ONTVOERD. No 19849 LEIDSCH DAGBLAD, Zaterdag 22 November Derde Blad. Anno 1924. d buitenl. weekoverzicht. FEUILLETON. BRIEVEN UIT BERLIJN. Le Hidi boug-e. Handelsverdragen de schuld aan den oorlog de moord in Egypte overal inwendige moeilijkheden. Begin 1925 herneemt Duitschland zijn door het vredesverdrag van Versailles ge kortwiekte handelsvrijheid en daarmee is voor de geallieerde landen het tijdstip aan gebroken, om met Duitschland op dit terrein in nieuwe relatie te treden. Men zal aan de zijde der overwinnaars echter en spe ciaal geldt dit voor Frankrijk, zelfs voor het Frankrijk van Herriot nog moeien wen nen aan het feit, dat Duitschland daarbij optreedt als gelijkgerechtigde partij, die ook 50 pCL vraagt van de 100 pCt. van een han delsverdrag. Te verbazen is het daarom ze ker niet, dat de diverse besprekingen over zoo'n handelsverdrag niet al te hard op schieten. En te meer niet, waar de oorlog en de na-oorlog alles zoozeer onderste boven hebben gekeerd. Bovendien komen er tel kens van die kleine gebeurlijkheden, die als een groolc hinderpaal optreden. Daar is b.v. de veroordeeling van den Duilschen gene raal van Nathusius als „gemeen oorlogs misdadiger" le Rijssel, gearresteerd, toen hij het graf van zijn vader in Elzas-Lotharingen wilde bezoeken. Het zou van doorzicht heb ben getuigd, zoo van Fransche zijde hier een niet-optreden was toegepast. Het verbit tert de Duitsehe stemming noodeloos en dat vlak voor de Rijksdagverkiezingen nog daar nevens! fn dit opzicht schaadt wellicht ook de publicatie op dit oogenblik van dc ge denkschriften van den oud-gezant Louis te St.-Petersburg. waarin, al wordt ook daarin verklaard, dat Duitschland in 1911 den oor log wilde en heeft geforceerd, niettemin op de leidende Fransche diplomalen van dat tijdstip de last wordt geworpen, niet alles te hebben gedaan, om den oorlog te helpen voorkomen, 't Is koren op den molen der Duitsehe ontkenners van alleen-schuld-aan- den-ooriog. Van zulke memoires is het groot ste euvel, dat zij niet kunnen overtuigen, dat zij slechts een wapen vormen voor of tegen, al naar male men reeds geporteerd is. Want de betroffencn, in casu Poincaré. Cambon, Paléologue etc. heeten alles na tuurlijk fantaisie, geboren uit allerlei oog merk en gemoedsstemming. 't Zou voor de wereld in 't algemeen een mooi ding zijn, zoo eens een vijftig, jaar in deze schuldkwestie niet werd geroerd en gemorreld. Dat gaf rust in een malerie, waarin een eindoordeel thans zonder op wekking van allerlei hartstochten en met volledig oordeel des onderscheids toch niet is le geven. Maar 't is bekend, het aantal vrome wenschen is legio Een van de vrome wenschen van '1 oogen blik, die bijzonder zich in de aandacht mag verheugen, is .ongetwijfeld: geen oorlog meer cn alles, wat daarop betrekking heeft, ver heugt zich in groole belangstelling. Van daar dan ook, dat reeds het uitstellen door Engeland van een beslissing over al of niet aanvaarden van het protocol van Geneve, ter laatste Volkenbondsvergadering met zoo veel moeite opgesteld, ongerustheid wekt. Uitstel beteekent afstel, wordt gezegd en vooral het liooren der Dominions door de Engelsche regeering geeft daaraan voedsel, waar immers verscheidene dezer Engelsche vazallen van het protocol al heel weinig ge diend zijn. Voeg daar nog hij, dat niet lord Robert Cecil, maar Austen Chamberlain naar Rome gaat om Engeland te vertegen woordigen in den Volkenbondsraad En zonder Engeland's meedoen is hel protocol practisch ten doode opgeschreven! Het 'eer ste merkbare