ONTVOERD. No. 19865 LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 11 December Tweede Blad. Anno I924« BINNENLAND. HEBT U AL GEBLOOKERD? TWEEDE KAMER. FEUILLETON. De Forensenbelasting. Blijkens het Voorloopig Verslag der Twee de Kamer over het wetsontwerp tot wijzi ging van de Gemeentewet met betrekking tot de plaatselijke belastingen, konden de voorgestelde bepalingen, ten aanzien van de belasting van werkforensen echter aller minst bevrediging vinden Inzonderheid hid den vele leden bezwaar tegen het beginsel, dat dez* belasting zal worden geheven de opbrengst,van de betrekking, het beroep of bedrijf, voor zoover deze geacht kan worden in de forensaal gemeente te zijn verkregen. De vraag toch doet zich voor, of dit theoretisch juist is. Deze bepaling sou in de practijk onuitvoerbaar blijken. Het zal vaak, volgens verscheidene leden, ondoenlijk wezen, nauwkeurig vast te stellen welk deel der opbrengst van betrekki ïg beroep of bedrijf in een bepaalde gemefente wordt verkregen. Het wetsontwerp geeft daaromtrent geen nadere regeling, maar laat de beslissing ge-heel aan den admini- gtratieven rechter over. Dit zou onvermij delijk tot belastingontduiking op groote schaal aanleiding kunnen geven. Voor vele commercïeele forensen zal het ook onmogelijk zijn, dankt men, eventueel een behoorlijke aangifte te doen van he* In een bepaalde gemeente verkregen inko men. Vooris vestigde men de aandacht er op, dat de voorgestelde bepalingen voor de fo- teusale gemeenten zeer nadeelige financieele gevolgen zullen teweeg brengen. Het bedrag door hen uit de belasting van werkforen* gen vernregen, zal aanmerkelijk minder wor den. Bovendien zal door de voorgestelde wijzigingen het forens-zijn voor personen met groote inkomens veel voordeeliger worden. Er zal derhalve vermoedelijk, zoo werd betoogd, een aanmerkelijke uittocht van personen met groote inkomens uit de groote gteden naar naburige gemeenten volgen. Naar de meening van andere leden zal de bevordering van het forens-zijn, die van dit wetsontwerp zijn te verwachten, juist als voordeel kunnen worden beschouwd. Over het algemeen zijn de groote woonconglome- raties iuit een gezondheidsoogpunt en an derzins) uit den booze. De Regeering moet er h.i. toe medewerken, dat de groote steden zich niet ai te zeer uitbreiden. Vele leden merkten voorts op, dat de arbeiders, die als forens worden aange slagen, door het voorgestelde wetsontwerp in nog ongunstiger omstandigheden zullen geraken dan waarin zij thans verkeeren. Voor de arbeiders, die te Amsterdam werkzaam zijn, doch in een aanliggende gemeente wonen, werd evenwel de voor- f es telde regeling voordeeliger geacht dan 9 thans bestaande toestand. Sommige lede* dringen er nog op aan, de zakelijke bedrijfs belasting uit de gemeentewet te schrappen. Zeer vele leden hadden ernstig bezwaar tegen de wijzigingen, die door de_ regee rt werden voorgesteld ten aanzien van de uitbetaling door het Rijk aan de gemeen ten van de ten haren behoeve geïnde op centen op Rijks directe belastingen en van do ten haren behoeve geïnde gemeentelijke inkomstenbelasting. De gemeenten zullen h.L hierdoor echter groot nadeel ondervinden. 