TWEEDE KAMER.
H. P. H. KËERËWEEfr
(Zitting van gisteren.)
Staatsbegrooling voor 1925.
Algemeene Beschouwingen.
"Voortgegaan wordt met dc algemeene be
schouwingen vo.or de Staatsbegrooling voor
1925.
Dc lieer BRAAT (Plattel. Partij) betoogt
dat de Regeering veel te royaal is geweest
niel de financiën. Minister Colijn heeft het
zich te gemakkelijk gemaakt bij het sluitend
maken van de bcgrooting. In plaats van te
bezuinigen legde hij nieuwe belastingen op.
Dat kunnen wij allemaal wel, als wij nieu
we belastingen opleggen. De begrooting
sluitend maken met bezuinigingen is moei
lijker. De landbouw leeft niet op gelijk de
Minister wel schijnt te mecnen. De Konin
gin zeide in de Troonrede, dat de verhou
dingen met de andere landen goed zijn,
maar zij kondigt tevens een vlootwet aan.
Dat begrijpt spr. niet. Van die toegezegde
helaslingverlaging gelooft hij niets, want
beloften van een regeering beteekenen niet
veel.
Het aantal ambtenaren moet zeer vermin
derd worden en alle sociale wetten dienen
ingetrokken te worden, om tot bezuiniging
te geraken. De ambtenaren worden hoe lan
ger hoe brutaler in hun optreden; hij wijst
op de sergeants die een houding aannemen
die niet doet verwachten, dat er veel van
hen is te wachten, als de nood aan den man
komt. Spr. is geen vijand van de ambtenaren
maar hun aantal en bun salaris is te groot,
vooral van de hoogere ambtenaren.
De opbrengst der Kroondomeinen is zeer
hoog, meent hij. Er wordt uitgehaald wat
er uilgehaald kan worden. Dat stemt tot
groote ontevredenheid. De werkwilligen moe
ten overal door dc poli lie beschermd worden
Zoover heeft de regeering het al laten komen
Op leger en vloot kunnen wij veel bezui-
gen. Van ontwapening wil hij niet weten.
Het geklets van meneer van Embden in den
Dierentuin.... (De Voorzilter hamert.)
De speech van meneer van Embden acht
hij overdreven, want wij kunnen niet ont
wapenen.
Vervolgens wijst hij op de goederen in de
doode hand, waaruit heel wat belasting is te
halen.
De aandacht dient gevestigd te worden op
het arme platteland.
Hij hoopt dat deze regecring na de ver
kiezingen zal vervangen worden door één
die meer rekening houdt met de belangen
van hel platteland.
Verbetering van de Kieswet acht hij wel
noodig mits de onderste lagen der bevolking
niet langer het kiesrecht zullen behouden.
De heer WIJNKOOP (G.Fr.) ziet absoluut
geen keerpunt in economisch opzicht. De
algemeene verschijnselen zijn ongunstig; de
werkeloosheid blijft onveranderd, het cijfer
van 10 pet. van het aantal arbeiders blijkt
vrijwel stabiel. In andere kapitalistische
landen ii het ook zoo. In Engeland zijn er
constant l1/* millioen werkeloozen. Wij zijn
dus niet verder gekomen.
Over den nieuwen koers sprekend, wijst
hij er op dat de Vrijzinnig-democraten de
illusionaire politiek zijn gaan volgen die tot
nu toe het eigendom was der S.D.A.P. In
zake Onderwijs hebben wij slechts een mi
nister die in alle opzichten den vooruitgang
tegenhoudt. De S.D.A.P. durft ook niet meer
voor de belangen van het onderwijs op te
komen. De arbeidspartij heeft geen kracht
meer. In Engeland is Mac Donald na een
poosje niets gedaan te hebben, op de be
lachelijkste wijze omver geworpen. Men ziet
nog niet in dat de klassenstrijd alles behecr-
schend is ook in ons land. Van een illusie
als van de V.D. kan dus niets terecht komen
En samenwerking met kleine burgerlijke
groepen is onmogelijk en alleen een partij
van den arbeid zal mogelijk zijn.
In werkelijkheid wil alleen de communis
tische partij alleen staan en alleen re-
geeren. Van samenwerking gelooft hij
voorloopig niets, tenzij de S.D.A.P. om
valt.
