ONTVOERD.
No 19849
LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 November
Derde Blad. Anno 1924.
d buitenl. weekoverzicht.
FEUILLETON.
BRIEVEN UIT BERLIJN.
Le Hidi boug-e.
Handelsverdragen de schuld
aan den oorlog de moord
in Egypte overal inwendige
moeilijkheden.
Begin 1925 herneemt Duitschland zijn
door het vredesverdrag van Versailles ge
kortwiekte handelsvrijheid en daarmee is
voor de geallieerde landen het tijdstip aan
gebroken, om met Duitschland op dit terrein
in nieuwe relatie te treden. Men zal aan de
zijde der overwinnaars echter en spe
ciaal geldt dit voor Frankrijk, zelfs voor het
Frankrijk van Herriot nog moeien wen
nen aan het feit, dat Duitschland daarbij
optreedt als gelijkgerechtigde partij, die ook
50 pCL vraagt van de 100 pCt. van een han
delsverdrag. Te verbazen is het daarom ze
ker niet, dat de diverse besprekingen over
zoo'n handelsverdrag niet al te hard op
schieten. En te meer niet, waar de oorlog
en de na-oorlog alles zoozeer onderste boven
hebben gekeerd. Bovendien komen er tel
kens van die kleine gebeurlijkheden, die als
een groolc hinderpaal optreden. Daar is b.v.
de veroordeeling van den Duilschen gene
raal van Nathusius als „gemeen oorlogs
misdadiger" le Rijssel, gearresteerd, toen hij
het graf van zijn vader in Elzas-Lotharingen
wilde bezoeken. Het zou van doorzicht heb
ben getuigd, zoo van Fransche zijde hier
een niet-optreden was toegepast. Het verbit
tert de Duitsehe stemming noodeloos en dat
vlak voor de Rijksdagverkiezingen nog daar
nevens! fn dit opzicht schaadt wellicht ook
de publicatie op dit oogenblik van dc ge
denkschriften van den oud-gezant Louis te
St.-Petersburg. waarin, al wordt ook daarin
verklaard, dat Duitschland in 1911 den oor
log wilde en heeft geforceerd, niettemin op
de leidende Fransche diplomalen van dat
tijdstip de last wordt geworpen, niet alles
te hebben gedaan, om den oorlog te helpen
voorkomen, 't Is koren op den molen der
Duitsehe ontkenners van alleen-schuld-aan-
den-ooriog. Van zulke memoires is het groot
ste euvel, dat zij niet kunnen overtuigen,
dat zij slechts een wapen vormen voor of
tegen, al naar male men reeds geporteerd is.
Want de betroffencn, in casu Poincaré.
Cambon, Paléologue etc. heeten alles na
tuurlijk fantaisie, geboren uit allerlei oog
merk en gemoedsstemming.
't Zou voor de wereld in 't algemeen een
mooi ding zijn, zoo eens een vijftig, jaar in
deze schuldkwestie niet werd geroerd en
gemorreld. Dat gaf rust in een malerie,
waarin een eindoordeel thans zonder op
wekking van allerlei hartstochten en met
volledig oordeel des onderscheids toch niet
is le geven. Maar 't is bekend, het aantal
vrome wenschen is legio
Een van de vrome wenschen van '1 oogen
blik, die bijzonder zich in de aandacht mag
verheugen, is .ongetwijfeld: geen oorlog meer
cn alles, wat daarop betrekking heeft, ver
heugt zich in groole belangstelling. Van
daar dan ook, dat reeds het uitstellen door
Engeland van een beslissing over al of niet
aanvaarden van het protocol van Geneve,
ter laatste Volkenbondsvergadering met zoo
veel moeite opgesteld, ongerustheid wekt.
Uitstel beteekent afstel, wordt gezegd en
vooral het liooren der Dominions door de
Engelsche regeering geeft daaraan voedsel,
waar immers verscheidene dezer Engelsche
vazallen van het protocol al heel weinig ge
diend zijn. Voeg daar nog hij, dat niet lord
Robert Cecil, maar Austen Chamberlain
naar Rome gaat om Engeland te vertegen
woordigen in den Volkenbondsraad En
zonder Engeland's meedoen is hel protocol
practisch ten doode opgeschreven! Het 'eer
ste merkbare teeken van Mc Donald's val!