'Haar kaspositie zou er aanmerkelijk door worden geschokt, zoodat zij genoodzaakt zullen zijn ter versterking van haar kas een beroep op de geldmarkt te doen. Br„ Kon. besluit is benoemd tot ad junct-commies bg tiet Departement van Justitie mr. J. J. Schokking, thans tijdelijk ambtenaar bij voormeld Departement; is toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verbonden eere-medaille, in zilver, aan G. van Us, boekhouder bjj de firma D. Hudig Co., te Rotterdam. Ds. Barbas, de oudste predikant der Ned.-Herv. Gemeente te Haarlem, is ernstig ongesteld. Bij de Tweede Kamer is ingekomen een missive van den Minister van Financiën, Binnenlanüsche Zaken en Onderwijs, hou dende intrekking van het wetsontwerp tere aan..dring van den Rijksgebouwendienst tot itaatsDedrrjtL Naar „De Nederlander" uit Wassenaar verneemt, heeft de Minister van Financiën, de heer Colijn, zijn intrek genomen in Hotel Kasteel Oud-Wassenaar en voor goed metter woon Lecrsum verlaten. Prof. dr. J. M. J. Schepper hoopt 31 December sub. zijn ambt als Zendingsdirec- tor te Oegstgeest neer te leggen, om daarna zoo spoedig mogelijk naar Batavia te reizen. De Minister van Waterstaat heeft aan de Gedeputeerde Staten der provincies go- schreven Van verschillende zijden wordt mijn aan dacht gevestigd op het brandgevaar, dat het vervoer van benzine, petroleum en der gelijke brandbare stoffen oplevert, inzon derheid het vervoej langs wegen, dat, door het toenemende verkeer met motorrijtuigen gesohiedt onder in belangrijke mate veran derde omstandigheden. Daarbij wordt ge wezen op het onlangs op een weg te Lon- neker in brand geraken van een vrachtauto, geladen met een groote hoeveelheid van ge noemde brandbare stoffen, welk ongeval echter door gunstige omstandigheden tot geen ernstiger gevolgen heeft geleid. Ook het meevoeren van benzine in autobussen, zooals dit thans plaats vindt, zoude uit een veiligiieidsoogpunt te wenschen laten. De vraag rijst, in hoeverre aanleiding zoude kunnen bestaan, van Regeeringswege ten deze tot het treffen van maatregelen over te gaan. In verband daarmede zou ik het op prijs stellen, van u te vernemen, of zich de laatste jaren in uw provincie onge vallen van vorenbedoelden aard hebben voorgdaan, en, zoo ja, welke, alsmede tot welke beschouwingen de kennisgeving van het vorenstaande overigens nog aanleiding geeft. Naar aanleiding van het rapport van de commissie voor de Staatsuitgaven om trent het verslag der Algemeene Rekenka mer betreffende haar werkzaamheden oyer 1922 (kosten \n melkbussen melkvaten), welk rapport op 4 December in een gecom bineerde ergadering van bestuur en com missarissen der Nationale Coöperatieve Zuivelverkoopoentrale is behandeld, heeft de heer D. Reitsma rijn functie als voorzitter der N. O. tijdelijk neergelegd, totdat door een commisrie uit het bestuur en het ool- lege van commissarissen der N.C.Z., die deze aangelegenheid nader zal onderzoeken, een rapport zal zijn uitgebracht. Het Koninklijk Nederlandsch Land- bouw-Comitë heeft aan de Tweede Kamer een adres gezonden met enkele opmerkin gen, waartoe z.i. de memorie van antwoord op het voorloopig verslag over de Staats- begrooting 1925, Vde hoofdstuk, Yde afdee ding, landbouw, aanleiding heeft gegovem Een delegatie van drie Belgen, de hee- ren prof. Boucquin, te Brussel, baron Yan Zuylen en De Ruelle, directeur-generaal van het Dep. van BuitcnI. Zaken, zal Maandag in Den Haag aankomen tot het houden van besprekingen. Men werkt te Brussel op het Departe ment van Buitenl. Zaken en op dat van Publieke Werken aan de voorbereidende bestudeering van een herziening van het verdrag met Nederland van 1839. Publieke Werken houdt rich bezig