teeken van Mc Donald's val! De kans is maar al le groot, dat een nieuwe, verwarde historie inzake algemeéne ontwa pening, het gevolg zal zijn, waarvan het einde nog niel is le overzien. Voor Engeland is overigens wel bijzonder werk aan den winkel gekomen door den moord op den Sirdar in Egypte, levens gou verneur van den Soedan door nog onbe kende daders. Dc locli reeds in menig op zicht gespannen Engelsch-Egyptische ver houdingen zijn daardooj- hopeloos verward. Deze moord op zich zelf is opnieuw een bp- wijs, hoezeer de politiek de menschen heeft verdorven en de bedrijvers, ongetwijfeld hartstochtelijke voorvechters van Esyple's volledige onafhankelijkheid, hebben er hun ideaal allesbehalve een dienst mee bewezen. In Engeland sleunt hel de ten opzichte van .Vadruk verboden. 1) - Zijnde de lotgevallen van-David Bal four in het jaar 1751; hoe hij werd ontvoerd-en verbannenzijn lijden op een verlaten eiland; zijn reis in de woeste Hooglanden, zijn kennismaking met Alan Brech Stewart en andere beruchte Hooglandse he Jacobie- tcn, cn alles, wat hij l-:ëd door de hand van zijn oom, Ebenezer Balfour van Shaws, val- scholijk zoo genoemd; geschreven door hemzelven en nu openbaar gcniaakl door ROBERT LOUIS STEVENSON. Geautoriseerd? vertaling van J. C L. B. Pel. HOOFDSTUK I. Ik vang mijn reis aan naar het huis Shaws. Ik zal de geschiedenis van mijn avontu ren beginnen met een zekeren morgen, vroeg in de maand Juni van hel jaar 1751 hen ik voor de laaétüe ma-ail den sleutel uit mijns vaders huisdeur trok. De zon begon .k- schijnen op de toppen der heuvels, toen ik den Weg afliep, en tegen den lijd, dab ik pasborie voorbijkwam, zongen de lijsters jn de seringen, en de mist, die in het dal I'ing, trok op en verdween, naarmate dc dag vorderde. -Mr. Campbell, de predikant van Essen- dean, wadhtte mij bij het hek, de goede [^an. Hij vroeg mij, of ik ontbelcm had, en hi\ hoorde, dat ik aan niets behoefte Egypte's autonomie meest afwijzend staan- den, uit wier kringen reed9 de kreet weer galmt om wat in 1922 werd toegestaan, on gedaan te maken. Zoover zal ongetwijfeld de Engelsche regeering wel niet gaan. daar het weinig minder dan oorlog zou beteeke- nen, doch aan den anderen kant zal het Engeland in geen geval gunstig stemmen voor verdere concessies in den geest van Zagloel pasja, die in Egypte trouwens niet meer zoo volledig baas schijnt als vroeger, a! heeft hij zijn gezag door een schijn-aftre- den ook weer pogen te herstellen. Een moei lijke periode schijnt voor Egypte aan te bre ken, waarin een hernieuwd optreden van lichtzinnige individuen als van de moorde- - naars van den Sirdar slechts onoverzienbare gevolgen zou kunnen hebben. De Egyptische regeering schijnt gelukkig lot iedere behoor lijke satisfactie bereid. Moeilijkheden zijn er verder voor bijkans alle regeeringen in Europa. Cp die in Spanje en Italië wezen we nog pas in ons vorig overzicht en deze zijn eerder grooier dan kleiner geworden. In Portugal. Finland en misschien ook in Turkije zijn de regeeringen gevallen en in Oostenrijk heeft Seipel het veld moeten ruimen. Wel zal zijn opvolger, door hem zelf aanbevolen, n.l. Ramek. de saneeringspolitiek voortzetten, doch in de binnenlandsche politiek zal meer aandacht worden geschonken aan de decentralisatie- politiek der Ooslenrijksche landen. Of dit wel mogelijk zal blijken in het kader der saneeringspolitiek is nog een tweede. Op den Balkan nieuwe gisting in Grie kenland en wellicht verandering in dc on derlinge verhoudingen, daar Zuid-Slavië het vriendschapsverdrag