De kans is maar al le groot, dat een nieuwe,
verwarde historie inzake algemeéne ontwa
pening, het gevolg zal zijn, waarvan het
einde nog niel is le overzien.
Voor Engeland is overigens wel bijzonder
werk aan den winkel gekomen door den
moord op den Sirdar in Egypte, levens gou
verneur van den Soedan door nog onbe
kende daders. Dc locli reeds in menig op
zicht gespannen Engelsch-Egyptische ver
houdingen zijn daardooj- hopeloos verward.
Deze moord op zich zelf is opnieuw een bp-
wijs, hoezeer de politiek de menschen heeft
verdorven en de bedrijvers, ongetwijfeld
hartstochtelijke voorvechters van Esyple's
volledige onafhankelijkheid, hebben er hun
ideaal allesbehalve een dienst mee bewezen.
In Engeland sleunt hel de ten opzichte van
.Vadruk verboden.
1) -
Zijnde de lotgevallen van-David Bal four
in het jaar 1751; hoe hij werd ontvoerd-en
verbannenzijn lijden op een verlaten
eiland; zijn reis in de woeste Hooglanden,
zijn kennismaking met Alan Brech Stewart
en andere beruchte Hooglandse he Jacobie-
tcn, cn alles, wat hij l-:ëd door de hand van
zijn oom, Ebenezer Balfour van Shaws, val-
scholijk zoo genoemd; geschreven door
hemzelven
en nu openbaar gcniaakl door
ROBERT LOUIS STEVENSON.
Geautoriseerd? vertaling van J. C L. B. Pel.
HOOFDSTUK I.
Ik vang mijn reis aan naar het huis Shaws.
Ik zal de geschiedenis van mijn avontu
ren beginnen met een zekeren morgen,
vroeg in de maand Juni van hel jaar 1751
hen ik voor de laaétüe ma-ail den sleutel uit
mijns vaders huisdeur trok. De zon begon
.k- schijnen op de toppen der heuvels, toen
ik den Weg afliep, en tegen den lijd, dab ik
pasborie voorbijkwam, zongen de lijsters
jn de seringen, en de mist, die in het dal
I'ing, trok op en verdween, naarmate dc dag
vorderde.
-Mr. Campbell, de predikant van Essen-
dean, wadhtte mij bij het hek, de goede
[^an. Hij vroeg mij, of ik ontbelcm had, en
hi\ hoorde, dat ik aan niets behoefte
Egypte's autonomie meest afwijzend staan-
den, uit wier kringen reed9 de kreet weer
galmt om wat in 1922 werd toegestaan, on
gedaan te maken. Zoover zal ongetwijfeld
de Engelsche regeering wel niet gaan. daar
het weinig minder dan oorlog zou beteeke-
nen, doch aan den anderen kant zal het
Engeland in geen geval gunstig stemmen
voor verdere concessies in den geest van
Zagloel pasja, die in Egypte trouwens niet
meer zoo volledig baas schijnt als vroeger,
a! heeft hij zijn gezag door een schijn-aftre-
den ook weer pogen te herstellen. Een moei
lijke periode schijnt voor Egypte aan te bre
ken, waarin een hernieuwd optreden van
lichtzinnige individuen als van de moorde-
- naars van den Sirdar slechts onoverzienbare
gevolgen zou kunnen hebben. De Egyptische
regeering schijnt gelukkig lot iedere behoor
lijke satisfactie bereid.
Moeilijkheden zijn er verder voor bijkans
alle regeeringen in Europa. Cp die in Spanje
en Italië wezen we nog pas in ons vorig
overzicht en deze zijn eerder grooier dan
kleiner geworden. In Portugal. Finland en
misschien ook in Turkije zijn de regeeringen
gevallen en in Oostenrijk heeft Seipel het
veld moeten ruimen. Wel zal zijn opvolger,
door hem zelf aanbevolen, n.l. Ramek. de
saneeringspolitiek voortzetten, doch in de
binnenlandsche politiek zal meer aandacht
worden geschonken aan de decentralisatie-
politiek der Ooslenrijksche landen. Of dit
wel mogelijk zal blijken in het kader der
saneeringspolitiek is nog een tweede.
