No. 19863 LEIOSCH DAGBLAD, Dinsdag 9 December Tweede Blad. Anno 1924. BINNENLAND. De nieuwe Chr. H. B. S. te Alphen. FEUILLETON. 0NTV3EB0. Waterstaatsbegrooting. Aan de memorie van antwoord op het yoorloopig verslag der begrooting van Wa terstaat voor 1925 ontleenen we: Wat betreft de opmerking, dat met het oog op de werkloosheid veel krachtiger pieuwe werken moeten worden aangevan gen, moge de Minister er aan herinneren, dat, hoe gaarne hij ook tot die krachtiger maatregelen zou willen meéwerken, de fi- nancieele toestand des lands vooralsnog op de maatregelen een remmende invloed uit oefenen. Zooals blijkt uit een toegevoegde nota van wijziging is het ruimer vloeien der middelen reeds aan het krachtiger aan- yatten van eenige werken bevorderlijk ge weest In zake de heffing van rechten op water wegen kan de Regeering haar inzicht nog niet meedeelen, daar de coramissie-Patijn inzake het vervoervraagstuk nog geen rap port uitbracht. Ook de oplossing van het wegenvraagstuk wordt door de eigenaardige wisselwerking der omstandigheden bemoeilijkt. Geld voor behoorlijk ingrijpen is niet beschikbaar, van daar achteruitgang, waardoor verbetering op den duur nog meer geld moet gaan kosten. In dit verband verdient vermelding het on derzoek, dat wordt ingesteld aangaande cie wenschelijkheid van een wegbelasting Het vraagstuk van de tollen op de wegen heeft de volle belangstelling van den Mi nister. Er zij hier aangeteekend, dat. in ge val van afschaffing der wegtollen de rege ling inzake den onderhoudsplicht ten op zichte van de wegen onmiddellijke aandacht zal vragen en dat bedoelde maatregel zeker zou kunnen leiden tot een aandrang om aanzienlijke uitgaven ten laste van de open bare kassen te brengen. De Minister is gaarne bereid te bevorde ren, dat de verbetering van den vaarweg RotterdamGoudaAmsterdam zoo krach tig zal worden ter hand genomen als mo gelijk zal zijn met het oog op de financieele consequenties. Het aanvankelijk over het loopende jaar op 8 milioen geraamde tekort op de exploi tatie der Ned. Spoorwegen zal, naar het zich laat aanzien, dalen tot omstreeks 4 millioen, wellicht nog tot minder,, terwij! bij het uitblijven van tegenvallers uitzicht op een nog gunstiger rekening over 1925 be staat. Het resultaat, tot nu toe verkregen met berzine-motor-rijtuigen, is bevredigend. Aan maak van meer zulke rijuigen is in over weging. Nu de bedrijfsuitkomsten der Ned. Spoor wegen over 1924 èn door verhooging van de ontvangsten belangrijk minder ongunstig beloven te zijn dan die over 1923, wordt langzamerhand de kans vergroot, dat bin nen niet te langen tijd tot verlaging der tarievcD zal kunnen worden overgegaan Be paalde toezeggingen kunnen evenwel nog Luiet worden gedaan. f Weder-invoering van kilometerkaarttn ligt niet in het voornemen. Aanleiding tot volledige opheffing van de eerste klasse, welke in 1923 nog f 7,139.000 opbracht, bestaat niet. Verwacht wordt, dat de eleclrificalie van den geheelen spoorweg AmsterdamRotter dam in 1927 gereed zal komen. Het ligt niet in de bedoeling vóór dien tijd op het baan vak Den HaagLeiden een geregelden elec- trischen dienst in te voeren. Bij de samenstelling van de dienstregeling der goederentreinen wordt met de belan gen van de schipperij zooveel mogelijk re kening gehouden. De lot dusver verkregen jaarlijksche be sparing door de opheffing van de bewaking van overwegen kan op ongeveer 1V» millioen gulden worden geschat. Een aanzienlijke vermeerdering van het aantal onbewaakte overwegen is voorloopig niet meer te ver dachten. Hel Spoorwegpersoneel en de duurte. Zooals bekend is. hebben die hoofdbestu ren van de vijf organisaties van spoorweg personeel besloten, bij de directie en de Re geering aan te dringen op duurteloeslag van één extra-week loon per 15 Dec., 1 Febr. en Op Maandag, 15 December a.s., zal deze H.B.S. door Minister De Visser officieel worden geopend. 