Be Kluizenaar van Far-End,
0. 19839
LEIDSCH DAGBLAD, Dinsdag 11 November
Tweede Blad. Anno 1924.
emeenteraad van latten.
I De heer SIJTSMA schaart zich naast de
■Weren Witmans en Verwey. Waarom juist
onderwijzers-leden der schoolcommissie
FEUILLETON.
ta
alleen uit te schakelen? Dat het elders zoo
is, is z.i. nog geen reden hier te volgen.
Zonder betere argumenten als de heer
Oostdam gaf, zal hij tegenstemmen.
Wethouder MEYNEN begrijpt niet, dat
dit zooveel verzet vindt, 't Ia toch vanzelf
sprekend. In 1918 is deze verordening go-
maakt, in 1920 kwam tie L.O.-wet, die be
paalt, dat van schoolbezoek zijn uitgeslo
ten de onderwijzers-leden der schooloom-
missie en tot het schoolbezoek behoort de
schoolvergadering. Hij acht het al zeer lo
gisch.
Wat betreft de wenschelijkheid van toela
ten, de wet gaat er tegen in. Het spijt spr.
dat de heer Witmajis.de zeer onaangename
opmerking over dat eene lid heeft gemaakt.
Zoo laag is de schoolcommissie niet gedaald
om zooiefes te doen.
De hr. VEKWEY erkent, dat schoolbezoek
den onderwijzers niet is veroorloofd, maar
z.i. behooren daarbij schoolvergaderingen
niet, anders zou dat ook wel in de wet ge
noemd zijn. Intimiteit is toch geen argu
ment.
De heer WITMANS trekt zich van de phi
lippics van den wethouder niets aan. Hij
is rechtuit genoeg om te zeggen wat hij
denkt. Men wil liever niet de critiek van
een onderwijzer, die men ongewenscht
acht. De schoolcommissie tast hij niet aan.
De-heer OOSTDAM zegt, dat na twee
ampele vergaderingen de schoolcommissie
aldus besloot te vragen zonder eenige poli
tieke tendenz gezien hoe slechte één lid te
gen was terwijl andere ^soc.-dem. wel mee
gingen. De andere leden sluit de wet niet
uit.
De heer VERWEY zegt, dat een boc.-
dem. lid afwezig was, een andor pas lid,
toen dit besluit werd genomen.
De verordening wordt goedge
keurd met 1913 stemmen.
Tegen de S -D., de Yrijz.-Dem. de Demo
craten en de heer Knuttel.
19o. Praeadtvies op het verzoek van hel
Genootschap van Leeraren aan Nederland-
sdlie' Gymnasiën, om de bevordering van de
leerlingen van het Gymnasium door d
leeraren te doen geschieden. (281)
Da heer JCNUTTEL kan rich niet ver-
gienigen met dit pitaeadvies, daar alleen
do l'oercvretn werkelijk op de hoogte zjjn.
Hö z'iet geeft enkel reden die situatie te
handhaven. E^n befroap op curatoren is
nog iets andietrs voor mogelijke gevallen
van twijfel Practisch hfefofoen de leeraren
oók nu de 'beslissing^ dus waarom nu geen
Wij'zignig, dit eenvoudig vastleggende?
Do heer SIJTSMA schaart rich in dezen
naast den. heer KNUTTEL. Bij de H. B. S.
enz. is het todh ook niet als bij het
gymnasium. Hij stelt voor de bevordering der
leerlingen over te laten aan rector en
leeraren, doch wanneer de rector of 4
leeraren beswaar hebben, beroeip bij- de
curatoren, zooals de inspecteur aanvaardt.
De VOORZITTER acht dit voorstel prac
tisch Met mogelijk. Warneer het nu nog
een motie was, de waarschijnlijkheid uit
drukkende.
De ?ver SIJTSMA handhaaft zlijft voor
stel alé wed mogelrjik.
De VOORZITTER waarschuwt dan, dat
bij aannemen, het voorstel er met do
met de taalfout en al, die er in Is, in de
verordening zal worden opgenomen.