Op den Balkan nieuwe gisting in Grie
kenland en wellicht verandering in dc on
derlinge verhoudingen, daar Zuid-Slavië het
vriendschapsverdrag met Griekenland op
zegde, zij het ook in zeer beleefden vorm.
Venizelos redivivus zal misschien probeeren
de gebroken band te herstellen.
En in Frankrijk en dit tot slot
schijnt het verleenen van amnestie aan
Malvy pn Caillaux een periode van groole
beroering in de binnenl. politiek in te lui
den. Beiden schijnen een herziening van
hun proces te willen doordrijven. Lukt dit.
dan zal het ons niet verbazen, wanneer zal
Mijken, dat daarmee een soort politieke
modderpoel wordt opengelegd, waarbij Cle-
mcncenu en Poincaré het hard te verant
woorden zullen krijgen. Zelfs zonder offi-
cieele herziening zal dit wellicht niel te
ontkomen zijn
Gerhart Hauptmann's nieuwe Roman.
„Die Insel der groszen Mutter".
Na een langdurig stilzwijgen legt Gcrhari
Hauptmann het publiek een nieuw werk
voor. Een „roman", door de Duitsehe inlel-
lectueelen met spanning en nieuwsgierigheid
verwacht, deze alledaagschc benaming is
eigenlijk niet op dit merkwaardige boek van
toepassing. Het is een fantastisch dichtwerk
in prozavorm, stralend en fonkelend in een
zeer bijzondere raadselachtige schoonheid,^
geheel afwijkend van Hauptmann's schep -
pingen en toch ook weer een nauw verband
met de laatste werken en den stijl van .den
dichter verloonend.
De titel is merkwaardig; „Die Insel der
groszen Mutter of Das Wunder von lie des
Dairies, eine Geschichle aus dem ulopischen
Archipelagic" (uitgave van S. Fischer, Ber
lijn). Het klinkt als een sprookje, en 't is ook
een sprookje. Maar-één, dat met' de wereld
der werkelijkheid op een behoorlijke wijze in
contact gebracht is, zooals dit eigenlijk het
geval met ieder echt sprookje is cn dat aan
dezen aardsclien bodem ontspruit en opbloeit
lot een lichtend en geheimzinnig visioen.
Uit den droom van een avontuurlijke vaart
over verre zeeën is de fabel, de handeling
van de roman geboren. „Den oever van
een stil in eenzaamheid pronkend, door ge
bergten overdekt eiland in hel Zuidelijke deel
van dc Stille Zuidzee, naderden op zekeren
dag verschillende booten, toen do .zon juist
op middaghoogte stond. Zoo begint het. Won-
derlijko passagiers slappen aan wal; meer
dan honderd Europecsch gekleede dames. Een
tragische gebeurtenis was voorafgegaan, een
groot stoomschip de „Kormoran" was ge
zonken. Niet bij storm en onweer, maar bij
het mooiste weer en spiegelgladde zee was
het ongeluk geschied, het schip lek gewor
den. Dc mannelijke passagiers vonden daar-
had, nam hij mijn hand in de zijne en gaf
mij vriendelijk een arm. -
„Wel, David, jongen," zei hij. „Ik zal lol
de rivier jnet je meegaan."
En wij wandelden zwijgend verder.
„Spijt het je Essendcan le verlaten?"
vroeg hij na een poosje.
„Wel, mijnheer," antwoordde ik, „als ik
wist, waarbeen ik ging, of waf ik zou moe
ten doen, zou ik eerlijk moeten zeggen van
niet. Essendean is een goede plaats en ik
ben er heel gelukkig geweest, maar >k ben
dan ook nooit ergens anders geweest. Nu
mijn vader cn moeder beiden dood zijn, zal
ik in Essendean niet dichter bij hen zijn,
dan in Hongarije, en, om de waarheid te
zeggen, wanneer ik ergens anders een kans
heb om vooruit te komen, zal ik daar graag
heen gaan."
