ONTVOERD.
u BUITENL. WEEKOVERZICHT.
Verfv'ekken uit Wit Waschgoed
No. 19855
LEIDSCH DAGBLAO, Zaterdag 29 November
Derde Blad. Anno 1924,
TWEEDE KAMER.
reclSme.
NEUMANN'S ONTKLEURDER
„VOSSEKOP IN STER"
VOOR DE HUISVROUW.
FEUILLETON.
Zitting van gisteren.
Regeling van werkzaamheden.
Woensdag 3 December te elf uur afdee -
lingsvergadering. Dinsdag en Donderdag
avondvergaderingen. Na Hoofdstuk 7b zal 3
(Buitenl. Zaken) aan de orde komen.
STAATSBEGROOTING VOOR 1925.
Hoofdstnk IV (Justitie).
Voortgegaan wordt met hoofdstuk IV
(Justitie) van de bcgicoting voor 1925.
A -• Afdeeling (Gevangenissen, enz.)
Mej. AIRIER (R.-K.) juicht verschillende
verbeteringen in het gevangeniswezen toe
en vooral dringt zij aan op zorg voor ae
godsdienstige behoefte. Gaarne zag zij ook
de gelegenheid voor retraite geopend. Ver
betering van het onderwijs acht zij ook ge-
wenscht, waarbij zij de vraag stelt of het
niet gegeven kan worden door een onder
wijzer buiten het gevangenispersoneel.
Ten slotte vraagt zij inlichtingen over
het werk in de gevangenissen. Zij wenscht
meer systematische vakopleiding, o.a. kook
lessen voor de vrouwen
De heer KLEEREKOPER (S.-D.) ge
looft, dat verbetering van het gevangenis
wezen geleidelijk zal komen. Het stelsel
van de gevangenissen leeft niet meer in
den geest van ons volk, omdat het niet meer
struokt met de opvattingen van dezen tijd.
Niéuw0 dingen zullen ongewtijfeld gebeu-
ren Reeds kan -hij den minister danken
voor de circulaire, waarin veel goeds voor
komt. Spr. wijst op de ideeön, door den
hoor Hylkema ontwikkeld in zake liet ge
vangeniswezen.
Nog wenscht hij' ccnige verbetering te be
pleiten. Hij verdedigt bijv. plaatselijk over
leg niet alleen over het dienstverband van
het personeel, maar ook over do sfeer van
liet werk*, waarbij het ook gaat om de be
langen van de verpleegden. Voor het per
soneel zijn verbeteringen gewenscht, o.a. de
regeling van de 51-uren week.
Mej. KATZ (C -H.) is ook verheugd over
cle circulaire van den minister, die verbete
ring brengt in het gevangeniswezen. De op
voedingsgedachte moet uitgangspunt zijn
bij de behandeling. In de circulaire wordt
nog te veel overgelaten aan i1© regenten,
omdat de adviezen van den gestichtsraad
le veel het karakter van adviezen houden.
Ia enkele opzichten, o.a. ten aanzien van
den arbeid voor vrouwen, sluit zij zich aan
b'.j de rede van mej. Meier.
Dc heer VAN RAPPARD (V.-B.) be-
sjreekt nog eens dc leergangen voor het
personeel cn vraagt den Minister of hij niet
van oordeel i~ dat deze van veel belang zijn
voor het gevangeniswezen.
Do heer VAN DER MOLEN (A.-R-) is
niet tevreden over de verhouding van het
gevangenisbeheer en de kerkelijke autori
teiten. Er bestaat nog altijd een onrecht te
genover sommige kerken in verband met
haar reoht om bedienaren der Woords toe
tc laten bij de gevangenen. Het antwoorü
".var: den Minister bevredigt spr. ook niet.