Do formatie van den heiligen .Michael
heeft spr. met genoegen gezien. Wat die
Michael eigenlijk beteekent? Spr. weet het
•net. Is die Michael van plan tegen Lucifer,
üi casu Colijn en 2yn benden op te treden?
Zal die Michael ook de wapenen opnemen?
Op het programma gaat spr. niet in, want
de goede dingen daarop staan er maar
voor de leus byt
In zake het militairisme zegt spr., dat
mr. Marchant zyn zaakje zelf heeft ver
moord. Bij de verkiezingen zal hij trachten
de illusionaire zijde van de kwestie naar
voren tp brengen, maar het zal niets te
beteekenen hebben. Mr. Marchand heeft
zich al aan den Volkenbond vastgeklemd,
toen hy in het luchtledige kwam te zweven.
De gevolgen van de houding heeft al ten
gevolge gehad, dat er zijn, die de V. D.
party verlaten.
De heer MARCHANT (V.-D.): Biaas je
toch niet zoo op
'De heer WIJNKOOP (C. Fr.): Wat mr.
Marchant wil, is niet ontwapenen zoolang
het kapitalisme de macht bezit. De ontwa
pening is teruggebracht tot het futlooze ven
den Volkenbond. De bewapening zal hiet
eer vercfwjjnen, voordat de arbeiders ge
wapend tegenover het kapitalisme gaan staan
onder leiding de*»- communisten. (Gelach).
Daarna behandelt hij de arbeidersbeweging
iu Nederland. Hoe staat men tegenover het
problecm-Fimmen? Hoe staat men tegen
over htt doorbrekende eenheidsfront» dat
van onder af opkomt? Het wordt tijd, dat
de S. D. A. P. zich eens precies uitlaat
over haar houding. De Communistische party
heeft een program van actie, dat als eiscli
heeft den 8-urendag, een ouderdomsp? n-ioen
op 55-jarigen leeftijd, enz. Ook de midden
stand wordt doedgedrukt en behoort dus
in te zien, dat alleen de communisten red
ding kunnen brengen. Rusland moet nu ook
spoedig door Nederland erkc-nd word.n. Allo
landen doen dit reeds en ons land blijft
steeds achterlyk.
'len slotte bespreekt hij do situatie der
boeren. Van een opleving van den landbouw
ïfl geen sprake.
De situatie der boeren beoordeelende,
merkte spr. veedor op, dat men hierbij voor
zichtig moet zijn, waait als de kleine boeren
het 9lecht hebben, dan schreeuwen de
groote het hardst dat het zoo slecht gaat.
Het is te begrijpen waarom zij dat doen.
Zij zijn bang, dat zij zullen worden aange
pakt. Spr. zal de onderdrukte boeren steu
nen en onder de leiding van de onbreek
bare macht van Moskou zal spr. ten strijde
gaan.
De heer TROELSTR (S.-D.) kan de kri
tiek op de Regecring grootcndeels beamen.
Op één punt wil spr. wijzen, nl. op de ont
aarding van het parlementaire stelsel
sedert deze regeering aan het bewind is. De
politieke grondslag van de partijformatie
geeft ééu der oorzaken van die ontaarding.
Thans treedt duidelijk naar voren dat de
handhaving van dezen grondslag onmogelijk
is. Het christelijk beginsel is geheel onge
schikt als politieke grondslag en dat is dui
delijk gebleken. Telkens zijn machtswoor
den noodig geweest om de eenheid tc be
houden. Spr. heeft meermalen gesproken
van een hinkend parlement omdat partijen
die elkaar moesten kunnen vinden, elkaar
niet vinden kunnen. Er is een kunstmatige
scheiding die een verlamming geeft. De
Kroon heeft aan die kunstmatige combina
tie vastgehouden en daarmede een fout be
gaan.
De andere grond voor die foutieve indec-
ling is te vinden in het gemis aan overeen
stemming tusschen de partijen. Iedere partij
moet trachten haar kiezers tevreden te
stellen en juist op d»ie grondslagen staat
juist de tegenstelling.