„Zoo," zei mr. Campbell, ,dan zaJ ik je
die kans geven, voor zooverre ten minste
als ik dat kan. Toen je moeder was heen
gegaan. en je vader, de brave kerel, op zijn
sterfbed lag, gaf hij mij een brief, die, naar
hij zei, je erfenis was. „Zoo gauw," zei hij,
„als ik ben heengegaan, het huis leeg is, en
de inboedel verkocht (wat nu alles is ge
beurd, David), geef dan mijn jongen dezen
brief en stuur hem naar liet huis Shaws,
net ver van Cramond. Dat is de plaats, waar
ik geboren werd," zei hij, „en daarheen be
hoort mijn zoon le gaan. Hij is een flinke
jongen en voorzichtig jn zijn doen en lartcn
en ik twijfel niet, of hij zal vooruitkomen
en goed worden ontvangen, waar hij komt."
„Het huis Shaws!" riep ik, „wat had mijn
arme vader te maken niet het huis Shaws?"
„Ja," zei mr. Campbell, „wie zou je dat
kunnen zeggen. Maar de naani van die fa
milie, mijn jongen, is de naam, dien jij
draagt. Balfour rm Shaws, een oud, eerlijk,
bij den dood. Maar hun vrouwelijke reisge-
nooten stapten in de reddingsbooten. Dood op
hun gemak. Er was zelfs tijd genoeg,, rijke
lijk levensmiddelen in de booten te pakken,
benevens graan, dat de Kormoran als vracht
met zich voerde en allerlei huisraad. Zoo
landde de zonderlinge flottielle op het onbe
kend inland. Over de honderd vrouwen en
meisjes, stammend uit alle landen der oude
en nieuwe wereld en onder hen als cenig
mannelijk wezen, Phaon, een knaap van
twaalf jaar.
Sinds Robinson is iedereen met' dit thema
vertrouwd. Maar Hauptmann weet liet een
geheel nieuwe wending te geven. Het- gaat
hier niet om de moeilijkheid, op het eenzame
eiland te leven en zich voor gevaren te be
schermen. Dal js op dit sprookjeseiland,
waar men voedsel in overvloed, maar geen
wilde dieren en geen menschenetcrs vindt,
geen probleem. Meer boeide den dichter de
vraag, hoe deze bcschaaide en onbeschaafde
wezens hun nieuw bestaan vinden, boe zij
in dezen toestand eensklaps dc overweldi
gende majesteit der natuur erkennen, hoe zij
zich langzaam van de gewoonten van het
vroegere leven losmaken en hoe een veran
dering in hun gedachtcnwereld plaats grijpt.
In het begin loeren wc de tol het amazo-
nenvolk behoorenden kennen als verknocht
te zijn aan dc wereld, waaruit ze door het
noodlof verdreven werden. Met kostelijken
humor schildert Hauptmann. hoe ze zich in
hun nieuwe omgeving gaan thuisvoclen,
hoe ze aanvankelijk nog de laai spre
ken, waarin ze zich vroeger plachten uit te
drukken. Wat gebeurt er, als zoo'n schaar
daine9, door het noodlol verhonden, don loc
stand, waarin ze verkeert, onder de oogen
wil zien? Ze,beleggen een vergadering, zoo
als ze dat ook in Europa en Amerika zouden
gedaan hebben, en Fraulein Amii Prachtel,
een schilderes uit' Berlijn, heeft niet veel
moeite zich tot presidente te laten uitroepen,
omdat ze de leelijksle is.
Nu richt men zich in. Onder veel vrou-
wcngekakel wordt een staat gevormd. Een
stad van hutten ontstaat. Verkenners door
trekken het land. Een woning voor de presi
dente wordt ingericht en de dames zijn niet
vergoten, wat ze eens op liet gebied van
kunstnijverheid geleerd hebben. Oolc een
kerk van bamboe verrijst, „Notre Dame des
Dames" genoemd, zooals het geheele eiland
„He des Dames" is gedoopt'. Prachtig is uit
gebeeld, hoe zich onder de beschaafde vrou
wen langzamerhand primitieve levensbegin
selen baan breken. Iloe de Europeesche en
Amerikaansche kleeding langzaam 'van hen
afvalt en hoe zij fantastische cosluums ont
werpen, of nog liever in een paradijsachtige
naaktheid rondloopen, zoodat de Zuidelijke
zon liaar huid donker kleurt.
Den eersten dag verschrikt de vrouwen in
de verlatenheid de gloed van den zonsonder
gang; ze zien dit schouwspel met' nieuwe
oogen ,on met een met vrees vervulde ziel.
Het duurt echter niet lang of men is ook
hieraan gewend.
