HAAGSCHE BRIEVEN. KOOPMANS'BOEKWEITEGORT RUSLAND IN PARIJS. Een breeds lampekap verborg bjjna een petroleumlamp midden op de vierkante tafeL Twee vrouwen tegenover elkander praatten in dat zachte licht. Op e:n laag bed lagen dr:e mannen, de oogen half gesloten In een fauteuil, de beenea gekruist over elkaar, bespeelde Iwan Pavlov.teh zachtjes de harmonica, welke ik op het portaal reeds geboord had. Een gedempt geneurie be geleidde hem. Ik wierp bescheiden een blik in het rond. Op een commode zong kokend water in een klein keteltje en twee kleine oortjes geplant in het bolle buikje. Uit een tuitje, er bovenuit als een schoorsteentje, wasemde een rosse gloed. En in de halve duisternis blok de samovar met heel den glans van het zilver, als een familie-altaar. Iwan Pavlovitch stelde m'j eenvoudig voor en gaf het instrument aan een zijner vrien den. Een gloeiende kop thee stond wasemend voor mrjii plaats. En de smartelijke tonen vibreerden opnieuw de kalmte der vredige omgeving. fluisterend sprak mijli nieuwe makker tot mc: Eiken avond komen we hier bijeeD. Het zijn oude vrienden, die ik heb terug gevonden op de Parijsche keien. Zij zijn van Konstantinopel gekomen met niets an ders dan die oude zilveren samovar, die hen nooit verlaten heeft, zelfs niet toen z(j een keer drie dagen lang zonder eten bleven, op zoek naar werk, wat het ook zjji i En zoo leven wjj weer in de gelukkige 1 atmosfeer van vroeger. Hoeveel dergelijke j kamers zijn er in dit groota Parijs? Denk eens, wij zijn hier met meer dan honderd duizend gelsoleerden, zonder familie, haast zonder vrienden. En daarginds, in ons ont zaglijke, onmetelijke lanu, geloovcn onze vrouwen en onze kindereu, van wie wij j niets weten, niet eens hun verblijfplaats of adres, stellig dat wij dood zijn. H.t eenige, dat wij thans vragen, is sou beetje kalmte, een weinig vergeten, en dat kunnen ons alleer. onze oude, weemoedige volksliederen schenken, die ons heimwee stillen en ome zier zacht in slaap zingen Op straat, ouder het onrustig flakkerend schijnsel van een gaslantaarn, zijn wij van elkander gegaan. Vergeef me, dat ik u zoo vroeg alleen laat, maar om zeven uur moet ik in do fabriek zijn, en ik heb mijn nachtrust noo- dig. Wat wilt u, een mensch moet nu eenmaal leven Toen het ongelijk geluid der voetsfcppon van Iwan Pavlovitch verstomd was, keek ik op mijn horloge. Het was half drie. LEO FAl' ST. RECLAME. 5316 XII. 01 er ia Den. Haag wel eeas iels gebeurl? Ach ja, er gebeurt wel eens iels. Een op- zienbarende moord, waarvan de bedrijver niet te vinden is; een déb&cle van de een of andere linancieele onderneming; de stichting van een sport- ol'een tentoonstel lingspark; de opening van een niéuwe dans gelegenheid; een raadszitting, waarbij de voorzitter dreigt de publieke tribune te zul len ontruimen; een aanranding in een ver laten laan van Bosch of Boschjes; de bijeen komst van een congres; kortom, van al lerlei dat, naar verhouding gevarieerd, ook in andere steden al zoo gebeurt. De gemiddelde stadsbewoner in het alge meen en de doorsnee-Hagenaar in het bi zonder meenen hun woonplaats te kennen, wanftcer zij weten wat er al zoo voorvalt. In dien geest lezen zij ook hun kranten. Wat is er vandaag gebeurd? Tramlijn zóó veel wordt verlengd; een nieuwe brug is opengesteld; hier of daar komt een plant soen; de brandweer heeft een oefening ge houden; er zijn twee dames door gasverslik- king omgekomen; stakers hebben, bij ge brek aan argumenten, werkwilligen gemo lesteerd. Ziedaar het nieuws; ziedaar ook hun kennis van de stad waar zij wonen. Zooal3 de gemiddelde krantenlezer zijn nieuwsbladen inziet, het incidentcele boven het essentieele stellend, zoo bekijken de meeste menschen hun woonplaats. En wan neer zij, op reis gegaan, met andere plaat sen willen