No. 19863
LEIOSCH DAGBLAD, Dinsdag 9 December
Tweede Blad. Anno 1924.
BINNENLAND.
De nieuwe Chr. H. B. S. te Alphen.
FEUILLETON.
0NTV3EB0.
Waterstaatsbegrooting.
Aan de memorie van antwoord op het
yoorloopig verslag der begrooting van Wa
terstaat voor 1925 ontleenen we:
Wat betreft de opmerking, dat met het
oog op de werkloosheid veel krachtiger
pieuwe werken moeten worden aangevan
gen, moge de Minister er aan herinneren,
dat, hoe gaarne hij ook tot die krachtiger
maatregelen zou willen meéwerken, de fi-
nancieele toestand des lands vooralsnog op
de maatregelen een remmende invloed uit
oefenen. Zooals blijkt uit een toegevoegde
nota van wijziging is het ruimer vloeien
der middelen reeds aan het krachtiger aan-
yatten van eenige werken bevorderlijk ge
weest
In zake de heffing van rechten op water
wegen kan de Regeering haar inzicht nog
niet meedeelen, daar de coramissie-Patijn
inzake het vervoervraagstuk nog geen rap
port uitbracht.
Ook de oplossing van het wegenvraagstuk
wordt door de eigenaardige wisselwerking
der omstandigheden bemoeilijkt. Geld voor
behoorlijk ingrijpen is niet beschikbaar, van
daar achteruitgang, waardoor verbetering op
den duur nog meer geld moet gaan kosten.
In dit verband verdient vermelding het on
derzoek, dat wordt ingesteld aangaande cie
wenschelijkheid van een wegbelasting
Het vraagstuk van de tollen op de wegen
heeft de volle belangstelling van den Mi
nister. Er zij hier aangeteekend, dat. in ge
val van afschaffing der wegtollen de rege
ling inzake den onderhoudsplicht ten op
zichte van de wegen onmiddellijke aandacht
zal vragen en dat bedoelde maatregel zeker
zou kunnen leiden tot een aandrang om
aanzienlijke uitgaven ten laste van de open
bare kassen te brengen.
De Minister is gaarne bereid te bevorde
ren, dat de verbetering van den vaarweg
RotterdamGoudaAmsterdam zoo krach
tig zal worden ter hand genomen als mo
gelijk zal zijn met het oog op de financieele
consequenties.
Het aanvankelijk over het loopende jaar
op 8 milioen geraamde tekort op de exploi
tatie der Ned. Spoorwegen zal, naar het
zich laat aanzien, dalen tot omstreeks 4
millioen, wellicht nog tot minder,, terwij! bij
het uitblijven van tegenvallers uitzicht op
een nog gunstiger rekening over 1925 be
staat.
Het resultaat, tot nu toe verkregen met
berzine-motor-rijtuigen, is bevredigend. Aan
maak van meer zulke rijuigen is in over
weging.
Nu de bedrijfsuitkomsten der Ned. Spoor
wegen over 1924 èn door verhooging van
de ontvangsten belangrijk minder ongunstig
beloven te zijn dan die over 1923, wordt
langzamerhand de kans vergroot, dat bin
nen niet te langen tijd tot verlaging der
tarievcD zal kunnen worden overgegaan Be
paalde toezeggingen kunnen evenwel nog
Luiet worden gedaan.
f Weder-invoering van kilometerkaarttn
ligt niet in het voornemen.
Aanleiding tot volledige opheffing van de
eerste klasse, welke in 1923 nog f 7,139.000
opbracht, bestaat niet.
Verwacht wordt, dat de eleclrificalie van
den geheelen spoorweg AmsterdamRotter
dam in 1927 gereed zal komen. Het ligt niet
in de bedoeling vóór dien tijd op het baan
vak Den HaagLeiden een geregelden elec-
trischen dienst in te voeren.
Bij de samenstelling van de dienstregeling
der goederentreinen wordt met de belan
gen van de schipperij zooveel mogelijk re
kening gehouden.
