Jaarvergadering van den Vrijz.-Dem. Bond. Be Kluizenaar van Far-End, No. 19832 LEIDSCH DAGBLAD, Maandag 3 November Tweede Blad. Anno 1924, STA AL WOL BINNENLAND. FEUILLETON. In het Jaarbeursgebouw te Utrecht werd Zaterdag geopend de algemeene vergadering van den Vrijz. Dem. Bond. De voorzitter, inr. W. H. M. Werker, hield een openings rede, waarin deze vooral de lariefwelkwes- tie en het onlwapeningsvraagstuk naar vo ren bracht. Sociale verzekering. In de des middags gehouden vergadering kwam in de eerste plaats het rapport der commissie lot bestudeering van het vraag stuk der sociale verzekering aan de orde. In dit rapport gaf de commissie als haar meening te kennen, dat op het stuk van den socialen volkswaarborg de navolgende pun ten reeds thans voor verwezenlijking vat baar zijn: 1. Invoering van een ziekteverzekering, zich zooveel mogelijk aanpassend aan een behoorlijke ziekenverzorging. 2. Moederschapszorg voor alle vrouwen,, die zelf of wier echtgenooten in de ziekte verzekering zijn opgenomen, met open stelling van de gelegenheid tot opneming van andere vrouwen. 3. Premievrije ouderdomsrente (staatspen sioen) voor alle 65-jarigen en ouderen, die voldoen aan de voorwaarden, in 1919 ge steld voor de bij wijze van overgangsbepa ling ingevoerde premievrije ouderdomsrente. 4. Herziening der Invaliditeitswet op den grondslag van collectieve verzekering en eenheidsrente. 6. Invoering van het omslagstelsel vooi de dekking der kosten van de inyaüditeito renten. 6. Opbouw eener werkloosheidszorg op den grondslag van de in dit rapport aan gegeven beginselen. 7. Voor uitvoering van elk der boven staande maatregelen in het leven roepsn eener organisatie, welke bruikbaar is voor den geheclen socialen volkswaarborg, op den voet als in het rapport omschreven. Aan het debat over het rapport namtn yele afgevaardigden deel; de besprekingen bepaalden zich in hoofdzaak tot technische opmerkingen, terwijl men algemeen, wal cc groote lijnen betreft met de in het rappe *i yervatte denkbeelden en met het urgentie- program bleek in te stemmen. De voorzitter der commissie, mr. Werker, beantwoordde do gemaakte opmerkingen; er werd over hel rapport en het urgentie-program niet gestemd. Medezeggenschap. Ook ten aanzien van het rapport der com missie in zake het vraagstuk der mede zeggenschap in het bedrijfsleven, welk rap port vervolgens in behandeling kwam ln hoofdzaak reeds eerder gemeld traden geen belangrijke meeningsverschillen na<u voren. Een der debaters zcide, dat z. i. de arbeiders nog niet voldoende ontwikkeld zijn om medezeggenschap uit te oefenen, waarop de voorzitter der commissie ad hoe, mT. A. C. Josephus Jilta, antwoordde, dut die medezeggenschap niet voor den arbei der individueel, doch voor de collectiviteit der arbeiders, voor de leiders der organisa ties geldL Ook omtrent dit rapport weid niet ge stemd. Mr. Marchant aan 't woorS. In de avondvergadering was allereerst het yoord aan den voorzitter der Kamerfractie mr. Marchant. „Regeering en volk", luidde de lilel van mr. Marchant's rede. „Wel zelden" zoo begon spreker zijn onder zoo belangwek kende omstandigheden de Kamerverkiezin gen voorbereid als ditmaal. De democratie, die, na een revolutionnairen sprong vooruit, op de reactie terrein heeft moeien verliezen, tracht alom zich te herstellen. Zij maakte na den oorlog haar spurt, met behulp van hen, die door democraat te worden de revo lutie trachten te kecren. Zij moet thans al leen, onder hun tegenwerking, hel verloren terrein zien te herwinnen Wat de reactie tegen het huidig parlemen- tais stelsel betreft noemde spr. het aclua- hs.ne: over haar onbeholpen gehaspel hier te lande behoeft de democratie zich niet ongerust te maken, de geldschieters van -het actualisme