naar huis brengen."
„Nee, nee", riep Nan hard. „we gaan
niet met jullie meeLaat ons dadelijk los
Jullie zijn slechte menschen!"
Doch niettegenstaande hun verzet hiel
den de beide mannen de kinderen stevig
rast. De strooper met den zwarten ooglao
*ag den gouden ketting, dien Lizzy altijd
oon haar hak droeg en waaraan een gouden
medaillon met haar Tan. haar 'moeder er in
hing.
„Wat !heb je nog meer van dat soort?"
riep hij, terwijl hij naar fe sieraad greep.
Lkazy galde Ihet uit en hief haar foazact op
Om Ihet dierbare medaillon te beschermen.
„Je zu-lt 'het niet aanraken," riep zrij woe
dend vat. „Nan, Nan. ze gaan ons be^be-
Iwn!"
De anan hieJd zijn hand; voor ihaar mond.
t,Wees niet bang," fluisterde hij. „Geef ons
je hebt en we zullen je geen kwaad
doen."
.Dat ban ik naei." jamlöeffde La22y, .ter
wijl de hand van den man haar stem ver
stikte. ,,lk heb niets anders bij me dan dit
medaillon en dat is van mijn moeder 1" Eon
«2c belette haar verder te spreken.
„Str a?i Jock, terwijl hij Liaazy stijf vaet-
fiield en haar zoodoende belette weg te
Joopen. „Daar beweegt wat!"
De laatste woorden had de strooper zi'fix
metgezeL i'ngeiuiaterd. Nan's ooreoi vangen
»e echter op. Met een laatste worsteling be
vrijdde zij zich van Dick's vuile hand,
„Help! Help! gikte zij.
„Still Of ik zal ibeb je bebaató zetten!"
üutsteoda Dick iltaar nog in tliet oor.
Doch Nan's wanhopige gill was gehoosd
en het antwoord kwam in den voroi van
luid geblaf, Tevergeefs trachtten de stroo
pers de kkadesien xu de achting van. het
dichte boscbje te drijven. Zij waren echter
beiden groot en sterk voor hun Ieeübjd en
verzetten zich uit alle macht.
„Help! llelpl" riep Nan weer. De man,
die haar vastgehouden had, bleef staan,
uitte een paar booze woorden en zei tegen,
den strooper;
„Loop i Dick hoop of we zijn
er. bij!"
Dick keek even om en zag nog juist een
grotten, zwarten hond, die grommend uit
de duisternis te voorschijn sprong.
Onmiddellijk lieten de beide mannen de
kinderen loe en vluchtten in het boscbje,
Nan en Lizy bevende wan angst achter; la-
terwiji han viervoetige, redder vroo-
lijk kn hen heen sprong.
„O, I»et 29 HectarP riep Lizzy «uit,
.,0, beste, brave hond!"
tin zij barstte plotseling in tranen uit,
die deels 'Van vreugde, £eei£ van doorge
stane» aagat IMM, -
„Wat is hier te doen?" vroeg nu een wel
bekende stem en Perry's groole li guur trad
hun in de duisternis tegemoet. Wat? De
beide meisjes! Wat voeren jullie hier uit?'
„Perryl Perry 1" riepen de kinderen uil.
terwijl zij zich aan hem vastklemden. ,JY
hebben zoo in angst gezeten 1 O, wat geluk
kig. dat je net kwaml"
Zij verbelden hem nu in zoo weinig
woorden, als dit mogelijk was, .wat er ge
beurd was, te beginnen met de ontdekking
j der geheime deur.
„Wel heb ik van mijn leven!" riep Perry
uit, toen zij het verhaal geëindigd hadden.
„Wat een onderzoekende kinderen. Maar
doe nóóit weer zoo iets, want wie weet
wat er .gebeurd zou zijn, als ik niet nog
juist bijtijds gekomen was om jullie uit de
Jtanden van die twee vagebonden te bevrij
den. Het is ellendig volk, die stroopers."
