ONTVOERD.
No. 19859
LEIDSCH DAGBLAD, Donderdag 4 December
Tweede Blad. Anno 1924,
Gemeenteraad van i. piefen.
FEUILLETON.
(Vervolg van gisteren.)
Bij art. 197 (kosten van bruggen) is een
voorstel van den heer Van den Heuvel:
Ondergeteekende stelt den Raad voor te
[jetluiten tot het doen bouwen van een
nieuwe Groote Havenbrug, welke voldoet
aan de eiscben van het verkeer, en wel zoo
apoedig mogelijk,
en een motie van de heeren Huurman en
Eikerbout, de wenschelijkheid daarvan uit
sprekende, B. en W. verzoekende met
plannen en kostenberekening te komen
De heer v. d. HEUVEL wijst er op, dal
over de wenschelijkheid van zijn voorstel
wel geen verschil van meening zal zijn Bij
de vorige begrooting heeft hij een dergelijk
voorstel teruggenomen, daar toen met de
Tram-Mij. werd onderhandeld over zoo'n
brug. Maar de tram zal nu vooreerst slechts
loepen tot aan de brug, dus nu zal de ge
meente er alleen voor op moeten komen,
want uitstel acht hij niet langer gewenscht,
gezien de urgentie van deze verbetering.
De subsidie der tram moet men dan maar
laten schieten
De VOORZITTER: Goed gezegd in een
openbare zitting!
Het spijt den heer V. d. HEUVEL, dal van
andere zijde een dergelijke motie is inge
diend. Hij heeft den heer Huurman nog ge
tracht voor zijn voorstel te winnen, de poli
tiek hier heelemaal buiten willende houden,
maar zijn pogen is mislukt.
De heer HUURMAN zegt, dal de politiek
natuurlijk hier heelemaal builen staat,
maar de overzij wil altijd alles direct Bij
een begrooting moet tóch een som worden
genoemd, om een chaos te voorkomen. Hij
achte daarom een motie beter, temeer, waar
het antwoord van B. en W. op de lange
baan-schuivend scheen. Het liefste zag hij,
dat B. en W. praeadvies uitbrachten of de
motie overnamen en in geheime zitting
inededeelingen doen, vooral wat de tram-
subsidie betreft.
Wethouder MULDER zegt, dat B. en W.
een groot verschil zien tusschen voorstel
en motie. Veel zal hij er niet van zeggen
in het openbaar. B. en W. nemen de motie
Huurman-Elkerbout over, doch denken niet
aan het voorslel-v. d. Heuvel.
De VOORZITTER raadt aan het voorstel
ill te trekken. Alles hangt at van de tram,
die nu de pin op den neus is te zetten.
De heer v. d. HEUVEL trekt zijn voor
stel in.
Bij arl. 199 (kosten havens, waterwer
ken enz.) zegt de heer GROENEVELD met
genoegen te hebben gezien, dat de sloot bij
de Infermerie zal worden gedempt, doch hij
zag liever daar den toestand geheel opge
knapt in plaats van geleidelijk, wat ko9ten
zou besparen, meent hij.
Ilij dringt aan van den tuin een parkje
k- maken na overeenstemming met het
Rijk.
De VOORZITTER. Daar schreef u een
brief over aan B. en W.
De heer GROENEVELD: Jawel, maar ik
wil liet toch in het openbaar zeggen.
De VOORZITTER: Stuur dan geen brie
yen meer.
Bij art. 218 (telefoonkosten) is een voor-
slel-Kooistra:
Ondergeleekende stelt voor'
Het abonnement op de telefonische aan
sluiting van den Commandant der Burger
wacht, kome niet meer voor rekening der
der gemeente. Post No. 213 van de begroo
ting 1925 wordt met f70 verminderd.
De lieer KOOISTRA acht toch wel aan
te nemen, dat we den lijd van schrik ie
boven zijn (Geroep: o neen) maar enfin.
Willen de heeren voortoefenen en wat schie
ten etc., laten zij dat zelf weten, doch voor
deze uitgaat door de gemeente ziet hij geen
reden.