kennismaken, leggen zij het op dezelfde wijze aan. Luister eens goed. wanneer men elkaar zijn indrukken van, bijvoorbeeld, Parijs ver telt. Wie is er nu niet in die hoofdstad der wereld geweest? Sommigen uit het gezel schap gaan er sinds jaren eiken herfst drie, vier weken heen; anderen brengen er gere- het voorjaar door. Zij kennen de groole res taurants, de Opéra en de voornaamste théa- ters, café-concerts en cabarets; ze waren in het Louvre, zagen het graf van Napoleon, bezochten Versailles en dansten in alio dancings. Maar ah het even stil is, vraag dan argeloos naar hun herinneringen aan het helaas gesloopte middel eeuwsch Parijs, dat zich om de nauwe rue de Venise groe peerde; vraag hun of zij wel langs de Bièvre en 'door het Marais dwaalden; of zij de Turken wijk kennen, en,~"tnidden in Parijs, het opgegraven Romcinsche arena; verzoek ook hun oordeel over de curieuse oudp uit hangborden in de rue Mouffelard, de Japan- sehe bronzen in het musée Czernuschi, de Corot in de kerk St. Nicolas-du-Chardonnet, de oude hólels van Jeanne de Navarre, Diane de Poitiers of Marguerite dc Val ©is in de buurten van de Ecolc-de-Médecine en hot IlClel des Monnaies, zoo rijk aan bouwkun dige herinneringen uit de lGde en de 17de eeuw Er zal een pijnlijke stille vallen, want d.'i&rvan weten onze Hollandsche Parijzo- naars weinig of niets. Zij kennen de ge beurtenissen, niet de stad. De Haagsche gebeurtenissen, als al haar soortgenooten, hebben duizend voelen.en worden, zoo noodig, nog gedragen ook; zij lijken overigens op alle voorvallen in andere sleden. Spreken wij dus weer van Den Haag zelf, dat, afgescheiden van wat er omgaat, een eigen leven heeft, een eigen beeld biedt En dat zich snel en rusteloos metamorfo seert, zóó voortdurend en verrassend, dat het onwillekeurig de belangstelling afleidt van zijn menschelijken inhoud, zijn rusten de suikerrietplanlers en gepensionneerde majoors en zwoegende referendarissen en steppende, meisjes, een afleiding, die ech-. ter zonder bezwaar geruimen tijd kan voort gezet worden, daar men deze vrijwel onver anderlijke soorten ook na jaren op hot eerste gezicht weer herkent. Er wordt geklaagd over dc stelsellooze wijze, waarop onze stad zich uitbreidt, en telkens weer dient Amsterdam, met zijn evenwijdige grachtengordels, tot-beschamend voorbeeld. De klacht is niet ongègrond. Men legt dé stad niet uit, doch men bouwt dorpen bij. Het beslaande is niet systematisch en met behoud van het karakter vergroot, maar men heeft het gelaten voor wat het was ein met elke nieuwe wijk een nieuw experiment gemaakt; zonder terug te zien, richtte mtti telkens op zichzelf staande kleine sleden in, die een eigen uiterlijk vertoonen. Zelfs is daarbij niet eraan gedacht het eene kwar-c lier behoorlijk aan het andere te verbinder, door do groote verkeerswegen aan elkaar te doen sluiten; elk miniatuur-stadje heeft zijn eigen boulevards en gaf daaraan een eigen richting, zonder zich er om te bekommeren of zij <be van het aangrenzend stadje ooit zouden ontmoeten. Het is wel heel wonderlijk: het. Bezuiden- hout leeft nog even, na op de brug geworgd te zijn, in de Heerengracht voort en stikt dan voorgoed aan den voet van een sigarenwin kel; de Statenlaan teert hopeloos weg.in het 9luifzand aan deze zijde van de Visschers-: haven en zal den Slrandboulevard nooit be-: reiken; in de stadsrichting houdt hij het le-. ven nog een weinig vol, een paar maal van naam verwisselend, tot er voorbij de Laan van Meerdervoort al gauw een benauwd, rommelig en saai einde aan komt; de Van Boelzelaerlaan brengt het, met eenige wel« willendheid van de zijde dés beschouwers, tot onder de walmen en het steenkoolsluifsel If) BUITENL. WEEKOVERZICHT. Engeland's nieuwe regee ring overwinning der republikeinen in Amerika onrust in Zuid-Slavië