De lot dusver verkregen jaarlijksche be
sparing door de opheffing van de bewaking
van overwegen kan op ongeveer 1V» millioen
gulden worden geschat. Een aanzienlijke
vermeerdering van het aantal onbewaakte
overwegen is voorloopig niet meer te ver
dachten.
Hel Spoorwegpersoneel en de duurte.
Zooals bekend is. hebben die hoofdbestu
ren van de vijf organisaties van spoorweg
personeel besloten, bij de directie en de Re
geering aan te dringen op duurteloeslag van
één extra-week loon per 15 Dec., 1 Febr. en
Op Maandag, 15 December a.s., zal deze H.B.S. door Minister De Visser officieel worden geopend.
15 Maart Als minimum dezer weken zou
gevraagd worden f 35.
In verband met deze personaels-aangele-
genheden is gistermiddag in Den Haag een
congres gehouden.
Vertegenwoordigd waren de B. A. N. S.,
de Ned. Vereen, van Spoor- en Tramperso
neel, St.-Rafaël, de P. C. B. en de Neutrale
Bond.
De groole zaal van den Dierentuin was
geheel bezet.
Aanwezig waren 0. a. de Tweede-Kamer
leden mevr. Bakker-Nort, Van Braambeek
en Hermans, alsmede de Eerste Kamerleden
Cramer en De Jong.
De vergadering werd geopend door den
heer J. G. Balkensleijn, voorzitter van den
B. A. N. S Spr. herinnerde aan de pogingen
der Regeering om ook voor het spoorweg
personeel een loonsverlaging in te voeren
van 10 pet
Waar wij die 10 pet. verlaging niet kon
den tegenhouden, hoopten wij op een verla
ging ook van de prijzen van levensmidde
len, enz. Echter gaan de prijzen weer met
sprongen omhoog en dit brengt ons opnieuw
tot eensgezindheid (applaus).
De opzet van deze vergadering is niet een
massa-congres, maar een bijeenkomst van
afgevaardigden der organisaties.
Met applaus begroot werd de eerste spre
ker, de heer H F. Timmermans, secrettaris
van ,,St.-Raphael". Hij wees er op, dat men
hier thans voor de tweede maal in de ge
schiedenis van het Nederlandsche spoorweg
personeel bijeen was als bestuurders-afge
vaardigden van de verschillende spoorweg
organisaties.
Spr. herinnerde aan een brief van 27 Oct.
1923, waarin de directie der N. S. de bood
schap bracht, dat zij 00 verzoek der Regee
ring per 1 Januari 1924 de loonen met 10
pet. wilde verlagen. De Regeering en ande
ren zijn toen de spoorwegen in de loonsvr-
laging gevolgd, zelfs is hier en daar het
voorbeeld der Ned. Spoorwegen nog over
troffen.
De prijsdaling bl*ef achterwege en de hui
dige duurt-? wordt algemeen erkend. Spr.
wees er op, dat het coöperatief inkoopen
zeer in trek is gekomm. De georganiseerde
kolenhandel aars klaagden echter bij de di
rectie der N. S., met het gevolg, dat de kop
stukken onzer coöneralie te Utrecht op
grond van art. 28 R D. V. gestraft zijn met
drie dagen inhouding van bezoldiging en
een waarschuwing (gefluit). Betrokkenen
zijn in beroep gegaao bij het scheidsgerecht
en daarom behoeft er hier voorloopig niet
veel van te worden gezegd. De uitlegging
van art. 28. hier le denken aan drijven
van handel lokl een ernstig protest uit
(applaus).
Het tekort op df spoorwegen is eenige
millioenen minder dan waarop de Minister
van Financiën had gerekend. Deze stelde in
uitzicht, dat die meevaUer ten goede zou ko
men aan de ..evenals wij geplukte Rijks
ambtenaren". Bij meevallers in het eigen
bedrijf, denken wij -echter in de eerste plaats
aan onszelf (applaus).
Zoo is hel ook begrepen door het Rijks
personeel.