15 Maart Als minimum dezer weken zou gevraagd worden f 35. In verband met deze personaels-aangele- genheden is gistermiddag in Den Haag een congres gehouden. Vertegenwoordigd waren de B. A. N. S., de Ned. Vereen, van Spoor- en Tramperso neel, St.-Rafaël, de P. C. B. en de Neutrale Bond. De groole zaal van den Dierentuin was geheel bezet. Aanwezig waren 0. a. de Tweede-Kamer leden mevr. Bakker-Nort, Van Braambeek en Hermans, alsmede de Eerste Kamerleden Cramer en De Jong. De vergadering werd geopend door den heer J. G. Balkensleijn, voorzitter van den B. A. N. S Spr. herinnerde aan de pogingen der Regeering om ook voor het spoorweg personeel een loonsverlaging in te voeren van 10 pet Waar wij die 10 pet. verlaging niet kon den tegenhouden, hoopten wij op een verla ging ook van de prijzen van levensmidde len, enz. Echter gaan de prijzen weer met sprongen omhoog en dit brengt ons opnieuw tot eensgezindheid (applaus). De opzet van deze vergadering is niet een massa-congres, maar een bijeenkomst van afgevaardigden der organisaties. Met applaus begroot werd de eerste spre ker, de heer H F. Timmermans, secrettaris van ,,St.-Raphael". Hij wees er op, dat men hier thans voor de tweede maal in de ge schiedenis van het Nederlandsche spoorweg personeel bijeen was als bestuurders-afge vaardigden van de verschillende spoorweg organisaties. Spr. herinnerde aan een brief van 27 Oct. 1923, waarin de directie der N. S. de bood schap bracht, dat zij 00 verzoek der Regee ring per 1 Januari 1924 de loonen met 10 pet. wilde verlagen. De Regeering en ande ren zijn toen de spoorwegen in de loonsvr- laging gevolgd, zelfs is hier en daar het voorbeeld der Ned. Spoorwegen nog over troffen. De prijsdaling bl*ef achterwege en de hui dige duurt-? wordt algemeen erkend. Spr. wees er op, dat het coöperatief inkoopen zeer in trek is gekomm. De georganiseerde kolenhandel aars klaagden echter bij de di rectie der N. S., met het gevolg, dat de kop stukken onzer coöneralie te Utrecht op grond van art. 28 R D. V. gestraft zijn met drie dagen inhouding van bezoldiging en een waarschuwing (gefluit). Betrokkenen zijn in beroep gegaao bij het scheidsgerecht en daarom behoeft er hier voorloopig niet veel van te worden gezegd. De uitlegging van art. 28. hier le denken aan drijven van handel lokl een ernstig protest uit (applaus). Het tekort op df spoorwegen is eenige millioenen minder dan waarop de Minister van Financiën had gerekend. Deze stelde in uitzicht, dat die meevaUer ten goede zou ko men aan de ..evenals wij geplukte Rijks ambtenaren". Bij meevallers in het eigen bedrijf, denken wij -echter in de eerste plaats aan onszelf (applaus). Zoo is hel ook begrepen door het Rijks personeel. Spr. wis overtuigd, dat een vergadering als deze haar doel niet zou missen. Tweede spreker was de heer P. Mol [ma ker, van de Nod. Vereenigïng voor Spoor- en Tramwegpersoneel, die organisatie een on misbare voorwaard-:- noemde in den strijd voor verbetering van levensvoorwaarden. Dit is wel gebleken uit de loonsverhoudin- gen, het R. D. V., de rust- en werktijden. Spr. wees op de indexcijfers; het totaal voor een arbeidersgezin le Amsterdam was in December 1922: 176 3, .luni 1924: 173 3, in September 1924 weer 176.3. En dat bij de zooveel lagere loonen. Thans vragen wij slechts een vermeerde ring van inkomslpn, wij zijn immers met de directie overeengekomen niet aan de loonen le tornen tol 1 Juni 1925. Wat wij thans vragen, is matig, bat kost hel bedrijf niet meer dan 6 pet van het loon meer. Deze wensch. om over December 1924 nog 2 pet. te ontvangen, is zoker niet overmatig. Er 1 vonden reeds ruim 1100 beslagleggingen plaats ter zake der belastingen, en hoeveel duizenden zijn er niet, die alles deden om die te voorkomen i Wij vorderen