De lieer W1TMANS vraagt, wat het prac-
tisch nut ie van deze telefoon-aansluiting
en of dit deze uitgave wettigt.
De heer DUBBELDEMAN vraagt of juist
is, dat aan den N.-Rijn en Jan van Hout
kade telefoons zijn aangelegd. Hij heeft ze
niet op de begrooting gevonden.
De VOORZITTER weet daar niets van en
evenmin de WETHOUDER.
De VOORZITTER meent, dat in het Iele-
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde verlating van J. C. L. B. Pet.
(Nadruk verboden.
11)
Hel was liet laatste, wat ik zag. Reeds
hadden krachtige handen mij van de ver
schansing getrokken; toen scheen een blik
semslag mij te treffen, ik zag een grooten
vuurstraal en viel in onmacht.
•HOOFDSTUK VII.
Ik ga naar zee in de brik „Covenant"
van Dysart.
Ik kwam lol bewustzijn in duisternis, in
groote pijn, gebonden aan handen en voeten
en verdoold door vele onbekende geluiden.
In mijn ooren klonken hel brullen van het
water, als van een reusaclitigen watermo
len, het slaan van het schuim, het donde
ren van de zeilen en de schrille kreten der
zeelieden. De lieele wereld deinde nu eens
duizelig naar boven en gleed dan weer dui
zelig naar omlaag, en zoo ziek en pijnlijk
was ik van lichaam en zoo verward van
Seest, dat hel een heelen lijd duurde, voor
JJiijn op en neer gejaagde gedachten, nu en
dan verdoofd door een vlaag van pijn, be
seften, dat ik ergens gebonden moest liggen
m het binnenste van dat ongelukkige schip,
©n dat dc wind moest zijn aangewakkerd tot
storm. Toen ik den toestand geheel
doorzag, overvielen mij een zwarte wanhoop
V1 een gruwelijke spijt over mijn eigen
dwaasheid en een vlaag van woede legen
foonboekje staat: Steyns, commandant der
burgenvacht. Zoo is dit waarschijnlijk ge
vonden. (De heer KOOISTRA: juistl) Maar
dit is verkeerd. De heer Steyns heeft de
telefoon niet in die functie, maar in zijn
functie als gymnasliek-leider, hij weet den
titel niet precies, hetgeen zeker een f 50
per jaar uitspaart aan porti. En daarom
handhaven B. en W. dezen telefoon-post,
niet omdat den heer Steyns commandant
der burgerwacht is, al heeft hij destijds hem
wel daarvoor gekregen.
De heer KOOISTRA staat paf over deze
argumentatie, die al heel weinig steekhou
dend is. (Tusschen den voorzitter en den
heer Kooistra worden dan woorden gewis
seld als insinuatie etc., waar den heer Kooi
stra den voorzitter blijkbaar niet wil ge-
looven).
De heer OOSTDAM vindt, dat de ge
meente te veel telefoons' heeft, b.v. op
scholen, doch hier acht hij een telefoon
juist zeer op haar plaats, in het belang der
gymnastiek.
De heer ZU1DEMA protesteert legen het
optreden van den lieer Kooistra, die zoo
de goede trouw van den voorzitter in twijfel
durft trekken. Het is meer dan erg.
De heer KOOISTRA zegt, dat allerminst
zijn bedoeling was le beleedigen en hij wil
wel verklaren, dat hij den voorzitter niet
van onjuistheden belicht. Alleen voor hem
pc-rsoonlijk was de argumentatie niet steek
houdend.
De VOORZITTER is dan tevreden gesteld.
Het voorstel-Kooistra wordt ingetrokken.
Bij art. 251 (aanschaffen leermiddelen) is
een voorstel van den heer Knuttel dezen
post te verhpogen tot 1 25.000, ten einde te
komen tot een betere voorziening van de
lagere scholen met leermiddelen.