met Griekenland op zegde, zij het ook in zeer beleefden vorm. Venizelos redivivus zal misschien probeeren de gebroken band te herstellen. En in Frankrijk en dit tot slot schijnt het verleenen van amnestie aan Malvy pn Caillaux een periode van groole beroering in de binnenl. politiek in te lui den. Beiden schijnen een herziening van hun proces te willen doordrijven. Lukt dit. dan zal het ons niet verbazen, wanneer zal Mijken, dat daarmee een soort politieke modderpoel wordt opengelegd, waarbij Cle- mcncenu en Poincaré het hard te verant woorden zullen krijgen. Zelfs zonder offi- cieele herziening zal dit wellicht niel te ontkomen zijn Gerhart Hauptmann's nieuwe Roman. „Die Insel der groszen Mutter". Na een langdurig stilzwijgen legt Gcrhari Hauptmann het publiek een nieuw werk voor. Een „roman", door de Duitsehe inlel- lectueelen met spanning en nieuwsgierigheid verwacht, deze alledaagschc benaming is eigenlijk niet op dit merkwaardige boek van toepassing. Het is een fantastisch dichtwerk in prozavorm, stralend en fonkelend in een zeer bijzondere raadselachtige schoonheid,^ geheel afwijkend van Hauptmann's schep - pingen en toch ook weer een nauw verband met de laatste werken en den stijl van .den dichter verloonend. De titel is merkwaardig; „Die Insel der groszen Mutter of Das Wunder von lie des Dairies, eine Geschichle aus dem ulopischen Archipelagic" (uitgave van S. Fischer, Ber lijn). Het klinkt als een sprookje, en 't is ook een sprookje. Maar-één, dat met' de wereld der werkelijkheid op een behoorlijke wijze in contact gebracht is, zooals dit eigenlijk het geval met ieder echt sprookje is cn dat aan dezen aardsclien bodem ontspruit en opbloeit lot een lichtend en geheimzinnig visioen. Uit den droom van een avontuurlijke vaart over verre zeeën is de fabel, de handeling van de roman geboren. „Den oever van een stil in eenzaamheid pronkend, door ge bergten overdekt eiland in hel Zuidelijke deel van dc Stille Zuidzee, naderden op zekeren dag verschillende booten, toen do .zon juist op middaghoogte stond. Zoo begint het. Won- derlijko passagiers slappen aan wal; meer dan honderd Europecsch gekleede dames. Een tragische gebeurtenis was voorafgegaan, een groot stoomschip de „Kormoran" was ge zonken. Niet bij storm en onweer, maar bij het mooiste weer en spiegelgladde zee was het ongeluk geschied, het schip lek gewor den. Dc mannelijke passagiers vonden daar- had, nam hij mijn hand in de zijne en gaf mij vriendelijk een arm. - „Wel, David, jongen," zei hij. „Ik zal lol de rivier jnet je meegaan." En wij wandelden zwijgend verder. „Spijt het je Essendcan le verlaten?" vroeg hij na een poosje. „Wel, mijnheer," antwoordde ik, „als ik wist, waarbeen ik ging, of waf ik zou moe ten doen, zou ik eerlijk moeten zeggen van niet. Essendean is een goede plaats en ik ben er heel gelukkig geweest, maar >k ben dan ook nooit ergens anders geweest. Nu mijn vader cn moeder beiden dood zijn, zal ik in Essendean niet dichter bij hen zijn, dan in Hongarije, en, om de waarheid te zeggen, wanneer ik ergens anders een kans heb om vooruit te komen, zal ik daar graag heen gaan." „Zoo," zei mr. Campbell, ,dan zaJ ik je die kans geven, voor zooverre ten minste als ik dat kan. Toen je moeder was heen gegaan. en je vader, de brave kerel, op zijn sterfbed lag, gaf hij mij een brief, die, naar hij zei, je erfenis was. „Zoo gauw," zei hij, „als ik ben heengegaan, het huis leeg is, en de inboedel verkocht (wat nu alles is ge beurd, David), geef dan mijn jongen dezen brief en stuur