met de bestudee ring van een reglement voor de Sohelde en de voorstellen tot regeling van de bestaan- de kwestie, bijv. de samenstelling van de riviercommissie, om volledige overeenstem- I ming tusschen beide landen te bewerken, I het huidige regime ten aanzien van werken, J die op Nederlandsch gebied moeten wor den uitgevoerd en die België noodig oor deelt, enz. Men denkt dat, een Belgisch ontwerp binnenkort gereed zal zijn, maar voegt er aan toe, dat de kwestie der Wa lingen niet in wordt aangeroerd. Onder voorzitterschap van den heer K Kruithof, uit Rotterdam, is gisteren te Utrecht een congres gehouden van het Ohr. nationaal Yakverbond, ter bespreking van den economischen toestand en de taak der Chr. vakbeweging in verband met de posi tie der arbeiders en ambtenaren. De ver gadering was druk bezocht. Na een kort openinigswoord van den voorzitter, hield de heer H Amelink, secro- fcaris van het O. N. V., een inleiding. Spr. wees er op, dat in Europa en ook in ons land er eenige verbetering in de economi sche verhoudingen begint te komen. Dit herstel gaat evenwel langzaam en kan jaren duren. Ook uit de cijfers omtrent de werk loosheid is dat herstel thans merkbaar. Be halve in het tabaksbedrijf en onder het kan toor- en winkelpersoneel is in alle vakken de werkloosheid afgenomen. De verbetering teekent zich bovendien af in de zich uit breidende internationale handelsbeweging en de verbetering van onze handelsbalans. De scheepvaart neemt toe hetgeen ook blijkt uit het vervoer in de Rotterdamsche ha ven. Spr. kwam tot de conclusie dat de economische toestand eenige opleving ver toont, waarvan een daling der kosten het gevolg is. Waar de arbeiders de laatste ja ren reods zeer belangrijke offers hebben ger bracht, moet getracht worden een verdere loonsverlaging tegen te gaan en voor som mige groepen moet zoo mogelijk een ver hooging worden bedongen Noodig. is daar om een versterking van de Christelijke vak beweging, waarvoor de propaganda met energie en volharding zal moeten worden gevoerd. Op deze inleiding volgde een. uitvoerige gedachtenwisseling, waarbij verschillende sprekers het betreurden, dat de inleider niet meer positieve dingen gegeven had. De Vereeniging van Griffiers en Sub stituut-Griffiers bij de kantongerechten in Nederland heeft dezer dagen eon vergade ring gehouden te Utrecht ter bespreking van de salarissen der Regeering. Groot was de algemeene verontwaardi ging over de voorgestelde salarisnormen, welke veel te Laag werden geacht, mede n verband met de zeer slechte promotiekansen voor de lagere ambtenaren der rechterlijke macht door het niet-vervullen van zeer velo kantonrechtersvacatures en het herhaalde lijk benoemen van advocaten, registratie ambtenaren en andere buitenstaanders tot rechter. Besloten werd een adres te rich ten aan de Tweede Kamer met het doel op deze toestanden te wij&n en aan te drin gen op verwerping, subsidiair amendeering, van de Regeeringsvoorstellen betreffende de salarieering van de rechterlijke macht. Het hoofdbei. au. van den Bond van Communistische Strijd- en Propagandaclubs heeft de houding besproken, welke de Bond bij de komende verkiezingen zal hebben in te nemen Besloten werd, in afwachting van de uitspraak der afdeelingen, de mogelijk heid te onderzoeken, met een eigen candi- datenlijst uit te komen, die vrijwel geheel zou bestaan uit riders, werkzaam in de bedrijven, maar waarop ook zou voorkomen mevrouw H. Roland Holst. Het bestuur van het Nederlandsch Verbond van Vakvereenigingen heeft aan het bestuur van het Algemeen Nederlandsch Vakverbond geschreven, dat het de zaak van de poging tot fusie van de beide ver bonden na afwijzing van zijn laatste voor stellen als afgedaan moet beschouwen en van verdere correspondentie, hierop betrek king hebbende, verschoond wensebt te blijven. Door het Dag. Bestuur van den D. R.