Garderobe van St. Nicolaas en Knecht STADSNIEUWS. Ziekte- en Ongevallenwet 1925. I hail gevraagd, wil nu toch ook z:ggen, dat a!i de heer Witmans zich ergert over wat hij zeide geen olifantshuid maar wel een dameshuidje zal hebben, (Luid gelach en rumoer. De heer Witmans is verontwaardigd) Nadat het rumoer is bedaard bestrijdt de beer Wilbrink het voorstel en het verzoek. De heer VAN STRALEN, dje nog een9 zijn standpunt hartstochtelijk verdedigt, stelt ten slotte voor de bedoelde commissie f250 te geven, enkel voor de ontspannings- en de ontwikkelingsavonden, door haar ge organiseerd. De heer KNUTTEL verklaart zich tegen beide voorstellen. De lieer ZUIDEMA bestrijdt nog eens h;t voorstel van v. Stralen, dat toch ook be- teekent steun van de gemeente. Het blijkt uit het betoog van de heeren, dat, nu de particulieren uit hunne partij geen geld voor deze zaak over hebben, de gemeente het nu maar doen moet. Daaraan doet hij niet mee. Nadat de weihouder MEIJNEN nog een kort woord heeft gesproken, ook legen het voorstel van den heer .Van Stralen, trekt de keer Verwey zijn voorstel in, waarna het voorstel van den heer Van Stralen wordt verworpen met 19 tegen 12 stemmen Vó'r stemden de sociaal-democraten, de hieren Kruttel, Sytsma, Witmans en de dames Dietrich en Van Itallie. Bij post 4-4.-8, „Kosten voor Ziekenverple ging" betoogt de heer EERDMANS, dat men in 1910 een regeling (rol, waarbij armlas tige patiënten in het Academisch Zieken huis opgenomen en die daar moesten wor den ontslagen vóór zij geheel waren ge nezen, in particuliere Ziekenhuizen konden worden opgenomen. Van deze regeling is afgeweken, zoodat thans ook anderen in particuliere instellingen worden verpleegd. Nu is er al f 18.000 voor uitgetrokken. Deze regeling r9 niet in overeenstemming met het genomen raadsbesluit en evenmin met de desbetreffende verordening. En de voor zitter heeft gisteren nog verklaard, dat hij verplicht is de gemeentelijke verordeningen te handhaven-, dit wordt hier niet gedaan. Wat men daarover leest in de memone van antwoord op het sectieverslag is mis leidend. Hij vroeg nu wie is hier de schul dige: het Dag. Bestuur, de weihouder Mey- nen of den betrokken ambtenaar, die aan het hoofd van den Gezondheidsdienst slaat? Hij herinnert aan een Minister, die als- hij een missive kreeg, waarmee hij geen raad wist, aan den kant schreef: K. I. R (kluitje in het riet) en de missive doorzond aan de ambtenaren, die dat moesten klaar spelen. (Gelach). Als liij het antwoord van B en W. leest, denkt hij daaraan. De VOORZITTER heldert een en ander op. Z. i. wordt niet de verordening, misschien het raadsbesluit verkeerd toegepast, doch nood breekt wet. De heer GROENEVELD vraagt, wat de heer Eerdmans met de patiënten wil, die inderdaad in het Academisch Ziekenhuis niet kunnen worden opgenomen en toch verpleging noodig hebben? Er is eens een drenkeling uit het water gehaald; er werd op opneming in het Academisch Zieken huis aangedrongen en toen daar geen plaats was, werd hij opgenomen in een particulier Ziekenhuis. Waar wilde de heer Eerdmans er dan mee heen? Geroep: Weer in 't water gooien. (Ge lach.) De heer WILMER meent, dat de directeur van den Gezondheidsdienst een goede rege ling toepast. Door de patiënten, die niet in het Academisch Ziekenhuis kunnen worden opgenomen of moeten worden ontslagen uil plaatsgebrek, over de verschillende particu liere ziekenhuizen te verdeelen, heeft men kunnen voorkomen, dat wij een duur ge meentelijk ziekenhuis noodig hebben. Dc