vrede in China? De groote verandering in Engeland heeft ach voltrokken ronder dat McDonald een votum van het Lagerhuis heeft afgewacht, 't Was trouwens ook geheel onnoodig, want het kiezerscorps had duidelijk gesproken. Een paar dagen heeft het eerste Labour- kabinet in Groot-Brittannië nog als respijt genomen, speciaal om een onderzoek in te stellen naar dc echtheid van den brief van Zinovjef, die zooveel gerucht heeft gemaakt. Maar veel verder is men na onderzoek niet gekomen. Opnieuw is uitgesproken: wij we ten het niet. Mogelijk, dat McDonald's op volger straks de beslissing zal geven. Ten minste, wanneer er Baldwin veel aan gele gen is, om absolute zekerheid in deze kwes tie te brengen. Wat nog zoo zeker niet is, daar het Britsch-Russisch verdrag immers toch glad van de baan is. Baldwin heeft overigens vlug gewerkt, zoodat zijn nieuw ministerie grootendeels ai bekend is. Het is een stevig unionistisch be wind, dat hij heeft geformeerd, krachtiger dan zijn vroeger kabinet naar het ons wil voorkomen, maar draagt tevens het stempel van vooruitstrevendheid, voor zoover daar van bij Baldwin's partij sprake kan zijn. 't Is alsof Baldwin zich geheel los heeft willen toonen van den invloed der z.g. Diehards, die het hem een jaar geleden zoo moeilijk maakten en hem dwongen in do protectionistische richting, die aanlei ding werd tot zijn val. 't Zal den nieuwen premier geen kwaad doen 1Teruggekeerd tot do regeeringstafel zijn nu Austen Cham berlain en Birkenhead, die destijds voor do Diehards personae ingratae waren door hun deelneming aan het coalitie-bewind, dat zij zelfs gaarne toentertijd hadden zien gehandhaafd. Chamberlain heeft zelfs bui- tenl. zaken gekregen, met uitschakeling van lord Curzon, die in Frankrijk niet gaar ne wordt gezien op deze npost. Bepaald op vallend is het opnemen van den vroegeren liberaal Churchill op een zoo belangrijken post als financiën is, waarvoor een zoo be kwaam man als Horne werd gepasseerd. Zoo langzamerhand komt Churchill, die tusschen twee haakjes oen verstokt vrijhandelsman is, de departementen langs. Engeland heeft nu weer een stevig kabi net, dat zich vermoedelijk wel voor den duur der verkiezingsperiode zal kunnen Btaande houden, gezien de meerderheid, waarop het steunt. Er is weeT continuïteit in he tEngclsch bewind. Wat op zich zelf voor een land altijd een voordeel is. Dat geregeld wisselen van be stuur heeft toch ernstige bezwaren. Men weet dan niet precies, waaraan zich te hou den. Nauwelijks heeft men in bepaalde rich ting koers gezet of een opvolger slaat den tegenovergestelden weg in. Continuïteit is er ook in het Amerikaansch bestuur, doordat bij de presidentskeuzc do republikeinen met him candidaten Coolïdge en Dawes een prachtige overwinning hebben bevochten. De nieuwe derde partij is zeer tegengevallen. De kiezers hebben blijkbaar van proefnemingen niets willen'wel en. Coo- lidgo, de tweede vice-president, die na door den dood van den president in het Witte Huis te zijn beland, als president der machtige Amerikaansche republiek werd herkozen Roosevelt was de eerste 1 is met overgroot© meerderheid gehandhaafd als vir integer. Aan zijn eerlijkheid is toch nooit ernstig getwijfeld en ook Dawes, de bekende „ontdekker'' van de plannen, die Europa zoo mooi op gang beloven te bren gen, bleek een populair candidaat te zijn. Ook in het Congres, in beide Huizen, hebben de republikeinen zich een meerder heid verworven, die het hun mogelijk maakt, zaken te doen. Do uitslag der verkiezing is in dit opzicht toch meegevallen, daar gevreesd werd, dat geen regcoringsfahi^a meerderheid door hen zou worden behaald. We spreken reeds van uitslag der verkie zing, alhoewel dit feitelijk iets voorbarig is Officieel mag daarvan pas gewaagd in Februari a.s., want nu zijn alleen maar wesiter op den massieve body, die van geen wijken weet. „Mees! 