-K. Vrouwenbond in het Bisdom Haarlem la, onder goedkeuring ,van Z. D. H. den Bisschop van Haarlem, het initiatief genomen tot het verkrijgen van een Landbouwhuis- houdschooi voor meisjes in het Bisdom Haarlefn. Het heeft zich daartoe in ver binding gesteld met de Eerwaarde Zusters Ursulinen te Bergen (N.-H.), die zich in principe daartoe bereid verklaarden. G,Msbde.") Het comité van actie tegen het Toorop-raam en tegen de heerschende toe standen in de Ned.-Herv. Kerk, te Utrecht, heeft een brief aan Kerkvoogden en 'Nota belen der Ned.-Herv. Gemeente gezonden, waarin het verzoekt om een onderhoud op RECLAME. 869 BLOOKEREN IS AFGELEID VAN BLOOKER EN BETEE- KENT MINSTENS ÉÉNMAAL PER DAG EEN KOP 42 Cae4t0-~_ DRINKEN. DE FIJNE CACAOSMAAK ZAL U WEL BEVALLEN! IK BLOOKER ELKEN DAG! een der eerstloopende vergaderingen van het College, ten einde het in te dienen petitionnement, waarop 8329 handtekenin gen voorkomen, nader toe te lichten. Het comité heeft verzocht, vóór 24 December antwoord op ZQn schrjjven te mogen ont vangen. In een uitgebreide commissie-ver gadering werd deze brief met algemeene stemmen goedgekeurd, terwjjl tevens werd* besloten om» 29 December wederom een vergadering te beleggen, ten einde de actie door te zetten. Aan-de plannen tot belastingverlaging wordt, blijkens medecleeling van minister Colijn in de Memorie van Antwoord aan de Eerste Kamer in zake de Tariefwèt, met volle kracht gewerkt. In de Memorie vanAntwoord aan de fweede Kamer betreffende de In dische begrooting, deelt de Minister mede, dat inderdaad in het oorspronkelijk ont werp der Hooger-Onderwijsordonnantie een bepaling was opgenomen, krachtens welke zij, die aan de Indische Rochtshoogeschool de hoedanigheid van meester in de rechten hadden verworven, waaraan o.m. de be voegdheid zouden ontleenen om te worden benoemd bij den dienst van het Europeesch Binnenlandsch bestuur. Aanstonds, nadat de Minister van dit ontwerp kennis kreeg, is hij met den Gouverneur-Generaal nopens de bedoelde bepaling telegrafisch in over leg getreden, wijl daardoor verwachtingen werden gewekt, wel'"?, naar zijn overtui ging, niort verwezenlijkt konden worden, aangezien de algemeene bestuursopleiding z.i. in handen moet handen moet blijven van in het moederland opgeleide Nederlan ders, afkomstig hetzij van daar, hetzij u*t Indië. Kort nadat vorenbedoeld telegram was uitgegaan, ontving de Minister een schrij ven van de vereenigde faculteiten der rechtsgeleerdheid en der letteren en wijs begeerten aan de Rijksuniversiteit te Lei den, waarin deze zoodanige wijziging ver zochten, dat voortaan aan de overgroote meerderheid der aangewezen candidaat-Tn- dische ambtenaren opdracht zou kunnen worden gegeven om de „Indologische stu die" te vólgen en slechts de gelegenheid zou openblijven om aan een zeer beperkt aantal toe te staan den weg der studie van het Indisch recht te kiezen. De Minister heeft geenzins aan den gou verneur-generaal getelegrafeerd, dat de ver ccnigde faculteiten zouden hebben geadvi seerd tot weglating uit de H. O.