lieer MEYNEN, wethouder, gaat nu in de eerste plaats uitvoerig dc formeele be zwaren. van den heer Eerdmans na. Aller eerst beantwoordt hij de vragen door dezen bij de vaststelling der gemeenlcrekening ge daan, om er mede trachten aan te tooncn, dat dc kosten daarvoor gerechtvaardigd zijn. Hij verdedigt verder de werkwijze» thans ge volgd. Men kan toch de verpleegden niet aan hun lot overlaten. En daar op zou het ge- loopen zijn. Do heer EERDMANS repliceerend zegt dat het niet de vraag is wat men wensche- lijk acht of wat wenschelijk is maai- of de verordening het voorschrijft. Men staat nu Iiier geheel bloot aan willekeur. Wij hebben toch een contract met het Ziekenhuis en daaraan moeten B. en W. zich ook houden. De VOORZITTER geeft toe dat men be ter had gedaan de verordening te wijzigen maar men heeft rekening te houden met de practijk. Men kan de patiënten niet aan hun lot overlaten zooals de wethouder zeide De voorzitter geeft toe dat de zaak juri disch niet in orde is. Hij wil daarom thans de post doen aan nemen. Daarna willen B. en W. een nadere regeling overwegen. Trouwens volgens do nieuwe Armenwet mag men, ook al bestaat er geen verordening, personen die voor verpleging opnemen. Dc heer EERDMANS repliceerend ver heugt zich dat do voorzitter nu erkent dat dc zaak formeel niet deugt. In Mei 1923 zeide do voorzitter: de heer Eerdmans weet er niet-s van. Het blijkt nu anders te zijn geweest. (Gelach). De heer MEYNEN rechtvaardigt nog maals het optreden van den directeur van de Geneeskundige Dienst, wiens handolin gen hij met zijn verantwoordelijkheid heeft gedekt. De post wordt nu zonder hoofdelijke stemming aangenomen. De heer SPENDEL vraagt nu het woord voor een voorstel van orde. Hij wil eindi gen. De VOORZITTER wil nog door gaan totdat het hokt en gaat met het opnoemen der volgnummers voort. Bij volgn. 441 hokte het dan inderdaad. Daarbij komt aan de orde een voortel van dc heer van Stralen die dit wil verdedigen. Dc vergadering wordt nu verdaagd tot hedenmiddag, nadat de heer WILBRINK nog een poging had gedaan om haar te ver dagen tot a.s. Maandag. ,,Wij hebben ook nog wat anders te doen" zeide hij. De VOORZITTER: ,,dan moeten de heeren maar niet zoo veel praten." De heer WILBRINK meent dat zijn fractie niet zoo veel spreekt. Maar U toch wel, repliceert de VOOR ZITTER. (gelach.) Hierna gaat de vergadering uiteen. RECLAME. in verschillende kw»l. te linnr by „ERATO", Ondc Singel 14, Tel. 88». Nog voor Vrijdag, Zaterdag en Zondag te bespreken. 630 De Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden heeft aan den Mi nister van Arbeid, Handel en Nijverheid het volgende adres gezonden: Aangezien de Ilooge Raad van Arbeid haar advies inzake het voorontwerp van wet „Ziekte- en Ongevallenwet 1925" reeds heeft ingezonden, en in de Troonrede van 1G Sep tember j.l. is aangekondigd, dat de indiening van een wetsontwerp tot nadere regeling van de verplichte ziekte- cn ongevallenverzeke ring van arbeiders spoedig is te wachten, veroorlooft de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rijnland te Leiden zich haar zeer ernstige bezwaren legen een dergelijke wet in le brengen. Alhoewel nog geen definitief ontwerp bij de Tweede Kamer is ingediend, meent zij als vaststaande te mogen aannemen, dat Uwe Excellentie nog steeds uitgaat van dezelfde grondgedachten als neergelegd zijn in het voorontwerp. De Kamer van Koophandel, hoewel erken nende. dat zij in het bijzonder aangewezen is om de „locale belangen" van handel cn nijverheid