ONTVOEiSO. No. 19864 LEIDSCH DAGBLAD, Woensdag 10 December Tweede Blad. Anno 1924, BINNFNI ANQ. FEUILLETON. TWEEDE KAMER. r Een belasting-kwestie. Blijkens het bijvoegsel van de „Sls.-Crt." ts te 's-Graveniiage opgericht de Naaml. .Venn, tot Exploitatie van het Landgoed De Hoogstraat onder Leersum en Maarn, in de naamlooze vennootschap ingebracht door den heer H. Colijn, minister van financiën. In hot maatschappelijk kapitaal ad f 250.000 wordit deelgenomen door den heer H. Colijn voor 248 aandeden en door de heeren K. Floor, gep. O. I. ambtenaar te Doorn, en P. A. Colijn, burgemeester van Boskoop, ieder voor 1 aandeel. De verkoopwaarde van het ingebrachte onroerend goed wordt door par tijen geschat op f 248.000. Volgens art. 2 der statuten is het doel der vennootschap: „de exploitatie in den meest uitgebreiden zin des woords van het land goed De HoogsLraat, bestaande uil: hoeren huis, poortgebouw, porliersgebouw en ver dere bijgebouwen, benevens eenig-e percec- len bouwland, dennen, bosschen, lanen en wegen, ter totale groote van 64 hectaren 82 eren, daaronder begrepen andere eventueel later op eenigerlei wijze te verwerven on roerende goederen, door dat landgoed ge heel of gedeeltelijk te wrhuren, te verkoo- pen, of op andere wijze le vervreemden, in erfpacht uit le geven of met andere zake lijke rechten ten beihoeve van dat landgoed* of eenig deel daarvan, te vestigen of le ver werven; door hert landgoed te verkavelen en daarop aan te leggen parken, meren, vijvers, kanalen, sloten, wegen, bosschen, kweeke- rijen, gras- en akkerlanderijen, sportterrei nen, villaparken, en zoo voort en/of daarop te bouwen, of bestaande gebouwen te ver- Anderen in hotels, restaurants, villa's, boer derijen, fabrieken, en zoo voort, om die te exploiteeren, te administreeren, geheel of gedeeltelijk te verkoopen of op andere wijze te vervreemden of te verhuren; het aangaan van geldileeningen, zoowel ten bate als ten laste der vennootschap, met of zonder hypo theek, en in het algemeen alles, wat in den ruimsten zin des woords tot een en ander geacht kan worden te behooren, alsook, het mede-oprichben van en/of deelnemen in an dere maatschappijen, vennootschappen en ondernemingen, die een zelfde of aanver want doel beoogen. Als directeur van de vennootschap zal op treden de heer K. Floor. Men zal zien herinneren, aldus schrijft men van belasting-technische zijde aan het „Rbld.", da/t einde Juli of begin Augustus van dit jaar bij de Tweede Kamer is inge diend een wetsontwerp „tot bevordering van de richtige heffing der directe belas tingen." Het ontwerp telde slechts drie artikelen. Het voornaamste daarvan luidde: „Voor de heffing van de personeele belasting, de rijks- en plaatselijke inkomstenbelasting, de vermogensbelasting en de verdedigingsbe- laslingen wordt geen rekening gehouden met rechtshandelingen die, ai dan niet in ver band met andere rechtshandelingen, kenne lijk zijn verricht om de heffing van een dier belastingen overeenkomstig haar doel, ge heel of ten deele, onmogelijk te maken." Blijkens de Toelichting op dit ontwerp had de minister re-»ds bij de behandeling van de begrooting Financiën voor 1924 ge sproken van de bestaande neiging om on dernemingen, met een klein aantal deelge- nooten, onder den vorm eener naaml. venn. voort te zetten, met de bedoeling aan de hef fing der inkomstenbelasting over de behaal de winst te ontkomen. Door middel van het ingediende ontwerp meende de minister te kunnen optreden tegen practijken, die aan gewend worden om de normale belasting heffing geheel of voor een deel mogelijk te maken. Terwijl de Toelichting verder als een sprekend voorbeeld van het ontgaan van belasting noemt dat de beziler van een buitenplaats een