Spr. wis overtuigd, dat een vergadering
als deze haar doel niet zou missen.
Tweede spreker was de heer P. Mol [ma
ker, van de Nod. Vereenigïng voor Spoor- en
Tramwegpersoneel, die organisatie een on
misbare voorwaard-:- noemde in den strijd
voor verbetering van levensvoorwaarden.
Dit is wel gebleken uit de loonsverhoudin-
gen, het R. D. V., de rust- en werktijden.
Spr. wees op de indexcijfers; het totaal
voor een arbeidersgezin le Amsterdam was
in December 1922: 176 3, .luni 1924: 173 3,
in September 1924 weer 176.3. En dat bij de
zooveel lagere loonen.
Thans vragen wij slechts een vermeerde
ring van inkomslpn, wij zijn immers met de
directie overeengekomen niet aan de loonen
le tornen tol 1 Juni 1925. Wat wij thans
vragen, is matig, bat kost hel bedrijf niet
meer dan 6 pet van het loon meer. Deze
wensch. om over December 1924 nog 2 pet.
te ontvangen, is zoker niet overmatig. Er 1
vonden reeds ruim 1100 beslagleggingen
plaats ter zake der belastingen, en hoeveel
duizenden zijn er niet, die alles deden om
die te voorkomen i Wij vorderen voor het
spoorwegpersoneel, dat-het 't Kerstfeest met
wat mper vreugde tegemoet kan zien.
.In de 7 maanden van dit jaar is 4 mil
lioen meer ontvangen dan de overeenkom
stige maanden van 1923 Spr. is dus van
oordeel, dat het personeel dit jaar wel de 2
pet. meer'mag hebben. Op hel personeel is
dit jaar lG'/a millioen bezuinigd., waarvan
op de loonen 8 millioen. Het is niet voldoen
de te juichen ovr d? overwinning, die de
Oostenrijksche kameraden in vijf dagen heb
ben bevochten. Wij hebben er ons aan te
spiegelen Indien Regeering en volksverte
genwoordiging g<=en open oor hebben voor
wat gij wenscht aldus spr. zult gij
daarin berusten? (Geroep- Neen). Speciaal
deze vraag in concreten zin beantwoorden,
maar het personeel moet zijn wil in dit
vraagstuk kunnen doorzetten. Achter dit
vraagstuk staat, dat met Juni 1925 de over
eenkomst met de directie afloopt, en we dus
reeds nu onze stelling in gereedheid hebben
te brengen.
Met elkaar hebben wij, besloot spr., hoog
le houden den censgezinden wil van het
personeel in zijn organisaties (luid applaus).
In uitvoerig besprekingen deed de voor
zitter de vergadering kennis nemeq van den
brief, door d^ vijf organisaties dd. 2 Decem
ber aan de directie gericht. Daarin werd ge
protesteerd tegen loonsverlaging, gewezen
op de prijsstijging, uiteengezet wat in den
komenden winter noodig zal zijn en ver
zocht om de boven vermelde duurte toesla
gen.
De heer Timmermans, hoofdbestuurder
van „St.-Rafaët", gat nog eens een uiteen
zetting van- d.* in dezjn brief genoemde
punten. Men kan, hoe dan ook, betreuren,
dat het spoorwegpersoneel in beginselen
verdeeld is. maar die beginselen leven toch
in hel arbeidende personeel. Spr. drong aan
op onderlinge waardeering (applaus).
De heer Molt maker (sprekende namens
de Ned. VereeD.) constateerde, dat het con
gres goede resultaten beeft opgeleverd. Na
dit congres dienen we. na eenigen tijd, lot
elkaar te kunnen zeggen dat we samen heb
ben Veroverd datgeen wal we wilden.
De voorzitter sloot met een woord van
dank aan de aanwpzige Kamerleden, op
wier steun spr een beroep deed, hel congres.
De administratiekosten van de
Rijksverzekeringsbank.
