Hj0. 19858.
WOENSDAG 3 DECEMBER
Anno 1924
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DER ADVERTENTTEN:
30 Cts. per regel. Bij regelabonnement belangrijk lageren prijs.
Kleine Advertenüën, uitsluitend bij vooruitbetaling, Woensdags en
Zaterdags 60 Cts., bij een maximum aantal woorden van 30.
Incasso volgens postrecht. Voor eventueele opzending van brieven
10 Cts. porto te betalen. Bewijsnummer 6 Cis.
Bureau Noordeindsplein Telefoonnummers voor
Directie en Administratie 175 en 1835 Redactie 1507.
Postchèque- en Girodienst No. 57055 Postbus No. 54
PRIJS DEZER COURANTt
Voor Leiden per 8 maanden f 2.35, per week
Buiten Leiden, waar agenten gevestigd zijn, per week
Franco per post 2 35 portokosten.
Z 0.18.
„0.18.
Ut nummer bestaat uit DRIE Bladen
EERSTE BLAD.
Officie Kennisnevinnen.
gemeentelijke vischverkoop.
Aan den gemeentelijken vischwinkel,
Vischmarkt 18, tel. 12-25, is DONDERDAG
verkrijgbaar: SCHELVISCH k f 0.13--
-ƒ 0.28—f 0.35, SCHOL 4 0.19—f 0.32—
I 0.40, KABELJAUW 4 f 0.40—f 0.45 (geh.
iabelj. 4 f 0.35) TARBOT 4 f 0.60 per pond
en HARING 4 f 0.05 per stuk.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgem.
Leiden, 3 December 1924.
De Burgemeester en Wethouders van
Leiden doen te weten, dat door den raad
dier gemeente, in zijne vergadering van den
len December 1924, is vastgesteld de vol
gende verordening:
VERC--
tot wijziging van de verordening van 19
Juni 1919 (Gem. Blad I".. .9), repelende de
men, waarop het Bureau van den Burger
lijken stand te Leiden voor het publiek is
geopend.
Eenig Arükel.
Artikel 1, sub c en d van bovengenoemde
.verordening wordt gelezen:
c op den Zondag, den Nieuwjaarsdag,
den Christelijken twéeden Paaschdag, den
Hemelvaartsdag, den Christelijken tweeden
Pinksterdag, de beide Kerstdagen en den
verjaardag des Konings, op verzoei: van een
belanghebbende, mits deze tijdig aantoont,
dat met de te verrichten werkzaamheid
ter beoordeeling van den amblei." .1 den
Burgerlijken Stand niet lot den volgenden
dag kan worden gewacl IT L Bureau wordt
onmiddellijk, -nadat die werkzaamheid ver
richt is, weder gesloten]"
d. op den dag, waarop Leiden-:1 ontzet
"wordt gevierd, van des voormiddags negen
uur tot des voormiddags tien uur.
Vastgesteld door den Gemeenteraad van
Leiden, in zijne openbare vergadering van
den len December 1924.
De burgemeester,
N. G. DE GIJSELAAR,
De Secretaris,
VAN STRIJEN
En is hiervan afkondiging geschied, waar
het behoort, den 3en December 1924.
N. C. DE GIJSELAAR, Burgemeester.
VAN STRIJEN, Secretaris.
STADSNIEUWS.
j Electrische en andere stro omen.
Hedennamiddag hield prof. dr. W. J. do
Haas, ails opvolger van prof. <ir. H. K&mer-
lingjh Onnes, zijn inaugurale rede als hoog
leeraar in de natuurkunde aan de Leddsche
Universiteit over: .Electrische en andere
6lroomen".
Spr. gang na hoe in den loop der tijden de
electriciieiIsl'eer zich ontwikkeld heeft. Men
kan eigenlijk van een ontwikkeling niet
spreiken sedert het jaar 1600. Gilbert een
Engelsch medicus, bootst de proeven .met
barnsteen der ouden na en breide ze uit,
jnct behulp van een toestelletje door hem
genoemd „versorium".