hem naar liet huis Shaws, net ver van Cramond. Dat is de plaats, waar ik geboren werd," zei hij, „en daarheen be hoort mijn zoon le gaan. Hij is een flinke jongen en voorzichtig jn zijn doen en lartcn en ik twijfel niet, of hij zal vooruitkomen en goed worden ontvangen, waar hij komt." „Het huis Shaws!" riep ik, „wat had mijn arme vader te maken niet het huis Shaws?" „Ja," zei mr. Campbell, „wie zou je dat kunnen zeggen. Maar de naani van die fa milie, mijn jongen, is de naam, dien jij draagt. Balfour rm Shaws, een oud, eerlijk, bij den dood. Maar hun vrouwelijke reisge- nooten stapten in de reddingsbooten. Dood op hun gemak. Er was zelfs tijd genoeg,, rijke lijk levensmiddelen in de booten te pakken, benevens graan, dat de Kormoran als vracht met zich voerde en allerlei huisraad. Zoo landde de zonderlinge flottielle op het onbe kend inland. Over de honderd vrouwen en meisjes, stammend uit alle landen der oude en nieuwe wereld en onder hen als cenig mannelijk wezen, Phaon, een knaap van twaalf jaar. Sinds Robinson is iedereen met' dit thema vertrouwd. Maar Hauptmann weet liet een geheel nieuwe wending te geven. Het- gaat hier niet om de moeilijkheid, op het eenzame eiland te leven en zich voor gevaren te be schermen. Dal js op dit sprookjeseiland, waar men voedsel in overvloed, maar geen wilde dieren en geen menschenetcrs vindt, geen probleem. Meer boeide den dichter de vraag, hoe deze bcschaaide en onbeschaafde wezens hun nieuw bestaan vinden, boe zij in dezen toestand eensklaps dc overweldi gende majesteit der natuur erkennen, hoe zij zich langzaam van de gewoonten van het vroegere leven losmaken en hoe een veran dering in hun gedachtcnwereld plaats grijpt. In het begin loeren wc de tol het amazo- nenvolk behoorenden kennen als verknocht te zijn aan dc wereld, waaruit ze door het noodlof verdreven werden. Met kostelijken humor schildert Hauptmann. hoe ze zich in hun nieuwe omgeving gaan thuisvoclen, hoe ze aanvankelijk nog de laai spre ken, waarin ze zich vroeger plachten uit te drukken. Wat gebeurt er, als zoo'n schaar daine9, door het noodlol verhonden, don loc stand, waarin ze verkeert, onder de oogen wil zien? Ze,beleggen een vergadering, zoo als ze dat ook in Europa en Amerika zouden gedaan hebben, en Fraulein Amii Prachtel, een schilderes uit' Berlijn, heeft niet veel moeite zich tot presidente te laten uitroepen, omdat ze de leelijksle is. Nu richt men zich in. Onder veel vrou- wcngekakel wordt een staat gevormd. Een stad van hutten ontstaat. Verkenners door trekken het land. Een woning voor de presi dente wordt ingericht en de dames zijn niet vergoten, wat ze eens op liet gebied van kunstnijverheid geleerd hebben. Oolc een kerk van bamboe verrijst, „Notre Dame des Dames" genoemd, zooals het geheele eiland „He des Dames" is gedoopt'. Prachtig is uit gebeeld, hoe zich onder de beschaafde vrou wen langzamerhand primitieve levensbegin selen baan breken. Iloe de Europeesche en Amerikaansche kleeding langzaam 'van hen afvalt en hoe zij fantastische cosluums ont werpen, of nog liever in een paradijsachtige naaktheid rondloopen, zoodat de Zuidelijke zon liaar huid donker kleurt. Den eersten dag verschrikt de vrouwen in de verlatenheid de gloed van den zonsonder gang; ze zien dit schouwspel met' nieuwe oogen ,on met een met vrees vervulde ziel. Het duurt echter niet lang of men is ook hieraan gewend. Meesterlijk hoeft Hauptmann de verande ring geleekend. die zich langzamerhand aan al deze menschen, aan ieder individu op een andere wijze, voltrekt. Alles is