„Maar Perry, waar kan -het deurtje dan
toch zijn?" vroeg Nan. Perry glimlachle en
antwoordde:
„ik heb het vanmiddag zelf dichtgespij
kerd. Jullie moet 'het opengelaten hebben,
toen je er door ging. Toen ik er later langs
kwam en het open zag staan, nam ik een
paar spijkers en maakte het dicht uit vrees,
dat de kippen er door zouden wegloopen
naar die hei. Het ia in langen tijd niet ge
bruikt en ik vroeg mij af, hoe het open
kwam. Maar kom nu mee naar huis, want
Sara zal niet begrijpen, waar jultie blijft"
De tuinman liet de kinderen niet eerder
adteesn, vóór hij hen naar den hoofdingang
van 'het Kasteel gebracht had. Zooals niet
te verwonderen valt, vonden zij Sara in he
vige ongerustheid over hun lang uitblijven
en Tante Betsy was juist op het punt
George uit te sturen om lien te 2oeken. De
kinderen moesten dadelijk de geboete ge
schiedenis aan mijnheer Gordon en Tante
Betsy vertellen, toen zij, nog bleek van de
doorgestane angsten, in huis kwamen.
„Jullie zijn nog juist ontsnapt aan iets,
dat een treurig einde van je avontuur had
kunnen worden," zei mijnheer Gordon ern
stig, toen Lizzy, tusschen haars vaders
knieën staande, 'i verhaal geëindigd had.
„En ik moet nooit weer iets dergelijks mer
ken. Hebben jullie dat begrepen, meisjes?"
„Ja, Vader," zei Lizzy, terwijl zij haar
hoofdje liefkoozend tegen zijn schouder
vleide. „We beloven, dat we nooit weer zoo
dom zulten zijn. Vergeeft u het ons maar!
We waren nieuwsgierig, wat er aan den
anderen kant vasi de schutting was. Nu
weten wij het en we zouden niet graag
weer de kans loopen stroopers tegen, te ko
men, is het wel Nan?"
„Neen," rij Nan, terwijl rij haay hoofdje
schudde. „Ik heb er ook meer dan genoeg
van."
„Dan zullen wij er niet; meer over spre
ken, kinderen," zei mijnheer Gordon en hij
trok ook Nan ItefJooozend naar zich toe. ,ik
denk. dat ju Hie vooreerst wel niet weer op
„anWokking" zuilen uitgaan."
„Graippio" bleef dus gesteten en voorgoed
dichtgespijkerd en hoewel Nan nog veel i
prettige maanden op Pifcairlie doorbracht,
voedde rij nóch Lizzy ooit weer lust het
Vlucht-Eiland te bezoeken. Bovendien ver-
vtel de behoefte aan een geheime vlucht-
plaats door het ptoteeÜuge eindigen van
Dora Mackenzie's ongewenschte bezoeken,
daar deze jongedame naar kostschool ging.
Toen rij in de vac an tie terugkeerde en weer
op PitadrUe kwam, had zij veel van haar
Tttrffigfheid verloren, zoodat zelfs Lizzy en
Nan moesten erkennen, dat zij niet half
zoo'n nuf meer was als vroeger.
EINDE.
Eerst in het algetoeen mijn hartelijken
dank voor de zeer vele goede wenschen,
die ik al in het pakket brieven ontving,
en voor de vele mooie briefkaarten, die
apart over de post kwamen. Daar Ik om
de Nieuwjaarsdrukte op de post deze cor
respondentie ai 'vóór Nieuwjaar naar Leid**,
moet verzenden, is het heel best mogelijk,
dat ik nog Nieuwjaars wenschen ontvang,
nadat ik dn schroef, maar dat vermeld ik
dan wel 10 Januari, dus laten diegenen,
die has naast nog niet vermeld vinden
in dit Blad, met ongerust worden, dat hun
wenschen mij niet bereikten.
Ik hoop, dat allen een heel vroolijk
Kerstfeest hebben gevierd en het voor allen
recht prettige vacantiedagen zijn geweest,
zoodat men weer opgewekt aan het werk
kan gaan en dus het jaar goed beginnen.
Siebe, Paul en Gerrie de Roos, dank
voor de alleraardigste kerstkaart; wat een
leuk plaatje is het.
Lena Planken, dank voor de mooie brief
kaart. Ik vind het aardig, dat je nog aan
mij dacht, ai behoor je nu niet meer tot
de raadsel jeugd.