-ordonnan- tie van de bedoelde bepaling. Geen wonder, dal vereeni gingen en or ganisatoren van gezelligheid gaarne avon den beleggen in de beide vleugelzalen van den Dierentuin, in Den Haag. Zaterdag zijn deze officieel geopend, gis teravond reeds was beslag gelegd op de beide zalen. liet was de raad van commissarissen, on der aanvoering van den president den heer L. P. van der Heyden, die me<t een aantal genoodigden het eerste avondfeest gehouden heeft. De aangename omgeving, de keurige opge tuigde tafel zorgden spoedig, dat een vroo- lijke stemming heerschte bij gastheeren en genoodigden. Deze stemming werd onder broken door een moment van ernst, toen de tafelpresident een dronk wijdde aan de Koningin. Toen kwamen de redevoeringen los en de president bracht hulde aan den hortulanus, den heer Witte, van Leiden, voor het vele, dat hij voor den tuin gedaan heeft. Commissarissen hebben dan ook niet geaarzeld den heer Witte tot lid van ver dienste te benoemen. Bij de behandeling der gemeentebe- grooting in den Raad van Dordrecht zeide het s.d. Raadslid Sanders, dat een deel der Christ.-Hist. Raadsleden, onoprecht was geweest. Enkele leden, alsook de burge meester, beschouwden deze uitdrukking als beleedigend en laatstgenoemde verzocht herhaaldelijk den heer S. het gewraakte woord in to trekken, wat deze weigerde, zeggend, omdat hij z.i. vrij was een mee ning er op na te houden. Aan het einde der zitting deelde dr. Van Bruggen namens de Christ.-Hist. fractie mede, dat, indien de heer Sanders bij zijn weigering om het woord onoprecht in te trekken bleef, zijn fractie voortaan niet meer met dezen heer in debat zou treden. (Zitting van gisteren). Regeling van werkzaamheden. De VOORZITTER stelt voor na Hoofd stuk V aan do orde te stellen Hoofdstuk IX (Waterstaaté en bij art. 111 daarvan de interpellatie-v. d. Voort van Zijp over de haven van Vlissingeii. STAATSBEGROOTING VOOR 1925. Hoofdstuk V (BinnenL Zaken). Voortgegaan wordt met hoofdstuk V (Bm- nenlandsche Zaken) van de Staatsbegroo- ting voor 1925. De minister van Bidbeniandsoiio Zaken, de heer RUY8 DE BEERENBROUOK. be antwoordt de gemaakte opmerkingen De samenvoeging van gemeenten is moeilijk, gelijk bij Dokkum is gebleken. Er zijn go- meenten, waarvoor vereoniging gewonscht i« Over de splitsing van Sloten zal de mi nister zich nog nader bepalen. Besluiten van gemeenteraden wil spr. gaarne cetbie- digen,. maar hij is verplicht ze te toetsen aan wet en algemeen belang. Alleen wan neer het strikt noodig is, gaat spr tot ver- n:etiging over. De commissie-Van Lynden van Sanden- burg heeft haar arbeid tijdelijk gestaakt in verband met de nieuwe voorschriften voor de gemeemtebegrootingen. Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Reautoriseerde vertaling van J. C. L. B Pet. (Nadruk verboden. 17) „Zie je mij?" zei Alan. „Ik slam af van toningenik draag een koningsnaam. Mijn kenteeken is de eik. Zie je mijn zwaard? Het beeft de hoofden van meer Whys af geslagen, dan je teenen aan je voeten hebt. Roep je tuig om je heen, meneer, en val tan! Hoe gauwer de zaak begint, des te eer- der je dit staai in je lijf zult voelen." De kapitein antwoordde Alan niet, maar over hem heen naar mij met duisteren blik. „David," zei hij, „dit zal ik onthouden," ©n het geluid van zijn stem deed mij hul- yeren. Het volgende oogenblik was hij weg. „En nu," zei Alan, „houd je