naaml. venn. tot ex ploitatie daarvan opricht en vervolgens de buitenplaats, gemeubeld en met bediening, van die vennootschap huurt; met dit gevolg, dat de vennootschap in de personeele belas ting wordt aangeslagen en wel naar 1/3 of ten hoogste 2/3 van de huurwaarde en de waarde der sloffeerrng, terwijl d? dienstbo den, als wordende in liet bedrijf der ven nootschap gebezigd, onbelastbaar worden. Het noemen hier -naast elkaar van „de op richting der N. Y. tot Exploitatie van het Landgoed de Hoogstraat van minister Co lijn" en „het ontwerp lot bevordering van de richtige heffing der directe belastingen" heeft zijn bijzondere beleekenis. Sinds het feit toch der oprichting van de bedoelde N. V. bekend is geworden onder het publiek, heeft het niet ontbroken aan toespelingen op deze financieele politiek in privé van mi nister Colijn, wijl men daarin oen poging meende te mogen zien om een reëele belas tingheffing te ontgaan, een ontsnappingspo ging dus, waartegen de minister zelf blij kens zijn wetsontwerp wil waken. We kunnen moeilijk aannemen, dat de Minister in de positie, welke hij bekleedt, zich niet ontzien zou hebben om op zulk een wijze een voorbeeld le geven van het ontloopen aan een reëele heffing. We gelooven noch dat belasting ontgaan, noch dat oen domonslralie door den Minis ter bedoeld is. We meenen, dat hier inder daad een N. V. is tot stand gekomen zonder fiscale bijbedoelingen. Wc gronden chze overtuiging hierop, dal er reeds maanden geleden 9prake was van plannen om liet be trokken buitenverblijf le Leersum le be stemmen tol pension of overeenkomstige vcrhuurgelegenheid, daar de heer Colijn zijn verblijf daar wilde verwisselen met een ver blijf in de nabijheid van Den Haag, waar door hem de reisongemakkeai naar hot afge legen Leersum bespaard zouden blijven. Het uitvoering geven aan een dergelijk voornemen zou moeilijk anders kunnnen plaats vinden, in verband met de positie van den Minister, dan door dc onderneming den vorm te geven eener NV. Voor het overige dient men zich geen wonder van belaslingsparing voor te stellen met een dergelijke oprichting eener N. V. Landhuizen, bosschen en landerijen geven slechts een geringe 2 pCt.) opbrengst, welke voor inkomstenbelasting in aanmer king komt. Tegenover het welbekende groote vermogen van den Minister legt een om zetting van 2l/s ton vast goed in aandee- len eener N. V. geen bijzonder groot ge wicht in de schaal. Men bedenke daarbij, dat de acte van oprichting dit eerste jaar aan registratierecht alreeds 21/* pet. over f 250.000 eischte. Zou de heer Colijn er loc overgaan, om het landhuis nu in het vervolg zelve te gaan huren van de N.V., dan dunkt ons, zou er. in verband met het daadwerkelijk ontgaan van personeele belasting en eventueele fo re nsenbelasting, aanleiding bestaan om den Minister qq. ter verantwoording le roepen. R.-K. Staatpartij. De algcmceno vergadoring van den Alge meonen Bond van It.-K. Rijkskicskring- organisaties in Nederland zal worden ge houden Zaterdag 31 Januari a.s. in het Jaarbeursgebouw te Utrecht. Des morgens zal in de Kathedrale Kerk een H. Mis wor den opgedragen voor de Katholieke Staats partij. De agenda van dc vergadering bevat o.a. Behandeling van het Concept-Program van Actie 1925; voorstel van het Bondsbe- stuur tot goedkeuring van het besluit van het Bondsbcstuur in zake het Verbond St.-Michaël" bespreking van verkiezing.» aangelegenheden. Met handhaving, voor zoover niet reeds verwezenlijkt, van het program van 13 Mei 1922, worden voor de eerstvolgende legisla tieve periode door do R.