Meesterlijk hoeft Hauptmann de verande
ring geleekend. die zich langzamerhand aan
al deze menschen, aan ieder individu op een
andere wijze, voltrekt.
Alles is mooi c-n goed. Maar hoe volmaak
ter men zich inricht, hoe meer de herinne
ring aan de burgerlijke conventies van hel
vaderland verdwijnt, des te machtiger ont
waken de natuurlijke driflen. De vrouwen-
slaat voelt zich niet alleen van de bescha
ving, maar ook van het leven, van haar be
stemming afgesneden de man ontbreekt.
Deze toestand zou een satiricus lot allerlei
comisclic cn pikante wendingen inspireeren.
Het behoeft niet gezegd te worden, dat Haupt
mann dergelijke goedkoope effecten ver
smaadt. Hem komt het daarop aan, in deze
gelijkenis de eerste wetten van het mensche-
lijk bestaan na te sporen. Dat hij dit niet
speculatief cn theoretisch doet, maar liet
steeds weer met den glimlachenden humor
cn de bekoorlijkheid'van lieflijke schilderin
gen doorweeft, vormt de bijzondere aantrek
kelijkheid Wan het boek.
Daar gebeurt iets geheel onverwachts. Een
burgeres van den vrouwenhaat, Babette Lin-
"demann, een dweperig blond meisje uit
Duitschland, legt op zekeren 'dag de beken
tenis af, dat ze een kind verwacht, waarvan
God Mukalinda, die lot haar nedergedaald
zou zijn, de vader zou wezen. De scöne,
waarin de presidente het wonderlijke lid van
haar schare aan een streng verhoor onder-
gezien huis, misschien wat achteruit gegaan
in den laa.lslen tijd. .Te vader was ook een
wèlonderlegd man, die geschikt was voor
zijn vak; geen man heeft ook beter een
school geleid; hij had niet de manieren en
de gewoonten van een gewonen platte
lands-schoolmeester, maar, zooajs je 'zelf
wel zult welen, hel was mij een genoegen
hem op de pastorie le hebben om de nota
belen le ontmoeten; en mijn eigen familie,
Campbell van Kilrennet, Campbell van
Dunswire, Campbell van Minch en ande
ren, geziene menschen, allen, hadden ge
noegen in zijn gezelschap. Tenslotte, om dc
lieelo zaak aan je over le geven, hier is de
testamentaire brief, geadresseerd door de
hand van je overleden vader."
Hij gaf mij den brief, die hel volgende
adres droeg; „Deze zal door mijn zoon Da
vid Balfour worden overhandigd aan den
persoon van den weledelgeborenheer Ebe
nezer Balfour van Shaws, in zijn huis
Shaws."
Mijn hart klopte hevig bij het vooruit
zicht, dat zich nu plotseling opende voor
een jongen van zeventien jaar, don zoon
van een armen schoolmeester in hel bosch
van Etirich.
„Mr. Campbell,stamelde ik. „wat zoudt
u doen, wanneer u in mijn schoenen
slonclit?"
„Natuurlijk." zei de dominee, ..zou ik
direct gaan. Een flinke jongen als jij moet
in twee dagen van hier naar Cramond, dat
dicht bij Edinburgh ligt, kunnen loopen. In
het ergste geval, wanneer je voorname
bloedverwanten (want ik kan niet anders
dan veronderstellen, dat ze in de verte fa
milie van je zijn) je de deur wijzen, kan je
in twee dagen weer terug loopen en aan de
pastooriedeur kloppen.
werpt, behoort tot de schoonste deelen van
don roman. De exatische Babette echter trekt'
zich, als een moderne Genoveva, in de een
zaamheid der bergen terug en als de tijd ver
vuld is, verschijnt ze weer, „Isis gelijk, een
godenmoeder in een mystieken glans met een
hoogstens veertien dagen, ouden godenzoon
aan de borst". Aan allen twijfel is een eind
gemaakt. Fraulein Egli, een doctores uit
Zwitserland, kan niets anders doen dan vast
stellen, dat de jonggeborene een normaal, le
vend menschenkind is.
