Be Kluizenaar van Far-End, 0. 19839 LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 11 November Tweede Blad. Anno 1924. emeenteraad van latten. I De heer SIJTSMA schaart zich naast de ■Weren Witmans en Verwey. Waarom juist onderwijzers-leden der schoolcommissie FEUILLETON. ta alleen uit te schakelen? Dat het elders zoo is, is z.i. nog geen reden hier te volgen. Zonder betere argumenten als de heer Oostdam gaf, zal hij tegenstemmen. Wethouder MEYNEN begrijpt niet, dat dit zooveel verzet vindt, 't Ia toch vanzelf sprekend. In 1918 is deze verordening go- maakt, in 1920 kwam tie L.O.-wet, die be paalt, dat van schoolbezoek zijn uitgeslo ten de onderwijzers-leden der schooloom- missie en tot het schoolbezoek behoort de schoolvergadering. Hij acht het al zeer lo gisch. Wat betreft de wenschelijkheid van toela ten, de wet gaat er tegen in. Het spijt spr. dat de heer Witmajis.de zeer onaangename opmerking over dat eene lid heeft gemaakt. Zoo laag is de schoolcommissie niet gedaald om zooiefes te doen. De hr. VEKWEY erkent, dat schoolbezoek den onderwijzers niet is veroorloofd, maar z.i. behooren daarbij schoolvergaderingen niet, anders zou dat ook wel in de wet ge noemd zijn. Intimiteit is toch geen argu ment. De heer WITMANS trekt zich van de phi lippics van den wethouder niets aan. Hij is rechtuit genoeg om te zeggen wat hij denkt. Men wil liever niet de critiek van een onderwijzer, die men ongewenscht acht. De schoolcommissie tast hij niet aan. De-heer OOSTDAM zegt, dat na twee ampele vergaderingen de schoolcommissie aldus besloot te vragen zonder eenige poli tieke tendenz gezien hoe slechte één lid te gen was terwijl andere ^soc.-dem. wel mee gingen. De andere leden sluit de wet niet uit. De heer VERWEY zegt, dat een boc.- dem. lid afwezig was, een andor pas lid, toen dit besluit werd genomen. De verordening wordt goedge keurd met 1913 stemmen. Tegen de S -D., de Yrijz.-Dem. de Demo craten en de heer Knuttel. 19o. Praeadtvies op het verzoek van hel Genootschap van Leeraren aan Nederland- sdlie' Gymnasiën, om de bevordering van de leerlingen van het Gymnasium door d leeraren te doen geschieden. (281) Da heer JCNUTTEL kan rich niet ver- gienigen met dit pitaeadvies, daar alleen do l'oercvretn werkelijk op de hoogte zjjn. Hö z'iet geeft enkel reden die situatie te handhaven. E^n befroap op curatoren is nog iets andietrs voor mogelijke gevallen van twijfel Practisch hfefofoen de leeraren oók nu de 'beslissing^ dus waarom nu geen Wij'zignig, dit eenvoudig vastleggende? Do heer SIJTSMA schaart rich in dezen naast den. heer KNUTTEL. Bij de H. B. S. enz. is het todh ook niet als bij het gymnasium. Hij stelt voor de bevordering der leerlingen over te laten aan rector en leeraren, doch wanneer de rector of 4 leeraren beswaar hebben, beroeip bij- de curatoren, zooals de inspecteur aanvaardt. De VOORZITTER acht dit voorstel prac tisch Met mogelijk. Warneer het nu nog een motie was, de waarschijnlijkheid uit drukkende. De ?ver SIJTSMA handhaaft zlijft voor stel alé wed mogelrjik. De VOORZITTER waarschuwt dan, dat bij aannemen, het voorstel er met do met de taalfout en al, die er in Is, in de verordening zal worden opgenomen. De heer v. d. REIJDEN vraagt of er aanleiding is tot dit verzoek of is het alleen machtsveir