voor het spoorwegpersoneel, dat-het 't Kerstfeest met wat mper vreugde tegemoet kan zien. .In de 7 maanden van dit jaar is 4 mil lioen meer ontvangen dan de overeenkom stige maanden van 1923 Spr. is dus van oordeel, dat het personeel dit jaar wel de 2 pet. meer'mag hebben. Op hel personeel is dit jaar lG'/a millioen bezuinigd., waarvan op de loonen 8 millioen. Het is niet voldoen de te juichen ovr d? overwinning, die de Oostenrijksche kameraden in vijf dagen heb ben bevochten. Wij hebben er ons aan te spiegelen Indien Regeering en volksverte genwoordiging g<=en open oor hebben voor wat gij wenscht aldus spr. zult gij daarin berusten? (Geroep- Neen). Speciaal deze vraag in concreten zin beantwoorden, maar het personeel moet zijn wil in dit vraagstuk kunnen doorzetten. Achter dit vraagstuk staat, dat met Juni 1925 de over eenkomst met de directie afloopt, en we dus reeds nu onze stelling in gereedheid hebben te brengen. Met elkaar hebben wij, besloot spr., hoog le houden den censgezinden wil van het personeel in zijn organisaties (luid applaus). In uitvoerig besprekingen deed de voor zitter de vergadering kennis nemeq van den brief, door d^ vijf organisaties dd. 2 Decem ber aan de directie gericht. Daarin werd ge protesteerd tegen loonsverlaging, gewezen op de prijsstijging, uiteengezet wat in den komenden winter noodig zal zijn en ver zocht om de boven vermelde duurte toesla gen. De heer Timmermans, hoofdbestuurder van „St.-Rafaët", gat nog eens een uiteen zetting van- d.* in dezjn brief genoemde punten. Men kan, hoe dan ook, betreuren, dat het spoorwegpersoneel in beginselen verdeeld is. maar die beginselen leven toch in hel arbeidende personeel. Spr. drong aan op onderlinge waardeering (applaus). De heer Molt maker (sprekende namens de Ned. VereeD.) constateerde, dat het con gres goede resultaten beeft opgeleverd. Na dit congres dienen we. na eenigen tijd, lot elkaar te kunnen zeggen dat we samen heb ben Veroverd datgeen wal we wilden. De voorzitter sloot met een woord van dank aan de aanwpzige Kamerleden, op wier steun spr een beroep deed, hel congres. De administratiekosten van de Rijksverzekeringsbank. De Minister van Arbeid, Handel en Nij verheid heeft op de vragen van het lid van de Eerste Kamer, den heer Heerkens Thijssen betreffend? bestrijding, uit de administratiekosten der Rijksverzekerings bank, van uitgaven, welke geen direct ver band houden met de uitvoering der Onge vallenwet 1921 (in casu een bijdrage in het garantiefonds van een in 1925 te houden internationaal congres voor ongevallenver zekering), het volgende geantwoord Het antwoord op dc eerste vraag kan bevestigend luiden. Ondergeteekende heeft aan het bestuur der Rijksverzekeringsbank machtiging verleend, om het bedoelde co mité met een krediet van f 3500 to steunen. Ondergeteekende heeft die machtiging verleend, omdat naar zijn gevoelen het be doelde congres zal bijdragen tot vermeer dering van de kennis omtrent de meest doel treffende genees- en heelkundige behande ling van door een ongeval getroffen arbei ders, en daarmede tot vermindering van de lasten, welke de ongevallenverzekering voor het bedrijfsleven medebrengt. Aange zien tot de taak van het bestuur der Rijks verzekeringsbank behoort de zorg voor de zoo goed mogelijke genees- cn heelkundige behandeling der door een ongeval getrof fen arbeiders en, gelijk reeds werd gezegd, de wetenschap omtrent de meest doeltref fende wijze van behandeling van ongevals patiënten door een congres als het onder havige zal worden vergroot, behooren de kosten, waarvan hier de rede is, naar het gevoelen van ondergeteekende ongetwijfeld tot de administratiekosten verbonden aan de uitvoering door dc Ri.iksverzekeringsbank van de ongevallenverzekering. Aan het bovenstaande kan niet afdoen de omstandigheid, dat in de administratie