Men moet nu en dan deze of gene partij
tevreden stellen of zoel houden. Dc Zon
dagswet, de Staatsloterij, de Pokkenwet, het
Processieverbod zijn allemaal verschilpun
ten die de partijen verdeden, maar men
tracht ze zoel te houden door het indienen
van voorstellen die niet behandeld worden.
Ondanks dat alles is de Regeering er niet in
geslaagd de ontevredenheid in groote krin
gen der rechterzijde te sussen. Ook volgens
den heer Bomans moet het nu eens uit zijn
en moeen wij een andere christelijke regee
ring krijgen.
liet volk verwijdert zich van bet Parle
ment. Volgens Mr. Marchant is een referen
dum noodig. Spr. voelt daarvoor niet veel.
Bij de Vlootwet is geroepen om een referen
dum maar boen is hot juist niet noodig ge
weest. Het Parlement moet sterk zijn en
dan is een referendum niet noodig, want
daai werkt liet juist verzwakkend.
Hoe is dan te verkrijgen een krachtig
parlement? Dat is een levensvraag voor de
geleidelijke ontwikkeling der Nederlandsche
politiek. Als vóór de verkiezingen geen ver-
belering komt, zullen zij in liet moeras blij
ven. Het geloof in de politieke leiders neemt
ziohlibaar af, liet vertrouwen is gesohökt.
Wanneer daarin geen veraaidering komt,
aöh't 9pr. dit een groot gevaar voor ons land.
De S. D. A. P. heeft zich steeds tegen de
christelijke coalitie verklaard omdat het
werk van het Parlement groolendeels is van
socialen en administratieven aard. Daarom
heeft hij zich nooit laten indeelen bij de
linkerzijde: het ging tegen conservatisme in
adle partijen. Spr. heeft indertijd partijen
ter linkerzijde gedreven naar concentratie
en dat op een program dat in vele punten
was overgenomen van de S. D. A. P. En
toch was spr. niet bereid met haar een Ka
binet te vormen. Hoever liet werk der S. D.
A. P. is doorgewerkt, bleek in 1918 toen de
kajüholieke en christelijke arbeiders hun
drang naar sociale wetgeving voegden bij
die der S. D. A. P,
Het theologische element Ier eene zijde,
het sociale ter andere geeft echter steeds
botsingen.
In 1913 is dc theologische grondslag- door
het kabinet door een socialen grondslag ver
vangen onder den drang der arbeidersklas
se. In 19-20 bij de verkiezingen trad weer
de theologische leuze op. Nauwelijks treedt
de regeering weer op, of een socialo leuae
wordt naar voren gebracht, n.l. de leuzo
van den gaven gulden. Het is altijd weer
de werkelijkheid, die over het werk in de
Kamer beslist. Als dat zóó is, laat men dan
ophouden met de vervalsching van den wor-
kclijken toestand.
Volgens mr. Dresselhuys heeft do lieor
Schaper gehengeld naar steun van rechts.
Spr. begrijpt, dat mr. Dresselhuys de ont
aarding van het Parlement minder ter har
te gaat, omdat zijn positie van dien aard
is, dat zij weinig invloed lieeft. De aanval
len op het Parlement groeien aan, ook in
kapitalistische kringengeluigo artikelen
in tijdschriften van de hand van hen, d'.e
zelf hun zaak niet goed konden leiden.
De vraag waarom liet gaat ia dezezal de
staat het grootkapitaal beheerschen of:
zal het grootkapitaal den staat beheer
schen? Spr. heeft vroeger al eens een staat
je gegeven, waaruit blijkt, dat slechts een
klein aantal personen het kapitaal be-
heerscht. Die macht staat buiten de con
trole van het volk en dab zijn do hoeren,
die schimpen op het Parlement, op de ar
beiders en op het sociale werk. Voor hen is
de gave gulden het idool geworden.
Den heer Bomans gaat de malaise zeer
ter harte. Hij heeft alle vertrouwen in liefc
ministerie verloren. Wat wil hij dan eigen
lijk? Dc waarheid, de fierheid en dc bont
heid van de Katholieke partij rhoeten hem
liet naast liggen. Wat beteekent dit? Wil
hij weer een coalitie met meer macht voor
de Katholiekenwil hij de antirevolutionai
ren uitschakelen? Moet dc Katholieke par
tij alleen dc regecring vormen als volkspar
tij Zoo ja, dan zal zij toch moeten samen
werken met een andere partij en met welke
dan en op welken grondslag? Mr. DrcRsel-
liuys wil een nationaal ministerie. Wat kan
dat ons geven? De diepgaande verschillen
zullen dan toch ook tot uiting komen.