too n De heer VERWEIJ meent, dat de prac- fcijk vrijwel al is als de leeraren wenschen. Daarom acht hij het niet ongewenscht, dat de ouders nag eenig beroep hebben. Hij vindt de zjaak opgeblazen. Wethouder MEIJNEN verklaart dat de aamenwerking tusschefci curatoren en leeraren steeds voortreffelijk was en L, zooalls curatoren verklaren. De regelrang werk dus voortreffelijk. Waarom dan verandering? Het genootschap Van leera ren wenscht een veranJerirg, die practi ch hier door Mets is gemotiveerd. Dan zou aan curatoren iets Worden onthouden wat er altijd bij heeft gehoord, een onvriende lijkheid. door niets gerechtvaardigd, het geen de voortreffelijke samenwerking zon kunnen schaden. De inspecteur stelt een middenweg vokj<, waarvan de heer Sijtsma zich de tolk heeft gemaakt. Meer omwerking van dat cu ratorium tot .commissie van beroep zou schadelik zijn voor de eenheid en de verhouding En waarom dan jui.~t rector of 4 leeraren en niet 1 leeraar? Verschil van inzicht komt bijkans niet voor en zoo ja, dan is het curatorium zijnde meer objectief, alleszins ge wenscht zooals thans de toestand ook is. De heer KNUTTEL hoopt, dat de heer Sijtsma zijn techn'sch slecn: voorstel za in trekken, als zijn2e schadelijvoor dj zaak, die zjj beiden voorstaan. \V'aarom oiet de bevoegdheid in dezen toegekend aan de eanigen, die practisch daartoe in staat zijn, en deze nu ook feitelijk bezitten? L>e curatoren hebban toch slechts domme cij fers? Is het een maclilskwestie, dan is dat de toestand van thans. Dat de heer Ver we/ het praeadviefl steunt, is wel zeer ondemocratisch. Een beroep op curatoren is er nu ook niet, bovendien, wil men dat te-roep, dan moet met juist zrjn van zijn inzicht. De heer SIJTSMA wijst er op, dat het niet gaat om dit curatorium en deze lee- larem, maar om het principe, heigeen hij nog nader verdedigt Hij wil zijn voorstel wei terugnemen om tegen het praeadvles van B. en W. te stemmen. Wethouder MEIJNEN komt er tegen op, dat curatoren niets hebben dan domme oij'fers. Die cijfers zijn hier veel z ggend en worden in de vergaderingen bespro ken, Is iets goed, dan verandert men toch niet? De VOORZITTER acht het logisch eorsi te stemmen over het praeadvles, dan kan "men altijd verder zien. Het voorstel Sijts ma kan dan onder de oogen worden ge zien en desgewenscht aangepast aan de verordening. De heer SIJTSMA: Ik trok het in. De VOORZITTER: Dat wilde ik weten. Natuurlijk rijn de leeraren het meest bevoegd, maar het kan z$n, dat e:n bui tenstaander, in sommige gevallen, een goede beslissing kan helpen nemen. Zoo'n soorV van beroep is zi. dan ook zeer gewen ;ch>. Het kan de leeraren zelf n.'.t vee^ sche len, het is een eisch, eenmaal op het programma gezet door de vereen.ging. Het praeadvies wordt hierop met 266 stemmen goedgekeurd. Tegen: de vrijz.-dem., de democraten en de heeron Knuttel en Dubbeldeman. 