zouden hun middelen beter kun nen besteden. En evenmin als deze plant van vreemden bodem kan het andere exoti sche gewas in Nederland aarden, nl. het communisme, dat zich keert tegen elke de mocratische ontwikkeling binnen de grenzen van het geldende staatsrecht. Een versterking van de democratie zag spr. anderzijds in de verzwakking der so ciaal-democratische dogmatiek. De sociaal- democratie is n.l. gaandeweg meer democra tisch en minder dogmatisch geworden. Wel werkt nog de verlokking der sociale experi- mentatie, met name in de leiding van het N.Y.V., die bezig is de zich versterkende de mocratie door een onbesuisde tegenleiding te verzwakken. Meer en meer blijkt in dc staat kundige verhoudingen de positie van de Marxistische sociaal-democratie bezet door de communisten. In zake den eisch van de „nationale ont wapening", volgend punt van mr. Mar chant's rede, betoogde spr., dat de vrijz. de mocraten steeds ten deze dezelfde lijn heb ben gevolgd. Van den aanvang af is het be leid geweest, toepassing van ons democra tisch beginsel ook op het lererin der mili taire vraagstukken; bestrijding van het mili tairisme; aanpassing van de militaire orga nisatie bij de sociale ontwikkeling van het volk, bij de gewijzigde internationale positie van Nederland, bij dc verandering in de oor logstechniek. Den geest van Genève, betoogde spr., heb ben we levendig te houden en aan te kwee ken. Tegen de scepsis, legen het militaire begrip, door de militaire opleiding vastgezet in de hoofden der ijverige leerlingen, hebben wij ons te keeren. Over dit gedachtenleven moeten wij de overwinning behalen. De be wering, of geen ontwapening of collectieve ontwapening van allen, houdt geen steek. Die stelling is slechts een middel om van de ontwapening af te komen. Wie maar blijft zeggen: ik zal ontwapenen als iedereen ont wapent, houdt de wereld in dc wapenrusting, zoolang één zich blijft verzetten. Zooals de zaken op het oogenblik nog staan, ging spr. voort, is het niet mogelijk te ontwapenen voor het Britsche Rijk, Frank rijk en Rusland, om enkele voorbeelden tc geven. De staten, die deel uilmaken van den ring, gelegd om den op expansie bedach ten Bond van Sovjetrepublieken, hebben in het internationaal verband een geheel eigen beleekenis. Maar de kleine mogendheden, die tusschen de beschaafde grooten in liggen, verkeeren in een 'geheel andere positie. De militairen willen ons doen gclooven, dal de ligging van Nederland hachelijk is. Uitvoerig besprak de lieer Merchant ver volgens de beleekenis van den Volkenbond en noemde naar aanleiding daarvan het ver schil tusschen 191-4 en thans dit, dat in 1914 Nederland ieder moest weren, omdat ieder partij was, terwijl in de toekomst Nederland anderen dan den aanvaller niet m a g we ren. De theorie van dc preventieve werking van onze weermacht gaat dus niet meer op, betoogde spr., onze positie is door den Vol kenbond fundamenteel gewijzigd. Dit bewees spr. nader aan de hand van de bepalingen van hel Volkenbondsslatuut en van het pro tocol van Genève; de voorschriften van den Volkenbond gaan niet uit van de gedachte dat de leden zich zooveel mogelijk moe ten wapenen en hebben gewapend, doch om gekeerd, dat zij zich tot het uiterste mini mum moeten beperken. De voorschriften zijn niet gericht tegen de onlwapenaars, doch zij zijn gericht legen de militairisten. Voorals nog is niets bepaald omtrent dc militaire ver plichtingen van de kleine mogendhcdcn-le- den van den Volkenbond. Volgens spr. op zettelijk. Niemand, ook in Nederland, die van den Volkenbond heil verwacht, zal er ccn oogenblik over denken om te bevorderen, dat Nederland in ccnig opzicht zich zal onttrek ken aan eenige verplichting, die de Volken bond zijn leden oplegt. De vrijz. democraten