'n Beetje naar links! 'n Beetje boven den wind 1" loeit de kapitein van vo ren; wij zijn zoo door de branding 1" Maar opeens komt er een reuzengolf, die drei gend en ontzettend met haar breed-afloo- pende hellingen het kleine bootje schijnt te willen vermorzelen .terugstorten in de Tvocstsehuimende branding, van den 9lrand van 't Schild. De „Hilda" stoomt echter rus tig tegen den waterberg op, zij slaat hori zontaal als zij halfweg gevorderd is. Dan breekt de golfkam, een donderend geraas breekt boven de mannen los en wèg, ver zwolgen lijkt de „Hilda" met man en muis. De mannen maken eenige vreeselijke oogen- blikken door. De boot draait als een tol onder water. Niemand weet hoe zij ligt, nie mand kan iets anders zien dan 'n groen glanzende watermassa, die zwaar op hun lichamen drukte.. Maar de mannen bleven kalm; hun zenuwen wisten zij in bedwang te houden. Toen zij de motor hoorden wer ken, werden zij rustig en ieder vertrouwde verder te kunnen stoomen om de ongeluk kige scheplingen van den stoomer op het rif ie kunnen redden. Eensklaps zagen de kapitein en stuurman weer licht 1 Noodsignalen aan stuurboord in het Noordoosten! „Mees! Mees! Stuurschreeuwde de kapitein. Mees was al gereed, had zijn stuurrad 'n flinken draai gegeven, zoodlat zijn „Hilda" hé, wat toch een mirakel bootje! dacht hij en de moedige kerel glim lachte vergenoegd I al weer met den kop in den wind voortjoeg, de woeste stuivers tegemoet. „Mees! k Ilad niet gedacht jong, dat we 't redden zouden! zei voogd, die langs de Teeling naar de sluurmansbox gekropen kiesmannen gekozen,.die dan zullen beslis sen. Waar de2f? kiesmannen echter een be paald mandaat hebben, is alles nu reeds vastgelegd. Amerika za! dus voortgaan op den tot- dusver bewandelden weg. Steunen van Europa goed, maar geen opnemen in Vol kenbond etc. Cf ook Duitschland, dat volgende maand de kiezers ter stembus roept, heb beleid zal zien verlengd, door Marx c.s. ingeluid 1 De verwachting is gerechtvcardigd, dat het gezond verstand bij onze Oostelijke naburen nog groot genoeg zal blijken en dat voor Duitschland insgelijks zal gelden: voortgaan op denzelfden weg Continuïteit in de regeering sou een zeer voornaam ding zijn voor een heele reeks landen, te veel om op te noemen. Zoo b.v. in Zuid-Slavië en in China, om er twee te noemen, voor wie hek belangrijke daarvan al te zeer in het oog springt. In Zuid-Slavië schijnt de oude Pasjitsj opnieuw aan het bewind te zullen komen, hetgeen do oppositie in het algemeen zeer zal verscherpen en de Kroatische boeren partij wel eens tot uitbarstingen zou kun nen drijven. Raditsj, de leider, is al weer over do grens gevlucht en terecht, want een der eersto daden der regeering was een be vel tot inhechtenisneming tegen hem uit te vaardigen. Voor Zuid-Slavië zou wel eens een zeer woelige tijd kunnen aanbreken. Zou China dien tijd nu juist achter zich hebben, nu Tsjang-tso-lin, de dictator van Mantsjoerije als overwinnaar in den bur gerkrijg naar voren treedt? Het heeft er wel allen schijn van, doch waar in China alles blijkbaar mogelijk is, zouden we nog niet gaarne willen beweren, dat het zoo is. De andere leiders zijn wel verslagen maar vrij 1 RECLAME. IS Blank van kleur, heerlijk van smaak. (Van onzen Parijschen Correspondent). (Nadruk verboden). Parijs, 27 October. Op de nauwe binnenplaats van een huis aan de rue Pauquet een rechthoekige loods van te nauwernood geschaafde planken. Bo ven den ingang hangt een vuil stuk doek, waarop men leest in door den regen haast geheel weggewasschen roode letters: „Res taurant M08C0U." De zaal is laag van verdieping. Triest valt een grauw lient naar binnen door een venster boven in den wand. Op het hout daaronder heeft een naïef schilder een hoek je van het oude Moscou geborsteld in schit terende kleuren: de bruggen over de Mos- kowa en op den achtergrond dc duizend koepels van 't Kremlin. Er is nog maar een enkele stoel vrij rond het groot aantal kleine tafeltjes. Zij aan zij eten vrouw en mannen zwijgend.