De heer KNUTTEL acht dit zeer matig,
plm. f300 per school. Hij meent het echter
beslist noodlig, gezien de vele verouderde
leerboeken en hel feit, dat zelfs zonder leer
boeken b.v. aardrijkskunde wordt gedoceerd
enz. En dan voor projectielantaarns en pro
jectie-materiaal, dat al lieel slecht is, voor
natuurkunde-inslrumenten, etc.
Wethouder MEYNEN zegt, dat wat abso
luut noodig is, verschaft wordt. Het is niet
doenlijk alles direct le vernieuwen. Projec-
lieJantaarns etc. achten B. en W. b.v. niet
noodzakelijk.
De hoofden van scholen krijgen credielen
en zijn ze niet voldoende, dan worden ex-
tra-credieten verleend. Altijd natuurlijk met
betrachting der zuinigheid.
De inventaris der v. d. Werffschool is
verdeeld en dat gaat nu zoo met de Plant-
soenscholen, die opgeheven zijn.
Ilij ontraadt aannemen van het voorstel
ten sterkste.
Het voorstel-Knultel wordt verworpen
met 218 stemmen. Voor de S. D. A. P.
en de heer Knuttel.
Bij art. 253 (schoolbibliotheken) is een
voorstel van den heer VERWEIJ, om dezen
post le verhoogen van f520 tot f 1010. f520
verdeeld over pl.m. 20 scholen is al bijzon
der weinig, gelet bovendien op onderhoud
etc. Zelfs f 1040 is niet veel, doch hij is met
opzet heel matig geweest om zijn voorstel
alle kans te geven.
De heer KNUTTEL steunt het voorstel.
Het antwoord van B. en W. in dezen op
het in de secties behandelde is z.i. al zeer
onwaardig, waarop hij nader ingaat. De
boeken zijn veelal zeer smerig bovendien,
dat ze feitelijk onbruikbaar zijn, veelal zelfs
nl 2e hands gekocht.
Wethouder MEYNEN acht het bedrag
laag, doch klachten hebben B. en W. niet
bereikt. De raming regelt zich naar geble
ken behoefte van vorig jaar. voor alle scho
len ongelijk. Op den grond van ervaring van
10 jaar ontraadt hij het voorstel.
De heer WITMANS dringt er op aan, dat
op de aanvragen der scholen niet besnoeid
worden zal en dal dc hoofden vrijmoedig
heid zullen hebben om het noodige te
vragen.
Het voorstel wordt met 1811 stemmen
verworpen. Voor de S. D. A. T. en de heeren
Knuttel, Witmans, Sjjtsma en mevr Dietrich
en mevr, v. Ilallic.
Bij art. 377 (schoolreisjes) is een voor
stel van den heer Knuttel. Toe te voegen
een nieuw volgnummer: bijdrage in de kos
ten van schoolreisjes en hiervoor uit te
trekken f 2000.
mijn oom, die mij weer beroofden van mijn
bewustzijn.
Toen ik weer bij kennis kwam, hetzelfde
gebulder, dezelfde onregelmatige en hevige
beweging, die mij schokten en verdoofden;
waarbij een poosje later, lot vermeerdering
van mijn pijn en ellende, nog de onpasse
lijkheid kwam van een landman, die niet
op ze$ is gewend. In die periode van mijn
avontuurlijke jeugd doorstond ik veel be
proevingen, maar geen was zoo vernietigend
voor mijn geest en lichaam, en getroost door
zoo weinig hoop als die eerste uren aan
boord van de brik. Ik hoorde een kanon af-
yuren en dacht, dat de storm le hevig voor
ons werd en wij noodsignalen gayen. De ge
dachte aan bevrijding zelfs door den dood
in de diepe zee was mij welkom. Toch was
mijn veronderstelling niet juist, maar zooals
ik later hoorde was het een gewoonte van
den kapitein, dien ik hier noem, om te too-
nen, dat zelfs de slechtste mensch een bete
ren kant heeft. Wij passeerden toen, maar
het schijnt, op een paar mijlen afstand
Dysart, waar de brik was gebouwd en waar
de oude mis. Hosoason, de moeder van den
kapitein, een paar jaren le voren was gaan
wonen, en of de brik uitzeilde dan wel bin
nenliep, de „Covenant" voer nooit bij dag
die plaats voorbij, zonder dat een kanon
schot werd gelost en de vlag geheschen.