De heer v. RAVESTEYN (0. Fr.) is van
oordeel, dat het gevangeniswezen in alle
opzichten slecht is. Van eenigen vooruit
gang is nog geen sprake. Hij verhaalt wat
twee van zijn partijgenoöten is overkomen,
die in heohtcnis werden genomen wegens
een spreek-délict. Eén van hen mocht zich
n:et eens in het bezit stellen van tandpoe
der. Daarvoor was een attest van den ge
vangen! sdokter noodig. Van dezen Minister
verwacht liij niet dc minste verbetering in
ét gevangeniswezen.
De heer SCHOKKING (C.-H.) is er voor
dat er regel is bij bet toelaten van bedie
naren der "Woords. Hij wil wel het betoog
van den heer Van der Molen steunen, maar
hij begrijpt, dat er een bepaald systeem
moet zijn van toelating.
De Minister van Justitie, de heer IIEÉAIS
KERK, antwoordt den heer v. d. Molen,
dat hij bereid is de regeling der toelating
nader tc overwegen. De kwestie is eenigs-
zins moeilijk, omdat niet onder den dek
mantel van geestelijke verzorging een be
paalde propaganda in cle gevangenis wordt
toegelaten. Inmiddels zal dc Minister trach
ten ccn soepelere regeling te treffen.
Over veAetering van het strafstelsel zal
spr. niets meer zeggen. Of het in Rusland
beter is, weet spr. niet. Hij heeft er wel
eens iets over gelezen, dat hem minder leek
dan in Nederland.
Het-streven naar individualiseeren van
dc straf vindt bij don Minister steun, omdat
het ons dichter brengt tot de gerechtigheid.
Alleen geleidelijk kan verbetering worden
gebracht. Met belangstelling zal spr. de
gehouden redevoeringen nog eens nalezen
en overwegen.
De heer KLEEREKOPER (S. D.) meent
dat de staatsbemoeiing in deze aangelegen
heid moeilijk le vergelijken is met die der
particulieren. De laatste voeren, wat zij niet
willen houden, af naar de staatsinstellingen,
die alles moet opnemen. Omtrent de reor
ganisatie van deze afdeeling van staatszorg
bestond onzekerheid. Spr. wijst op de
enquête, door „Hot Vaderland" ten aan
zien van de bezuiniging op dit gebied ge
houden en op de geheimhouding, die in ver-
"band daarmede aan alle betrokken ambte
naren werd opgelegd. Spr. acht het noodig
dat de Minister aangeeft hoe liij zich de
reorganisatie denkt.
Dc heer KETELAAR (v.-d.) betreurt liet,
dait liet in observatie nermn van kinderen
vóór zij in particuliere gestichten worden
opgenomen, wordt nagelalen. Hot ge-brok
aan plaatsruimte is men thans te boven en
daarom is observatie weor mogelijk. Hij
hoopt dat de minister alsnog van deze op
vatting zal terugkomen.
De lieer BULTEN (r.-k.) bepleit verbe
tering der arbeidsvoorwaarden van liet
personeel der gestichten en vraagt daar
voor overleg met den minister van Onder
wijs.
De MINISTER zegt, dat mede op aan
drang van de Kamer, lot bezuiniging is
overgegaan. De opheffing van hel gesticht
te Leiden is in overweging. Wanneer zij
zal geschieden is nog niet te zeggen", -om
dat er een opleving van het aantal ver
pleegden daar valt le conslalceren.
Het opnemen bij particulieren zonder ob
servatie is oen uitzondering. Van de 255
gevallen had slechts in 30 gevallen geen
observatie plaats.
Aan den heer Bulten zegt spr., dal hij
moeilijk lolsregeling voor deze ambtenaren
alleen kan overwegen.
Bij art. 81 vraagt de heer VAN DER
VOORT VAN ZIJP (a.-r.) eenige inlich
tingen over de verdeeling der subsidies
aan de vereenigingen. Dc Bond van Olir.
Philantkropischc vereenigingen had een
verzoek om steun ingediend, maar dit is af
gewezen. Spr. vraagt of de minister dien
steun blijft afwijzen.