Spr. meent, dat noodig is een democrati
sche regeering, los van het kapitalisme, an
timilitairistischalleen dat kan vruchtbaar
werk leveren.
De fout der regeering is altijd gewcefet,
dat zij haar groepen te veel bond aan een
program. Zekere vrijheid zal een democra
tisch e tegeering moeten houden. Twee hoofd
punten zouden er moeten zijn, nl. de ont
wapening en de medezeggenschap in de be
drijfsorganisatie. Spr. wijst op de zienswijze
van prof. Veraart, die cca verzoenende op
lossing zou kunnen geven en spr. meent,
dat op dit punt een gemeenschappelijk pro
grampunt zou zijn te vinden.
Een betere regeling van het gemeen
schappelijk overlég met de ambtenaren, een
tweede pacificatiecommisaic voor de onder
wijskwestie, een herziening van de pen
sioenwetgeving zouden alle punten zijn, die
dc regeering kon indienen.
Spr. vleit zich met de hoop, dat men de
noodzakelijkheid van deze herziening alge
meen zal inzien. Of dc Katholieke partij
aan dit program zal meewerken, fyangt van
vele punten af cn spr. kan daarover zich
thans niet uitspreken. Veel zal daarbij af
hangen van de kracht van den dcmocrati-
schen drang in die partij bij de verkiezin
gen, die het verbod van het Episcopaat zal
hebben £e overwinnen. Do heer Nolens
zwijgt over dit verbod cn spr. wilde wel
eens weten, hoe die afgevaardigde zich ont
wikkeling der politiek voorstelt met hand
having van het verbod. De innerlijke nood
zakelijkheid zal ten slotte alle verbodsbe
palingen overwinnen. De mogelijkheden in
dc arbeidersklasse ontwikkeld, werken mede
en zullen blijven werken.
De vergadering wordt verdaagd lot
's avonds 8 uur.
Avondvergadering.
Staatsbegreoting voor 1925
Hooldztnk X (Arbeid).
Aan do ordo is de behandeling van
hoofdstuk X (Arbeid) der Staatsbegrootiög
voor 1925.
Er worden geen algemeene beschouwingen
gehouden.
Afdeeling I wordt goedgekeurd.
Afdceling II (Arbeid).
De VOORZITTER stelt voor den spreek
tijd te bepalen op een half uur, omdat
bereids 9 sprekers zijn ingeschreven.
De heer BRAUTIGAM (S.-D.)-heeft daar
tegen bezwaar.
De VOORZITTER trekt zijn voorstel in.
De heer SCHAPER (S.-D.) begint te
klagen over de uitvoering der Arbeidswet.
Hij betreurt het, dat geen enkele arbeöders-
afgevaardig;de op dit moment tfr rechterzijde
aanwezig is om ook eens op strenge toe
passing aan te dringen.
Do heer BEUMER (A-R.): Ik ben er.
De heer SCHAPER (S.-D.): U is geen
arbeidersafgevaardigde.
Dat bakkers in do gevangenis worden ge
worpen betreurt hij'. Maar het is hun eigen
schuld; zij moeten dan vaak recidive hebben
gepleegd.
De Arbeidswet wordt nog steeds op tal
van groepen van werklieden niet toegepast.
Den minister is herhaal del yk verzocht de
greepen uit te breiden, maar hij doet het
niet, omdat hij geen geld heeft voor amb
tenaren. Waarom aanvaardt hy dan het
aanbod der organisaties niet om hulp te
verleenen en controle te oefenen?
Laten de werkgevers ook meewerken om
de controle uit te oefenen. Als de minister
maar een begin maakt zullen de werkgevers
wel volgen en samenwerking zoeken met
de organisaties der werknemers.
Spr. juicht het toe, dat de toepassing
op de winkels aanstaande is. Hij hoopt,
dat do minister spoed maakt met deze aan
gelegenheid.
Naar spr. vernam, is een arbeidscontro-
letir hier in den omtrek van Den Haag
tevens eigen bouwer. Hiy vraagt of de
minister dit goedkeurt.