20o. Voorstel in zake de verbetering van den Rijnsburgerweg. (271 en 291). De heer v. HAMEL boluigl gaarne in- afeeoimiiivg unci d*t voorstel* waarmee B. en W. na jaren tobben een fraai eindresultaat hebben bereikt aJ is hol wellicht niet geheel in atie opzichten volledig zooals men 't zou wenschen. Slechls een paar opmerkingen: lo. over de vluchtheuvels, die niet even breed zijn. blijkbaar 75 c.M. acht hij niet voldoende, gelet op hel drukke verkeer, 2o. dringt hij aan op een voldoende verlichting dezer vluchheuvels en niet als b.v. bij de Kore voorstraat die absuluui onvoldoe nde is; 3o. zou hij niet opzien tegen het kappen van eenige boomen, zoo men deze niet ge heel wil vervangen door nieuwe. Een z.g. kapverbod behoeft z. i. geen beletsel te zijn. Men bedenke: Aan het eind is men nog niet met dit voorstel. Het gedeelte van het station tol aan Poslhol zal nog bij doze ver- breecliing dienen te worden aangesloten. De heer BERGERS 9teunt den heer Van Hamel. Gaarne zag ook hij de sloot aan de zijde van hot Ziekenhuis onder handen ge nomen, anders krijgt men een nauwe toe gang naar de stad. De heer HUURMAN sluit ziah aan bij de hulde, B. en W. gebracht. Wat die vlucht heuvels betreft, 1 M. of 75 c.M. acht hij van weinig befecekenis. Alleen acht -hij hot ook jaanmer, dat B. en W. niet verder zijn ge gaan en ook voorstellen een verderen ver- broediiiig van Po9lhof tot het station waar de meeste huizen slaan cn het verkeer het drukst is. Verbneeding daar zal binnen korten lijd noodig blijken. Een voerstel doen zal hij niet, niet wetende de kosten enz., maar hij vraagt B. en W. binnen afzrenlharen lijd te komen met oen kostenberekening voor hot bedoelde stuk. De heer v. d. HEUVEL acht de voorge stelde verbetering fraai, maar vindt de sub sidie der tram wel wat schraal, gezien de totale kosten, terwijl de verbetering ook voor de tram zooveel waard is. Ook de Com missie van Fabricage acht cLil z. i. zoo. Er zal wel niels meer aan te doen zijn maar hij wilde dit even opmerken. Hetzelfde geldt voor de subsidie der provincie. Waar om betaalt deze Oegstgeest de helft. Leiden een derde der kosten? Het spijt hem zeer, dat de weg niet zal worden geasphalteerd waar het toch betreft een weg voor jaren en jaren. De kosten zijn fee hoog, zeggen B. en W., hij zal er zich bij neer moeten leggen. Hij vraagt evenwel de riolen etc. direct goed te leggen, dal haalt veel kosten uit. De heer EERDMANS meent, dat een kleine wijziging een fout zal wegnemen. Het middengedeelte zal zijn om snelver keer, daarna eerst komt een andere weg voor rijtuigen etc.; een scheiding is er niet en zoo zal z. i. de scheiding practisch weg vallen. Daarom is hij bang voor die vlucht heuvels. voor het snel vervoer altijd ge vaarlijke dingen. Kunnen die vluchtheuvels niet komen lusschen de rails in, al zal men dan in een richting tusschen Oegstgeest en Leiden ook moeten uitstappen aan den verkeerden kant? Spr. steunt den heer v. d. Heuvel wat de bestraling beireft. Deze zal zeer stork moeten zijn; vooral de onder grond zal stevig moeten zijn. Liever nu wat duurder en later was minder onderhoud. De heer SPBNDEL meent, dat de ver heugenis over deze verbetering groot is. Hij steunt eoliler de heeren, die ook het stuk Poslihof-Sta-feion zullen zien verbreed. Hij heeft een motie van wenschelijkheid klaar in dezen, maar hij zat met indienen wach ten tol B. en W. hebben kenbaar gemaakt, hoe zij er over denken. De heer v. ECK steunt hel idee van ver dere verbrceding eveneens, anders zal men bij de Poelbrug den weg moeien oversteken. Hij vraagt of hel geen aanbeveling ver- dienJt, dal B. en W. met de bewoners ten Z.W. overleg plegen opdat daar eeoi gere gelde