-K. partij vooral de volgende punten op den voorgrond ge steld 1. Handhaving der Christelijke beginselen in de huwelijkswetgeving; 2. handhaving van de gelijkstelling van openbaar en bij zonder onderwijs; 3. voortgezet herstel en behoud van het financieel evenwicht; ver laging allereerst van die belastingen, welke het zwaarst op de on- cn minvermogenden drukken, of de noodzakelijke kapitaalvor ming het meest tegenhouden; meer vrij stelling of aftrek voor groote gezinnen; 4. krachtige medewerking met dc plannen van den Volkenbond die met de voorstellen van Benedietus XV volkomen overeenstem men ter oplossing van internationale ge schillen door scheidsrechterlijke uitspraken en ter gelijktijdige en wederzijdsche ver mindering van bewapeningen5. de organi satie van leger cn vloot dient beperkt te zijn tot betgeen noodzakelijk is voor de handhaving der neutraliteit cn de verdedi ging der onafhankelijkheid binnen de grenzen door eventueele internationale re gelingen te stellen; 6. bevordering van zoo danige ontwikkeling der arbeidswetgeving, dat steeds meer dc regelingen betreffende do arbeidsovereenkomst in bedrijf en onder neming, getroffen kunnen worden door dc organisaties van werkgevers en werknemers behoudens goedkeuring en toezicht door de overheid binnen de grenzen door de wet gesteld. Daarom wettelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst, inclusief de mogelijkheid tot verbindend-verklaring. De uitvoering der sociale verzekeringen worde, voor zoover mogelijk, opgedragen aan de samenwerkende organisaties van werkgevers cn arbeiders. Naar wij vernemcD, heeft de heer J. E. G. C. Offerhaus, directeur van de Staatsloterij, als zoodanig ontslag aange vraagd tegen het einde van dit jaar. De heer Offerhaus is G8 jaar oud en heeft een ruim 40-jarigen diensttijd achter den rug, waarom hij thans den tijd gekomen acht om zich uit den staatsdienst terug te trek ken. (,,Msb.") De kerkvoogdij der NcJ.-Hcrv. Gem. te Beverwijk heeft een subsidie van f 100 toegezegd aan de Vereeniging van Vrij- zin rig-H er vormden aldaar, ter tegemoetko ming in haar uitgaven. ElT was f1000 aan gevraagd. Van den totalen aanslag hebben de vrijzinnigen ongeveer twee derde deel te betalen. De afdeeling acht het toegezegde bedrag te gering en zaf 6innenkort nader haar houding bepalen. B. en W. van Deventer stellen den Raad voor: 1. met ingang van 1 Januari a.s. den arbeidstijd voor de ambtenaren en werklieden men drie uur per week te verlengen; 2. in principe te besluiten tot ctn hergroepeering van de amb.enaren. Do gezamenlij-ke besparing, door deze twee maatregelen verkregen, wordt door B, en W. op f40.000 per j^ar geschat. Volgens het ,,Hdbl." is de Regeeriug niet voornemens te treden in het denkbeeld van de besturen van het Ncderl. Verbond van Vnkverecnigingen en de S.D.A.P., tot instelling van een officieele prijzencontrólo- commissie over te gaan. De Minister van Financiën heeft be paald, dat aan ambtenaren der belasting, invoerrechten en accijnzen, aan wie een woning is aangewezen j met een huar van meer dan f7 50 per welk, bij het betrekken van een goedkoopc-re woning e^n tegemoet koming in de verhuiskosten van f40 zal worden verleend. Onder dagteekening van 9 dezer heeft het Kon. Ned. Landbouw-Comité aan de Tweede Kamer een adres gezonden in ver band met hetgeen in de memorie van ant woord op het voorloopig verslag van de Landbouwbegrooting ten aanzien van dc voorgestelde samensmelting van de Veteri airen Dienst met den Dienst der Veteri naire Inspectie van de Volksgezondheid is gezegd. Blijkens de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de Tweede Ka mer tot wijziging van de bepalingen der Arbeidswet 1919 betreffende d:n arbeid in broodbakkerijen, is de Minister van Arbeid, Handel en Ng verheid terug gekomen van z'gn aanvankelijk voornemen, om het verbod van bakkersnachiarbiid voor de patroons te doen vervallen, behoudens