De heer v. d. REIJDEN vraagt of er
aanleiding is tot dit verzoek of is het
alleen machtsveir too n
De heer VERWEIJ meent, dat de prac-
fcijk vrijwel al is als de leeraren wenschen.
Daarom acht hij het niet ongewenscht,
dat de ouders nag eenig beroep hebben.
Hij vindt de zjaak opgeblazen.
Wethouder MEIJNEN verklaart dat
de aamenwerking tusschefci curatoren en
leeraren steeds voortreffelijk was en L,
zooalls curatoren verklaren. De regelrang
werk dus voortreffelijk. Waarom dan
verandering? Het genootschap Van leera
ren wenscht een veranJerirg, die practi ch
hier door Mets is gemotiveerd. Dan zou
aan curatoren iets Worden onthouden wat
er altijd bij heeft gehoord, een onvriende
lijkheid. door niets gerechtvaardigd, het
geen de voortreffelijke samenwerking zon
kunnen schaden.
De inspecteur stelt een middenweg vokj<,
waarvan de heer Sijtsma zich de tolk heeft
gemaakt. Meer omwerking van dat cu
ratorium tot .commissie van beroep zou
schadelik zijn voor de eenheid en de
verhouding En waarom dan jui.~t rector
of 4 leeraren en niet 1 leeraar? Verschil
van inzicht komt bijkans niet voor en zoo
ja, dan is het curatorium zijnde meer
objectief, alleszins ge wenscht zooals thans
de toestand ook is.
De heer KNUTTEL hoopt, dat de heer
Sijtsma zijn techn'sch slecn: voorstel za in
trekken, als zijn2e schadelijvoor dj zaak,
die zjj beiden voorstaan. \V'aarom oiet de
bevoegdheid in dezen toegekend aan de
eanigen, die practisch daartoe in staat
zijn, en deze nu ook feitelijk bezitten? L>e
curatoren hebban toch slechts domme cij
fers? Is het een maclilskwestie, dan is
dat de toestand van thans.
Dat de heer Ver we/ het praeadviefl
steunt, is wel zeer ondemocratisch. Een
beroep op curatoren is er nu ook niet,
bovendien, wil men dat te-roep, dan moet
met juist zrjn van zijn inzicht.
De heer SIJTSMA wijst er op, dat het
niet gaat om dit curatorium en deze lee-
larem, maar om het principe, heigeen hij
nog nader verdedigt Hij wil zijn voorstel
wei terugnemen om tegen het praeadvles
van B. en W. te stemmen.
Wethouder MEIJNEN komt er tegen op,
dat curatoren niets hebben dan domme
oij'fers. Die cijfers zijn hier veel z ggend
en worden in de vergaderingen bespro
ken, Is iets goed, dan verandert men
toch niet?
De VOORZITTER acht het logisch eorsi
te stemmen over het praeadvles, dan kan
"men altijd verder zien. Het voorstel Sijts
ma kan dan onder de oogen worden ge
zien en desgewenscht aangepast aan de
verordening.
De heer SIJTSMA: Ik trok het in.
De VOORZITTER: Dat wilde ik weten.
Natuurlijk rijn de leeraren het meest
bevoegd, maar het kan z$n, dat e:n bui
tenstaander, in sommige gevallen, een goede
beslissing kan helpen nemen. Zoo'n soorV
van beroep is zi. dan ook zeer gewen ;ch>.
Het kan de leeraren zelf n.'.t vee^ sche
len, het is een eisch, eenmaal op het
programma gezet door de vereen.ging.
Het praeadvies wordt hierop met
266 stemmen goedgekeurd.
Tegen: de vrijz.-dem., de democraten en
de heeron Knuttel en Dubbeldeman.
20o. Voorstel in zake de verbetering van
den Rijnsburgerweg. (271 en 291).
