IRVIM's GISTTAMIBETABLSTTEM
Humor uit het Buitenland.
Balaandoening - Suikerziekte - Maagstoornissen
Eenige Importeurs N.V. ALGEMEENE HOLLANDSCHE HANDEL- en INDUSTRIE MAATSCHAPPIJ
MIJN REIS DOOR CANADA.
r
Dame: M'n man Is gewoonweg erMseHjk.
CleteiaTond deed bt) net. ol b|) me gelooide, ter
wijl hU wl'l. dat Ik hem wat wijsmaakte.
fl onten Mali)
F Moeder: ïe moet protesten, wal meel rorterlogen
u tnaken met Je Franaob. Belt;.
Hettj: Ja, Ik ïod wel eona op aen goeden dag tegen
mam'eel In het Pranech willen leggen, wat Ik In het
Bollandscb *an heer denk. - ~J" (FnnebJ^
Trot5che eigenaar (geestdriftig): Zeg, we erelen
wal Hlometmdes op deze manier.
Zenuwachtige passagier: J..Ja, louden we niet eten
etoppeD om »r wat hg te drinken? (London Opinion)
Marlatje (met bel prentenboek): Ik zou wel eeua
.willen weten, waarom Sl N'lcolaas altijd wit baai heeft
.op de plaatjee. i
Belsj: Ik denk dat bij bet ran bet piekeren o.et
cadeautjes voor de menschcD heeft, de arme man.
(London opiulonJL
iT's. Wil Je haar (rouwen, Omdat za zoo rijk lel
Ja weet, dat ie nogal een twijfelachtig kar
leden beeft? \-,
Ja. maar a)a Ik baar ntet trouw, heb llr,
een twijfelachtige toekomat (Paaalng SbowjL
Huisvrouw; Ik aoo war eens willen welen Vina,'.
(Wat et aan al dit roaatbeal en take geworden ta, dia
.glsteion t|)D oaergebleaen)
j Mina: Non. mevrouw, had o nooit eena ten poHtla-
agent op alalte, toen aoo ood waa als Ik?
(London Opinion)'
RECLAME.
9631
Bij elkcii Drogist verkrijgbaar.
(Aid. „Toast Vitc") - OENTEWEG 140 - RE\' HAAG.
Ik heb 12 jaar in verbanning, geleefd, van
mijn 22at# tot my# ,34ste jaar, het mooiste
deel van mijn levenmaar ik vergeef het u.
Maar den 2den Augustus 1914, om 4 uur
'3 morgens, Lag ik op mijn knieën voor mijn
prior.
Morgen begint de oorlog, heb ik ge
zegd, mijn plaats is aan het front.
En mijn Prior heeft mij gezegend en om
helsd.
Met een dolzinnige haast, zonder mobiiï-
jaatiebevel (ik was n.l. afgedankt), zonder
eoldatenboekje, ben ik naar de kanonnen
gesneld, tot aan Verdun.
Den 20en Augustus bij het ochtendgloren,
Voor het hervatten van het gevecht, bij het
zoeken naar de gewonden van het 115de,
naderde ik de voorposten, toen ik mij plot
seling te midden van een 20 geweren be
vond en zag ik mijn kameraad in zijn volle
lengte uitgestrekt tegen mij aanvallen, toen
op den grond, met vermorzeld hoofd. De
Duitsche post was op 30 passen afstand van
mij. Op dit oogenblik voelde ik, dat ik
met mijn hart heel mijn vaderland bo-
Bchermde l Nooit nog heb ik de Fransche
lucht met zulk een trots ingeademd, noch
zoo vaat op onzen Franschen bodem gestaan.
Ik begrijp niet dat ik toen niet gedood
werd, evenmin als wel een 20-maal daarna.
16 September werd ik gevangen genomen
voor Noyon, maar in November was ik weer
ia Frankrijk terug en in December was ik
weer bij het 14de van Belfort, de mooiste
aller divisies in vol gevecht. Met deze divi
sie heb ik dertig maanden gevochten tot
voor Mézières, den llden November 1918.