Na Gilbert construeert Oüo van Guericke
een electrische machine, waarmee hij meer
of minder belangrijke electrische verschijn
selen weet te demonstreeren. Grary classi
ficeert in 1729 de lichamen in geleiders en
niet-geleiders volgens hun electrische eigen
schappen.
Het is ondoenlijk alle onderzoekingen uit
de 17de en 18d'e eeuw te vermelden. In
„Young's lectures in natural philosophy"
vindit men een zestigtal verhandelingen en
U0 memoires, alleen over electrische ver
schijnselen geciteerd. Spr. vermeldt de twee
ledigheid in de opvatting der electrische
verschijnselen en hoe men zich de electrici-
teit, uit een of twee vloeistoffen bestaande,
dacht. In dit verband vermeldt hij wat Sym-
toer onderzocht heeft over de electroslati-
Bche verschijnselen. Hoe men evenwel ook
'de elecfcricitedt beschouwde, een beslissing
{usscben een, en twee vloeistof theorie was
in den ouden tijd niet mogelijk. De moderne
Meetronen theorie geeft een scherper formu
lering der verschijnselen cn als secundair
beeld, zoo men wil, kunnen alle verschijn
selen volkomen duidelijk beschreven wor
den.
De eleclronentheorie heeft zich ook van
het wezen van den elecbrischen stroom een
beeld gevormd. De electrische stroom zelf
iWerd in 1799 ontdekt door Volta. Deze ont
dekking bracht destijds de wetenschappe
lijke wereld in opschudding.
i Terwijl men ten tijde van Volta bij een
^ectrischen stroom aan een fijn fluïdum
dacht, dat zich onder invloed van de elec-
Jrisahe kracht in beweging zet, denkt men
Zich nu hel fluïdum te bestaan uit electro -
f1.011» de kleine electrische elementaire deel.
"les. Deze elecüronen diffundeeren als het
ware met een voorkeursrichting tusschen de
Jnetalen door onder invloed van electrische
jachten. Deze z.g. vrije eleotronen zijn af-
jjLütig uit oen of ander atoomveiband, en
"K releveert hoe sterk de electrische krach
ten in den bouw der materie op den voor
grond komen. IJet ziet "er naar uit of alle
krachten, die we waarnemen, van eleclri-
schen oorsprong zijn, uitgezonderd de krach
ten, die electron en proton samenhouden.
Gaat men bijv. na hoe groot de gravilalie-
kracht tusschen twee eleclronen is len op
zichte van de afstootende electrische kracht,
dan blijkt in ronde getallen 10 lot de macht
42 maal zoo groot te zijn. Om het getal tot
de macht 42 eenigszins sprekende te maken,
stelle men aldus spr. zich een bol wa
ter voor met een straal, die een kleine hon
derdmaal zoo groot is als de straal van de
zon. De zon heeft eeai volume van 1.3 mil-
Lioen maal het volume der aarde. Denkt
men zich in de eene schaal van een reus
achtige weegschaal een bol van de genoem
de afmeting en in de andere schaal een
druppel - water van één m.M3. dan heeft
men ten ruwste de verhouding, 10 lot de
macht 42. En zoo is hef dan ook begrijpe
lijk, dat het denkbeeld der gravilaliekracht
als een kleine oversohotkracht van de elec
trische krachten meermalen naar voren ge
komen is.
De attractiekrachton van Van der \J/aals
tusschen de moleculen in gasloestand zijn
als electrische krachten op te vatten even
zoo de afstootende krachten, die als bot
singskrachten beikend zijn. Spr. citeert in
dit verband Keesom en Debije. Wat nu het
beeld van den electrischen stroom betreft,
dit is het nauwkeurigst bestudeerd door
Riecke, Drude en vooral door Lorentz. Lo-
reaitz is in slaat verschillende verschijnse
len thoretisch te berekenen. Dit neemt niet
weg, dat er verschijnselen bekend waren,
die moeilijk in de theorie der z.g. vrije elec-
tronen van metalen pasten. Zoo bijv. het
Hall-effect. Hieronder verslaat men een
eigenaardig effect, door een magneetveld
teweeggebracht op den shroom en een
stroomdoorloopen geleider.