De heer v. HAMEL boluigl gaarne in-
afeeoimiiivg unci d*t voorstel* waarmee B. en
W. na jaren tobben een fraai eindresultaat
hebben bereikt aJ is hol wellicht niet geheel
in atie opzichten volledig zooals men 't zou
wenschen. Slechls een paar opmerkingen:
lo. over de vluchtheuvels, die niet even
breed zijn. blijkbaar 75 c.M. acht hij niet
voldoende, gelet op hel drukke verkeer, 2o.
dringt hij aan op een voldoende verlichting
dezer vluchheuvels en niet als b.v. bij de
Kore voorstraat die absuluui onvoldoe nde is;
3o. zou hij niet opzien tegen het kappen
van eenige boomen, zoo men deze niet ge
heel wil vervangen door nieuwe. Een z.g.
kapverbod behoeft z. i. geen beletsel te zijn.
Men bedenke: Aan het eind is men nog
niet met dit voorstel. Het gedeelte van het
station tol aan Poslhol zal nog bij doze ver-
breecliing dienen te worden aangesloten.
De heer BERGERS 9teunt den heer Van
Hamel. Gaarne zag ook hij de sloot aan de
zijde van hot Ziekenhuis onder handen ge
nomen, anders krijgt men een nauwe toe
gang naar de stad.
De heer HUURMAN sluit ziah aan bij de
hulde, B. en W. gebracht. Wat die vlucht
heuvels betreft, 1 M. of 75 c.M. acht hij van
weinig befecekenis. Alleen acht -hij hot ook
jaanmer, dat B. en W. niet verder zijn ge
gaan en ook voorstellen een verderen ver-
broediiiig van Po9lhof tot het station waar
de meeste huizen slaan cn het verkeer het
drukst is.
Verbneeding daar zal binnen korten lijd
noodig blijken. Een voerstel doen zal hij
niet, niet wetende de kosten enz., maar hij
vraagt B. en W. binnen afzrenlharen lijd te
komen met oen kostenberekening voor hot
bedoelde stuk.
De heer v. d. HEUVEL acht de voorge
stelde verbetering fraai, maar vindt de sub
sidie der tram wel wat schraal, gezien de
totale kosten, terwijl de verbetering ook
voor de tram zooveel waard is. Ook de Com
missie van Fabricage acht cLil z. i. zoo. Er
zal wel niels meer aan te doen zijn maar
hij wilde dit even opmerken. Hetzelfde
geldt voor de subsidie der provincie. Waar
om betaalt deze Oegstgeest de helft. Leiden
een derde der kosten? Het spijt hem zeer,
dat de weg niet zal worden geasphalteerd
waar het toch betreft een weg voor jaren en
jaren. De kosten zijn fee hoog, zeggen B. en
W., hij zal er zich bij neer moeten leggen.
Hij vraagt evenwel de riolen etc. direct
goed te leggen, dal haalt veel kosten uit.
De heer EERDMANS meent, dat een
kleine wijziging een fout zal wegnemen.
Het middengedeelte zal zijn om snelver
keer, daarna eerst komt een andere weg
voor rijtuigen etc.; een scheiding is er niet
en zoo zal z. i. de scheiding practisch weg
vallen. Daarom is hij bang voor die vlucht
heuvels. voor het snel vervoer altijd ge
vaarlijke dingen. Kunnen die vluchtheuvels
niet komen lusschen de rails in, al zal
men dan in een richting tusschen Oegstgeest
en Leiden ook moeten uitstappen aan den
verkeerden kant? Spr. steunt den heer v. d.
Heuvel wat de bestraling beireft. Deze zal
zeer stork moeten zijn; vooral de onder
grond zal stevig moeten zijn. Liever nu wat
duurder en later was minder onderhoud.
De heer SPBNDEL meent, dat de ver
heugenis over deze verbetering groot is. Hij
steunt eoliler de heeren, die ook het stuk
Poslihof-Sta-feion zullen zien verbreed. Hij
heeft een motie van wenschelijkheid klaar
in dezen, maar hij zat met indienen wach
ten tol B. en W. hebben kenbaar gemaakt,
hoe zij er over denken.
De heer v. ECK steunt hel idee van ver
dere verbrceding eveneens, anders zal men
bij de Poelbrug den weg moeien oversteken.
Hij vraagt of hel geen aanbeveling ver-
dienJt, dal B. en W. met de bewoners ten
Z.W. overleg plegen opdat daar eeoi gere
gelde toestand worde verkregen met aan
sluiting op de riolen enz.