De MINISTER zegt dal het voornemen
voor deze steunverleening niet beslaat.
De heer VAN DER BILT (r.-k.) be
spreekt hel opleidingssolïi-p De Noordbra
bant. Hij meent dat dit duur zal blijven en
dat het niet zal voldoen aan zijn bestem
ming.
Dé lieer VAN DER VOORT VAN ZIJP
(a.-r.) is het met de<zc kritiek cans. Hij wil
'het schip oen andere bestemming geven.
De MINISTER zegt dat nog geon beslis
sing is genomen ton-aanzien van di t schip.
De begrooting is afgehandeld.
Ilct ontwerp komt Dinsdag in stemming.
De vergadering wordt,verdaagd lot Dins
dag één uur.
dev«rmaa8-dec
FranschsZeep 1
run
Egyptische crisis gratie voor
een oorlogsmisdadiger in
wendige moeilijkheden.
Welke gevolgen een politieke moord heb
ben kan, ligt nog te versoh in het geheugen,
om er veel over le zeggen. We noemen
s:chls Serajewo dc bakermat van den
oorlog van 19141
Een herhaling in 't klein heeft zich in
Egypte afgespeeld. Nationalistische drijvers
voor Egyple's volkomen onafhankelijkheid
hebben weer eens hun doel voorbij ge
streefd. Onverwachts werd een moordaan
slag gepleegd op den Egyptischen Sirdar en
deze slaagde maar al le wel. De medische
wetenschap was niet in staat het leven van
den Sirdar te redden.
Voor Engeland is dez?, op zich zelf na
tuurlijk afschuwelijke daad, die algemeen
ook zoo beoordeeld is, zelfs door de leiders
der nationalistische partij in het land van
den Nijl en der pyramiden, geworden een
welkome gelegenheid om terug te komen op
de reeds toegestane vrijheden voor zoover
liet daartoe wilde overgaan. De verhoudin
gen met Egypte waren reeds lang uitge
groeid lot een situatie, die Engeland weinig
kon bekoren Zells niet het Engeland van
Mc. Donald die bij de besprekingen met
Zagloel pasja ook niets wist le bereiken.
Egypte's opeischrn van den Soedan, zijn
verdere aspiraties, alles druischte in tegen
de Engelsche belangen en een compromis
werd door Egyptè. die het volle pond bleef
vragen als onafhankelijke natie, geweigerd.
Het politieke spel was op het doode punt ge
komen, met Egypte, taai vasthoudend, iets
in het voordeel
Daar kw'a-m de moord op den Sirdar
Engeland kreeg de troeven in handen en ge
bruikte ze. Niet alleen werden Egypte
zware eisohen gesteld ter boetedoening voor
den moordaanslag, daarnevens werden an
dere politieke cischen gesteld, die met den
moord niets uitstaande hadden. De gelegen
heid leek cr voor geschapen Precies als na
Serajewo, al gingen daar de eischen nog
verder, dat zij erkend.
Maar verder gaat de vergelijking niet op.
In 1914 weigerde Servië definitief de Oos-
tenrijksche eischen, Egypte zal zich wel
buigen, onmachtig als het is. Zagloel pasja
nam de zware eischen, die tol den moord in
betrekking stonden, aan, doch weigerde de
andere, geruggesteund door de Kamer.
Engeland ging daarop tot daden over
Zagloel ging heen en het nieuwe kabinet
onder Ziwar pasja is bezig langzaam aan de
eischen van G-root-BritlanniO in te willigen,
na de Kamer eenvoudig voor een maand
huiswaarts te hebben gezonden.
Of het land echter accoord zal gaan met
dit toegeven, is nog de vraag. De arresta
ties, door de Engelschen verricht, schijnen
ons een bewijs, dat Engeland zelf twijfelt
en er bij voorbaat den schrik wil injagen.