hebben dit nog eens uitdrukkelijk in hun program vastgelegd. Gesteld al zeide spr. dal de Volkenbond een bepaalde militaire bijdrage van Nederland zou vorderen, dan begrijpt men toch, dat voor het bepalen van die bijdrage geheele andere factoren moeten gelden dan voor een zelfstandige Nederland- sche oorlogsweermachtI Nadat mr. Marchant zijn rede beëindigd had, hield een krachtig applaus geruiraen tijd aan. Een groote bloemenmand werd hem aangeboden. Mr. Werker, de voorzitter, nam het woord en riep de vergadering toe Hebt gij heden avond uw leider herkend! Een luid ,,ja" weerklonk. Mr. Werker, voortgaande, zeide, dat mr. Marchant er in geslaagd was dui delijk te maken, hoe de ontwapeningsleus in nationaal en internationaal verband past. Marchant heeft ons iets grootsch voor oogen gesteld en we hebben dit uit te dragen. We danken Marchant van harte. (Applaus). Het hoofdbestuurslid, de heer C. A. Zel- velder, stelde voor, Marchant's rede in bro churevorm uit te geven, opdat ze honderd duizenden kan bereiken. H erl-oe wordt onder applaus besloten. De heer Ivoch van Zwolle bood hierna na mens vele bondsafdeelingen prof. Yan Emb- den een bloemstuk aan als hulde voor zijn werk. (Applaus cn bravo geroep). Het Ontwapeningsdebat. Het hoofdbcstuursvoorstcl tot het vast stellen van een nieuwe paragraaf „Lands verdediging" in het werkprogram, gaf mr. dr. A. M. Joekcs aanleiding eon amcnclc- ment-Den Haag namens die afdeeling tc verdedigen. Dc toelichting tot het amende ment luidde als volgt: Het tc Genève op de laatste vergadering van den Volkenbond opgestelde protocol tot aanvulling van het Volkenbondsvcrdrag berust op do gedachte, dat door internatio nale samenwerking, zoo noodig met toepas sing van militaire maatregelen, de vrede moet worden gehandhaafd en een land, dat den vrede schendt, moet worden bedwon gen. Nederland mag zioh aan maatregelen, welke voor dat doel noodig mochten zijn, niet onttrekken en hot zal, wil het aau do handhaving van den vrede door den Vol kenbond ten volle medewerken, bereid moe ten zijn ook aan een militaire actie van den Bond deel te nemen. Het is daartoe noodig een deel van do weermacht in stand tc houden. Tevens zal, bij onrechtmatige aanranding van Nederland zelf, deze weermacht, raedo als onderdeel van de Volkenbondsactie to gen den schender van ons land, zich tegen den aanrander moeten verdedigen. Dc amendementen beoogen deze ziens wijze in dc par. 8 en 9 duidelijk te doet» uitkomen. Het Hoofdbestuur stelde een eigen amen dement voor, nl. punt 5 van par. 9 als volgt te lezen „Vervulling van de verplichtingen, welke aan Nederland als lid van den Volkenbond zijn of zullen worden opgelegd.'' Met deze toelichting: „Deze wijziging i» het gevolg van de overweging, of in verband met het na het voorstellen van het hoofdbo- stuursvoorstel tot stand gekomen Genccfscho protocol nog niet enkele veranderingen in dit voorstel moesten worden aangebracht." Prof mr. Kranenburg verklaarde zioh, na de rede van den heer Marchant, met het amendement van het hoofdbestuur te kun nen vereenigen. Eigen ontwapening zonder dat nog internationale ontwapening bereikt is, achtte spr. altijd nog beter dan het in standhouden van onze huidige weermacht 't Is Don Quichotterie te denkem, dat wij met de huidige weermacht nog iets zouden kunnen beteekenen. ♦De heer Nijpels was de eenige bestrijder van de ontwapeningsparagraaf ter vergade ring. Spr. vorklaardc zich n.l. ccn princi pieel tegenstander van hetgeen de leider gezegd en het hoofdbestuur voorgicsteld had en verklaarde niettemin stevig op vrijz.