mooi c-n goed. Maar hoe volmaak ter men zich inricht, hoe meer de herinne ring aan de burgerlijke conventies van hel vaderland verdwijnt, des te machtiger ont waken de natuurlijke driflen. De vrouwen- slaat voelt zich niet alleen van de bescha ving, maar ook van het leven, van haar be stemming afgesneden de man ontbreekt. Deze toestand zou een satiricus lot allerlei comisclic cn pikante wendingen inspireeren. Het behoeft niet gezegd te worden, dat Haupt mann dergelijke goedkoope effecten ver smaadt. Hem komt het daarop aan, in deze gelijkenis de eerste wetten van het mensche- lijk bestaan na te sporen. Dat hij dit niet speculatief cn theoretisch doet, maar liet steeds weer met den glimlachenden humor cn de bekoorlijkheid'van lieflijke schilderin gen doorweeft, vormt de bijzondere aantrek kelijkheid Wan het boek. Daar gebeurt iets geheel onverwachts. Een burgeres van den vrouwenhaat, Babette Lin- "demann, een dweperig blond meisje uit Duitschland, legt op zekeren 'dag de beken tenis af, dat ze een kind verwacht, waarvan God Mukalinda, die lot haar nedergedaald zou zijn, de vader zou wezen. De scöne, waarin de presidente het wonderlijke lid van haar schare aan een streng verhoor onder- gezien huis, misschien wat achteruit gegaan in den laa.lslen tijd. .Te vader was ook een wèlonderlegd man, die geschikt was voor zijn vak; geen man heeft ook beter een school geleid; hij had niet de manieren en de gewoonten van een gewonen platte lands-schoolmeester, maar, zooajs je 'zelf wel zult welen, hel was mij een genoegen hem op de pastorie le hebben om de nota belen le ontmoeten; en mijn eigen familie, Campbell van Kilrennet, Campbell van Dunswire, Campbell van Minch en ande ren, geziene menschen, allen, hadden ge noegen in zijn gezelschap. Tenslotte, om dc lieelo zaak aan je over le geven, hier is de testamentaire brief, geadresseerd door de hand van je overleden vader." Hij gaf mij den brief, die hel volgende adres droeg; „Deze zal door mijn zoon Da vid Balfour worden overhandigd aan den persoon van den weledelgeborenheer Ebe nezer Balfour van Shaws, in zijn huis Shaws." Mijn hart klopte hevig bij het vooruit zicht, dat zich nu plotseling opende voor een jongen van zeventien jaar, don zoon van een armen schoolmeester in hel bosch van Etirich. „Mr. Campbell,stamelde ik. „wat zoudt u doen, wanneer u in mijn schoenen slonclit?" „Natuurlijk." zei de dominee, ..zou ik direct gaan. Een flinke jongen als jij moet in twee dagen van hier naar Cramond, dat dicht bij Edinburgh ligt, kunnen loopen. In het ergste geval, wanneer je voorname bloedverwanten (want ik kan niet anders dan veronderstellen, dat ze in de verte fa milie van je zijn) je de deur wijzen, kan je in twee dagen weer terug loopen en aan de pastooriedeur kloppen. werpt, behoort tot de schoonste deelen van don roman. De exatische Babette echter trekt' zich, als een moderne Genoveva, in de een zaamheid der bergen terug en als de tijd ver vuld is, verschijnt ze weer, „Isis gelijk, een godenmoeder in een mystieken glans met een hoogstens veertien dagen, ouden godenzoon aan de borst". Aan allen twijfel is een eind gemaakt. Fraulein Egli, een doctores uit Zwitserland, kan niets anders doen dan vast stellen, dat de jonggeborene een normaal, le vend menschenkind is. Maar het raadsel van deze geboorte is on oplosbaar. Als een wonder komt het den vrouwen voor. En. ook de lezer, dien Haupt mann's teere vertelling zonder een zweem van cynisme in een sprookjessfeer heft, is bijna geneigd, eveneens aan het wonder le gelooven. De