Ik ben driemaal gewond, heb nog een
granaatscherf links in de borst, opgeloo-
pen aan de Somme enna de demobili
satie heb ik de misdaad begaan in mijn
vaderland te blijven.
Eu nu zult ge mij de deur wijzen?
Gij wilt lachen, mijnheer Hejriot. Maar
om zoo iets lacht men niet Nooit, geduren
de 50 maanden, zijt ge mij komen opzoeken,
noch te Tracy4c-Val, noch te Crouy, noch
te Souain, noch in het fort te Yaux, noch
te Bremont, of op heuvel 30-1 of te Tahure.
Ik heb u nergens gezien of gesproken eii
toch durft gij mij vandaag over de grens
zetten? Of denkt gij daar niet over!
Welnu, noch ik, weet dat wel, noch ook
ten ander, zelfs geen vrouw, wij zullen niet
jreer naar België teruggaan. Nooit
Gij kunt doen wat ge wilt, ge kunt ons
onze huizen afnemen, gij kunt ons in uw
gevangenissen werpen ja werkelijk er
zijn daar plaatsen genoeg open gekomen,
plaatsen van hen, die nu op de maatschap-
pil zijn losgelaten maar genoeg. Uit
Frankrijk weggaan zooals wij in 1902 ge
daan hebben? Nooit.
Wij hebben nu een weinig meer bloed in
onze aderen, weet ge, en als soldaten van
.Verdun, hebben wij geleerd.
Wij zijn niet bang geweest van kogels,
noch van gas, noch van de dappere Garde
soldaten; wij zullen ook niet bang zijn van
politieke achterblijvers.
En nu zal ik u vertellen, waarom wij niet
sullen vertrekken.
Wij zullen niet weggaan, omdat wij niet,
wanneer ons in den vreemde door een En-
gelsoliman, Duitsoher, Amerikaan of wie
dan ook vragen gesteld worden, het hoofd
neerbuigend zouden moeten antwoorden
„Frankrijk heeft ons weggejaagd."
Voor de eer van Frankrijk, begrijpt
gij dit woord, zooals ik dat doe, voor de
eer van Frankrijk, nooit zullen wij dat een
vreemdeling zeggen.
Dus wij allen zullen blijven, dat zweren
wij bij de graven onzer dooden.
Men verwijt de regeering dat zij, steu
nende op partijen, welke bij de laatste ver
kiezingen vérstrekkende beloften hebben
gedaan, welke niet zijn in te lossen, thans
de oude strijdleus: „le clérioalisme:. „voilé,
l'ennemi" weder opwarmt om sommige lae-
ters-groepen te believen. De redeneering
is de volgende: beloofd werden o.a.: her
stel van de frank, hoogere loonen, lagere
belastingen, vermindering van de duurte
daardoor is de verwachting opgewekt, dat
de bevolking beter en goedkooper zou kun
nen levenge kunt aan dien lust, aan dien
honger niet voldoen en geeft nu, in de hoop
dien te stillen, ^priesters te eten." (Do
Fransche uitdrukking is nog krasser„du
protre b 0 u f f e r.")
De toepassing der wet-Combes geldt o.a.
dc scholen onder leiding van. geestelijken.
Men hoort wel eens vertellen, dat deze zich
niet alle zouden houden aan de wettelijk
vastgestelde le er-programma's en ook dat
op de meisjes-scholen les wordt gegeven
door geestelijke zusters, welke niet de ver-
ei schte examens hebben afgelegd. Maar
daartegen wordt dan weer gezegd, dat dit
slechts als voorwendsel wordt gebruikt
door de uiterste radicale elementen, welke
zich minder bekommeren om het gehalte
van het onderwijs dan wel om het wapen
dat dit hun verschaft in den door hen ge-
eochtcn strijd.