-de- mocratischcn bodem te staan. Wel heeft spr. een militair verleden, maar hij rekende dit zichzelf niet als een fout aan. Marchant maakte z.i. de principieelc fout, dat hij van het protocol van Genève sprak alsof dit reeds gold cn men plaatst zich dusdoende in een toekomst, welke er nog niet is. Zeer overdreven in zijn wijze van uitdrukking was prof. Van Embdcn in zijn Kamerrede. Washington is er toch immers 1 De Wash- ingtonachc overeenkomst om geen stoffen te gebruiken, welke die afschuwclijko uit werking hebben, gelijk Van Embden zoo juist schilderde. Frankrijk vecht in Trans- jordanië en in Marokko en maakt daar dan oog geen gebruik van bedoelde gassen. Wat ons land betreft, kan er volgens spr. steeds schending van de neutraliteit mogelijk ble ven. Wat kunnen we dan doen met een po- litielegertje Als de communisten onder Wijnkoop komen, dan hebben we genoeg aan 't politie-logertje, maar als er 25 Rus sische oorlogsschepen komen, doen we dan niets? Zal men vroeg spr. ongestraft kunnen ontwapenen? Men wijst op Dene marken. Maar nu reeds gaan er o.a. in Frankrijk stemmen op, die zeggen, dat de Sont niet meer veilig is. Gaat men over tot lijdelijk verzet als er een andere mogend heid in ons land is gekomen, dan zal men over onze bevolking grootere ellende bren gen dan de gifgassen kunnen veroorzaken. Voorts wordt volkomon ten onrechte Indië met Nederland over cén kam geschoren. Spr. wenscht ten slotte de tegenwoordi ge paragraaf inzake de landsverdediging te behouden daar die z.i. in alles voorziet. Mr. Marchant: U wil dus kanonnen- vleesch De heer NypelsDa-t een half millioen gewapende Hollanders, geen waarde zouden hebben, wil -er bij mij niet in. Mr. Marchant: Ze zijn waardeloos I De heer Nypels: Preventief niet. Mr. Marchant verklaarde bereid te zijn Den Haag tegemoet te komen in dien zin om te zeggen: „Vervulling van de verplich tingen, welke Nederland als lid van den Vol kenbond heeft aanvaard of zal aanvaarden." Omtrent deze redactie ontstond eonig "Or der debat. Prof. Van Embden kwam er tegenover den heer Nypels tegen op, dat hij in zijn Kamerrede overdreven zou hebben. Het vre- dcsprotocol is er inderdaad nog niet. Maar moeten wc- daarom voortgaan met het sy- systecm van ellende, waarin wc zitten? Moeten we ons niet weten los te maken van den ouden tijd? Ned.-Indië was 100 jaar weerloos en is niet geschonden. Zouden wc nu na Volkenbond en Washington daarmee moeten voortgaan Tot Den Haag zcide spr., dat hij accoord ging met het amendement van het hoofd bestuur. We gaan nu de kroon zetten op een jaren lange actie, aldus epr., en daarmede zul len we niet alleen onze partij dienen, maar ook ons land, tevens handelen in het be lang van de anderen volken cn den wereld vrede. (Luid applaus). De heer Joeken verklaarde zich bereid onder de gegeven omstandigheden het amen dement-Den Haag in te trekken cn verec- nigdo zich met een nader, door mr. Mar chant medegedeeld voorstel van het b.b. om te lezenVervulling van Nederland's verplichtingen als lid van den Volkenbond. Het debat werd nu gesloten verklaard. Niemand verlangde hoofdelijke stemming over do nieuwe ontwapeningsparagraaf. Alle stemgerechtigden verklaarden zich er vóór. En precies middernacht werd de „ontwapeningsparagraaf" met algeonecno stemmen onder luid applaus en bravoge roep aangenomen. In huishoudelijke zitting werden behan deld het jaarverslag, dc rekening en ver antwoording en enkele andere huishoude lijke aangelegenheden. Volgens het jaar verslag, loopende van 1 November 1923 tot 1 October 1924, heeft de Vrijzinnig-Demo cratische Bond 232 afdeelingen, to zamen tellende 11.290 loden; het aantal algemeonc leden is 44 en het aantal personcele leden 422. De Bond telt voorts vier vrijzinnig-de mocratische organisaties, n.l. de Vrijz.-dem. Vrouwenclub met 4 afdeelingen dc 01 ub der Provinciale Staten leden, de Vrijz.