toestand worde verkregen met aan sluiting op de riolen enz. De heer WILBRINK had liever het andere plan gehad. Met het oog op de veiligheid leek hem een vrije trambaan beter. Er is nu maar 8V» M. over aan weerszijden. De vluchtheuvels acht hij tevens zeer gevaar lijk, zoowel voor de gebruikers als voor het snel vervoer. De heer KNUTTEL kan zich vereenigen met vele opmerkingen als bijvoorbeeld over de bestrating Ook hij ziet voorts z. i. niet weg. Voor een vrije trambaan voelt hij ook wel, doch er is nu eenmaal anders uitgemaakt door de deskundigen. Hij zou de vluchtheuvels echter gaarne anders zien in gericht, 75 c.M. is bepaald te smal. Van Endegeest gaal 2 M. af, wat juist een fraaie beplanting zou kosten. Zou die niet gespaard kunnen blijven De heer GROENEVELD acht verkeerd, dat de gemeente hert onderhoud van de tram baan op zich neemt. Hij vreest, dat dit on derhoud meeT is dan de f 23.000 subsidie. Webhouder MULDER meent, dat de tram aan den kant te brengen, de zaak zou trai- neeren en bovendien achten B. en W. het verkeerd. Het verkeer is volgens dit voor stel altijd rechts te leiden en zoo zijn do voetgangers safe. Wat de vluchtheuvels be treft, spr. betwijfelt, dat die te smal zijn. In Den Haag en elders heeft men zelfs 60 c.M. 't Is een kwestie van uitvoering dat moet men niet vergeten. Een tramp aal moet er komen, dat weet een autobestuur der, doch van een vluchtheuvel weet hij dat niet, zoodat er werkelijk gevaar is met het oog op het verkeer, dat zij erkend. Wat de demping van de sloot langs het nieuwe zie kenhuis betreft, dat valt hierbuiten, al is niet te ontkennen dat het een vervolg op dit plan is. De VOORZITTER deelt mede, dat is in gekomen een voorstel van de heeren Huur man, Zuidema en Spendel, waarin gevraagd wordt aan B. en W. te geven plan en kosten voor verbreeding van het stuk Posthof Station en welke bijdragen de tram etc. wil verleenen daarbij. Wethouder MULDER zegt, dat B. cn W. daar geen bezwaar tegen hebben. Wat de tramsubsidie betreft, B. en W. vinden die ook niet hoog, maar de bram kan het zoo veel niet schelen. Meer te krijgen ging niet. Is de subsidie wel voordeeliger dan de kosten van onderhoud, vroeg de heer Groe- i (Vervolg van gisternamiddag.) 10, Rekening, dienst 1923, van hel of' Minne- of Arme Oude Mannen- en )Uwenhuis. (290) joedgekeurd. 2o. Verordening, houdende wijziging van verordening van 12 October 1905 (Gem.- a No 25), op het Bouwen en Sloopen. (288) Vastgesteld. 3o. Voorstel tol het aangaan van eene «■eenkomst betreffende de levering van ctriciteit in de gemeente Zoeterwoudc, ir.r de Stedelijke Electriciteibsfajbriek te den. (285) Jonform besloten. [4o. Voorstel lot het aangaan van, eene areenkomst betreffende de levering van ctriciteit in de gemeente Leiderdorp, door Stedelijke E1 ectricifeedtsfabriek te Leiden. (-86) Conform besloten. 15o. Voorstel tot wijziging van de op /18 April 1910 met de gemeente Leider- rp gesloten overeenkomst, regelende -de rering van gas m de gemeente Leiderdorp or de Stedelijke Gasfabriek te Leiden. (286) Conform besloten. 16o. Voorstel tot vaststelling van de ver- eding, bedoeld bij art. 101 der Lager On- rwijswet 1920, over het jaar 1922 uit te eren aan de besturen van bijzondere lolen. (292) Conform besloten. 