Mej. GROENEWEG (S.-D.) dringt aan
op opleiding van verpleegsters en acht het
noodig, dat een wettelijk minimum-aantal
verpleegsters in ziekenhuis;» wordt vast
gesteld. Spr. geeft toe, dat met de finan
ciën rekening moet worden gehouden, maar
het belang uer patiënten eischt vóór alles
een goede verpleging. Regeling van den
arbeidstijd voor de verpleegsters acht zij
zeer noodig. De minister is nog aan het
overwegen; spr. hoopt, dat hy spoed zal
maken, want de werktijden zijn zeer lang,
soms 70 uur per week.
Vervolgens bespreekt zij de aLbeidsvoor-
waarden van het personeel der zydefabrieken
in Ede, die onvoldoende zyn. Spr. wyst den
mihistér óp ëènige artikelen in~een maand
blaadje, waarin daarover wordt geschreven.
De werkplaatsen hebben allerlei gebreken,
die nadeelig zijn voor de gezondheid der
meisjes en zelfs gevaar oplevert, bijv.
wanneer er brand mocht uitbreken. De wijze
van loonbepaling is er zeer zonderling: aan
een groep wordt een totaal som aan loon
uitbetaald en de onderlinge concurrentie is
slechts voordeel voor den patroon. Kan de
minister hier niet ingrijpen?
De heer BRAUTIGAM (S.-D.) bespreekt
oen arbeidsduur in het transportbedrijf, die
ellendig lang is by afwezigheid van elke
wettelijke regeling. Spr. moet een eentonig
verhaal geven van de toestanden in Ne
derland.
Werktijden van 60 uur en dagen van
13 uur zijn niet zeldzaam. In sommige steden
is de werkduur onbeperkt. Het ergst is
het in Den Bosch; daar is de werkweek
100 uur.
Op de koopvaardijschepen is de arbeids
duur zeer lang, 84 uur per week, en zelfs
100 uur is ge:n zeldzaamheid De regeering
doet er niets aan, waarschijnlijk uit vrees
voor de reeders. By waterbouwwerken is
de toestand ook ongunstig, niettegenstaande
deze gedeeltelijk onder de Arbeidswet val
len. Waterstaat beroept zich op de collectieve
overeenkosmsten om lange arbeidstijden goed
te praten.
In de binnenschipperij is het al niet beter;
bij de sleepdiensten is het iets beter, dank
zij de onderlinge overeenkomsten. Waar de
organisatie zwakker wordt, wordt de toe
stand slechter. De nachtrust wordt dikwijls
tot 4 uur ingeperkt. In het binnenbeurt-
vaartbedryf is de toestand het allerslechtst.
Dikwyls wordt 36 uur aan één stuk gewerkt,
weken van ICO uur zijn alweer niet zeldzaam.
sAJs de minister nog een greintje respect
yooT zichzelf had
De VOORZITTER kan die uitdrukking niet
toelaten.
De heer BRAUTIGAM (S.-D.J betreurt lu#t
dat deze minister dergelijke toestanden toe
laat. De Stuwadoorswet vereisckt dringend
verbetering Over het voorstel tot wrj_iging
is reeds April 1922 voorloopig verslag uit
gebracht. De minister antwoordt steeds niet
en houdt dus verkorting V2n den arbeidstijd
tegen. De minister zegt, dat de omstandig
heden in deze bedrijven zeer moeilijk zijn
en dat daarom lierzieningsmaatregelen
voorloopig achterwege moeten blijven. Welke
werkzaamheden ondervinden eventueel schade
van een beperking?
De minister van Arbeid, de heer AAL-
BERSE: In Hamburg werken ze tien uur.
De lieer BRAUTIGAM (S -D.): Dat is niet
waar. Ik heb goede gegevens.
Rotterdag krijgt dit jaar meer goed over
zijn haven, dan tot 1913 ooit het geval is
geweest en het zal boven Hamburg en
Antwerpen de kroon spannen. Spr. vraagt
dus het bewijs, dat de toestand in de Rot-
terdamsche haven liandhaving der lange
arbeidstijden eischt. Tot uitstel vau her
ziening der Stuwadoorswet was dus geen
aanleiding gelegen in die toestanden met
het oog op de concurrentie. De minister
blijft achterwege.