kleine tegemoetkomin gen. De leden der Eerste Kamer z'gn in openbare vergadering b ge enge roe pen t:gen Dinsdag 16 dezer, des namiddags te halE- negen. De Geneefsche correspondent van de „N.R.Crt." seint uit Rome: Uit zeer be trouwbare bron verneem ik, dat op de bij den Volkenbondsraad ingediende voor dracht van vjjftien personen, die te samen de juristencommissie voor de methodische ontwikkeling van het volkenrecht zullen vormen, ook een bekend Nederlandsch rechtsgeleerde voorkomt De benoeming wordt binnen enkele dagen verwacht. De audiënties van de Ministers van Marine, Justitie en Waterstaat zullen deze week niet gehouden worden. Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet. (Nadruk verboden. 16) „De moeilijkheid is," zei de kapitein, „dat al onze-vuurwapenen, groot en klein, in de kajuit zijn, onder den neus van dien kerel, en het kruis ook. Als ik of één van de offi cieren er nu heen ging orn ze le halen, zou hij er iets achter zoeken. Maar een jongen als jij, David, zou, zonder dat liet de aan dacht trekt, een kruithoorn cn een paar Pistolen kunnen cn „nemen. En als je het netjes doet, za! ik het onthouden, wanneer je je vrienden noodig hebt, en dat zal zijn, als we in Carolina komen." Hier Iluistcrde mr. Riaeh hem iets in. „Ileel goed, meneer," zei de kapitein, en dan weer tot mij: „En kijk eens, David, die man heeft een gordel vol goud, en ik geef je mijn woord, dat je er je deel van zult heb ben." Ik antwoordde hem, dat ik zou doen, >vat hij verlangde, ofschoon ik nauwelijks adem vond om te spreken, en daarna gaf hij Jnij den sleutel van het drankkaslje en ging langzaam terug naar de aohterkajuit. Wat moest ik doen? Zij waren Schotten ón dieven. Zij hadden mij ontvoerd uit mijn eigen land; zij hadden den armen Ransome Vermoord, en moest ik nu medeplichtig zijn aan een anderen moord? Maar dan, aan den anderen kant, was het gevaar van den dood niet denkbeeldig, want wal konden een man en een jongen, zelfs ai vochten zij als leeu wen, tegen oen heete scheepsbemanning be ginnen? Ik overwoog nog het vóór en tegen en was hot nog niet met mijzelf oens, toen ik in de kajuit kwam, en de Jacobiet zijn souper zag opeten onder da tamp en op dat oogenhlik was mijn beslui! genomen. Het strekt mij niet tot ccre, want het was niet mijn eigen wil, maar, als door een soort dwang gedreven, wandelde ik recht naar de latei, en legde mijn hand op zijn schouder. „Wil je vermoord worden?" vroeg ik. Hij sprong op, en uit zijn oogen sprak oen vraag, even duidelijk, alsof hij had gespro ken. „O," riep ik, „het zijn allemaal moorde naars hier, een schip volze hebben al een jongen vermoord. Nu kom jij aan de beurt." „Ja, ja," zei hij; „maar ze hebben me nog niet." En toen vroeg hij, mij nieuwsgierig aan ziend: „Wil je me helpen?" „Dat wil ik," zei ik, „ik ben geen dief en geen moordenaar. Ik blijf bij je." „Goed dan," zei hij; „hoe heet je?" „David Balfour," antwoordde ik, en toen bedacht ik, dat een man met zoo'n mooie jas zeker van mooie namen hield, en voegde er voor het eerst bij: „van Shaws." Hij dacht er niet aan, mijn woorden in twijfel te trekken, want een Hooglander is gewend, zijn edelen in armoede te zien. Maar, daar hij zelf geen bezittingen had, prikkelden mijn woorden zijn kinderach tige ijdelheid. „Mijn naam is Stewart," zei hij, zijn borst vooruitzelfend. „ALan Breek werd ik genoemd. Een koningsnaam is goed genoeg voor mij, al draag ik hem alleen, en heb er geen naam van oen of anderen mesthoop achteraan." En nadat hij dit standje had gegeven, alsof het iets was van groot gewicht, begon hij onze verdedigingsmiddelen le onderzoe ken. De kajuit was zeer sterk gebouwd, om weerstand te kunnen bieden aan de slag zeeën. Van de vijf openingen