17o. Voorstel tot vaststelling van het orschot op de vergoeding voor 1921, be eld bij art. 101 der Lager Onderwijswet 20, uit te keeren aan de besturen van bij- ndere scholen. (293) Conform bestolen. 18o. Verordening, tot wijziging van de irordening van 13 Juni 1918 (Gem.blad 20), houdende reglement voor de school- rgaderingen aan de openbare lagere soho- n fee Leiden. (283) •De heer VERWEY mo*ot, dat er om een staande verordening te wijzigen, ge- onde argumenten moeten bestaan Spr. la die argumenten niet zien in hetgeen R. ea "W. aanvoeren. De wet -erzet zich niet ■gen toelating der onderwijzers, al meent (ld meerderheid der schoolcommissie, dat 9 verordening indruisckt tegen den geest lw wet. Ais deskundige acht spr. de onderwijzers d die vergaderingen aeer op zijn plaats, daarom die juist uit te sluiten, anderen oe te laten? De heer WITMANS begrijpt ook niet, aarom de practicus als de onderwijzer oet worden uitgesloten. Zit daar niet iets nders achter? B.v. om een soc.-dem onder- ij ter, lid der commissie, elders te kunnen fn-eien heer WILBRINKBen je daar bang ■cot? Dt heer WITMANS: Houd toch je mond. I De VOORZITTER verzoekt niet te intcv- ■rumpeereii. De heer WITMANS zal tegenstemmen, Benzij B. en W nog met overtuigende ar- ■wnenfeen komen ■T De heer OOSTDAM wijst er op, dat de Keest der wet onderwijzers uitsluit. Zij mo- Igen immers de scholen niet bezoeken en Baarbij behooren z.i ook de vergaderingen. Un haar grootste meerderheid meent de Bommissie ook dat toelating ongewenscht Kb, als storende de intimiteit der vergade- i^g, waarmee hij niets te maken heeft. 1 De heer GROENEVELD: 't Kon toch wel Iteas goed zijn iDe heer OOSTDAM: Van weren van aoc.- ■Bem. is geen sprake, anders zou de meer- Berheid ook niet zoo groot zijn geweest, 'ant er zijn meer >oc.-dem. in de commissie I Bepaalde reden er voor is ex niet, cr •eeft zich nog niets voorgedaan. Maar moet ■toen daarop eerst- wachten? In alle andere I .leden is de practijk gelijk nu hier wordt Boorgcsteld. door MARGARET PEDLER. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. I „Dan Was je ook niet schuldig'." riep zij pt en er was oen diepe, alles overheer- priiende blijdsehajp in haa-r tril lende stom. Jk. weet hell Ik was er zéker van. O, Garth, pa-rbh! Hoe dwaas ben ik geweest! En o. lie- J'oling, waarom deedl je het? Waarom liet f ra ij blijven denken wat ik niet dragen Fon te denken?" I Hij staarde haar aan met verwonderde, 1 Pngeloovige oogen. [..Maar ik heb je juist gezegd, dat ik het pet weerleggen kanl" I ^ij keek hem glimlachend aan, met een 1 iranlaoh van volkomen tevredenheid, met p'fs even een likj* humor. L ",k vro°2 je ook niet het te weerleggen. vn>eg je het te bevestigen, ik probeerde P al.e manieren je 'Jat te laten doen, en je NU het niet!" „Maar,. L Z'j lo-sde haar hand op zijn mond, met pn leederen, triomfant el ijken lach van een ouw, die gewonnen heeft, cn zich daarvan pewust is. „Je hoeft jezelf niet langer zwart te ma- Li voor mÜ. Garth Ik zal nooit meer iels 1 ■eux;ven van wat ze ook zeggen tegen man. dien ik liefheè." hy*} stond naar hem toegewend, in elke I 1 xan baar slanke lichaam was overgave, en haar gelaat was als een witte vlam, verheerlijkt, sbralend van een mystieke, wonderlijke glorie, waarmee liefde het omgaf. Met een