De geschiedenis zal spreken van minister
Aalberse, den vreesachtige, oaidat hp bang
was voor de werkgevers. Spr. verwacht van
dezeL minister niets en hij dient een motie
in, waarin wordt uitgesproken, dat herzie
ning der Stuwadoorswet noodzakelijk is en
waarin do minister wordt uitgenoodigd do
noodig» maatregelen te treffen.
De motie komt aanstonds aan de orde.
Do heer SOHEURER (A.-R.) maakt een
opmerking over de imoering van de regeling
van den arbeidsduur voor de verpleegsters
in de krankzinnigengestichten. Als mej.
Groeneweg een onderso:k had ingesteld, zou
zij niet zoo gegeneraliseerd h?bh.n Haar
voorstellingen waren gedeeltelijk minder juist.
Do wetgever moet zeer voorzichtig to
werk gaan bij de regeling van deze materie
wil hjj do vorpleging der zieken niet in
gevaar brengen en verlagen tot een be
handeling als van hout en steen.
De ziekenverpleging is altijd een werk
der barmhartigheid geweest en Sat moet
zij blijven. De regeering zaf dat stellig
waardeoren en zij zal geen maatregelen
willen treffen, die de verdere ontwikkeling
van dezen arbeid in den weg stjat. De
patiënt moet nummer één blijven. In de
stichting Veltwijk wordt reeds getracht een
betere regeling te maken. Een te krachtig
ingrijpen door de regeering zou den tosstand
zeer kunnen schaden en de exploitatie
kosten zeer opjagen. Die stichtingen hebben
reeds een harden strpd met haar financiën
en aio strjjd zou uiet zijn vol te houden
als de regeering onbesuisd ingreep.
Nog moeilijker zal het zija voor de re
geering om zich met de opleiding der ver
pleegsters in te laten. Dat zal e:n ondoen
lijke taak zjjn voor de regeering.
De inrichting van de gestichten met
paviljoen-systeem is niet te vergelijken met
de groote ziekenhuizen in de steden. Het
paviljoenstelsel vooral zal zeer veel moei
lijkheden voor een eveutueele regeling op
leveren en de minister zal voorzichtig moe
ten zijn met ingrijpen in het werk, dat
dat van een gezin nadert. Diensttijdregeiing
daarvoor in to stellen zal niet doenlijk zijn
en hij wilde het liefst de regeling aan den
geneesheer-directeur overlaten wat betreft
den inwendigen dienst en overigens eera
60-urigen dienst toestaan. Het particulier
initiatief heeft niet verdiend, dat het wordt
tegengewerkt Integendeel de regeering moge
het zooveel mogelijk steunen.
De heer SMEENK (a. r.) bespreekt de vcr-
oordeeling der bakkers. De Arbeidswet
wordt nog herhaaldelijk overtreden en het
kan niet uitblijven of veroordeelingen vol
gen bij recidive. De wet moet geëerbiedigd
worden. De moeilijkheden zijn verscherpt
door de grens tusschen bedrijven met zes
en meer arbeiders en de andere aan tc
brengen. Misschien ia die grens niet geluk
kig gekozen.
Ten aanzien van het palroonsvcrbod
staat spr. nog altijd op hetzelfde standpunt.
De opheffing zou lot groote moeilijkheden
leiden en hij hoopt dat de minister daartoe
niet zal overgaan. Voor een regeling van
den vóór-aiibud in de kleine bedrijven ge
voelt spr. wel.
Nopens de— uitbreiding der AtbeidsryI
mocht men geen illusion hebben, nadat de
minister indertijd de motie-Schaper onder
groote reserve had aanvaard.