Maar het raadsel van deze geboorte is on
oplosbaar. Als een wonder komt het den
vrouwen voor. En. ook de lezer, dien Haupt
mann's teere vertelling zonder een zweem
van cynisme in een sprookjessfeer heft, is
bijna geneigd, eveneens aan het wonder le
gelooven. De goddelijke ontvangenis wordt
een geloofsr^gcl voor de aan liet mechanisme
van de moderne wereld ontrukte vrouwen.
Met verwondering zien ze hoe het wonder
zich steeds herhaalt. Een mystieke geestver
voering maakt zich van allen meester. Uit
liet niets, uit een onbegrijpelijken goddelij-
ken zegen groeit een nieuw geslacht op.
Als eeji 'geheimenis wandelt Phaon door
deze vreemde wereld.
,;Hij was even vijftien jaar. Als jonge
ling beschouwd, gelgk hij nog een knaap,
als knaap beschouwd daarcnt:gen geleek
hg reeds een jongeling". Als een jonge
man is hij onder de vrouwen. In Hauptmann's
kleurrijk sprookje wordt h'j als hst ware
een mystieke figuur. Hij hreft den naam
van schoonen jongeling gekregen, van wlen
ae dichteres Sappho zong, aan wie Aphro
dite ziph eens openbaarde en ook om hem
weeft zich de legende. We hooren niets
positiefs over de rof, die lig' bij deze
zeldzamo gebeurtenissen vervulde. Het
geheim van de vruchtbaarheid, die het
eiland ten deel werd, is met den sluier
der kieschheid bedekt, als ware de
geheele schaar jonggeborenen ontsproten
aan de kracht van den tropischen zonne
gloed. Phaon zelf leidt een eenzaam, in
zich zelf verzonken bestaan, en als men
zip: figuur in Hauptminn's spiegel be
schouwt, dan zou men gelooven, ofschoon
zulks niet nadrukkelijk gezegd is, dat hg
zelt zich voor den god Mukalinda houdt
of voor een aardschen verschijningsvorm
van dezen god. Het mystieke raadsel van
de voortplanting en de geboorte kan niet
in een schooner symbool gekleed worden.
De geestvervoering, die zich van den
vrouwenstaat heeft meester gemaakt, vindt
haar sterkste uitdrukking in de gestalte
van de knappe Hollandsch? Laurence Hobbe-
rna. Zg schrijdt door de exot'sche wilder
nissen van het eiland, als warè alle weel
derigheid van de natuur ia haar belichaamd,
donkergebruind door de zon, een tamme
papegaai op den schouder. Laurence Hob-
bema wordt de priesteres van het eiland, zij
waakt er over, dat geen onheilig woord,
/geen onbeschaamde gedachte de onver
klaarbaarheid van de moidersch p on'.wijdt
Maar plotseling voelt zo zich uit dit ge
spannen gevoelsleven gesleurd in een zin-
nelijken gloed. Onbelemmerd breekt zich
haar hartstocht voor Phaon baan en het
is een gewaagde, maar toch wonderlijke
goed geteekende ep:sode in den roman, waar
beiden zich op zekeren dag in de een
zaamheid terugtrekken en hoe de vrouw
zich het recht van haar liefde neemt.
De tijd verstrijkt. Een schaar Jongelin
gen groeit op, welke door libt bestuur van
den vrouwenstaat in een afgelegen deel
van het eiland, in Wildermannland", wordt
opgesloten. Totdat d§ stem van de natuur
zich niet langer het zwijgen faat opleggen
en het zinnelijke verlangen als een bran
ding, die alle dammen verbreekt, tot den
opstand, tot de vernietiging van huizen en
tempels leidt. Door hun instinct gedreven
werpt - het mannen- en vrouwenvolk zich
elkaar aan de borst. Phaon echter blgft
ook nu afzijdig. Met een meisje, dat eens
als kind tegelijk met hem op het eiland
kwam, met Diodala, stapt hjj' in een boot
en roeit weg over de open zee....
Het is de Grieksche belijdenis van een
krachtig samenleven, een machtige hymne
aan de schoonheid, die uit het dichtwerk
opklinkt. Men voelt, hoe de indrukken van
de Griekschs reis, die Gerhart Hauptmann
jaren geleden, nog voor Men oorlog onder
nam, en die hij in een kostbaar boek neer
gelegd heeft, in hem verder gewerkt iieb-
Maar laten we liever hopen, dal je goed
zult worden ontvangen, zooals je arme va
der voorzag, cn mcttcrlijd een groot man
zult worden. En hier, David, mijn jongen,
voel ik het als mijn plicht, gebruik le ma
ken van dit afscheid en je op de hoogte le
brengen van de gevaren van de wereld."