te behartigen, meent loch gerech tigd en verplicht te zijn omtrent dit ontwerp van wet haar advies uit te brengen. lo. omdat de in bespreking zijnde regeling zoo groole offers van handel en industrie zal vragen, dat ook bare meer locale vertegen woordigers er zeer nauw bij betrokken wor den. 2o. omdat de locale en fabrieksziekenkas- sen, welke in haar district geslicht zijn, bij invoering der wet ten ondergang gedoemd zijn. Ten aanzien van hel eerste punt is dc Ka mer van Koophandel bevreesd, dat de wet telijke regeling, welke voorgesteld zal wor den, te groote lasten op de industrie zal log gen, welke meening zij onder meer bouwt op de volgende woorden door Uwe Excel lentie gesproken in dc vergadering der Eer ste Kamer van 2 Mei 1928: „In de tweede plaats heb ik dil be - „zwaar, dat niet genoeg gerealiseerd „schijnt te worden, dat cte invoering der „ziekteverzekering niet geringe lasten op „dé industrie zal leggen. Ik heb daarvan „een berekening laten maken naar den „matigen kant, en dan zie ik, dat aan pre- „mies opgebracht zal moeten worden-per „jaar ruim 30 millioen". Nu moet zeer zeker in aanmerking geno men worden, dat deze 30 millioen door de werkgevers aan premie op te brengen, niel geheel als een nieuwe last beschouwd mag worden, omdat reeds door het particulier initiatief zeer veel gedaan wordt, ora bij ziekte in den financieelen nood te voorzien. Inzonderheid moet in dit verband gewezen worden op de locale ziekenkassen, op de zeer talrijke fabriekskassen en op zieken - geldregelingen in collectieve contracten, waardoor zeer belangrijke uitkeeringen door de arbeiders ontvangen worden. Bij de beoordeeling van den nieuwen last, welke op de industrie gelegd zal worden, mag echter niet vergeten worden, dat her haaldelijk de ramingen van de kosten der sociale verzekering zeer veel te laag bleken te zijn. In dit verband mag er wel op gewe zen worden, dat men bij de Rijksverzeke ringsbank begon met 40 ambtenaren, na een jaar waren er 200 en na pl.m. 10 jaar 1000. Het feit, dat de bovengenoemde raming van Uwe Excellentie betrekking heeft op de kosten der wel Talma, maakt weinig ver schil uit, daar niet verwacht kan worden, dat een regeling als in het voorontwerp is voorgesteld, goedkooper zal zijn. Als zooda nig is ze niet aangediend en bij de motieven, welke door Uwe Excellentie zijn aangevoerd, om de voordeden dezer regeling boven die van de wet Talma aan te toonen, wordt dan ook elke bewering, dat deze regeling goed kooper zou zijn, gemist. Door verschillende deskundigen wordt de voorgestelde regeling zelfs belangrijk duur der geacht. Deze regeling zal vooral ook daarom een onnoodig grooten last op de industrie leggen, omdat getracht moet worden alle arbeiders te verzekeren. Steeds zullen er werkgevers en arbeiders zijn, die door hun onwil, on macht of onwetendheid veel extra moeite zullen veroorzaken. Juist om de laatste 10 of .20 pet der arbeiders in de zegeningen der Ziektewet te doen deelen zullen, hetzij bij de Raden Va-> Arbeid, hetzij bij de verschil lende le stichten bedrijfsvereenigingen zeer vele ambtenaren noodzakelijk zijn, en zal onnoodig veel roinpslon^ aan patroon en arbeider bezorgd worden. Hoe groot overigens een becL.