De heer WILBRINK had liever het andere
plan gehad. Met het oog op de veiligheid
leek hem een vrije trambaan beter. Er is nu
maar 8V» M. over aan weerszijden. De
vluchtheuvels acht hij tevens zeer gevaar
lijk, zoowel voor de gebruikers als voor het
snel vervoer.
De heer KNUTTEL kan zich vereenigen
met vele opmerkingen als bijvoorbeeld
over de bestrating Ook hij ziet voorts
z. i. niet weg. Voor een vrije trambaan voelt
hij ook wel, doch er is nu eenmaal anders
uitgemaakt door de deskundigen. Hij zou de
vluchtheuvels echter gaarne anders zien in
gericht, 75 c.M. is bepaald te smal. Van
Endegeest gaal 2 M. af, wat juist een fraaie
beplanting zou kosten. Zou die niet gespaard
kunnen blijven
De heer GROENEVELD acht verkeerd,
dat de gemeente hert onderhoud van de tram
baan op zich neemt. Hij vreest, dat dit on
derhoud meeT is dan de f 23.000 subsidie.
Webhouder MULDER meent, dat de tram
aan den kant te brengen, de zaak zou trai-
neeren en bovendien achten B. en W. het
verkeerd. Het verkeer is volgens dit voor
stel altijd rechts te leiden en zoo zijn do
voetgangers safe. Wat de vluchtheuvels be
treft, spr. betwijfelt, dat die te smal zijn.
In Den Haag en elders heeft men zelfs 60
c.M. 't Is een kwestie van uitvoering dat
moet men niet vergeten. Een tramp aal
moet er komen, dat weet een autobestuur
der, doch van een vluchtheuvel weet hij dat
niet, zoodat er werkelijk gevaar is met het
oog op het verkeer, dat zij erkend. Wat de
demping van de sloot langs het nieuwe zie
kenhuis betreft, dat valt hierbuiten, al is
niet te ontkennen dat het een vervolg op
dit plan is.
De VOORZITTER deelt mede, dat is in
gekomen een voorstel van de heeren Huur
man, Zuidema en Spendel, waarin gevraagd
wordt aan B. en W. te geven plan en kosten
voor verbreeding van het stuk Posthof
Station en welke bijdragen de tram etc. wil
verleenen daarbij.
Wethouder MULDER zegt, dat B. cn W.
daar geen bezwaar tegen hebben. Wat de
tramsubsidie betreft, B. en W. vinden die
ook niet hoog, maar de bram kan het zoo
veel niet schelen. Meer te krijgen ging niet.
Is de subsidie wel voordeeliger dan de
kosten van onderhoud, vroeg de heer Groe-
i (Vervolg van gisternamiddag.)
10, Rekening, dienst 1923, van hel
of' Minne- of Arme Oude Mannen- en
)Uwenhuis. (290)
joedgekeurd.
2o. Verordening, houdende wijziging van
verordening van 12 October 1905 (Gem.-
a No 25), op het Bouwen en Sloopen.
(288)
Vastgesteld.
3o. Voorstel tol het aangaan van eene
«■eenkomst betreffende de levering van
ctriciteit in de gemeente Zoeterwoudc,
ir.r de Stedelijke Electriciteibsfajbriek te
den. (285)
Jonform besloten.
[4o. Voorstel lot het aangaan van, eene
areenkomst betreffende de levering van
ctriciteit in de gemeente Leiderdorp, door
Stedelijke E1 ectricifeedtsfabriek te Leiden.
(-86)
Conform besloten.
15o. Voorstel tot wijziging van de op
/18 April 1910 met de gemeente Leider-
rp gesloten overeenkomst, regelende -de
rering van gas m de gemeente Leiderdorp
or de Stedelijke Gasfabriek te Leiden.
(286)
Conform besloten.
16o. Voorstel tot vaststelling van de ver-
eding, bedoeld bij art. 101 der Lager On-
rwijswet 1920, over het jaar 1922 uit te
eren aan de besturen van bijzondere
lolen. (292)
Conform besloten.
17o. Voorstel tot vaststelling van het
orschot op de vergoeding voor 1921, be
eld bij art. 101 der Lager Onderwijswet
20, uit te keeren aan de besturen van bij-
ndere scholen. (293)
Conform bestolen.