De Minister van Arbeid, Handel en Nij
verheid heeft op de vragen van het lid van
de Eerste Kamer, den heer Heerkens
Thijssen betreffend? bestrijding, uit de
administratiekosten der Rijksverzekerings
bank, van uitgaven, welke geen direct ver
band houden met de uitvoering der Onge
vallenwet 1921 (in casu een bijdrage in het
garantiefonds van een in 1925 te houden
internationaal congres voor ongevallenver
zekering), het volgende geantwoord
Het antwoord op dc eerste vraag kan
bevestigend luiden. Ondergeteekende heeft
aan het bestuur der Rijksverzekeringsbank
machtiging verleend, om het bedoelde co
mité met een krediet van f 3500 to steunen.
Ondergeteekende heeft die machtiging
verleend, omdat naar zijn gevoelen het be
doelde congres zal bijdragen tot vermeer
dering van de kennis omtrent de meest doel
treffende genees- en heelkundige behande
ling van door een ongeval getroffen arbei
ders, en daarmede tot vermindering van de
lasten, welke de ongevallenverzekering
voor het bedrijfsleven medebrengt. Aange
zien tot de taak van het bestuur der Rijks
verzekeringsbank behoort de zorg voor de
zoo goed mogelijke genees- cn heelkundige
behandeling der door een ongeval getrof
fen arbeiders en, gelijk reeds werd gezegd,
de wetenschap omtrent de meest doeltref
fende wijze van behandeling van ongevals
patiënten door een congres als het onder
havige zal worden vergroot, behooren de
kosten, waarvan hier de rede is, naar het
gevoelen van ondergeteekende ongetwijfeld
tot de administratiekosten verbonden aan
de uitvoering door dc Ri.iksverzekeringsbank
van de ongevallenverzekering.
Aan het bovenstaande kan niet afdoen
de omstandigheid, dat in de administratie
kosten, verbonden aan de uitvoering der
verzekering, door de bijzondere risico dra
gende instellingen moet worden bijgedra
gen. Daargelaten nog, dat volgens de gel
dende Ongevallenwet 1921 uitsluitend het
bestuur der Rijksverzekeringsbank met df
uitvoering der verzekering is belast, zon
der mede oggenschap van de bijzondere ri
sico-dragende instellingen, moge worder
opgemerkt, dat ook deze bijzondere risico
dragende instellingen van de bedoelde kos
ten voordeel zullen hebben, omdat hoe bo
ter de anatomische en de functioneele go
nezing van een voor haar rekening verze
kerden arbeider verloopt, des te geringe*
ook de kosten zullen zijn, welke zij ter zake
van het ongeval aan do Rijksverzekerings
bank zullen hebben op te brengen.
Aangezien uitgaven als de onderhavige
niet worden gedaan dan na verkregen goed
keuring van ondergeteekende, behoeft geen
vrees te bestaan, dat het bestuur der Riiks
verzekeringsbank uitgaven zal doen, welke
niet kunnen worden geacht te behooren
tot de kosten, verbonden aan do uitvoering
der ongevallenverzekering.
In het bovenstaande ligt reeds opgeslo
ten, dat ondergeteekende do vierde vraag
(Acht de Minister het niet veeleer wcnsche-
lijk» dat uitgaven als hier bedoeld recht
streeks voor rekening van het Rijk worden
gebracht?) niet anders dan ontkennend kan
beantwoorden Er bestaat geen aanleiding,
om uitgaven als dc onderhavige, welke het
bestuur der Rijksverzekeringsbank bij de
uitvoering van zijn taak doet, voor reke
ning van het Rijk to nemen.