^ Yan 39 millioen is, zal Uwe Excellentie bij gc_ skiagde pogingen om het budget sluilenu (e maken, wel gebleken zijn. Wat het tweede punt betreft: Zooals Uwe Excellentie in de M. v. T., welke het voor ontwerp vergezelt, mededeelde, zullen de ziekenkassen dienen te verdwijnen, daar het eene stelsel van verzekering het andere uit sluit. Ook onze Kamer is van deze meening, zelfs nadat Mr. Groeneveld gepoogd heeft het bewij9 te leveren, dat deze kassen wel zou den kunnen blijven bestaan. De fabrieksziekenkassen zouden volgen9 zijne voorstelling onderafdeelingen worden van eene erkende bedrijfsvereeniging. Dit OVERZICHT der gelden, welke door leden der Leidsche Vereenioing van Indnstriee- len bij ziekte aan hnnne arbeiders uitge keerd worden. Aantal Hoogte Bedrijven der Uitkeering Tijdsduur 2 50/Ó 2 weken 1 3 6 3 13 26 langer dan 26 704 6 tt 13 26 zal echter lot gevolg hebben, dat deze fa- brieksziekenkassen- mede onderworpen worden aan de verschillende bepalingen der wet, welke op de bedrijfsvereenigingen van toepassing zijn, door welke bepalingen juist de rompslomp en de duurte veroorzaakt wordt. De fabrieksziekenkassen, waarop zoo vele patroons niet gerechtvaardigde trots neerzien, zullen daardoor zeker veler sym pathie verliezen. De locale ziekenkassen zullen naar de meening der Kamer in het geheel niet in de bedrijfsvereenigingen ondergebracht kunnen worden. Het aantal bedrijfsvereenigingen zal n.l. zeer groot worden, zooals de ervaring met de Land- en Tuinbouwongevallenwet geleerd heeft. Een ziekenkas zal daarom al zeer moeilijk als administratrice van één bedrijfsvereeni ging op kunnen treden. Daarvoor zou trou wens weinig reden zijn. Praclisch zullen de locale en fabriekszie kenkassen derhalve gedoemd zijn alle te ver dwijnen, iets wat Uwe Excellentie wel be treurt, maar een onafwijsbaar gevolg van den opzet der wet acht. Te meer moet het verdwijnen der zieken kassen betreurd worden, omdat de^e kassen steeds een nauw contact lusschen patroon en arbeider zullen veroorzaken, waardoor de sociale vrede en goede onderlinge verstand houding slechts bevorderd kan worden. Een onderzoek in overleg met onze Kamer van Koophandel door de Leidsche Voreeni - ging van Industrieelcn ingesteld bij hare le den, heeft doen zien, dal le Leiden en naaste omgeving op verschillende wijzen circa 4000 arbeiders door middel van al of niet afzon derlijk geadminislrècrde fabrieksziekenkas sen uitkeering bij ziekte ontvangen. Ver schillende zeer belangrijke groepen van 70 tot 100 pet. gedurende 43 lot 26 weken of langer. (Zie overzicht aan den voet van de pagina). Hierbij moet opgemerkt worden, dat slechts zeer weinig ziekten langer duren dan 13 weken, zoodat het verschil in uit keering gedurende 13 of 26 weken lang zoo groot niet is als oppervlakkig wel schijnt. In Leiden zijn bovendien meer dan 1200 arbeiders lid eener plaatselijke ziekenkas. De Kamer acht zich daarom verplicht te protesleeren tegen de vernietiging dezer zie kenkassen Ier wille van oen stelsel, hetwelk in de practijk zijn goede werking nog geheel moet bewijzen. Behalve echter het reeds genoemde finan- cieele bezwaar en de voorgenomen vernieti ging der ziekenkassen, waarop nader zal worden teruggekomen meent onze Kamer nog op enkele andere bezwaren te moeten wijzen. De Ivamer zal daarbij volstaan mei een opsomming van die bezwaren, welke haar het meest van belang voorkwamen. lo. Ue kans, dfcl niet elk bedrijf door de bedrijfsvereeniging geaccepteerd zal worden, is, zooals de practijk geleerd heeft, niet denkbeeldig, waardoor het groote gevaar ontstaat,,dat juist de financieel minst krach tige, de 'z.g. dwerg-bedrijven, waarbij men denken moei aan de velé middenstands-be drijven, spoedig uilgesloten zullen worden 2o. Het zal veel administratie veroorza ken om steeds uit te zooken in dienst v» wei ken patroon een arbeider ziek geworden is. Dit goldt in het biizpiyfcr voor die arbei ders. die niet steeds bij 'denzelfden patroon werkzaam zijn; immers zal in vele gevallen uitgezocht moeten worden of eene bedrijfs vereeniging de uitkeering moet betalen en zoo ja welke, dan wel of de Raad van Ar beid er voor moet zorg dragen. 