18o. Verordening, tot wijziging van de
irordening van 13 Juni 1918 (Gem.blad
20), houdende reglement voor de school-
rgaderingen aan de openbare lagere soho-
n fee Leiden. (283)
•De heer VERWEY mo*ot, dat er om een
staande verordening te wijzigen, ge-
onde argumenten moeten bestaan Spr.
la die argumenten niet zien in hetgeen R.
ea "W. aanvoeren. De wet -erzet zich niet
■gen toelating der onderwijzers, al meent
(ld meerderheid der schoolcommissie, dat
9 verordening indruisckt tegen den geest
lw wet.
Ais deskundige acht spr. de onderwijzers
d die vergaderingen aeer op zijn plaats,
daarom die juist uit te sluiten, anderen
oe te laten?
De heer WITMANS begrijpt ook niet,
aarom de practicus als de onderwijzer
oet worden uitgesloten. Zit daar niet iets
nders achter? B.v. om een soc.-dem onder-
ij ter, lid der commissie, elders te kunnen
fn-eien
heer WILBRINKBen je daar bang
■cot?
Dt heer WITMANS: Houd toch je mond.
I De VOORZITTER verzoekt niet te intcv-
■rumpeereii.
De heer WITMANS zal tegenstemmen,
Benzij B. en W nog met overtuigende ar-
■wnenfeen komen
■T De heer OOSTDAM wijst er op, dat de
Keest der wet onderwijzers uitsluit. Zij mo-
Igen immers de scholen niet bezoeken en
Baarbij behooren z.i ook de vergaderingen.
Un haar grootste meerderheid meent de
Bommissie ook dat toelating ongewenscht
Kb, als storende de intimiteit der vergade-
i^g, waarmee hij niets te maken heeft.
1 De heer GROENEVELD: 't Kon toch wel
Iteas goed zijn
iDe heer OOSTDAM: Van weren van aoc.-
■Bem. is geen sprake, anders zou de meer-
Berheid ook niet zoo groot zijn geweest,
'ant er zijn meer >oc.-dem. in de commissie
I Bepaalde reden er voor is ex niet, cr
•eeft zich nog niets voorgedaan. Maar moet
■toen daarop eerst- wachten? In alle andere
I .leden is de practijk gelijk nu hier wordt
Boorgcsteld.
door MARGARET PEDLER.
Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT.
I „Dan Was je ook niet schuldig'." riep zij
pt en er was oen diepe, alles overheer-
priiende blijdsehajp in haa-r tril lende stom.
Jk. weet hell Ik was er zéker van. O, Garth,
pa-rbh! Hoe dwaas ben ik geweest! En o. lie-
J'oling, waarom deedl je het? Waarom liet
f ra ij blijven denken wat ik niet dragen
Fon te denken?"
I Hij staarde haar aan met verwonderde, 1
Pngeloovige oogen.
[..Maar ik heb je juist gezegd, dat ik het
pet weerleggen kanl"
I ^ij keek hem glimlachend aan, met een 1
iranlaoh van volkomen tevredenheid, met
p'fs even een likj* humor.
L ",k vro°2 je ook niet het te weerleggen.
vn>eg je het te bevestigen, ik probeerde
P al.e manieren je 'Jat te laten doen, en je
NU het niet!"
„Maar,.
L Z'j lo-sde haar hand op zijn mond, met
pn leederen, triomfant el ijken lach van een
ouw, die gewonnen heeft, cn zich daarvan
pewust is.
„Je hoeft jezelf niet langer zwart te ma-
Li voor mÜ. Garth Ik zal nooit meer iels 1
■eux;ven van wat ze ook zeggen tegen
man. dien ik liefheè."
hy*} stond naar hem toegewend, in elke
I 1 xan baar slanke lichaam was overgave,
en haar gelaat was als een witte vlam,
verheerlijkt, sbralend van een mystieke,
wonderlijke glorie, waarmee liefde het
omgaf.