onverst aanboren kreet opende hij de armen wijd en zij vloog naar liem toe, haastig, zonder aarzelen, als een vogel, <Me naar zijn nest vliegt. Toen hij haar tegen zijn borst drukte en zijn lippen zich op de hare stoten, niet hel hongerend verlangen van het leeg verleden, wan voor hot oogen- bhk alle pijn en bitterheid en wroeging weg gevaagd in die extase van hereeniging. Met een langen zucht van verrukking, leunde zij achterover. „Te denken, dat wij e«n heel jaar ver knoeid hebben," zei ze vol spijt. „Garfeh, ik i wou, dat ik meer vertrouwen in je had ge had!" Haar stem klonk zacht en nederig en berouwvol. „Ik begrijp nog niet, waarom je nu wel vertrouwen in mij hebt," antwoordde hij rustig. „De feiten blijven toch hetzelfde." „Behalve, dat het vonnis van den krijgs raad onjuist was," zei ze snel. „Er was de een of andere afschuwelijke vergissing. Ik ben er zeker van, ik weet het, Garfeh," ging zij na een oogenblik stilzwijgen voort; „zul je me nu alles vertellen? Ik heb nu het recht alles te welen, is het niet, nu ik je vrouw zal worden?" Zij voelde hoe zijn armen haar loslieten en snd opziend, zag zij hoe zijn gelaat plot seling weer de wanhopige uitdrukking van vroeger kreeg. Langzaam onwillig trok hij zich terug. „GarI'h!" Hel was een schrille angstkreet. „Garthl Wat is er? Waarom kijk je zoo?" Het duurde een poos eer hij antwoordde. Toen sprak hij met moeite, zooals iemand, dte weet, dat de woorden, die hij gaat zeg gen, alle vreugde uit het teven zulten weg nomen. „Omdiat ik ja niet meer kan vertellen dan vroeger. Ik kan mijzelf niet vrijpleiten, Sara!" Haar oogen. keken vast in de zijne. „Bedoel je, dat je dat nooit zult kunnen dfoen?" vroeg zij ongeloovig. „Ja, dot is hel." „Antwoord mij nog op een vraag, Gajrfeh. Kun je niet, of wil'je Met jezelf vrijspre ken?" „Ik mag het niet," antwoordde hij op vas ten toon. „Ik ben niet de eenige, die er bij betrokken is. Er is iemand, aan wien ik stil zwijgen verschuldigd ben. Mijn eer ver biedt, dal ik zelfs maar een poging doe om mij vrij te pleiten. Nu weet je alles alles, wat ik je ooit kan vertellen." „Wie is het?" De vraag ontviel haar en Garths antwoord was zoo'n onherroepelijke weigering, dat er verder niet over te praten viel. „Dat kan ik niet vertellen, aan jou niet en aan niemand." Sara's mond ferilde. Haar gelaat was heel wit, maar haar oogen glansden. „En dart. heb je gedragen, al die jaren?" zeide ze. „Je hebt geweten, dat je jeaelf kon vrijpleiten en je hebt het niet willen doen?" „Er was geen keus," antwoordde hij rus- feig, „Ik nam een verplichting op mij, jaren geleden, en art lijkt dat nu een veel zwaar der verplichting te zijn, dan ik toen kon ver moeden, mag ik mij toc-h niet daarom er aan onttrekken." Een oogenblik verborg Sara het gelaat in de handen. Toen zij weer opkeek, was er iels als angst in haar oogen. „Kun je het mij ooit vergeven. Garth, dat ik aan te getwijfeld heb?" fluisterde zij. „Je vergeven?" Hij glimlachte. „Wat kon je anders gedaan hebben, liefste? Ik weet nu zelfs nog niet, waarom je in mij ge looft," voegde hij er verwonderd aan toe. „Wel, omdat," begon zij, en zweog toen, omdait zij besefte, dart haar geloof geen reden had, maar gegrond was op de intuï tieve zekeriieid van een liefde, die geleden en overwonnen