Staan die magnetische krachtlijnen lood
recht op de stroomlijnen van een electri
schen stroom, dan blijkt een potentiaal ver
schil op te treden in de richting, die zoo
wel loodrecht op de stroomrichting als op
de magnetische krachtlijnen staat. Maar, en
nu komt het vreemde, zegt spr. het
blijkt, dat het potentiaal verschil bij het
eene metaal een ander teeken kan. bezitten
dan bij het andere. Dit verschil in teeken
is zeer moeilijk in overeenstemming te bren
gen met een theorie van vrije electron en.
Er zijn nog andere invloeden bekend met
het Hall-effect samenhangend, van een
magneetveld op den stroom in een stroom
doorloopen geleider. De electrische weer
stand van metalen blijkt in oen magneet
veld grooter te worden. Sommige stoffen
zooalsbismuth, antimoon, telleerium, en
grafiet verloonen dit verschijnsel bijzonder
sterkte. Er blijkt een verband te bestaan
tusschen de groole der weerstandsverande
ring, de grootte der diamagnetische suscep
tibiliteit aan den eenen kant en den aard
van het net, waarin de atomen in een
kristal gerangsohikt zijn., aan den anderen
kant. Bestudeert mien de verschijnselen
van de weerstandsverandering in een mag
neetveld aan groole metaalkr is tallendan
wordt men geleid tot de opvatting, dal de
electrische weerstand der metalen gecon
centreerd zit bij de veibindingspunlen der
atomen in het kris lain et. De geleidbaarheid
der metalen, die een zoo groote rol speelt in
de electrotechniek, is min of meer een toe-
valseffect te noemen, een klein overschot.
Het is, volgens spr., van groote waarde de
geleidbaarheid der metalen ook bij lage tem
peraturen te onderzoeken. Bij de zeer lage
temperaturen, die het cryogene laborato
rium ons verschaffen kan, neemt de electri
sche weerstand af bij 0 gr. C. Een buiten
gewoon merkwaardig verschijnsel werd
door Kamerlingh Onnes ontdekt bij kwikzil
ver, gedompeld in een bad van vloeibaar
helium. Bij 4.2 gr. absolute temperatuur
bleek de weerstand plotseling tot onmeet
baar klein af te nemen.
Hetzelfde werd door hem bij ietwat ver
schillende temperaturen gevonden voor
tin, lood, thallium, indium en radium. Een
verdere merkwaardigheid is, dat beneden de
kritieke temperatuur de sprongtempera-
tuur, hel Halleffect verdwijnt; evenzoo de
weerstands verandering in het magneetveld.
Doch, indien men het magnetisch veld ster
ker en sterker maakt, zullen, bij een be
paald veld, het drempelveld, plotseling de
weerstand en de magnetische effecten voor
den dag komen. Kamerlingh Onnes heeft
gezooht naar een verband tusschen de ge
leidbaarheid in heit atoommodel van- Bohr.
In de allereerste plaats'blijkt, wanneer
men de sapra-geleidbaarheid als functie
van het atoomgewicht voorstelt, een hoog
atoomgewicht bevorderlijk te zijn voor die
eigenschap. Bij de lage atoomgewichten
spitst de overgeleidende eigenschap zich
toe in de buurt van hel gallium met atoom
nummer 31. Evenzeer ziet men, wanneer
maar op schemaitische wijze het atoom
volume uitzet legen het a loom nummer, hoe
twee groepen van supra-geleiders op over
eenkomstige plaatsen van de bekende pïek-
vormige kromme van Lot har Meyer optre
den. Wat nu meer in het bijzonder nog het
model van Bohr betreft, het blijkt voor den
overgeleidenden toestand een voorwaarde te
zijn, dat wij te doen hebben met elementen,
waarvan op één na de buitenste schil een
18-schil is, terwijl de buitenste sohil, d. i.