Bij Kon. besluit is aan mr. A. J. L*
Nijpels, op zjjn verzoek, met ingang van
1 Februari, eervol ontslag verleen! uit zijn
betrekking van vice-president van djn Eoo-
gen Raad der Nederlanden, onder dank-
i betuiging, en is benoemd met ingang vaD
1 Februari, als zoodanig, mr. A. Fentenei
van Vli.>singen, thans raadsheer in den IIdo-
I gen Raad d:r Nederlanden; is benoemd tot
J commandeur in de orde van Oranjs-Nassau
mr. A. J._ L. Ngpels; is toegekend de aaD
I de orde van Oranje-Nassau verbanden eero-
medaille, in zilver, aan: P. van Veen, mees
i terknecht bij de Naamlooze Venn. Handel
maatschappij J. S. Polak, te Steenwgk; E
van Schijndel, voorheen koetsier, thans be
diende bij de familie Bolsius, te Schgndel;
is toegekend de aan de orde van Oranje-
Nassau verbonden eere-medaille in brons
aan J. Th. Verver magazijn bediende bgi
den heer V. S. Ohmstede J.-Cz., te Alkmaar.
De Haagsche Raad heelt gistermid
dag besloten met 2'6 tegen 18 stemmen, om
aan de Burgerwacht over 1925 wederom
1 een subsidie te geven van f 10 000.
Men meldt uit Gouda aan „De Maas
bode":
Naar wg vernemen zal geen nieuwe voor
zitter van den Raad van Arbeid te Gouda
worden benoemd. De Minister is voornem.ns
om óf den Raad van Arbeid te Gouda,
ói een anderen Raad op te heffen. In dit
laatste geval zou de voorzitter van dien
Raad, dan worden benoemd lot voorzitter
van den Raad van Arbeid te Gouda,
Het aantal Raden van Arbeid zal du3
weder met één worden verminderd.
Bedankt voor het beroep naar de
Chr. Geref. Kerk te Woerden door ds. P.
de Groot, te Woerden.
Tot lid der Provinciale S laten van
Noord-Holland in de vacature, ontstaan door
hei bedanken van den heer VV. M. M. Die-
penbrock, is gekozen verklaard mr. L. G.
Kortenhorst, te Heemstede.
Te Amersfoort is overleden ds. O.
Stadig, emeritus-predikant bg de Geret
Kerken. Ds. Stadig werd geboren in 1852 en
diende de gemeenten Britsum, Baflo, Nieuw-
Vennep en Helder. In 1919 werd hg emeritus.
Te Utrecht is een zeer druk bezocht
congres gehouden, uitgaande van de St.-
Willebrcraus-federatie en de S.-Canisius-
Feöcratic van Roomsch-Katholieke onder
wijzers ter bespreking van de salariskwestie.
De Tweede-Kamer-leden Muchielsei, Bulten
en Suring, zoomede vertegenwoordig .-rs van
het R.-K. overheidspersoneel, woonden het
congres bij.
Do voorzitter, de heer W. Wilschut, uit
Arnhem, wees er in zijn openingswoord
op, dat dit de eerste maal in Nederland is,
dat alle R.-K. onderwijzers vereenigd op-
1 treden en zeide daarin te zi;n dan dageraad
van een nieuwen morgen. Spr. hoop.e, dat
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet.
(Nadruk verboden.
15)
„Haast u niei." zei de kapitein, „en slicht
geen kwaad, vóór hel noodzakelijk is. U
hebt een Fransche soldatenjas aan, en een
Schotsche tongval; maar dat heelt menige
eerlijke kerel in deze lijden, en hij is er niet
slechter otn.
„Zoo?" zei de lieer in de mooie jas, „ben
van de goede partij?" waarmee hij be
doelde of de kapitein een Jacobiet*) was,
^Tanl in deze soort burgeroorlogen neemt
iedere partij aan, dal zij de ware is.
„Wel, mijnheer," antwoordde de kapitein,
».ik ben goed Protestant." Het was de eerste
jnaal, dat ik hem een woord over godsdienst
had hooren zeggen, maar hoorde later, dat
hij een trouw kerkganger was aan den wal.
«.Maar daarom," vervolgde hij. „spijl het me
toch, als ik een ander tegen den muur zie
staan."