Ik had geen begrip van tijd; dag en nacht
waren gelijk in dat kwalijk riekende hok in
het binnenste van het sohip, waar ik lag, en
door de ellende van mijn toestand kropen de
uren voorbij. Hoe lang ik daar dus lag te
wachten, om het schip te hooren splijten op
een rots, of om het voorover te voelen kan
telen in de diepten van de zee, kan ik nief j
berekenen. Maar de slaap ontnam ten
mij hel bewustzijn van mijn misère-
De heer KNUTTEL herhaalt in 't kort de
argumenten van vorig jaar. Het gevraagde
bedrag is weer zeer matig. De ouders kun
nen de kosten voorat thans niet dragen en
van sparen door de kinderen komt dus ook
minder.
Wethouder MEYNEN meent, dat niets is
voorgevallen voor B. en W. om van houding
te veranderen, die reisjes geen integreerend
deel van het onderwijs achten. Sparen door
de kinderen blijft van pacdagogische waarde
en verhoogt het genot. Bovendien zou in
voering ook voor het Bijz. Onderwijs moeten
gelden en dit laat de wet niet toe.
Het voorstel-Knuttel wordt verworpen met
237 stemmen. Voor de S. D. A. P. en de
heer Knuttel.
Bij art. 379 (subsidie voor schoolvoeding
etc.) is een voorstel van den heer
VERWEIJ
De raad besluit dat voortaan dc ver
strekking var schoenen aan de daarvoor in
aanmerking komende kinderen, die gebruik
maken van schoolkindervoeding en klecding
mogelijk wordt gemaakt.
Hij m3ent, dat deze post wel demonstreert
hoezeer hulp noodig is. Naast kleeding en
voeding is echter z.i. schoeisel noodig. Het
part. initiatief kan niet in alles voorzien.
Dc heer KNUTTEL meent, dat bij klce-
d;ng toch zeker schoeisel behoort.
De heer WITMANS i? van oordeel, dat
deze materie van gemeentewege geregeld
worden moet, met alle hulde voor liet be
stuur dezer vereeniging.
Hij zag gaarne een tusschenvoorstcl, n.l.
het facultatief stellen van voorziening in
klompen of schoenen.
De heer HEEMSKERK meent, dat thans
reeds ldompen worden verstrekt. Hij ziet
ir. het voorstcl-Verwey een poging juist
daar af te komen en de klompen te vervan
gen door schoenen. Hij is niet daarvoor.
Men moet niet verder gaan dan strikt noo
dig ie. Het dragen van klompen is hier
trouwens geen uitzondering of vernederend.
De heer WILBRINK acht het beter de
kinderen maar langzaam aan geheel voor
rekening der gemeente te nemen, het gaat
daar toch a1 aardig heen. gezien nu weer
dit voorstel. Bekend is zijn standpunt, dat
het kind hoert in het gezin en dus zal hij
tegenstemmen. Men is nu al eerder te ver
gegaan.
De heer OOSTDAM heeft in de vcreeni-
gmg nog nooit een meerderheidsaandrang
gehoord voor schoenen-verstrekken cn dat
begjijpt hij volkomen, gezien hoe de klom
penvoorziening al veel zorg geeft.
De heer ZUIDEMA acht zijn standpunt
bekend. Hij zal geen stemming vragen, an
ders zou hij tegen dezen post in haar ge
heel stemmen.
Wethouder MEY'NEN zegt, dat. B en W.
geen verdere uitbreiding aan dezen tak
wenschen te gevenzij willen niet verder
gaan dan 't strikt noodzakelijke, al erg ge
noeg met het oog op het verantwoordelijk
heidsgevoel der ouders. Schoenen-verstrek
king zou bovendien leiden tot grooterc
fraude etc. als nu reeds het geval is, trots
scherp toezicht, afgezien van niet op tijd
in reparaf i geven enz. De wet laat ook een
onbeperkte uitbreiding niet toe. Het maxi
mum is hier in zoover bereikt, dat schoe-
r.cnvoorziening niet meer mogelijk is Be
stuur en de helpers brengt hij gaarne een
woord van grooten dank.