Alecn, gelijk gezegd. Egypte is lot georgani-
seerden tegenweer onmachtig en baal geven
zal een niet-accoord-gaan dus direct niet.
Voor Enigeland wordit Egypte echter trots
alles een dreigend gevaar in versterkte made
als Engelsch-Indië geleidelijk aan reeds in
den kiem mag worden genoemd. In het al
gemeen gesproken, zal deze Engelsche hou
ding voor geheel Noord-Afrika elc. een ann
ulling zijn om zich schrap le zetten, gelijk
de Riffkabylen doen irr Marokko tegenover
Spanje.
Alvorens de Egyptische Kamer het zwij
gen w<yrd opgelegd, heeft zij nog een vlam
mend protest gericht tot den VoLkenbond
over de imperialistische Engelsche neigin
gen. Dal protest is eehler niet gevolgd door
een beroep op dit vredrslichaam. Dc regee
ring denkt er niet aan, de Kamer heeft er
geen gelegenheid meer voor. Geholpen zou
het trouwens niet hobben. Afgezien van de
omstandigheid, dat art. 21 van het Volkcn-
bondsslaluut inderdaad Egypte 9chijnt uit
te schakelen inzake het doen van zoo'n
beroep, zou Engeland toch niet hebben ge
duld, dei de Volkenbond zich met deze
kwestie bemoeide. Zoodal dit lichaam liet
ook niet zou hebben aangedurfd, om deze
affaire le enlameeren, Engeland is immers
eon der mogendheden, die de Volkenbond
niet aandurfl, al zou h.*t alleen maar zijn
om een uillrc-den van Engeland le voor
komen.
Dc Egyptische kwestie is in ieder geval
voor de Yolkenbondsidee geen gunstig iels,
hoe men het ook keert en he»l strekt Eng»e-
iland niet tot eer, moreel niet geheel vrij
uil te gaan in dezen. Hel maakt zich, zij het
beschermd door genoemd art. 21. schuldig
aan wat het Italië verweet, locn hel zoo
eigenmachtig optrad legen Griekenland en
Korfoe bezette. 'I Kan verkeer en.
Dat blijkt ook uit hel optreden der Fran-
sche regeering inzake den „oorlogsmisdadi
ger" generaal von Xatliusius. Vroeger zou
het niet mogelijk zijn geweest, dat maar zoo
gratie was verleend in zoo'n „bedenkelijk
gevat". Herriot heeft dit evenwel aange-
dufd maar toch nog le laat. Het veroor-
deelend vonnis van Rijssel, al was hel ook
slechts lot een jaar in plaats van de vroe
ger bij verstek zoo gul toegekende vijftien,
heeft toch in Duitschland het rechtsgevoel
beleedigd, vóbral, waar de bewijzen legen
den generaal al bijzonder zwak waren en
een gratie vermag dat niet uit te wisschen.
Voor de conservatieven een kleine winsle,
doch vermoedelijk niet groot genoeg, om bij
de a.s. Rijksdagverkiezingen succes te heb
ben. De vooruitzichten blijven gelukkig de
middenpartijen in Duitschland gunstig.
De inwendige moeilijkheden, waarvoor de
diverse regeeringen zijn geplaatst, blijven
zich overigens over hol algemeen loespit-
I sen. Aan alle zijden dreigen inwendige cri
sis om de meest uiteen loop en de redenen.
Hier en daar krijgen de premiers moties
van vertrouwen, soms op het kantje af,
maar trols alles stapelen de moeilijkheden
zich op. In Frankrijk in Spanje, in Italië,
in Zurd-Slavifi, in Roemenië, in België, waar
de taalstrijd al woester wordt, ja, waar
niet al
RECLAME.
Vruchten-, Koffie-, Chocolade-, Wijn-,
Roest-, en dergelijke vlekken ver
wildert, gekleurde stoffen ontkleurt
Onschadelijk voor alle stoffen.