- En was het niet do vermoeide klik hunner lichtgetintc oogen, het aureool van grijzo haren rond hun bleeke gezichten, de moe heid hunner schouders, niets zou hen onder scheiden van de menigte der straten waar uit zij kwamen De kleeren die zij aan hebben, versieten jasjes met stukken in de ellebogen, ver flenste japonnen, verschoten hoeden, alles draagt het stempel hunner armoede. Alleen de kellncr, die langzaam en hautain tus schen de tafeltjes voortglijdt, de handen en de armen beladen met borden en schotels, draagt een blouse waarvan het felle blauw vreemd opvalt tusschen de grijsheid der dingen en der menschen Mijn rechter buurman keert zich naar mij toe. Ik heb zijn blik reeds op mij voelen rusten, daareven, toen ik aan den kellncr v/as. „Nu kunnen wij rustig doorstoomen. Ik zal Jan eens even aflossen. „Nee zegt Mees, „dat moet ik doen, want ik weet precies waar alles staat En Mees was schipper op de „Hilda" en had dus gelijk. Jan gloeide van de hitte, toen hij de ma chinekamer verliet. De beide mannen, die aan dek waren geweest waren niet natter dan Jan, die in een benauwde atmosfeer voor de motoren gezorgd had, even rustig als een machinist dat doet op een sleepboot- binnenvaart. Na ruim twee uur stoomens op de wildé zee was men dicht bij de op het rif gestran de stoomer gekomen. Er was van het stoom schip weinig meer te zien dan twee masten met de draden van de draadlooze installa tie en een stuk van de pijp. En op den rand daarvan hingen twee menschen, die schreeuwden en jammerden om hulp. Al een uur of zes hadden de beide schipbreu kelingen daar vertoefd. Den een na den ander van de bemanning en de passagiers hadden ze door de hooge zeeën zien weg slaan uit touwen en masten. Allen verdwe nen in de kokende branding en hadden een verschrikkelijken dood. Al geruimen tijd hadden de twee mannen de lichten van de „Hilda" bemerkt.. Die lichten hielden hen wakker en gaven hun hoop op redding in het hart En zij schreeuwden en riepen, maar de redders hoorden hen niet en al hadden zij huil noodgeschrei gehoord, sneller voort kon de „Hildaniet De storm was te geweldig, de afstand te ver om spoedig hulp te kunnen bieden. Eindelijk I Daar waren zij bij het gestran de schip. Maar te laai om beide mannen te redden. Een hunner werd krankzinnig en vroeg mij de korte lijst schotels, in het Rus sisch geschreven op een met vetvlekken ge drenkt papier, dat van hand tot hand gaat, in het Fransch te vertalen. Een fijne grijze knevel is in vreemde tegenstelling met het jeugdig gelaat. Terwijl ik mij uitsloofde om een menu sa men te stellen, ledigde hij, lepel na lepel, een diep bord soep, waaruit een geur van roodo kool opdampte en waarin een stuk gekookt rundvleesch dreef. Eerst later be merkte ik, dat al mijn tafelgenooten een zelfde bord voor zich hadden. U komt hier zeker voor den eersten keer? vroeg mijn buurman, met een aange name stem zonder het minste accent. En hij ging voortHet schouwspel is niet van belang ontbloot. En hoewel ik m^n rol erin speel, vind ik telkens weer een nieuw ge noegen er in om het gade te 6laan. Het verschaft mij een zekere ontspanning na op mijn rug eenige koffers versjouwd te hebben in een station of gewerkt te hebben in een automobielfabriek. Een flauwe glimlach speelde om z'jn smalle lippen. Hrj sprak zonder bitterheid, onverschilligheid, als ging het over een anrjc-r dan homzeil Kijk tegenover u a3n het laalste tafeltje links. Let eens op het gelaat van die vrouw met een fluweelen hoed. De lepel beeft in