die der vale® li-elec tronen niet 'te weinig
en niet te sterk bezet moet zijn. Een elec
tron schijnt te weinig, vijf eleotronen schij
nen te veel te zijn. Bovendien komt voor
den dag, dat, wanneer men zich de atomen
in hun kristalnet indenkt, bij de supra-
conductorcn de afstand der atomen groot is,
en in dit opzicht is merkwaardig de ver
rassende uitkomst dat electrische uilrek
king van een draad voor de overgeleiders,
de drempelwaarde der temperatuur ver
hoogt. Spr. waarschuwt er evenwel voor te
veel te hechten aan hei model van Bohr
van het atoom in vrijen toestand. Spr. be
handelt in dit verband het koolstroom
atoom.
Vervolgens gaat spr. over lot een heel an
der soort stroomen dan de electrische en
wel tot de één demensie-gasstroomem.
Pompt men een buis zeer luchtledig, dan
krijgen de nog overblijvende moleculen 1
vrije weglengten. die decimeters lang zijn.
Plaatst men midden in een dergelijke buis
een scherm met een opening, dan zullen
door deze opening gasstralen vallen. Maakt
men gebruik, in plaats van een gewoon per
manent gas, van een zeer ijlen metaal -
damp, bijv. van natrium, die men in de eene
helft van de buis ontwikkelt, dan zullen
natrium da mpstralen door de opening vallen
en op den tegenoverliggende® want door de
condensatie van hét natrium een geome
trisch beeld van doze opening in vast na
trium maken. Met behulp van zilverdamp-
stralen is het Stern gelukt voor het eerst
moluculaire snelheden op directe wjjze te
meten.
De zilverdampstraal, door de opening val
lend wordt voor dit doel gecondenseerd 'op
een, in het vacuum draaiende, schijf. Er
ontstaat oen soort aberatae-verschijnsel: der
zit verat omen van het apparaat en de snel
heid van de schijf de atomaire snelheid be
rekenen. Spr. vermeldt hoe Born een der
gelijke methode heeft aangegeven ter bepa
ling der gemiddelde vrije wegl engte in zeer
ijle gassen.
Van veel meer gewicht echter dan de on
derzoekingen van Stern en Born zijn de
onderzoekingen van Gerlach en Stern over
de z.g. quantiseering van de insleiriokling
van het atoom in een magneetveld. Volgens
de klassieke eleotro-magnetische theorie
moet»bij een atoommagneet de hoek, die het
magnetisch moment maakt, met die mag
netische veldnchtmg niet veranderen bij
magnetiseering. Het atoom zal alleen een
gelijkmatige praecessiebeweging om de rich
ting der magnetische veldsterkte uitvoeren.
Geheel anders ziet het beeld der magnetisa
tie er uit in de theorie deT quanta. Slechte
bepaalde standen van het magnetisch mo
ment van het atoom ten opzichte van het
magnetisch krachtveld zijn mogelijk. Het
aantal standen hangt af van het geheel©
magnetische moment van het atoom. Proe
ven, waarbij een fijne atoom-zilversbraai ge
voerd werd langs de vorst van magneet-
paal in een inhomogee® veld, hebben d©
theorie der quanta in het gelijk gesteld. Spr.
vermeldt ten slotte nog onderzoekingen van
Gerlach en den Afrikaander Gilliers, om
daarna te i'endigen met de gebruikelijke toe
spraken aan curatoren, ree tor-magnificus,
hoogleeraren en studenten.
Kamer van Koophandel en Fabrieken voor
Rijnland te Leiden.
Omtrent ae huishoudelijke vergaderiug
dezer Kamer, gistermiddag gehouden, kun
nen wfl het volgende mededeelen.
Geïnstalleerd werd de heer I. M. Leman,
die gekozen was in de vacature-Dekker.