3o. Vooral moet in aanmerking genomen worden, dat een vaste arbeider, welke lan ger dan een maand werkloos is, in het ge heel geen uitkeering ontvangt, terwijl een z.g. losse arbeider reeds van ziekengeld ver stoken is, als hij langer dan een week on vrijwillig werkloos is. Maar zelfs, ook in dien hij binnen een week ziek wordt, zal hij „aannemelijk" moeten maken, dat hij gere geld loonarbeid pleegt te verrichten. 4o. Ook zal de omslag vermeerderd wor den, omdat steeds nagegaan moet worden of een arbeider wel lid is van een ziekenfonds of op andere wijze van een goede verzorging in geval van ziekte verzekerd is. óo. Niet alleen moeten alle werkgevers op den Raad van Arbeid geadministreerd wor den, maar ook de arbeiders zullen in enkele jaren praclisch allen geboekt zijn, want ter wijl elk jaar één op elke achttien arbeiders een ongeval krijgt, zoo moet verwacht wor den, gezien de ervaring, dat bij ziekte de verhouding zal zijn 1 tot 4 of 5. In een vijf tal jaren zullen derhalve ongeveer alle ar beiders in'een kaartregislér voorkomen. De voordeden der collectieve-verzekering, zoo als bij de on geval 1 en verzekering gaan daar door voor een deel weer verloren. Wat deT- halve voor ongevallen goed is, deugt daarom nog maar niet voor ziekte. 60. Ernstig moet gevreesd worden, dat het hooggeroemde „zelfdoen" door middel van bedrijfsvereenigingen niet anders dan een 1 1 10 7 2 4 1 X 3 i 100 langer dan 26 G 13 26 ,%^ger dan 26 3 1 niets Dit onderzoek heeft betrek*. onge veer 4:000 arbeiders, waarvan ciru gedurende 13 tot 26 weken of langei „ene uitkeering ontvangt van 70 tot 100 pet. Groote groepen buiten deze, ontvangen 50 pet. gedurende 13 weken of langer. phrase zal blijken. Waar het aantal bedrijfs vereenigingen groot zal zijn, zal het onmo gelijk zijn, om op elke plaats waar de be drijfsvereeniging haar leden heeft, een ri sico-kantoor te slichten. Het stelsel zal bo vendien medebrengen, dat er vele verspreid wonende leden zullen zijn, welker invloed begrijpelijkerwijze' al zeer gering zal zijn. Maar ook zelfs daar, waar dergelijke kan toren mogelijk zijn, zal zeer veel aan de centrale administratie der verzekerings maatschappij Overgelaten moeien worden. De toepassing der zeker niet altijd een voudige wetsbepalingen zal in dezelfde rich ting dringen. 7o. Voor de tallooze losse arbeiders zal geen promie gestort behoeven te worden. Toch zullen deze voor een groot deel uitkee ringen ontvangen, welke echter betaald zul len moeien worden uit de premies, opge bracht door de werkgevers der vaste arbei ders. De Kamer meent met het opsommen dezer min of meer technische bezwaren le moe ien volstaan. Zij zal o.a. niet er toe over gaan uiltreksels U geven van de niet zeer gunstige kritieken, welke in de vak-lilora- tuur verschenen zijn. Alleen meent de Ka mer nog op een zeer belangrijk pricipieel bezwaar de aandacht le moeten vestigen. Er is reeds Ln dit adres gezinspeeld op de fout, dat men een regeling welke goed is voor ongevallen, zonder meer toepast op ziekte. Moet voor bedrijfsongevallen het be drijf optreden, ziekte treft den arbeider in het algemeen niel a's arbeider maar als mensch. Nu heeft men