Öcmakkelijk gebruik. Men let op het merk
Verkrijgbaar bij alle Drogisten. 9628
Surprises.
Ik durf. werkelijk op dezen Zaterdag legen
U nergens anders over (e praten dan over
hel a.s. Sjt.-Nicolaasfeest.
liet is zóó jammer, dat dit alleraardigste,
goed Hollandsche gebruik tegenwoordig ook
al uit de mode gaat. Want het is een ideaal
kinderfeest véél cn vóél aardiger dan hun
verjaardag, waarbij één persoon alléén ko
ning is, zoodal hem of haar alle pakjes ioe_
stroomen, terwijl de anderen op visite mogen
komen en cr naar k ij k e n, hoe het
vriendje bedorven wordt!
Mot Sinterklaas worden alle koninkjes
en koninginnetjes bedorven dal is een
feest voor allemaal, een dag van pret en
verrassingen voor het gansche huisgezin!
Daarbij komt het minder op mooie go-
schenken aan dan op de pret en liet plagen!
En daarom kan ik U niet genoeg aanra
den om vooral zelf surprises te maken en
geen klaar gekochte te -sturen. Vooral wan
neer gij U nog jong voelt en U hoeft kinders
over de vloer, loont zoo'n eigen verzinsel
dubbel. Kinderen hebben ICOü en 1 kleine
aanwenscis, minfatüur-zondetjes, waar u ze
wal mee voor den gek kunt houden. En ali
het niet met het pakje zelf gaat, dan doet u
het met het versje. Vooral geen lange ge
dichten fabriceeren, want als do feestavond
eenmaal is aangebroken, dan heeft niemand
bar veel tijd om zoo'n product voor te lezen.
Maak ze kort en bondig; heeft b.v. uw
10-jarige zoon eens in 't donker naar zijn
inktpot gezocht en daarbij een stel glazen
omvergegooid, stuur hem dan een pak kaar*
sen cn schrijf er bij:
Jan. als je weer eens iels moet zoeken,
't Zij een inktpot of je boeken, 4
Breek dan niet een glas of twee
Maar neem liever een ko^jo m°^!
En als uw oudste dochter nog al eens
grapjes met jongens uithaalt, zend haar dan
een paar suikorhnrfon en schrijf-
Vrind Jan kwam in groole agitatie
Gisterennacht bij Sinlerklaassie: 1
„Sint. toe help me uit de consternatie
„En dicht voor mij ccn declaratie! 3
„Want ik heb mijn hart verloren,
„En een meisje uitverkoren,
„.Maar ik vrees haar booze toorn
„En ik kan het pi»*' meer smoren 1
Foei Marietje breek jij de harten
Zoo maar met dozijntjes, zus?
Hier heb je cr een paar, die móg jo
Laat de jongens dan met rus'! (breken,
Hebt u wel eens een rollade van watten
gemaakt? Het wordt prachtig! Eerst moot u
het cadeautje, dat er in verstopt wordt, goed
in perkament of ander ondoordringbaar pa
pier pakken, want anders komt het totaal
bedorven te voorsclrin. Daarna wikkelt u
de watten er omheen. Besmeert dit met vet
en bak hanr even in de oven tot het juist
bruin ziet. Wanneer li deze rollade op pen
vleeschschaa! legt en wat jus er over cn
omheen giet, dan heusch, is 't net echtl
Verkleedpartijen hebben bij kinderen ook
veel succes. U kunt b.v. vragen of een
dienstbode of iemand anders, die u kent,
om halfachl als politieagent vermomd bij u
aan zou willen bellen, of als dc lecraar van
school, of de groenboer, de bakker enfin
iemand, waar 't kind altijd allerlei verhalen
over hoeft. Is uw jongen soms geneigd zich
nogal eens le verslapen? Stuur hem dan
klokjes, wekkers, ratels, kleppers, alles wat
maar leven maakt hoe meer hoe liever
een hééle mand voll Maar vergeet voor&l
niet om onderin een cadeautje te sloppen,
want een pak met niets is flauw!