Ik ben van huis uit anti-clcricaal en heb
steeds een afkeer gehad van het vermen
gen van godsdienst en politiek echter dit
eluit de verdraagzaamheid niet uit, welke
medebrengt dat men ieders opvatting wil
zien eerbiedigen.
De strijdlust der regeering is in scherpe
tegenstelling met haar houding tegenover
Rusland, Duitschland en de vele veroor
deelden, waaronder verraders, in het eigen
land. toenadering, verbroedering, amnestie
is hierbij de leus, hoewel het openlijke of
verkapte vijanden geldt Daarnaast: strijd
tegen een categorie van lieden die zich ze
ker ,,het vaderland getrouwe" heeft be
toond.
Trouwens Herriot's bewind vertoont meer
zulke contrasten. Een er van is in de vol
gende grap vastgelegd: Herriot had open
lijk partij gekozen in de Britsche verkiezin
gen en dc overwinning der conservatieven
komt hem natuurlijk zeer ongelegen. Nu
Baldwin, zonder eenige gevoeligheid te too-
nen over den kennelijke# tegenzin waarmee
Herriot hem ziet optreden, zich gunstig over
de Fransche regeering heeft uitgelaten, put
Herriot zich w&derkoerig uit ia beleefdhe
den. Hetgeen nu volgt is een gefantaseerd
slot van een 'telefoon-gesprek tusschen de
beide premiers:
H. Nu ik u dus heb dank gezegd voor
uw vriendelijke gezindheid, raag ik niet na
laten, u te zeggen, hoe dankbaar ik u roeds
vroeger was, en wel voor uw aftreden in
1923. Immers uw daarop gevolgde nederlaag
heeft ongetwijfeld bijgedragen tot mijne
overwinning in Mei.
B.: Hm. Misschien hebt u wel gelijk met
dat laatste. Maar dan geloof ik dat ik niet
mag achterblijven om u wederkeerig mijn
erkentelijkheid £e betuigen. Want indien
mijn a f-treden u gunstig is geweest, uw
o p treden, uw regeeren gedurende zes
maanden heeft zeer zeker aan vele Britsche
kiezers van het radicale naar het conser
vatieve kamp overgebracht. En zoo hebt u,
hoewel onwillekeurig,'meegeholpen om mij
op het kussen te brengen.
's-èravenhage, November 1924.
Laad van N. 0. Indaë 196.
Zooals velen uit mijn gepubliceerde brie
ven hebben vernomen ondernam ik in den
afgieloopcn zomer een reis door Canada om,
gedachtig aan de oude spreekwijze „het zien
gaai voor liet zeggen", met eigen oogen te
zien hoe men daarginds woont en leeft.
Hot doel van mijn reis was om voor ons
emigratie werk juiste inlichtingen, te krijgen
van alle negen provincies. Ik ben dan ook
alle provincies doorgetrokken. OnwilLekeu-
nig zal iemand, die er geen idee van heeft,
hoe groo^ Canada eigenlijk wel is, denken
aan onze Hollandsche provincies.
De provincie Nova-Scotia is echter zoo
groot ais Nederland en België samenNew-
Bran9wick is grooter dan Nederland en Bel
gië samen; Quebec is even groot als Neder
land, België, Duitschland. Denemarken,
Zweden, Oo9tenrijk-IIongarije en Bulgarije
samen. Ontario is ongeveer zoo groot als
Duitscihland en Frankrijk samenManitoba
is grooter dan Nederland, België, Duitsch
land en Zwitserland samenSaskatchewan
is grooter dan Oostearijk-HongarijeAlberta
is grooter dan Italië, Griekenland, Servië,
Roemenië en Bulgarije j en Britscli Colum
bia is grooter dan Groot Britlannië, Fran
krijk, België en Nederland samen. Daarbij
heb ik niet genoemd Prince-Edward-Eiland
dat ongeveer zoo groot is als Nederland.
Daar ik op mijn terugreis naar huis de drie
provinciën, waar men aankomt, als men
van Holland komt .n.l. Nova-Scotia-New
Brunswick en Prince-Edward-Eiland heb
bezocht, kom ik daarop later terug.