haar ontvleesde hand. Zij is gek. Haar man is gefusilleerd door de roode garde, haar zoon door de witte garde. Haar leven is een geheim voor ons allen. Eiker dag komt zij h:er eten. Dan verdwijnt zij weer. Twee mann:n van ons tafeltje waren op gestaan, na ieder op het papier, dat dienst deeo afs tafellaken, twee en een halve franc te hebben neergelegd. Er was niets meer in hun soepbord. Ook aan de meeste andere tafeltjes was man opgestaan; degenen aan wie de kellner ,een tweede schotel bracht waren zeldzaam. Voor de revolut'e was een van de twee marr.en, die bij ons aan hst tafeltje zaten, professor in de Wiskunde aan de Hooge- school te Kief, de ander een van de grootste advocaten van St. Petersburg. Naar ik meen is de eerste nu boodschaplooper in een winkel. Do advocaat werkt brj een timmer man. Doch het zijn vooral de vrouwen, die moeite hebben om rond te komen. De mees ten van haar verrichten naaiwerk, dat baar ternauwernood in staat stelt twee keer per dag een bord koolsoep te eten en t9 slapen in een zolderkamer met twee of drie samen. Hetgeen haar belet vroolrjk te zijn, gelijk u ziet. Kond een tafel onder het raam zaten vier jonge vrouwen in levendig gesprek gewikkeld. Zij waren blootshoofds en haar zware blondo haren lieten zich slechts met moeite bijeenhouden in den nek. Geen poe der of fard verlevendigde de bleekheid harer ingevallen wangen. Een van haar gaat binnenkort trouwen met een landgenoot, en haar vriendinnen vragen haar hoe ze het denkt aan te leggen .om- een onderdak te vinden. Haar aanslaande woont samen met twee kame raden, en zij mat haar vieren huizen in een en dezelfde kamer. Het geval lijkt haar buitengewoon- grappig. Mjjn taeflbuurman had zijn koolsoep op. Hi"' haalde een zakdoek te voorschijn en veegde ziqh zorgvuldig de lippen af. Toen bij opstond bemerkte ik dat hij mank was. Een granaatscherf, opgeloopen in Si- lezië. Ik Was toen geneesheer-directeur van een ambulance. Ex* is heel wat gebenrd sinds dien tijdHeeft u lust vanavond een kop thee te komen drinken bijl goede vrienden van mij? Hier hebt u het adres, rue de Valence. Dan kunnen we nog een beetje praten. Als ik soms er nog niet mocht-zjjn, zeg u maar, cTat u komt namens Iwan Pavlovitch. Iwan Favlovitch liep de zaal door, met het eene been slepend, en boog zijn hooge gestalte onder het lage deurtje Op de VQ-fdo verdieping van een huis, waarvan*" de steenen zjjn zwart gerookt door een fabriek ernaast. De trapleuning was klam van het vocht, en do muren zweet ten, vettig klevend. Achter een van de beide deuren klonken de klagelijke tonen van een harmonika. In tegenstelling met wat ik verwacht had, was Iwan Pavlovitch er al en wachtte mij. werd door de zeer hooge zee voor altijd de kans op redding ontnomen. De ander hield vol. Nog een uurlang. Nog een uur hadden de redders noodig om in de duisternis zoo dicht in bet wielende "beukende water bij het schip te komen, dat zij geen ge-vaar liepen er zelf tegen te pletter le slaan. Aan het geroep van den schipper zich in zee te laten vallen gaf de schipbreukeling gehoor. De „Hilda" was dicht in de buurt. Een touw werd buiten boord gesmeten en de ongelukkige slaagde er in dit vast te grijpen. Slap en wezenloos bijna werd hij aan boord geheschen en onder de wol ge stopt, wat ook alweer een heel zwaar werk was in den storm. En nu terug 1 Opnieuw door de branding. Maar gelukkig ging de storm weldra iets lig gen en behouden en wel kwam de „Hilda in veilige haven aan. Welken eerbetoon en dankbaarheid die redders genoten zullen wij verzwijgen. t Komt meer aan op 'de daad dan op de belooning. Mees is mijn vriend. Wij hebben samen aan boord van de „Hildageleefd en gege ten en geslapen. Twee dagen achtereen was ik in den herfst van 1D22 zijn eenige met gezel, want toen had Mees nog geen