Ik heb 't ook eens bijgewoond, dat een
vader, die geducht kon vossen een heel dik,
heel fijn gedruk boekwerk kreeg, iets uit
een bibliotheek, dat hij heelemaal niet noo
dig had. 't Was dus een surprise! Na lang
zoeken en bladeren en speuren of er ner
gens een brie/je lusschen lag. vond hij een
klein papierje: „Kijk op bldz. 3101" Daar
waren een aantal letters onderstreept, die
(e samen een zin vormden en den armen
man. die zijn sludicliefde op dat moment
wel verwenscht zal hebben, naar Zijn boc-
kenzoldcr stuurden, waar tusschen Stapels
stoffige folianten eindelijk een geschenkje
lag! Dokters of artsen in spé kunt li met
hun eigen drankjes, pillen en poeiers heel
wat kooltjes sloven. Een apotheker helpt u
wel de boel zoo natuurlijk mogelijk na te
bootsen en die kan u ook voorzien van
niesmiddel tjes of andere onschadelijke,
maar een grappige uitwerking hebbende in
grediënten.
Het aardigste vind ik altijd liet Sinter
klaas/eest met opgroeiende kinders. O, na
tuurlijk, het is óók heel leuk met de aller-*
kleinsten, die nog een beetje huiverig zijn
voor den man met den witten baard cn zijn
zwarten Pieler, maar er is meer bewuste
pret met kinderen, die niet meer in Sint ge-
looven en zelf de laatste dagen van No
vember vol geheimen en gefluister zijn. die
pardoes midden onder tafel opeens opstaan
en de kamer uithollen om even later met
een hoogroode kleur weer binnen te komen -
en heel geheimzinnig aan moeder in le
fluisteren: „Niet boos zijn, moes! Ik had op
eens een inspiratie voor mijn vers voor Bob
en als ik dat niet d a d e 1 ij k opschrijf,
verlies ik de woorden weer!"
Moeder is in die dagen vóór Sint geen
baas in eigen huis, de ziel! Overal sluit ze
op gesloten deuren of kasten met: „Verbo
den Toegang" er op. En 't is al mooi als
haar één hokje wordt gelaten om haar eigen
verrassingen in te bereiden! -
Van ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerde vertaling van J. C. L. B. Pet.
(Nadruk verboden.
7)
Het «huis S-haws was vijf verdiepingen
hoog, zonder den zolder. Naarmate ik vor
derde scheen de trap mij minder stevig le
worden, en lialiter, en ik dacht er over, wat
de oorzaak van deze verandering kon zijn,
toen een tweede bliksemstraal Hilslc. Ik
schreeuwde niet. maar liet was, omdat de
'angst mijn keel toekneep en als ik niet viel,
was het meer mijn gelukkig gesternte dan
mijn eigen kracht. Niet alleen verlichtte de
bliksem alle hoeken, door gaten in de mu
ren, omdat ik omhoog scheen te kruipen op
een open steiger; maar bij hetzelfde voorbij
gaande licht kon ik zien, dal de treden van
ongelijke lengte waren, en dat een van mijn
voelen op dat oogenblik twee duimen van
den rand rustte.
Dit was de prachtige trap, dacht ik; en
mei die gedachte kwam een golf van booze
roekeloosheid in mijn hart. Mijn ooin liad
zeker hierheen gezonden, om mij in
groot gevaar le brengen; misschien om mij
te laten verongelukken. Ik nam mij voor dat
nader te onderzoeken, al zou ik cr mijn
^ok mee breken, liet mij zakken op handen
knieën; en langzaam, als een slak, iede-
wj duim onderzoekend, en de vastheid van
**ere steen beproevend, besteeg ik verder
irap. De duisternis schoen te zijn verdub
beld door hel contrast mei hel weerlicht, cn
dat was niet het ergste, want ik werd on
rustig door een geweldig gefladder van
vleermuizen, die boven in den loren huisden
en de afschuwelijke beesten raakten in hun
vlucht naar beneden soms mijn gelaat en
lichaam.