echter in het voor ontwerp de ziekengelduitkeeringen, waar het toch alleen om gaat, niel geregeld vol gens beginselen, welke bij een ziekteverze kering behooren. Immers reeds zoo lang men er voor heelt willen waken, dat de ar beiders tijdens ziekten hunne inkomsten niet geheel zouden zic-n verdwijnen, even lang is een dergelijke verzekering „locaal" geregeld, hetzij dal de arbeiders lid zijn van een eigen ziekenkas, Of van een fabrieks- ziekenkas. Tegenover landelijke bvdrijfsgewijze ver zekering legen ziekte, levert deze locale ver zekering dan ook groole voordeelen op. Het verantwoordelijkheidsgevoel der arbeiders zal b.v. meer gesterkt worden, wal voor liet moreel der arbeiders van buitengewone be- Leokenis moet worden geacht, waarom het dan ook zeer sterk aanbeveling verdient, dal de arbeiders een direkt belang houden bij de regeling der ziekteverzekering. Het feit, dal ziekte den arbeider als mensch treft en niet als deel van het be drijf, brengt mede dat de arbeider zelf voor zich en zijn gezin in dagen van ziekte moed kunnen zorgen, waartoe hij door verzeke ring beter in slaat gesteld moet worden. De lienduizende, waarschijnlijk zelfs honderd- duazende arbeiders, die als lid eener locale ziekenkas zelf de geheele premie opbrengen, bewijzen de waarheid deze stelling afdoen de. Bij een goed begrip der verhoudingen, zal echter de patroon zich. uit moreele en sociale overwegingen verplicht gevoelen, den arbeider in dat streven le steunen door zijne bijdrage be voegen bij de door den ar beider op te brengen premie. In hoe groote mate dat dan ook door vele patroons beseft wordt, wijst het „Overzicht' 'duidelijk uit. Wordt echter zonder tegen prae sta tie zij nerzijds den arbeider een wettelijk recht ge geven op een. hooge en langdurige zieken- geld-uitkeering, dan is de groote moreele be- teekenis van dit offer der patroons weg, dan is hel niet ondenkbaar, dat velen dezen bij drage niet op de juiste wijze zullen waar- doeren, maar louter als recht zullen op- eischen. Het gevaar is zelfs groot, dat door sommigen hun voorgespiegeld zal worden, dat ze dat als buit. in machtsstrijd veroverd, binnen kunnen sleepen. Het inzicht in dc reohte verhoudingen, maar vooral het besef, dat ze zelf m lijden van ziekten voor hun gezin verantwoordelijk zijn, zal daardoor bij vele arbeiders gedood worden. Als ander voordeel moet ook, al liggen er op dit terrein voetangels en klemmen, ge noemd worden de mogelijkheid simulatie en aggravatie genoegzaam te bestrijden. Bij de huidige locale en fabrieksziekenkassen wordt dat gevaar ondervangen door de on derlinge contróle, welke de dok terse on tröl c op afdoende wijze aanvult. Wordt er echteT zonder meer oen wette lijk recht op uitkeering gegeven van 70 pet. van het loon gedurende 26 weken, dan zal spoedig ieder arbeider, die hot nog waagt krachtig togen simulatie en aggravatie op be treden, door zijn mede-arbeiders met schele oogem worden aangezien. In dien dit wettelijk recht op uitkeering vastligt, zullen derhalve de kosten der uit keeringen zeer belangrijk stijgen. Ook door scheFpere contróle, welke overigens even eens nieuwe kosten met zich brengt, zal dat gevaar zeker niet geheel bestreden kun nen worden, vooral ook omdat allicht niet meer op die vlotte medewerking der arbei ders gerekend zal kunnen worden. Het feit dat het voorontwerp uitgaat van een begin sel. hetwelk strijdt met een juiste wijze van ziekteverzekering, zal derhalve tot gevolg hebben, niet alleen scherpere contróle met al de