- dcm. Jongerenorganisatie met 6 afdeelin gen en do Vereoniging van vrijzinnig-de- mocratisoho gemeenteraadsleden. RECLAME. by H. C. VISSER ZOON -1. Mare 38. 8994 De HollandIndië-vlncht. Aan het Haagschc Anctabureau werd gas teren bericht ontvangen, dat bet Neder- landschc vliegtuig de F VII met do vliege niers Van der Hoop, v. Weerden Poelman en v. d. Broeko, 'a morgens om 12 uur uit Pbilippopel, waar onze aviateurs op 3 Octo ber j.l. een noodlanding moesten maken, wegens een defect aan den waterkoeler, naar Konstantinopcl waren vertrokken, waar zij 's middags arriveerden. Do vlucht van Philippopel naar Konstan tinopcl bad zonder ongevallen plaats. Do motor loopt accr soepel. De vliegors ver trekken beden naar Angora, maar het is nog niet zeker of zij aldaar zullen landen, dan wel regelrecht doorvliegen naar Aleppo. Pensioenregeling. De wijzigingen, die de regeering oischt, dat zullen worden aangebracht in do pen sioenregeling voor het spoorwegpersoneel, alvoerens een ontwerp bij de Tweede Kamer zal worden ingediend, komen in hoofdzaak hierop neer: Alle losse dienstjaren bjj de spoorwegen doorgebracht, zullen niet voor pensioen in aanmerking komen. Vervallen zullen de wachtgeldjaren van 1 Januari 1925 af; daartegenover wordt bepaald, dat voor de wachtgelders na dien datum de tijd op wachtgeld doorgebracht, wordt ingekocht. De bijdrage daarvoor is verschuldigd door het lichaam, nTt welks dienst de belanghebbende is ontslag:n. Ten hoogste kan daarvan de helft ep de belang hebbende worden verhaald. De wachtgelders kunnen hun nagelaten betrekkingen een pensioen verzekeren tegen storting van ten hoogste 5'/s pet. 'sjaars van hun laatste pensioengrondslag met dien verstande echter, dat, indien do pensioen grondslag een bedrag van f3000 over schrijdt, het jaarlijks bij to dragon bedrag met lioogor mag zijn dan 5pet. van f3000. Het absolute recht op vervroegd ouder domspensioen komt ti vervallen; voortaan zal ae toekenning afhangen van de validiteit van den betrokkene, terwijl hij een diensttijd van tenminste tien jaren moet kunnen mede tellen. Voortaan zullen weer 40 dienstjaren (vaste) noodig zijn om vol pensioen (70 pel.) te kunnen verkregen, terwjl het in validiteitspensioen niet minder dan 30 pot. zal bedragen. Bepaald wordt thans, dat do directie be voegd is, een voorschot op het pensioen toe te kennen, indien de regeling van oen pensioen is vertraagd huiten schuld van den aanvrager. De pensioenen voor de weduwen van op wachtgeld gestelde spoorwegambtenaren ko men to vervallen. Dit geldt evenzeer voor dc minderjarige wettige of gewettigde kin deren van die ambtenaren, als mede voor deze kinderen van vrouwelijk spoorweg personeel, dat overleden of op wachtgeld gesteld is. Do gunstige bepalingen omtrent de voor uitbetalingen van de pensioenen zullen ver vallen. Ingevoegd zjjn bepalingen, dat van hem; die bjj de directie een bezwaarschrift ia- dient, of bjj den centralen raad van beroep beroep instelt, onderscheideljjk ten behoeTd van het fonds en het Rjjk een recht wordt geheven van onderscheidenlijk f5 en 110, Voorts zjjn aan de regeling nog toege voegd tal van bepalingen van verschillenden aara, o.a. betrekking nebbende op den over gang van het bedrijf aan een opvolger. In de besturenvergadering van de O. N. O. P. van Donderdag 30 October is een commissie benoemd, bestaande uit de beertm H. B. Berghuys, B. de Boer, A. Ketelaar en H. M. Roos, waaraan opdracht werd verleend die stappen te doen, welk» kunnen leiden tot behoud van het bepaalde in de Pensioenwet 1922 en tot afweer van d« verslechteringen, door de regeering voor gesteld in het ontwerp-wjjsagingsvoorstel op bedoelde pensioenwet aan de Tweede Kamer. Do commissie zal in de eerstvolgende vergadering van het C. N. O. P. verslag uit brengen over de bereikte