De heer DEUMER ra?ent, dat het maxi
mum Hier al overschreden is, zooals hij uit
het jaarverslag der vereeniging opmaakt.
Het voorstel-VERWEIJ. wordt met 19—10
stemmen vei worpen.
Voor de S.D.AP. en 'le heeren KnuTtcl,
Witmans, Sijtsma en mevr. v. IfcalJic.
Hierop schorsing tót 's avonds.
Avondzitting.
Bij den post „Subsidiën aan schouwbur
gen en muziekkorpsen" kwam aan de orde
het voorstel van den lieer Knuttel om een
nieuw volgn.: Subsidies aan ondernemingen
op het gebied van muzikale en dramatische
kunst in te lasschen cn daarvoor uit te
trekken een bedrag van f 5000, welk bedri.g
hij wil besteden aan subsidies aan het
Ulrechlsch Stedelijk Orkest en de Co-opera
tie, indien deze bereid zijn daarvoor een
nader overeen le komen aantal volkscon-
Ik ontwaakte', doordat liet licht van een
lantaarn in mijn gezicht scheen. Een kleine
man van ongeveer dertig jaar, met groene
oogen en een klit blond haar, stond naar mij
te kijken.
„Wel?" zei hij, „hoe gaal hel?"
Ik antwoordde met een snik en mijn be
zoeker voelde mijn polsen en slapen en be
gon toen de wond op mijn schedel le was-
scben en te verbinden.
„Nou," zed hij, „een leelijke slag. Wat is
er .jongen?" Houd je fLink. De wereld is
niet vergaan, je bent slecht begonnen, maar
kunt opnieuw aanvangen. Het je wat te eten
gehad?"
Ik antwoordde, dal ik geen honger had,
en daarop gaf hij mij wat brandewijn en
water in een blikken pannetje, en liet me
weer alleen.
Toen hij mij de volgende maal kwam be
zoeken, lag ik lussohem waken en slaipen,
mijn oog-en wijd open in de duisternis, dè
misselijkheid geheel verdwenen, maar ver
vangen door een verschrikkelijke duizelig
heid en draaierigheid, die bijna nog zwaar
der te dragen viel. Bovendien deden al mijn
leden pijn en de touwen, waarmee ik gebon
den was, schenen van vuur be zijn. Dr
stank van het hok, waar ik lag, scheep
van mij be zijn geworden, en gedip*11^
tusschenilijd sinds zijn laatst fjecoc'k, had
ik martelenden angst geh^'"'.?11 °?PS <*oor
het gewemel van de soms
over mijn dan weer door
de ziekelijke'cntasieen' die om 0611 koorts-
bi? d zwer*
schijnsel van de lantaarn scheen,
het luik werd geopend, als daglicht
naar binnen, en ofschoon ik alleen de stertoe
zwarte balken van het schip zag, dat mijn
gevangenis was, kon ik hebben gehuild van
cerlen en opera-voorsteüir.ger. ie komen
geven.
De heer KNUTTEL, zijn voorstel verdedi
gend, zeide, dat hij verschillende malen
bestreden heelt de belasting op de publieke
vermakelijkheden. Hij wil dit nu niet doen,
maar als compensatie daarvoor komt hij
met dit voorstel, dat hij nog eens warm
aanbeveelt, vooral ook uit cultureel oog
punt.
De heer YERWEY, zich aansluitend bij
den lieer Knuttel, vangt aan met een woord
van warme hulde aan de nagedachtenis van
den heer Heyermans, wiens leven zoo
moeilijk is geweest. Daarom acht hij een
subsidie, zooals de heer Knuttel wil, zeer
gewenscht.