waren alleen de lantaarn en de twee deuren groot genoeg, om een man door te laten. De (leuren kon den bovendien gesloten worden, zij waren van chk eikenhout, en lieper. in groeven; zij waren voorzien van haken, die haar open of dicht hielden, al naar het noodig was. De eene, die al gesloten was, verzekerde ik hiermee; maar toen ik de andere wilde dichtschuiven, hield Alan mij tegen. „David," zei hij, „want ik herinner mij den naam van je landgoed niet meer, en zal dus zoo vrij zijn, je David te noemen, die cbeur is het sterkste point van mijn verdedi ging, zoolang zij open Is." „Het punt zou nog sterker zijn, als de deur dacht was," zei ik. „Toch niet, David," antwoordde hij, „Ik heb maar één geziciht; maar zoo lang die deur open is, en mijn gezicht er voor, zal ik het grootste deel van den vijand kunnen zien, wat ik juist wensch." Toen gaf hij mij van het rek een sabel, waarvan er oen paar waren, behalve die vuurwapenen, koos die met groote zorgvul digheid, schudde zijn hoold, en zei, dat hij nooit in zijn leven zulke armzalige wapens had gezien; daarna zette hij mij aan de tafel, met een kruithoorn, een zak kogels en ai de pistolen, die ik moést laden. „Dat zal beter werk zijn, geloof me," zei hij, „voor iemand van behoorliik» geboorte. RECLAME. Overwerkte zenuwen hebben in de eerste plaats een kalmeerend 'en versterkend middel noodig. Mijnhardt'S Zenuwtabetten geven kalmte cn nemen on rust, gejaagdheid en overspanning weg. Koker 75 ct. Bij apoth. en drogisten. 812 (Vervolg van gisteren.) Werkloozenverzekcring. De heer VAN DEN TEMPEL (S.-D.) be pleit een wettelijke regeling van de werk loozenverzekcring. Op dit oogenblik zijn de conlributiën voor dc werknemers hoog en is de uitkcering ge ring. De werkgevers trekken er zich niet veel van aan. De regeling voor 1925 acht spr. onvol doende. Dc MINISTER acht een regeling uiterst moeilijk. Ieder stelsel heeft zijn bezwaren, maar hel stelsel van verplichte vcrzekerii g heelt ook zijn nadoelen. Wat 1925 betreft, wil de heer v. d. Tempel terug naar het stel sel van een uitkeeringstermijn, zooals dat vóór enkele jaren nog bestond. Dat kan g:- bcuren zonder de overheidsbijdrage boven de 100 pCt. te verhoogen. Als regel wil spr. 100 pCt. geven en alleen bij een bijzondeie aanleiding meer dan 100 pCt. De werkloos- heidskasscn moeten niet het karakter van spaarkassen krijgen. Het hoofdstuk wordt afgehandeld. De heer BRAAT (platt.-partij) zegt, dut zijn fractie wcnscht geacht te worden tegen te stemmen. Het hoofdstuk wordt goedgekeurd. Hootdstak V (Binnenlandsche Zaken.) Aan de orde Ï9 Hoofdstuk V (Binnen landsche Zaken). De heer BRAAT (Platt.-partij) komt weer tegen den zomertijd op en hij hoopt, dat de rc-gecring nu hem niet weer zal dwingen lot liet indienen van een ontwerp. Es heer v. d. HEUVEL (A.-R.) meent, dal de Zomertijd geen onderwerp is voor een commissie, omdat het vóór en tegen al gemeen bekend is en het alleen gaat om het opleggen van een dwang aan een be paalde categorie van personen, die daarvan groot nadeel ondervinden. Spr. vraagt wat do minister nu van plan is te doen. De heer EBELS (V.-D.) vraagt wat nu het standpunt van den minister is ten aanzien van den zomertijd en wanneer de beslissing zal valtcn, o.a. met het oog op de zomeT- dienstrcgclingen. De heer SCHAPER (S.-D.) vraagt pubil- ceering van het rapport der commissie, als dit gereed is. De minister van Binnenl. Zaken, de heer RUYS DE BEERENBROUCK, zegt, dat het slandpunt der regeering ten aanzien van den zomertijd is, dal alvorens een voorstel te doen, het onderwerp door bevoegden moet zijn bekeken. Daarvoor is een commissie in gesteld. Deze is met haar rapport gereed gekomen. De commissie heelt geadviseeid tot publicatie over te gaan. Dat zal dus ge schieden cn het publiek zal gelegenheid krijgen, zijn meening te zeggen. Het zou van weinig deferentie getuigen voor die mev- ning, als spr. nu reeds zijn meening gaf. Mevr. BAKKER—NORT (V.