resultaten. door MARGARET PEDLElt. Geautoriseerde vertaling van W. E. PONT. Sara zag hot en was or blij om, maar het herinnerde haar pijnlijk: aan alles, wal zij gemist had. Hel wekte opnieuw het groote verlangen naar Garth Trent, dat haar al die lange maanden van haar afwezigheid niet Lad verlaten, al had zij er tegen ge worsteld, het onder gehouden en het soms ©en korten lijd niet zoo hevig gevoeld, door dat het dagelijkseJie we ra haar duizend eischen stelde Hierdoor had zij dat teerc, uitgeputte ge kregen, niet door den harden -liohamelijken arbeid, dien zij had verricht. Zij was altijd tenger geweest, een raspaardjemaar nu had zij bijna iets doorschijnends en haar som bere oogen leken dubbel zoo groot in het smalle gezicht, dat zich zoo scherp aftee- kende. Toch waa zij even levendig als altijd; zij scheen als het ware met een soort geeste lijken stralenkrans omgeven. „Zij doet je denken aan een vlam," zei Andrcy tegen haar man, toen zij weer alleen Waren- „Zij heeft zoo iets levenskrachtigs, ondanks haar eigenaardig teere uiterlijk." Milers knikte. ko^i brandt zichzelf inwendig op," zei hij Andrey keek verschrikt. »Wat meen je daarmee, Miles?" »Goede Hemel! Ik zou denken, dat het' nogal duidelijk is. Zij houdt nog net even veel van Garth Trent als een jaar geleden en zij vecht er ieder uur van haar leven tegen. En die inspanning breekt haar." „Kunnen wc niets doen om haar te hel pen?" Audrey stelde de hulpeloozc vraag in het volle bewustzijn, dat er toch niets te doen viel. Herricks oogen keken haar vriendelijk aan. „Niets," antwoordde hij met rustige be slistheid. „Iedereen moet zijn eigen behoud zelf bewerken, wil het een behoud zijn, dal waarde heeft." Herrick had de zaak lot op den bodem ge peild, teen hij verklaarde, dat Sara nog oven verliefd was als een jaar te voren. Zij was zelve ook lot deze conclusie geko men cn het had haar leven gemaakt lot een voortdurenden strijd tusschen haar liefde voor Garth cn haar schaamte over zijn on waardigheid. En nu had haar terugkeer in Monkshaven, hel zien van de bekende plekjes vol herinneringen, dien strijd opnieuw aan gewakkerd. Met den breederen kijk op de dingen, dien de ervaringen in den oorlog haar hadden ge geven, begon zij zichzelvc af te vragen of een man veroordeeld moet worden, voorgoed en volkomen veroordeeld, omdat hij één oogen blik zijn zelfbeheerscliing heeft verloren zelfs Elisabeth had toegegeven, dat liet waarschijnlijk niet meer was geweest dan dal! Maar dan kwam onmiddellijk de verach ting, die Patrick Lovell haar van haar kinds heid af had ingegoten, juist voor dien vorm van zwakheid, weer boven en zij deinsde met afschuw terug voor dc gedachte, dat zij haar liefde had gegeven aan een man, die zich daaraan had schuldig gemaakt. En de wijze, waarop hij zich nu in den oorlogstijd gedroeg, was ook al niet geschikt om haar met hem te verzoenen. Zij had van I Molly gehoord, dat hij iederen vorm van oor- I logswerk had vermeden. Hij scheen volkomen I onverschillig voor den nood van het oogen- J blik cn heel Monkshaven was vol vader- landslievende afkeuring over zijn gedrag. Er waren nu weinig handen, die niets uitvoer den. Een groote munitiefabriek was in Old- hamplon opgericht en daar of in het hospi taal was voor ieder werk; lcegloopers behoef den er niet le zijn. De biltere gedachte kwam in Sara op, dat de eenige moed, dien Garlh scheen te bezit ten, ccn soort koelbloedige moreele moed was onbeschaamdheid noemden de mensehen in het stadje het die hem hardnekkig deed weigeren uit Monkshaven te vertrekken, al was dc algemeene opinie vierkant" tegen hem. En dan kwam weer met overweldigende kracht de herinnering aan dien-dag op het Duivelskapciland boven, toen hij vastberaden zijn leven had gewaagd om