goddelijke ontvangenis wordt een geloofsr^gcl voor de aan liet mechanisme van de moderne wereld ontrukte vrouwen. Met verwondering zien ze hoe het wonder zich steeds herhaalt. Een mystieke geestver voering maakt zich van allen meester. Uit liet niets, uit een onbegrijpelijken goddelij- ken zegen groeit een nieuw geslacht op. Als eeji 'geheimenis wandelt Phaon door deze vreemde wereld. ,;Hij was even vijftien jaar. Als jonge ling beschouwd, gelgk hij nog een knaap, als knaap beschouwd daarcnt:gen geleek hg reeds een jongeling". Als een jonge man is hij onder de vrouwen. In Hauptmann's kleurrijk sprookje wordt h'j als hst ware een mystieke figuur. Hij hreft den naam van schoonen jongeling gekregen, van wlen ae dichteres Sappho zong, aan wie Aphro dite ziph eens openbaarde en ook om hem weeft zich de legende. We hooren niets positiefs over de rof, die lig' bij deze zeldzamo gebeurtenissen vervulde. Het geheim van de vruchtbaarheid, die het eiland ten deel werd, is met den sluier der kieschheid bedekt, als ware de geheele schaar jonggeborenen ontsproten aan de kracht van den tropischen zonne gloed. Phaon zelf leidt een eenzaam, in zich zelf verzonken bestaan, en als men zip: figuur in Hauptminn's spiegel be schouwt, dan zou men gelooven, ofschoon zulks niet nadrukkelijk gezegd is, dat hg zelt zich voor den god Mukalinda houdt of voor een aardschen verschijningsvorm van dezen god. Het mystieke raadsel van de voortplanting en de geboorte kan niet in een schooner symbool gekleed worden. De geestvervoering, die zich van den vrouwenstaat heeft meester gemaakt, vindt haar sterkste uitdrukking in de gestalte van de knappe Hollandsch? Laurence Hobbe- rna. Zg schrijdt door de exot'sche wilder nissen van het eiland, als warè alle weel derigheid van de natuur ia haar belichaamd, donkergebruind door de zon, een tamme papegaai op den schouder. Laurence Hob- bema wordt de priesteres van het eiland, zij waakt er over, dat geen onheilig woord, /geen onbeschaamde gedachte de onver klaarbaarheid van de moidersch p on'.wijdt Maar plotseling voelt zo zich uit dit ge spannen gevoelsleven gesleurd in een zin- nelijken gloed. Onbelemmerd breekt zich haar hartstocht voor Phaon baan en het is een gewaagde, maar toch wonderlijke goed geteekende ep:sode in den roman, waar beiden zich op zekeren dag in de een zaamheid terugtrekken en hoe de vrouw zich het recht van haar liefde neemt. De tijd verstrijkt. Een schaar Jongelin gen groeit op, welke door libt bestuur van den vrouwenstaat in een afgelegen deel van het eiland, in Wildermannland", wordt opgesloten. Totdat d§ stem van de natuur zich niet langer het zwijgen faat opleggen en het zinnelijke verlangen als een bran ding, die alle dammen verbreekt, tot den opstand, tot de vernietiging van huizen en tempels leidt. Door hun instinct gedreven werpt - het mannen- en vrouwenvolk zich elkaar aan de borst. Phaon echter blgft ook nu afzijdig. Met een meisje, dat eens als kind tegelijk met hem op het eiland kwam, met Diodala, stapt hjj' in een boot en roeit weg over de open zee.... Het is de Grieksche belijdenis van een krachtig samenleven, een machtige hymne aan de schoonheid, die uit het dichtwerk opklinkt. Men voelt, hoe de indrukken van de Griekschs reis, die Gerhart Hauptmann jaren geleden, nog voor Men oorlog onder nam, en die hij in een kostbaar boek neer gelegd heeft, in hem verder gewerkt iieb- Maar laten we liever hopen, dal je goed zult worden ontvangen, zooals je arme va der voorzag, cn mcttcrlijd een groot man zult worden. En