De heer OOSTDAM wil afschaffing van
de subsidie aan hel Leidsch Muziekkorps,
dat ook een gezelschap is van Jilletantej,
zooals wij er meer hebben. Vervolgens be
strijdt hij liet voorstel van den heer Knul-
tel uit zuinigheidsoverwegingen.
De heer EERDMANS daarentegen wil hol
Leidsch Muziekkorps behouden, mede op
grond van het historisch gewordenen Het
i? het eenige. dat wij van de oude schut
terij hebben behouden en is populair.
De hoer GROENEVELD wil hel Leidsch
Muziekkorps ook behouden, maar steunt
tevens het voorstel-Knuttel. Wij hebben
hier wel wat meer goede kunst noodig.
vrouw VAN ITA' LIE—v. EMBDEN
bt Leidsch Muziekkorps latende v.or wal
het is, verdedigt bet voorstel va:i den heer
Knuttel, speciaal met het oog op de kunst
zelf, waaraan wij allen behoefte hebben,
ook het volk.
De lieer VAN HAMEL zet de geschiedenis
van het Leidsch Muziekkorps, dat in dezen
vorm al 18 jaar bestaat, nader uiteen en
betoogt, dat hot goed werk doet. Als wij het
niet behouden dan zal men op andere wijze
daarin moeten voorzien en dal kost ook
geld-; misschien nog meer. Hij vindt hel
niet goed, dat de heer Oosldam altijd tegen
deze muziek „kankert".
De heer KNUTTEL wijzigt zijn voorstel
in dien zin, dat hij niet bepaalt wil zien,
dat de door hem genoemde vereenigingen
de subsdie zullen krijgen. Daaraan hecht
hij niet.
De wethouder SANDERS sluit zich aan
bij de heeren Eerdmans en Van Ilamcl, wat
betreft hel Leidsch Muziekkorps en herin
nert er aan, dat dit corps per jaar 36 volks
concerten geeft. Dus verdient het corps het
geld als het ware, dat het in den vorm van
subsidie ontvangt.
Het voorstel van den heoT Knuttel moet
hij echter vooral ipet het oog op de koeten
bestrijden.
De lieer OOSTDAM heeft zich geërgerd
over de uitdrukking „kankeren", dat de heer
Van Hamel gebezigd heeft. Dat had hij wel
anders kunnen zeggen
De heer VAN HAMEL neemt de uitdruk
king dan gaarne terug en, noemt het nu
knabbelen. (Gelach).
De post betreffende het Muziekkorps
wordt daarop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Het voorstel-Knuttel wordt verworpen
met 39 legen 12 stemmen, die van de dames
Van Ilallie—Van Embden, DietrichDe
Rooy, de sociaal-democraten, de heeren Wit
mans. Sijtsma en den voorsteller.
Het voorstel van den heer VERWEY om
in den vervolge een som van f 1000 uit te
trekken, ten einde deze som te erdeelen
onder de plaatselijke vereenigingen, welke
zich bezighouden met de ontwikkeling van
volwassenen, komt nu aan de orde, waar
bij levens in behandeling kwam en adres
van de Centrale Commissie voor Arbeiders
ontwikkeling, om een subsidie te mogen
ontvangen van f 500. Het werd door den
voorsteller verdedigd als hoogst nuttig. Hij
schakelde daarbij alle partijpolitiek uit, door
de verdeeling aan B. en W. over te laten.
De heer VAN STRALEN besprak speciaal
het adres van de Commissie voor Arbei
dersontwikkeling, wier work hij warm ver
dedigde door er op te wijzen, dat hel volk
ontwikkeld moet worden en dat de over
heid daaraan iets moet doen. Leiden komt
daarin ook weer zeer achteraan.
De VOORZITTER: Elfhonderd gemeenten
gaan ons voort (Gelach).
De heer VAN STRALEN, voortgaand, er-
vreugde. Denman met de groene ocg-en daal
de het eerst de ladder af en ik merkte op,
dat hij onzeker liep. Hij werd gevolgd door
den kapitein.
Geen van beiden sprak een woord, maar
de eerste ging naast mij zitten on onder
zocht mij en verbond mijn wor.d als te vo
ren terwijl Hoseason mij aanzag met vreem
den. duisteren blik.