De toren, was vierkant en in ieder en hoek
was de trede gemaakt van een grooten
steen, van afwijkenden vorm, om de treden
te verbinden. Ik was vlak bij een van deze
hoeken gekomen, en voeklc als gewoon
lijk vooruit maar mijn itand gleed over een
rand cn vond niets dan leegte daarachter.
De trap was niet verder doorgetrokkenwie
een vreemdeling hierop ti-et klimmen in het
donker, zond boni recht naar zijn dood, en
ofschoon ik vrij veilig was, dank zij het
weerlicht en mijn eigen voorzichtigheid,
bracht dc gedachte aan hel gevaar, dat ik
had doorslaan, en dc verschrikkelijke boog
ie, waarvan ik kon zijn gevallen, het
klamme zweel Gp mijn voorhoofd en ont
nam mij een oogenblik de kracht.
Maar ik wist nu waaraan ik mij te hou
den had, keerde om en vond weer tastend
mijn weg terug, mc-l een wonderlijke woede
in mijn hart. Toen ik ongeveer halfweg was,
stak de wind op met een ruk en schudde
den loren en stier! weer wegde regen
volgde en vóór ik den grond had bereikt,
viel hij bij stroomen. Ik stak mijn hoofd
naar builen en zag iu de richting van de
keuken. De deur, die ik achter mij had ge
sloten, stond nu open. c-n ik dacht, dal ik
een gestalte kon .zien slaam in den regen,
doodstil, als iemand, die luistert. En toen
kwam een verblindende straal, zoodat ik
mijn oom duidelijk kon zien, juist waar ik
had gedacht, en onmiddellijk daarna een ge
weldig geratel van den donder.
Of nu mijn oom meende, dal dc slag hel
geluid was van mijn val, weet ik niet, maar
zeker is het, dal hij werd aangegrepen door
een panischen schrik, het huis in ronde en
de deur achter zich open liet. Ik volgde hem,
zoo zacht ik kon en loen ik ongemerkt de
keuken binnenkwam, bleef ik staan, en
sloeg hem gade. Hij had tijd gevonden do
hoekkast le openen en een groole flesch
brandewijn ér uit te nemen, en zat nu aan
tafel, met zijn rug naar mij gekeerd, leder
oogenblik werd hij overvallen door ccn aan
val van stuipachtig schokken en kreunde
luid, ohi dan de flcscli aan zijn lippen te
brengen en monden vol sterken drank le
drinken.
Ik slapie naar voren, kwam vlak achlcr
zijn stoel en "plotseling mijn beide handen
op zijn schouders leggend, riep ik: „Aba!"
„Mijn oom gaf een soorl gebroken kreet,
als het hiaten van een schaap, sloeg zijn
armen omhoog en viel voor dood neer op
den vloer. Dit bracht mij een beelje in de
war, maar ik inocst eerst voor mijzelf zor
gen, en aarzelde niet hem te laten liggen,
zooals hij was neergevallen. De sleutels hin
gen in de kast, en liet was mijn bedoeling
mij (e wapenen, vóór mijn. oom bij kennis
kwam en weer in staat was kwaad te doen.
In de kast stonden een paar flcsschen,
waarvan enkele klaarblijkelijk medicijnfles-
sehen waren; verder een groole stapel reke
ningen en andere papieren, die ik graag eens
zou hebben overhoop gehaald, wanneer ik
den lijd had gehad, pn een paar kleinighe
den, waaraan ik niels had. Toen onder-
zodht ik de kisten. De eerste was vol meel,
de tweede vol geldzakken en papieren, tot
bundels gebonden; in de derde vond ik, tus
schen veel andere dingen, meerendcels klee-
ren, een roesligen. leelijken Hooglandschen
dolk zonder scheéde. l)*z?n verborg ik in
mijn vest en zag weer om naar mijn oom.