„Zoo, spijl je da!," zei de Jacobiet, „wel,
^'ijnheer, om ronduit te zijn, ik ben één van
degenen, die in de jaren vijl en veertig en
2es en veertig in moeilijkheden waren; en,
jk wil eerlijk zijn, als ik in handen viel van
de roodjassen, zou hel er slecht voor me
Aanhangers van den verdreven Engel-
cneii koning Jacob II en diens zoon Jacob
1, den Pretendent; zij werden in 1746 ten
°&aer gebracht
uilzien. Nu was ik b--slcind voor Frankrijk;
er kruiste hier een Fransch schip, om me
op le pikken, maar het trof ons niei in den
mist, zooals ik wenschts, dat u ook hadt ge
daan. Het beste, wat ik nu kan doen, is dit:
als u mij aan wal zet, waarbeen ik wilde,
zal ik u rijkelijk beialen."
„Naar Frankrijk?" vroeg de kapitein.
„Neen, mijnheer, dat kan ik niet doen. Maar
terugbrengen, waar u vandaan komt,
daarover zouden we kunnen praten."
En toen kreeg hij ongelukkigerwijze mij
in hel oog, zooois ik in mijn hoekje stond
le luisteren, en stuurde mij weg, om een
souper voor den heer te haten. Ik verloor
geen lijd, dat is ie begrijpen, en toen ik te
rugkwam in de kajuit, zag ik, dat de heer
een geldgordel van zijn middel had geno
men en er een paar guirea uitstrooide op de
tafel. De kapitein keek naar de munten,
toen naar den gordel, en to n naar het ge
zicht van den heer, en ik geloof, dat hij op
gewonden was.
„De helft er var.," ri°p Lij, „en ik ben je
man."
De ander streek de gum-as weer in den
gordel en gespte dien weer onder zijn
vest. „Ik heb 11 gezegd, mijnheer," zei hij,
„dat geen duit er van mij toebehoort. Het is
van mijn aanvo^rdeT," en hier likte hij te
gen zijn hoed, en ik zou een armzalige bood
schapper zijn, als ik dt helft weggooide, om
de andere veilig ov°r le krijgen, en.ik zou
een schoft zijn, als ik !e wel betaalde voor
mijn eigen karkas. Dertig guineas als u
me aan wal zet. of zestig als u me naar de
Linnhe-kreek brengt. Neem het aan; als u
het niet doet, verliest u er bij."
„Goed," zei Hoseascn, „en als ik u over
lever aan de soldaten?"
..Dan zoudt u heelemaal niels krijgen,"
zei de ander. „Mijn. chef is verbannen uil
Schotland, als ieder eerlijk man. Zijn land
goed is in handen van den man, dien zij ko
ning George noemen; en zijn ambtenaren
innen de pacht, of trachien die le innen.
Maar de arme pachters denken aan hun
lieer, die verbannen is. en dit geld- is een
deel van de pacht, waarop koning George
zil le wachten. Nu lijkt u mij een man met
een vlug begrip; a!s u dit geld aan hel gou
vernement geeft, hoeveel blijft er dan voor
u over?"
„Een heel klein beetje," zei Hoseason,
en voegde er toen droogjes bij: „Als ze het
wisten. xMaar ik gelool, dat ik mijn mond er
over kon houden, als ik het probeerde."
„Ah, maar dan vergis je je," riep de
heer, „wie mij bedriegt, komt bedrogen uit.
Als ik aangehouden word, zullen zij welen,
wat voor geld het is.'*
„Wel," antwoordde de kapilein, „laat het
dan zoo zijn Zesüg guineas en daarmee is
het gedaan. Hier is raiin band er op."
„En hier is de mijne," zei de ander.
Daarop ging de kapilein weg, naar het mij
toescheen nogal haastig, en liet mij alleen
in de kajuit met den vreemdeling.