„Nu, mijnheer, kijk zelf," zei de eerste;
„hooge koorts, geen eetlust, geen licht, geen
voedsel, u weet zelf wat dat beleekent."
„Ik ben geen goochelaar, mr. Rinch," ant
woordde de kapitein.
„Laat mij begaan, mijnheer," zei Riach,
„u hebt een goed hoold op uw schouder en
een goede Scholsche tong om Tme le vra
gen, maar er is voor u geen enk I excuus.
Ik wil den jongen uit dit hol hebbf' en naar
het vooronder laten brengen-."
„Wat wilt, is oen zaa*- die alleen u zelf
betreft," antwoordde kapitein. „Maar ik
zat u vertellen. 0T, Sc,lwurt- Hier is hij
en hieT zal blijven.
„U zo" toegeven, dal u behoorlijk bent
]yeUj*xt, zei de ander, ..en ik verzoek teleefd
mogen opmerken, dat ik dat niet ben. Be
taald word ik, en heusch niet te veel, als
tweede officier van deze oude schuil, en u
weet heel goed, dat ik mijn best doe het te
verdienen. Maar ik werd voor niets aiders
betaald."
„Wanneer u de handen van de bojrel-
flesch kon afhouden, mr. Riach, zou ik :«iel
over u te klagen hebben," antwoordde de
schipper, „en in plaats van raadseltjes op
te geven, wil ik u aanrader, u kalm le hou
den. We zijn noodig op het dek," voegde hij
op scherperen toon toe en zette één voet op i
de ladder.
Maar mr. Riach greep hem hij de mouw. 1
kent, dat de gemeente wel iets doet Zoo
9tond zij zesmaal de groote Gehoorzaal aan
dc Commissie voor Arbeidersontwikkeling
af, doch de Commissie kon er slechts een^
maat gebruik van maken, omdat de geld
middelen cfciarloe niet groot genoeg waren.
Daarin moet de gemeente ook voorzien
De heer SPEXDEL herinnert er aan. wut
de R.-Kalh. Volksbond uit eigen middelen
doet Door dit lichaam wordt de arbeiders^
ontwikkeling door voordrachten, cursussen
enz. bevorderd, maar daarvoor vraagt het
niet den financieelen steun der gemeen'e.
En zoo z^n er meer instellingen, die
in deie richting werken.
De heer SYTSMA heeft ook met ver
wondering gehoord van den heer Van Stra
len, dat er in deze richting niets gedaan
wordt. Het Leidsche Volkshuis geeft al een
reeks Van jaren op •a nemende wjjze wat
hij nu met geld van de gemeente wil doen.
En daarheen kan iedereen. Ook d? wykge-
bouwen werken in die richting. En als'do
door Verweij gevraagde subsidie onder do
verschillende instellingen van dien aard
verdeeld, wat krijgt dan ieder?
De heer EERDMANS: £10.
Do heer WILBRINK, zich daarbij aan
sluitend, wil ook wel eens weten hoe men
zich de verdeeling van die subsidie voor
stelt. En wat wil men dan er voor geven.
De heer v. Stralen wil ze bjjv. taalkundig
ontwikkelen, maar dan is men nog niet
algemeen ontwikkeld. Sommige, die de taal
niet kennen, hebben een goéd inzicht.
De lieer ROSMALEN zal niet, zooals
verleden jaar, voor subsidiën stemmen. Van'
christelykw zjjde wil men er zelf voor
zorgen.
De heer ZUIDEMA noemt bij de inrich
tingen door den lieer Sytsma genoemd,
ook nog „Kennis is Macht".
Geroep: dit is wat anders. Dat is ook
onderwijs.
Geroep van de andere zijde: werkt dat
niet ontwikkelend?
De heer ZUIDEMA blijft er tegen, dat de
gemeente er weer voorgespannen wordt.