Met buitenwerkingetellen van de Arbeids
wet gedurende moeilijke lijden kan spr. zich
niet verecnigen. Tijdelijke afwijkingen zijn
wenschelijk om verzet tegen do Arbeidswet
Ie voorkomen. Uitbreiding van de wet is
eoliler niet mogelijk in deze moeilijke om
standigheden en spr. maait den minister
daarvan geen verwijt. Hij hoopt alleen dat
toepassing op hot winkelbedrijf spoedig zal
worden voorgesteld. De inkrimping van dc
arbeidsinspectie beeft het toezicht verslapt,
naar men zegt. Spr. hoopt dat de minister
den indruk daarvan zal wegnemen want
een onvoldoende controle acht hij niet ge-
wenscht. De minister wijst terecht de nvede-
weiking van de vakvereenigingen bij de
controle op de uaivoorimg van do Arbeids
wet af. Daardoor zou de sympathie voor de
sociale wetgeving bedenkelijk worden ver
zwakt. De minister ovc-rwege voorls of bij
nog niet wat kan doen voor het liolel- en
reskauranlpersoneel, dat in een zeer gevaar
lijke omgeving moet werken. AVat dan land
en tuinbouw getreft, de regeling van den
arbeidsduur geschiedt hierbij beter bij col
lectief contract dan bij de wet. Met veel ge
noegen heeft spr. gelezen dat een rcgling
van de bindendverklaring van het collec
tief conlraot in voorbereiding is. Daaruit
kan de bedrijfsorganisatie groeien die nu
wel wat voorbarig wordt aahgcj'irczen.
De heer SNOECK HENKEMANS Cc. h.)
merkt op dal de heer Brautigam eenige min
der welwillende woorden heeft gewijd aan
den arbeid van dezen minister. Daarvoor is
inderdaad geen aanleiding, gelet op lielgeen
de min. onder zeer moeilijke .omstandighe
den heeft tot stand gebracht. Men dan den
minister dan ook niel verwijlen dat hij geen
hart heeft voor den werkman. De minister
schijnt nu voornemens te zijn te blijven bij
zijn plan om een voorstel in te dienen
strekkende om de Kamer over het verbod
van nachtarbeid voor de bakkerspatroons
I
zich te doen uitspreken. In tegenstelling
met den heer Smeenk blijft spr. van oordeel
dat.het verbod moet worden opgc-heven. Hij
betwist dat die opheffing moeilijkheden zal
met zich brengen voor de arbeiders. In alle
bedrijven hebben de end-ernemers die vrij.
hoid en nadeel voor de arbeiders vloeit
daaruit niet voort.
Men zegt dat de andere patroons er door
gedwongen worden ook vroeg op te staan.
Als het aanvangsuur van den verkoop blijft
vastgesteld, beslaat dat gevaar niet. Het
blijft nog altijd epn eer en een plicht dot
een huisvader zich zoo veel mogelijk voor
zijn gezin inspant.
De toepassing der Arbeidswet op het ver
plegend personeel moet met groole voor-
ziohtigheid geschieden en spr. sluit zich aan
bij dr. Scheurer. De gegevens die mej. Groe
neweg gaf acht hij stellig overdreven. Het
verpleegslerswerk leent zich moeilijk v«r
omlijning, omdat liet werk nu eens zeer
druk en dan weer minder druk is. Zoo er
gens dan is bij de ziekenverpleging groole
vrijheid vereisobl. Een ziekenverpleegster
met de Arbeidswet in de hand en met het
oog op de klok kunnen wij ons niet voorstel
len. Hel werk is inderdaad zeer inspannund
en aan rust is zeer veel behoefte zoodat cea
regeling daarvoor alleszins wenschelijk is.
In land- en tuinbouw beslaan niet zulke
verschrikkelijke misstanden dat het ingrij
pen van de overheid onmiddellijk noodig is.
De subsidies voor vereenigingen tot be
vordering van het leerlingwezen die in
Hoofdstuk Va zijn uitgetrokken zullen al
leen tol hun recht komen als dezen minis
ter van Arbeid medewerking verleent.
Noodzakelijk is een wijziging der \rK«?s
wet opdat de schadelijke tegenstrijdigheid
tusschen Arbeidswet en Leerplichtwet worSt
weggenomen. Er is een tijd dat de jongens
niet meer leerplichtig zijn maar nog niet is
de werkplaatsen mogen worden toegelaten.
Dat laatste moet worden opgeheven met het
oog op het leerlingwezen.
Een wijziging der Arbeidswet is gewenscht
om het leerlingwezen te bevorderen.
De lieer IIIEMSTRA (s. d.) klaagt over het
optreden van den rijksbemiddelaar in het
textielconflict. De minister heeft het verde
digd maar spr. acht die* verdediging zwak.