kosten, verbonden aan de uitvoering der verzekering, door de bijzondere risico dra gende instellingen moet worden bijgedra gen. Daargelaten nog, dat volgens de gel dende Ongevallenwet 1921 uitsluitend het bestuur der Rijksverzekeringsbank met df uitvoering der verzekering is belast, zon der mede oggenschap van de bijzondere ri sico-dragende instellingen, moge worder opgemerkt, dat ook deze bijzondere risico dragende instellingen van de bedoelde kos ten voordeel zullen hebben, omdat hoe bo ter de anatomische en de functioneele go nezing van een voor haar rekening verze kerden arbeider verloopt, des te geringe* ook de kosten zullen zijn, welke zij ter zake van het ongeval aan do Rijksverzekerings bank zullen hebben op te brengen. Aangezien uitgaven als de onderhavige niet worden gedaan dan na verkregen goed keuring van ondergeteekende, behoeft geen vrees te bestaan, dat het bestuur der Riiks verzekeringsbank uitgaven zal doen, welke niet kunnen worden geacht te behooren tot de kosten, verbonden aan do uitvoering der ongevallenverzekering. In het bovenstaande ligt reeds opgeslo ten, dat ondergeteekende do vierde vraag (Acht de Minister het niet veeleer wcnsche- lijk» dat uitgaven als hier bedoeld recht streeks voor rekening van het Rijk worden gebracht?) niet anders dan ontkennend kan beantwoorden Er bestaat geen aanleiding, om uitgaven als dc onderhavige, welke het bestuur der Rijksverzekeringsbank bij de uitvoering van zijn taak doet, voor reke ning van het Rijk to nemen. Bij Kon. besluit is aan mr. A. J. L* Nijpels, op zjjn verzoek, met ingang van 1 Februari, eervol ontslag verleen! uit zijn betrekking van vice-president van djn Eoo- gen Raad der Nederlanden, onder dank- i betuiging, en is benoemd met ingang vaD 1 Februari, als zoodanig, mr. A. Fentenei van Vli.>singen, thans raadsheer in den IIdo- I gen Raad d:r Nederlanden; is benoemd tot J commandeur in de orde van Oranjs-Nassau mr. A. J._ L. Ngpels; is toegekend de aaD I de orde van Oranje-Nassau verbanden eero- medaille, in zilver, aan: P. van Veen, mees i terknecht bij de Naamlooze Venn. Handel maatschappij J. S. Polak, te Steenwgk; E van Schijndel, voorheen koetsier, thans be diende bij de familie Bolsius, te Schgndel; is toegekend de aan de orde van Oranje- Nassau verbonden eere-medaille in brons aan J. Th. Verver magazijn bediende bgi den heer V. S. Ohmstede J.-Cz., te Alkmaar. De Haagsche Raad heelt gistermid dag besloten met 2'6 tegen 18 stemmen, om aan de Burgerwacht over 1925 wederom 1 een subsidie te geven van f 10 000. Men meldt uit Gouda aan „De Maas bode": Naar wg vernemen zal geen nieuwe voor zitter van den Raad van Arbeid te Gouda worden benoemd. De Minister is voornem.ns om óf den Raad van Arbeid te Gouda, ói een anderen Raad op te heffen. In dit laatste geval zou de voorzitter van dien Raad, dan worden benoemd lot voorzitter van den Raad van Arbeid te Gouda, Het aantal Raden van Arbeid zal du3 weder met één worden verminderd. Bedankt voor het beroep naar de Chr. Geref. Kerk te Woerden door ds. P. de Groot, te Woerden. Tot lid der Provinciale S laten van Noord-Holland in de vacature, ontstaan door hei bedanken van den heer VV. M. M. Die- penbrock, is gekozen verklaard mr. L. G. Kortenhorst, te Heemstede. Te Amersfoort is overleden ds. O. Stadig, emeritus-predikant bg de Geret Kerken. Ds. Stadig werd geboren in 1852 en diende de gemeenten Britsum, Baflo, Nieuw- Vennep en Helder. In 1919 werd hg emeritus. Te Utrecht is een zeer druk bezocht congres gehouden, uitgaande van de St.- Willebrcraus-federatie en de S.-Canisius- Feöcratic van Roomsch-Katholieke onder wijzers ter bespreking van de salariskwestie. De Tweede-Kamer-leden Muchielsei, Bulten en Suring, zoomede vertegenwoordig .-rs van het R.