assis tentie aan boord, omdat de Reddingmij. voorloopig nog niet in staat wa. een ma troos aan boord van do „Hilda" aan te stel len wegens gebrek aan oldoende middelen. Mees heeft echter geen last van een zaamheid. De zee is hem lief, zijn „Hilda" ligt hem aan het hart en zij vergt veel van zijn tijd. Moet er niet ge9chropt tui geboend niet van allerlei en nog wat aan boord van een motorreddingsboot gebeuren? En Mees moet ook eten; heeft ook trek aan een kopje koffie of thee als ieder ander mensch. Mees moet dus alles zelf koken en schoonmaken en de huisvrouw weet hoeveel tijd dat kost Van alles is er aan boord. Moét er aan boord zijn. Want als plotseling een storm opsteekt en een schip loopt aan den grond tusschen Schiermonnikoog en Borkum? Het slaapt lekker in de kooien van de Hilda, k Vergeet die beide avonden bij Mees aan boord nooit weer. V" lagen op 't Wad voor anker, hadden juist de maag vol mossels; de petroleumlamp br dde en bracht een warme gezellige sfeer in de ka juit. De koffie stond op de kachel te prut telen. De wind gierde door het want en de golven klotsten tegen de flanken. Wij rook ten een pijpje, praatten over allerlei, Mees hoort graag nieuws uit de wereld en er was veel nieuws in de politiek lazen oude kranten en de „Reddingboot Ja, ik kon het Mees zoo aanzien, dat hij het gezel lig vond zoo, dat hij in blijde stemming wa9 na enkele dagen van eenzaamheid, van meeleven met weer en wind. En ik dacht zoo bij mezelf: Mees, als je nu nog van vogels hield en den vogeltrek giflg besludeeren, wat zou je dan als 't mooi weer was, kunnen genieten. Maar Mees heeft geen aspiraties- voor vogclsludie. Mees laat zijn geweer spreken, als zijn maag hem dat gebiedt. Mees beloert de zeehonden als hij met de „Hildaop de ree ligt. En zoo gaan dagen heen, dat hij niet behoeft le „werken." Maar ills er ge werkt wordt, werken hij en zijn helpers van het eiland (Rottumeroog) voor maanden genoeg. Meent u nu niet,, dat Mees luiert 1 Verre van dat. Mees heeft óók zijn weTk op het eiland, moet overal voor zorgen wat zijn boot en zijn loods aangaat. En om de drie weken gaat hij als het weer dat permitteert een paar dagen naar vrouw en kinderen. Ze zien elkaar zoo weinig, ze hebben zoo weinig aan e4kaar. Wakkere redder, moedige man, ik ben blij, dat je mijn vriend bent. Het is Dinsdag 11 November juist honderd jaar geleden, dat op initiatief van den koop-i man Barend van Spreekens te Amsterdam de Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Mij. is opgericht, naar aanleiding van het om slaan van oen reddingsboot met redders schipbreukelingen van het in October 1824 bij Huisduinen vergane fregatschip „d® Vrede'De N. Z. H. R. M. heeft thans 100 jaar bestaan. In deze honderd jaar zijn ruim 5000 schipbreukelingen doör haar personeel gered. De N. Z. H. 11. M. heeft onder haar berusting een vloot van ongeveer 50 red-, dingsvaarluigen, waarvan 7 motorreddings- booten zijn. De instandhouding daarvan kost schatlen, jaarlijks ongeveer f 140.000. De maatschappij betaalt deze alle uit vrij willige bijdragen I Om het reddingswezen langs onze kusten volmaakt le doen worden, is het echtCT noo dig. dat ook op de andere stations moto;- reddingsbooten komen. Voorts wil de N. Z. H. R. M. zoo gaarne de zorg van de nage laten betrekkingen van bij reddingen omge komen zeehelden op zich nemen. Maar om deze wenschen te kunnen verwezenlijken moeten de fondsen nog een groote verster king ondergaan. De redders langs de kust wagen vrijwil lig hun leven.^Laten zij, die het kunnen, vrijwillig hun offer brengen om het edele menschlievende werk van de N. Z. H. R naar behooren te 9teunen. Iedere kleine bijdrage al9 gift of een contributie is PP Amslel no. 312 te Amsterdam welkom. F.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 10