Hier zag hij om naar een gemakkelijke
zitplaats, vond een grooten steen onder een
berk aan den kar.t van den weg, ging daar
op zitten, terwijl hij een zeer ernstig gezicht
zette, en daar de zon ons nu bescheen, lus-
schen twee loppen door, legde hij zijn zak
doek over zijn sleek, om zich le beschutten.
Toen begon hij. met opgestoken wijsvinger,
mij le waarschuwen legen een groot aantal
zonden, waarvoor ik niet de minslc neiging
gevoelde.. Daarna gaf hij mij oq* voorstel
ling van hot groole huis. waarheen ik op
weg was, en wees mij, hoe ik mij had le
gedragen tegenover de l)ewoners.
„Wee9 meegaand. David, tegenover de
menschen," zei hij, „cn onthoud altijd, dat,
ofschoon je van goede familie bent, je een
landelijke opvoeding hebt gehad. Wees be
scheiden en voorzichtig in dat groole, rijke
huis, met al die bedienden, boven en bene
den, wees zoo vlug van begrip, en zoo om
zichtig in je uitlatingen als geen ander. En
wat den heer des huizes betreft, onthoud
dat hij de heer is. Ik zeg er niel meer van:
eere wien eere toekomt. Met is een genoe
gen of behoort in ieder geval voor een jon
gen oen genoegen te zijn, den heer te ge
hoorzamen."
„Goed, mijnheer." zei ik; „ik beloof u, dal
ik mijn best zal doen."
„Goed. heel goed gezegd." antwoordde mr.
Campbell, „cn om nu tot hot zakelijke over
te gaan. Ik heb hier een pakje, dol vier din
eren bevat." Hij haalde hel, terwijl hij sprak,
ben. Wie echter den roman van het „Ile
des Dames" de stempel van zgn oorsprou-
kelgkheid opdrukt is de kunstgreep van
den dichter om de sprookjesachtige schil
deringen, waardoor de beteekenis van de
vertelling zich onthult, voortdurend door
de gesprekken van de vrouwen, die gevoerd
worden in een Europeeschen, ons ver
trouwden toon onderbreken. Juist deze mees
terlijk doorgevoerde wisseling, waardoor de
dweeperige melodie van het geheel eon
begeleiding krijgt van glimlachende ironische
wgsheid, boeit den lezer. Hg voelt zich
zelf in een vreemde stemming: hg door
ziet de natuurlijke samenhang en hij voelt
zich toch gaarne in de regionen van het
wonder opgenomen. En heeft hg daar geen
gelijk in? Is het gansche leven op deze
planeet, dit worden, ontstaan, vergaan, dit
komen en verdwijnen van geslach.en iets
anders dan e:n wonder?
Dr. MAX OS20RN.
Katholieke actie in Frankrijk.
Epn onzer lezers schrijft ons:
Het Zuiden komt in beweging. Ik hoorde
deze uitdrukking voor het eerst toen voor
ongeveer twintig jaren dc wijnboeren in
Zuid-Frankrijk, tengevolge van de door hen
geleden verliezen, de'betaling van hun bc-
lsstingenwilden staken. Een hunner, ge
naamd Marcelin Albert, stelde zich toen
aan het hoofd der beweging en een bevel
tot zijn gevangenneming bleef langen tijd
onuitvoerbaar. Hij wist zich te midden zij
ner geestverwanten onvindbaar te maken,
doch zijn ongekroond koningschap eindig
de met een coup de theatre daar hij zich
ten einde 'raad, plotseling bij den toenma-
ligen premier Clemenceau aanmeldde eu
dezen zelfs om geldelijken onderstand vcr-
zooht. De-slimme minister nam hem, door
een gift van fis. 100, den wind uit de zei
len, want na het aannemen daarvan werd
Marcelin «door de weerspannige boeren uit
gekreten als verrader, die zich aan de te
genstanders had verkocht
De beweging die thans in Zuid-Frankrijk
gaande is (en trouwens ook noordelijker)
geldt geenszins stoffelijke belangen, zooala
met de wijnboeren het geval waszij heeft;
een zedelijken grond. Zij wordt gevoerd doof
de geloovige Katholieken tegen de ver
scherpte toepassing der wet-Combes inzake
dc congregaties. Betoogingen waaraan t-ien-J
duizenden deelnemen worden in de voorj
naamste plaatsen gehouden. Vooraanstaan
de geestelijken en anderen voeren daar hefc'
woord en leggen vooral den nadruk op aft'
vrijheid, welke zij voor zich, evenals vootf
alle Franschen, iri geloofszaken opeischen.