-D.) klaagt nog eens over achterstelling van vrouwen voor de vervulling van openbare functies, o.a. ambtenaar van den burgertijken stand. Do heer BEUMER (A.-R.) vraagt den minister ot hjj voornemens is een voorstel nopens den zomertijd in te dienen, ook al ligt er een Tnitiatief-voorstel-Staalman. Vol gens den minister was dit initiatief-voorstel voor de regeering een redan om zich van j do betrokken materie afzijdig te houden. De MINISTER wcnscht de kwestie, door mevr. BakkerNort aangeroerd, l>rj her ziening der wetten te behandelen en niet incidenteel. Den heer Beumer herinnert spr. aan de discussie van verteden jaar. Het initiatief-voorstet-Staalman is tijdelijk terug genomen in afwachting van hetgeen de regeering zal doen, nadat de commissie met haar rapport gereed is. dan borden wasschen en borreltjes aanrei ken voor een paar pikbroeken." Toen ging hij in het midden van de ka mer staan, met zijn gezicht naar dc deur, cn probeerde het zwaard, dat hij inmiddels had getrokke-n, door de kamer te zwaaien. „Ik moet met de punt werken," zei hij, zijn hoold schuddend, „en dal is jammer, 't Strookt niet met mijn talent, dat de scherpe kant prefereert. En nu," vervolgde hij, „ga door met het laden van de pistolen en lot op mij." Ik zei, dat ik zorgvuldig zou luisteren. Mijn horst was beklemd, mijn mond droog, en het licht scheen verduisterd in mijn oogen: de gedachte aan de volen, die weldra op ons zouden losstormen, deed mijn hart kloppen, en het geluid van de zee, waarin mijn lijk voor den volgenden morgen zou worden geworpen, klonk vreemd in mijn ooren. „Om te beginnen," zei hij, „hoeveel zijn er legen ons?" Ik telde hen op; en zoo verward was mijn geest, dat ik tweemaal moest lellen. „Vijf tien," zei ik. „Alan floot. „Wel," zei hij, „dat is te doen. En luister nu. Ik verdedig de deur en lever daar hel grootste deel van den slag. Daarmee heb je niets te maken. En onthoud, dat je niet vuurt naar dezen kant, voordat ze mij er onder hebben, want ik heb liever tien vijanden vóór me, dan dat een vriend als jij achter mij pistolen afschiet." Ik vertelde hem, dat ik inderdaad geen groot schutter was. „Dat is heel eerlijk gesproken," riep hij, met groote bewondering voor mijn oprecht heid. „Heel wat heeren zouden daar niet voor uil durven komen." „Maar nu is er nog." zei ik. „de deur ach- Binnenlandsch bestuur. De heer ZIJIüTRA (A.-IL) bespreekt de autonomie der gemeentebesturen. Da Regeering is wet eens te spoedig ge neigd kleine gemeenten samen te voegen, dat acht hij niet altjjd gewenscht. B(j de vernietiging van gemeentelijke ver ordeningen zij de Regeering voorzichtig. Aan de autonomie moet zoo min mogelijk geraakt worden, vooral nu dc gemeente besturen goed hun verantwoordelijkheid zullen bewust zijn. De heer MI01iIEI.SK (R.-K.) klaagt over bat ontslag-verleenen aan gemeenteambte naren, zonder dat zij worden geholpen. De Regeering moet hier ingrijpen om de amb tenaren te beschermen. Do heer VLIEGEN (S.-D.) acht samen voeging van kleine gemeenten gewenscht en dringt bij de Regeering aan op door zetting van haar stelsel. Hij vraagt ophef fing der burgerwachten. De heer BEUMER (A.-R) heeft bezwaren tegen opruiming van kleine gemeenten, omdat deze tiaar nut hebben en er zelf gewoonlijk tegen zjjn. Do heer COL.1JN (A.-R.) bestrijdt de heer Vliegen. Hg komt op tegen tirannie van Gedeputeerde Staten in zake Provinciale bedijiren. De hoer BUYMAER VAN TWIST (A.-R.) klaagt over de hooge scheepvaartrechten voor de binnenschipper^. Het bruggeld is vaak te hoog. De heer DE BOER (Platt.