Dc hoofdzaak is ol de rijksbemiddelaar
recht had om zich zelf als bemiddelaar op
te werpen. Spr. ontkent dit want in eerste
instantie is hij uitgtörJi&Jceld van persoon
lijk optreden. Die bepaling heeft de rijksbe-
middelaar nageleefd.
Spr. betreurt hel dal de minister zijn in
1919 gegeven belofte niet is nagekomen om
een regeling van den arbeidsduur voor lald
en tuinbouw te geven. De minister heeft
lateT gezegd dal hij een dergelijke regeling
een eereschuld achtte. De minister heeft
echter zijn draai genomen door de regeling
op te schorten in verband met de daaraan
verbonden kosten. Zóó krabbelde hij terug
en bel spreekt vanzelf dut de heer Bakker
die in 1919 vóór een regeling was, eveneons
zijn draai neemt. Hij meent dat de verbek
ring van de organisatie van deze bedrijven
een regcliDg minder urgent maakt. In plaats
van meer democratische gezindheid geeft d<?
Vrijheidsbond een geest van reactie te zie®
De minister is echter niet losgelaten en er
kende in de begrooting voor 1924 dat be
scherming noodig was maar het gebrek aan
ambtenaren deed hem er van af zien. Spr.
kan zich niet voorstellen dat de minister om
100.000 gld. zal afzien van de bescherming
van. vele duiten der arbeiders, vrouwen en
kinderen. Hij vreest dus dat er andere mach
ten achter de schermen werken. Aan het
getreuzel moet een einde komen en hij stelt
een molie voor waarin invoering van een
wettelijke regeling van den arbeidsduur voor
land- en tuinbouw wordt wenschelijk ge
acht.
Deze molie komt aanstonds in behandc
ling.
De heer DE GROOT (v. b.) wcnscht her
ziening van de gansche sociale bemoeiing
omdat men zich bij de invoering van de Ar
beidswet in veel vergiste in het buitenland
komt er ook niets van terecht. Overal geeft
men hoog op over den 8-urendag maar men
verschuilt zich achter elkaar om oen lan-
geren arbeidsdag in te voeren.
Overal sluit men op verzet als men in een
collectieve overeenkomst een langoren ar
beidstijd wil contracteeren. Het zijn de be
zoldigde bestuurders «lie daaraan vasthoui
den, al zijn er duizenden arbeiders die van
een andere meening zijn. Er zijn bedrijven
waarin geen verlenging toelaatbaar is maar
elders i§ dat zeer gewenscht. Na volbrach
ten arbeidsdag wordt allerlei ander werk
verricht en dan tegen veel lager loon. De
minister moest daarin het bewijs zien dat
hij op den verkeerden weg is. In andere be
drijven is de arbeidstijd te lang, gelijk dc
heer Brautigam beeft aangetoond.
De groole werkloosheid is voor pen goed
deel hel gevolg van den te korten arbeidsj
dag, d>:e fnuikend is voor de bedrijven.
Tien uur per dag en zes en vijftig uur per
weck willen alle groole werkgeversorgani
saties van allerlei richting. Alleen interna
tionaal kan daarin verandering worden ge
bracht.
De hochtenisslraf bij recidive keurt spr
af. Een uitzondering van de bakkerspatroons
acht hij onbillijk en hij sluit zich dienaan
gaande bij mr. Dresselhuys aan.
De lieer BRAAT (plalt. partij) is ook tegen
de gevangenisstraf van bakherspairoons en
betreurt hel dat de minister die niet wil af
schaffen. Hij is voor vrijheid van den pd*
Irorm om te werken als hij dat wil.
Uitbreiding der Arbeidswet tot winkels»
kantoren enz. acht hij niel gewenscht om
dat twee ploegen voor die inrichtingen
mogelijk zijn. Ilij is ook legen winkMshu*
ting op een bepaald uur. Spr. staat op hd
standpunt dat ieder moet werken, wanneet
hij wil en zoolang hij wil.
De minister van Arbeid, de lire* AM"
BERSE is aan het woord.
De vergadering wordt verdaagd tot hedeu
1 uur.
RECLAME.
AALMARKT 10 - TEL. 861.
MEUBELMAKER-STOFFEERDER;
ALLE REPARATIEN.