Met een onverst aanboren kreet opende hij
de armen wijd en zij vloog naar liem toe,
haastig, zonder aarzelen, als een vogel, <Me
naar zijn nest vliegt. Toen hij haar tegen
zijn borst drukte en zijn lippen zich op de
hare stoten, niet hel hongerend verlangen
van het leeg verleden, wan voor hot oogen-
bhk alle pijn en bitterheid en wroeging weg
gevaagd in die extase van hereeniging.
Met een langen zucht van verrukking,
leunde zij achterover.
„Te denken, dat wij e«n heel jaar ver
knoeid hebben," zei ze vol spijt. „Garfeh, ik i
wou, dat ik meer vertrouwen in je had ge
had!" Haar stem klonk zacht en nederig en
berouwvol.
„Ik begrijp nog niet, waarom je nu wel
vertrouwen in mij hebt," antwoordde hij
rustig. „De feiten blijven toch hetzelfde."
„Behalve, dat het vonnis van den krijgs
raad onjuist was," zei ze snel. „Er was de
een of andere afschuwelijke vergissing. Ik
ben er zeker van, ik weet het, Garfeh," ging
zij na een oogenblik stilzwijgen voort; „zul
je me nu alles vertellen? Ik heb nu het
recht alles te welen, is het niet, nu ik je
vrouw zal worden?"
Zij voelde hoe zijn armen haar loslieten
en snd opziend, zag zij hoe zijn gelaat plot
seling weer de wanhopige uitdrukking van
vroeger kreeg. Langzaam onwillig trok hij
zich terug.
„GarI'h!" Hel was een schrille angstkreet.
„Garthl Wat is er? Waarom kijk je zoo?"
Het duurde een poos eer hij antwoordde.
Toen sprak hij met moeite, zooals iemand,
dte weet, dat de woorden, die hij gaat zeg
gen, alle vreugde uit het teven zulten weg
nomen.
„Omdiat ik ja niet meer kan vertellen dan
vroeger. Ik kan mijzelf niet vrijpleiten,
Sara!"
Haar oogen. keken vast in de zijne.
„Bedoel je, dat je dat nooit zult kunnen
dfoen?" vroeg zij ongeloovig.
„Ja, dot is hel."
„Antwoord mij nog op een vraag, Gajrfeh.
Kun je niet, of wil'je Met jezelf vrijspre
ken?"
„Ik mag het niet," antwoordde hij op vas
ten toon. „Ik ben niet de eenige, die er bij
betrokken is. Er is iemand, aan wien ik stil
zwijgen verschuldigd ben. Mijn eer ver
biedt, dal ik zelfs maar een poging doe om
mij vrij te pleiten. Nu weet je alles alles,
wat ik je ooit kan vertellen."
„Wie is het?" De vraag ontviel haar en
Garths antwoord was zoo'n onherroepelijke
weigering, dat er verder niet over te praten
viel.
„Dat kan ik niet vertellen, aan jou niet en
aan niemand."
Sara's mond ferilde. Haar gelaat was heel
wit, maar haar oogen glansden.
„En dart. heb je gedragen, al die jaren?"
zeide ze. „Je hebt geweten, dat je jeaelf kon
vrijpleiten en je hebt het niet willen doen?"
„Er was geen keus," antwoordde hij rus-
feig, „Ik nam een verplichting op mij, jaren
geleden, en art lijkt dat nu een veel zwaar
der verplichting te zijn, dan ik toen kon ver
moeden, mag ik mij toc-h niet daarom er aan
onttrekken."
Een oogenblik verborg Sara het gelaat in
de handen. Toen zij weer opkeek, was er
iels als angst in haar oogen.
„Kun je het mij ooit vergeven. Garth, dat
ik aan te getwijfeld heb?" fluisterde zij.
„Je vergeven?" Hij glimlachte. „Wat kon
je anders gedaan hebben, liefste? Ik weet
nu zelfs nog niet, waarom je in mij ge
looft," voegde hij er verwonderd aan toe.
„Wel, omdat," begon zij, en zweog toen,
omdait zij besefte, dart haar geloof geen
reden had, maar gegrond was op de intuï
tieve zekeriieid van een liefde, die geleden
en overwonnen had.