Hij lag nog zooals hij was gevallen, één knie
omhoog en een arm languit; zijn gelaat had
een vreemde, blauwe kléur en hij scheen
niet meer te ademen. Jk begon le vreezen,
dat hij dood was; toen haalde ik water, en
gooide het in zijn gezicht, waardoor hij een
weinig lot zichzelf scheen le komen, len
minste liij vertrok ZLjn gezicht en zijn oog
leden trilden. Ten laatste keek bij op en zag
mij, en er kwam een uitdrukking van* af
grijzen in zijn oogen, die niet van deze we
reld was.
„Kom, kom." zei ik, „ga rechtop zitten."
„Leef je?" snikte hij. „O man, leef je
nog?"
„Waarachtigzei ik; „maar dal heb ik
niet aan jou le danken."
Ilij begon weer op adem te komen en
zuchtte diep.
„Hel blauwe flesclije,zei hij „in de
kast hel blauwe flesclije."
Zijn adem kwam weer moeilijker.
Ik liep naar de kast en vood daar een
blauw medicijnfleschje mi l de gebruiksaan
wijzing! gescTirevén op een papiertje, cn
hiervan gaf ik hem eer. dosis, zoo snel
ik kon.
„Hel is de kwaal," zei hij. een beelje bij
komend. „Ik heb een kwaal, David! liet is
mijn hart."
ik zette hem op een stoel en zag hem aan.
Het is waar, ckit ik medelijden had met een
man, die cr. zoo ellendig uitzag; maar daar
naast was ik vol rechknaiige woede, en ik
noemde hem de pun len op. waarover ik op
heldering wenschlv: waarom hij hij ieder
punt loog, waarom hij bang was, dat ik zou
weggaan, wat hij er tegen had, dat ik vroeg,
of hij en mijn vader tweelingen waren. „Is
dal, omdat hel waar is?" vroeg ik. Waarom
hij mij geld had gegeven, waarop ik naar
mijn overtuiging geen recht had, en ten laat
ste, waarom hij had geprobeerd mij le ver-
moortien. Ilij hoorde mij zwijgend aan en
smeekte mij toen, met gebroken slem, hem
naar bed le talen gaan.
„Morgenochtend zal ik je alles vertellen,"
zei hij, „zoo zeker als tweemaal twee vier'
is, zal ik het doen."
Eh hij was zoo zwak, dat ik niet ander»
kon dan toegeven. Maar ik sloot hen» op in
zijn kamer en slak den sleutel in mijn zak.
Daarna keerde ik terug naar de keuken,
maakte daar zulk een vuur, als er niel had
gebrand in lange jaren, en gewikkeld in
mijn plaid, ging ik liggen op de kisten en
sliep in.
HOOFDSTUK V.
Ik ga naar Queens Feity.
Het regende hard dien nacht cn den vol
genden ochtend blies er een bitter koude
wind uil het Noordwesten, die'de verstrooide
wolkon voor zich uitdreef. Ondanks dat alles
ging ik, vóór de zon was opgekomen cn de
laatste sier was verdwenen, naar dc beek
en dompelde mij in de diepe, draaiende kolk.
Nog gloeiend van mijn bad giflg ik weer
naast het vuur zitten, dat ik opnieuw voor
zag, en begon locn ernstig na te denken
over mijn toestand.
Er bestond geen twijfel meer omtrent
mijns ooms vijandige gezindheid; er be
stond geen twijfel, dal tk mijn leven in mijn
eigen hand had, en dal hij geen steen op
den. anderen zou laten om mijn ongeluk te
bewerkstelligen.
(Wordt vervolgd.)