-K. overheidspersoneel, woonden het congres bij. Do voorzitter, de heer W. Wilschut, uit Arnhem, wees er in zijn openingswoord op, dat dit de eerste maal in Nederland is, dat alle R.-K. onderwijzers vereenigd op- 1 treden en zeide daarin te zi;n dan dageraad van een nieuwen morgen. Spr. hoop.e, dat Van ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet. (Nadruk verboden. 15) „Haast u niei." zei de kapitein, „en slicht geen kwaad, vóór hel noodzakelijk is. U hebt een Fransche soldatenjas aan, en een Schotsche tongval; maar dat heelt menige eerlijke kerel in deze lijden, en hij is er niet slechter otn. „Zoo?" zei de lieer in de mooie jas, „ben van de goede partij?" waarmee hij be doelde of de kapitein een Jacobiet*) was, ^Tanl in deze soort burgeroorlogen neemt iedere partij aan, dal zij de ware is. „Wel, mijnheer," antwoordde de kapitein, ».ik ben goed Protestant." Het was de eerste jnaal, dat ik hem een woord over godsdienst had hooren zeggen, maar hoorde later, dat hij een trouw kerkganger was aan den wal. «.Maar daarom," vervolgde hij. „spijl het me toch, als ik een ander tegen den muur zie staan." „Zoo, spijl je da!," zei de Jacobiet, „wel, ^'ijnheer, om ronduit te zijn, ik ben één van degenen, die in de jaren vijl en veertig en 2es en veertig in moeilijkheden waren; en, jk wil eerlijk zijn, als ik in handen viel van de roodjassen, zou hel er slecht voor me Aanhangers van den verdreven Engel- cneii koning Jacob II en diens zoon Jacob 1, den Pretendent; zij werden in 1746 ten °&aer gebracht uilzien. Nu was ik b--slcind voor Frankrijk; er kruiste hier een Fransch schip, om me op le pikken, maar het trof ons niei in den mist, zooals ik wenschts, dat u ook hadt ge daan. Het beste, wat ik nu kan doen, is dit: als u mij aan wal zet, waarbeen ik wilde, zal ik u rijkelijk beialen." „Naar Frankrijk?" vroeg de kapitein. „Neen, mijnheer, dat kan ik niet doen. Maar terugbrengen, waar u vandaan komt, daarover zouden we kunnen praten." En toen kreeg hij ongelukkigerwijze mij in hel oog, zooois ik in mijn hoekje stond le luisteren, en stuurde mij weg, om een souper voor den heer te haten. Ik verloor geen lijd, dat is ie begrijpen, en toen ik te rugkwam in de kajuit, zag ik, dat de heer een geldgordel van zijn middel had geno men en er een paar guirea uitstrooide op de tafel. De kapitein keek naar de munten, toen naar den gordel, en to n naar het ge zicht van den heer, en ik geloof, dat hij op gewonden was. „De helft er var.," ri°p Lij, „en ik ben je man." De ander streek de gum-as weer in den gordel en gespte dien weer onder zijn vest. „Ik heb 11 gezegd, mijnheer," zei hij, „dat geen duit er van mij toebehoort. Het is van mijn aanvo^rdeT," en hier likte hij te gen zijn hoed, en ik zou een armzalige bood schapper zijn, als ik dt helft weggooide, om de andere veilig ov°r le krijgen, en.ik zou een schoft zijn, als ik !e wel betaalde voor mijn eigen karkas. Dertig guineas als u me aan wal zet. of zestig als u me naar de Linnhe-kreek brengt. Neem het aan; als u het niet doet, verliest u er bij." „Goed," zei Hoseascn, „en als ik u over lever aan de soldaten?" ..Dan zoudt u heelemaal niels krijgen," zei de ander. „Mijn. chef is verbannen uil Schotland, als ieder eerlijk man. Zijn land goed is in handen van den man, dien zij ko ning George noemen; en zijn ambtenaren innen de pacht, of trachien die le innen. Maar de arme pachters denken aan hun lieer, die verbannen is. en dit geld- is een deel van de pacht, waarop koning George zil le wachten. Nu lijkt u mij een man met een vlug begrip; a!s u dit geld aan hel gou vernement geeft, hoeveel blijft er dan voor u over?" „Een heel klein beetje," zei Hoseason, en voegde er toen droogjes bij: „Als ze het wisten. xMaar ik gelool, dat ik mijn mond er over kon houden, als ik het probeerde." „Ah, maar dan vergis je je," riep de heer, „wie mij bedriegt, komt bedrogen uit. Als ik aangehouden word, zullen zij welen, wat voor geld het is.'