Do wethouder van ontferwgs, de heer,
MEIJNEN, meent zich aansluitend bij de
sprekers, die verschillende instellingen iieb-,
ben genoemd, wa&r de arbeiders ontwikke
ling kunnen zoeken, dat de heer v. Stralen
de zaak eenzijdig voorstelt. Rn noemt er
ook de Ambachtsschool bij. Hjj waardeert
het pogen van de Centrale -Commissie, maar
h\j meent, dat deze taak niet ligt op net
terrein van de gemeente.
Hij leest het Werkprogram van de Cen
trale Commissie voor Arbeidsontwikkeling
voor, waaruit blijkt, dat deze commissie de
zaak niet algemeen houdt mair in hun eigen
richting stuurt. De Centrale CommUsie slaat
in verband met het Instituut van dien aard
voor 't geheele land. En de hoofdmannen
daarvan zijn mannen van de soc.-dem. ar
beidersbeweging. (Instemming bij de rech
terzijde). Ook op die gronden meent hij,
dat noch ingegaan mag worden op fiet
verzoek der commissie, noch op het voor
stel van den heer Venvey.
Dg lieer VERWEY, repliceerend, zegt
nog, dat liij zich voorstelt dat de subsidie
zal worden verdeeld onder de vijf vak
centrales. Andere inrichtingen blgven er
buiten.
Do lieer SPENDEL roemt nog eens z:er
de offervaardigheid van de rechtsche par
tijen.
De heer VAN HEUVEL wil, in antwoord
daarop, nog eens zeggen, dat de kerkelijkd
partijen ook de andere partijen wet kunnen
vinden. Zoo ontving hij nog een verzoek
voor een bijdrage van de St. Majellaver-
eenigingen.
De heer WITMANS heeft de linker- en
rechterparlijen gehoord en nu wil hij, die
met zijn partijgenoot noch rechts, noch
links is, ook nog iets zeggen. (Gelach).
Hij betoogt dan, dat er een aantil arbei
ders zijn, 'die niet passen in het Volkshuis
en niet in de ontwikkelingsinr.chtingen van
kerkelijke zijde. En die vinden hun gading
tij de sociaal-democraten.
De heer WILBRINK en anderen interum-
peeren.
De heer WITMANS wil er tegen protes
teeren, dat men hem het spreken moeilijk
maaki. Men moet wel een olifantshuid heb
ben. Vooral keert hij zich tegen den heer
.Wilbrink.
De heer WILBRINK, die reeds het woord
„U zult toegeven, dal u betaald bent om
oen moord le doen," begon hij.
Iloseasan keerde zich met een ruk naar
hem toe. „Wal is dal?" riep hij; „wat be
doel je daarmee?"
„Het schijnt, dal u d? bedoeling volkomen
begrijpt," zei mr. Riach, hem vast in die
oogen ziende.
„Mr. Riach, ik heb drie tochten met u ge
maakt," antwoordde de kapitein, „in dien
lijd, meneer, behoorde u me te hebben loe
ren kennen; ik ben een streng man; en een
hard man, maar wat u nu zegt schande
lijk, het komt uit een slecht hart en een
zwart geweien. Als u zegt, dat de jongen zal
sterven
„En dat zal hij," zei mr. Riach.
„Wel, meneer, is dat niet genoeg?" zei
Hoseason; „verhuis hem, waarheen je wilt."
Daarop klom de kapitein de ladder op en
ik. die zwijgend had liggen luisteren naar
dit vreemde gesprek, zag mr. Riach hem
achterna kijken, en buigen als een knipmes,
wal blijkbaar een bui van spotzucht was.
Zelfs in mijn ziekte bemerkte ik twee din
gen: dat de stuurman aangeschoten was,
zooals de kapitein had doen doorschemeren,
en dal hij dronken of nuchter een op prijs te
stellen vriend zou blijken te zijn.
Vijf minuten later werden mijn banden
doorgesneden, ik werd op een mannenrug
geheschen. naar het vooronder gedragen en
neergelegd in een kooi op een paar zee-
dekens, waar ik oogenblikkelijk weer liet
bewi szTJïr verl oor.
(Wordt vervolgd).