onaangenaamheden en kosten daaraan verbonden, maar ook, wat nog van het meeste belang geacht moet worden, een aan slag op het moreel en op het verantwoorde lijkheidsbesef der arbeiders. Een ieder, die de sociale kwestie niet be schouwt als de wijze waarop het geld uit zakken van den 'patroons overgeheveld wordt in de zakken van de arbeiders, zal derhalve een dergelijke bedenkelijke oplos sing moeten afkeuren. Eveneens moet de Kamer er zich ten sterkste legen verzetten, dat c-r een ziekte wet ingevoerd zou worden, welke door hare principieel onjuiste basis al hel beslaand particulier initiatief zal dooden, alleen om eene betere regeling der kleine ongevallen mogelijk te maken. Is er voor die kleine ongevallen herzie ning der regeling gewenscht, dan zal men deze op andere wijze moeion vinden. Of men daarvoor niet ook de hulp der zie kenkassen in zal kunnen roepen, zaJ de tijd moeten leeren. Op welke andere wijze zal eohter aan de "^zworen tegemoet gekomen kunnen wor- De ontwikkeling der sociale toestanden wijst zeer duidelijk in de richting van het zelfdoen. Onhbrak nog in 'l oorspronkelijke onlwerp-Talma een regeling, waarbij den ziekenkassen mogelijkheid van voortbestaan gegeven werd, door een aanvullende rege ling werd doze mogelijkheid althans eenigs- zins gewaarborgd. Daarna is hel streven om zooveel moge lijk zelf de regeling dor sociale verzekering ter hand te remen, hoe langer hce sterker geworden. De eisch mag daarom gesleld wor den, dat niet talhjze z.g. bedrijfsvereeni gingen, waarvan er nog geen enkele beslaal, in hel leven geroepen zullen worden, voor dat nagegaan is cf er. door aansluiting te zoeken bij wat reeds door particulier initia tief is tot stand gekomen, geen behoorlijke oplossing is te verkrijgen. Thans zijn er op het gebied der ziekte verzekering drie op den voorgrond tredende regelingen n.l. die der locale ziekenkassen, die der fabrieksziekenkassen en de regeling jgetrofren bij collectief contract. Naar de meening der Kamer, zal het mo gelijk zijn hel particulier initiatief, hetwelk reeds zoo ontzaglijk veel op dit terrein heeft verricht, een zoodanige ruggesteun te geven dat'een dergelijke regeling als thans is voor gesteld, geheel overbodig zal worden. Dit zal, naar de mccning der Kamer bereikt kunnen worden door den ziekenkassen, mits zij aan bepaalde scherp omschreven voorwaarden voldoen, het recht le geven van den paboon 50 pCt. der premie le vor deren. Dan krijgt men aansluiting bij wat histo risch i3 geworden en kan niet gesproken worden van een gewaagde proefneming met de op hot terrein dor ziekteverzekering nog niet beproefde bedrijfsvereenigingen. Dat do ziekenkassen nog niet lot nog grooter ontwikkeling gekomen zijn, is voor een zeer groot deel daaraan te wijten, dat den arbeiders steeds is voorgespiegeld, dat ze toch verzekerd zouden worden, terwijl het maar zeer onzeker was, of bij de toege zegde regeling de ziekenkassen zouden kun nen blijven bestaan. Zij die de beteekenis der ziekenkassen pogen te verkleinen, hebben daarom geen recht van spreken. Indien echter deze kassen inplaats van gehandicapt te worden, een behoorlijke rug gesteun ontvangen, dan zullen zij zich ze ker in zeer sterke mate ontwikkelen, daar de groote massa der arbeiders zich bij deze in hun kringen toch reeds zoo populaire zie kenkassen zal aansluiten. Dit zal echter lang niet het eenige resultaat zijn. Andere wijzen, waarop de uitkeering van ziekengeld geregeld kan worden, zullen door deze regeling niel alleen niet uitgeschakeld