Een eigenaardige t^ek is wel, dat zoovele
geestelijken welke bij het uitbreken van-
den oorlog in het buitenland woonden, on-
middellijk naar Frankrijk terugkeerden om
hun militaire plicht te vervullen, dat vele
hunner zich schitterend hebben ondersohei-
doD, en een aantal op dc slagvelden zijn"
gebleven. Dc overlevenden vragen nu met'
verontwaardiging
,,Zijn wij wel goed genoeg om Het vader
hand ter hulp te snellen in tijd van gevaar,
„doch niet. om daarna dezelfde rechten
„te hebben als andere burgers? Moeten wij,
„om onze vrijheid van handelen te behoitj
„den, opnieuw in ballingschap gaan?'-'
Een priester heeft in deze vragen stof
gevonden voor een open brief aan Minister
ITerriot, waarin hij o.a. het volgende zegtf
De heer Herriot heeft het grootsche ge
baar gemaakt beide nog bloedende armen'
van Frankrijk uit te strekken en heeft aan4
alle veroordeelden vergiffenis geschonken
Door de geopende deur heeft men allo
schuldigen, alle lafaards, alle dienstweige
raars, deserteurs en verraders laten gaan'.
Indien zij terugkeeren om dienstig te zijn'
en zich te beteren, .zal ik dat toejuichen.
Maar diezelfde deur aan de grenzen van'
Frankrijk geopend, wordt ons gewezen, ons
arme religieusc' drommels, wij die den 4en'
Augustus vrijwillig teruggekeerd zijn om
voor ons land te vechten.
Welnu, wij zullen niet nicer vertrekken.
Neen. Geen man, noch grijsaard of vrouw
zal de grens overgaan. Dat nooit.
met veel moeite uit zijn jaszak. „Van dtoze
vier dingen is hel eerste je wettelijke portie,
het kleine beetje geld, voor je vaders boe-,
ken cn meubelen, die ik lieb gekocht, zoo
als ik van het begin af heb gezegd, met 4»
bedoeling ze voor een kleinigheid aan den
nieuwen schoolmeester le verkoopen. De an
dere drie zijn kleinigheden, die mrs. Camp
bell en ik graag hadden, dat je aannam.
De eerste, die rond is, zal je waarschijnlijk
voorloopig het best bevallen, maar o, Da
vid, jonger^, het is nraar een druppel water
in de zee. De tweede, die plat is en vier
kant, met letters er op, zal je bijstaan in je
leven, als een goede slok voor den weg, en
een goed kussen onder je hoofd in ziekte.
En wal de laatste gift betreft, die vierkant
is, het is mijn hartelijke wensch, dat die je
in een beter land mag voeren."
Toen nam hij mij plotseling in zijn armen
en drukte mij vast tegen zich aan; daarna
hield hij mij op een armslengte van zich af
en zag mij aan, terwijl hij moeite had zijn
aandoening le bedwingen, en keerde toen
om, lenvijl hij mij een goede reis wenscli-
le, om op een drafje den weg terug le loo
pen, waarlangs wij waren gekomen.
Het mocht e?n ander bespottelijk toe
schijnen, ik was niet in een stemming om
te lachen.
Ik zag hem na, zoolang ik hem kon vól
gen; hij vertraagde zijn gang niet en zag
geen enkele maal om. Toen bedacht ik. dat
het alles droefheid was, om mijn vertrek,
en mijn geweten pijnigde mij, omdat ik. van
mijn kant, verheugd was, het rustige dorpje
te verlaten, om te gaan naar een groot,
druk huis, naar rijke en aanzienlijke lieden
van mijn eigen naam en bloed.
(Wordt vervolgd.) 1