Uit mijn brieven heeft men gelezen dat
mijn werk in Montreal begon. Feitelijk was
het reeds in Londen begonnen met hot be
zoeken van Regeeringspersonen en andere
autoriteiten en met t boezien hoe men daar
aan de stations voor emigranten zorgde.
Daarna in Liverpool onderzoek naar al
lerlei dingen in verband met door trokken de
emigranten, en eindelijk aan boord waar ik
veel op de 3e klas was en mij met verschil
lende mensohen bemoeide.
De 3e Mas aan boord van de meeste sche
pen is goed tegenwoordig. Zeventien jaren
geleden maakte ik een reds 2e klasse naar
Xap^n en de 3e klas ötie ik deze zomer zag
aan boord van verscheidene schepen en van
verschil lende stoomvaartlijnen, was min
stens evengoed als de 2e klas in vroeger
jaren.
Er is een rooksalen, waar de meubels met
leer zijn bekleed, een algemeene salon met
plucheibekleeding en een groote eetzaal met
draaibare met Leer overtrokken stoeltjes. Er
wordt iedere# avond muziek gemaakt, over
dag kan men veel op bet dek zijn, en voor
de kinderen is er eon mooie kinderkamer
met speelgoed voor alle leeftijden, kleine
ledikantjes voor de kleinsten om 's middags
te rusten en een bekwame kinderjuffrouw
die op de kinderen past, zoodat de moeders
ook wat rust hebben. De slaapgelegenheid
aan boord van een schip is natuurlijk niet
wat men thuis gewend is. Dit laat de ruim
te niet toe. De bedden zijn twee aan twee
boven elkaar, soms vieT en dan ook wel zes
bedden in een hut. De waschge tegenheid in
de hut is klein, maar er is volop gelegenheid
om oen bad te nemen in goed ingerichte
badkamers. Ook kunnen de vrouwen aan
booid wel eenige kleinigheden wasschen,
zooals kousen en zakdoeken.
Toch blijft het aan boord van een schip
behelpen; doch ieder verstandig mensch zal
moeten erkennen dat hot niet anders kan,
cn zich schikken in het onvermijdelijke.
Bovendien duurt die bootreis maar acht of
negen dagen. Wie zioh aan boord niet kan
schikken, doet beter thuis te blijven want in
Canada zelf beginnen de moeilijkheden
pas. Aan boord van de meeste schepen be
vindt zich een zoogenaamde „conductress"
hetwelk beteeken t begeleidster. Zij is ge
kleed in eenvoudige donkerblauwe japon
mot zwarte lakLeeren ceintuur en met ko
peren knoopen met 't wapen van de stoom
vaartlijn, in wier dienst zij is. Zij heeft aan
boord oen klein kantoortje en bezit lijslen
met de namen van alle vrouwelijke passa
giers. Zij vraagt deze allen op hun beurt, in
haar kantoor te komen, en tracht door een
vriendelijk gesprek liun vertrouwde fce wor
den. Hebben ze iets te klagen, dan kunnen
ze dat bij haar doen. Zij geeft raadgevingen
en waarschuwingen, soms, naar aanleiding
van wat zij op haar inspectietochten heeft
gezien, ernstige vermaningen.
Des avonds lien uur gaat zij langs de
verschillende dekken en zendt de alleen-
reizende meisjes op vriendelijke wijze naar
hun hut.
Als een vrouw of meisje zich misdraagt
aan boord en het wordt door de conduc
tress gezien en gerapporteerd, dan wordt
haar de toegang in Canada geweigerd en
wordt zij naar huis teruggezonden.