Toen zij weer 9praik, was het op de een
voudige, rechtstreeks olie, eerlijke manier,
die zoo feeekenend was voor haar.
„Goddank, dart ik kan bewijzen, dat ik je
vertrouw, volkomen. Wanneer zullen we
tróuwen, Garfeh?"
„Wanneer zullen we trouwen?" Lang
zaam herhaalde hij de woorden, alsof de be-
teekenas er van niet tot hem doordrong.
„Ja. Ik verlang er naar, dat iedereen weet
en ziet, dat ik in je geloof. Ik wil aan jouw
zijde staan met jou deelen. Herinner je
je, dat we eens samen bespraken, dart het
huwelijk beteekende artles le deolen .lief en
leed?" Zij glimlachte, toen zij dacht aan
een van de herinneringen urt d? kleine
schatkamer, die de paar dagen van onbe
wolkt geluk haar als eenig bezit hadden na
gelaten. „Ik wil mijn deel hebben, Garbh."
Een oogenblik 2weeg hij. Toen zei hij op
een toon, waarvan de onherroepelijkheid
haar trof als een slag:
„Wij kunnen nooit trouwen,, Sara."
„Nooit trouwenI" herhaalae zij, ontzet.
Een hevige angst kwam over haar en zij
ging hartstochtelijk voort: „Dan heb je me
dus niet vergeven, dan geloof je dus niet,
dat ik je vertrouw! O! Hoe kan ik maken,
dal je het weet? Garth
„Och, liefste viel hij haar snel in de
rede, je moet mij niet verkeerd begrijpen.
Tk weet, dat je nu in mij gelooft en ik
neveld. Daarin eit zeer veel waart. Maar
men bedenke dat de zware auto's daar min
der op de trambaan rijden dan in de etad.
B. on W. zijn al heel dankbaar, dat gedaan
te hebben gekregen.
Wat de andere weg betreft, de kosten zijn
te hoogf 40.000, plus omleggen der rioleo-
ringen en ondcrgrondsche leidingen eto.
Wat zou dat koetenZeker nog wel f 40.000
en het duurt lang bovendien.
Wat de tuintjes betreft, het is wel de be
doeling liet te doen in den geest vau don
heer v. Eok, voor zoover mogelijk, doch er
zijn veel bezwaren gezien hoe de woningen
nu aan den achterkant zijn aangestoten aan
de riolen etc., waarmee bij de nieuwe stra
tenaanleg rekening is te houden.
De boomen van EndegeeBt zijn mooi, doch
zoo oud dat velen spoedig toch moeten ver
dwijnen.
De heer v. HAMlEL aehb vluchtheuvels
onmisbaar als een noodzakelijk kwaad.
Mevr. v. ITALLÏE steunt den heer v.
Hamel
De VOORZITTER meent, dafe men uiet
moet gaan ritten over kleinigheden, anders
kom' de verbetering er nog in geen 25 jaar.
Mevr. v. Itallie geeft hij inzake dc vlucht
heuvels gelijk.
Dc heer DUBBELDEMAN vraagt, wa6
onder onderhoud van de trambaan vorstaan
wordt. Richten en schichten ook? Dat zou
al zeer duur zijn en dan zou hij ook eeiy
vrije baan verkiezen.
De heer v. ECK zag gna-rne meer aan
dacht geschonken aan zijn opmerkingen. Nu,
is de stoot al een moddersloot. Hoe', wan-'
neer die stoot doodloopt? Zulks met 't oog
op de hygiëne.
De heer WILMER steuut den heer v.
Hamel inzake de boomen, die of weg moeten
of er zullen er moeten worden uitgenomen.
Geheel vervangen zou hij prefercovon. Van
een kapverbod zon z.i. wel ontheffing *ijn
te krijgen. De wethouder ging hier niét
op in.
De heer HUURMAN wijst er op, dafe do
tram nog liever ceo onbestrafee 'baan had
rechts van den weg. Maar door georgani
seerd overleg om zoo to zeggen, is men nu
zoover gekomen. Laat men nu t-och aan B.
en W. do uitvoering overlaten en niet in
gaan op allerlei kleinigheden.