had. Toen zij weer 9praik, was het op de een voudige, rechtstreeks olie, eerlijke manier, die zoo feeekenend was voor haar. „Goddank, dart ik kan bewijzen, dat ik je vertrouw, volkomen. Wanneer zullen we tróuwen, Garfeh?" „Wanneer zullen we trouwen?" Lang zaam herhaalde hij de woorden, alsof de be- teekenas er van niet tot hem doordrong. „Ja. Ik verlang er naar, dat iedereen weet en ziet, dat ik in je geloof. Ik wil aan jouw zijde staan met jou deelen. Herinner je je, dat we eens samen bespraken, dart het huwelijk beteekende artles le deolen .lief en leed?" Zij glimlachte, toen zij dacht aan een van de herinneringen urt d? kleine schatkamer, die de paar dagen van onbe wolkt geluk haar als eenig bezit hadden na gelaten. „Ik wil mijn deel hebben, Garbh." Een oogenblik 2weeg hij. Toen zei hij op een toon, waarvan de onherroepelijkheid haar trof als een slag: „Wij kunnen nooit trouwen,, Sara." „Nooit trouwenI" herhaalae zij, ontzet. Een hevige angst kwam over haar en zij ging hartstochtelijk voort: „Dan heb je me dus niet vergeven, dan geloof je dus niet, dat ik je vertrouw! O! Hoe kan ik maken, dal je het weet? Garth „Och, liefste viel hij haar snel in de rede, je moet mij niet verkeerd begrijpen. Tk weet, dat je nu in mij gelooft en ik neveld. Daarin eit zeer veel waart. Maar men bedenke dat de zware auto's daar min der op de trambaan rijden dan in de etad. B. on W. zijn al heel dankbaar, dat gedaan te hebben gekregen. Wat de andere weg betreft, de kosten zijn te hoogf 40.000, plus omleggen der rioleo- ringen en ondcrgrondsche leidingen eto. Wat zou dat koetenZeker nog wel f 40.000 en het duurt lang bovendien. Wat de tuintjes betreft, het is wel de be doeling liet te doen in den geest vau don heer v. Eok, voor zoover mogelijk, doch er zijn veel bezwaren gezien hoe de woningen nu aan den achterkant zijn aangestoten aan de riolen etc., waarmee bij de nieuwe stra tenaanleg rekening is te houden. De boomen van EndegeeBt zijn mooi, doch zoo oud dat velen spoedig toch moeten ver dwijnen. De heer v. HAMlEL aehb vluchtheuvels onmisbaar als een noodzakelijk kwaad. Mevr. v. ITALLÏE steunt den heer v. Hamel De VOORZITTER meent, dafe men uiet moet gaan ritten over kleinigheden, anders kom' de verbetering er nog in geen 25 jaar. Mevr. v. Itallie geeft hij inzake dc vlucht heuvels gelijk. Dc heer DUBBELDEMAN vraagt, wa6 onder onderhoud van de trambaan vorstaan wordt. Richten en schichten ook? Dat zou al zeer duur zijn en dan zou hij ook eeiy vrije baan verkiezen. De heer v. ECK zag gna-rne meer aan dacht geschonken aan zijn opmerkingen. Nu, is de stoot al een moddersloot. Hoe', wan-' neer die stoot doodloopt? Zulks met 't oog op de hygiëne. De heer WILMER steuut den heer v. Hamel inzake de boomen, die of weg moeten of er zullen er moeten worden uitgenomen. Geheel vervangen zou hij prefercovon. Van een kapverbod zon z.i. wel ontheffing *ijn te krijgen. De wethouder ging hier niét op in. De heer HUURMAN wijst er op, dafe do tram nog liever ceo onbestrafee 'baan had rechts van den weg. Maar door georgani seerd overleg om zoo to zeggen, is men nu zoover gekomen. Laat men nu t-och aan B. en W. do uitvoering overlaten en niet in gaan op allerlei kleinigheden. De VOORZITTER dankt den heer Huur man. 