Dit komt echter gelukkig zeer zelden
voor. Bij aankomst in de Canadeesche ha
ven, staan eenige dames die in dienst van
de Can. regeering zijn, klaar, en nemen na
overleg met de conductress, de alleenrei-
zende vrouwen en meisjes over nadat deze
de douane en de dokier zijn gepasseerd en
gaan met hen in den trein. Zij reizen mede
tot de groote steden, waar de meesten moe
ten zijn en brengan hen, indien er geen fa
milie of Tri enden op hen wachjcn (die eerst
moeten bewijzfen dat de zaak in orde is)
naar tehuizen die door de regeering voor <k(
doel zijn opgerjeht. In een dergelijk tehuis
kan de nieuw aangekomene 24 uren gratis
verblijven. Om te wekten hoe het er was,
heb ik er zelf ook eenige'nachten geslapen.
Het is uitstekend tn de meisjes the in
zoo'n stad een dienst krijgen, blijven er hun
tehuis houden. Zij komen er, wanneer zij
een paar dagen vac an tie hebben of wan-
wan neer zij van betrekking veranderen en
betalen dan een zeer matig kostgeld.
Doorreizende vrouwen en meisjes worden
op hun trein gebracht en als zij naar een
stad gaan, de directrice van het tehuis gete
legrafeerd dat zij om zoo laat aankomen.
Zij worden dan weer afgehaald en naar
hun adres gebracht. Gaan zij naar kleinere
plaatsen, dan wordt de stationschef ge-
waarschuwd en worden zij daar weer opge
wacht. Men ziet Meruit dat een vrouw met
eenige kinderen of een meisje, gerust alleen
naar Canada kan reizen, wat de reis betreft,
Wie verkeerd wil, gaat overal verkeerd,
maar dat is hier ook zoo.
De mannelijke-emigran ten en de gezin
nen gaan na douane en dokter te zijn gepas-r
seerd in de gereedstaande treinen. De Can,
treinen zijn geheel op lange reizen Inge
richt De zitplaatsen zijn ruimer en breeder
dan bij ons. Men zit twee aan twee tegen-i
over elkaar en in het piiddten is het gang
pad. Aan het einde van de wagens voor ko
lonisten slaat een fornuis, dat den heelen
dag gelegenheid biedt tot het verkrijgen van
warm water en tot het verwarmen van mee
gebracht blikkenvoedsel. Bij aankomst in
de haven koopt men gewoonlijk een zooge
naamd voedsel mandje. DU is een mandje of
doos met allerlei levensmiddelen als blikjes
melk, jam, biscuits, boter, thee, viscih,
vleesch, suiker en vet en wat dies meer zij,
Dc prijzen van deze mandjes zijn door de
emigratie-autoriteiten vastgesteld. Men
koopt er zich een brood los bij en kan aan
ieder station zijn voorraad aanvullen en
weer opnieuw brood koopen. Aanbeveling
verdient het een mes te hebben en een
theepot en kop ol beker mee te brengen.
Men kan zich dan het leven in den trein
zoo aangenaam maken als maar mogelijk
is. Op de trein is ook een eetwagen doch
deze is niet goedkoop en menigeen voorziet
zichzelf wanneer men aan een station een
half uur stopt, van een maaltje. Zoodra de
trein een slation binnenzoomt, staat een
bediende met een groote bel aan de deur
waar men voedsel kan krijgen om daar
door ie voorkomen dat de reizigers moeten
zoeken naar de lunchroom. Hier verzamelt
zich de menigte en men moet maar zorgen
dat men er bij is, om wat be krijgen.
Voor de trein stopt, wordt afgeroepen hoe
lang men stilstaat aan het station dat komt
Men moet zelf zorgen dat men weer op tijd
is, want zonder vele en ellenlange waar
schuwingen vertrekt de trein en men hoort
wel eens van emigranten die met een wan
hopig gezicht op het perron blijven staan-
Dat is nu niet zoo ernstig als het lijkk
'want veronderstel dat de man niet dan den
volgenden dag kon vertrekken, dan wem
er door den cbef wel voor gezorgd dat n'j
een onderkomen kreeg. In Canada k<j®
alles wel terecht. Men blijft maar kalm»