De VOORZITTER dankt den heer Huur
man. 'fe Is werkelijk ondoenlijk op alle de
tails in te gaan. 3 jaar geleden werd f 76.00Ó
gevoteerd voor verbetering, slechts heel
matig en nu krijgt men voor f 32.000 meer
een pracht van een weg, maar daarbij heb
ben wij over heel wat moeten heenstappen.
Meer was niet te krijgen en men moet niet
vergeten, de train heeft de kosten van rails-
verplaatsing, paalvcrplaatsing esiz. te dra
gen.
Zeker, Oegatgeest krijgt meer, omdat
Oegstgeest anders geweigerd had mee to
doen en dus zou de verbetering dan voor
Leiden niet zooveel beteekend hebben, 't Ia
dus in Leiden's belang mee. Laat men ook
niet 'over vluchtheuvels etc. gaan twisten,
over asphal toeren, dat veel duurder zou
komen dan zou hij liever 't geld besteden
b.v. aan de Hoogewoerd laat men maar
zien, wal men krijgt. Natuurlijk, 't had nog
mooier gekund, mnar dat ging nu eenmaal
niet. Wat de boomen betreft, dc raad wilde
destijds zoo, hij kan het niet ieder naar oen
zin maken.
De heer EERDMANS wil den voorzitter
geruststellen over de gezindheid van don
raad, dio er «venwel toch ia om zijn ge
dachten te uiten. Kwart voor vier begonnen
is het nu pas 10 voor vijf en dat bij zoo'n be
langrijk voorstel.
De heer COSTER vraagt of na aanneming
van dit voorstel spoedig me£ de uitvoering
wordt begonnen.
Wethouder MULDER: Met bekwamen
spoed. Data kan hij niet noemen, er zit nog
veel aan vast.
De heer GROENEVELD is niet tevreden
gesteld. B. en W. hadden z.i. nog wel na
der kunnen en moeten onderhandel014. Men
had liever de subidie kunnen laten schie
ten.
De heer HUURMAN En als de tram dan
niet bestraten wil, je kunt haar niet dwin
gen daartoe l
De VOORZITTER wijst cr don heer Groe-
dank er God voor! En wat vergiffenis be-
1 treft, ik heb je al gezegd, dart er niets te ver-
geven is. Je zou een geloof gehad moeten
hebben, dat bergen verzette." Sara schrikte
bij de herhaling van Patricks eigen woorden
„als je in de gegeven omstandigheden tooh
in mij geloofd hadt."
Hij zweeg even en vervolgde toen met een
triomfantelijken klank in zijn stem: „Alles
tusschen ons, lieveling, is nu in orde, nu en
voor altijd. Niets kan ooit weer lusschen
ons komen om ons te scheiden', zooals wij
dit jaar gescheiden zijn gewecsl. Maar niet
temin," zijn stem had een vastberaden
klank „kunnen wij niet trouwen. Ik
dacht, dat hel kon ik dacht, dal hel ver
leden in vergetelheid was verzonken, en
dat ik de gave van je liefde mocht aanne
men Maar ik heb mij vergist."
„Ncenl Neen! Je hebt je niet vergistl" Zij
klemde zich aan hem vast in een plolselm-
gen grooten angst, dat zelfs nu het geluk
hun nog ontglippen zou „Hot verleden heeft
jou en mij niets meer te zeggen. Het kan
niet meer tusschen ons komen. Je hebt mij
alleen maar te nemen, Garfeh" zij sprak
op dringenden toon. „Laai mij je toonc-n, dat
mijn liefde sterker is dan booze geruchten.
Laat mij bij je komen en naast je staan als
je vrouw. Dan kan het verleden ons geen
kwaad doen!"
Hij schudde het hoofd.
„Het verleden verliest nooit zijn
macht om te schaden," antwoordde hij. „Dat
heb ik geleerd. Voor zoover de wereld, waar
toe jij behoort, betreft, ben ik afgemaakt, en
ik wil de vtouw, die ik liefheb, niet door
dezelfde hel meesteepen, waardoor ikzelf
heb moeten gaan. Want d&t zou het voor je
beteckenen.
(Wordt vervolgd).