'fe Is werkelijk ondoenlijk op alle de tails in te gaan. 3 jaar geleden werd f 76.00Ó gevoteerd voor verbetering, slechts heel matig en nu krijgt men voor f 32.000 meer een pracht van een weg, maar daarbij heb ben wij over heel wat moeten heenstappen. Meer was niet te krijgen en men moet niet vergeten, de train heeft de kosten van rails- verplaatsing, paalvcrplaatsing esiz. te dra gen. Zeker, Oegatgeest krijgt meer, omdat Oegstgeest anders geweigerd had mee to doen en dus zou de verbetering dan voor Leiden niet zooveel beteekend hebben, 't Ia dus in Leiden's belang mee. Laat men ook niet 'over vluchtheuvels etc. gaan twisten, over asphal toeren, dat veel duurder zou komen dan zou hij liever 't geld besteden b.v. aan de Hoogewoerd laat men maar zien, wal men krijgt. Natuurlijk, 't had nog mooier gekund, mnar dat ging nu eenmaal niet. Wat de boomen betreft, dc raad wilde destijds zoo, hij kan het niet ieder naar oen zin maken. De heer EERDMANS wil den voorzitter geruststellen over de gezindheid van don raad, dio er «venwel toch ia om zijn ge dachten te uiten. Kwart voor vier begonnen is het nu pas 10 voor vijf en dat bij zoo'n be langrijk voorstel. De heer COSTER vraagt of na aanneming van dit voorstel spoedig me£ de uitvoering wordt begonnen. Wethouder MULDER: Met bekwamen spoed. Data kan hij niet noemen, er zit nog veel aan vast. De heer GROENEVELD is niet tevreden gesteld. B. en W. hadden z.i. nog wel na der kunnen en moeten onderhandel014. Men had liever de subidie kunnen laten schie ten. De heer HUURMAN En als de tram dan niet bestraten wil, je kunt haar niet dwin gen daartoe l De VOORZITTER wijst cr don heer Groe- dank er God voor! En wat vergiffenis be- 1 treft, ik heb je al gezegd, dart er niets te ver- geven is. Je zou een geloof gehad moeten hebben, dat bergen verzette." Sara schrikte bij de herhaling van Patricks eigen woorden „als je in de gegeven omstandigheden tooh in mij geloofd hadt." Hij zweeg even en vervolgde toen met een triomfantelijken klank in zijn stem: „Alles tusschen ons, lieveling, is nu in orde, nu en voor altijd. Niets kan ooit weer lusschen ons komen om ons te scheiden', zooals wij dit jaar gescheiden zijn gewecsl. Maar niet temin," zijn stem had een vastberaden klank „kunnen wij niet trouwen. Ik dacht, dat hel kon ik dacht, dal hel ver leden in vergetelheid was verzonken, en dat ik de gave van je liefde mocht aanne men Maar ik heb mij vergist." „Ncenl Neen! Je hebt je niet vergistl" Zij klemde zich aan hem vast in een plolselm- gen grooten angst, dat zelfs nu het geluk hun nog ontglippen zou „Hot verleden heeft jou en mij niets meer te zeggen. Het kan niet meer tusschen ons komen. Je hebt mij alleen maar te nemen, Garfeh" zij sprak op dringenden toon. „Laai mij je toonc-n, dat mijn liefde sterker is dan booze geruchten. Laat mij bij je komen en naast je staan als je vrouw. Dan kan het verleden ons geen kwaad doen!" Hij schudde het hoofd. „Het verleden verliest nooit zijn macht om te schaden," antwoordde hij. „Dat heb ik geleerd. Voor zoover de wereld, waar toe jij behoort, betreft, ben ik afgemaakt, en ik wil de vtouw, die ik liefheb, niet door dezelfde hel meesteepen, waardoor ikzelf heb moeten gaan. Want d&t zou het voor je beteckenen. (Wordt vervolgd).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5