-Partij) dringt aan op betere financieele verhouding tus- schen Rjjk en Gemeente. Waarom zjjn de nood-uitkeeringen stopgezet? De MINISTER is aan Tiet woord. De vergadering wordt verdaagd tot heden avond 8 uur. Avondvergadering. Begrooting Bnitenlandsche Zaken. Aan dc orde is de voortzetting der behan deling van dc Begiooling voor Buitenland, sche ZaJcen voor 1925. De MINISTER VAN BUITENLANDSCHE ZAKEN, dc heer VAN KARNEBEEK, zet zijn rede vooTt. Spr. behandelt eerst de vraag over het geven van vrije pa3visa. Dit vraagstuk zal overwogen worden, hoewel deze kwestie naar alle waarschijnlijkheid tot moeilijke consequenties zal leiden. Wat de onder handelingen met België betreft is er niet die minste reden, om aan minder goede resul taten te denken. De zaak heeft echter haar beslag nog niet gekregen. Daarna komt spr. aan liet handelsver drag met Duilschland. S;,r. kan omtrent de Duitsche tarieven alleen medodeelen, dat hem nog geen ollicicele plannen bekend zijn. Intusschen zal spr. al zijn aandacht aan deze kwestie wijden. Thans komt de Minister aan het hoofd punt der gedachtenwisseling: de Volken bond en het protocol van (renève. Spr. meent te hebben onderscheiden twee standpunten, het éêne, dat werd voorge- staan door den heer Van Ravesleyn, die be weerde, dat de Volkenbond zich beweegt buiten de sfeer van de realiteit. Men kan tot op zekere hoogte toegeven, dat er in de beschouwingen van den lieer Van Rave sleyn oen kern van waarheid kan zitten, Inderdaad zijn er mogendheden die iets anders voorslaan dan de werkelijke beleeke nis van den Volkenbond. Maar dat is toch geen reden, om den Volkenbond geheel te veroordeclen. Volgens spr. is echter de Vol kenbond oen manifestatie van het algemeen wereldbelang. Tegenover d> opvalling van den heer Van Ravestcyn stond het standpunt van andere sprekers, die den Volkenbond wilden zien toegerust met de allergrootste macht, het geen een bewijs is van het groote verlrou- wen, dat zij in dien Bond hebben. Spr. vraagt echter of zij daarbij wel ge dacht hebben aan het groote gevaar van een le groote maclitsvornung. Wat betreft list protocol van Genève merkt spr. op, dat er roor hem gen reden is nu te treden in een algemeene uiteenzet ting. Wel kan spr. mededeclen, dal wij voor alsnog toetreding tol het protocol moeten voorbehouden, nu er een novum is ontstaan in de samenwerking tusschon Frankrijk en Engeland, op welker samenwerking het pro tocol was opgebouwd. ter u; die ze misschien stuk zullen slaan." „Ja," antwoordde hij, „en dat is een deel van jouw werk. Zoo gauw dc- pistolen gela den zijn, moet je in dal bed klimmen, waar je uit hot venster kunt zien, cn als ze bij de deur komen, schiet je. Maar dat is nie) alles. Laat me een beetje soldaat van je ma ken. Wat heb je nog meer le bewaken?" „Dc lantaarn," zei ik, „maar werkelijk, mr. Stewart, ik zou oogen achter en vóór moeten hebben, om ze alle twee lo bewaken, want als ik met mijn gezicht naar eenc sta, heb ik de andere achter mij." „Dal i3 heel waar," antwoordde Alan, „maar heb je geen ooren aan je hoold?" „Natuurlijk," riep ik; „ik moe! het glas hooren breken." „Ge hebt nog oen beetje hersens overge houden," zei A'.an grinnikend. HOOFDSTUK X. Het beleg van de achterkajnit. Maar nu wa3 de wapenstilstand afgeloo- pen. De mannen op het dek hadden gewacht op mijn komst, lol zij ongeduldig werden; en nauwelijks had Alan uilgesproken, toen de kapitein zijn gezicht in de open deur ver toonde. „Stal" riep Alan, en richtle zijn zwaard op hem. De kapitein bleef werkelijk staan, maar deinsde geen voet terug. „Een ontbloot zwaard?" vroeg hij; „dat is een vreemde ruil voor gastvrijheid." (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5