* „Wel," antwoordde de kapilein, „laat het dan zoo zijn Zesüg guineas en daarmee is het gedaan. Hier is raiin band er op." „En hier is de mijne," zei de ander. Daarop ging de kapilein weg, naar het mij toescheen nogal haastig, en liet mij alleen in de kajuit met den vreemdeling. In dien lijd, zoo kort na vijf en veertig, kwamen veel verbannen edelen terug, met gevaar voot hun levc-n, om hun vrienden le bezoeken of wat geld te verzamelen, en, wat de Hooglandsche landheeren betreft, wier goederen verbeurd war»n verklaard, het was algemeen bekend, dat hun pachters zich be krompen om hun geld te zenden, en dat hun familieleden de soldaten trotseerden, om het le halen, en zich lusschen onze oor logsschepen waagden, om het over te bren gen. Over dit alles had ik natuurlijk wel hooren spreken, en nu had ik een man voor oogen, wiens leven verbeurd verklaard was, om al deze dingen, en nog een daarboven, want hij was niet alleen een opstandeling en geldsinokkelaar, maar hij was in dienst van koning Lodewijx van Frankrijk. En wanneer dit allc-s, nog niet voldoende was, had hij een gordel vol gouden guineas om zijn lenden. Wat ik ook van hem dacht, ik kon niet anders dan met belangstelling naar zulk een man kijken. „En dus bent u een Jacobiet?" vroeg ik, terwijl ik zijn maal klaarzette. „Ja," zei hij, „en jij bent, naar je lange gezicht le oordeelen een Why?" „Zoo half en half," zei ik. om hem niet boos te maken, want inderdaad was ik zoo'n goede Why als mr. Campbell mij had kun nen maken. „Dat zegt niels," antwoordde hij, „maar zeg, meneer Half-en-half," voegde hij er aan toe, „die flesoh vari jou is leeg, en het zou hard voor me zijn, als ik zestig guineas moest betalen en niei eens een borrel daar voor kon krijgen." „Ik zal den sleutel gaan vragen," zei ik en slapie het dek op. De mist was dichter dan ooit; maar de deining was bijna gaan liggen. Zij hadden de brik ook lot stilstand gebracht, omdat zij niet zeker van hun plaats waren, en de wind, hoe zwak ook, niet gunstig was. Sommige mannen luister den nog naar brekers, maar de kapitein en de twee officieren waren in den kuil aan het fluisteren. Ik verdacht hen er van, ik weel niet waarom, dat zij iets slechts van plan waren, en hel eerste, dat ik hoorde, toen ik zachtjes naderde, overtuigde mij. Why of Wh yamore was de volksuit drukking voor degenen, die trouw waren aan koning George. Het was mr. Riach.-die uitriep, alsof hij plotseling oen denkbeeld kreeg. „Zouden we hem niet uit de kajuit kun nen krijgen?" „Hel is beter dat hij daar blijft," ant woordde Hoseason; „hij heeft geen ruimte om zijn zwaard te gebruiken." „Dat is waar," z?i Riach, „maar hij is moeilijk t? bereiken." „Och," antwoordde Hoseason, „we gaan met hem pnlen. ied^r aan een kant, en grijpen hem bij zijn armen, of, als hij er niet in vliegt, loopen wc ieder een deur in, en hebben hem beet, vóór hij tijd heeft om zijn sabel le trekken." Toen ik dit lnorde, werd ik aangegrepen door vrees en wo^.de voor deze verraderlijke, begcerige, bloeddorstige kerels, waarmee ik voer. Mijn eerste aandrift was, om weg te loopen; mijn tweede was stoutmoediger. „Kapilein," zei ik, „de heer vraagt een borrel, en de flesch is leeg. Wilt u mij den sleulel geven?" Zij schrikten op en zagen om. „Wel, hier is ooze g?legenheid om de vuurwapens te krijgen," schreeuwde Riach, en zei toen tot mij: „Hoor eens, David, weet je, waar dc pistolen zijn?" „Ja, ja," viel Hoseason in. „David weet het, David is een goeie jongen. Kijk eens, David, kerel, die woeste Hooglander is een gevaar voor het schip, behalve dat hij een doodsvijand is van koning George." Ik was nog nooit zoo be-David sinds ik aan boord kwam, maar ik stemde toe, alsof alles, wal ik hoorde, heel gewoon was. (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5