In dien lijd, zoo kort na vijf en veertig,
kwamen veel verbannen edelen terug, met
gevaar voot hun levc-n, om hun vrienden le
bezoeken of wat geld te verzamelen, en, wat
de Hooglandsche landheeren betreft, wier
goederen verbeurd war»n verklaard, het was
algemeen bekend, dat hun pachters zich be
krompen om hun geld te zenden, en dat
hun familieleden de soldaten trotseerden,
om het le halen, en zich lusschen onze oor
logsschepen waagden, om het over te bren
gen. Over dit alles had ik natuurlijk wel
hooren spreken, en nu had ik een man voor
oogen, wiens leven verbeurd verklaard was,
om al deze dingen, en nog een daarboven,
want hij was niet alleen een opstandeling
en geldsinokkelaar, maar hij was in dienst
van koning Lodewijx van Frankrijk. En
wanneer dit allc-s, nog niet voldoende was,
had hij een gordel vol gouden guineas om
zijn lenden. Wat ik ook van hem dacht, ik
kon niet anders dan met belangstelling
naar zulk een man kijken.
„En dus bent u een Jacobiet?" vroeg ik,
terwijl ik zijn maal klaarzette.
„Ja," zei hij, „en jij bent, naar je lange
gezicht le oordeelen een Why?"
„Zoo half en half," zei ik. om hem niet
boos te maken, want inderdaad was ik zoo'n
goede Why als mr. Campbell mij had kun
nen maken.
„Dat zegt niels," antwoordde hij, „maar
zeg, meneer Half-en-half," voegde hij er aan
toe, „die flesoh vari jou is leeg, en het zou
hard voor me zijn, als ik zestig guineas
moest betalen en niei eens een borrel daar
voor kon krijgen."
„Ik zal den sleutel gaan vragen," zei ik
en slapie het dek op. De mist was dichter
dan ooit; maar de deining was bijna gaan
liggen. Zij hadden de brik ook lot stilstand
gebracht, omdat zij niet zeker van hun
plaats waren, en de wind, hoe zwak ook,
niet gunstig was. Sommige mannen luister
den nog naar brekers, maar de kapitein en
de twee officieren waren in den kuil aan
het fluisteren. Ik verdacht hen er van, ik
weel niet waarom, dat zij iets slechts van
plan waren, en hel eerste, dat ik hoorde,
toen ik zachtjes naderde, overtuigde mij.
Why of Wh yamore was de volksuit
drukking voor degenen, die trouw waren
aan koning George.
Het was mr. Riach.-die uitriep, alsof hij
plotseling oen denkbeeld kreeg.
„Zouden we hem niet uit de kajuit kun
nen krijgen?"
„Hel is beter dat hij daar blijft," ant
woordde Hoseason; „hij heeft geen ruimte
om zijn zwaard te gebruiken."
„Dat is waar," z?i Riach, „maar hij is
moeilijk t? bereiken."
„Och," antwoordde Hoseason, „we gaan
met hem pnlen. ied^r aan een kant, en
grijpen hem bij zijn armen, of, als hij er
niet in vliegt, loopen wc ieder een deur in,
en hebben hem beet, vóór hij tijd heeft om
zijn sabel le trekken."
Toen ik dit lnorde, werd ik aangegrepen
door vrees en wo^.de voor deze verraderlijke,
begcerige, bloeddorstige kerels, waarmee ik
voer. Mijn eerste aandrift was, om weg te
loopen; mijn tweede was stoutmoediger.
„Kapilein," zei ik, „de heer vraagt een
borrel, en de flesch is leeg. Wilt u mij den
sleulel geven?"
Zij schrikten op en zagen om.
„Wel, hier is ooze g?legenheid om de
vuurwapens te krijgen," schreeuwde Riach,
en zei toen tot mij: „Hoor eens, David, weet
je, waar dc pistolen zijn?"
„Ja, ja," viel Hoseason in. „David weet
het, David is een goeie jongen. Kijk eens,
David, kerel, die woeste Hooglander is een
gevaar voor het schip, behalve dat hij een
doodsvijand is van koning George."
Ik was nog nooit zoo be-David sinds ik
aan boord kwam, maar ik stemde toe, alsof
alles, wal ik hoorde, heel gewoon was.
(Wordt vervolgd