De voorzitter deelde mede, dat de denk
beelden omtrent de mogelijkheid om den
export te bevorderen, meer en meer vasten
vorm beginnen aan te nemen.
Met verschillende consuls en andere Ne-
derlandsche vertegenwoordigers is men in
contact getreden, terwijl er eveneens reeds
enkele besprekingen zyn gevoerd,
i Al zijn er slechts nog maar hier en daar
eenige positieve resultaten behaald, dit mag
geen reden zrjn om niet door te zetten en
de pogingen der individueel© personen om
hun export te vergrooten, zooveel mog dijk
te bevorderen.
liet hoofdpunt dozer vergadering was de
behandeling van het concept-adres aan den
Minister van Arbeid, Handel en Nijverheid
omtrent de Ziekte- en Ongevallenwet 1925.
De voorzitter achtte de groote beteekenis
van dit adres daarin gelegen, dat er op aange
drongen wordt de ziekteverzekering; te doen
aansluiten by wat in de practyk zijn bruik
baarheid heeft bewezen en niet te laten
uitvoeren door overheidsorganen/ zooals de
Raden van Arbeid, noch door geheel nieuw
te stichten onderlinge verzekeringsmaat
schappijen, waar alle werkgevers lid van
moeten zijn, en welke veel rompslomp zullen
geven.
De maatschappij heeft zich thans zoover
ontwikkeld, dat ziekteverzekering door plaat
selijke ziekenkassen, fabrieksziekenkassen
en collectieve arbeidkontracten mogelijk ia.
In plaats van al dit particulier initiatieif
te vernietigen, moet men dit een Hinken
ruggesteun geven, opdat op deze wyze een
afdoende en weinig drukkende ziektever
zekering zal komen. Een regeling op deze
wjjze is by patroons en arbeiders populair
en practisoh uitvoerbaar.
Met dr. Posthuma is omtrent deze aan
gelegenheid een conferentie gehouden op
het Bureau der Kamer van Koophandel. Deze
heeft het Bureau er echter in het geheel niet
van kunnen overtuigen, dat de voorgestelde
oplossing niet de goede zou zjjn.
De secretaris vestigde er de aandacht op.
dat het nog zeer de vraag aal zijn, of by
de regeling der ziekte- en ongevallenwet
1925 meer arbeiders uitkeering zullen ont
vangen dan krachtens de regeling door de
Kamer van Koophandel voorgesteld.
Er is bijv. in dit verband reeds gespro
ken over losse arbeiders, waarvan „som
migen" uitkeering zullen ontvangen. Bo
vendien wordt in het voor-ontwerp in het
algemeen de eisch gesteld, dat men lid
moei zijn van een ziekenfonds. Dit verschilt
niet zoo heel veel van den eisch om lid te
worden van een ziekenkas, terwjji by de
regeling door de Kamer van Koophandel
voorgesteld ook nog op andere wijze ver
zekering mogelijk is, en tal van in het
voor-ontwerp bestaande belemmeringen weg
zullen vallen.
Verschillende leden voerden omtrent dit
adres het woord en het Bureau werd dank
gebracht voor do wijze, waarop dit voor
alle werkgevers zoo uiterst belangrijk on
derwerp aan de orde gesteld is. Met al-
geineene stemmen werd tot verzen ling van
het adres besloten.
Voorts werd nog de Commissie voor de
Handelsbeurs gemachtigd de Beurs te ver
plaatsen naar een andere localiteit. Alleen
üe zuivelbeurs zal daarbij gehanuhjafd blij
ven en zal zoo mogelijk overgedaan worden
aan een zelfstandige vereeniging, welke het
beheer der zuivelbeurs over zal nemen.
Het Bureau der Kamer was van meeuing,
dat nu gebleken was, dat de andere afdalin
gen geen voldoende levenskracht bezaten,
het beter was deze afdeelingen op te heffen.
De zuivelbeurs raag echter geslaagd heeten.