hier, David, mijn jongen, voel ik het als mijn plicht, gebruik le ma ken van dit afscheid en je op de hoogte le brengen van de gevaren van de wereld." Hier zag hij om naar een gemakkelijke zitplaats, vond een grooten steen onder een berk aan den kar.t van den weg, ging daar op zitten, terwijl hij een zeer ernstig gezicht zette, en daar de zon ons nu bescheen, lus- schen twee loppen door, legde hij zijn zak doek over zijn sleek, om zich le beschutten. Toen begon hij. met opgestoken wijsvinger, mij le waarschuwen legen een groot aantal zonden, waarvoor ik niet de minslc neiging gevoelde.. Daarna gaf hij mij oq* voorstel ling van hot groole huis. waarheen ik op weg was, en wees mij, hoe ik mij had le gedragen tegenover de l)ewoners. „Wee9 meegaand. David, tegenover de menschen," zei hij, „cn onthoud altijd, dat, ofschoon je van goede familie bent, je een landelijke opvoeding hebt gehad. Wees be scheiden en voorzichtig in dat groole, rijke huis, met al die bedienden, boven en bene den, wees zoo vlug van begrip, en zoo om zichtig in je uitlatingen als geen ander. En wat den heer des huizes betreft, onthoud dat hij de heer is. Ik zeg er niel meer van: eere wien eere toekomt. Met is een genoe gen of behoort in ieder geval voor een jon gen oen genoegen te zijn, den heer te ge hoorzamen." „Goed, mijnheer." zei ik; „ik beloof u, dal ik mijn best zal doen." „Goed. heel goed gezegd." antwoordde mr. Campbell, „cn om nu tot hot zakelijke over te gaan. Ik heb hier een pakje, dol vier din eren bevat." Hij haalde hel, terwijl hij sprak, ben. Wie echter den roman van het „Ile des Dames" de stempel van zgn oorsprou- kelgkheid opdrukt is de kunstgreep van den dichter om de sprookjesachtige schil deringen, waardoor de beteekenis van de vertelling zich onthult, voortdurend door de gesprekken van de vrouwen, die gevoerd worden in een Europeeschen, ons ver trouwden toon onderbreken. Juist deze mees terlijk doorgevoerde wisseling, waardoor de dweeperige melodie van het geheel eon begeleiding krijgt van glimlachende ironische wgsheid, boeit den lezer. Hg voelt zich zelf in een vreemde stemming: hg door ziet de natuurlijke samenhang en hij voelt zich toch gaarne in de regionen van het wonder opgenomen. En heeft hg daar geen gelijk in? Is het gansche leven op deze planeet, dit worden, ontstaan, vergaan, dit komen en verdwijnen van geslach.en iets anders dan e:n wonder? Dr. MAX OS20RN. Katholieke actie in Frankrijk. Epn onzer lezers schrijft ons: Het Zuiden komt in beweging. Ik hoorde deze uitdrukking voor het eerst toen voor ongeveer twintig jaren dc wijnboeren in Zuid-Frankrijk, tengevolge van de door hen geleden verliezen, de'betaling van hun bc- lsstingenwilden staken. Een hunner, ge naamd Marcelin Albert, stelde zich toen aan het hoofd der beweging en een bevel tot zijn gevangenneming bleef langen tijd onuitvoerbaar. Hij wist zich te midden zij ner geestverwanten onvindbaar te maken, doch zijn ongekroond koningschap eindig de met een coup de theatre daar hij zich ten einde 'raad, plotseling bij den toenma- ligen premier Clemenceau aanmeldde eu dezen zelfs om geldelijken onderstand vcr- zooht. De-slimme minister nam hem, door een gift van fis. 100, den wind uit de zei len, want na het aannemen daarvan werd Marcelin «door de weerspannige boeren uit gekreten als verrader, die zich aan de te genstanders had verkocht De beweging die thans in Zuid-Frankrijk gaande is (en trouwens ook noordelijker) geldt geenszins stoffelijke belangen, zooala met de wijnboeren het geval waszij heeft; een