haar goeden naam le redden; die herinnering spotte met de uitspraak van den krijgsraad, en scheen die veroordeeling, waarom zij hem uit haar leven had geslooten, op zij le willen zetten. Zoo werd zij heen en weer geslingerd, en elke beweging deed haar hart pijn. Maar haar blinde afschuw bij het hooren van wat er op de grens van Brilsch-Indië gebeurd was, was nu voorbij. Zij had op dat oogenblik in haar eersten schrik, met geweld van Garth afgewend, met het gevoel, dat zij zelve be zoedeld en onteerd werd alleen door haar liefde voor hem, le opstandig, om aan iets anders te denken dan zoo gauw mogelijk den band tusschen hen te verbreken. Nu stond zij er anders tegenover. Het' af- geloopen jaar, waarin zij de menschelijke na tuur op haar sterkst en op haar zwakst zoo van nabij had leeren kennen, had haar blik verruimd en haar medegevoel in breeder kring geleid; zij kreeg nieuwe gedachten, er openden zich nieuwe mogelijkheden. De smeltoven de fel brandende smelt oven van het leven in zijn grootste hevigheid had zijn werk gedaan. HOOFDSTUK XXXII. In het Crabtree-ven. „Tim is gewond en is voorgedragen voor het oorlogskruis." Sara las het dubbele nieuws kalrn voor. Die twee dingen gingen zoo dikwijls samen, het was de grauwe schering met den gouden inslag van den oorlog, waaraan de menschen al met een gevoel van verteedering gewend waren geraakt. „Hoe prachtig!" riep Molly enthusiast met schitterende oogen, en snel voegde zij er bij: „Hij is toch niet ernstig gewond?" „Elisabeth schrijft geen verdere bijzonder heden. Ik begrijp haar niet," vervolgde Sara, terwijl zij de wenkbrauwen samentrok. „Zij schijnt het zoo kalm op te nemen. Zij vond de gedachte, dat Tim naar het front zou gaan, altijd zoo vreeselijk en nu, hoewel zij haar man verloren heeft en haar zoon ge wond is, houdt zij er zich zoo kranig onder." Selwyn, die bezig was zijn pijp be stop pen, keek op. „Zij antwoordt op de roepstem, zooals ieder ander," merkte hij kalm op. „Neen," Sara schudde het hoofd. „Ik heb" het gevoel, dat het d&t niet is. Het is iets meer individueels. Missohien" zei ze peinzend „is hot een soort trots. Ik heb meer dien indruk, dat zij zóó trotsch is, zóó trotsch op Geoffrey's heldhaftigen dood en op het feit, dat Tim liet oorlogskruis heeft gekregen, dat dat er in zekeren zin tegen, op weegt." „De oorlog is vol verrassingen," zei Molly nadenkend. „Ik ben nog nooit zoo verbaasd geweest, als teen ik bemerkte, dat de vrouw van Lester Kent hem een model van alle deugden waande! Ik schreef je immers, Saarlje, dat hij naar Jiel Hospitaal in Oldhampton gezonden werd? Hij werd door oen bom getroffen, toen hij een ambu- lancc-aulo reed. „Ja, je schreef, dat hij in liet hospitaal stierf." „Ja, zijn vrouw kwam hem opzoeken en zoo flink. „Kindlief," zei ze tegen mij, toen alles voorbij was, „ik hoop, dat je oen even goeden, braven man zult krijgen. Hij was zoo oprecht en ridderlijk en nu hij heen gegaan is, zal ik altijd de herinnering daar aan behouden!" Molly's oogen waren groot en schitterden. „0, Sara," ging zij voort, bijna ademloos, „denk oens, als je mij niet naar huis hadt gehaald dien nacht, dan zou zij nu geen mooie herinnering hebben om haar te helpen." „En toch is die herinnering heelemaal valsch hoewel ik denk, dat de steun, dien zij er door heeft, procies heizelfde blijftI Hel welen van cte waarheid, dat doet soms pijn." En Sara's mond vertrok even. „Wa/t oen rare wereld is hot (och bedrog en waarheid, alles door elkaar het lee- lijke en het mooie in een grooten rommelt" „En juist tegenwoordig," zei Selwyn rus tig, „is de wereld zoo vol schoonheid." „Schoonheid?" r iepion dc beide meisje® in groote verwondering. M (Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1924 | | pagina 5