maar zelfs aangemoedigd worden. Naar de stellige meening der Kamer zul len lal van patroons zeer gaarne, evenals thans reeds zoovelen, zelf voor de uitkee ring bij ziekte zorg willen dragen. Velen zullen n.l. liever, uit sociale overwegingen of ter vereenvoudiging der administratie, teneinde niet steeds te moeten afrekenen mei soms meerdere plaatselijke kassen, dfe premie geheel of voor 75 pCt. voor eigen rekening nemen. Zij zouden daartoe, naai de meening der Kamer, in de gelegenheid gesleld moeten worden, zich aan te sluiten bij een erkende ziekenkas of onderlinge verzekeringsmaatschappij of anderszins, waarna geen gelden aan een ziekenkas af gedragen zullen behoeven te worden. De regeling getroffen bij collectieve con tracten zullen op deze wijze eveneens voor de toekomst mogelijk b1:"- n. Tevens zal zoodoende een bijzonder goeds oplossing verkregen worden voor de verze kering van tal van losse arbeiders, wier recht op uitkeering dikwijls op zeer losse schroeven staat. Geen der moreele nadeelen, welke aan een wettelijk vastgesteld recht zonder tegenpraestatie van 70 pCt. van het loon gedurende 26 weken verbonden zijn', zullen voor dit geval gelden, daar deze re geling gebaseerd is op denzelfden uitnemen- den .grondslag, als waarop het particulier initiatief thans reeds bouwt. Immers de arbeiders blijven in dat gevat mede betrokken partij en mede verantwoor delijk voor de goede uitvoering, terwijl ze er levens een direkt voordeel bij hebben om deze voor hen zoo financieel gunstige rege ling te behouden. Indien op dergelijke wijze het particulier initiatief gesteund wordt, zal het zeer de vraag zijn, of een wet waarbij gepoogd wordt' alle arbeiders onder de werking, der wet te brengen ooit noodzakelijk zal zijn. Mocht echter blijken, dat, tegen de stellige verwachting in, groote groepen arbeiders ia geval van ziekte geen uitkeering zouden ontvangen, dan zal er altijd nog eene wet gemaakt kunnen worden, welke rekening houdende met het bestaande, ook deze laat ste groep arbeiders zal moeten omvatten. Wordt echter de regeling van het vooront werp aanvaard, dan zal nieuwe opbouw van al het verwoeste particulier initiatief niet meer mogelijk blijken. Daarbij moet.niet uit hel oog worden ver loren, dat ook bij het aanhangige vooront werp lang niet alle arbeiders ziekte-uitkee- ring zullen ontvangen, ook al is van hun zijde sleeds al het mogelijke gedaan om voor uitkeering in aanmerking te komen. Is een arbeider echter bij de regeling door onze Kamer voorgesteld geen lid eener ziekenkas, en ontvangt hij op dien grond geen uitkee ring, dan heeft hij dit aan zichzelf te wijlen. Indien er voorts zoo noodig een regeling getroffen wordt, dat ook patroons in het stuur eener ziekenkas vertegenwoordigd zijn, wal onze Kamer zeer wel praktisch uitvoerbaar acht. en er komt een Raad van Toezicht, dan zullen de patroons zich er steeds van kunnen overtuigen, dat zij niet meer dan strikt noodzakelijk is, zullen be hoeven te betalen. Door een dergelijke regeling zal hel groote financieele voordeel verkregen worden, dat geen dure administratie noodig is, om te kunnen conlrolceren of de laatste arbeider, welke wettelijk recht heeft op uitkeering deze ook ontvangt. Want het is juist deze algemeenheid der wet en de vervolmaking van het stelsel, hetwelk de grootste kosten met zich brengt. Wat de voorgestelde regeling onder liuidige omstandigheden nog bijzonder aaijj (rekkelijk maakl, is de omstandigheid,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 6