zedelijken grond. Zij wordt gevoerd doof de geloovige Katholieken tegen de ver scherpte toepassing der wet-Combes inzake dc congregaties. Betoogingen waaraan t-ien-J duizenden deelnemen worden in de voorj naamste plaatsen gehouden. Vooraanstaan de geestelijken en anderen voeren daar hefc' woord en leggen vooral den nadruk op aft' vrijheid, welke zij voor zich, evenals vootf alle Franschen, iri geloofszaken opeischen. Een eigenaardige t^ek is wel, dat zoovele geestelijken welke bij het uitbreken van- den oorlog in het buitenland woonden, on- middellijk naar Frankrijk terugkeerden om hun militaire plicht te vervullen, dat vele hunner zich schitterend hebben ondersohei- doD, en een aantal op dc slagvelden zijn" gebleven. Dc overlevenden vragen nu met' verontwaardiging ,,Zijn wij wel goed genoeg om Het vader hand ter hulp te snellen in tijd van gevaar, „doch niet. om daarna dezelfde rechten „te hebben als andere burgers? Moeten wij, „om onze vrijheid van handelen te behoitj „den, opnieuw in ballingschap gaan?'-' Een priester heeft in deze vragen stof gevonden voor een open brief aan Minister ITerriot, waarin hij o.a. het volgende zegtf De heer Herriot heeft het grootsche ge baar gemaakt beide nog bloedende armen' van Frankrijk uit te strekken en heeft aan4 alle veroordeelden vergiffenis geschonken Door de geopende deur heeft men allo schuldigen, alle lafaards, alle dienstweige raars, deserteurs en verraders laten gaan'. Indien zij terugkeeren om dienstig te zijn' en zich te beteren, .zal ik dat toejuichen. Maar diezelfde deur aan de grenzen van' Frankrijk geopend, wordt ons gewezen, ons arme religieusc' drommels, wij die den 4en' Augustus vrijwillig teruggekeerd zijn om voor ons land te vechten. Welnu, wij zullen niet nicer vertrekken. Neen. Geen man, noch grijsaard of vrouw zal de grens overgaan. Dat nooit. met veel moeite uit zijn jaszak. „Van dtoze vier dingen is hel eerste je wettelijke portie, het kleine beetje geld, voor je vaders boe-, ken cn meubelen, die ik lieb gekocht, zoo als ik van het begin af heb gezegd, met 4» bedoeling ze voor een kleinigheid aan den nieuwen schoolmeester le verkoopen. De an dere drie zijn kleinigheden, die mrs. Camp bell en ik graag hadden, dat je aannam. De eerste, die rond is, zal je waarschijnlijk voorloopig het best bevallen, maar o, Da vid, jonger^, het is nraar een druppel water in de zee. De tweede, die plat is en vier kant, met letters er op, zal je bijstaan in je leven, als een goede slok voor den weg, en een goed kussen onder je hoofd in ziekte. En wal de laatste gift betreft, die vierkant is, het is mijn hartelijke wensch, dat die je in een beter land mag voeren." Toen nam hij mij plotseling in zijn armen en drukte mij vast tegen zich aan; daarna hield hij mij op een armslengte van zich af en zag mij aan, terwijl hij moeite had zijn aandoening le bedwingen, en keerde toen om, lenvijl hij mij een goede reis wenscli- le, om op een drafje den weg terug le loo pen, waarlangs wij waren gekomen. Het mocht e?n ander bespottelijk toe schijnen, ik was niet in een stemming om te lachen. Ik zag hem na, zoolang ik hem kon vól gen; hij vertraagde zijn gang niet en zag geen enkele maal om. Toen bedacht ik. dat het alles droefheid was, om mijn vertrek, en mijn geweten pijnigde mij, omdat ik. van mijn kant, verheugd was, het rustige dorpje te verlaten, om te gaan naar een groot, druk huis, naar rijke en aanzienlijke lieden van mijn eigen naam en bloed. (Wordt vervolgd.) 1

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 9