Aan de Muziekschool der Leidsclie
Maatschappij voor Toonkunst ia door den
heer O. van der Keur Jr., alhier, met gun
stig gevolg afgelegd het examen tot het ge
ven van theoretisch zangonderwijs.
Voor het examen als apothekersassis
tent waren gisteren alhier opgeroepen vijf
candidirten. Geslaagd zijn de dames C den
Duik, geb. te Katwijk; W. J. Koek, geb. to
Botterdam; M. A. Diebon, geb. to Leiden
en H H. J. Nevens, geb. te Rotterdam.
Dinsdag 16 December a.a. herdenkt ac
Leer J. W. Otten, hoofdconducteur bij de
NederLandBche Spoorwegen alhier, den dag,
dat hij vóór 25 jaar in dienst trad als con-
di.cteur.
Bij Kon besluit is benoemd in de com
missie van advies, bedoeld bij de artt. 50d,
50e en 50f der Auteurswet 1912, de heer A.
W. Frentzen, alhier.
Het bestuur van de Vereeniging ,,Fe-
lua" heeft de geheele collectie urnen en bei
tels, welke op de bovenhal van het station
Het Loo was tentoongesteld, afgestaan aan
hot Museum alhier. De verschillende voor
werpen waren in den loop der jaren in de
omgeving van Apeldoorn en in andere ge
deelten van de Veluwe opgegraven.
Gisteren viel een tweejarig meisje van
do familie Van der P. in do Koningstraat,
alhier, tijdens een onbewaakt oogonblik in
een kuip met heet water, waardoor het ern
stige brandwonden bekwam. De Eerste
Hulpdienst verieende voorloopige hulp,
waarna de huisdokter de verdere zorg op
rich nam. De toestand van het meisje is
niet zonder gevaar.
Twee wielrijders de 16-jarige loop
knecht H. P. van T. en P. G. E kwamen
gisteren op den hoek Burgsteeg en Boter
markt met elkaar in botsing. Ze kwamen te
vallen waardoor de loopknecht van T. door
een ruit viel. Persoonlijk kreeg geen van bei
den letsel.
De kosten van de gebroken ruit zullen ze
gezamenlijk dragen. Van T zal de ruit koo-
pen en E, za- deze er in zetten.
Bij de Gemeentelijke Arbeidsbeurs
waren d.d. gisteren als werkloos ingeschre
ven in totaal 831 personen.
Het nieuws
van horion,
BTNNFMT.AND.
De Leidsche Gemeenteraad zet de behan
deling van de begrooting voor 1925 voort.
Ambtsaanvaarding van dr. W. J. de Haas
als hoogleeraar aan de Rijksuniversiteit al
hier.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken
vocï Rijnland te Leiden behandelde in huis-
bondelyke vergadering het adres inzake de
Ziekte- en Ongevallenwet 1925 en verplaat
sing en inkrimping der Handelsbeurs.
Om zich nader te beraden wat hem te
doen staat in verband met de stemming- over
een amendement inzake subsidieering der
Vroedvrouwenkweekschool te Heerlen, heeft
minister Aalberse gisteren opschorting van
de behandeling zijner begrooting gevraagd.
In parlementaire kringen neemt men aan,
dat minister Aalberse niet zal aftreden.
BUITENLAND.
Het Engelsch-Duitsche handelsverdrag is
geteekend.
De opening van het Engelsche Lagerhuis.
Het kabinet in Letland is afgetreden.
KUNST EN LETTEREN.
„DE RIETVINK", WASSENAAR.
Tentoonstelling van werken door
Jan Bogaerts.
In de uitstekend© expositiezaal hdngt het
weric van Bogaerts in een omgeving, pas
send bij de sfeer van intimiteit, die dezen
arbeid kenmerkt.
Bogaerte is een bedachtzame, door de
realiteit been dit behoedt hem voor zwij
melende weekheid tot een romantische
verbeelding komende kunstenaar, die in
zijn stillevens soms een mijmerende rust
als iets essentieels doet opleven.
Zijn portretten missen nog vastheid; er
is daarin een invloed van Van Welie te be
smeuren.