Rika en Jaantje van Leeuwen, dank voor
die beeldige kaart om mij een gelukkig
kerstfeest te wenschen; die hulst was heel
mooi; net of het echte hulst was.
Adrie Hu ter, een mooie briefkaart van
je om mrj vroolijke kerstdagen te wenschen
en toen nog een brief van "je in het pakket;
dank voor beide. Ik hoop, dat je een pret-
gen verjaardag hebt gevierd en dat je
daarna nog een aardig weekje in Den Haag
hebt doorgebracht.
Klazina Parlevliet, dank voor je brief
en briefkaart en goede wenschen. In je
volgenden brief lees ik dan zeker hoe je
het hebt gehad op het kerstfeest der Zon
dagsschool, 'dat je voor het laatst als leer
ling bijwoonde.
Nelly Tonckens, je bent mij van harte
welkom. Ik vind het prettig, dat je mji
zoo'n langen brief er bij schreef, nu weet
ik meteen een heeleboel over mijn meuw
raadselnichtje Nelly.
Als je het plezierig vindt, moet je maar
trouw gaan meedoen en als je lust hebt,
schr$f je er wat bij; een lange brief is
niet altijd noodig.
Annie en Neeltje van Leeuwen (Nieuw-
veen), dank voor de heil wenschen voor 1925.
Is Annie nog niet met Jo naa.r Woerden
gaan logeeren? Volgende week ben ik weer
in Den 'Haag.
Willy de Rooy, welkom bij de raadsel-
jeugd.
Nico Kwestroo, ik ontving bet pakket
brieven net vóór Kerstmis, dat heb je goed
geraden. Nu zijn de Kerstdagen al weer
voorbij', nu ik dit zit te schrijven, en kan
ik je vertellen, d^t ik ook een heel mooien
kerstboom heb gezien.
Leendert Elderhorst, ja, dat hoop ik ook
harte, dat ik voor ziekte gespaard mag
bleven; ik hoop, dat ik in 1925 nooit door
ziekte verhinderd zal zijn mijn wekelijksoh
praatje met jullie te houden.
Mien Remmelenkamp, als je dit feest, is
niet alleen Kerstmis, maar ook nieuwjaar
al voorbij, want je had toch, hoop ik, wel
gelezen, wat ik in het begin der vorige
correspondentie had vermeld. Dat raadsel
over de echo heeft er al eens in gestaan.
Aart v. <L Nadort, dank voor ai je wen
schen; ik merkte wel uit je brief, dat je
verwachtte een heel goede vacantie- te
hebben.
Lett)- Wind, had je niet gelezen, dat ik
meedeelde, dat er 27 December geen kin
dercourant kon verschijnen, tenminste gee®
raadsels en correspondentie,
Jopie Aniba, ik wensoh jou ook veel ge
luk in het jaar 1925.
Willem Langjezaal, je anecdotes zal ik
eens plaatsen.
Claziua ran V ene tie, je hebt mij; behalve
af je goede wenschen, ook heel wat raadsels
gezonden; er zullen stellig wel eenige bijl
zgh, die ik kan plaatsen.
Nico line van der Linden, ben je weer
beeiemaaibeter, zoodat je 3lle feestdagen
vrooLijk kon vieren?
Semien en Johanna Voor brood, dank voor
de aardige wenschen. Ik hoop het ook, hoor,
dat ik nog vele jaren de Leidsohe raadsel
tante mag blijven.
Toos Dirkse, het was een aardige avond
in den schouwburg; daar heb ik wat over
gehoord. Heb jij ook Veel plezier gehad?
Annie Schrijver, je raadsel zal ik eens
plaatsen. Dank voor je gpede wenschen
voor mi).
Toos Móoten, wel gefeliciteerd met je
elfden verjaardag, je mag dan met de groo
teren gaan meedoen. Zoo, had je vergeten je
naam te zetten? Zal je er voortaan goed
aan denken?
Clasina en Anton Rnytenbeek, ziezoo, dat
is gezelliger, dat jullie namen nu voluit
stonden geschreven onder je heil wenschen.