hersens bij feikaar, want de poppen gaan aan 't dansen." Alan trok een dolk, dien hij in zijn lin kerhand hield, voor het geval zij onder zijn twaard door zouden komen. Ik. van mijn kant, klom in de kooi met een armvol pisto len en een zwaar hart, en zette het ven- tor open, waardoor ik moest uitkijken Het y*as een klein deel van het dek, dat ik kon DTerzien, maar groot genoeg voor ons doel. De zee was geheel tot rust gekomen, de jlnd wa« kalm, en hield de zeilen bol, zoo- er ten groote stilte in hel schip wts, waarin ik het geluid van mompelende stem men meende te kunnen hooren. Even later kwam het gekletter van staal op het dek, waaruit ik besloot, dat zij sabels uitdeelden en dat er één was gevallen, en daarna weer stilte. Ik weet niet of ik, wat men noemt, bang was; maar mijn Jiart sloeg als dat van een vogel, tegelijk snel en zacht, en er was een mits voor mijn oogen, die ik voortdurend wegwreef, en die even snel weer terug kwam. Ik had geen hoop; maar alleen een soort donkere wanhoop en woede tegen de hcele wereld deden mij verlangen mijn leven zoo duur mogelijk te verkoopen. Ik herinner mij, dat ik probeerde te bid den; maar door diezelfde haast in mijn geest, als van een rennenden man, kon ik do woorden niet bedenken, en mijn eenige wensch was, zoo gauw mogelijk te begin nen, en er doorheen te zijn. Toen het begon, kwam het plotseling, met gelrappel van voeten en geschreeuw, toen een kreet van Alan, en het geluid van slagen, en het gekerm van iemand, die ge troffen is. Ik keek over mijn schouder en zag mr. Shuan, in de deuropening, het zwaard kruisen met Alan. „Die heeft den jongen vermoord," riep i^. „Kijk naar je raam!" zei Alan, en toen Ik weer naar mijn venster keerde, zag ik hem zijn zwaard door het lichaam van den stuurman steken. Ik was geen oogenblik te vroeg op mijn eigen post, want mijn hoofd was nauwe lijks terug voor het venster, of vijf mannen, die een overtollige ra droegen, als storm ram, renden mij voorbij en posteerden zich om de deur in te beuken. Ik had nooit van mijn leven een pistool afgeschoten, en zel den een geweer, veel minder nog op een medemensch. Maar het was nu of nooit en juist toen zij de ra omzwaaiden, schreeuw de ik: „Daar dan!" en schoot midden tus schen hen in. Ik moet één van hen hebben geraakt, want hij gilde en deed een stap achteruit, en de anderen hielden op alsof zij een beetje ontmoedigd waren. Vóór zij lijd had den, van hun ontsteltenis te bekoméh, zond ik een tweeden kogel over hun hoofden en ra mijn derde schot, dat even hoog ging als het tweede, wierpen'zij de ra neer en vluchtten. Toen keek ik weer in de kajuit, die vol rook stond van mijn eigen schoten, evenals mijn ooren schenen te barsten door het ge raas er van. Maar daar stond Alan, als te voren, alleen was zijn zwaard mei bloed bedekt tot het gevest, en hijzelf zoo opge blazen door trots en in zoo'n fiere houding, dat hij onoverwinnelijk scheen. Vlak voor hem op den vloer lag mr. Shuan, op han den en knieën, het bloed liep uit zijn mond, en hij zakte langzaam lager, met een vree- selijk wit gezicht, en juist toen ik keek, greep iemand hem van achteren bij de enkels en sleepte hem, zoo lang hij was. de kajuit uit. Ik geloof, dat hij stierf, ter wijl zij het deden. „Daar gaat een van je Whys!" schreeuw de Alan en wendde zich toen tot mij met de vraag, of ik veel had uitgericht Ik ver telde hem, da/t ik één onschadelijk had ge maakt, en meende, dat