De landschappen zijn zeer melodieus.
Een grootere concentratie, een dieper in
dringer in het wezen der dingen zal aan zijn
werk een hog grootere zeggingskracht ver-
leenen.
Begrijpelijk, dat iemand van zoo'n ge
steldheid geneigd is, het van het jagende
leven afgeikerde te zoeiken.
Bogaerte vond dit in de Vogezen, vertelt
daarvan in het schilderij met de oude
huisjes te midden van het geboomte in
avondschemering. Het heeft iete sprookjes
achtigs.
Een zweem van droefgeestigheid ligt in
zijn landschap uit den Taunus; zoo zag hij
ook Maastricht.
Voorop een stukje walkant met een paar
figuurtjes; aan d© overzijde van het water
de begroeide oever met daarachter hooger
gelegen een deel van de stad. Even breekt
licht door de nevelige atmosfeer; gedempt
spiegelt het in het water.
Onder de teekeningen trof ons die van
een Kloostertuin, vol stemming. Dit brok
natuur leeft zijn eigen eenzelvig leven te
midden van het geheel. Bogaerts is het, als
hooide hij daarin oude verhalen, fluiste
ringen.
Zijn visie wordt wel eens beïnvloed door
iets literairs. Het aandeel van het onder
werp schaadt dan aan de zuiverheid van
de aandoening.
Bij den „Oude Burcht", waar boven zich'
de sterrenhemel spant, voelt men wel, dat
het rosse schijnsel vaD het licht boven in
de poort, stoort. Het roept associaties wak
ker, waardoor de beschouwer het schilderij
oen werking toeschrijft, die hot niet bezit.
Vergelijken wij hiermee no. 36, den toc-
gangsbrug tot d© poort van een kasteel,
dan is daar in de ingehouden kleuren ails
van een gobelin, een emotie, die zonder
meer spreekt.
Ongerept vindt zij hetgeen hij meedeelon
wal, in zijn stillevens. Daar is Bogaerts op
zijn best, al verdienen ook zijn landschap
pen ruime belangstelling.
Men zal den afstand moeten erkennen
tusschen wat men in het algemeen in zoo'n
schotel met aardbeien (no. 38) ziel, tot dat,
wat Bogaerts daarin beleeft.
Op een bruin glimmend blad legen witte
evenloonige muur, staat de warmkleurige
witte schotel, gevuld met de volle sappige
vruchten.
Om het diepste rood van de juist in het
midden wf de schaduw liggende aardbei zijn
de overige gegroepeerd met in lijn en kleur
een verband, dat de compositie door de
prachtige overwogenheid van groote voor
naamheid doet zijn. De ranken zijn geschikt
zóó, dat zij fijne accenten in het totaal wor
den.
Fijnzinnig is hij ook in de stillevens no.
8 en 9.
Het eene is een tinnen beker met een toef
veelkleurige bloemen, slaande op een bijbel
met grijsbruinen omslag, de fond is het kale
doek; het andere een bos herfstbloemen in
warm grijze pul gezet op een mahoniehou
ten kastje, de achtergrond is hier een be
hang mei geelgrijze en groene banen.
Zijn gevoel voor maat beüioedl hem voor
verstandelijke, dorhe'd brengende, overwe
gingen, en het poëtische wordt daardoor
niet iol.
Het besprokene is oen greep uil hel vele,
dat hier is.
Voor Leidenaars zal een bezoek aan de
vlak bij de tramhalte van „De Kievit" gele
gen kunstzaal uit hoofde van den afstand
geen bezwaar zijn. m
A
K. P; C. de Bazel.
Op het graf van architect K. P. C. de
Bazel op Westerveld is een eenvoudig ge-
denkteeken van Beiersch graniet geplaatst,
naar een ontwerp van den architect Jan de
Meyier. Aan het hoofdeinde staat
K. P. C. de Bazel.
Bouwmeester.
14 Febr. 1369.
ft Nov. 1923.