het de kapitein waj. „En ik heb er twee geraakt," zei hij. „Neen, er ie nog geen bloed genoeg ge vloeid, ze zullen terug komen. Naar je poet, David. Dit was maar een bittertje year het •ten. "- Ik ging terug naar mijn plaats, laadde op nieuw de drie pistolen, die ik had afgescho ten, en hield wacht met oogen en ooren. Onze vijanden waren niet ver af op het dek apn het redetwisten, zóó luid, dat ik eenige woorden kon hooren boven het plas sen van de zee uit. „Shuan heeft het verknoeid," hoorde ik een zeggen. En oen ander antwoordde hem mét: „Sst, man, hij heelt er duur voor betaald." Daarna daalden dc stemmen weer tot het zelfde gemompel van daarvóór. Alleen was er nu één persoon, die het meest sprak, alsof hij een plan uitlegde, en nu de een, dan de ander antwoordde hem kort, als mannen, die bevelen aannemen. Hieruit begreep ik. dat zij nu weer zouden komen, en zeide dat aan Alan. „Laten we dat hopen," zei hij, „als we ze niet voorgoed schrik inboezemen, zal er vannacht niet van slapen komen, voor jou of voor mij. Maar denk er om, dezen keer zal het ernst zijn." Mijn pistolen waren nu klaar, en er viel niets te doen dan te luisteren en af te wach ten. Zoo lang de schermutseling duurde, had ik geen tijd, om te bedenken, of ik bang wa9, maar nu alles weer stil was, hield ik mij nergens anders mee bezig. Ik dacht aan de scherpe zwaarden en het koude staal, en even later, toen ik voorzichtige schreden hoorde, en het strijken van kleeren langs den wand van de kajuit, en wist, dat zij in het donker hun plaatsen innamen, zou ik luid hebben kunnen huilen. Het gevecht was geheel aan Alans kant, en ik begon te denken, .dat mijn deel In den slag wae afgeloopeo, toen ik iemand zacht hoorde vallen op het dak boven mij. Dan kwam er een enkele toon op het fluitje en dat was het signaal. Eén troep rende met de sabel in de vuist naar de deur, en op het zelfde oogenblik werd het glas van de lan taarn aan duizend stukken geslagen en oen man 9prong er door en kwam terecht op den vloer. Vóór hij overeind was, had ik het pistool gericht op zijn rug en kon hem heb ben neergeschoten; maar toen ik zijn lichaam aanraakte, begaf de wilskracht mij en ik kon evenmin den trekker overhalen als Ik kon vliegen. Hij had de sabel laten vallen in zijn sprong, en toen hij het pistool voelde, draaide hij zich om en greep mij vast met een geweldigen vloek, en of nu plotseling mijn moed terug kwam, of dat ik zoo bang werd, het gevolg was, dat ik een gil gaf en hem midden door zijn lichaam sohoot. Hij slaakte een verschrikkelijken kreet en viel op den vloer. De voet van een tweeden man, wiens beenen door de lan taarn bengelden, trof mij op dat oogenblil op hel hoofd, en daarop greep ik een nieuw pistool en schoot hem door het dijbeen, zoo- dat hij viel, en op het lichaam van zijn makker terecht kwam. Er was evenmin sprake van missen als van aanleggen; ik richlle den tromp op de plaals en vuurde. Ik was daar misschien lang blijven staaD kijken; maar hoorde Alan roepen, of hij in nood zat, en dat bracht mij bij mijn zinnen. Hij had al dien tijd de deur vrijgehouden, maar terwijl hij met de anderen bezig was, was één der zee lieden onder zijn zwaard doorgeloopen en had hem vastgrepen- Al an stak met zijn linkerhand, maar de ke-rol klampte zich vast als een bloedzuiger. Een tweede was naar Linnen gekomen en hief zijn 9abet op. tWordf vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5